DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-KOLLAND.
De tentoonstelling van
Huisindustrie.
BUITENLAND.
In desf strijd des
levens.
nderhuisvMi 29>3l-33f Haarlem
MAANDAd 30 AUG. 1999.
348»° Jaargang. No. 6977
Per 8 maanden voor Haarlem1,85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
Af»ouc<tïijke nummer- 0,08
Bureaux van Redactie en Administratie;
intercommunaal Telefoonnummer 1416.
Van 16 regels 60 sent (contant 50 ceat).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 50 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (A contant).
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RiCARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Alle betalende abonnéi op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, z^n volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tegen ongelukken verzekerd voor
scbiktbeid tot
w«rken.
GULDEN bij
overly dun.
verbes van
één
wijsvinger.
GULDEN bij
verües van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Eb jeer N G. Brouwer Jr., vooir-
25 it ter der Vereeniging voor dé Ne-
derlandsche Tentoonstelling vain
Huisindustrie, verzoekt ons opname
van het volgende stuk:
In het nummer van Zaterdag
31 Augustus kwam een artikeltje
voor, getiteld. „Insinuatie" naar
aanleiding van een verslag in ee|.i
der dagbladen ever den debatavond
Mouwsen-BroüwierEn aangezien
dit sleohts een protest inhield met
de toezegging aan het slot, did, de
redactie er op terug zou komen,
deed ondergeteekende het tweedie
artikel afwachten, op grond waar
van hij pu een klein gedeelte uwer
kolommen vraagt
In de eerste plaats deze opmer
king: De n iet-stenografische ver
slagen van het gevoerde debat,
bevatten steeds groote en kleinere
onjuistheden, waarvoor de verte
genwoordigers der perst uit den
aard der zaak, niet verantwoor
delijk gesteld moge worden. Van
daar zeer vermoedelijk de vergis
sing van den verslaggever van
de(n) „Tijd" die den debater de
woorden in den mond lag „met
vreugde de overdrijving consta
teerden" ten opzichte van het
tikeltje in uw blad van 9 Augus
tus. Ondergeteekende begon zijn
debat met een citaat uit het „Han
delsblad", waarin het motief op
den voorgrond treedt, dat men
niet aan alle beweringen waar
de moet hechten en ernstig mag
nemen. Ejoch het feit, dat men
de ongemotiveerde beschuldiging
waarlijk te groote eer ggjig bewij
zen en ons optreden daartegen
noodzakelijk was, werd o.m. aan
de hand van het artikeltje van 9
Augustus van de „N. Haarl. Cou
rant" aangetoond. $V|ie zal zien
echter niet verbazen over ide naïvi
teit' eener redactie, die nu de bloo-
te beschuldiging reeds omhangen
zag met argumenten en het niet on
deftig wcord „gedocumenteerd" in
verband met de reis en de geheim
zinnige resultaten ides heeren
Meuwsen gebruikte?
Ee redactie is na den debat-
avond, (waar zij geen vertegen
woordiger had en dus vermoedelijk
ombekend is gebleven van de grie
ven die de Amsterdamsche brief
schrijver in het ,,Utreclit.sch Plag-
blaxl" neerschreef over deze ver
slagen) tot de voor haar niet ge
lukkige ontdekking gekomen dat
de organisatoren niet vrij te plei
ten Zijn van overdrijving eP bo
vendien etreven naar „de ophef
fing van de huisarbcid-zelve."
E'aarom is deze conclusie niet
gelukkig, omdat mannen als de
Eerw. Heeren Lambert J. J M
Eo li, adviseur van den Diocesane»
Text ielarfce idersboad, v. Heeawijfc,
adviseur van Ri. K. 8ehoenmakers-
vereeniging in Brabant ep ClarijH,
adviseur' Van den St. Joseph-ge-
zellenbcnd, allen Ik K. geestelij
ken, zich van het tegendeel over
tuigden en enkelen Zich reeds uit
spraken. Doch meer, idat in de laat
ste dagen H. D. HL de bisschoppen
van den Bosch en Haarlem zich
finantieel bij dezle tentoonstelling
interesseerden, ondanks alle bewe
ringen van het socialistisch ka
rakter.
