DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-KOLLAND. De tentoonstelling van Huisindustrie. BUITENLAND. In desf strijd des levens. nderhuisvMi 29>3l-33f Haarlem MAANDAd 30 AUG. 1999. 348»° Jaargang. No. 6977 Per 8 maanden voor Haarlem1,85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80 Af»ouc<tïijke nummer- 0,08 Bureaux van Redactie en Administratie; intercommunaal Telefoonnummer 1416. Van 16 regels 60 sent (contant 50 ceat). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen 50 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (A contant). Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RiCARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. Alle betalende abonnéi op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, z^n volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tegen ongelukken verzekerd voor scbiktbeid tot w«rken. GULDEN bij overly dun. verbes van één wijsvinger. GULDEN bij verües van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Eb jeer N G. Brouwer Jr., vooir- 25 it ter der Vereeniging voor dé Ne- derlandsche Tentoonstelling vain Huisindustrie, verzoekt ons opname van het volgende stuk: In het nummer van Zaterdag 31 Augustus kwam een artikeltje voor, getiteld. „Insinuatie" naar aanleiding van een verslag in ee|.i der dagbladen ever den debatavond Mouwsen-BroüwierEn aangezien dit sleohts een protest inhield met de toezegging aan het slot, did, de redactie er op terug zou komen, deed ondergeteekende het tweedie artikel afwachten, op grond waar van hij pu een klein gedeelte uwer kolommen vraagt In de eerste plaats deze opmer king: De n iet-stenografische ver slagen van het gevoerde debat, bevatten steeds groote en kleinere onjuistheden, waarvoor de verte genwoordigers der perst uit den aard der zaak, niet verantwoor delijk gesteld moge worden. Van daar zeer vermoedelijk de vergis sing van den verslaggever van de(n) „Tijd" die den debater de woorden in den mond lag „met vreugde de overdrijving consta teerden" ten opzichte van het tikeltje in uw blad van 9 Augus tus. Ondergeteekende begon zijn debat met een citaat uit het „Han delsblad", waarin het motief op den voorgrond treedt, dat men niet aan alle beweringen waar de moet hechten en ernstig mag nemen. Ejoch het feit, dat men de ongemotiveerde beschuldiging waarlijk te groote eer ggjig bewij zen en ons optreden daartegen noodzakelijk was, werd o.m. aan de hand van het artikeltje van 9 Augustus van de „N. Haarl. Cou rant" aangetoond. $V|ie zal zien echter niet verbazen over ide naïvi teit' eener redactie, die nu de bloo- te beschuldiging reeds omhangen zag met argumenten en het niet on deftig wcord „gedocumenteerd" in verband met de reis en de geheim zinnige resultaten ides heeren Meuwsen gebruikte? Ee redactie is na den debat- avond, (waar zij geen vertegen woordiger had en dus vermoedelijk ombekend is gebleven van de grie ven die de Amsterdamsche brief schrijver in het ,,Utreclit.sch Plag- blaxl" neerschreef over deze ver slagen) tot de voor haar niet ge lukkige ontdekking gekomen dat de organisatoren niet vrij te plei ten Zijn van overdrijving eP bo vendien etreven naar „de ophef fing van de huisarbcid-zelve." E'aarom is deze conclusie niet gelukkig, omdat mannen als de Eerw. Heeren Lambert J. J M Eo li, adviseur van den Diocesane» Text ielarfce idersboad, v. Heeawijfc, adviseur van Ri. K. 8ehoenmakers- vereeniging in Brabant ep ClarijH, adviseur' Van den St. Joseph-ge- zellenbcnd, allen Ik K. geestelij ken, zich van het tegendeel over tuigden en enkelen Zich reeds uit spraken. Doch meer, idat in de laat ste dagen H. D. HL de bisschoppen van den Bosch en Haarlem zich finantieel bij dezle tentoonstelling interesseerden, ondanks alle bewe ringen van het socialistisch ka rakter. De persoonlijke aantijgingen ijn bet artikel zal ondergeteekende naast zich. leggen; men neemt toch niet altijd alles in de hand. Slechts d,it eene. 