TWEEDE BLAD. R. K. Middenstands- vereeniging Markten. Van alles wat! Gemengde Buifsnlandsche berichten In den strijd des levens. ZATERDAG 4 SEPT. IM>9. onder patronaat van den H. Jozef, te Haarlem, afdeeling van „de Hanze", goed gekeurd bij Bisschoppelijk besluit van 26 October 1907 en bij Konink lijk besluit van 9 Mei 1908. De Noordpool ontdekt. BINNENLAND. De Cholera en hare bestrijding. FEUILLETON, LEMSCHE CO De R.-K. Middenstandsvereeniging stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer Statuten, de zedelijke en stoffelijke be langen van den handeldrijvenden en industrie el en Middenstand in het alge meen, en van hare leden in het bij zonder te behartigen, overeenkomstig de beginselen van den "R.-K. Gods dienst. Nog slechts kort geleden opgericht bracht zij reeds veel tot stand, en toonde op velerlei wijzen het nut van haar bestaan. Zij voerde o.a. eene krachtige actie tegen het verleenen van al te lang cre- diet en de z.g. vliegende winkels; in haar vergaderingen werden belangrijke onderwerpen, als coöperatie, inkom stenbelasting, arbeidscontract, enz. be handeld; boekhoudcursussen werden door haar opgericht; door hare bemiddeling werden de feesten der Alg. Ned. Wielr. Bond den vorigen zomer hier ter stede gevierd; een onderlinge glasverzekering zal weldra door haar tot stand komen; op haar verzoek werden de le H. Communiedagen in de verschillende parochieën, zooveel mogelijk op uiteen loop end e datums gesteld. Dit en nog veel meer deed zij reeds in het belang harer leden en van den R.-K. Middenstand in het algemeen; nog veel meer zou zij kunnen doen, indien zij van de R.-K. Middenstan ders krachtiger steun genoot, dan tot dusver; indien nog meerderen zich bij haar aansloten. De betrekkelijk geringe contributie van ƒ1.30 per 3 maanden kan ge,en beletsel zijn. Daarvoor hebben do leden bovendien, doordat de Vereeniging aangesloten is bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra tis gelegenheid information in te win nen; dubieuze posten ter incasseering te geven aan het bestuur der H. H. V. en rechtskundige adviezen betreffende hunne zaken te vragen bij de advocaten der H. H. V. Het bestuur spoort daarom hiermede alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid denstanders aan, als Lid dezer nuttige vereeniging toe te treden; zich niet te laten weerhouden door de gedach te, misschien onmiddellijk geen per soonlijke winst te behalen, maar door hun steun aan deze vereeniging te ge ven, het goede doel der vereeniging te helpen bevorderen en daardoor ook middellijk hun eigen belangen beharti gen. Voor het Lidmaatschap kan men zich aanmelden bij het Bestuur of bij den Secretaris C. A. M. JONCKBLOEDT Lz. Lange Heerenstraat 24. P.S. De vergaderingen zullen in de agenda der „Officieele Kerklijst" wor den bekend gemaakt. HET BESTUUR. [n de week van 6 Sept, tot 11 Sept. Maandag. Alkmaar, Amsterdam, Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn, Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster Beverwijk,Purmerend. WoensdagAm sterdam, Bee nster, Enkhuizen, Haar lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen, Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scha gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden. Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen, ZaterdagAlkmaar, Amsterdam, Edam, Hoorn, Leiden. XXXIV. E. R„ IC. (Slot.) Het initiatief tot ide E. Bi. K. is uitgegaan van twee manneli, wier antecedenten waarborgen zijla Vlat de onderneming ook op' een gezoiaden fi- nancieelen basis zal zijn gevestigd, en ld,at ze in de pracitijk vruchten zal 'dragen. JD'e heer H. J. Bodenstaff, oud-in specteur van eerste klasse levlansver- zeker ingmaatschapipijen in ons- lajadi, en de heer J. P. VVj. Franke, admi nistrateur van aanleg en beroep; heb ben de E. E.. K. gesticht, waarvan op 23 Augustus, j.l. de definitieve acte van oprichting is gepasseerd. Het kapitaal f 100.000 is reeds voor een groot deel geplaatst, en de namen der commissarissen (Graaf le Grelle, bankier te Delft, Bi*. Keesom te Leiden, A. J. Schmier firma Tombergh Co. te Haarlem, Ridder de van der Sfihuercn, bankier te Nijmegen, de ZeerEerw. Heer L. Verhaag te Veitray en D'r.WYprna te Haarlem) geven een wla,arborg van securiteit, van vertrouwen en van deskundig financieel toezicht, 'die het commerciëele karakter der onder neming ongetwijfeld op. veiligen grondslag' plaatst. Eerlang ziullen we in het openbaar de reclamebiljetten en „showearts" van de E. E,. K. zien hangen, tus- schen twee haakjes, een prachtig en smaakvol ontwerp' van onzen Katho lieken kunstschilder Jan Dunselman. En dan zal men daaropi lezen: „met Kerkelijke goedkeuring van het deel en Koninklijke goedkeuring der statuten", want wat het eerste bel reft: onze Hoogw. Bisschoppen hebben het moreele doel der E. R. K. bij gezamenlijk schrijven Van 3 Juli van het vorige jaar goedgekeurd. Zoo zal dan eerstdaags de E. E. K. in werking treden. Aan het Klever- park no. 67, heeft de maatschappij haar kantoren, smaakvol doch streng'-eenvoudig met eikenhouten meubiileering voorzien, welke meu- buleering is geleverd door de fir ma, D-uijn alhier. Het kruisbeeld siert er, op' katho lieke wijze, den wand en ihet geheele uiterlijk van het kantoor, niet in het minst de omvangrijke stalen brand kast van Lips, een onmisbaar meu bel, spreekt van degeiijken opz'et- en vertrc-uw baarheid- In dit kantoor zullen de werk zaamheden reeds de volgende week beginnen, zullen de agetiten (voor iedere parochie zoo mogelijk een, want de organisatie is parochieel!) werden aangesteld, zullen de fra,ai- uitgevoerde blauwe en oranjekleu rige polissen (respectievelijk voor meisjes en jongens aldus afzonder lijk gekleurd) worden afgeteekend, zal de E. R. K. har1© zegenrijken ar beid verrichten. Over dien arbeid sprak ik in het eerste artikeltje van gisteren al uit voerig. Laat mij nog eens herhalen dat de E E.. K. dus de zedelijke wan begrippen, die de katholieken op mo reel gebied brengen tot afwijkingen, bestrijden wil door wegneming van de economische bezwaren, die ertoe leiden. En nu meene men Giet, dat de di recteuren en opzichters dezer maat schappij, dit unicum in de verzeke ringswereld (want zulk een maat schappij bestaat nog nergens!) heb ben opgericht alléén om er een melk koetje van te maken! Want, 'al mag worden gehoopt dat de E. Ei. K. eens een krachtige en voorname maatschappij zal worden. op het oogenblik is toch natuurlijk de, ri sico* nog groot en de goede positie die door de oprichters ten bate van de nieuwe maatschappij' is opgege ven, bewijst wel dat, materieel, voor deel niet alleen en voornamelijk voor hen geldt, maar dat het Katho lieke doel der maatschappij hun vooral ter harte gaat. Mijn woordje over de E. R. K. is gewerden een aanbeveling erva|a. Ik kan het niet helpen. Op technisch verztekeringsgebied ben ik een vreemde, en waag ik me -niet. Maar ik heb de zaak vooral van den moreelen kant bekeken, ep ieder een zal het da n met me eens zijn, dat we onze goede stad Haarlem mogen gelukwensehen, de zetelplaats