De persoonlijke aantijgingen ijn
bet artikel zal ondergeteekende
naast zich. leggen; men neemt toch
niet altijd alles in de hand. Slechts
d,it eene. 'Niemand heeft hem tot
cp dit oogenblik beschuldigd- van
socialistische neigingen en uit dien
hoofde onmogelijk geworden te zijn
bij Zijn Vrijz.-Dem. vrienden, als
uwe redactie beweert.
E at uwe redactie het beter weet
dan vele anderen, is reeds geble
ken, zoodat er niet getwijfeld zal
worden of uwe schatkamer van be
wijzen en documenten zal ook hier
wel het materiaal voor bezittel/-
Evenwel, uit goede bron kan
end ergeteekende u mededeelen, dat
hü Zich bij geen partij heeft aan
gesloten en gedurende d« eerstvol
gende tijden, zoo niet geheel, aan
de politieke aqtie zich zal ont
trekken.
BEOUS8ER.
Wij hebben bij het bovenstaande
enkele kantteekeningen te maken.
De heer Brouwer draait er wat
omheen wal zijn aanval op de „Nieuwe
Haarl. Ct." betreft: wat hij dan juist
wèl gezegd heeft, hooren we niet, al ver
klaart hij dat de verslaggever van
„De Tijd" zich „vergist" heeft.
Wat de zaak betreft waar bet
eigenlijk om gaat: de heer Brouwer
wil onze opvatting, dat deze tentoon
stelling door de socialisten wordt
gebruikt om propaganda te maken
voor hun organisatie, en dat de so
cialistische organisatoren ervan wel
degelijk opheffing van de huisin
dustrie beoogen ia plaats van verbe
tering van misstanden, omdat doer
opheffing het leger der socialistische
proletariërsaiet onaanzienlijk versterkt
zou wordeD, de heer Brouwer wil
deze opvatting bestrijden met een
beroep op eenige Eerw. Heeren gees
telijken, die zegt hij „zich van
het tegendeel overtuigden".
Welnu, wij wijzen den heer Brouwer
op de verklaring, die de socialistische
leider P. M. Wibaut sflegde in „Het
Volk"; voor onze lezers is deze on
omwonden erkentenis, die met ééa
slag al het gedraai en gekronkel van
den heer Brouwer om de „neutraliteit"
dezer tentoonstelling nog recht te
praten, omverwerpt, even belangrijk
als wetenswaardig:
„De Vereeniging zelve, die de
Tentoonstelling inrichtte, omschreef
fzoo zegt de heer Wibaut) als doel:
kennis te verspreiden omtrent de
toestanden in de huisindustrie. De
Nederlandscbe regeering heeft zich,
denken wij, op dit standpunt ge
plaatst toen zij met ket doel der
Vereeniging instemming betuigde
en aan het onderzoek naar deze
toestanden geldelijkeD steun ver
leende.
„Doch indien wij in plaats van
over de subjectieve „bedoeling" van
eenig medewerker aan de inrichting
der Tentoonstelling, over hare ob
jectieve strekking spreken, dan hou
den wij het met den heer Meuwsen.
Zijn middenstandsinjitinct ziet hier
scherper, dan de arbeidersbeweging-
deskundigheid van den heer Brouwer.
„De strekking van deze tentoon
stelling kan niet anders zijn dan
propaganda onder de arbeiders voor
de sociaal-democratie...."
En ten slotte zegt de schrijver:
De neutraliteit is maar „een heel
dun laagje aan den buitenkant",
waar de arbeiders wel doorheen
kijkeal
De heer Brouwer mag nu nog be
weren wat hij wil: over het „objec
tieve doel" van deze tentoonstelling is
hij door een voorman der socialisten
(die de groote voorbereiders en «rga-
nieatoren van deze tentoonstelling wa
ren de kath. geestelijken en anderen
zijn er eerst later ingehaald, toen de
radicalen en socialisten-alleen er niets
van konden terechtbrengen) nu vol
doende ingelicht!
