TWEEDE BLAD. R. K. Middenstands- vereeniging Markten. Armenzorg. Van alles wat! In den sf nijd des levens. Gemengde Buitenlandsche berichten ZATERDaC II SEPT. 1909. loog Br. bij onder patronaat van den H. Jozef, te Haarlem, afdeeling van „de Hanze", goed gekeurd bij Bisschoppelijk besluit van 26 October 1907 en bij Konink lijk besluit van 9 Mei I908. De R.-K. Middenstandsvereeniging stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer Statuten, de zedelijke en stoffelijke be langen van den handeldrij venden en induslriëelen Middenstand in het alge meen, en van hare leden in het bij zonder te behartigen, overeenkomstig de beginselen van den Tt.-K. Gods dienst. Nog slechts kort geleden opgericht bracht zij reeds veel tot stand, en toonde op velerlei wijzen het nut van haar bestaan. Zij voerde o.a. eene krachtige actie tegen het verleenen van al te lang cre- diet en de z.g. vliegende winkels; in haar vergaderingen werden belangrijke onderwerpen, als coöperatie, inkom stenbelasting, arbeidscontract, enz. be handeld boekhoudcursussen werden door haar opgericht; door hare bemiddeling werden de feesten der Alg. Ned. Wielr. Bond den yorigen zomer hier ter stede gevierd; een onderlinge glasverzekering zal weldra door haar tot stand kómen; op haar verzoek werden de le H. Communiedagen in de verschillende parochieën, zooveel mogelijk op uiteen- loopende datums gesteld. Dit en nog veel meer deed zij reeds in het belang harer leden en van den R.-K. Middenstand in het algemeen; nog veel meer zou zij kunnen doen, indien zij van de R.-K. Middenstan ders krachtiger steun genoot, dan tot dusver; indien nog meerderen zich bij haar aansloten. De betrekkelijk geringe contributie van f 1.30 per 3 maanden kan geen beletsel zijn. Daarvoor hebben de leden bovendien, doordat de Vereeniging aangesloten is bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra tis gelegenheid informatiën in te win nen; dubieuze posten ter incasseering te geven aan het bestuur der H. H. V. on rechtskundige adviezen betreffende hunne zaken te vragen bij de advocaten der H. H. V. Het bestuur spoort daarom hiermede alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid denstanders aan, als Lid dezer nuttige vereeniging toe te treden; zich niet te laten weerhouden door de gedach te, misschien onmiddellijk geen per soonlijke winst te behalen, maar door hun steun aan deze vereeniging te ge ven, het goede doel der vereeniging te helpen bevorderen en daardoor ook middellijk hun eigen belangen beharti gen. Voor het Lidmaatschap kan men zich aanmelden bij het Bestuur of bij den Secretaris C. A. M. JONCKBLOEDT Lz. Lange Heerenstraat 24. P.S. De vergaderingen zullen in de agenda der „Ofiicieele Kerklijst" wor den bekend gemaakt. HET BESTUUR. fn de week van 13 Sept. tot 18 Sept. Maandag. Alkmaar, Amsterdam, Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn, Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster Beverwijk, Purmerend. Woensdag, Am sterdam, Beemster, Enkhuizen, Haar lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen, Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar lemmermeer, Hoorn. Purmerend, Scha- gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden. Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen, Saterdag, Alkmaar, Amsterdam, Edam", Hoorn, Leiden. Te Rotterdam is deze week gehou den een congres van de Ned. Vereeni ging voor Armenzorg en weldadigheid. Conclusiëu zijn er op dit coügres niet gesteld, en resoluties zijn er Diet aangenomen. De debatten waren niet begonneD, om de vergadering eensge zind op een conclusie te sluiten, maar hadden meer ten doel, voorlichting te verschaffen en nieuwe gezichtspunten te openen. En inderdaad is dat geschied. Wij hebben b.v. uit het. praeadvies van den heer Everts een nieuwen kijk gekregen op den werkkring van de overheid inzake armenzorg. Tot heden