te zijn van een onderneming, die zooveel mcreel nut kan stichten op* den duur in heel ons Roomsche vaderland, als deze De terugtocht van Öe Pool. Het verhaal van Dr. Cook's poolreis eindigt, na het gisteren medegedeelde omtrent het bereiken der Pool, met de terugreis. Dr. Cook meldt daaromtrent: Nadat alle waarnemingen geschied waren, de toestanden pp de Pool zorg vuldig onderzocht en bestudeerd wa ren, kwam een soort van intieme een-; zaamheid over ons. Het was een woest, plekje, waarnaar alle eeuwen door zoo, velen hadden gestreefd, en waar wij. thans stonden. Eindelooze velden van ijs cn sneeuw, geen levend wezen, geen land, geen plekje dat een afwisseling brengt in de eentonige ijsvelden. Wij waren, de eenige levende wezens in die wereld van ijs en sneeuw. Op 23 April begonnen wij den terug tocht in Oostelijke richting. Spoedig daarop waren wij gedwongen om een meer westelijken, koers te nemen. Het was prachtig weer, het ijs kon niet beter, en dat alles, met dc blijde ge dachte dat het langgezochte gevonden was en we weer naar huis keerden, stelde ons in staat om gedurende de eerstvolgende dagen groote afstanden af te leggen. Beneden dc 87e parallel veranderde het ijs sterk en werd het ons duide-, lijk, dat het seizoen snel vorderde. Met gröoten angst zagen wij onzen voorraad, levensmiddelen schrikbarend slinken. Wij begrepen, dat wij nog een lijdens weg zouden moeten afleggen. Het hel der blauw der lucht bleef voortdurend grauw. Dan. volgden verscheidene da gen van verschrikkelijke wanhoop. Ruk winden kwamen opzetten, doch geluk kig gingen deze telkens weer liggen. Door voortdurend gebrek aan voedsel konden wij niet op gunstiger weder wachten. Eiken dag vorderden wij een wéinigjë, maar de groote inspanning, die dit werk ons kostte, putte onze krachten bijna geheel en al uit. Den 24en Mei klaarde de lucht juist genoeg op, om ons gelegenheid te ge ven tot observaties. Wij bereikten de 84e parallel bij den 97en meridiaan. Het ijs was hier sterk verbrokkeld en wij gingen oostwaarts, vele open plek-t ken water achter ons latend. Er bleef ons nauwelijks voedsel genoeg over om onze stations op Nansen Sound! te bereiken, tenzij wij vijftien mijl pei> dag aflegden. Doch onze krachten scho ten tekort, wij konden 't nauwelijks lot 10 mijlen per dag brengen. Ter wijl wij ons zoo goed mogelijk troost-| ten zetten wij koers naiar de landen, waar zich de muskusossen ophielden. Toen wij de 83e parallel voorbij waren, bevonden wij ons aan de westzijde van, 'n lange landstrook, die zich zuidwaarts uitstrekte. Het ijs was in kleine vel den verdeeld, de temperatuur klom tot nul, doch een voortdurende mist be lemmerde ons het uitzicht. De volgende dagen gingen in harde inspanning voorbij, terwijl wij slechts in weinige regels ons lijden konden op- teekenen. Het rantsoen voor menschen en honden werd op drie vierden terug gebracht, terwijl de moeilijkheden van den tocht door het ijs haar hoogtepunt bereikten. Gelukkig eindelijk, na een worsteling van twintig dagen door dichten mist, klaarde de lucht op en bevonden wij ons ver afgezakt in de Kroonprins Gustaaf-zee, met een open vaarwater en opgehoopte stukken ijs, als een slagboom tusschen ons en Hei berg Island. In de volgende dagen ontmoetten wij beren. Dat waren onze redders. De le dige maag werd gevuld en de horizon was voor een tijdje schoongeveegd van rampen, maar wij hadden nog moeilijk heden! met de strooming, die ongeluk kigerwijze westelijk was. Wij trachtten nu de beweging van het ijs zuidwaarts