TWEEDE BLAD.
R. K. Middenstands-
vereeniging
Markten.
Van alles wat!
Gemengde Buifsnlandsche berichten
In den strijd des
levens.
ZATERDAG 4 SEPT. IM>9.
onder patronaat van den H. Jozef,
te Haarlem,
afdeeling van „de Hanze", goed
gekeurd bij Bisschoppelijk besluit van
26 October 1907 en bij Konink
lijk besluit van 9 Mei 1908.
De Noordpool ontdekt.
BINNENLAND.
De Cholera en hare bestrijding.
FEUILLETON,
LEMSCHE CO
De R.-K. Middenstandsvereeniging
stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer
Statuten, de zedelijke en stoffelijke be
langen van den handeldrijvenden en
industrie el en Middenstand in het alge
meen, en van hare leden in het bij
zonder te behartigen, overeenkomstig
de beginselen van den "R.-K. Gods
dienst.
Nog slechts kort geleden opgericht
bracht zij reeds veel tot stand, en
toonde op velerlei wijzen het nut van
haar bestaan.
Zij voerde o.a. eene krachtige actie
tegen het verleenen van al te lang cre-
diet en de z.g. vliegende winkels; in
haar vergaderingen werden belangrijke
onderwerpen, als coöperatie, inkom
stenbelasting, arbeidscontract, enz. be
handeld;
boekhoudcursussen werden door
haar opgericht;
door hare bemiddeling werden de
feesten der Alg. Ned. Wielr. Bond den
vorigen zomer hier ter stede gevierd;
een onderlinge glasverzekering zal
weldra door haar tot stand komen;
op haar verzoek werden de le H.
Communiedagen in de verschillende
parochieën, zooveel mogelijk op uiteen
loop end e datums gesteld.
Dit en nog veel meer deed zij reeds
in het belang harer leden en van den
R.-K. Middenstand in het algemeen;
nog veel meer zou zij kunnen doen,
indien zij van de R.-K. Middenstan
ders krachtiger steun genoot, dan tot
dusver; indien nog meerderen zich bij
haar aansloten.
De betrekkelijk geringe contributie
van ƒ1.30 per 3 maanden kan ge,en
beletsel zijn.
Daarvoor hebben do leden bovendien,
doordat de Vereeniging aangesloten is
bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra
tis gelegenheid information in te win
nen; dubieuze posten ter incasseering
te geven aan het bestuur der H. H. V.
en rechtskundige adviezen betreffende
hunne zaken te vragen bij de advocaten
der H. H. V.
Het bestuur spoort daarom hiermede
alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid
denstanders aan, als Lid dezer nuttige
vereeniging toe te treden; zich niet
te laten weerhouden door de gedach
te, misschien onmiddellijk geen per
soonlijke winst te behalen, maar door
hun steun aan deze vereeniging te ge
ven, het goede doel der vereeniging
te helpen bevorderen en daardoor ook
middellijk hun eigen belangen beharti
gen.
Voor het Lidmaatschap kan men
zich aanmelden bij het Bestuur of bij
den Secretaris
C. A. M. JONCKBLOEDT Lz.
Lange Heerenstraat 24.
P.S. De vergaderingen zullen in de
agenda der „Officieele Kerklijst" wor
den bekend gemaakt.
HET BESTUUR.
[n de week van 6 Sept, tot 11 Sept.
Maandag. Alkmaar, Amsterdam,
Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn,
Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster
Beverwijk,Purmerend. WoensdagAm
sterdam, Bee nster, Enkhuizen, Haar
lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen,
Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar
lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scha
gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am
sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden.
Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen,
ZaterdagAlkmaar, Amsterdam, Edam,
Hoorn, Leiden.
XXXIV.
E. R„ IC. (Slot.)
Het initiatief tot ide E. Bi. K. is
uitgegaan van twee manneli, wier
antecedenten waarborgen zijla Vlat de
onderneming ook op' een gezoiaden fi-
nancieelen basis zal zijn gevestigd,
en ld,at ze in de pracitijk vruchten zal
'dragen.
JD'e heer H. J. Bodenstaff, oud-in
specteur van eerste klasse levlansver-
zeker ingmaatschapipijen in ons- lajadi,
en de heer J. P. VVj. Franke, admi
nistrateur van aanleg en beroep; heb
ben de E. E.. K. gesticht, waarvan op
23 Augustus, j.l. de definitieve acte
van oprichting is gepasseerd.