toch laat men algemeen de meeDing gelden, dat de taak der overheid bij de Armenzorg zich be palen moet tot, het brengen van hulp diar, waar de particuliere armenzorg het niet kan of wil doen. Een arme die steun krijgt van kerk of particuliere inrichting, wordt niet door de overheid geholpen. Zoo is de regel. De heer Everts echter vatte de be paling omtrent de aanvullende taak der overheid anders op. Hij zeide dat de overheid moet aanvullen dat gene wat de particuliere armenzorg te kort komt, om den armen een voldoend onderhoud te geven. Wanneer dus de kerkelijke armen kasten b.v.naar beste vermogen hunnen armen een ondersteuning geveD, doch niet genoeg voor levensonderhoud, dan moet de overheid bijslag doen totdat in het behoorlijke onderhoud wordt voorzien. Dit is dunkt ons voor velen al een nieuw gezichtspunt in de kwestie der armenzorg. Een ander punt is de bespreking, die gevoerd is over de totstandko ming van een nieuwe Armenwet. De „Nieuwe Courant" heeft hier op gewezen. Vooral de heer G. H. Hint zen van Rotterdam, liet zich, naar dit blad opmerkt, nogal beslist uit: hij ver klaarde, dat de tijd voor het tot stand komen van een nieuw© Ar menwet thans gunstig is, gezien de huidige politieke constellatie. Trouwens ook andere uitlatingen, bij de gedachtenwisseling gehoord, gaven den indruk, dat het geen ijde- le woorden waren door den voorzit ter gesproken, dat men n.l. langs officieelen weg' blijken van instem ming mocht ontvangen. Bedriegen de voorteekenen dus niet dan staat ons van den wetgever op het gebied van armenzlorg binnen: kort iets te wachten. Stellig geen wetswijziging, want dan haid het con gres van Armenzorg in behandeling genomen de punten waartoe de wets wijziging zich zou bepalen en niet de hoofdkwesties, waaromtrent het nuttig geacht werd voor- en tegen standers nog eens te hooren. Dus mag een nieuw wetsontwerp) betref fende de armenzorg verwacht wor den. Dat zou dan reeds naiar de „N. O." vernam in de. aanstaande Troonrede aangekondigd worden. Hoe dat ontwerp er uit zal zien Daarbij hebben we stellig te letten naar de vingerwijzing van den heer Hintzen op de huidige poli tieke constellatie. dVat dus het antwoord op de vraag„jWjelke is de taak der over heid inzake armenzorg", betreft, is er geen overheexsching van over- heidsarmenzorg te wachten en zal deze wei als taak krijgen aanvul lend en misschien ook leidend op te treden, tevens aan particuliere en kerkelijke armenzorg' zoo noodig ten voorbeeld strekkend. Omtrent het tweede punt, dat ten congresse behandeld werd „Inrich ting en werkkring van plaatselijke armenraden" valt slechts dit te zeg gen, dat het instituut der armen raden vermoedelijk niet los van de bestaande liefdadigheidsinstellin gen, noch als daarbovens,taande in het wetsontwerp te vinden zal zijn, maar een functie zal verkrijgen, niet ongelijk aan die der Ned. Vereeni ging voor Armenzorg en [Weldadig heid: op te treden in het belang van samenwerking en onderling overleg. Echter valt er oVer inhoud en strekking van een te verwachten wetsontwerp niet anders dan ver- onderstellenderwijs te schrijven daar het nog in het allereerste sta dium van voorbereiding is. XXXVII. Op bezoek in de Maria-Stichting. Een grootsch monument van de katholieke Charitas is het mooie, moderne, uitgestrekte ziekenhuis der Eerw. zusters Franciskanessen aan de Kamperlaan. Rustig en voornaam, aan alle kan ten uitziende op 't groen der boomen, zoo weldadig voor het oog, vlak bij de stad en toch zoo stil en wel- doend-kalm, is de Maria-Sticbting een merkwaardig bewijs van verlerlei van den h.oogen trap die de moderne geneeskunst heeft bereikt, van de zelfopoff'erde en dienende liefde, die in het edele werk der Zusters-ziekenver- pleegsters zoo heerlijk uitkomt, van den godsdienstzin en de vrijge vigheid van zoovelen die mede de stichting van dit huis hebben moge lijk gemaakt... En