naar Lancaster Sound te volgen, waar wij in begin van Juli ecni Schotschen walvisehvaarder hoopten te: ontmoeten. Verder zuidwaarts door te dringen werd onmogelijk en op zoek naar voedsel kruisten wij Firth Devon tot Jonas Sound. Daar werden de hon den vrijgelaten. Met boot en slede trachtten wij Baf fin's Baai te bereiken. Een enkelen, keer schoten we een vogel, die ons1 tot voedsel diende. Na heel wat onge lukken, trokken wij oostwaarts, totdat de September-vorst het verder gaan be lette. Zonder voedsel, zonder Brandstof en zonder ammunitie waren wij gedwongen wintervoorraad op te doen in eene om geving, die eerst een levenlooze woes tijn geleek. Door honger genoodzaakt vonden wij nieuwe hulpmiddelen uit. Cape Sparbo werd uitgekozen als een plaats waar wij naar allen schijn aenig levend wezen zouden vinden en wij gingen op jacht. Met pijl en boog, met hengel, lans en mes togen wij uit, en muskus, os, beer en wolf leverden ons voedsel, huiden en vet. Wij richtten een hol tot verblijf plaats in cn verbleven daar tot de zon' van 1909 hoven den horizon kwam. Op 18 Februari werd de tocht aange vangen naar Annootok. De kusten van Groenland bereikten wij den 15en April. Hier werden wij begroet door mr. Harry Whitney en een angstige groep be vriende Eskimo's. Om snel den terugtocht te kunnen doen, zette ik zuidwaarts koers naar de Deensche nederzetting en bereikte Upernivik, den 21 en Mei 1909. Gezondheid der kinderen in een groote stad. Dat groote steden ongunstig inwerken op de lichamelijke ontwikkeling der kin deren, is bekend. Duidelijk treedt dit weer aan den dag in het rapport der Berlijnsche schoolartsen over het afge- loopen jaar. 34883 kinderen, die voor het eerst op de schoolbanken plaats namen, werden door de schoolartsen onderzocht; daarvan werden 3027 af gewezen en 8176 in geneeskundige ob servatie genomen. Bijna een derde (32.51 pCt.) der Berlijnsche schooljeugd van het eerste leerjaar was ziek of ziekelijk. Nog ongunstiger zijn de cij fers, die door een schoolarts na onder zoek van 2700 Berlijner schoolkinderen werden vastgesteld. Slechts 42.7 pCt. der jongens en 39.1 pCt. der meisjes, waren goed of bevredigend gevoed; bij alle anderen werd geconstateerd, dat de voeding onvoldoende was. Daaruit mag niet worden afgeleid, dat deze kin deren te weinig voedsel ontvingen; ver scheidene malen kon bewezen worden, dat geschikt en somtijds rijkelijk voed sel verstrekt werd; desniettemin zagen de kinderen er ellendig uit!" merkt de. bovengenoemde schoolarts aan. D e trek naar de stad is dus volstrekt niet in het belang der jeugd. De lotgevallen van een stuk rookvlees© li, of do genoegens van het Duitschc dou anesysteem, zou men als ondertitel voor de volgende tolkomedie kunnen gebruiken. Een inzender deelt in de „Frank furter Zeitung" het verhaal aldus mede: „Van ceti mijner vrienden in Neder land kreeg ik, bij mijn jongste verblijf, een stuk rookvleesch ten geschenke, en ik verzuimde niet het aan de grens te declareeren. Het vleesch werd gewo gen, het woog 3i/s K.G., toen kreeg ik de mededeeling, dat het door de douane zou worden opgezonden naar mijn plaats, Keulen, ter onderzoeking. „Den volgenden dag kreeg ik de me dedeeling, dat het vleesch voor mij was aangekomen. Ik zond mijn knecht naar het station om het af te halen, maar deze bracht de mededeeling terug: dat vleesch in hoeveelheden beneden 4 K.G. niet mocht worden ingevoerd. Derhalve was het vleesch teruggezonden naar het grensstation .Twee dager later kreeg ik van het grensstation een