DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
=r 418Sri:
106
KimsiepliuisvMt 2S«SI-33g Haarlem
Kort Verslag van de Tweede Kamer.
De tentoonstelling van
Huisindustrie.
BUITENLAND.
Gemengde Buitenlandsche berichten
In den strijd des
Begrens»
WOENSDA& 25 AUG. I909.
348te Jaargang. No. 6973
Sureaux van Redact!® en Administratie
Bntepcomniuiiaal Telef^©saaïeimiMeir 1426»
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Jaargang Sept. '09—1910.
De Administratie verzoekt allen,
die zich als abonné hebben opgegeven
voor 27 Aug. de kosten ad. f 0.50
te willen opzenden aan het bureau
Kinderhuisvest, mei duidelijke
vermelding van Naam en
Adres des afzenders.
Met een enkel' woord hebben wre
al geprotesteerd tegen tde insinuatie
die de heer N. G, Brouwer, tot
eergisteren toe voorzitter der Ten
toonstelling van Huisindustrie te
Amsterdam zich in een openbaar
debat met den heer J. 8. Meuwsen
ten opzichte van de „Nieuwe Haarl.
Courant'' heeft veroorloofd.
is.
Algemeen overzicht.
FEUILLETON.
8)
HEME HURLEMSCNE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS!
Per 8 ja&anden voor Haarlemf 1,35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.S5
Voor de overige plaatssn in Nederland franco per post 1.80
Afzon Ufljjke nummer; 0,08
PRiJS OER ADVERTENTIÊN
Va* 1S regels60 cent (contant 50 ce*t).
Iedere regel raeer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (4 contant).
Aile betalende abonnés op dit blad, die in het bezit sener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
GEILDEN bij ÉF& 4 8** «9» nm.™» u &l «fc GULDEN bij
werken,
GULDEN bS
verlies van
éen oog.
GULDEN bij
verlies van
éen dwim.
verlies van
één
wijsvinger.
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De nitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Be heer Brouwer men weet het
-bad den heer Meuwsen uitge
daagd tot een openbaar debat, om
dat deze de objectiviteit der „Ten
ten toonstelling van huisindustrie"
had ontkend en de meeniplgi geuit, dat
ze niet anders was dan een door
sociaaldemocratische leiders handig
aangegrepen gelegenheid om de huis
arbeiders te drijven in de armen der
sociaal-democratie.
Antwoordend op den heer Meuw
sen zei de heer Brouwer (volgens
een, verslag uit „B|e Tijd", o.m. het
volgende
Het bureau der tentoonstelling
heeft eerst verschillende aantijgin
gen en beschuldigingen latejn loe
pen. Maar wat zijn de gevolgen
wan dergelijke aantijgingen Bat
de firma Koch uit JYageningcn
in het „Handelsblad" reeds sprak
van „de bewijzen" van den heer
Meuwsen, terwijl deze als eenig
document een vergissing aandroeg.
Be „N. Haarl. Qt." constateerde
met vreugde de overdrijvingmen
heeft altijd nog menschen, die het
opnemen voor de treurigste toe
standen.
3¥ij mogen deze insinuatie piet la
ten passeeren.
Zelfs niet, nadat dezte .onze be
schuldiger een smadelijken uittocht
heeft moeten doen uit de Tentoon
stelling en wegens socialisme als
voorzitter Van het vrijzinnig-deïno-
Cratische ^Werkliedenverbond heeft
moeten aftreden
Wij schreven op 7 Augustus (Eer
ste Blad) een artikeltje „Onderzoek
noodig", waarin wij tde aandacht ves
tigden op wat 'de heer Meuwsen over
deze tentoonstelling had. gezegd.
But wij „met vreugde", kooals de
heer Brouwer beweert, de critiek
van den heer Meuwsen -constateer
den, is eenvoudig onwaar. Wh lieten
ons daarover niet uit!
Wij zeiden alleen, na vermeld ie
hebben dat de pers over het alge
meen voorzichtigheid betracht heeft,
bij de beoordeeling van deze tentoon
stelling
„Nu de heer -Meuwsen zoo geictoeu-
„menteerd voor den dag ..komt en
„o p e n 1 ij k afkeuring betuigt, nu
„mag dunkt ons de Zaak hier
„niet bij blijven.
„Een onderzoek is gewenscht, is
„noodzakelijk
„Ons dunkt, het comité dezer ex
ploitatie moet zulk een onderzoek
„zélf al noodig achten, om zich zoo
„mogelijk vrij te pleiten.