dat ik er een bezoek mocht brengen, dat de Eerwaarde Overste alle deuren voor mij openstelde en een vriendelijke gids op de meest welwillende wijze voor den nieuws gierigen bezoeker tijd noch moeite ont zag om hem rond te leiden, stemt mij dankbaar en blijde, omdat ik daardoor gelegenheid heb gekregen, de Maria-Stichting en wat zij is, aan nóg meerderen bekend te maken De kennismaking met een zieken huis is voor velen nog een schrikbeeld Eu tochsinds de wetenschap méér doordringt, dat men niet zooals vroeger, naar het ziekenhuis gaat om dat er thuis geen hoop meer is, maar dat men er zijn intrek neemt omdat de hygiënische en zorgvuldige ver pleging bij elke ziekte 't voornaamste is van al, afgescheiden nog van chirurgische behandeling, die in huis Dooit voldoende kan geschieden, sinds dien tijd is bet schrikbeeld van het ziekenhuis wel veel minder ge worden. Zoovelen, wier betrekkingen, vrien den of huisgenooten, patiënten zijn geweest in een ziekenhuis, zijn daar mee vertrouwd geraakt en ze zieD tegen het ziekenhuis al heel anders op dan vroeger. En vooral met de Maria-Stichting is dat bet geval 1 Is dat geen naargeestig werk, een Ziekenhuis, de plaats van zooveel ellende, te moeten beschrijven?vroeg mij de vriendelijke Zuster, die me rondleidde. En ik zeg nü met ndg meer recht dan toeD, in antwoord op die vraag n e e n 1 Zeker is het geen naargeestig werk, dit werkelijk fraaie, dit (de qualificatie is niet te stout I) dit vriendelijke ziekenhuis, de Maria- Stichting, te bezoeken. Daar leeft, door de hooge raroeD en in de hooge zalen, door veel licht en lucht, door nauwgezette reinheid, door aangenaam comfort en gezellige deftigheid, een geest van blijmoedig heid in de Maria-Stichting, die elk akelig denkbeeld van de ellende die aan een ziekenhuis toch eigen is, in u wegvaagt. Dezelfde blijmoedige geest weikon ge ziet op het gelaat der Zusters, die bij de grootste pijn en de zwaarste smart een opwekkend woordje weten te plaatsen, dat den zieke verkwikt, die in en door den geest der zelfop offerende liefde ook in het meest- terugstootende werk van hunne moeie lijke maar verdienstenvolle levenstaak de heilige blijmoedigheid nietverliezen, die het teeken is van een ziel zonder bekommernissen, diezelfde opge wektheid is er in dit heele huis. Of ge komt in de deftige kamers, waar de gefortuneerden en lieden van hoogen stand worden verpleegdof ge rond gaat in de meer eenvoudige maar aan de strengste eischen der hygiëne immer voldoende vertrekken waar alleen, met twee of met drie (naar de klasse van betaling), de zie ken genezing zoeken en gelukkig zoo vaak ook vindenof dat ge de luch tige. hooge, mooie zalen ziet, waar be daagden, mannen, vrouwen en kin deren met velen op één zaal worden ver pleegd, overal treft het u dat in dit buis ontbreekt het sombere, het gedrukte, het fatale, dat menschen- smart en menschenwèe toch haast vanzelf om zich heen hebben. Komt dat door de inrichting vaD het gebouw? Of door het blijmoedige voorbeeld der vijf-en-zestig zusters, die met behulp van een klein dienst personeel en eenige aan hunne zor- geu ter opleidiüg toevertrouwde meis jes, alles in het omvangrijke ziekenhuis beredderen, zoowel den verplegings dienst als den dienst in de keukens en alles wat daarbij hoort Ik weet het niet te zeggen ik denk door beide Komt men de wijde 'vestibule Md- nen, waar links de zusters-portiersters, die tevens den reusachtigeu admini stratieven dienst bezorgen van de stichting, hun vertrekken hebben, met een nachtcel voor de zuster, die aan telefoon en voorpoort waakt, dan opent zich het heele gebouw met de wijde vleugels links en rechts al opeens voor u. Daar zijn rechts de eerste en tweede klasse-kamers, waar de tarieven, (vanaf salon en slaapkamer voor f7,50 per dag) afwisselen: voor f5.f3.50, 2 50 of 1 75 per dag wordt men hier verpleegd, behalve de kosten van ge