DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
400 '»n «ss. in lil -
KORT VERSLAG.
Van alles wat!
BUITENLAND.
In den strijd des
levens.
ICii^d©riiüiM'@isf S-33, Ha^^lesü
Gemengde Buitenlandsche berichten
DONDERDAG 2 SEPT. 190®
34"» Jaargang. No. 6980
Bureaux van Redactie en Administratie:
T«l©f ©össwimitses® 1426»
Vaor adverteniiën en reclame# buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDQ's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
De Administratie herinnert,
dat geen zorg gedragen kan
worden voor degenen, die zich op
gaven ais abonné voor het Kort
Verslag,naar de kosten ad f 0,50
niet te voren gestort hebben.
Hiertoe zal nog kort gelegen
heid gegeven worden.
Over de kosten kan niet
worden gedisponeerd.
De Noordpool ontdekt!
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABOHNEMENTSPRMSi
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor do plaatsen, waar een agent is gevestigd {kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afsoo't«rlgke nummers
f 1,35
1.85
1.80
0,08
PRUIS DER ADVERTEMTIÊM
Va* 13 regels Cfi cent («ontant 5# cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem ea de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 «ents (st contaat).
Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit <senm verzekeringspolis zijn, styn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor-
IS lU? hand of voet., 8.S éeu oog. |j jLal gyp éen duim.
scbiktheid tot
werken.
GULDEN bg
overlijd*».
60
verbes van
één
wijsvinger.
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeerlng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
XXXIII.
Cholera.
fSjoleast,flat woord ia voor
talloos Telen nog altijd als een soort
doodsklok.
De ouden van dagen, die zien de
wenselijke epidemie van het jaar
"1:866 meen ik nog1 herinneren,
kunnen er van vertellen dat de ge
wonden op straat ziek werden, neer-
wielen en een uur later stierven;
1st er geheele huishoudens door wer
den weggenomen; dat families zijn
*it ges tor ven en steden en dorpen zijln
tfedeoimeerd.
En sinds dien vooral is de cholera
bet groote schrikbeeld geworden, dat
voortleeft in de volks-aeugenis als
•en doodsspook, dat wanneer het na
dert, geheele volkeren geeselt met
den dood zonder genade.
Eu is werkelijk de cholera een zeer
lievige en zeer ernstige ziekte.
SVie erdoor wordt aangetast en bij
•en hevigen aanval geen sterk gestel
beeft, is in de meeste gevallen een
verloren man!
Ma,ar toch is de cholera niet meer
aulk een geesel der volkeren als
voorheen, ojndat men tegenwoordig
lie ziekte-oorzaken kent en ,veel kan
doen om" die te voorkomen. Ik wil
daar vandaag wat v,an vertellen, d.at
in deze dagen, nu de vreeselijke
plaag z'ieh vertoont in ons land ep
toeneemt, velen beter kan inlichtetn
•ver den aard dezer ziekte en ook
wat kan medewerken om die voor
zorgsmaatregelen algemeen te ne-
anen, door welke men de ziekte men-
fcchelijkterwija gesproken, vermijden
kan.
De wetenschap is sedert, de groote
«holera-epidemie van 1866 ontzaglijk
vooruitgegaan. Vroeger dacht men
aan een giftige stof, die de cholera
veroorzaken zou en door de clholera-
lijders steeds verder verspreid zou
Worden. Be Hindoe's noemen de cho
lera dan ookMiahamari, dat is,
gift des doods. Uit Bengalen is na
melijk de cholera afkomstig: daar
heerscjht© zij epidemisch eeuwen
lang, totdat in 1817 de vreeeelijke
ziekte buiten Bengalen optrad, de
groote verkeerswegen volgende, en
nare intrede deed in de Oude en
'Nieuwe wereld,
Die leer van' „choleravtergif" is
heden ten dage als onjuist bewezen
men weet nu, dat de cholera, even
als andere heftige „besmettelijke
ziekten", haren oorsprong vindt in
een oneindig klein diertje, eeln bac
terie of bacil. Dfe bacil die do cholera
veroorzaakt ziet er onder de micros
coop uit als een komma, en heet dan
ook gewoonlijk: de komma-bacil.
