Rjk
FLORA.
Stadsnieuws.
Vragenbus.
Posterijen en Telegrafie.
Koloniën.
Landbouw en Visscherij.
Kerkberichten.
fun:
0
kWooder
Job
Me
Gemeentezaken.
Rechtszaken.
Van onze Rechtbank.
SCHOTEN.
HEEMSKERK.
U tlotingen
*r Jeugd mogen voorzeker met reent
sen gerekend ■worden.
Sappige vruchten.
j 01 de meest geliefde vruchten
"Jeugd me
jjraambes.
lar C' zlrarzoste dezer vruchten is
er .9,°^ bepaald zeer aangenaam,
Tnc ze^er de zuiverheid der
'ea? me(^e Emnlokken. Maar bo-
(j^men zal ook niet weinig daartoe
la» - ,aan het „bramen zoeken" te
f?nrs dan ook voor vele kinde
in re.C|ht een genotvolle uitspan-
agen het genotvolle van het
'oiftej.
ea dier vruchten.
P een schoonen dag in de|n
|na-
*ordt.
die nog meer gewaardeerd
"aa iu' Waar er volle vrijheid is, om
J- hartelust rond te loopen en ïohd
^walen.
ElJ(iliet alleen jongerep, maa,r ook
in !!rea verlustigen zich nog gaarne
5e k0o'n. «dagje buiten", daar dan
2a, ?er'ijk smakende vruchten op-
^j .'dende. die later gemeenschap-
dlk worden verorberd.
,v °e aantrekkelijk is die vrijheid
d;,"' pud en jong, gebonden als allen
•MVltL. i.eu
113—w
ïerf zulke heerlijke oogenblikken
fills zijn in ons maatschappelijk
bleven. En het verwekt alleen
ing, idat niet ieder ineer
ge "Qêt, om z:ic;h te vermeien in
ij^ee, zuivere buitenlucht, te mid-
Van bloemen en vogels, zich af
s. J°e verlustigende in de bekoor-
Q^eden van het landschap.
e "ze wildgroeiende bramen noodi-
--en e gasten dan ook dikwijls aan
L dyelvoorz'ienen disch. Tal van
Uj|3hjke violet-zwarte vruchten zijn
6ti ^stald aa.n de doornige takken
is de gastvrouw, door dit laat-
a,i juist niet bijzonder aantrek-
de vruchten zitten gewoon-
g genoeg naar buiten om zonder
:'ar geplukt te kunnen worden,
hi u fraaist zijn in den regel die
te/ ten, die door den zonnegloed
"rende het grootste deel van den
l gestoofd zijn, deze zijn ook het
t„ d en daardoor het meest be-
j 'halve in onze duinen zijln de
hen ook langs bosehra.nden, lajngs
.Sen, qqJ^ en haar op de heide,
vcoral op hooge gronden aan
J jfeffen. Het zijn verschillende
(errten, die nu juist, niet z!oo op 't
ej ,.e gezicht uiteen zijn te houden
v te door den bramenzoeker in den
dan ook maar allen over één
oj" geschoren worden. Wij zullen
dan ook op, 't oogenblik in deze
iFtenlijst niet verder verdiepen.
Ie, u Mgemeenheid van dezie vruch-
2al zeker wel oorzaak mede, ge-
zijn, dat- men ze niet in cul-
nam. Een vruchtstruik, die z,i,cih
ij uitstek op onze gronden thuis
Q,elt, zal toch zeker bij eenige
?evi
'et
de verpleging, ook nog wel in
Vu» baarheid toenemen en ik ge-
dan ook stellig, dat men het
v V'el eens mee kon probeeren, al
men er op verdacht zijn, onze
„0'1 een beetje in toom te houden,
<>t) l' ibet uitsnijden van oude takken
vjVa-n zulke, die overbodig zijn.
oh, ..zijn "Le bramen sedert over-
■,j, tijden bekend en ook heeft men
Menigmaal als geneesmiddel ge-
mt, maar tot eigenlijke cultuur
j(0" deze bramen is het nooit, ge-
;.'"en. Misschien wel, omdat men
"uiten zoo gemakkelijk zonder
kon machtig worden,
befi overigens de verzorging be-
deze is bepaald zeer gering.
nr> herfst geeft men de planten
ij;'' flinke bemesting met kompost,
men op den grond rondom de
"ik kan strooien of iets onderwer-
lJ1' terwijl de planten in het voor
in"' dankbaar zijn voor een gierbe-
Ag, af' en toe, vooral opi regen-
?flge dagen, toegediend.
