DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 400 '»n «ss. in lil - KORT VERSLAG. Van alles wat! BUITENLAND. In den strijd des levens. ICii^d©riiüiM'@isf S-33, Ha^^lesü Gemengde Buitenlandsche berichten DONDERDAG 2 SEPT. 190® 34"» Jaargang. No. 6980 Bureaux van Redactie en Administratie: T«l©f ©össwimitses® 1426» Vaor adverteniiën en reclame# buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDQ's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. De Administratie herinnert, dat geen zorg gedragen kan worden voor degenen, die zich op gaven ais abonné voor het Kort Verslag,naar de kosten ad f 0,50 niet te voren gestort hebben. Hiertoe zal nog kort gelegen heid gegeven worden. Over de kosten kan niet worden gedisponeerd. De Noordpool ontdekt! FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ABOHNEMENTSPRMSi Per 3 maanden voor Haarlem Voor do plaatsen, waar een agent is gevestigd {kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afsoo't«rlgke nummers f 1,35 1.85 1.80 0,08 PRUIS DER ADVERTEMTIÊM Va* 13 regels Cfi cent («ontant 5# cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem ea de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 «ents (st contaat). Alle betalende abonnés op dit blad, die in het bezit <senm verzekeringspolis zijn, styn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor- IS lU? hand of voet., 8.S éeu oog. |j jLal gyp éen duim. scbiktheid tot werken. GULDEN bg overlijd*». 60 verbes van één wijsvinger. GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeerlng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. XXXIII. Cholera. fSjoleast,flat woord ia voor talloos Telen nog altijd als een soort doodsklok. De ouden van dagen, die zien de wenselijke epidemie van het jaar "1:866 meen ik nog1 herinneren, kunnen er van vertellen dat de ge wonden op straat ziek werden, neer- wielen en een uur later stierven; 1st er geheele huishoudens door wer den weggenomen; dat families zijn *it ges tor ven en steden en dorpen zijln tfedeoimeerd. En sinds dien vooral is de cholera bet groote schrikbeeld geworden, dat voortleeft in de volks-aeugenis als •en doodsspook, dat wanneer het na dert, geheele volkeren geeselt met den dood zonder genade. Eu is werkelijk de cholera een zeer lievige en zeer ernstige ziekte. SVie erdoor wordt aangetast en bij •en hevigen aanval geen sterk gestel beeft, is in de meeste gevallen een verloren man! Ma,ar toch is de cholera niet meer aulk een geesel der volkeren als voorheen, ojndat men tegenwoordig lie ziekte-oorzaken kent en ,veel kan doen om" die te voorkomen. Ik wil daar vandaag wat v,an vertellen, d.at in deze dagen, nu de vreeselijke plaag z'ieh vertoont in ons land ep toeneemt, velen beter kan inlichtetn •ver den aard dezer ziekte en ook wat kan medewerken om die voor zorgsmaatregelen algemeen te ne- anen, door welke men de ziekte men- fcchelijkterwija gesproken, vermijden kan. De wetenschap is sedert, de groote «holera-epidemie van 1866 ontzaglijk vooruitgegaan. Vroeger dacht men aan een giftige stof, die de cholera veroorzaken zou en door de clholera- lijders steeds verder verspreid zou Worden. Be Hindoe's noemen de cho lera dan ookMiahamari, dat is, gift des doods. Uit Bengalen is na melijk de cholera afkomstig: daar heerscjht© zij epidemisch eeuwen lang, totdat in 1817 de vreeeelijke ziekte buiten Bengalen optrad, de groote verkeerswegen volgende, en nare intrede deed in de Oude en 'Nieuwe wereld, Die leer van' „choleravtergif" is heden ten dage als onjuist bewezen men weet nu, dat de cholera, even als andere heftige „besmettelijke ziekten", haren oorsprong vindt in een oneindig klein diertje, eeln bac terie of bacil. Dfe bacil die do cholera veroorzaakt ziet er onder de micros coop uit als een komma, en