Do zo oneindig kleine diertjes die
men slechts bij zeer sterke vergroo
ting kan zien, leven waarschijnlijk:
altijd in de lucht om ons heen, in
het water, in de voedingsmiddelen,
overal. Dtach ze komen in gewone
omstandigheden slechts zeer spora
disch voor, en in een staat van on
schadelijkheid.
Echter groeit opeens ontzettend
het aantal, en groeit ook de kracht
dezer bacillen, wanneer ze virulent
worden, d.i. wanneer ze door een of
andere oorzaak opleven, een goeden
bodem vinden om zich voort te plan
ten, kortom: wanneer ergens eeln
epidemie heerscht-
En als nu een aantal dier „werk
zame" bacillen worden overgebracht
naar eeo andere plaats (hoe dan
ook) breekt daar weer een geval van
cholera uit.
Nu is de cholerbbacil alléén In
staat tot kwaaddoen, als hij levend
in de ingewanden zich bevindt.
[Want cholera is evenals typhus (die
ook door een bacil, de typihusbacil,
wordt veroorzaakt) een ingewands
ziekte. Dit beeft ook ten gevolge,
dat de uitwerpselen en de urine van
cholera!ijders krioelen van myriaden
va.n die dcodelijke bacteriën. [Werpt
men deze evenals schippers veel
al doen in het water weg van
een rivier of vaart, dan verspreiden
fle bacteriën zich in dit water, en
„vergiftigen" dit om zoo> te zeggen.
Evenzoo zij n er soms cholera- en dik
wijls typhusbacillen in slootwater
en grachtwater, waarop privaten uit
komen.
Wanneer dus met de uitwerpselen
van de choleralijders voorzichtig
werd omgegaan, en deze dadelijk ont
smet (d.i. de bacteriën gedood) wer
den dan zou een geval Van cholera ijn
onze omgeving niet zoo'n onrust be
hoeven te baren. Maar dat geschiedt
juist niet. Zooals nu te Botterdam
weer klaar en duidelijk is bewezen,
zfjn die uitwerpselen in het water
geworpen of geraakt, en geheel het
Bctterdamsche gracht- en rivierwa
ter is dus met cholerabacillen be
smet.
Wat dus een allergrootst gevaar
oplevert, èn Voor de stad Botterdam,
en ten slotte ook voor alle andere
rivieren, vaarten en wateren die met
het Bottend amsche water in ver
binding staan, want de cholerabao.il
gaat. steeds verder.
Duidelijk is dus: nu wat we te doen
hebben tegen eholeragevaardoor
de grootste voorzichtigheid in acht
te nemen op het lichaam en op al
wat we eten en drinken. Whnt cho
lerabacillen worden alléén door den
mond in het lichaam gevoerd: men
moet- dus zorgen dat er niets naar
binnen komt, dat deze bacillen (le
vend althans) bevat. Dit kan, door
de bacillen te doodenen dat gebeurt
door verhitting, door koken.
In een choleratijd als nu moeten
we dus niets eten of drinken wat
niet gekookt is. Vooral geen groen
ten, want groenten wjordetn dikwijls
in slootwater afgespoeld. Water uit
de waterleiding als het tenminste
zooals hier te Haarlem een duinwa
terleiding is, kunnen we gerust
drinken.
Melk moeten we eveneens koken,
want, van de boeren komt de be
smetting het veelvuldigst en ik
spreek n iemand te na als; ik z|eg, dat
een beetje slootwater bij' .de melk
volstrekt geen zeldzaamheid is! En
daarenboven: zelfs de beste melk
wordt dan toch opgevangen en be
handeld in emmers, kannen. e|i vaten,
die geregeld met slootwater worden
schoongemaakt.