„En wij voor ons mogen het vor-
„deren, omdat wij niet Zouden wil-
„len, dat «net staatshulp en staats
subsidie op deze wijze propaganda
„gemaakt worde voor het socialis-
„me."
Hoe de heer Brouwer uit deZe
woorden kan destilleeren dat wij
„met vreugde de overdrij
ving constateerden", en nog
meer, hoe hij kan zeggen dat wij het
zouden opnemen voor treurige toe
standen het is ons een raadsel
En het is voldoende, dunkt ons,
w at we schreven hier nog eens aan
te halen, om in het oog van ieder
weldenkend en eerlijk menscih te zijn
gezuiverd van den blaam dat- wij
treurige toestanden 'Zouden willen
bestendigd zien of met ©enige anti
pathie tegen deze expositie, ons zou
den hebben uitgelaten.
Bie heer Brouwer heeft reeds door
deze openlijke besehuldiging aan ons
adres, zónder eenig bewijs daarvoor
te hebben, getoond idat hij de dege
lijkheid en den ernst mist, die een
voorstander van een zoo ernstige
zaak moeten bezielen.
Het is de bekende sofeialisten-ma-
nier, op deze wijze beschuldigin
gen de wereld in te slingeren, waar
van men de bewijzen mist! Nu wij
vernemen dat de heer Brouwer om
zijn neiging tot het socialisme onmo
gelijk is geworden bij zijn vrijzinnig-
democratische vrienden, begrijpen
wij: echter eenigszins dat hij ide tace
tiek zijner nieuwe vrienden tege|n
ons reeds in toepassing bracht,
Intusschen verwachten we toch
van hem als eerlijk man, dat hij
cpenlijk zijn valsche beschuldiging
zal intrekken eu de insinuatie aan
ons adres zal terugnemen.
Hebben wij vóór den debata.vond-
Meuwsen-Brouwer ons van elke uit
spraak over de tentoonstelling van
hu'sindustrie zlorgvuldig onthouden,
bet komt ons voor, dat na het licht
dat de heer Meuwsen door zijn uit
voerige verklaringen en mededeelin-
gen op deze expositie heeft gewor
pen, toch een enkel woord nu niet be
ne eft te worden achtergehouden.
En: dan is onze indruk welke ver
sterkt wordt door de bezoeken die
wij vóór en na den debataVond aaln
de tentoonstelling brachten dat de
organisators er van niet van over
drijving zijn vrij te pleiten.
Bioch méér dan die overdrijving
treft ons het volgende:
Bh tentoonstelling: zou bedoelen
te laten zien de verschillende ellen
den der huisindustrie, om aan die el
lende een eind te maken.
Bieze bedoeling is echter blijkbaar
langzamerhand eenigszins veran
derd, en althans de socialistische or
ganisatoren in het Comité der ten
toonstelling hebben in en: buiten de
tentoonstelling duidelijk uitgespro
ken, dat zij met deze expositie niet
wenschen: wegneming van de mis
bruiken der huisindustrie, docho p-
heffing van de huisindu-
str ie-Ziel ve.
O.i. heeft de heer Meuwsen dit
duidelijk aangetoond: echter heeft
bij er terecht den nadruk op gelegd,
dat genezen altijd beter is dan am-
puteeren.
En die meening zal toch wel
dunkt ons door de niet-s-ocaalisti-
sehe bestuurders der tentoonstelling
gedeeld worden, Zoodat, we hier het
curieuse schouwspel beleven, dat de
verschillende bestuurders dezer ex
positie met die tentoonstelling-zelve
de een dit, de ander een ander doel
nastreven
,Uit heel deze historie volgt ééne
les, dunkt ons, die allerduidelijkst
En dat is, dat het voor niet-so-
eia.listen ondoenlijk en op den dum-
zelis voor de goede zaak die men
bereiken wil, schadelijk is, samen
te werken met (socialisten.
Socialisten en niet-socialisten
staan op verschillenden bodem, en
wanneer die twee samen iets ver
richten zal ten slotte het verschil
lend einddoel altijd weer een breuk
ook in de actie teweegbrengen.
Bat kan niet anders. Sloopers en
architecten kunnen niet samenwer
ken, en wie opbouwen wil en verbe
teren, kan niet medegaan met hem
die alleen wil afbreken. Moet de
architect-zelf iets afbreken, laat hij
dat dan doen onder eigen toezicht,
'want de slooper gaat allicht verder
en haalt mèt het verkeerde ook het
solide bouwwerk neer, dat moest
staande blijven
Het ware o.i. te wenschen dat het
gewicht van deze conclusie, die on
weersprekelijk uit het debat-Meuw-
sen-Brouwer zich opdringt, door ve
len van niet-socialistiscihen kajnt wat
nader weid bestudeerd.