'Niemand heeft hem tot cp dit oogenblik beschuldigd- van socialistische neigingen en uit dien hoofde onmogelijk geworden te zijn bij Zijn Vrijz.-Dem. vrienden, als uwe redactie beweert. E at uwe redactie het beter weet dan vele anderen, is reeds geble ken, zoodat er niet getwijfeld zal worden of uwe schatkamer van be wijzen en documenten zal ook hier wel het materiaal voor bezittel/- Evenwel, uit goede bron kan end ergeteekende u mededeelen, dat hü Zich bij geen partij heeft aan gesloten en gedurende d« eerstvol gende tijden, zoo niet geheel, aan de politieke aqtie zich zal ont trekken. BEOUS8ER. Wij hebben bij het bovenstaande enkele kantteekeningen te maken. De heer Brouwer draait er wat omheen wal zijn aanval op de „Nieuwe Haarl. Ct." betreft: wat hij dan juist wèl gezegd heeft, hooren we niet, al ver klaart hij dat de verslaggever van „De Tijd" zich „vergist" heeft. Wat de zaak betreft waar bet eigenlijk om gaat: de heer Brouwer wil onze opvatting, dat deze tentoon stelling door de socialisten wordt gebruikt om propaganda te maken voor hun organisatie, en dat de so cialistische organisatoren ervan wel degelijk opheffing van de huisin dustrie beoogen ia plaats van verbe tering van misstanden, omdat doer opheffing het leger der socialistische proletariërsaiet onaanzienlijk versterkt zou wordeD, de heer Brouwer wil deze opvatting bestrijden met een beroep op eenige Eerw. Heeren gees telijken, die zegt hij „zich van het tegendeel overtuigden". Welnu, wij wijzen den heer Brouwer op de verklaring, die de socialistische leider P. M. Wibaut sflegde in „Het Volk"; voor onze lezers is deze on omwonden erkentenis, die met ééa slag al het gedraai en gekronkel van den heer Brouwer om de „neutraliteit" dezer tentoonstelling nog recht te praten, omverwerpt, even belangrijk als wetenswaardig: „De Vereeniging zelve, die de Tentoonstelling inrichtte, omschreef fzoo zegt de heer Wibaut) als doel: kennis te verspreiden omtrent de toestanden in de huisindustrie. De Nederlandscbe regeering heeft zich, denken wij, op dit standpunt ge plaatst toen zij met ket doel der Vereeniging instemming betuigde en aan het onderzoek naar deze toestanden geldelijkeD steun ver leende. „Doch indien wij in plaats van over de subjectieve „bedoeling" van eenig medewerker aan de inrichting der Tentoonstelling, over hare ob jectieve strekking spreken, dan hou den wij het met den heer Meuwsen. Zijn middenstandsinjitinct ziet hier scherper, dan de arbeidersbeweging- deskundigheid van den heer Brouwer. „De strekking van deze tentoon stelling kan niet anders zijn dan propaganda onder de arbeiders voor de sociaal-democratie...." En ten slotte zegt de schrijver: De neutraliteit is maar „een heel dun laagje aan den buitenkant", waar de arbeiders wel doorheen kijkeal De heer Brouwer mag nu nog be weren wat hij wil: over het „objec tieve doel" van deze tentoonstelling is hij door een voorman der socialisten (die de groote voorbereiders en «rga- nieatoren van deze tentoonstelling wa ren de kath. geestelijken en anderen zijn er eerst later ingehaald, toen de radicalen en socialisten-alleen er niets van konden terechtbrengen) nu vol doende ingelicht! Dat een en ander echter te voren door velen van onzen kant niet is in gezien, is begrijpelijk. Men geloofde onzerzijds, en sommi gen gelooven zelfs nü nog, aan onpar tijdigheid en goeden wil naar verbete ring, zelfs bij de socialistische voor mannen. En dit is dan ook zonder eenigen twijfel de reden, dat twee onzer Hoogw. Bisschoppen eenigen steun aan die ten toonstelling verleenden. Het vooraf- uitgesproken doel der tentoonstelling (wegneming van misstanden!) kan immers niet anders dan sympathiek zijn. Wie kon te goedertrouw gelooven, dat de socialisten, zooals