De cholerabacil krijgt men niet
binnen dan door wat we etep pa
drin ken of liever, door den mopddat
is de groote les die ik practised hier
voor mijn lezers wil trekken.
Nu komt daar nog bij dat sommi
gen vatbaarder voor de ziekte zijn,
dat wil zeggen beteren groeigxond
voor de bacteriën aanbieden, dan ajn-
deren. Laat men nooit vergeten, dat
die betere groeigrond, niet alleen
voor de kommabacil maar vloor alle
andere bacillen, het meest wondt ge
prepareerd dooralcohol. Wie
veel drinkt, maakt zijn ingewanden
het- meest geschikt voor allerlei ge
vaarlijke bacteri.es
Reinheid, koken, en matigheid zijn
dus de drie dingen', die ik in dezen
choleratijd op gezag van alle des
kundigen voor iedereen ten sterkste
wil aanbevelen
F.
FRANKRIJK.
De marine-reorganisatie.
De nieuwe Fransche minister van
Marine is gisteren voor den dag ge
komen met zijn voorstellen omtrent
de reorganisatie der vloot.
Zoo zullen bijvoorbeeld vier alge
meens generaal-inspecties opgericht
worden.
De eerste heeft het toezicht op de
eskaders en de generaal inspecteur zal
'bij concentratie van de eskaders, het
opperbevel in handen nemen. Hoogst
waarschijnlijk zal admiraal Caillord
tot dezen gewichtigen post benoemd
worden.
De tweede inspectie heeft het toe
zicht op de marine-scholen, de derde
op het materiaal en den techni chen
dienst. Ook in deze twee afdeeiingen
zullen marine-officieren zitting nemen,
en wellicht zal vice-admiraal Germi-
net aan 't hoofd staan.
De vierde inspectie omvat de tor
pedo's en de torpedovernielers, en
heeft admiraal Philipert tot voorzit
ter. De vier hoofd inspecteurs zijn
tevens lid van den eveneens te stich
ten hoogeren marine-raad, die den
huiaigen admiraliteitsraad zal vervan
gen. Over het aantal leden van boven
genoemd college is nog niets bekend.
Onder de staats- en privaat-inge
nieurs zal een prijsvraag uitgeschreven
worden, over plannen voor het nieuw
te bouwen groote slagschip.
De drie nieuwe schepen zullen 22,000
ton groot zijn, en twaalf kanonnen
van 805 milimeter aan boord hebben.
Of hierdoor de ongelukkige marine-
toestanden uit den weg worden ge
ruimd
SPANJE.
De krijg in Noord-Marokko.
Sinds een paar dagen hebben we
over den toestand in Noord-Marokko
gezwegen. Eenvoudigomdat er
niets van te vertellen viel.
Generaal Marina schijnt nog zijn
posities aan 't versterken te zijn, al
thans, hij is nog niet tot de zoolang
verwachte aanvallende beweging over
gegaan.
Maar het lijkt toch ook wel, dat hij
dat spoedig doen zal: de Spaansche
regeering heeft weer nieuwe verster
kingen en geschut nog gezonden, en
was het maar niet zoo heet, en ware
er maar niet zoo slecht water, dan
zouden de Spanjaarden allaDg zijn
opgetreden.:
Intusschen roemen alle deskundigen,
ook van andere landen, de houdiDg
der Spanjaardenzoowel soldaten als
officieren houden zich voortreffelijk,
wat eerst (men weet hel) vrij algemeen
werd tegengesproken, wat de soldaten
betreft.
In het kort dusSpanje schijnt niet
van plan te zijn, gauw een einde te
maken aan zijn strijd, en wil nu het
er eenmaal is, eindelijk ook den goeden
slag slaan.
GRIEKENLAND.
Omwenteling op til.