Dat een en ander echter te voren
door velen van onzen kant niet is in
gezien, is begrijpelijk.
Men geloofde onzerzijds, en sommi
gen gelooven zelfs nü nog, aan onpar
tijdigheid en goeden wil naar verbete
ring, zelfs bij de socialistische voor
mannen.
En dit is dan ook zonder eenigen
twijfel de reden, dat twee onzer Hoogw.
Bisschoppen eenigen steun aan die ten
toonstelling verleenden. Het vooraf-
uitgesproken doel der tentoonstelling
(wegneming van misstanden!) kan
immers niet anders dan sympathiek
zijn. Wie kon te goedertrouw gelooven,
dat de socialisten, zooals ze nu zelf
bekennen, een ander doel hadden?
Ook de Nederlandsche regeering ge
loofde aan de oprechtheid van de or
ganisators der tentoonstelling, zooals
de heer Wibaut terecht op cynische
wijze opmerkt.
Dit echter kunnen we wel zeggen,
dat wij met reden betwijfelen of Z. D.
H. de Bisschop van Haarlem zoo wel
willend eenigen steun zou hebben ge
geven, ware aan Z. D. H bekend wat
in den laatsten tijd over deze tentoon
stelling en haar eigenlijk doel is be
kend geworden 1
En wil nu de heer Brouwer nog een
en ander weten over de „overdrijving"
die de heer Meuwsen aanwees, over
het gemi8 aan objectiviteit dat wij
betreurden: hij leze de vakbladen, voor
zoover ze niet-socialistisch zijn. Om
een voorbeeld te noemen: het kleer
makers-vakblad „De Ned. Kleeder
industrie" gaf in een paar artikelen
(het laatste is van-23 Augustus jl.)
een allerduidelijkst en met cijfers en
gegevens toegelicht bewijs, hoe ook in
dit opzicht de tentoonstelling de nood
zakelijke betrouwbaarheid mist, hoe
„effectbejag" en anders niet de opzet
is van deze tentoonstelling.
Wij besluiten: voor dehoognoodige
verbetering der toestanden in de huis
industrie is het werkelijk te bejam
meren, dat sociaaldemocraten de eerste
hand in deze tentoonstelling hebben
gehad, die ware ze betrouwbaar en
eerlijk opgezet, en ware er opbouwend
gewerkt in plaats van alléén afbrekend
veel had kunnen doen.
Misschien dat in dit opzicht nu door
het Congrös en de besprekingen aldaar
nog iets kan worden teruggewonnen
van wat verloren is.
Ten slotte nog dit: de vraag of de
heer Brouwer socialist geworden is *f
niet, laat ons volkomen koud. „De
Telegraaf" heeft het bericht ervan ge
meld, is het onwaarons óok goed.
Dat de heer Brouwer zich „bij geen
enkele partij heeft aangesloten" en aan
de politieke aatie zich onttrekt, wordt
door ons evenmin als een groote ramp
voor het vaderland beschouwd, zoodat
we hierover gevoegelijk het zwijgen
kunnen doen.
Algemeen overzicht.
Berlijn heeft drie dagen lang in
een Zeppelin-roes verkeerd.
Vrijdag begon het: ontzettende toe
bereidselen voor den dag van Zater
dag, den dag dat Zeppelin zau aan
komen.
Zaterdagtoem heeft Zeppelin
weer zijn traditioneele pech gehad en
hij heeft Berlijn heel den dag moeten
laten wachten wegens het breken van
een schroef en tegenwind.
Zondagom half een gisteren
middag is het bestuurbare luchtschip
boven de stad verschenen en heeft er
honderd duizenden verrukt.
't Was alles: Zeppelin, Zeppelin!