heet dan ook gewoonlijk: de komma-bacil. Do zo oneindig kleine diertjes die men slechts bij zeer sterke vergroo ting kan zien, leven waarschijnlijk: altijd in de lucht om ons heen, in het water, in de voedingsmiddelen, overal. Dtach ze komen in gewone omstandigheden slechts zeer spora disch voor, en in een staat van on schadelijkheid. Echter groeit opeens ontzettend het aantal, en groeit ook de kracht dezer bacillen, wanneer ze virulent worden, d.i. wanneer ze door een of andere oorzaak opleven, een goeden bodem vinden om zich voort te plan ten, kortom: wanneer ergens eeln epidemie heerscht- En als nu een aantal dier „werk zame" bacillen worden overgebracht naar eeo andere plaats (hoe dan ook) breekt daar weer een geval van cholera uit. Nu is de cholerbbacil alléén In staat tot kwaaddoen, als hij levend in de ingewanden zich bevindt. [Want cholera is evenals typhus (die ook door een bacil, de typihusbacil, wordt veroorzaakt) een ingewands ziekte. Dit beeft ook ten gevolge, dat de uitwerpselen en de urine van cholera!ijders krioelen van myriaden va.n die dcodelijke bacteriën. [Werpt men deze evenals schippers veel al doen in het water weg van een rivier of vaart, dan verspreiden fle bacteriën zich in dit water, en „vergiftigen" dit om zoo> te zeggen. Evenzoo zij n er soms cholera- en dik wijls typhusbacillen in slootwater en grachtwater, waarop privaten uit komen. Wanneer dus met de uitwerpselen van de choleralijders voorzichtig werd omgegaan, en deze dadelijk ont smet (d.i. de bacteriën gedood) wer den dan zou een geval Van cholera ijn onze omgeving niet zoo'n onrust be hoeven te baren. Maar dat geschiedt juist niet. Zooals nu te Botterdam weer klaar en duidelijk is bewezen, zfjn die uitwerpselen in het water geworpen of geraakt, en geheel het Bctterdamsche gracht- en rivierwa ter is dus met cholerabacillen be smet. Wat dus een allergrootst gevaar oplevert, èn Voor de stad Botterdam, en ten slotte ook voor alle andere rivieren, vaarten en wateren die met het Bottend amsche water in ver binding staan, want de cholerabao.il gaat. steeds verder. Duidelijk is dus: nu wat we te doen hebben tegen eholeragevaardoor de grootste voorzichtigheid in acht te nemen op het lichaam en op al wat we eten en drinken. Whnt cho lerabacillen worden alléén door den mond in het lichaam gevoerd: men moet- dus zorgen dat er niets naar binnen komt, dat deze bacillen (le vend althans) bevat. Dit kan, door de bacillen te doodenen dat gebeurt door verhitting, door koken. In een choleratijd als nu moeten we dus niets eten of drinken wat niet gekookt is. Vooral geen groen ten, want groenten wjordetn dikwijls in slootwater afgespoeld. Water uit de waterleiding als het tenminste zooals hier te Haarlem een duinwa terleiding is, kunnen we gerust drinken. Melk moeten we eveneens koken, want, van de boeren komt de be smetting het veelvuldigst en ik spreek n iemand te na als; ik z|eg, dat een beetje slootwater bij' .de melk volstrekt geen zeldzaamheid is! En daarenboven: zelfs de beste melk wordt dan toch opgevangen en be handeld in emmers, kannen. e|i vaten, die geregeld met slootwater worden schoongemaakt. De cholerabacil krijgt men niet binnen dan door wat we etep pa drin ken of liever, door den mopddat is de groote les die ik practised hier voor mijn lezers wil trekken. Nu komt daar nog bij dat sommi gen vatbaarder voor de ziekte zijn, dat wil zeggen beteren groeigxond voor de bacteriën aanbieden, dan ajn- deren. Laat men nooit vergeten, dat die betere groeigrond, niet alleen voor de kommabacil maar vloor alle andere bacillen, het meest wondt ge prepareerd dooralcohol. Wie veel drinkt, maakt zijn ingewanden het- meest geschikt voor allerlei ge vaarlijke bacteri.es Reinheid, koken, en matigheid zijn dus de drie