Hoe men het draaien of wenden
mag, het is wel secuur dat er in Grie
kenland een omwenteling op til is.
en dat het Rijk voorj koning George
misschien daarmee uit zal wezen!
De koninklijke prinsen verlaten een
voor een bet land: ze vragen buiten -
landsch verlof aan, verschillende voor
een tijdvak van een jaar maar liefst.
Ook de koningin (tooals men weet
een Russische prinses) is sinds eenigen
tijd in Rusland bij haar broeder groot
vorst Constantijn, en men zegt dat di
koning ook daarheen gaat, als hij af
stand doet van den troon.
De kroonprins is getrouwd met de
zuster van keizer Wilhelm, zoodat ook
van dien tijd de zaak voor de om
wentelingsgezinde officieren er niet
mooi uitziet, wanneer ze te eeniger
tijd een ander liefhebber voor den
troon van Griekenland moeten zoeken
geen Duitech vorst zal zich dan daar
toe willen leenen!
Naar aller meening zal de crisis,
zoodra de Kamer bijeen is, weer op
laaien ea men gelooft dan ook niet
aan een langen levensduur van het
nieuwe kabinet, 'tis met die volken
op den Balkan maar ongedurig huis
houden: en het einde van al dit ge
kibbel is niet te voorzien!
Een buitengewoon gewichtig bericht
brengen telegrafische berichten van de
Faroër-eilanden.
Uit Lerwick, op die eilanden, komt
n.l. het bericht dat de Amerikaansche
ontdekkingsreiziger Dr. Cook, die in Fe
bruari 1907 op een poolreis vertrok
ken is, den 22sten April 1908 de Noord
pool bereikt zou hebben.
De directeur yan het internationale
pookmderzoek, dat te Brussel is ge-
vestigd, ontving óók uit Lerwick een
telegram van Cook-zelf, waarin deze
het groote ni«uws bevestigt, en zegt dat
hij in het uiterste Noorden land heeft
ontdekt.
Dr. Cook is op 't Deensche stoom
schip „Hans Egade" op weg naar Ko
penhagen.
We moeten nu nadere Berichten af
wachten
Ook vroeger zijn er wel zulke tij
dingen geweest, doch die Bleken dan
later opgeschroefd.
Ditmaal lijkt het echter wel, dat er
werkelijk aan heit groote nieuws niet
te twijfelen valt, en we zullen nu wach
ten, en zeer spoedig het juiste van de
zaak weten. De „Hans Egade", die
Woensdag voorbij Lerwick kwam, met
bestemming naar Kopenhagen zal bin
nen zeer korten tijd daar aankomen.
In ieder geval is het reeds nu in hoo-
ge male waarschijnlijk, 'dat Cook's ex
peditie goed is afgeloopen, en dat er
groote resultaten bereikt zijn.
Het vertrek van Cook uit Etah in
1907, was een streep door de rekening
van Peary, die pas heit volgend jaar
(1908) kon vertrekken om voor de zoo-
veelste maal een poging te doen om de
Noordpool te bereiken. Cook zou
vreesden Peary en zijn vrienden alle
beschikbare honden en Eskimo's voor
zich opeischen en zoodoende de kansen
van Peary benadeelen.
Hoe dit zij Cook vertrok.
Hij volgde een nieuwe route. Hij
wilde n.l. trachten, door het binnenland
van Ellesmere-land en Grinnell-land
heen ,de noordwestkust van Grant-land
te bereiken en vandaar verder naar het
noorden te gaan over het ijs, dat in ein-
deiooze schotsen en velden op de Pool-
zee drijft.
Peary heeft het, langs een anderen
weg, en na herhaalde mislukkingen, op
vroegere reizen, den 21en April 1908
gebracht tot 87° 08' N.Br.
En nu zou dr. Cook aan de Pool
'zelf zijn geweest!