Het kapitaal f 100.000 is
reeds voor een groot deel geplaatst,
en de namen der commissarissen
(Graaf le Grelle, bankier te Delft,
Bi*. Keesom te Leiden, A. J. Schmier
firma Tombergh Co. te Haarlem,
Ridder de van der Sfihuercn, bankier
te Nijmegen, de ZeerEerw. Heer L.
Verhaag te Veitray en D'r.WYprna
te Haarlem) geven een wla,arborg van
securiteit, van vertrouwen en van
deskundig financieel toezicht, 'die
het commerciëele karakter der onder
neming ongetwijfeld op. veiligen
grondslag' plaatst.
Eerlang ziullen we in het openbaar
de reclamebiljetten en „showearts"
van de E. E,. K. zien hangen, tus-
schen twee haakjes, een prachtig en
smaakvol ontwerp' van onzen Katho
lieken kunstschilder Jan Dunselman.
En dan zal men daaropi lezen:
„met Kerkelijke goedkeuring van
het deel en Koninklijke goedkeuring
der statuten", want wat het eerste
bel reft: onze Hoogw. Bisschoppen
hebben het moreele doel der E. R. K.
bij gezamenlijk schrijven Van 3 Juli
van het vorige jaar goedgekeurd.
Zoo zal dan eerstdaags de E. E. K.
in werking treden. Aan het Klever-
park no. 67, heeft de maatschappij
haar kantoren, smaakvol doch
streng'-eenvoudig met eikenhouten
meubiileering voorzien, welke meu-
buleering is geleverd door de fir
ma, D-uijn alhier.
Het kruisbeeld siert er, op' katho
lieke wijze, den wand en ihet geheele
uiterlijk van het kantoor, niet in het
minst de omvangrijke stalen brand
kast van Lips, een onmisbaar meu
bel, spreekt van degeiijken opz'et- en
vertrc-uw baarheid-
In dit kantoor zullen de werk
zaamheden reeds de volgende week
beginnen, zullen de agetiten (voor
iedere parochie zoo mogelijk een,
want de organisatie is parochieel!)
werden aangesteld, zullen de fra,ai-
uitgevoerde blauwe en oranjekleu
rige polissen (respectievelijk voor
meisjes en jongens aldus afzonder
lijk gekleurd) worden afgeteekend,
zal de E. R. K. har1© zegenrijken ar
beid verrichten.
Over dien arbeid sprak ik in het
eerste artikeltje van gisteren al uit
voerig.
Laat mij nog eens herhalen dat
de E E.. K. dus de zedelijke wan
begrippen, die de katholieken op mo
reel gebied brengen tot afwijkingen,
bestrijden wil door wegneming van
de economische bezwaren, die ertoe
leiden.
En nu meene men Giet, dat de di
recteuren en opzichters dezer maat
schappij, dit unicum in de verzeke
ringswereld (want zulk een maat
schappij bestaat nog nergens!) heb
ben opgericht alléén om er een melk
koetje van te maken! Want, 'al mag
worden gehoopt dat de E. Ei. K.
eens een krachtige en voorname
maatschappij zal worden. op het
oogenblik is toch natuurlijk de, ri
sico* nog groot en de goede positie
die door de oprichters ten bate van
de nieuwe maatschappij' is opgege
ven, bewijst wel dat, materieel, voor
deel niet alleen en voornamelijk
voor hen geldt, maar dat het Katho
lieke doel der maatschappij hun
vooral ter harte gaat.
Mijn woordje over de E. R. K. is
gewerden een aanbeveling erva|a.
Ik kan het niet helpen.
Op technisch verztekeringsgebied
ben ik een vreemde, en waag ik me
-niet.
Maar ik heb de zaak vooral van
den moreelen kant bekeken, ep ieder
een zal het da n met me eens zijn, dat
we onze goede stad Haarlem mogen
gelukwensehen, de zetelplaats te zijn
van een onderneming, die zooveel
mcreel nut kan stichten op* den duur
in heel ons Roomsche vaderland, als
deze
De terugtocht van
Öe Pool.
Het verhaal van Dr. Cook's poolreis
eindigt, na het gisteren medegedeelde
omtrent het bereiken der Pool, met
de terugreis.