ze nu zelf bekennen, een ander doel hadden? Ook de Nederlandsche regeering ge loofde aan de oprechtheid van de or ganisators der tentoonstelling, zooals de heer Wibaut terecht op cynische wijze opmerkt. Dit echter kunnen we wel zeggen, dat wij met reden betwijfelen of Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zoo wel willend eenigen steun zou hebben ge geven, ware aan Z. D. H bekend wat in den laatsten tijd over deze tentoon stelling en haar eigenlijk doel is be kend geworden 1 En wil nu de heer Brouwer nog een en ander weten over de „overdrijving" die de heer Meuwsen aanwees, over het gemi8 aan objectiviteit dat wij betreurden: hij leze de vakbladen, voor zoover ze niet-socialistisch zijn. Om een voorbeeld te noemen: het kleer makers-vakblad „De Ned. Kleeder industrie" gaf in een paar artikelen (het laatste is van-23 Augustus jl.) een allerduidelijkst en met cijfers en gegevens toegelicht bewijs, hoe ook in dit opzicht de tentoonstelling de nood zakelijke betrouwbaarheid mist, hoe „effectbejag" en anders niet de opzet is van deze tentoonstelling. Wij besluiten: voor dehoognoodige verbetering der toestanden in de huis industrie is het werkelijk te bejam meren, dat sociaaldemocraten de eerste hand in deze tentoonstelling hebben gehad, die ware ze betrouwbaar en eerlijk opgezet, en ware er opbouwend gewerkt in plaats van alléén afbrekend veel had kunnen doen. Misschien dat in dit opzicht nu door het Congrös en de besprekingen aldaar nog iets kan worden teruggewonnen van wat verloren is. Ten slotte nog dit: de vraag of de heer Brouwer socialist geworden is *f niet, laat ons volkomen koud. „De Telegraaf" heeft het bericht ervan ge meld, is het onwaarons óok goed. Dat de heer Brouwer zich „bij geen enkele partij heeft aangesloten" en aan de politieke aatie zich onttrekt, wordt door ons evenmin als een groote ramp voor het vaderland beschouwd, zoodat we hierover gevoegelijk het zwijgen kunnen doen. Algemeen overzicht. Berlijn heeft drie dagen lang in een Zeppelin-roes verkeerd. Vrijdag begon het: ontzettende toe bereidselen voor den dag van Zater dag, den dag dat Zeppelin zau aan komen. Zaterdagtoem heeft Zeppelin weer zijn traditioneele pech gehad en hij heeft Berlijn heel den dag moeten laten wachten wegens het breken van een schroef en tegenwind. Zondagom half een gisteren middag is het bestuurbare luchtschip boven de stad verschenen en heeft er honderd duizenden verrukt. 't Was alles: Zeppelin, Zeppelin! Maar laten we van den nieuwen, grootechen tocht des koeDen lucht- vaarders wat naders vertellen. Zaterdagmorgen vroeg was het lucht schip (zooals we Zaterdag ook meld den) in de vroegte opgeategen met een gerepareerde schroef. Doch deze is bij Leipzig er weer afgevlogen. Te Berlijn was het Zaterdag doldruk. Uren lang hebben in de straten van Berlijn en op het Tempelhofer-veld de opeengehoopte mensebenmassa's opgeruimd staan te wachten. Toen in den laten namiddag het bericht ov«r de onderbreking van den tocht zich verspreidde en tevens bekend werd, dat Zeppelin in het gunstigste geva' eerst Zondag zou kunnen aankomen, verstrooide de menigte zich langzaam, en zonder wrevel; wel betreurde men het algemeen ten zeerste dat het noodlot de Zeppelintochten zoo hard nekkig vervolgt. Groote stroomen vreemdelingen, door de tallooze extra-treiüen uit geheel Noord- en Middel-Duitschland aangevoerd, bewogen zich door de stad, die daardoor als overvuld was en die nauwelijks voldoende nachtkwartieren voor dezen reusachtigen toeloop had. Ook was er als een volksverhuizing naar Bitterveld, waar de oude graaf Zeppelin in gezelschap van den jongen kroonprins op den uitblijvenden bal lon met smart stond ts wachten. In den namiddag reed Zeppelin in een automobiel zijn luchtschip tege moet. Op de landingsplaats bij Bitterfeld liep alles vlot van stapel. Bij