Maar laten we van den nieuwen,
grootechen tocht des koeDen lucht-
vaarders wat naders vertellen.
Zaterdagmorgen vroeg was het lucht
schip (zooals we Zaterdag ook meld
den) in de vroegte opgeategen met
een gerepareerde schroef.
Doch deze is bij Leipzig er weer
afgevlogen.
Te Berlijn was het Zaterdag doldruk.
Uren lang hebben in de straten van
Berlijn en op het Tempelhofer-veld
de opeengehoopte mensebenmassa's
opgeruimd staan te wachten. Toen in
den laten namiddag het bericht ov«r
de onderbreking van den tocht zich
verspreidde en tevens bekend werd,
dat Zeppelin in het gunstigste geva'
eerst Zondag zou kunnen aankomen,
verstrooide de menigte zich langzaam,
en zonder wrevel; wel betreurde men
het algemeen ten zeerste dat het
noodlot de Zeppelintochten zoo hard
nekkig vervolgt.
Groote stroomen vreemdelingen,
door de tallooze extra-treiüen uit
geheel Noord- en Middel-Duitschland
aangevoerd, bewogen zich door de stad,
die daardoor als overvuld was en die
nauwelijks voldoende nachtkwartieren
voor dezen reusachtigen toeloop had.
Ook was er als een volksverhuizing
naar Bitterveld, waar de oude graaf
Zeppelin in gezelschap van den jongen
kroonprins op den uitblijvenden bal
lon met smart stond ts wachten.
In den namiddag reed Zeppelin in
een automobiel zijn luchtschip tege
moet.
Op de landingsplaats bij Bitterfeld
liep alles vlot van stapel.
Bij het opnemen van de schade
bleek het, dat van beide schroeven
een vleugel onderweg verloren was ge
gaan.
Het luchtschip heeft, ondanks het
defect, boven Lsipzig, op een hoogte
van een 140 M. nog eenige ma! en een
kring beschreven.
Zondagmorgen vroeg werd de tocht
naar Berlijn voortgezet die bij het nu
beter geworden weer ook des nachts
niettegenstaande het gebrek aan de
schroeven had kunnen wordsn voort
gezet, als een aankomst des nachts
voor de bevolking niet moest worden
vermeden.
Buitengewoon tegemoetkomend heb
ben de spoorwegbesturen gehandeld,
die door bijzondere-aanplakhiifetten
bekend gemaakt hebben, dat voor alle
extratreinen de geldigheid der biljet
ten verlengd wasdit als een klein
staaltje hoe groot het Zeppelin-enthou-
siasme was.
In Berlijn evenwel was het nog
erger.
Toen de Zeppelin III in het gezicht
kwam boven de stad, waar op het
Tempelhofer Feld de keizer en het
ho f wachtten, ging er een donderend
gejubel op.
Nadat het luchtschip gedurende een
kwartier op een hoogte van 150 4
200 Meter boven het Tempelhofer Feld
verschillende bewegingen had uitge
voerd, vloog het met versnelde vaart
naar het noorden, over het koninklijk
slot en daarna over het raadhuis heen,
waar ie muziekkapel ie „Zeppelin III"
met het Duitsche volkslied begroette.
Na de straat „Unter den Linden"
en de Brandenburgerpoort gepasseerd
te zijn, voer het luchtsèhip over
Friedrichstad en Cranienburger Vor-
stadt ten tweede male naar het slot,
en iaarop naar het Tegeler schietveld,
waar het te 1 uur 4® min. verscheen.
Terwijl het voorste gedeelte van
het luchtschip door soldaten aan an
kertouwen vastgehouden werd, stegen
de inzittenden uit den gondel. De
keizer begroette graaf Zeppelin en de
militaire kapel Bpeelde „Deutschland,
Deutschland über al!es".
Daarna heetten ook de keizerin en
de andere leden der keizerlijke familie
graaf Zeppelin hartelijk welkom. Bur
gemeester Reicke hield ven toespraak,
waarin Zeppelin de held en de lieveliDg
van het Duitsche volk werd genoemd.