Dr. Cook meldt daaromtrent:
Nadat alle waarnemingen geschied
waren, de toestanden pp de Pool zorg
vuldig onderzocht en bestudeerd wa
ren, kwam een soort van intieme een-;
zaamheid over ons. Het was een woest,
plekje, waarnaar alle eeuwen door zoo,
velen hadden gestreefd, en waar wij.
thans stonden. Eindelooze velden van
ijs cn sneeuw, geen levend wezen, geen
land, geen plekje dat een afwisseling
brengt in de eentonige ijsvelden. Wij
waren, de eenige levende wezens in die
wereld van ijs en sneeuw.
Op 23 April begonnen wij den terug
tocht in Oostelijke richting. Spoedig
daarop waren wij gedwongen om een
meer westelijken, koers te nemen. Het
was prachtig weer, het ijs kon niet
beter, en dat alles, met dc blijde ge
dachte dat het langgezochte gevonden
was en we weer naar huis keerden,
stelde ons in staat om gedurende de
eerstvolgende dagen groote afstanden af
te leggen.
Beneden dc 87e parallel veranderde
het ijs sterk en werd het ons duide-,
lijk, dat het seizoen snel vorderde. Met
gröoten angst zagen wij onzen voorraad,
levensmiddelen schrikbarend slinken.
Wij begrepen, dat wij nog een lijdens
weg zouden moeten afleggen. Het hel
der blauw der lucht bleef voortdurend
grauw. Dan. volgden verscheidene da
gen van verschrikkelijke wanhoop. Ruk
winden kwamen opzetten, doch geluk
kig gingen deze telkens weer liggen.
Door voortdurend gebrek aan voedsel
konden wij niet op gunstiger weder
wachten. Eiken dag vorderden wij een
wéinigjë, maar de groote inspanning,
die dit werk ons kostte, putte onze
krachten bijna geheel en al uit.
Den 24en Mei klaarde de lucht juist
genoeg op, om ons gelegenheid te ge
ven tot observaties. Wij bereikten de
84e parallel bij den 97en meridiaan.
Het ijs was hier sterk verbrokkeld en
wij gingen oostwaarts, vele open plek-t
ken water achter ons latend. Er
bleef ons nauwelijks voedsel genoeg
over om onze stations op Nansen Sound!
te bereiken, tenzij wij vijftien mijl pei>
dag aflegden. Doch onze krachten scho
ten tekort, wij konden 't nauwelijks
lot 10 mijlen per dag brengen. Ter
wijl wij ons zoo goed mogelijk troost-|
ten zetten wij koers naiar de landen,
waar zich de muskusossen ophielden.
Toen wij de 83e parallel voorbij waren,
bevonden wij ons aan de westzijde van,
'n lange landstrook, die zich zuidwaarts
uitstrekte. Het ijs was in kleine vel
den verdeeld, de temperatuur klom tot
nul, doch een voortdurende mist be
lemmerde ons het uitzicht.
De volgende dagen gingen in harde
inspanning voorbij, terwijl wij slechts in
weinige regels ons lijden konden op-
teekenen. Het rantsoen voor menschen
en honden werd op drie vierden terug
gebracht, terwijl de moeilijkheden van
den tocht door het ijs haar hoogtepunt
bereikten. Gelukkig eindelijk, na een
worsteling van twintig dagen door
dichten mist, klaarde de lucht op en
bevonden wij ons ver afgezakt in de
Kroonprins Gustaaf-zee, met een open
vaarwater en opgehoopte stukken ijs,
als een slagboom tusschen ons en Hei
berg Island.
In de volgende dagen ontmoetten wij
beren. Dat waren onze redders. De le
dige maag werd gevuld en de horizon
was voor een tijdje schoongeveegd van
rampen, maar wij hadden nog moeilijk
heden! met de strooming, die ongeluk
kigerwijze westelijk was.
Wij trachtten nu de beweging van het
ijs zuidwaarts naar Lancaster Sound te
volgen, waar wij in begin van Juli ecni
Schotschen walvisehvaarder hoopten te:
ontmoeten. Verder zuidwaarts door te
dringen werd onmogelijk en op zoek
naar voedsel kruisten wij Firth Devon
tot Jonas Sound. Daar werden de hon
den vrijgelaten.