Indien deze tijding bevestigd wordt,
en Cook op voldoend geloofwaardige
wijze de waarheid van zijn bewering
kan bewijzen, zal de ontdekkingsge
schiedenis een harer stoutste triumfea
hebben gevierd. De ontdekking van de
juiste plaats der magnetische Zuidpool
en de overschrijding van den 88en graad
Zuiderbreedte, zullen dan op den voet
zijn gevolgd door de bereiking van de
Noordpool (de plaats der magnetische
Noordpool was reeds meer dan een
halve eeuw geleden door Ross gevon
den, en na enkele jaren geleden door
Amundsen opnieuwr nauwkeurig be
paald). Is dr. Cook aan de geografische
Noordpool geweest, dan b'eteekent dat
noodzakelijkerwijze een enorme verrui
ming van onze "kennis omtrent de
Noordpoolstreken. Want de drie Breed
tegraden die Peary's verste punt in
1906 scheidden van de Pool waren Te
eenenmaie onbekend. En tal van be
langwekkende problemen waren juist
over dat gedeelte van de Poolzee
want Poolzee zal het er wel in hoofd
zaak zijn nog onopgelost gebleven.
In die streken toch is het zee-bekken
tamelijk ondiep en Peary meende er
op 88° N.Br. en 78° W.L. land te heb
ben gezien. Is dat land er werkelijk?
Heeft Cook dat land bereikt en er ge
toefd op zijn tocht naar het Noorden?
Dat is vooralsnog onzeker. Maar wel
staaf, blijkens een telegram van Cook
aan den Brusselsche geleerde Lecointe
vast, dat hij, Cook, öf het land da|
Peary heeft gezien heeft Bereikt, öf
wel andere eilanden heeft ontdekt, noor
delijker gelegen dan Kaap Morris Jesup
ten noorden van Groenland.
Een Salomons-oordooi.
Te Langres in Frankrijk kregen twee
Buren twist over een paar kippen. Elk
beweerde dat de kippen van hem wa
ren. De zaak kwam voor den vrede
rechter. De vrederechter gaf last, de
kippen in kwestie los te laten tusschen
de twee erven. De kippen liepen zonder
aarzelen naar het hok van het eene erf.
De bewoner van het andere erf heeft
het proces verloren
Treinberoovingen in Rusland en Ame
rika.
Het onbeschaafde Rusland en het
overbeschaafde Amerika geven op het
gebied van treiroof elkaar niets toe.
Uit Rusland hooren we vandaag: Op
het station Kritowo is de posttrein,
waarmee de stationskas vervoerd werd,
beroofd. De roovers lieten daarna de
locomotief van den beroofden trein in-
loopen tegen een goederentrein, die ten
gevolge daarvan ontspoorde. Er wordt
tot dusver geen melding gemaakt van
het verlies van menschenlevons. maar
dat zal nog wel komen!
Intusschen komt ook uit Amerika een
zelfde bericht:
Niet ver van Lewiston in Pennsylva-
nië is namelijk een brutale treinaanslag
gepleegd. Gewapende bandieten plaats-
i
16)
„Acht ge Be genoegens wezenlijk
»qo twijfelachtig", vroeg Be baron
•«herteend.
„Stellig", was het antwoord. „Ik
keb althans nog vóór eenige weken
•p Beikirohen uit 'het gezelschap van
•en dame uit de groote wereld ge
leerd dat mijn eenvoudig© opvoeding
diij voor de bekoorlijkheden van sa-
tange'sprekkeo eenvoudig pugevoelig
keeft gemaakt."
„Zoo", ging de baron lachend
"^oort, „en wie was dan wel die in
dringster, die den stillen vrede hier
buiten kwam verstoren
„Het was barones Melanie von der
«-endhcTst"
[W"as nu ook de kleurwisseling op
ket gelaat van den baron een gevolg
Tan zijn lichamelijk lijden Lina was
•en oogenblik geneigd er aan te twij
felen, maar zij moest het toch wél
?elooven, toen Veldenz op volkomen
*Almen toon antwoordde: „Zoo, is
ffie hier Eat verwondert me. Ik kan
tij barones von der Lendhorst niet
koed anders voorstellen dan als het
J^ddelpust van »®n sehittersndeö
„Misschien, wil ze een tijdlang van
haar triumfen uitrusten", sprak me
vrouw Veldenz even kalm als ha,ar
zoon, maar met doodsbleek gelaat.