Ij bovendien moet- men zorgen voor
m verwijderen va,n de overtollige
(i a8els en zoo af en toe de lange
«gels, iets inkorten,
dmar de rijkdragendheid der strui-
ii(« door een oordeelkundige behan-
!'ÖS zeer bevorderd wordt, wil ik
^jJl0|Ver nog het een en ander z,eg-
braambes draagt alleen aan
r]j(i Voor jarige hout. Ete scheuten,
la den zomer opschieten, dra-
dat aar geen bloemen, maar
A1 bet volgend jaar. Men moet
"meiie dus rekening houden. Ging
(,Jrü 'bk jaar de plant, tot aan den
^oe atisnij|den, dan zou men
y geen vruchten verkrijgen.
'd-e oogst is afgeloopen, wor-
'de afgedi-agen scheuten, die toch
th ^en, tot even boven den gro,nd
't^neden. Ook kan men dat in
i,$ ,°dgend voorjaar doen, maar het
Vf„ "ter, dat tijidig in den herfst te
Jmhten.
ko, at de tijd van planten betreft,
liG^llleQ de braambessen zoowel iin
Wa v°orjaar als in den herfst, ge-
tij^t worden. Toch zal deze laatste
'.vcoral a.ls het niet te laat in
dic> "erfst is, zeker de voorkeur ver-
tu "ep, waar het klimaat niet a,l te
lu is-
Mi
;,ea nrcet bij het, planten vooral
oogen letten, die zien boven
Ij) den wortelhals bevinden. IJ'eze
«CC CUA11 u C/ - ÖGli WVJi'VLCJ.l. VC/tAUCCi-
1v(;|door worteluitloopei-s, door
de()| dstokken, door afleggers, en ook
aj I za.aiing. JDlit laatste wordt voor-
V(>(,if;(!8epast, om nieuwe soorten te
bcjh'dg.en. Eie vermeerdering door
liju^miUoopers is wel het gemakke-
deyj Wenseht, men geen vermeer-
'<a] d door de wörteluitloopers, dan
je sf"en goed doen, deze steeds af
kojd "ken, daar het anders binne'n
V>..ifljd vrij wel een wildernis
Waarmee men niet veel kan
smQen
H. J. L YOKE AM A.
Het werkliedcnreglomcnt.
Deheeren Middelkoop en Modoo stel
len in 't concept-werkliedenreglement
een wijziging voor op Art. 20, welke
wijziging <loor de Raadscommissie even
wel is overgenomen. Deze Raadscom
missie, bestaande uit de heeren: Joh.
de Breuk, J. N. J. E. Tbijsscn, Vin
cent Loosjes en J. H. Thiel, hebben
eenige wijzigingen op het door B. en
W. geconcipieerde werkliedenregle
ment ingediend.
De Commissie acht het noodig, nu
't aantal „losse" arbeiders vrij groot
is, dat een maatregel ten behoeve van
deze werklieden getroffen wordt en zij:
stellen voor:
„Losse werklieden, welke bij de in
voering van dit Reglement in dienst
„der gemeente zijn, kunnen door B.
„en W. binnen drie maanden na die in
voering voor vast worden aangesteld,
„ook indien de betrokken werklieden
„niet voldoen aan de eischen, gesteld
bij art. 5 van dit Reglement."
De Commissie blijft vasthouden aan
het criterium, dat zij voor het begrip
„losse" arbeiders heeft aangenomen,
den tijdelijk en aard namelijk der
te verrichten diensten. Dat t ij d e 1 ij k e
diensten zich kunnen herhalen, doet
aan de juistheid van die opvatting niet
te kort.
Art. 8 wenscht de Commissie te wij
zigen als volgt:
„De werklieden zijn verplicht zoo
„noodig tijdelijk andere functiën te ver-
„richten, dan waarvoor zij zijn aan
gesteld, en, indien hun dit door of
„namens Burgemeester en Wethouders'
„wordt gelast tijdelijk werkzaamheden
„te verrichten bij een anderen tak van:
„dienst.
Door deze wijziging wordt eene, last
geving van B. en W. overbodig ge
maakt, voor het gevat een werkman
bij zijn eigen tak van dienst tijdelijk
andere werkzaamheden heeft te ver
richten.
Tot eene wijziging van dit artikel,
die opdracht van andere werkzaam
heden ingeval van werkstaking
onmogelijk zou maken, vindt de Com
missie geen vrijheid. Het komt haar
voor, dat „werkstaking" in gemeente
lijke bedrijven onder alle omstandig
heden is af te keuren.