Met boot en slede trachtten wij Baf
fin's Baai te bereiken. Een enkelen,
keer schoten we een vogel, die ons1
tot voedsel diende. Na heel wat onge
lukken, trokken wij oostwaarts, totdat
de September-vorst het verder gaan be
lette.
Zonder voedsel, zonder Brandstof en
zonder ammunitie waren wij gedwongen
wintervoorraad op te doen in eene om
geving, die eerst een levenlooze woes
tijn geleek. Door honger genoodzaakt
vonden wij nieuwe hulpmiddelen uit.
Cape Sparbo werd uitgekozen als een
plaats waar wij naar allen schijn aenig
levend wezen zouden vinden en wij
gingen op jacht.
Met pijl en boog, met hengel, lans en
mes togen wij uit, en muskus, os, beer
en wolf leverden ons voedsel, huiden en
vet. Wij richtten een hol tot verblijf
plaats in cn verbleven daar tot de zon'
van 1909 hoven den horizon kwam.
Op 18 Februari werd de tocht aange
vangen naar Annootok. De kusten van
Groenland bereikten wij den 15en April.
Hier werden wij begroet door mr. Harry
Whitney en een angstige groep be
vriende Eskimo's.
Om snel den terugtocht te kunnen
doen, zette ik zuidwaarts koers naar
de Deensche nederzetting en bereikte
Upernivik, den 21 en Mei 1909.
Gezondheid der kinderen in
een groote stad.
Dat groote steden ongunstig inwerken
op de lichamelijke ontwikkeling der kin
deren, is bekend. Duidelijk treedt dit
weer aan den dag in het rapport der
Berlijnsche schoolartsen over het afge-
loopen jaar. 34883 kinderen, die voor
het eerst op de schoolbanken plaats
namen, werden door de schoolartsen
onderzocht; daarvan werden 3027 af
gewezen en 8176 in geneeskundige ob
servatie genomen. Bijna een derde
(32.51 pCt.) der Berlijnsche schooljeugd
van het eerste leerjaar was ziek of
ziekelijk. Nog ongunstiger zijn de cij
fers, die door een schoolarts na onder
zoek van 2700 Berlijner schoolkinderen
werden vastgesteld. Slechts 42.7 pCt.
der jongens en 39.1 pCt. der meisjes,
waren goed of bevredigend gevoed; bij
alle anderen werd geconstateerd, dat
de voeding onvoldoende was. Daaruit
mag niet worden afgeleid, dat deze kin
deren te weinig voedsel ontvingen; ver
scheidene malen kon bewezen worden,
dat geschikt en somtijds rijkelijk voed
sel verstrekt werd; desniettemin zagen
de kinderen er ellendig uit!" merkt de.
bovengenoemde schoolarts aan. D e
trek naar de stad is dus volstrekt
niet in het belang der jeugd.
De lotgevallen van een stuk
rookvlees© li,
of do genoegens van het Duitschc dou
anesysteem, zou men als ondertitel
voor de volgende tolkomedie kunnen
gebruiken.
Een inzender deelt in de „Frank
furter Zeitung" het verhaal aldus
mede:
„Van ceti mijner vrienden in Neder
land kreeg ik, bij mijn jongste verblijf,
een stuk rookvleesch ten geschenke, en
ik verzuimde niet het aan de grens te
declareeren. Het vleesch werd gewo
gen, het woog 3i/s K.G., toen kreeg ik
de mededeeling, dat het door de douane
zou worden opgezonden naar mijn
plaats, Keulen, ter onderzoeking.
„Den volgenden dag kreeg ik de me
dedeeling, dat het vleesch voor mij was
aangekomen. Ik zond mijn knecht naar
het station om het af te halen, maar
deze bracht de mededeeling terug: dat
vleesch in hoeveelheden beneden 4 K.G.
niet mocht worden ingevoerd. Derhalve
was het vleesch teruggezonden naar het
grensstation .Twee dager later kreeg ik
van het grensstation een bericht, dat
ik moest mededeelen of het vleesch
aan den afzender in Nederland moest
worden teruggezonden (in dat geval
moest ik 1.85 M. kosten betalen)of dat ft
vleesch moest worden vernietigd. Daar
ik mij liefst zelf met die vernietiging
wilde belasten, maar met de officieele
vernietiging niet accoord ging, gaf ik
last het vleesch terug te zenden naar
Nederland, en bij mij over de kosten
te disponeeren.