bericht, dat ik moest mededeelen of het vleesch aan den afzender in Nederland moest worden teruggezonden (in dat geval moest ik 1.85 M. kosten betalen)of dat ft vleesch moest worden vernietigd. Daar ik mij liefst zelf met die vernietiging wilde belasten, maar met de officieele vernietiging niet accoord ging, gaf ik last het vleesch terug te zenden naar Nederland, en bij mij over de kosten te disponeeren. „Maar tevens schreef ik aan de spoor wegdirectie een verzoek, om terugbe taling van de onrechtmatig geheven Mk. 1.85, daar men aan het grensstation ook had moeten weten, dat vleesch niet in hoeveelheden beneden 4 K.G. mocht worden ingevoerd, zoodat het daar had moeten worden teruggezonden, en men mij de vracht voor het onnoodig heen en weerzenden niet had behoeven te la ten betalen. „Veertien dagen later kreeg ik een brief van de spoorwegdirectie, waar in zij mij schreef, dat het vleesch, bij het wegen aan de grenzen, 4 K.G. had gewogen, maar dat het op de reis naar Keulen 1/2 K.G. ingedroogd moest zijn, als het te Keulen slechts 31/2 K.G. had gewogen! Ik kan u verzekeren, dat ik over dit antwoord sprakeloos was: ik schreef aan de spoorwegdirectie, dat ik er persoonlijk bij geweest was, toen het vleesch aan de grenzen gewogen werd; het woog toen 31/2 K.G., wat ik desnoods onder eede kon bevestigen. Op dien grond verzocht ik nogmaals de terugbetaling van de onrechtmatig geheven Mk. 1.85. Veertien dagen later kreeg ik bericht, dat mij die zouden worden terugbetaald. „Intusschen had ik mijn vriend in Nederland verzocht het gewicht van het rookvleesch aan te vullen tot 4 K.G. en het mij dan met de post toe te zenden. Aan dat verzoek werd vol daan; ik kreeg weer een bericht, dat vleesch voor mij was aangekomen, en zond mijn knecht om het te halen. „Maar de man kwam weer terug, natuurlijk zonder vleesch! Hij bracht de boodschap mede, dat het vleesch eerst onderzocht moest worden. Na verloop van eenigen tijd kwam een post bode aan mijn kantoor, om het adres, dat bij het paket behoorde, terug te krijgen. Op mijn vraag waarom, kreeg ik ten antwoord „Het vleesch moet weder naar Neder land worden teruggezonden, omdat het in twee stukken is, en ieder stuk afzon derlijk minder dan 4 K.G. weegt." „Zoo kreeg ik nogmaals mijn rook vleesch niet! Dat zijn de genoegelijke gevolgen van het Duitsche toltarief." In 'deze dagen der (holeragevallen stelt, men zich dikwerf de vraag, hoe het toch komt, dat de eene mensch zoo vatbaar Voor de ziekte is en de andere niet. Een antwoord op deze vraag vin den we in de brochure van dokter Oct mar, waarvan we reeds een en ander meedeelden. Na- al hetgeen onze medewerker F. ideze week reeds over cholera mee deelde, kan een aanhaling uit ge melde brochure wel als vervolg die nen „Ons lichaam is niet weerloos Het kan, als de gevreesde vijand is bin nengedrongen op velerlei wijze weer stand bieden. Allereerst is ons maag sap van buitengewoon groot gewicht. Foor het zUre maagsap worden de bacteriën snel gedood, en zelfs wan neer wij dus voedsel met cholera-bac- teriën nuttigen, kunpen ideze in onze maag onschadelijk gemaakt Worden. Ze kunnen het. worden,wis weet, of er niet door bepaalde om standigheden minder krachtig maag sap aanwezig was en de bacteriën niet gedood, maar in stede daarvan slechts wat verzwakt werden. Zoo straks komen deze, als ze de maag verlaten, in ons darmenkanaal, waar geen zuren meer aanwezig zijn, doch in plaats daarvan een ander vocht is, waarin de cholerarvibrionen zich al lersnelst kunnen ontwikkelen. Een