Tegen eene aanvulling van Art. 9
in dezer voege, dat ook aan werklieden-
organisaties de gelegenheid wordt ge
geven om algemeene belangen der
werklieden met de hoofden der takken
van dienst te bespreken, heeft de Com-
missie geen bezwaar. Zij stelt mits
dien de volgende redactie van art. 9
voor
„Ten minste éénmaal per week zal
„op onder goedkeuring van B. en W.
„te bepalen tijd en wijze, aan iederen
„werkman de gelegenheid worden gei-
„geven, om aan den hoofdambtenaar
„van den tak van dienst, waarbij hij
„werkzaam is, mededeeling te doen van
„klachten, of van bezwaren betreffen-
„de de regeling van den dienst te zijnen
„opzichte.
„Op gelijke wijze zal aan besturen
„van Gemccntewcrkliedenvereenigingen
„do gelegenheid worden gegeven, om
„algemeene belangen der werklieden bij
„de hoofdambtenaren van de verschil
lende takken van dienst voor te dra-
,:gen"
Art. 10 vereischt eenige aanvulling:
„De werklieden mogen zonder ver
dunning van B. en W. geen handel
„of nering uitoefenen, noch loonarbeid
„voor derden verrichten, ook niet in
„den tijd, waarin de Gemeente hunne
„diensten niet vordert."
De opmerkingen gemaakt naar aan
leiding der door de Commissie voorge
stelde regeling van ziekengeld, hebben
in de Commissie een punt van ern
stige overweging uitgemaakt. Zij er
kent, dat uitbetaling van vol loon als
ziekengeld simulatie in de hand kan
werken. Zij vindt echter geene rede
nen, haar oorspronkelijk oordeel te wij
zigen.
Wel zoude zij het nuttig achten, in
dien alle ziektegevallen vanwege B. en
W. door een geneesheer zouden wor
den gecontroleerd. Voor het geval tot
het instellen van eene dergelijke con-
tröle mocht worden besloten, is art.
26 eenigszins gewijzigd. Tevens is de
regeling der inzending van geneeskun
dige verklaringen eenigermate vereen
voudigd. Zij stelt thans van art. 26
de volgende redactie voor:
„Bij afwezigheid wegens ongesteldheid
„moet de werkman zoo spoedig doen
lijk zijnen hoofdambtenaar daarvan
„verwittigen en voorts binnen uiterlijk
„acht dagen en verder zoo dikwijls de
„hoofdambtenaar zulks noodig acht, een
„gedagtcekende geneeskundige verkla
ring aan dezen overleggen.
„De werkman, die door ziekte zijn
„werk verzuimt, is verplicht een van
„gemeentewege ,aan te wijzen genees
kundige in zijn woning te ontvangen
„en zich aan een onderzoek doordien
„geneeskundige te onderwerpen.
„Het loon wordt niet uitbetaald:
„a. bij gebrek van inzending binnen
„den gestelden termijn van de in het
„eerste lid in de eerste plaats bedoel-
„de verklaring over den geheelen duur
„der afwezigheid;
„b. hij gebreke van inzending binrfen
„den door den hoofdambtenaar te stel-
„len termijn van de in het 'eerste lid
„in de tweede plaats bedoelde ver
klaring, met ingang van den dag,
„volgende op het einde van den gestel
ken termijn;
„c. wanneer de werkman het in het
„tweede lid vervatte voorschrift over-i
„treedt, met ingang van den dag,,
„waarop hij den gemeente-geneeskun-
„dige niet heeft ontvangen of zhch aan
„Hiens onderzoek niet heeft onderwor-
„pen;
„d. wanneer de werkman de hem ge-
„gegeven geneeskundige voorschriften
„niet in acht neemt, met ingang van
„den dag, waarop die voorschriften ge-
„geven zijn.
„Het in het derde lid bepaalde blijft
„buiten toepassing, voorzoover de be
srokken werkman ten genoege van B.
„en W. aantoont, dat hij niet in de
„mogelijkheid heeft verkeerd, om aan
„de gestelde voorschriften te voldoen.,"
Ondanks de gemaakte opmerkingen
blijft de Commissie van oordeel, dat
geldstraffen niet moeten worden op
gelegd. Eveneens meent zij te moeten
vasthouden aap hare meening, dat het
scheidsgerecht, zooals dat door de hee
ren Van de Kamp c.s. is voorgesteld,
in strijd is met de Gemeentewet. Van
Mr. J. N. J. E. Thijssen, ontving de
Commissie eene nota over dit punt,
die hierna zal volgen.
Een scheidsgerecht voor ge
meentewerklieden mo
gelijk of weilseheilijk?