„Maar tevens schreef ik aan de spoor
wegdirectie een verzoek, om terugbe
taling van de onrechtmatig geheven Mk.
1.85, daar men aan het grensstation ook
had moeten weten, dat vleesch niet in
hoeveelheden beneden 4 K.G. mocht
worden ingevoerd, zoodat het daar had
moeten worden teruggezonden, en men
mij de vracht voor het onnoodig heen
en weerzenden niet had behoeven te la
ten betalen.
„Veertien dagen later kreeg ik een
brief van de spoorwegdirectie, waar
in zij mij schreef, dat het vleesch, bij
het wegen aan de grenzen, 4 K.G. had
gewogen, maar dat het op de reis naar
Keulen 1/2 K.G. ingedroogd moest zijn,
als het te Keulen slechts 31/2 K.G. had
gewogen! Ik kan u verzekeren, dat ik
over dit antwoord sprakeloos was: ik
schreef aan de spoorwegdirectie, dat ik
er persoonlijk bij geweest was, toen
het vleesch aan de grenzen gewogen
werd; het woog toen 31/2 K.G., wat ik
desnoods onder eede kon bevestigen.
Op dien grond verzocht ik nogmaals
de terugbetaling van de onrechtmatig
geheven Mk. 1.85. Veertien dagen later
kreeg ik bericht, dat mij die zouden
worden terugbetaald.
„Intusschen had ik mijn vriend in
Nederland verzocht het gewicht van het
rookvleesch aan te vullen tot 4 K.G.
en het mij dan met de post toe te
zenden. Aan dat verzoek werd vol
daan; ik kreeg weer een bericht, dat
vleesch voor mij was aangekomen, en
zond mijn knecht om het te halen.
„Maar de man kwam weer terug,
natuurlijk zonder vleesch! Hij bracht
de boodschap mede, dat het vleesch
eerst onderzocht moest worden. Na
verloop van eenigen tijd kwam een post
bode aan mijn kantoor, om het adres,
dat bij het paket behoorde, terug te
krijgen. Op mijn vraag waarom, kreeg
ik ten antwoord
„Het vleesch moet weder naar Neder
land worden teruggezonden, omdat het
in twee stukken is, en ieder stuk afzon
derlijk minder dan 4 K.G. weegt."
„Zoo kreeg ik nogmaals mijn rook
vleesch niet! Dat zijn de genoegelijke
gevolgen van het Duitsche toltarief."
In 'deze dagen der (holeragevallen
stelt, men zich dikwerf de vraag,
hoe het toch komt, dat de eene
mensch zoo vatbaar Voor de ziekte is
en de andere niet.
Een antwoord op deze vraag vin
den we in de brochure van dokter
Oct mar, waarvan we reeds een en
ander meedeelden.
Na- al hetgeen onze medewerker
F. ideze week reeds over cholera mee
deelde, kan een aanhaling uit ge
melde brochure wel als vervolg die
nen
„Ons lichaam is niet weerloos Het
kan, als de gevreesde vijand is bin
nengedrongen op velerlei wijze weer
stand bieden. Allereerst is ons maag
sap van buitengewoon groot gewicht.
Foor het zUre maagsap worden de
bacteriën snel gedood, en zelfs wan
neer wij dus voedsel met cholera-bac-
teriën nuttigen, kunpen ideze in onze
maag onschadelijk gemaakt Worden.
Ze kunnen het. worden,wis
weet, of er niet door bepaalde om
standigheden minder krachtig maag
sap aanwezig was en de bacteriën
niet gedood, maar in stede daarvan
slechts wat verzwakt werden. Zoo
straks komen deze, als ze de maag
verlaten, in ons darmenkanaal, waar
geen zuren meer aanwezig zijn, doch
in plaats daarvan een ander vocht is,
waarin de cholerarvibrionen zich al
lersnelst kunnen ontwikkelen.
Een feit is het, dat zoo gauw een
dier voedsel met cholerabacteriën be
smet op eet, het, als het ziek wordt,
de onloochenbare verschijnselen va.»
chclera krijgt. "Welnu, weet ge, wan
neer het ziek werd Wanneer men te
veren het zure maagsap door che
mische middelen ontzuurd had. Deed
men dit- niet, dan bleef het dier van
de ziekte verschoond.