neesheer, geneesmiddelen en extra's Links liggen de derde klasse zalen: drie verdiepingen hoog, mannen-, vrouwen- en kinderzalen, voor grootere en kleinere kinderen afzonderlijk, die allen voor f 1.per dag met inbe grip van alles worden verpleegd, ter wijl daarachter, op het warme Zuiden, een ruime lighal is uitgebouwd, waar zon en lucht en warmte vrijen toegang hebbeD, en de herstellende lijders mannen en vrouwen der derde klasse, volop van de frissche buitenlucht kun nen genieten, wanneer het wêsr dat toelaat. Daar beneden hebben de Zusters hnD stemmigen, eenvoudigen refter, waar een lezenaar de plaats aanwijst voor de geestelijke lezing, die onder het nutti gen van het lichamelijk voedsel tevens den geest verkwikt en opheft. Daar is, in dien vleugel, ook een sombere, met zware grendels voorziene ruimte, waar blauw licht alleen in doordringt en kale muren en een enkele matras u den indruk geven van een gevangenis.het is de cel voor gevaarlijke krankzinnigen, waar de afzondering en het voor de her senen gunstig werkende blauwe licht de rust en kalmte moeten brengen want ofschoon krankzinnigen niet worden opgenomen in de Maria- stichting, gebeurt het toch natuurlijk, dal soms een zieke ijlhoofdig wordt: na de plotselinge krankzinnigheid van een der patiënten, die zonder eenig voorafgaand teeken indertijd eens alles kort en klein sloeg en de verplegende zuster zelfs in zijn geestverwarring te lijf ging, heeft men de noodzakelijk heid van zulk een isoleer-cel inge zien Dat is nu één van die dingea, die den bezoeker even terugbrengen tot de werkelijkheid: een ziekenhuis.... Zoo zijn er meer: in den vriendelij ken, sierlijk aangelegden, defiigen tuin staat links een eenvoudig gebouwtje, dat de Zuster u aanwijst als het lijken huis, en dat in zijn sobere inrichting met afzonderlijke sectiekamer en stem mig lijtvertrek u even een rilling door de leden jaagt. Daar is, in dienzelfden tuin, 66k nog de barak voor besmettelijke zie ken, waar glimlachend de verplegende Zuster van bed tot bed haar patiënten verzorgend, rondgaat. Streng afgezon derd, zonder eenige verbinding met de buitenwereld, worden daar de zie ken verpleegd: de telefoon verbindt de verpleegsters met het huis. Dochook vriendelijker en opge wekter beelden geeft de lommerrijke, voorname tuin, die zoo zorgvuldig wordt onderhouden en waar mij onder de kleurige bloemen was het een attentie soms van een patriottischen tuinman in dit huis van voornamelijk Duiteche Zusters? de oranjekleur vooral zoo druk en zoo opvallend overal tegenstraalde 1 Daar is vooreerst en de zusters vergeten niet, er geregeld beur mooiste bloemen bij te schikken een sier lijke „Grot van Lourdes", waar Maria Onbevlekt Ontvangen als bescherm ster van allen in dien tuin, er het middenpunt van schijnt te vormen. Daar zijn ook eenige sierlijke ve randa's en ligtenten, waar zieken en herstellenden uit de huogere klassen bij mooi weer licht, lucht en warmte kunnen opvangen op gemakkelijke rustbedden, waarheen de hgwagentjes. uit de verschillende verdiepingen met de ruime hydraulische liit naar gelijk- vloersch georaebt, ben vervoeren.. Daar staat eveneens de groote filter voor hot bronwater dat in de ruime sous-terraius door twee machtige ketels wordt verbit en door een afzonderlijke perspomp, met gasmotor gedreven, opgevoerd wordt tot de bovenste ver dieping. Want overal is natuurlijk warm en koud water te verkrijgen, overal ook is in het huis verwarming door ieen centrale warmwatercirculatie, waar van de ketel zich eveneens in het sous terrein bevindt. En op alle verdiepingen vindt meu ruime badkamers, van de nieuwste en meeBt-hygiëaische hulpmiddelen voorzien, En nu sprak ik nog niet eeDS van de groote keuken met spoelkeuken, provisiekamer enz. waar van 's mor gens tot 's avonds de vuren branden voor altijd noodige spijzen. Ik sprak niet eens van de enorme kelderruimte