KWESTIES EN VERWIKKE
LINGEN.
Het is nog immer de tijd van kwes
ties
Bust en kalmte in de buitenland-
sc.he omstandigheden Zal er wel nooit
komen, zoolang de naties nog niet
dien graad van broederschap heb
ben bereikt, die den eeuwigen vrede
als bereikbaar ideaal kan hebben.
En dan nog ,v
Ean is er allicht nog een onver
standig1 kind als het tienjarig Sul-
tannetje van Perzië, of een barbaar
als verschllenjde tioonpretenldcndeja
van Marokko, dan bestaat altijd
nog de menschelijke ijdelheid die
zelfs vórsten niet vreemd is, en
vooral de concurrentie van handels
belangen, die naar een Ejngelsch
schrijver zoo juist heeft gezegd, ten
slotte toch den wereldvrede be-
heerscht en tevens ook immer in ge
vaar brengt!
Intusschen: er zijn in deze dagein
ettelijke kwesties, die als hardnek
kige kwalen aan alle pogingen tot
genezing, door dé consulteerende
Euiop cs h:: mogi-ndjb genomen,
weerstaan.
De Kretenzische kwestie
is daarvan de voornaamste. O ja,
voorloopig heet 'zie van de haan. Die
mogendheden zijn Wat hardhandig
opgetreden en de Kretenzers hebben
zich onderworpen.
Maar dat hiermee de kwestie op
gelost zou wezen, dat gelooft toch
wel niemand
B.e Kretenzers zijn over het alge
meen Christenen, en geografisch
ook behoort het eiland tot Grieken
land, waarmede het bovendien door
taal, afstamming1 en familiebetrek
king der bewoners nauw: is verbon
den.
Bat Kreta dus eens aan Grieken
land zal komen, staat wel vast.
En ook de Jong-Turksche leiders
zien da|t in' einf laten zich ijn: deze.i
geest uit. Alleen is het op het oogen-
fclik niet mogelijk, Wegens de roerige
gezindheid, van het Turksche volk,
dat wakker geschud is, zich zijner
kracht opeens bewust is geworden
en nu van geen enkel verlies aaja
land of eer meer weten wil.
B'och ook dit zal wel luwen, en
dan komt de kwestie van Kreta weer
voor den dag, weest daar Zeker van
Be Turken hebben nu evenwel, nu
de kwestie van Kreta zoolang slui
mert, een nieuwe „kwestie" erbij ge
kregen
de Arabische kwestie.
In Arabië (Yemen) is n.l. de zoo
lang' gevreesde opstand uitgebroken
en tiet schijnt dat die ernstig wor
den zal, wanneer de Turken het ver
zet niet spoedig kunnen fnuiken.
In Yemen hebben zich ongetwij
feld de vroegere aanhangers van Ab
dul Hamid nog kunnen verzamelen,
en ze hebben er de vurige en fana
tieke oud-Turken weten te bewegen,
een opstand te organiseeren.
Onder aanvoering van eejn reli
gieus opperhoofd, een „Mahdi", trek
ken de opstandelingen op, en er moe
ten - volgens de telegrammen van he
dennacht al verschillende Jong-
Turksche c^erhe i idb per so&eH Gil
moord zijn, Een Italiaansen oorlogs
schip is naar Hodeida, een haven
aan de Boole Zee, vertrokken om
de daar wonende Europeanen te be
schermen.
Zoodat willen we maar Zeggen
het Oosten al „kwesties" genoeg
oplevert, en we van deMaoedoni-
sehe kwestie, de onrust in Grie
kenland, de revolutionaire bewe
gingen in B.usland, de opneeoig-
heid tussehen China en Japan,
den onzekeren toestand in Perzië
(waar men voor volslagen a naren ie
vreest doordat de nieuwe regeering
absoluut geen financiën schijnt te
hebben) vandaag Zwijgen kunnen
In het ^Mesten trekt eerst en voor
al do aandacht een kwestie van niet-
pclitieken doch economischen aard:
de arbeiderskwestie in
Zweden.
Bte staking daar, door de socialis
ten uitgeschreven en yoorshands met
gevolg, begint langzamerhand te
verloopen.