Doch nog op andere wijze was
het mogelijk het dier de besmetting
te bezorgen. Oververmoeidheid, het
blootstellen aan tal van schadelijk
heden, doet het de ziekte verkrijgen.
En nu de mensch. O, er is wellicht
geen wezen, dat zich eerder en liever
bedriegt dan de mensch.
Is hij vermoeid, hij denki aan geen
rusten, Joch neemt prikkelende mid
delen om de vermoeidheid te ver
drijven. Gevoelt hij zijn leden als
met loomheid geslagen, dan neemt
hij opwekkende middelen in stede
van de hoognoodigc rust
in weerwil van de meest onloo
chenbare feiten, die er op wijzen, dat
de alcohol schaadt, gebruikt hij al
cohol; hij schaadt zijn hart, ziin nie
ren, zijn bloei. Tabak verschaft hem
genet, het deert hem niet. Zoo heet
het. Maar wie zal bewijzen, dai het
lichaam zijn heerlijke cngereplheid
behouden heeft
Alcchol schaadde zijn hart, zijn
bloei.
Zijn bloed. O, gij weet het, hoe dit
als het. ware den landstorm vormt,
wanneer ens lichaam bedreigd wordt-
De vestingeu waren door den vijand
genomen. De bacteriën, de cholera-
vibricncn, werden niet vernietigd
door het maagsa p en dieper drong de
vijand het sidderend land binnen.
Maar nauwelijks binnengedrongen,
komt van heinde en ver hulpe opda
gen. In het bloed zweven cellen ro,ad,
klein en vaag van vorm, witte bloed
cellen genaamd. Zc gaan het gansche
lichaam door en kruipen door de
dunne fclcedvaatwanden. Nauwelijks
is de vijand binneu gekomen, of van
alle oorden komen ze aanstormen,
naar het bedreigde gebied. De cho-
lera-baeteriën in den darm zien zich
plotseling omringd door tal van wit
te biceicellen. Met alle macht wer
pen ze zich cp de vibrionen. Wel
trachten deze ze 'te ontgaan, door
slingeringen met hun komma-vormig
lijlje. doch dra zijn ze overmeesterd
door de witte bloeicel, die de bac
terie omsingelt, haar opneemt in
haar week vormloos lijf, om haar
straks, geheel verteerd, uit te schei
den.
Maar nog trachtte het lichaam
zich te weren. Als wist het- dat de
bacteriën geen hoogere temperatuur
da-n die van het lichaam ongestraft
verdragen, gaat het ijlings deze ver
in oogen: de lijder begint te koortsen,
de vermenigvuldiging der bacteriën
wordt gestremd; door afscheiding
van massa's vocht in den darm,
tracht het lichaam ie hoosdoeners
te verjagen, iiarrhee 1) treedt al
meer en meer op, tot.het lichaam
den cngelijken strijd opgeeft en le
bacteriën, de vibrionen zegevieren
en de dool als verlosser komt.
Het lichaam, 0, hoe is her onze
plicht, dit zoo krachtig mogelijk te
houden. Uitspattingen zijn verre va 1
ens, de prikkels, die het moede li
chaam tot nog meerdere werkzaam
heden opzweepen, *worden geweerd
Geen alkchol worde het lichaam toe
gevoerd, als ware het om zijn waak
zaamheid te verslappen.
Alle maatregelen om d?n vijand te
weren worden genomen. Gee r ver
koelende dranken beleedigen, scha
den ons darmkanaal, geen overma
tige arbeid vermoeie ons lichaam.
[Wij vreezen niet alleen ien lijder,
dien wij verplegen, met al onze
1) Het eenige verschijnsel, dat ik
u noem waar ik alle andere met
opzet verzwijg.
17)
„Waarom moest ik ook juist hier
heen gaan, om opnieuw' aian hem
herinnerd te worden", vroeg ze zich
zelf vertoorn! af. „Zelfs mijn lieve
lingsplekje heeft hij mij bedorven
Ik heb niets dan ergernis door 'dien
man.
XII.