feit is het, dat zoo gauw een dier voedsel met cholerabacteriën be smet op eet, het, als het ziek wordt, de onloochenbare verschijnselen va.» chclera krijgt. "Welnu, weet ge, wan neer het ziek werd Wanneer men te veren het zure maagsap door che mische middelen ontzuurd had. Deed men dit- niet, dan bleef het dier van de ziekte verschoond. Doch nog op andere wijze was het mogelijk het dier de besmetting te bezorgen. Oververmoeidheid, het blootstellen aan tal van schadelijk heden, doet het de ziekte verkrijgen. En nu de mensch. O, er is wellicht geen wezen, dat zich eerder en liever bedriegt dan de mensch. Is hij vermoeid, hij denki aan geen rusten, Joch neemt prikkelende mid delen om de vermoeidheid te ver drijven. Gevoelt hij zijn leden als met loomheid geslagen, dan neemt hij opwekkende middelen in stede van de hoognoodigc rust in weerwil van de meest onloo chenbare feiten, die er op wijzen, dat de alcohol schaadt, gebruikt hij al cohol; hij schaadt zijn hart, ziin nie ren, zijn bloei. Tabak verschaft hem genet, het deert hem niet. Zoo heet het. Maar wie zal bewijzen, dai het lichaam zijn heerlijke cngereplheid behouden heeft Alcchol schaadde zijn hart, zijn bloei. Zijn bloed. O, gij weet het, hoe dit als het. ware den landstorm vormt, wanneer ens lichaam bedreigd wordt- De vestingeu waren door den vijand genomen. De bacteriën, de cholera- vibricncn, werden niet vernietigd door het maagsa p en dieper drong de vijand het sidderend land binnen. Maar nauwelijks binnengedrongen, komt van heinde en ver hulpe opda gen. In het bloed zweven cellen ro,ad, klein en vaag van vorm, witte bloed cellen genaamd. Zc gaan het gansche lichaam door en kruipen door de dunne fclcedvaatwanden. Nauwelijks is de vijand binneu gekomen, of van alle oorden komen ze aanstormen, naar het bedreigde gebied. De cho- lera-baeteriën in den darm zien zich plotseling omringd door tal van wit te biceicellen. Met alle macht wer pen ze zich cp de vibrionen. Wel trachten deze ze 'te ontgaan, door slingeringen met hun komma-vormig lijlje. doch dra zijn ze overmeesterd door de witte bloeicel, die de bac terie omsingelt, haar opneemt in haar week vormloos lijf, om haar straks, geheel verteerd, uit te schei den. Maar nog trachtte het lichaam zich te weren. Als wist het- dat de bacteriën geen hoogere temperatuur da-n die van het lichaam ongestraft verdragen, gaat het ijlings deze ver in oogen: de lijder begint te koortsen, de vermenigvuldiging der bacteriën wordt gestremd; door afscheiding van massa's vocht in den darm, tracht het lichaam ie hoosdoeners te verjagen, iiarrhee 1) treedt al meer en meer op, tot.het lichaam den cngelijken strijd opgeeft en le bacteriën, de vibrionen zegevieren en de dool als verlosser komt. Het lichaam, 0, hoe is her onze plicht, dit zoo krachtig mogelijk te houden. Uitspattingen zijn verre va 1 ens, de prikkels, die het moede li chaam tot nog meerdere werkzaam heden opzweepen, *worden geweerd Geen alkchol worde het lichaam toe gevoerd, als ware het om zijn waak zaamheid te verslappen. Alle maatregelen om d?n vijand te weren worden genomen. Gee r ver koelende dranken beleedigen, scha den ons darmkanaal, geen overma tige arbeid vermoeie ons lichaam. [Wij vreezen niet alleen ien lijder, dien wij verplegen, met al onze 1) Het eenige verschijnsel, dat ik u noem waar ik alle andere met opzet verzwijg. 