het opnemen van de schade bleek het, dat van beide schroeven een vleugel onderweg verloren was ge gaan. Het luchtschip heeft, ondanks het defect, boven Lsipzig, op een hoogte van een 140 M. nog eenige ma! en een kring beschreven. Zondagmorgen vroeg werd de tocht naar Berlijn voortgezet die bij het nu beter geworden weer ook des nachts niettegenstaande het gebrek aan de schroeven had kunnen wordsn voort gezet, als een aankomst des nachts voor de bevolking niet moest worden vermeden. Buitengewoon tegemoetkomend heb ben de spoorwegbesturen gehandeld, die door bijzondere-aanplakhiifetten bekend gemaakt hebben, dat voor alle extratreinen de geldigheid der biljet ten verlengd wasdit als een klein staaltje hoe groot het Zeppelin-enthou- siasme was. In Berlijn evenwel was het nog erger. Toen de Zeppelin III in het gezicht kwam boven de stad, waar op het Tempelhofer Feld de keizer en het ho f wachtten, ging er een donderend gejubel op. Nadat het luchtschip gedurende een kwartier op een hoogte van 150 4 200 Meter boven het Tempelhofer Feld verschillende bewegingen had uitge voerd, vloog het met versnelde vaart naar het noorden, over het koninklijk slot en daarna over het raadhuis heen, waar ie muziekkapel ie „Zeppelin III" met het Duitsche volkslied begroette. Na de straat „Unter den Linden" en de Brandenburgerpoort gepasseerd te zijn, voer het luchtsèhip over Friedrichstad en Cranienburger Vor- stadt ten tweede male naar het slot, en iaarop naar het Tegeler schietveld, waar het te 1 uur 4® min. verscheen. Terwijl het voorste gedeelte van het luchtschip door soldaten aan an kertouwen vastgehouden werd, stegen de inzittenden uit den gondel. De keizer begroette graaf Zeppelin en de militaire kapel Bpeelde „Deutschland, Deutschland über al!es". Daarna heetten ook de keizerin en de andere leden der keizerlijke familie graaf Zeppelin hartelijk welkom. Bur gemeester Reicke hield ven toespraak, waarin Zeppelin de held en de lieveliDg van het Duitsche volk werd genoemd. Ten slotte bracht de keizer een driewerf hoera op Zeppelin uit. Daarna reden de keizer en Zeppelin, de laatste aan de rechterhand van keizer Wilhelm gezeten, per automobiel naar het koninklijk slot. De talrijke toeschouwers juichten den keizer en Zeppelin stormachtig toe. Aan de lunch bij het keizerlijk paar namen deel graaf Zeppelin, die in 't zwart gekleed was, benevens director Calsma en de hoofdingenieurs Duesz en Cober. De keizer wijdde ieder dezer heeren een dros t. Na afloop van de lunch vertoonde de keizer zich herhaalde maleu met graaf Zeppelin aan het venster, waarna dan telkens de toegestroomde menigte in daverend gejuich losbrak en vader - iandsche liederen zong. De keizer vertrok naderhand om de vlootmanoeuvres in Swinemunde bij te wonen. En Zeppelin ging gisteravond half twaalf weer aan boord van zijn lucht schip om de terugtocht aan te nemen. Bijzondere reparaties waren niet noodig. Ondanks alle „pech", heeft de „luchtgraaf" dus wederom de stabili teit en het uithoudingsvermogen van zijn schip schitterend bewezeDl 't Is een zegetocht geweest, die voor Zeppelin dezen dag tot den gloriedag van zijn leven moet hebben gemaakt I REVOLUTIE OP TIL? In Griekenland broeit er wat. Onlangs is medegedeeld, dat pnder het officierencorps ernstige gisting heerscht, en dat koning George wou aftreden. v Dit laatste is toen tegengesproken, doch een adjudant van dea koDing zou dezer dagen het volgende ver klaard hebben: Het is maar al te waar, dat de koDing in de laatste dagen plannen koesterde om afstand té doen. Tegen slagen in de buitenlandsche politiek, in 'tbijzonder de Cretenzer kwestie, en de nadeelige gevolgen, die deze ongunstige resultaten op de binenland- sche staatkunde uitoefenen, waren de oorzaken dat koning George er ernstig over dacht om ten gunste van den kroonprins afstand te