Terwijl Lina's gemoed door de ge
dachte aa.n Ortwin Diesendorf nog
voortdurend verontrust werd, zat
leze hiervan niets vermoedende
cp de kamer van gra,vin Alexan
drine aan de schrijftafel, en schreef
den eenen brief na dep aioderen aa,n
do verschillende rentmeesters. Het
bleek de oude dame uitmuntend naar
den zin, dat hij zijn nieuwe functie
had aanvaard na zijn verblijf op
Beikirchen. Zij Was zelfs de eenige
op Rodecken geweest, die den jongen
man bij zijn terugkeer uit Beikirchen
met welwillende hartelijkheid ont
vangen had.
Zijn stiefvader had hem in bittere
woorden verweten, dat hij geen ge-
iiade had weten te yinden ia de
O'Ogen der erfdochter Alexander
Haalburg overlaadde hem met
schijnbaar goed bedoelde, maa,r in
den groad zeer kwetsende spotter
nijen ever zijn zoogenaamd blauw
tje en zelfs van de anders zoo stille
Emma moest hij menige hatelijkheid
slikken.
Maar het ergst van allen had zijn
eigen moeder het gemaakt. Ze had
hem letterlijk overstelpt met verwij
ten over zijn lichtzinnigheid en on
handigheid; ze verklaarde onder tra
nen, dat- ze heel het ongeluk van
haar levin aan de Diesendorf''s te dan-
ekn had, en dat dit zelfs nu nog piet
cpbield. Het kostte den jongen man
bijna b0 verimenschel jjke inspa'nloing
cm tegenover deze grenzenloos bit
tere ontboezemingen zijn kalmte te
bewaren en den eerbied niet uit net
cog te verliezen, dien hij aan zijn
moeder verschuldigd w'as. Maar zijn
kinderlijke liefde ging in deze oogen-
blikken geheel verloren. En wie weet
wat er niet gebeurd ware, als niet
het binnentreden van tapte Alexan
drine den woordenvloed van gravin
Amelie plotseling onderbroken had.
De oude dame moest ongetwijfeld
de laatste woorden va,n Or twin's
moeder verstaan hebben, en hare
oogen waren ook nog niet zóó zwak,
dat zc de teekenen van opwinding
op gravin Amelie's gelaat niet be
merkt zou hebben. Met- een spottend
lachje keek ze haar nicht even u,an
en wendde zich toen met wezenlijke
hartelijkheid tot Ortwin.
„Nu gij niet bij mij komt, jong-
mensth", sprak z&, hem de hand
biedend, „zit er voor mij, oude
vrouw, niets anders op dan ma,ar
naar jou toe te komen. Maar je be
hoeft, je daarover niet te veront
schuldigen. Ik kan me best begrijpen
dat je papa. en mama, je na, je lange
afwezigheid als met vriendelijkheid
overstelpen, en je heelemaal niet aa,n
mij willen afstaan."
„U raadt de waarheid bijna",
sprak Ortwin op bitteren toon.
,Ma.ar w'ees er zieker van, tante, dat
ik bij u gekomen zou zijn, zoo,dra
mama mij daartoe verlof ga,f."
„Daar denkt, je mama intusschen
voorfoopig no,g niet a.an. Het schijnt
mij ten minste toe dat gravin Haal
burg je nog heel wat te zeggen
heeft over de domheden, die je daar
ginds op Beikirchen hebt uitge
haald."
„Vat u mijn handelwijze dan óók
al zoo op, gravin", vroeg Ortwin
onaangenaam getroffen.
„Och, naar mijn oordeel vraagt, j'e
mama gewoonlijk niet, dat weet, je
ook wel Zoo loopen bijvoorbeeld in
de aangelegenheid, die We thans be
spreken, hare en mijne wenschep e|o
inzichten ver uit elkaar."
„En het verbaast mij o>ok Volstrekt
niet, dat te hooren", sprak gravin
Haalburg met. van toorn bevende
stem. „De zorg voor de toekomst
van mij n zoon gaat u natuurlijk wei-
'nig aan het hart. Daarom bekom
inert u er zich natuurlijk ook niet
om, dat hij de kans op fortuin, die
hem geboden werd, eenvoudig heeft
laten voorbijgaan."
..Och, Amelie, ik zou me dat maar
niet te zeer aantrekken", antwoordde
gravin Alexandrine koeltjes. „D'a.t
uw zoon het bezit, van rijkdommen
niet wilde betalen met de achting
voor zich zelf, kan hem slechts, tot
eere strekken."