Zij bracht het gesprek dadelijk op
een ander onderwerp over, maar
Lina bemerkte wel dat dit niet van
harte ging. Ondanks den storm, die
buiten woelde, verklaarde ze een
wandeling in den tuijn te willen gaan
maken.
„Maar freule, bij ztulk' een orkaan",
riep de baron verschrikt uit.
„Ik trotseer wel graag den wind
een beetje, baron. Uw mama kent
mijn eenigszins zonderlinge gpw'ooh-
ten wel en weet, dat ik er nooit
hinder van ondervind."
„Welnu, ga dan maar kind", sprak
de barones. „Maar kleed je vooral
warm aan en blijf niet te lang bui
ten."
„iW:ie die kleine een halve wilde
noemt, weet het toch niet", sprak de
baron, nadat Lina de kamer ver
laten had. „Ze gaat alleen uit om
ons alleen te laten."
„Daar ben ik van overtuigd'. Ze
bézit trouwens meer 'hart en kieseh-
heid dan menige andere vrouw."
„Bian Melanie von der Lendhorst
bij voort»'eld, nietwIafSr m#inalach
te d.e baron bitter. „Verheit u mij'
toch eens, mama, waarom wilde u
mij zoo bepaald daar ginds te Heil-
brun n laten blijven W,as u 'zóó bang
Bat ik barones Melanie weer zou
•ntmorfca* JJ: behoeft daar geen
vrees meer voor te koesteren; zij
heeft alle macht over mij' verloren."
„Bat geve God."
„Gelooft u het maar gerust. Zoudt
u meeneD, dat ik een vrouw, die ik
zoo diep veracht, nog eenigen in
vloed op mijn toekomst toesta?"
„Ben je wezenlijk zóó zeker van
je zelf, George?"
„Volkomen, mama, want ik heb
hare nietswaardigheid doorzien. Mij
als speeltuig te gebruiken, dat weg
geworpen werd zoodra ze kans zag,
de gemalin van dien afgeleefden,
doch rijken Lendhorst te worden!
En nu deze dood is, zou ze mij idie
intusschen een rijk man geworden
ben, weer in [haar strikken pogen te
vangenEn u denkt wezenlijk, dat
het haar gelukken zbu
„Neen, maar ik vrees dé ergernis
en Be opwinding, die haar nabijheid
je zal veroorzaken."
„Welnu, of men zich al eens flink
ergert, daar gaat men niet dood van.
En overigens heeft de kuur te Heil-
brunn mij wezenlijk goejd gedaan: ik
ben juist in de stemming om eens
eenige rustige, prettige dagen met
u en onze logée door te brengen."
„Bevalt Lina je?"
„Ja. Ze schijnt in haar natuur
lijkheid nog niet door de wereldi
bedorven te zijn, nog niet de|n i)i-
vloed te hebben ondervonden van
de dingen, die de wereld beheer-
schenbezit en gTootheid, macht en
rijkdom i i
„Ook hier bedriegt de schijn,
George. Het arme kind heeft juist
omdat ze een erfgename is al moeten
strijden voor het recht om Zelf over
haar toekomst te beslissen. En ze
heeft haar zaak flink doorgezet
ook."
„Lat is flink", antwoordde de
baron, naar het venster tredende.
„Zie eens hoe krachtig en energiek
die tegen den wind ingaat, 't Is haar
aan te zien, Bat zij' niet gemakkelijk
buigen Zal."