Men krijgt er genoeg van.
B!e vreeselijke economische gevol
gen vooral van de staking doen zich
erg in het land gevoelen en de
wensch naar bijlegging van den
strijd is in alle kringen der bevol
king zc^r sterk geworden.
Be minister van Bin nenlalrvdsche
Zaken heeft de plaatselijke besturen
opgedragen, den arbeidswilligen on
der alle omstandigheden vrijheid yan
arbeid te waarborgen.
Aan de uitnoódiging van 't be
stuur van den 10.000 leden tellen
den niet-socialistischen Zweedscben
arbeidersbond, om Maandag den ar
beid te hervatten, is, volgens berich
ten uit. de bron der stakers, Zoo
goed als geen gevolg gegeven.
Andere berichten evenwel vertel
len, dat de arbeid op verschillende
plaatsen wèl is hervat, en dat de
socialisten een gevoeligen klap ge
kregen hebben.
En dit laatste schijnt de juiste
lezing, daar de regeering blijkens
een openbare aanschrijving, óók zoo
denkt,
[We kunnen dan ook met reden
veronderstellen, dat deze „kwestie"
die echter een economische kwes
tie blijven Zal door verloopen
van de staking' binnen „net al te
langen tijd zal worden doorgehakt.
Intusschen: Zweden," Zal er van
weten mee te praten, wat de gevol
gen betreft!
En nu ten slotte nog wat over
de Spaansck-Marokka,aii-
soihe kwestie,
die al zoolang hangende is, en die
den Spanjaarden dag aan dag het
bloed kost van talrijke zonen.
B'ag aan dag. want de sporadische-
aanvallen der Bjf-Mooren zijn niet
van de lucht
Be oorlog is van dien kant overge
gaan in een guerilla, wat den Span
jaarden veel verliezen kost. Generaal
Marina intusschen wacht zijn tijd af
en bereidt zich voor op een aanval
in het groot.
In een brief uit Madrid aan de
„Eigaro" wordt een verklaring ge
geven van de voorzichtigheid van
generaal Marina.
Het gevecht dat de Spaansche troe
pen op 27 Juli hebben geleverd te
gen de Mooren, en dat Spanje op
zooveel menschenlevens is komen te
staan, is gevoerd tegen de bevelen
van generaal Marina.. Generaal Pin-
tos was belast met het Mekken van
een convooi. Beze generaal heeft een
bravourestukje willen uitvoeren.
Met de tot zijn beschikking gestelde
troepen viel hij plotseling den vijand
cp de Goeroegoebergen aan. Beze
aanval, onvoldoende voorbereid, en
zwak gesteund door geschutvuur, is
een mislukking geweest. Pintos
sneuvelde, eu voor de nagedachtenis
van dezen dapperen maar ongehoor-
zamen officier was dat een geluk.
Be dool heeft hem ontslagen van het
afleggen van een zeer zware verant
woording.
Geen wonder, dat Marina voor
zichtig is! Be vijand mag waarlijk
niet worden onderschat.
Zijn sterkte wordt begroot op te
gen de 50.000 man, waarvan velen
met moderne geweren gewapen-i,
minder goed gedrild, maar met meer
practische krijgeervaring dan de
Spaansche jongmaatjes.
Spanje heeft nu ruim dertigdui
zend man in Noord-Afrika. Er war
den nog 10.000 gereed gemaakt.
Een brutale diefstal in Londen.
In de anders goed bewaakte, in de
City van Londen gelegen juwelierszaak
van de firma Mappin and Webbs, wel
bekend in de internationale reizigers-
wereld, sloop Zondagmorgen, toen de
City genoot van de Zondagsrust, een
inbrekersbende binnen.
De roovers droegen maskers, geluid
dempende overschoenen en handschoe
nen, die hen moesten beschermen tegen
ontdekking door eventueele verrader
lijke vingerafdrukken. De bewaker had
niets bemerkt. Hij was bezig, zijn ont
bijt klaar te maken en ging vervolgens
in de nabijheid van de geldkltuis zit
ten, om zijn maal te verorberen.
Terwijl hij daarmede bezig was,, werd
hij van achteren overvallen en neerge
slagen, zoodat hij bewusteloos ineen
zakte. De inbrekers bonden hem nu
aan zijn stoel vast en knevelden hem
met de handigheid van vaklieden. Ver
volgens begonnen zij hun zakken te
vullen met dde kostbaarste juweelen,
die in den winkel te vinden waren,
waarbij zij zorgvuldig alle sieraden lie
ten liggen, die hun kleederen bol zou
den doen staan.