„Natuurlijk, u. de rijke gravin Ro
decken, bekijkt de zaak alleen van
dien kant. Mei mijn zoon, die geen
geld heeft, is het echter anders,. En
dan nog de wetenschap, dat hij het
eigenlijk is, die afgewezen werd."
„Och kom, Amelie, 'dat gelooft gij
evenmin als wie dan ook. Als, Ortwin
gewild had, had hij immers -gemak
kelijk dat platte,landsfreuletje kun
nen veroveren!"
„In dit, opzicht vergist u zich toch,
waarde tante", antwoordde Ortwin.
„Het is waar dat ik al spoedig tot
de overtuiging gekomen was dat een
huwelijk tusschen Lina von Hesz-
born en mij voor beiden een opgei uk
zou wezen. Maar de jongedame zelf
was minstens even gauw tot die over
tuiging gekomen als ik cn heeft op
de meest energieke wijze doen blijken
dat z:e niet de gemalin van graaf Die
sendorf wilde worden."
„Zeg eens, Ortwin", sprak Ide oude
dame nu, zeer ernstig, „weet ge Wel
ken indruk je woorden eigenlijk op
mij maken? Het komt me voor dat
ge den goeden naam dezer jongedame
en de achting, dien haar vrienden,
vclgens u haar schuldig zijn, tot
iederen prijs wilt verdedigen des
noods Zelfs- ten koste van je eigen
reputatie
„Die zou er toch moeilijk onder
kuDnen lijden, tante, wanneer de
volle waarheid over mijn verblijf op
Beikirchen bekend werd. Deze be
staat namelijk eenvoudig daarin, dat
ik geen aanzoek gedaan heb om
freule Caroline's hand en dus ook
niet afgewezen werd. Het resultaat
van mijn bezoek is geen ander ge
weest dan dat wij beiden inzagen,
niet voor elkander geschikt te zijn
en elkaar dus geheel vreemd ge
bleven zijn."
„Hoor eens, Ortwin, je bént een
brave kerel, en ik geloof dat je goed
gehandeld hebt", sprak gravin
Alexandrine. „Mijn belofte zal ik
natuurlijk gestand doen en ge zult
het dus iu het vervolg beter hebben
dan vroeger. Morgen heb je nog Va
cantia van mij, maar overmorgen
gaan we weer aan het werk, hoor."
Ortwin bemerkte al spoedig, dat
de oude gravin geenszins v jorne-
mens was hem de hoogere toelage te
schenken. Hij moest er heel wat
meer voor doen, en deed dat ook
gaarne. Wel bemerkte hij, dat gravin
Alexandrine voortdurend meer te
vreden over hem werd. Hoe meer hij
zich in ie hem opgedragen zaken
inwerkte, hoe meer inzicht, hij kreeg
in het bestuur van landgoederen e;n
het beheer van bosschen en lande
rijen. Wat ze hem zelfstandig liet
afwerken, werd telkens nauwkeuri
ger en degelijker in orde gebracht;
voortdurend bleek meer zijn zaak
kennis en doorzicht, en het was der
gravin al eens voorgekomen, dat zij
lij zich zelf sprak: „Als die jongen
ook maar het kleinste stukje grond
had, zou hij er nog wat van maken.
Was Alexander maar zooals hij!"
Van tijd tot tijd noodigde ze den
jongen man uit, eenige dagen va-
cantie te nemen en zelf op eepige
harer landgoederen eens te gaan kij
ken, ten einde zijn oordeel te ver
ruimen. Zulke vacantiedagen bevie
len Ortwin maar half. Het lange
verlof dat hij voor de reis naar Bei
kirchen geha-,1 had. deed hem slechts
noode aan zijn militaire overheden
opnieuw een dergelijk verzoek rich
ten. Maar bovendien voelde hij zeer
goed dat de beheerders van gravin
Alexandrine's bezittingen hem
slechts noode zagen komen. Intus
schen, de gravin drong telkens weer
op de vervulling van haar wenschen
aan en Ortwin zag ook wel in. dat
zfin bezoek aan le verschillende
landgoederen, hoe weinig welkom
dan ook, toch maar al te nuttig
was voor gravin Alexandrine's be
langen.
Wordt vervolgd.)