Melanie von der Lendhorst liet
zich eenige dagen later haar opnieuw
bij barones Veldenz aandienen- Dit
maal werd zij ontvangen, maar zij
voelde dat het alleen was omdat
mevrouw Lintorf haar vergezelde.
I ina stond verbaasd. In haar vaders
éigen huis had zij, de rijke erfge
name, bij die vreemde moeten ach
terstaan, en de man, die als geroe
pen was haar ten huwelijk te vragen,
had z'ich van haar afgewend om de
schoonheid van barones Melanie te
huldigen.
En hier, waar met haar rijkdom
niet de minste rekening gehouden
werd) zooals zij vast overtuigd was,
hier was er geen denken aan, dat
zij voor die schitterende Vrouw* van
de wereld het veil moest ruimen.
Baron Veldenz en zijn moeder deden
Zelfs met cpzet en nadruk het ver
schil uitkomen tusschen de vorme
lijke beleefdheid, waarmede zij Me
la* i« son der JL*ndhor*t gnihSiii fifed,
en de warme hartelijkheid, die zij
voor hun jonge logée gevoelden.
Mevrouw Lintorf kwam hieruit-
tot een geheel verkeerde gevolgtrek
king. Toen zij 's avonds met haar
man alleen was, vertelde ze hem:
„Rijkdom en rijkdom trekken elkaar
toch maar altijd aan. Djie baron Vel
denz', die nu toch rijk genoeg is om
:M,elan ie te huwen, van wie hij vroe
ger zooveel hield, behandelt haar
met de meest mogelijke onverschil
ligheid en legt daarentegen de
grootst mogelijke hartelijkheid voor
Lina von Heszborn aan dein dag.
„Vrouw, je moest je schamen", had.
lintorf toen eenigszins banscli ge
zegd. „Dat je een zwak hebt voor je
nicht Melanie laat ik daar, maar dat
moet je niet onbillijk maken. Zeg
mijwie zou je liever tot schoon
dochter hebbendie eenvoudige Lina
of de schitterende barones Melanie?
En denk je dat barones Veldenz min
der helder ziet dan gij Als haar
zoon met Lina trouwt, krijgt hij een
gcede vrouw en zij een besten man.
Maar dit zeg jk ie: piet Melanie
trouwt George Veldenz nooit, juist
epidat hij haar van yroeger kent."
X.
Lina sprong uit het rijtuig en
vloog met een luiden vreugdekreet
haar moeder in de armen„Eindelijk,
eindelijk ben ik weer bij u, moeder-
li«t! P, grat pias ik in mij* schik,
toen ik oom Koenraad's vriendelijk
gezicht weer zag! Hoe heb ik het
zoolang zOnder u kunnen uithou
den
Mevrouw von Heszborn antwoord
de niet op dezie ontboezeming, maar
wisselde een gelukkigen blik met
naar zwager.
„Ja, ja", riep deze, die zijn nichtje
te AlLnhausen was wezen afhalen,
„die doet nu net of ze net daar bij
de Veldehzen zoo schrikkelijk slecht
gehad heeft! En is ze toch niet
vrijwillig hier weggeloopen. Ik kan
je zeggen, Louise, dat ik geen raad
wist van angst, toen ze mij daar
op Allnhausen zoo blij om den hals
viel."
„«VVervi je daar bang van", vroeg
de moeder verwonderd.
„Ja, de barones had het best kwa
lijk kun Den nemen, dat ze zoo uitge
laten blij was, omdat ik haar weer
kwam balen. Het leek wel of «Je niet
gauw genoeg bij die menschen van
daan kon komen, die toch boo innig
goed jvoor haar warenEn gevierd
dat ze er werddat was maar freule
voor en na en „mijn lieve kind",
„mijn beste dochtertje!" Hoe Lina
het aangelegd heeft om bij de Vel
den zen zoo'n wit voetje t» krijge*.
begrijp ik niet.'-
W»rd( vervolgd.)