dingen', die ik in dezen choleratijd op gezag van alle des kundigen voor iedereen ten sterkste wil aanbevelen F. FRANKRIJK. De marine-reorganisatie. De nieuwe Fransche minister van Marine is gisteren voor den dag ge komen met zijn voorstellen omtrent de reorganisatie der vloot. Zoo zullen bijvoorbeeld vier alge meens generaal-inspecties opgericht worden. De eerste heeft het toezicht op de eskaders en de generaal inspecteur zal 'bij concentratie van de eskaders, het opperbevel in handen nemen. Hoogst waarschijnlijk zal admiraal Caillord tot dezen gewichtigen post benoemd worden. De tweede inspectie heeft het toe zicht op de marine-scholen, de derde op het materiaal en den techni chen dienst. Ook in deze twee afdeeiingen zullen marine-officieren zitting nemen, en wellicht zal vice-admiraal Germi- net aan 't hoofd staan. De vierde inspectie omvat de tor pedo's en de torpedovernielers, en heeft admiraal Philipert tot voorzit ter. De vier hoofd inspecteurs zijn tevens lid van den eveneens te stich ten hoogeren marine-raad, die den huiaigen admiraliteitsraad zal vervan gen. Over het aantal leden van boven genoemd college is nog niets bekend. Onder de staats- en privaat-inge nieurs zal een prijsvraag uitgeschreven worden, over plannen voor het nieuw te bouwen groote slagschip. De drie nieuwe schepen zullen 22,000 ton groot zijn, en twaalf kanonnen van 805 milimeter aan boord hebben. Of hierdoor de ongelukkige marine- toestanden uit den weg worden ge ruimd SPANJE. De krijg in Noord-Marokko. Sinds een paar dagen hebben we over den toestand in Noord-Marokko gezwegen. Eenvoudigomdat er niets van te vertellen viel. Generaal Marina schijnt nog zijn posities aan 't versterken te zijn, al thans, hij is nog niet tot de zoolang verwachte aanvallende beweging over gegaan. Maar het lijkt toch ook wel, dat hij dat spoedig doen zal: de Spaansche regeering heeft weer nieuwe verster kingen en geschut nog gezonden, en was het maar niet zoo heet, en ware er maar niet zoo slecht water, dan zouden de Spanjaarden allaDg zijn opgetreden.: Intusschen roemen alle deskundigen, ook van andere landen, de houdiDg der Spanjaardenzoowel soldaten als officieren houden zich voortreffelijk, wat eerst (men weet hel) vrij algemeen werd tegengesproken, wat de soldaten betreft. In het kort dusSpanje schijnt niet van plan te zijn, gauw een einde te maken aan zijn strijd, en wil nu het er eenmaal is, eindelijk ook den goeden slag slaan. GRIEKENLAND. Omwenteling op til. Hoe men het draaien of wenden mag, het is wel secuur dat er in Grie kenland een omwenteling op til is. en dat het Rijk voorj koning George misschien daarmee uit zal wezen! De koninklijke prinsen verlaten een voor een bet land: ze vragen buiten - landsch verlof aan, verschillende voor een tijdvak van een jaar maar liefst. Ook de koningin (tooals men weet een Russische prinses) is sinds eenigen tijd in Rusland bij haar broeder groot vorst Constantijn, en men zegt dat di koning ook daarheen gaat, als hij af stand doet van den troon. De kroonprins is getrouwd met de zuster van keizer Wilhelm, zoodat ook van dien tijd de zaak voor de om wentelingsgezinde officieren er niet mooi uitziet, wanneer ze te eeniger tijd een ander liefhebber voor den troon van Griekenland moeten zoeken geen Duitech vorst zal zich dan daar toe willen leenen! Naar aller meening zal de crisis, zoodra de Kamer bijeen is, weer op laaien ea men gelooft dan ook niet aan een langen levensduur van het nieuwe kabinet, 'tis met die volken op den Balkan maar ongedurig huis houden: en het einde van al dit ge kibbel is niet te voorzien! Een buitengewoon gewichtig bericht brengen telegrafische berichten van de Faroër-eilanden. Uit Lerwick, op die eilanden, komt n.l. het bericht dat de Amerikaansche ontdekkingsreiziger