Betreffende deze vraag, of invoering
van een scheidsgerecht voor gemeente-
wreklieden mogelijk en wenschelijk is,
heeft mr. Thijssen zooals wij reeds
meldden ,een nota ingezonden.
„Tegen de invoering v,an een scheids
gerecht, dat bij de bestraffing van ge
meente-werklieden bindende uitspraken
zal kunnen geven, bestaan bij onderge-
teekende de twee navolgende bezwaren:
le. dat een zoodanig scheidsgerecht
ten deele in strijd is met de letter'
en overigens met den geest der Ge
meentewet,
2e. dat door tie instelling van zooda
nig scheidsgerecht de beslissing in za
ken, het gemeentelijk beheer betreffen
de, wordt opgedragen aan 'personen,
staande buiten het Gemeentebestuur en
buiten de gemeentelijke administratie.
ad. 1. De vraag, of de. Gemeentewet
de invoering van een scheidsgerecht
met bindende uitspraken al dan niet
gedoogt, is uit den aard der zaak van
overwegend belang. Wanneer, gelijk ik
zal trachten aan te toonen, de Wet
zich verzet tegen de invoering van
een zoodanig scheidsgerecht, is die in
voering a priori veroordeeld.
Strijdig nu met de letter der Ge
meentewet is eene bepaling nu, om,
in geval van schorsing, beroep op
een scheidsgerecht toe te laten, daar
toch artikel 179q der Gemeentewet de
schorsing van alle uit de gemeentekas
bezoldigde ambtenaren, welker schor
sing van alle uit de gemeentekas be
zoldigde ambtenaren, welker schor
sing niet (bij de Wet) aan anderen is
opgedragen, aan Burgemeester en Wet
houders opdraagt, zonder van een be
sluit tot schorsing hooger beroep op
wie ook, toe te laten. Bij Koninklijk
Besluit v.an 16 Juni 1902 (Staatsblad
no. 115) is nog, in navolging vary
vroegere Koninklijke Besluiten, eeno
gemeente-verordening vernietigd, waar
bij de schorsing van een ambtenaar
werd overgelaten aan diens chef, en
zulks omdat met het opdragen van
schorsing aan anderen de Wet bedoelt:
„die ambtenaren, waarvan de We t
„de schorsing aan anderen heeft opt
„gedragen."
Strijd met den geest van de Wet
ligt overigens in ieder systeem, waar
bij de bevoegdheid om te ontslaan niet
wordt overgelaten aan de autoriteit, die
den betrokken ambtenaar heeft be
noemd. Aandachtige lezing van art. 145
der Gemeentewet kan, jiaar de mee
ning van ondergeteekende, bezwaarlijk
tot eene andere opvatting leiden, voor
al wanneer uitdrukkelijk staat voorge
schreven dat de Raad de daar bedoel
de, door hem benoemde, ambtenaren
schorst en ontslaat.
Op vorenstaande gronden heeft dan
ook de Raad der gemeente Leiden in
1905 bij de behandeling van het Werk
liedenreglement geweigerd een scheid-s-
gerecht in te voeren.
ad. 2. Acht ik alzoo op form eel e gron
den een scheidsgerecht met beslissen-
den slem ontoelaatbaar, ook practische
motieven moeten m. i. van de invoe
ring ervan weerhouden.
Een werkgever, die de bevoegdheid
mist in hoogste instantie te beslissen
over het ontslag van zijn personeel,
wordt in zijne bewegingen belemmerd.
Zoowel bij de aanstelling als bij het
ontslag van werklieden behoort hij zich
in de eerste en voornaamste plaats
door het belang van zijn bedrijf te
doen leiden. Andere overwegingen, hoe(
zwaarwichtig ook, moeten daarbij ach
tergesteld worden. Deze stelling be
hoeft m. i. geen nader bewijs, even
min als deze, dat personen of licha
men, geen direct belang hebbende hij
bedoeld bedrijf,, minder tot een oordeel
over aanstelling of ontslag bevoegd zijn,
juist omdat zij zich minder zullen la
ten leiden door het belang van den
dienst, of althans dat belang minder
goed zullen beseffen.
Er is geen enkele r eden, waarom de
ze stalling niet eveneens zou gefdeiï
voor de Gemeente, die meer en meer
als onderneemster van verschillende be
drijven optreedt en dus ook als werk
geefster. Zoolang de beslissing over
het ontslaan van een werkman blijft
aan een orgaan der Gemeente, bestaat
er een waarborg dat het Gemeente
belang steeds zal overwegen en bij het
nemen v,an iedere beslissing den door-
slae zal geven, waarbij toch alle voor
zorgen tegen onbillijkheid van de zijde
der Gemeente genomen kunnen worden.