doen. De gisting onderdo officieren, koop lieden en arbeiders zetten de koning nog meer aaD, maar toen de monarch bemerkte, dat de officieren de ver wijdering van den kroonprins uit het leger eischten, veranderde hij van plan. Kuning George zal den Griek- schen troon niet aan zijn zoon over laten, maar met zijn geheele familie uit zijn vaaerlaDd vertrekken. Al staaat dit besluit nog niet vast, dan kan men er toch zeker van zijn, dat de koning dit plan reeds lang en nauwkeurig overweegt. Ook andere hofbeambten zouden zich in dien zin uitgelaten hebben. Als die verklaringen juist zijn, dan zullen de jongste betoogingen en eischeo der Griek eche officieren den FEUILLETON. 12) „Wel zeker, dat is mij overkomen", antwoordde Lina droevig'. „Dé ver schijning van die twee vreemden in .*11 zé kringen heeft mijn oogein ge opend voor die wereld daar buiten, hun wereld, waarin Zij zidh op hun gemak gevoelen, maar die ik nimmer hoop te betreden. En daar om verklaar ik u, oom, dat ik teen aanzoek van graaf Ortwin Desendorf onder alle omstandigheden zou af grijzen." „Zoo, draait het dus daar op uit", «prak Heszborn, met beide handen door zijn dicht grijs haar woelende. „Je wilt hem dus een blauwtje laten kropenNu, dat doet me plezier, kind, wezenlijk plezier. Dat bewijst me, hoe je nog de echte, dwazie Trina van vroeger bent, die ik alleen meen de dat heelemaal te loor Was ge gaan in de oude jongejuffrouw, die nu bijna d<«>térxcn van dep hemel' redeneerde." „Uw spot treft geen doek oom Koenr&aJd. „Niet? !W.aohc- maar, kind. Ik aal js even bewijzen dat ik óók slagvaar- fdig geworden ben. Hoe kan men iemand een blauwtje laten loopen. die nog niet eens aanzicek g.|d u.p heeft Een gloeiend rood bedekte opeens Lina's hals van de haarwortels tot aan den hals toe, en haar kleine witte tanden boorden zich diep in de onderlip. Maar de blik, dien ze op haar oom richtte, sprak veeleer van diepe verontwaardiging dan vain beschaming. „En denkt u dan dat ik dat over het hoofd zie", sprak ze somber. „Hebt u me dan zóó weinig begre pen Niet alleen bedenk ik, dat Ort win tot dusver nog geen aanzoek gedaan heeft om mijn hand, maar ik ben zelfs overtuigd, dat hij dit nooit zal doen. Al heb ik ook geen reden, dezen vreemjde te ontzien, ik moet hem toch recht doen weder varen. Daarom heken ik u eerlik' en oprecht, dat ik hem ondanks zijn ijdelheid niet in staat acht tot iets wat laag of onedel is. Ik acht mij daarom veilig voor zijn aanzoek, nu hij voor zich zelf heeft moeten er kennen, dat ik voor hem maar moei lijk iets anders zal kunnen zijin da) a een weinig begeerlijke toegift op de millioenen van mijn Vader." „Wat weet je dat alles precies! Wanneer je echter de dingen altijd zoo scherp blijft beoordeelen, loop je geen gevaar van je vrijheid te ver liezen of ze door een afwijzing te moeten verdedigen." Weer vlamde het rood der v:r?r.t waard iging op het hinderlijk gelaat van het jonge meisje. Of liever, eigen lijk kinderlijk was dat gelaat niet meer, want een uitdrukking van bit tere vastberadenheid had op het licht gewelfde voorhoofd den stempel van diepen ernst gedrukt. Ofschoon diep verontwaardigd, trachtte zfe toch op kalmen toon te zeggen: „Zoo is het: wanneer wij de dingen hup loop laten, Zal ik het aanzoek van graaf Eiesendorf niet behoeven te weigeren. Maar dan zal ik zelf in de oogen der wereld voor afgewezlen gelden. En ofschoon ik nu nog piet op eep lange ondervinding bogeP kan, weet ik toch wel dat het voor een [Vrouw niet goed is als men weet dat !ze versmaad werd. Help mij om mij zelf daarvoor te bewaren, oom Koen- raad." „Maar kind, wat wilt ge dan," zuchtte Heszborn. „Ik voel wel zoo half en half dat gegelpkhebt, maar wat moeten w,e er aan doenHelpen wil ik je graag. Ik erken dat mij die Djesendorf heel goed bevalt, maar eer ik duld, dat hij jou ver driet