Dr. Cook, die in Fe bruari 1907 op een poolreis vertrok ken is, den 22sten April 1908 de Noord pool bereikt zou hebben. De directeur yan het internationale pookmderzoek, dat te Brussel is ge- vestigd, ontving óók uit Lerwick een telegram van Cook-zelf, waarin deze het groote ni«uws bevestigt, en zegt dat hij in het uiterste Noorden land heeft ontdekt. Dr. Cook is op 't Deensche stoom schip „Hans Egade" op weg naar Ko penhagen. We moeten nu nadere Berichten af wachten Ook vroeger zijn er wel zulke tij dingen geweest, doch die Bleken dan later opgeschroefd. Ditmaal lijkt het echter wel, dat er werkelijk aan heit groote nieuws niet te twijfelen valt, en we zullen nu wach ten, en zeer spoedig het juiste van de zaak weten. De „Hans Egade", die Woensdag voorbij Lerwick kwam, met bestemming naar Kopenhagen zal bin nen zeer korten tijd daar aankomen. In ieder geval is het reeds nu in hoo- ge male waarschijnlijk, 'dat Cook's ex peditie goed is afgeloopen, en dat er groote resultaten bereikt zijn. Het vertrek van Cook uit Etah in 1907, was een streep door de rekening van Peary, die pas heit volgend jaar (1908) kon vertrekken om voor de zoo- veelste maal een poging te doen om de Noordpool te bereiken. Cook zou vreesden Peary en zijn vrienden alle beschikbare honden en Eskimo's voor zich opeischen en zoodoende de kansen van Peary benadeelen. Hoe dit zij Cook vertrok. Hij volgde een nieuwe route. Hij wilde n.l. trachten, door het binnenland van Ellesmere-land en Grinnell-land heen ,de noordwestkust van Grant-land te bereiken en vandaar verder naar het noorden te gaan over het ijs, dat in ein- deiooze schotsen en velden op de Pool- zee drijft. Peary heeft het, langs een anderen weg, en na herhaalde mislukkingen, op vroegere reizen, den 21en April 1908 gebracht tot 87° 08' N.Br. En nu zou dr. Cook aan de Pool 'zelf zijn geweest! Indien deze tijding bevestigd wordt, en Cook op voldoend geloofwaardige wijze de waarheid van zijn bewering kan bewijzen, zal de ontdekkingsge schiedenis een harer stoutste triumfea hebben gevierd. De ontdekking van de juiste plaats der magnetische Zuidpool en de overschrijding van den 88en graad Zuiderbreedte, zullen dan op den voet zijn gevolgd door de bereiking van de Noordpool (de plaats der magnetische Noordpool was reeds meer dan een halve eeuw geleden door Ross gevon den, en na enkele jaren geleden door Amundsen opnieuwr nauwkeurig be paald). Is dr. Cook aan de geografische Noordpool geweest, dan b'eteekent dat noodzakelijkerwijze een enorme verrui ming van onze "kennis omtrent de Noordpoolstreken. Want de drie Breed tegraden die Peary's verste punt in 1906 scheidden van de Pool waren Te eenenmaie onbekend. En tal van be langwekkende problemen waren juist over dat gedeelte van de Poolzee want Poolzee zal het er wel in hoofd zaak zijn nog onopgelost gebleven. In die streken toch is het zee-bekken tamelijk ondiep en Peary meende er op 88° N.Br. en 78° W.L. land te heb ben gezien. Is dat land er werkelijk? Heeft Cook dat land bereikt en er ge toefd op zijn tocht naar het Noorden? Dat is vooralsnog onzeker. Maar wel staaf, blijkens een telegram van Cook aan den Brusselsche geleerde Lecointe vast, dat hij, Cook, öf het land da| Peary heeft gezien heeft Bereikt, öf wel andere eilanden heeft ontdekt, noor delijker gelegen dan Kaap Morris Jesup ten noorden van Groenland. Een Salomons-oordooi. Te Langres in Frankrijk kregen twee Buren twist over een paar kippen. Elk beweerde dat de kippen van hem wa ren. De zaak kwam voor den vrede rechter. De vrederechter gaf last, de kippen in kwestie los te laten tusschen de twee erven. De kippen liepen zonder aarzelen naar het hok van het eene erf. De bewoner van het andere erf heeft het proces verloren Treinberoovingen in Rusland en