Laat men de beslissing aan een der
de,'die buiten de gemeentelijke admi
nistratie staat, dan valt de bovenge
noemde waarborg weg en is de mo
gelijkheid niet uitgesloten, dat over
wegingen, liggende buiten het gemeente
belang, den doorslag geven.
Op beide voormelde gronden is on
dergeteekende van gevoelen, dat een
scheidsgerecht met beslissende uitspraak
in zake ontslag van gemeente-werklie
den niet mag worden toegelaten.
(get.) J. N. J. E. THIJSSEN.
Vraag. Mijn zoon is Juni 1909
23 iaar geworden en wil nu trou
wen1 Ben ik verplicht daar bij te
genwoordig te zijn'? Of kan ik mijn
toestemming schriftelijk vervullen,
zco ja, 'hoe moet ik dat inkleeiden?
Of is het ook niet noodig een schrif
telijk bewijs te geven, daar hij nu
23 jaar is?
Antwoord. Uw' zoon, meerlderjarig
zijnde, heeft uw toestemming niet
meer noodig.
Vraag. .Wanneer iemand met ideze
leting aangeloot is, echter vanwege
zijn studie en met het oog op het
halen van een acte, gaarne een jaar
uitstel weuscht, wanneer möethij dan
een rekwest schrijven en moet dat
dan op gezegeld papier gezet wor
den
Antwoord. U schrijft een rekwest
op een zegel van 22V2 cent, zend
het naar den Minister va,n Oorlog.
(Brieven aan den Minister zijn port
vrij).
Een antwoord op een
vraag. Diergelijke Hofjes bestaan
wel te Haarlem, n.l. 't Hofje van
Spöorwater, aan de Heerenstraat, 't
Berensteinhofje. Te Leiden is ons
niet bekend.
Vraag. Als iemand goed heeft op
afbetaling en de leverancier is fail
liet. Aan wien moet dan 't geld we
kelijks betaald worden.
Antwoord. Aan den curator voor-
loopig. Later ziult u er wel meer van
hooren, hoe de zaken van den fail
liet veiklaa:de wouiden afgewikkeld.
Vraag. Moet een inwonende zoon,
die dienstplichtig is, ook Hoofde
lijke Omslag betalen
Antwoord. Reeds lang in onze cou
rant beantwoord. In den regel w'el
als hij voldoende verdient. De dienst
plicht heeft er niets mee te maken.
Verder hangt veel af hoe de belas
tingheffing ten uwent geregeld is.
Een fijn heer!
Voor onze rechtbank stond Donder
dag o.m., zekere J. v. K., beschul
digd van op zekeren dag in een café
te Heemstede een verbazende opschud
ding teweeg: te hebben gebracht. Hij
sloeg de ruiten stuk, en zelfs een ta
felblad in tweëen. Een persoon, die
hem wilde kalmeeren, werd ernstig
door hem mishandeld, en ten slotte
heeft hij aan den veldwachter, die hem
na veel hevig verzet meenam, een val-
sehen naam opgegeven.
3 maanden werd tegen hem geëischt.
Striiatseliamlaleii.
Reeds zeer vele malen maakten wij
melding van vechtpartijen en straat
schenderijen, die vooral op Zondag
avond, in de Groote Houtstraat plaats
vinden.
Zekere M. K., had kort geleden, in
verregaansden staat van dronkenschap,
een tweetal personen mishandeld midr-
den op straat
Tegen hem werd door het O. M. 10
weken geëischt.
Lijst van onbestelbare brieven in de
eerste helft der maand Augustus.
BINNENLAND.
B r i e v e nH. Giels, Mej. Annie Wol-
da, Mej. de wed. Kroese, P. L. de
Ruiter, Mej. A. de Boer, allen te Am
sterdam; Hrds. Binger, v. Rekom? Arn
hem; Tuien Pruisen, Baarn; v. d. Horst,
H. van Orden, J. van Looij, C. Oosten
dorp, allen Den Haag; H. G. v. d.
Bergh, Mevr. Vijven, D. v. d. Kamp,
Heer Reijnders, allen Haarlem; Th. En-
selaar, IJmuiden; W. van Buren, La
ren (N.-H.); J. Eik, Noordwolda; Mej.
Roorda Jongbloed, R'dam; Hoogendijk,
Vlaardingen; Verdegaal, Vogelsang;
Crommelin, Wageningen; A. van Helen,
waar 1
Briefkaarten: Boerleg, A. v.
Riet, Anjelierstraat, Evert Veldman, Jan
Sluis, allen A'dam; J. Sedel, J. H.