17) „Waarom moest ik ook juist hier heen gaan, om opnieuw' aian hem herinnerd te worden", vroeg ze zich zelf vertoorn! af. „Zelfs mijn lieve lingsplekje heeft hij mij bedorven Ik heb niets dan ergernis door 'dien man. XII. Terwijl Lina's gemoed door de ge dachte aa.n Ortwin Diesendorf nog voortdurend verontrust werd, zat leze hiervan niets vermoedende cp de kamer van gra,vin Alexan drine aan de schrijftafel, en schreef den eenen brief na dep aioderen aa,n do verschillende rentmeesters. Het bleek de oude dame uitmuntend naar den zin, dat hij zijn nieuwe functie had aanvaard na zijn verblijf op Beikirchen. Zij Was zelfs de eenige op Rodecken geweest, die den jongen man bij zijn terugkeer uit Beikirchen met welwillende hartelijkheid ont vangen had. Zijn stiefvader had hem in bittere woorden verweten, dat hij geen ge- iiade had weten te yinden ia de O'Ogen der erfdochter Alexander Haalburg overlaadde hem met schijnbaar goed bedoelde, maa,r in den groad zeer kwetsende spotter nijen ever zijn zoogenaamd blauw tje en zelfs van de anders zoo stille Emma moest hij menige hatelijkheid slikken. Maar het ergst van allen had zijn eigen moeder het gemaakt. Ze had hem letterlijk overstelpt met verwij ten over zijn lichtzinnigheid en on handigheid; ze verklaarde onder tra nen, dat- ze heel het ongeluk van haar levin aan de Diesendorf''s te dan- ekn had, en dat dit zelfs nu nog piet cpbield. Het kostte den jongen man bijna b0 verimenschel jjke inspa'nloing cm tegenover deze grenzenloos bit tere ontboezemingen zijn kalmte te bewaren en den eerbied niet uit net cog te verliezen, dien hij aan zijn moeder verschuldigd w'as. Maar zijn kinderlijke liefde ging in deze oogen- blikken geheel verloren. En wie weet wat er niet gebeurd ware, als niet het binnentreden van tapte Alexan drine den woordenvloed van gravin Amelie plotseling onderbroken had. De oude dame moest ongetwijfeld de laatste woorden va,n Or twin's moeder verstaan hebben, en hare oogen waren ook nog niet zóó zwak, dat zc de teekenen van opwinding op gravin Amelie's gelaat niet be merkt zou hebben. Met- een spottend lachje keek ze haar nicht even u,an en wendde zich toen met wezenlijke hartelijkheid tot Ortwin. „Nu gij niet bij mij komt, jong- mensth", sprak z&, hem de hand biedend, „zit er voor mij, oude vrouw, niets anders op dan ma,ar naar jou toe te komen. Maar je be hoeft, je daarover niet te veront schuldigen. Ik kan me best begrijpen dat je papa. en mama, je na, je lange afwezigheid als met vriendelijkheid overstelpen, en je heelemaal niet aa,n mij willen afstaan." „U raadt de waarheid bijna", sprak Ortwin op bitteren toon. ,Ma.ar w'ees er zieker van, tante, dat ik bij u gekomen zou zijn, zoo,dra mama mij daartoe verlof ga,f." „Daar denkt, je mama intusschen voorfoopig no,g niet a.an. Het schijnt mij ten minste toe dat gravin Haal burg je nog heel wat te zeggen heeft over de domheden, die je daar ginds op Beikirchen hebt uitge haald." „Vat u mijn handelwijze dan óók al zoo op, gravin", vroeg Ortwin onaangenaam getroffen. „Och, naar mijn oordeel vraagt, j'e mama gewoonlijk niet, dat weet, je ook wel Zoo loopen bijvoorbeeld in de aangelegenheid, die We thans be spreken, hare en mijne wenschep e|o inzichten ver uit elkaar." „En het verbaast mij o>ok Volstrekt niet, dat te hooren", sprak gravin Haalburg met. van toorn bevende stem. „De zorg voor de toekomst van mij n zoon gaat u natuurlijk wei- 'nig aan het hart. Daarom bekom inert u er zich natuurlijk ook niet om, dat hij de kans op fortuin, die hem geboden werd, eenvoudig heeft laten voorbijgaan." ..Och, Amelie, ik zou me dat maar niet te zeer aantrekken", antwoordde gravin Alexandrine koeltjes. „D'a.t uw zoon het