Ten slotte bracht de keizer een
driewerf hoera op Zeppelin uit.
Daarna reden de keizer en Zeppelin,
de laatste aan de rechterhand van
keizer Wilhelm gezeten, per automobiel
naar het koninklijk slot. De talrijke
toeschouwers juichten den keizer en
Zeppelin stormachtig toe.
Aan de lunch bij het keizerlijk
paar namen deel graaf Zeppelin, die
in 't zwart gekleed was, benevens
director Calsma en de hoofdingenieurs
Duesz en Cober.
De keizer wijdde ieder dezer heeren
een dros t.
Na afloop van de lunch vertoonde
de keizer zich herhaalde maleu met
graaf Zeppelin aan het venster, waarna
dan telkens de toegestroomde menigte
in daverend gejuich losbrak en vader -
iandsche liederen zong.
De keizer vertrok naderhand om de
vlootmanoeuvres in Swinemunde bij
te wonen.
En Zeppelin ging gisteravond half
twaalf weer aan boord van zijn lucht
schip om de terugtocht aan te nemen.
Bijzondere reparaties waren niet
noodig.
Ondanks alle „pech", heeft de
„luchtgraaf" dus wederom de stabili
teit en het uithoudingsvermogen van
zijn schip schitterend bewezeDl
't Is een zegetocht geweest, die voor
Zeppelin dezen dag tot den gloriedag
van zijn leven moet hebben gemaakt I
REVOLUTIE OP TIL?
In Griekenland broeit er wat.
Onlangs is medegedeeld, dat pnder
het officierencorps ernstige gisting
heerscht, en dat koning George wou
aftreden. v
Dit laatste is toen tegengesproken,
doch een adjudant van dea koDing
zou dezer dagen het volgende ver
klaard hebben:
Het is maar al te waar, dat de
koDing in de laatste dagen plannen
koesterde om afstand té doen. Tegen
slagen in de buitenlandsche politiek,
in 'tbijzonder de Cretenzer kwestie,
en de nadeelige gevolgen, die deze
ongunstige resultaten op de binenland-
sche staatkunde uitoefenen, waren de
oorzaken dat koning George er ernstig
over dacht om ten gunste van den
kroonprins afstand te doen.
De gisting onderdo officieren, koop
lieden en arbeiders zetten de koning
nog meer aaD, maar toen de monarch
bemerkte, dat de officieren de ver
wijdering van den kroonprins uit het
leger eischten, veranderde hij van
plan. Kuning George zal den Griek-
schen troon niet aan zijn zoon over
laten, maar met zijn geheele familie
uit zijn vaaerlaDd vertrekken.
Al staaat dit besluit nog niet vast,
dan kan men er toch zeker van zijn,
dat de koning dit plan reeds lang en
nauwkeurig overweegt.
Ook andere hofbeambten zouden
zich in dien zin uitgelaten hebben.
Als die verklaringen juist zijn, dan
zullen de jongste betoogingen en
eischeo der Griek eche officieren den
FEUILLETON.
12)
„Wel zeker, dat is mij overkomen",
antwoordde Lina droevig'. „Dé ver
schijning van die twee vreemden in
.*11 zé kringen heeft mijn oogein ge
opend voor die wereld daar buiten,
hun wereld, waarin Zij zidh op
hun gemak gevoelen, maar die ik
nimmer hoop te betreden. En daar
om verklaar ik u, oom, dat ik teen
aanzoek van graaf Ortwin Desendorf
onder alle omstandigheden zou af
grijzen."
„Zoo, draait het dus daar op uit",
«prak Heszborn, met beide handen
door zijn dicht grijs haar woelende.
„Je wilt hem dus een blauwtje laten
kropenNu, dat doet me plezier,
kind, wezenlijk plezier. Dat bewijst
me, hoe je nog de echte, dwazie Trina
van vroeger bent, die ik alleen meen
de dat heelemaal te loor Was ge
gaan in de oude jongejuffrouw, die
nu bijna d<«>térxcn van dep hemel'
redeneerde."