Sprink, waar? Mej. P. de Jager, C.
G. C. Erkelens, allen Den Haag; Mevr.
Stomp, G. Kroonsbergen,. J. Cancinius,
J. Leenhout, allen Haarlem; Raar, Mep-
pelMej. L. C. van Veggel, R'daml
Sneek; J. v. d. Heuvel, Vlaardingen;
de Greip, Wormerveer 19??
BUITENLAND.
Brieven: H. Leenk, H. Lies, Bar
men, J. de Geus,: J- de Geus, J.de
Geus, J. de Geus, J. J. de Geus, Ba-
nama. Batavia. C. Heijligen, Dussel-
dorf. J. J. van Maas, La Gucazauca.
C. A. Honing, Ischl. J. Jany, Oranje
City. Mevr. de Renesse de Duiven-
boode, Paris. Wessels, Tanisbacks. C.
A. Zijp, Tebri-Tinggi. De Meijer, Cou-
roisie Wintherthun.
Briefkaarten: Schwester Alm-
ka v. d. Mooie, Berlin. Dr. Hananer As
sam, Budapesth. F. Dijksel, California.
A. E. van Groningen Schillen, Ham
burg. Fraulein A. Gasman, Hijlburg. C.
Scholten, Hijlburg. A. van IJzeren,
Moritsdorf. A. E. van IJzeren, Morits-
dorf. Mr. H. W. Brown, New Cleet-
kooper. Mr. Stephenn Venzath. 14 Ge
drukte stukken.
Behoefte aan arbeiders.
De „Java-Bode" schrijft:
Wordt door de Handelsvereeniging te
Amsterdam evenals door de talrijke an
dere ondernemingen in den Oosthoek
van Java, met spanning eene beschik
king tegemoet gezien op het geruimen
lijd door dat lichaam aan de regeering
gedaan verzoek om aan de ten behoeve
van de op de grens 'der residentiën
Pasoeroean en Bezoeki gelegen uitge
strekte suikeronderneming Djatiroto in
de bevolkte streken van Zuid-Kedoe
aangeworven werklieden kosteloos ver
voer per Staatsspoor toe te staan
naar wij vernemen doet zich eveneens
gebrek aan werkvolk gevoelen bij de
uitvoering van de nabij die onderne
ming, in de afdeeling Dj ember der resi
dentie Besoeki onderhanden zijnde groo
te irrigatiewerken ter verbetering van
de bevloeiing en afwatering in het Zui
den dier afdeeling. De kosten van deze,
als de Bedadoeng-werken aangeduide
werken zijn geraamd op niet minder
dan f 1.700.000, terwijl het te irrigee-
ren gebied globaal geschat is op 34.000
bouws.
De kleedbaas en zijn kleed.
Men schrijft uit Friesland aan de
„N Ct.:"
Er heerscht in Frieslands bouwhoek
tegenwoordig overal op veld en akker
een drukke bedrijvigheid: bet is de
tijd van den oogst. Het vlas wordt
getrokken, het koren gezicht, de vroege
aardappelen gedolven. Een en ander
geeft handen vol werk en zet veel leven
bij aan het in dezen tijd van het jaar
zoo schoone en schilderachtige land
schap met zijn overvloed van weelig
opgroeiende gewassen en zijn velden
met rijken oogst beladen.
Als men, zooals wij dat dezer dageo
deden, rustig voortpeddelt op zijn
onvermoeibaar ros langs de welocder-
bouden grindwegen van Frieslands
Noorderkwartier en al deze bedrijvig
heid kalmpjes gadeslaat, dan merkt
men hier en daar, soms op verren
afstand, een enkele maal ook zeer
nabij, een breed uitwapperende vlag
op; het is Neerlands driekleur, ge
bonden aan een zeer langen stok,
rechtstandig in een bouwland geplant.
Daaromheen is het een gewoel en
gewirwar van menschen, die alle zeer
druk in de weer zijn, daar is de kleed
baas met zijn kleed. Hij is met zijn
staf van werklieden bezu het koolzaad
te dorschen op het veld, waar dit
landbouwgewas nog onlangs zijn hel
der gele bloemenpracht ten toon
spreidde, een lust der oogen, dat tot
op zeer verren afstand gezien wordt
en dan een gele streep aan den hori
zon afteekent. ThaDS ligt het ter aarde
geveld door de sikkel van den zichter,
in los6e schoven op het veld te wach
ten tot den tijd dat de kleedbaas met
zijn kleed zijn tenten komt opslaan
op het veld, om het rijpe zaad in de
za&ken te verzamelen en het uitge-
dorsebte stroo meest als nietswaardige
ballast te verbranden op de plaats
wat.r het is blijven liggen, soms hoog
opeengehoopt.