Intusschen had echter een huurkoet
sier gemerkt, dat er bij Mappin and
.Webbs iets niet in den haak was. Hij
maakte een politieagent deelgenoot van
zijn vermoedens, en onmiddellijk werd
„Maar mevrouw", sprak Oxtwin
op een toon van beleefde tegen
spraak.
Be vrouw des huizes viel heni in
de rede: „Ja ja, dat moet u toch
eigenlijk wel denken na al Wat U gis
teren en van morgen hier gezien
hebt. Toch is dit alles niet zoo erg
al het wel schijnt. Na den dood van
haar vader is Lina langen tijd ziek
geweest en tqpn ze weer herstelde',
kon ze maar niet meer op krachten
komen. Dó dokter heeft toen aange
raden, onze kleine maar vrij en onge
hinderd door bosch en veld te laten
rondzwerven. Bat heeft haar de ge
zondheid teruggegeven, maar de ge
woonte is gebleven."
„Maar mevrouw, al wat u daar
zegt, spreekt immers vanzelf! Be
freule ziet er zelfs nu nog wat ten
ger uit, en net ronddwalen in bosch
en veld zal haar Idus heel veel goed
doen", zei Ortwin.
„Het is heel vriendelijk Van u dat
1 Lina zoo verontschuldigt", ant
woordde Heszborn. „En overigens,
3e mag dan wat wild zijn en graag
rondzwerven, ze heeft altijd goed
geleerd."
„Ja, wat da,t betreft, naar mijn zin
zelfs al te veel," liet mevrouw von
Heszborn zich hooren.
„Zullen we van middag eens met
onzen gast naar Lintorf rijdep.
vroeg oom Koenraad. „Ge weet hoe
zeer onze buurman er prijs op st-elde,
zoo spoedig mogelijk kennis te ma
ken met graaf Desendorf."
Juist trad Lina weer-binnen, Uu ia
ee nnet, frisch toiletje. „Waar hadt
u net over, oom Koenraad", vroeg
ze.
„Ik stelde voor. van middag samen
naar Lintorf t-a rijden."
Dadelijk kwamen Lina de rimpels
weer op het- voorhoofd. „Naar Lin
torf B;aar is het nu toch vandaag
veel te mooi weer voor! Bovendien
is de weg daarheen bijna geheel Zon
der schaduw en buurmans tuinen zijn
niet veel beter dan kale groentebed
den."
„Maar kind, wat is dat nu weer!
Vroeger ging je toch zoo graag na,ar
Liniorf
„Vroeger! Ja toen werd ik er nog
niet verblind door den glans van
die mooie, nicht."
„Nu, ik koln er ook liever als
onze vrienden alleen zijp", verklaar
de mevrouw' von Hesahorn, „maar
ik zie toch geen reden om Lintorf
te mijden al dien tijd dat de barones
er is."
„Hebben uwe vrienden een oude
dame te gast", vroeg graaf Ortwin.
„Oud is barones von der Lendhorst
nog heelemaal niet", sprak' oom
Koenraad, „zie is integendeel een nog
heel knappe jonge weduwe^'
„Aha, freule Caroline is ja,-
loersth", lachte Desendorf in zich
zelf. Lang had hij echter geen tijd
om aan die gedachte te wijden, wiant
Lina's stem klonk luide: „Noemt u
ze knap! Ze is zelfs heel mooi, maar
het is een schoonheid die mij angst
aanjaiagt. Zelfs Erits, zoo vroolijk
hij ook wezen mag, is toch bang voor
haar."
„Frits", lichtte Heszborn den gast
nog eens in, „is de oudste zoon van
onze buren Lintorf, een vroolijke
jongen, die eigenlijk nergens bajng
voor is. Nietwaar, kleine?"
„Behalve voor barones von der
Lendhorst", hield Lina hardnekkig
vol. „U kunt ten minste met mama
en den graaf naar Lintorf rijden zoo
veel u wilt, maar laat mij asjeblieft
thuis."
Ortwin, die vreesde van een nieu
we scène tussehen moeder en dochter
getuige te moetea zijn, ging onder
voorwendsel van eenige brieven te
moeten schrijven, naai- zijn kamer,
i q de grootste verbazing, hoe men
er toch toe komen kon, zoozeer de
opvoeding eeoer schatrijke erfgena
me te verwaarloozcn.