Ame rika. Het onbeschaafde Rusland en het overbeschaafde Amerika geven op het gebied van treiroof elkaar niets toe. Uit Rusland hooren we vandaag: Op het station Kritowo is de posttrein, waarmee de stationskas vervoerd werd, beroofd. De roovers lieten daarna de locomotief van den beroofden trein in- loopen tegen een goederentrein, die ten gevolge daarvan ontspoorde. Er wordt tot dusver geen melding gemaakt van het verlies van menschenlevons. maar dat zal nog wel komen! Intusschen komt ook uit Amerika een zelfde bericht: Niet ver van Lewiston in Pennsylva- nië is namelijk een brutale treinaanslag gepleegd. Gewapende bandieten plaats- i 16) „Acht ge Be genoegens wezenlijk »qo twijfelachtig", vroeg Be baron •«herteend. „Stellig", was het antwoord. „Ik keb althans nog vóór eenige weken •p Beikirohen uit 'het gezelschap van •en dame uit de groote wereld ge leerd dat mijn eenvoudig© opvoeding diij voor de bekoorlijkheden van sa- tange'sprekkeo eenvoudig pugevoelig keeft gemaakt." „Zoo", ging de baron lachend "^oort, „en wie was dan wel die in dringster, die den stillen vrede hier buiten kwam verstoren „Het was barones Melanie von der «-endhcTst" [W"as nu ook de kleurwisseling op ket gelaat van den baron een gevolg Tan zijn lichamelijk lijden Lina was •en oogenblik geneigd er aan te twij felen, maar zij moest het toch wél ?elooven, toen Veldenz op volkomen *Almen toon antwoordde: „Zoo, is ffie hier Eat verwondert me. Ik kan tij barones von der Lendhorst niet koed anders voorstellen dan als het J^ddelpust van »®n sehittersndeö „Misschien, wil ze een tijdlang van haar triumfen uitrusten", sprak me vrouw Veldenz even kalm als ha,ar zoon, maar met doodsbleek gelaat. Zij bracht het gesprek dadelijk op een ander onderwerp over, maar Lina bemerkte wel dat dit niet van harte ging. Ondanks den storm, die buiten woelde, verklaarde ze een wandeling in den tuijn te willen gaan maken. „Maar freule, bij ztulk' een orkaan", riep de baron verschrikt uit. „Ik trotseer wel graag den wind een beetje, baron. Uw mama kent mijn eenigszins zonderlinge gpw'ooh- ten wel en weet, dat ik er nooit hinder van ondervind." „Welnu, ga dan maar kind", sprak de barones. „Maar kleed je vooral warm aan en blijf niet te lang bui ten." „iW:ie die kleine een halve wilde noemt, weet het toch niet", sprak de baron, nadat Lina de kamer ver laten had. „Ze gaat alleen uit om ons alleen te laten." „Daar ben ik van overtuigd'. Ze bézit trouwens meer 'hart en kieseh- heid dan menige andere vrouw." „Bian Melanie von der Lendhorst bij voort»'eld, nietwIafSr m#inalach te d.e baron bitter. „Verheit u mij' toch eens, mama, waarom wilde u mij zoo bepaald daar ginds te Heil- brun n laten blijven W,as u 'zóó bang Bat ik barones Melanie weer zou •ntmorfca* JJ: behoeft daar geen vrees meer voor te koesteren; zij heeft alle macht over mij' verloren." „Bat geve God." „Gelooft u het maar gerust. Zoudt u meeneD, dat ik een vrouw, die ik zoo diep veracht, nog eenigen in vloed op mijn toekomst toesta?" „Ben je wezenlijk zóó zeker van je zelf, George?" „Volkomen, mama, want ik heb hare nietswaardigheid doorzien. Mij als speeltuig te gebruiken, dat weg geworpen werd zoodra ze kans zag, de gemalin van dien afgeleefden, doch rijken Lendhorst te worden! En nu deze dood is, zou ze mij idie intusschen een rijk man geworden ben, weer in [haar strikken pogen te vangenEn u denkt wezenlijk, dat het haar gelukken zbu „Neen, maar ik vrees dé ergernis en Be opwinding, die haar nabijheid je zal veroorzaken." „Welnu, of men zich al eens flink ergert, daar gaat men niet dood van. En overigens heeft de kuur te Heil- brunn mij wezenlijk goejd gedaan: ik ben juist in de stemming om eens eenige rustige, prettige dagen met u en onze logée door te brengen." „Bevalt Lina