De hoofdpersoon van dezen stoet
van werklieden is de kleedbaas, van
hem is het dorschkleed en de daarbij
behoorende werktuigen: het dorsch
blok, de vorken, gaffels, enz.
Eigenaardig is het, dat al de man
nen van zijn staf hun bizondere plaats
innemen op het veld en dan ook een
typischen naam of titel dragen, dien
overeenkomstig.
Naast den kleedbaas, die, de zaak
dus aangaat, en die met den landman
overeenkomt over het loon, vervult
zijn rol: de procureur, dat is de man,
die het eigenlijk dorschen op het
groote kleed regelt.
Dit dorschkleed is vooraf op een
daartoe zooveel mogelijk effen ge
maakte plaats midden op het veld.
strak uitgespannen op den grond en
met pinnen bevestigd. De boer levert
de paarden, die geblinddoekt het
dorschblok in een cirkelgang vrij snel
moeten rondtrekkeneen moeilijk of
liever lastig werkje waaraan de beesteD
niet gewend zijnze moeten dan
ook dikwijls door andere worden
afgewisseld.
Dan hebt gij de procureur-verklikker,
die de bevelen van den procureur
overbrengt en tevens op de paarden
toezietvervolgens de jager, en jongen,
die de paarden bestuurt en op een er
van plaats neemt; verder zijn er drie
scbekkers: zij werken het stroo los.
telkens als het onder het dorschblok
vandaan komt; zij schudden het stroo
op en zorgen met den procureur en
den procureur-verklikker, dat het zaad
uit bet stroo komt. Nu volgen twee
dwarsbongelers: zij werken de 3 schek-
kers tegen, om des te beter het losse
zaad uit bet stroo te schudden.
Ook zijn er twee, die den naam
dragen van klauwers, deze werken het
korte stroo, dat de 3 schekkers hebben
laten liggen, uit het kleed. Dan is er
een oude en een jonge roekzij zijn
belast met het zeven van het uitge
dorschte zaad. Twee „beeren" dragen
het te dorschen koolzaadstroo en bren
gen het in een kleed dat aan twee
stokken vastzit in het groote kleed
Het zaad toch zit slechts zeer los in
de peulen en er zou veel van verloren
gaan, 'vooral bij feilen zonnescbijp,
wanneer niet het stroo, heel voorzichtig
in een kleed gelegd, verdragen werd
De twee mannen die tot taak hebben
het koolzaadstroo in het kleine kleed
te leggen, heeten kikkerts.
Met döze 16 personen trekt de kleed
baaS uit. Zoo noodig worden de boeren
bijgestaan door de dwarsbongelers
(tegenstrevets). De boer stelt bij dit
personeel van den kleedbaas nog
iemand aan als hoannebyter, die moet
zorgen dat het uitgedorschte stroo aan
een hoop komt'en een of twee ooie
vaars, die de enkele koolzaadhalmen
opzoeken van het veld, welke de kik
kerts hebben laten liggeD. Bij het
einde van het werk wordt de vlag
medegevoerd naar huis. Onder luid
gezang, en trompetgeschal vaak, trekt
men huiswaarts, zoodat men in het
dorp reeds op verren afstand do kool
dorschers hoort naderen. Ze worden
door de dorpsjeugd gewoonlijk inge
haald en met gejuich begroet.
De wespenplaag.
Van vele kanten ontvangeLi wij
- en vooral ontvingen wij tijdens
de warme dagen klaenten over
de wespen, die dit jaar op sommige
plaatsen talrijker zijn dan muggen
in Amsterdam.
In de „N. R. Ct." lezen wij 'net
volgende over ide wespenplaag in
het land van Altena:
„Het aantal dezer insecten is zóó
groot, dat het plukken van peren
en pruimen zfeèr bezwaarlijk gaat-
Bat deze insecten ook voor de die
ren zeer gevaarlijk zijn, blijkt hier
uit, dat te Meeuwen (land van Al
tena) een jonge geit werd aangeval
len en gedood."
Toevallig lezen wij in de „D'aily
Mail" (Engeland) een brief van een
fruitkweeker, die zegt dat de wes
penplaag goed bestreden kan wor
den door premies van een stuiver uit
te loven aan schooljongens voor elke
wespenkoningin die zij in April e.a
Mei vangen. Dit zijn de stichtsters
van de wespennesten.