bezit, van rijkdommen niet wilde betalen met de achting voor zich zelf, kan hem slechts, tot eere strekken." „Natuurlijk, u. de rijke gravin Ro decken, bekijkt de zaak alleen van dien kant. Mei mijn zoon, die geen geld heeft, is het echter anders,. En dan nog de wetenschap, dat hij het eigenlijk is, die afgewezen werd." „Och kom, Amelie, 'dat gelooft gij evenmin als wie dan ook. Als, Ortwin gewild had, had hij immers -gemak kelijk dat platte,landsfreuletje kun nen veroveren!" „In dit, opzicht vergist u zich toch, waarde tante", antwoordde Ortwin. „Het is waar dat ik al spoedig tot de overtuiging gekomen was dat een huwelijk tusschen Lina von Hesz- born en mij voor beiden een opgei uk zou wezen. Maar de jongedame zelf was minstens even gauw tot die over tuiging gekomen als ik cn heeft op de meest energieke wijze doen blijken dat z:e niet de gemalin van graaf Die sendorf wilde worden." „Zeg eens, Ortwin", sprak Ide oude dame nu, zeer ernstig, „weet ge Wel ken indruk je woorden eigenlijk op mij maken? Het komt me voor dat ge den goeden naam dezer jongedame en de achting, dien haar vrienden, vclgens u haar schuldig zijn, tot iederen prijs wilt verdedigen des noods Zelfs- ten koste van je eigen reputatie „Die zou er toch moeilijk onder kuDnen lijden, tante, wanneer de volle waarheid over mijn verblijf op Beikirchen bekend werd. Deze be staat namelijk eenvoudig daarin, dat ik geen aanzoek gedaan heb om freule Caroline's hand en dus ook niet afgewezen werd. Het resultaat van mijn bezoek is geen ander ge weest dan dat wij beiden inzagen, niet voor elkander geschikt te zijn en elkaar dus geheel vreemd ge bleven zijn." „Hoor eens, Ortwin, je bént een brave kerel, en ik geloof dat je goed gehandeld hebt", sprak gravin Alexandrine. „Mijn belofte zal ik natuurlijk gestand doen en ge zult het dus iu het vervolg beter hebben dan vroeger. Morgen heb je nog Va cantia van mij, maar overmorgen gaan we weer aan het werk, hoor." Ortwin bemerkte al spoedig, dat de oude gravin geenszins v jorne- mens was hem de hoogere toelage te schenken. Hij moest er heel wat meer voor doen, en deed dat ook gaarne. Wel bemerkte hij, dat gravin Alexandrine voortdurend meer te vreden over hem werd. Hoe meer hij zich in ie hem opgedragen zaken inwerkte, hoe meer inzicht, hij kreeg in het bestuur van landgoederen e;n het beheer van bosschen en lande rijen. Wat ze hem zelfstandig liet afwerken, werd telkens nauwkeuri ger en degelijker in orde gebracht; voortdurend bleek meer zijn zaak kennis en doorzicht, en het was der gravin al eens voorgekomen, dat zij lij zich zelf sprak: „Als die jongen ook maar het kleinste stukje grond had, zou hij er nog wat van maken. Was Alexander maar zooals hij!" Van tijd tot tijd noodigde ze den jongen man uit, eenige dagen va- cantie te nemen en zelf op eepige harer landgoederen eens te gaan kij ken, ten einde zijn oordeel te ver ruimen. Zulke vacantiedagen bevie len Ortwin maar half. Het lange verlof dat hij voor de reis naar Bei kirchen geha-,1 had. deed hem slechts noode aan zijn militaire overheden opnieuw een dergelijk verzoek rich ten. Maar bovendien voelde hij zeer goed dat de beheerders van gravin Alexandrine's bezittingen hem slechts noode zagen komen. Intus schen, de gravin drong telkens weer op de vervulling van haar wenschen aan en Ortwin zag ook wel in. dat zfin bezoek aan le verschillende landgoederen, hoe weinig welkom dan ook, toch maar al te nuttig was voor gravin Alexandrine's be langen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5