doet, werp ik den kerel de deur uit." „Nu, zoo gewelddadig hehoèven we het niet aan te leggen," sprak Lina met een droevig lachje. „Wan neer gij en mama goedvindt, dat ik een poosje bij barones VeLdenz ga logeeren, kan Dlesendorf hier rus tig blijven, totdat zijn perlof ten einde is. Reeds eopigca tijd gele den heeft de barones mij zóó har telijk uitgenoodigd om haar eens te komen bezoeken, dat ik er toch maar heel moeilijk vandaan kan blijven." „En je maltna, wat zal die er van Zeggen W:ant natuurlijk zal je ver trek onder deze omstandigheden groot opzien haren." „Eat moet het ook, oom. De men sehen moeten begrijpen, dat graaf Eesendorf mij niet alleen niet te Beikirchen terughoudt, maar dat zijn aanwezigheid juist de oorzaak is van mijn vertrek." Heszborn stond op en sprak met een diepen zucht: „Ik weet niet of ik wel goed aan doe, je wenschen bij je mama te ondersteunen. Maar als je zoo ernstig iets vraagt, kan ik je het nu eenmaal niet weigeren." „Eank u, oom Koenraari, en weest u maar onbezorgd. Over eenige we ken, als dezte graaf, die zoo weinig in onze kringen past, weer paai' de zijnen teruggekeerd is, kunnep ook wij onze gewone levenswijze hervat ten, en dan zullen we de onrust, die nu ons rustig leventje verstoort, spoedig weer geheel vergeten .zijn." Ook voor graaf Desendorf ging de nacht zonder slaa.p voorbij. „Hoe jammer dat rijkdom en be minnelijkheid toch zoo weinig te za- men voorkomen", 6prak hij bij zich zelf. „En hoe jammer dat die kleine Caroline niet zoo zacht en vroolijk en beschaafd is als barones IDlanie. En toch, van tijd tot tijd is die ba rones mij al te vroolijk en te betoo- verend, zou men er toe komen de doornige natuurlijkheid van die klei ne erfgename te verkiezen boven Me- lanie's kunstmatige vroolijkheid. Zielvolle oogen, waarin men die diep te der vrouwenziel kan peilen, ja die beeft Caroline von Heszborn bo ven de barones voor. Zoo toornig hare oogen ook kunnen fonkelen, ze hebben iets onbeschrijfelijk liefs en betooverends, wanneer zie haar blik kalm of onderzoekend op iemand richt." Lang nog bleef Ortwin zitten mij meren. En toen hij zich eindelijk 1er ruste begaf, had. hij het besluit genomen nog eens ernstig te onder zoeken of Caroline een goede vrouw vcor hem zou kunnen zijn ep of bij in staat zou wezen, haar eigenaar dige gebreken met zooveel geduld te verdragen, dat hij Inderdaad haar oprechtheid zijn hand voor het leven zou mogen aanbieden. .VIIL Toen graaf Eesendorf den volgen den morgen de ontbijtkamer binnen trad, vond hij daar de huisgenooten reeds bijeen. Dat verbaasde hem, want in den regelt placht men met het ontbijt op hem, den zoo geëerden gast, te wachten. Maar pijn perbazing zou nog «wj- fiep* Mevrouw von Heszborn veront schuldigde zich, dat ze niet op hem gewacht haddener was nog zooveel te doen om het uitstapje van haar dochter voor te bereiden. „Gaat de freule met mijnheer von Heszborn dus een tochtje maken", vroeg Desendorf beleefd. „Met oom Koenraad", begon LLna op scherpen toon, „dat zegt mama toch heelemaal niet, graaf. Ik heb maar drie uur te rijden, en dat kan ik best doen onder de hoede van den koetsier en van onzen oudep trouwer knecht Andreas." „Drie uren rijden Maar dan mogen we nauwelijks hopen u van avond Weer terug te zien", sprak Ortwin vragend. „Ach, was het maar om een da# te doen", begon de moeder nu kla gend. „Ze blijft minstens veertien dagen weg." „Veertien dagen riep Ortwin ten hoogste verbaasd. „En kunt u me vrouw, in zulk een lange scheiding berusten Mevrouw von Heszborn zuchtte en het kwam hem voor, dat de oude dame een verwijtenden hlik op hem richtte, {Wordi vervolgd NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT AëONNEMENTSPRUSi PRIJS DER ADVERTENTiêN: 4||~,. 380 -ïSr 151 101 "Sr 310 ZEPPELIN, ZEPPELIN!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1