Hij is daar drie jaren geleden mede
begonnen en betaalde in 1907 3000
penny's voor 3000 wespen, in 1908
2228 penny's voor 2228 wespen, in
1909 903 penny's voor 903 wespen.
Eit jaar is er haast geen wesp
te zien, doch mogelijk is dit aan het
kcude weer te wijten, zegt hij. Nu,
wij weten hier dat die reden niet
juist kan zijn.
Ee wespeneampagne heeft hem on
geveer f300 gekost, maar hij alleen
heeft meer dan 300 gulden voordeel
gehad door mindere schade aan de
vruchten. Ongerekend het voordeel
voor menschen die niet meiebetaal
den.
Ods dunkt op plaatsen waar veel
moestuinen zijn. zou men coöperatief
een wespenuitroeiingsfonds kunoen
stichten.
In „Onze Tuinen" lezen wij nog
het volgende over wespennesten en
wespensteken
Het verdelgen van een wespennest
gaat het best door 's morgens vóór
zonsopgang een hoeveelheid benzine
*n het uest te gieten en den toegang
te verstoppen. Nog beter is het
zwaarvergiftige licht ontvlambare
zwavelkoolstof.
Een zeer eenvoudig middel tegen
een wespensteek is: men bevochtigt
een weinig tuinaarde, legt het op
de wond en bindt er een zakdoek
om. Na 20 a 30 minuten is alle pijn
verdwijnen.
(„Hbld.")
ZONDAG, half 8 üe Vroegmis, om 10
uur de Hoogmis, om 6 uur Lof.
Dinsdag, Woensdag en Donderdag
geen H. Mis.
VRIJDAG, om 9 uur gezongen jaar
getijde voor Margaretha Twisk, echtg.
van Petrus Vaders, te 7 uur Lof.
Door de week de H. Mis om kwart
over 8 (schoolmis).
Dagelijks voor en na de H. Mis
gelegenheid om te biechten. Zater
dag van 4 uur af.
De gebeden worden verzocht voor
Helena M. Visser, echtg. v.
H. de Bruin,
Henrica Bartels, wed. van
P. Bruinenberg,
die met de laatste H. Sacramenten der
Stervenden is voorzien en voor
Joana Maria Jansen, echtg.
van J. F. Dijkmans.
die in den Heer is overleden.
In den ondertrouw zijn opgenomen:
Huberlus J. van Emmerik en Hen-
drina C. Handgraaf.
Theodor.us Fr. L. Spook en Helena
Billars.
Nicolaas Koedooder en Catharina
Stam.
ZONDAG. H.H. Missen te 7 uur, half
9, half 11. Kwart vóór 10 Bijbelsche
geschiedenisles. 'sNam. 3 en 4 uur
Catechismus. 6 uur Lof met Rozen
hoedje en Litanie.
MAANDAG, te 9 uur Catechismus.
DINSDAG, te 10 uur gez. Huwelijks
mis, te 12 uur Catechismus.
WOENSDAG, te 8 uur gez. H. Mis
ter eere van den H. Jozef, te 12 .uur
Catechismus.
DONDERDAG, te 12 uur Catechis
mus.
VRIJDAG, "s av. te 7 uur H. Kruis
wegoefening.
ZATERDAG, te 12 uur Catechismus,
's av. te 7 uur Maria-Lof met Rozen
hoedje en Litanie.
LOTEN VAN BhUSSEL, 2i/2 pet.
ft fr, 100 van 1902.
Trekking 14 Aug. Bet. 1 Juli 1910.
8 seriën
2095 6942 9043 12159 15447 18039
24034 28276.
Serie 28276 no. 20 fr. 200,000serie
6942 no 20 fr. 2500; serie 2095 no.
15 fr. 1000; serie 6942 no. 25 en serie
18039 no, 13 beide fr. 500
De volgende Nos. elk fr. 200:
Serie 2095 nos. 11, en 24, serie
6942 no. 7. 15 en 22, serie 9043 nos.
1, 4 en 25, serie 15447 nos. 2, 5, 6,
9, 15, 18 en 21, serie 18039 no. 25,
serie 24034 no. 4, 5. 8 en 21, serie
28276 nos. 1, 2, 8 en 22.
De volgende Nos elk fr. 150
Serie 2095 no. 16, serie 6942 no. 24
serie 9043 nos. 2, 3, 16, 19 en 21,
serie 12159 no. 4 en 6, serie 15447
nos. 3 en 16, serie 18039 nos, 6, 20,
en 23, serie 24034 nos. 10, 12, 17, 19
en 24, serie 2-8276 no. 13.
De overige in gemelde seriën begre
pen nos. elk met fr. 110.