je?" „Ja. Ze schijnt in haar natuur lijkheid nog niet door de wereldi bedorven te zijn, nog niet de|n i)i- vloed te hebben ondervonden van de dingen, die de wereld beheer- schenbezit en gTootheid, macht en rijkdom i i „Ook hier bedriegt de schijn, George. Het arme kind heeft juist omdat ze een erfgename is al moeten strijden voor het recht om Zelf over haar toekomst te beslissen. En ze heeft haar zaak flink doorgezet ook." „Lat is flink", antwoordde de baron, naar het venster tredende. „Zie eens hoe krachtig en energiek die tegen den wind ingaat, 't Is haar aan te zien, Bat zij' niet gemakkelijk buigen Zal." Melanie von der Lendhorst liet zich eenige dagen later haar opnieuw bij barones Veldenz aandienen- Dit maal werd zij ontvangen, maar zij voelde dat het alleen was omdat mevrouw Lintorf haar vergezelde. I ina stond verbaasd. In haar vaders éigen huis had zij, de rijke erfge name, bij die vreemde moeten ach terstaan, en de man, die als geroe pen was haar ten huwelijk te vragen, had z'ich van haar afgewend om de schoonheid van barones Melanie te huldigen. En hier, waar met haar rijkdom niet de minste rekening gehouden werd) zooals zij vast overtuigd was, hier was er geen denken aan, dat zij voor die schitterende Vrouw* van de wereld het veil moest ruimen. Baron Veldenz en zijn moeder deden Zelfs met cpzet en nadruk het ver schil uitkomen tusschen de vorme lijke beleefdheid, waarmede zij Me la* i« son der JL*ndhor*t gnihSiii fifed, en de warme hartelijkheid, die zij voor hun jonge logée gevoelden. Mevrouw Lintorf kwam hieruit- tot een geheel verkeerde gevolgtrek king. Toen zij 's avonds met haar man alleen was, vertelde ze hem: „Rijkdom en rijkdom trekken elkaar toch maar altijd aan. Djie baron Vel denz', die nu toch rijk genoeg is om :M,elan ie te huwen, van wie hij vroe ger zooveel hield, behandelt haar met de meest mogelijke onverschil ligheid en legt daarentegen de grootst mogelijke hartelijkheid voor Lina von Heszborn aan dein dag. „Vrouw, je moest je schamen", had. lintorf toen eenigszins banscli ge zegd. „Dat je een zwak hebt voor je nicht Melanie laat ik daar, maar dat moet je niet onbillijk maken. Zeg mijwie zou je liever tot schoon dochter hebbendie eenvoudige Lina of de schitterende barones Melanie? En denk je dat barones Veldenz min der helder ziet dan gij Als haar zoon met Lina trouwt, krijgt hij een gcede vrouw en zij een besten man. Maar dit zeg jk ie: piet Melanie trouwt George Veldenz nooit, juist epidat hij haar van yroeger kent." X. Lina sprong uit het rijtuig en vloog met een luiden vreugdekreet haar moeder in de armen„Eindelijk, eindelijk ben ik weer bij u, moeder- li«t! P, grat pias ik in mij* schik, toen ik oom Koenraad's vriendelijk gezicht weer zag! Hoe heb ik het zoolang zOnder u kunnen uithou den Mevrouw von Heszborn antwoord de niet op dezie ontboezeming, maar wisselde een gelukkigen blik met naar zwager. „Ja, ja", riep deze, die zijn nichtje te AlLnhausen was wezen afhalen, „die doet nu net of ze net daar bij de Veldehzen zoo schrikkelijk slecht gehad heeft! En is ze toch niet vrijwillig hier weggeloopen. Ik kan je zeggen, Louise, dat ik geen raad wist van angst, toen ze mij daar op Allnhausen zoo blij om den hals viel." „«VVervi je daar bang van", vroeg de moeder verwonderd. „Ja, de barones had het best kwa lijk kun Den nemen, dat ze zoo uitge laten blij was, omdat ik haar weer kwam balen. Het leek wel of «Je niet gauw genoeg bij die menschen van daan kon komen, die toch boo innig goed jvoor haar warenEn gevierd dat ze er werddat was maar freule voor en na en „mijn lieve kind", „mijn beste dochtertje!" Hoe Lina het aangelegd heeft om bij de Vel den zen zoo'n wit voetje t» krijge*. begrijp ik niet.'- W»rd( vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1