Na tafel kwam het rijtuig voor,
cd Caroline nam heel gehoorzaam
naast ha,ar moeder plaats. Gedurende
den rit merkte Ortwin op, dat Lina's
fcCihddering van den weg niet over
dreven was.
Het welkom op Lintorf Avas ech
ter zóó hartelijk, dat men er het on
aangename van den warmen rit ge
heel door vergat. Zoodra het rijtuig
het hek binnenrolde, werd het door
cle geheele familie, bestaande uit va,-
der, moeder, twee zoons van acht
tien en zestien jaar en twee jongere
meisjes, omringd en de gasten wer
den zoo hartelijk mogelijk begroet.
Lina was haar knorrige bui geheel
Amrgèten, omhelsde mevrouw Li ntorf
en de meisjes onstuimig en wisselde
met de mannelijke helft der familie
een kraehtigen handdruk. Met de
grootste helangsteUing vernam zij,
hoe goed de jonge honden groeiden
en ze ontstak in felle -verontwaar
diging, toen ze hoorde dat een vos
twee Spaansche kippen geroofd had.
Gretig .ging ze in op een voorstel
van den heer Lintorf, dat dood en
verderf over het hoofd van jdten-schul
digen Beinert bedoelde uit te stor
ten maar op eens sloten zich haar
lippen en een trek van ijskoude er
gernis kwam op haar zooeven hog
zoo levendig gelaat.
Orfewin, die deze verandering had
opgemerkt, volgde den blik yan haar
oogen, en hij vond terstond de oor
zaak dezer plotselinge verandering.
Baar in den salon zag hij vol be
wondering een in hal ven rouw ge-
kleede meer dan schoone jonge dame
zitten.
Ja, in haar nabijheid moest freule
Lina zich wel niet erg op haar ge
mak gevoelen. Die gemakkelijke wij
ze \7an spreken, die zeldzame schoon
heid, die onberispelijke toon en die
uitgezochte toiletten, dat aUes
was met elkander in zóó volkomen
harmonie, dat ook het meest onbe
vangen oordeel niet anders dan sterk
in Caroline's nadeel, bij de vergelij
king dezer twee, kon uitvallen.
Zóó groot was de bekoring, die van
Melanie von der Lendhorst uitging,
dat Ortwin het volgende oogenblik
al niet meer aan Lina Heszborn
dacht. Mevrouw von Lintorf stelde
de jongelieden aan elkaar voor, en
bijna terstond volgde een levendig
gesprek tussehen die twee.
Lina daarentegen had, zoodra ze
in gezelschap van de barones kwam,
getracht aan het gesprek van de
ouderen in het gezelschap deel te
nemen. Maar ze werd al heel gauwi
door de jonge meisjes in beslag ge
nomen, in wier gekeuvel ze intus-
scheü ditmaal lang niet zoo geheel
opging als anders.
Haast onwillekeurig volgde za in
voortdurende spanning het gesprek,
dat Ortwin met barones von der
Lendhorst voerde. Onbeduidend ge
babbel noemde ze bij zich zelf dat
gene, waarmede Ortwin en de baro
nes elkaar onderhielden. Maar- al
nam ze het zigh zelf geducht kwa
lijk bij menige scherts moest ee
toch erkennen, dat ze wezenlijk aar
dig gevonden was; en tot haar groo-
te ctgeruis moest ze herhaaldelijk
lachen om schijnbaar onschuldige op
merkingen, die echter in den grond
der zaak niets dan bijtende spot wa
ren en de belachelijkheid van een'
of anderen persoon of toestand zoo
helder mogelijk in het licht zetten.
En Caroline kon bij zich zelf deu
wensch niet onderdrukken, dat ze
toch ook die gave van gezellig pra
ten mocht hebben.
ÓVat ze zichzelf niet bekende, was
de zonderlinge omstandigheid, dat
ze barones von der Lendhorst om
haar geestige spotterijen \Teel scher
per veroordeelde dan Ortwin, die in
tusschen de wapenen van het sarcas
me toen met evenveel acuut en
scnerpte hanteerde als zijn schoone
vis a vis. (Was er dan voor den man
eer verontschuldiging te vinden, dat
hij de fouten en zwakheden zijner
medemenschen in een belachelijk
daglicht stelde, dan A'oor de a-touw.
die in dezelfde fout verviel? Of
voelde ze zich door de Atreemde, die
zoo plotseling in den kring A-an haar
hekenden getreden was, zooveel meer
afgestooten dan door graaf Ortwin!
Wordt vervolgd.)