„Uw spot treft geen doek oom
Koenr&aJd.
„Niet? !W.aohc- maar, kind. Ik aal
js even bewijzen dat ik óók slagvaar-
fdig geworden ben. Hoe kan men
iemand een blauwtje laten loopen. die
nog niet eens aanzicek g.|d u.p heeft
Een gloeiend rood bedekte opeens
Lina's hals van de haarwortels tot
aan den hals toe, en haar kleine
witte tanden boorden zich diep in
de onderlip. Maar de blik, dien ze
op haar oom richtte, sprak veeleer
van diepe verontwaardiging dan vain
beschaming.
„En denkt u dan dat ik dat over
het hoofd zie", sprak ze somber.
„Hebt u me dan zóó weinig begre
pen Niet alleen bedenk ik, dat Ort
win tot dusver nog geen aanzoek
gedaan heeft om mijn hand, maar
ik ben zelfs overtuigd, dat hij dit
nooit zal doen. Al heb ik ook geen
reden, dezen vreemjde te ontzien,
ik moet hem toch recht doen weder
varen. Daarom heken ik u eerlik'
en oprecht, dat ik hem ondanks zijn
ijdelheid niet in staat acht tot iets
wat laag of onedel is. Ik acht mij
daarom veilig voor zijn aanzoek, nu
hij voor zich zelf heeft moeten er
kennen, dat ik voor hem maar moei
lijk iets anders zal kunnen zijin da) a
een weinig begeerlijke toegift op de
millioenen van mijn Vader."
„Wat weet je dat alles precies!
Wanneer je echter de dingen altijd
zoo scherp blijft beoordeelen, loop je
geen gevaar van je vrijheid te ver
liezen of ze door een afwijzing te
moeten verdedigen."
Weer vlamde het rood der v:r?r.t
waard iging op het hinderlijk gelaat
van het jonge meisje. Of liever, eigen
lijk kinderlijk was dat gelaat niet
meer, want een uitdrukking van bit
tere vastberadenheid had op het licht
gewelfde voorhoofd den stempel van
diepen ernst gedrukt. Ofschoon diep
verontwaardigd, trachtte zfe toch op
kalmen toon te zeggen: „Zoo is het:
wanneer wij de dingen hup loop
laten, Zal ik het aanzoek van graaf
Eiesendorf niet behoeven te weigeren.
Maar dan zal ik zelf in de oogen
der wereld voor afgewezlen gelden.
En ofschoon ik nu nog piet op eep
lange ondervinding bogeP kan, weet
ik toch wel dat het voor een [Vrouw
niet goed is als men weet dat !ze
versmaad werd. Help mij om mij
zelf daarvoor te bewaren, oom Koen-
raad."
„Maar kind, wat wilt ge dan,"
zuchtte Heszborn. „Ik voel wel zoo
half en half dat gegelpkhebt, maar
wat moeten w,e er aan doenHelpen
wil ik je graag. Ik erken dat mij
die Djesendorf heel goed bevalt,
maar eer ik duld, dat hij jou ver
driet doet, werp ik den kerel de
deur uit."
„Nu, zoo gewelddadig hehoèven
we het niet aan te leggen," sprak
Lina met een droevig lachje. „Wan
neer gij en mama goedvindt, dat
ik een poosje bij barones VeLdenz
ga logeeren, kan Dlesendorf hier rus
tig blijven, totdat zijn perlof ten
einde is. Reeds eopigca tijd gele
den heeft de barones mij zóó har
telijk uitgenoodigd om haar eens te
komen bezoeken, dat ik er toch maar
heel moeilijk vandaan kan blijven."
„En je maltna, wat zal die er van
Zeggen W:ant natuurlijk zal je ver
trek onder deze omstandigheden
groot opzien haren."
„Eat moet het ook, oom. De men
sehen moeten begrijpen, dat graaf
Eesendorf mij niet alleen niet te
Beikirchen terughoudt, maar dat zijn
aanwezigheid juist de oorzaak is van
mijn vertrek."
Heszborn stond op en sprak met
een diepen zucht: „Ik weet niet of
ik wel goed aan doe, je wenschen
bij je mama te ondersteunen. Maar
als je zoo ernstig iets vraagt, kan
ik je het nu eenmaal niet weigeren."
„Eank u, oom Koenraari, en weest
u maar onbezorgd. Over eenige we
ken, als dezte graaf, die zoo weinig
in onze kringen past, weer paai' de
zijnen teruggekeerd is, kunnep ook
wij onze gewone levenswijze hervat
ten, en dan zullen we de onrust,
die nu ons rustig leventje verstoort,
spoedig weer geheel vergeten .zijn."
Ook voor graaf Desendorf ging de
nacht zonder slaa.p voorbij.
„Hoe jammer dat rijkdom en be
minnelijkheid toch zoo weinig te za-
men voorkomen", 6prak hij bij zich
zelf. „En hoe jammer dat die kleine
Caroline niet zoo zacht en vroolijk
en beschaafd is als barones IDlanie.
En toch, van tijd tot tijd is die ba
rones mij al te vroolijk en te betoo-
verend, zou men er toe komen de
doornige natuurlijkheid van die klei
ne erfgename te verkiezen boven Me-
lanie's kunstmatige vroolijkheid.
Zielvolle oogen, waarin men die diep
te der vrouwenziel kan peilen, ja
die beeft Caroline von Heszborn bo
ven de barones voor. Zoo toornig
hare oogen ook kunnen fonkelen, ze
hebben iets onbeschrijfelijk liefs en
betooverends, wanneer zie haar blik
kalm of onderzoekend op iemand
richt."
Lang nog bleef Ortwin zitten mij
meren. En toen hij zich eindelijk
1er ruste begaf, had. hij het besluit
genomen nog eens ernstig te onder
zoeken of Caroline een goede vrouw
vcor hem zou kunnen zijn ep of bij
in staat zou wezen, haar eigenaar
dige gebreken met zooveel geduld te
verdragen, dat hij Inderdaad haar
oprechtheid zijn hand voor het leven
zou mogen aanbieden.
.VIIL
Toen graaf Eesendorf den volgen
den morgen de ontbijtkamer binnen
trad, vond hij daar de huisgenooten
reeds bijeen. Dat verbaasde hem,
want in den regelt placht men met
het ontbijt op hem, den zoo geëerden
gast, te wachten.
Maar pijn perbazing zou nog «wj-
fiep*
Mevrouw von Heszborn veront
schuldigde zich, dat ze niet op hem
gewacht haddener was nog zooveel
te doen om het uitstapje van haar
dochter voor te bereiden.
„Gaat de freule met mijnheer von
Heszborn dus een tochtje maken",
vroeg Desendorf beleefd.
„Met oom Koenraad", begon LLna
op scherpen toon, „dat zegt mama
toch heelemaal niet, graaf. Ik heb
maar drie uur te rijden, en dat kan
ik best doen onder de hoede van den
koetsier en van onzen oudep trouwer
knecht Andreas."
„Drie uren rijden Maar dan
mogen we nauwelijks hopen u van
avond Weer terug te zien", sprak
Ortwin vragend.
„Ach, was het maar om een da#
te doen", begon de moeder nu kla
gend. „Ze blijft minstens veertien
dagen weg."
„Veertien dagen riep Ortwin ten
hoogste verbaasd. „En kunt u me
vrouw, in zulk een lange scheiding
berusten
Mevrouw von Heszborn zuchtte en
het kwam hem voor, dat de oude
dame een verwijtenden hlik op hem
richtte,
{Wordi vervolgd
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
AëONNEMENTSPRUSi
PRIJS DER ADVERTENTiêN:
4||~,. 380 -ïSr 151 101 "Sr
310
ZEPPELIN, ZEPPELIN!