onder den nieuwen (in 1906 bijge bouwden) linkervleugel, die met een curieuzen, langen verbindingstunuel onder het heele gebouw door, ge meenschap heeft met de kelders van het hoofdgebouw. Ik sprak niet van het centrale tele foonsysteem dat met tien verschillende aansluitingen, het goed verloop van den inwendigen dienst ter hulpe komt, noch van de ruime, in oud Holland- schen traDt naar een bekroond ont werp gebouwde villa aan den Heit- huyzerweg achter den grooten tuin die voor uitbreiding is aangekocht eo reeds ter helfte voor de verpleging is ingericht. Van dat alles, en van zooveel meer van de brandleiding door het geheele huis, van de deftige ontvangstzaal, van de spreekkamers, gesierd met de beeltenissen van Haarlem's bisschop pen en weldoeners der suchting, moet hier worden gezwegen. Er is echter iets anders, dat moet besproken worden. In het midden van het imposante gebouw, vlak boven de entrée, ligt de groote operatiekamer. Voor chirur gische behandeling heeft de Maria- Stichting dank zij de groote be kwaamheden van Dr. Jessurun, die de chirurg is van het huis, en er ook van 10 tot 11 uur eiken dag een gynaecologisch-chirurgische kl iniek houdt, (Dr. Proot is de geneesheer voor inwendige ziekteü)terecht een grooten naam. En die operatiekamer, waar door de geheel glazen wanden en bekapping het licht van alle zijden in overvloed toestroomt en de helder witte, gladde wanden dat licht weer terugkaatsen en werpen op het mid delpunt van al, de groote operatie tafel die altijd gereed staat, is ook zeer terecht een sieraad van dit zieken huis. Hier heeft de wetenschap alles tot haar beschikking, en naar de meest moderne voorschriften is de inrichting ervan. Geen bacil kruipt er weg buiten bereik van de desinfecteerende en schoonmakende middelen,opdiegladde wanden met ronde hoekenhet gevaar voor eenige infectie is door de royale en nauwlettend-bygiënische inrichting tot het menschelijkerwijs-onmogelijke teruggebracht. En naast deze zaal van wee voor velen, maar ook van redding en hulp en geneziDg voor de meesten, ligt de prachtige instrumentenkamer, en de hulp-apotheek, waar tevens de desin- fectieoven en stereliseerinrichting staat. Anderzijds is er nog een andere, kleinere operatiekamer, ai even keurig en naar de streDgste eischen der mo derne wetenschap iDgericht. De groote operatiezaal ligt ik zeide het reeds in het centrum van het huis. Ea als ge daaruit treedt, uit het helle licht van die zaal in de koele donkerte van den breeden gang, dan staat ge dadelijk voor een groote dubbele deur, waaromheen engelen met banderollen u den lof des Heeien toezingende ingang der kapel. Heel in het hart van het groote gebouw ligt die eenvoudige, maar sierlijke, rustige, iu zonneglans en kléurrijke lichtfonkeling stil-pTijkende kloosterkapelDa&r knielen de Zusters voor huo Heer en Bruidegom, en putten zij de kracht tot hun liefde werk, dat anders toch gaan zou boven men8chelijke macht, voor een héél leven langl Ddar bidden zieken om genezing, en gezonden om het herstel van hun ge liefden, daar knielen bedroefde echtgenooten en kinderen neer voor de troon van den Meester des levens, wanneer de grijnzenden dood waart om de sponde van hem of haar, die daarginds op den rand ligt van het graf Maar dóór danken ook de gelukki gen, die in de Mariastichting genezing vonden en een nieuw leven, of wier verwanten in den strijd tegen den dood met Gods hulp de zege behaalden, voor de genade die God gaf 1 In die rustige kapel, midden in een groot huis vol beweging en leven en wêe en lijden, maar zelve stil als een kioosterkerkje, is het goed bidden Daar komen dan ook dikwijls terug de genezen patiënten, uit het volle leven der stad daarbuiten. Als op plechtige feestdagen de ZeerEerw. heer Rector Moerland het Lof celebreert, dan mogen velen van die genezenen daar zoo gaarne nog een oogenblikje vertoeven 1 En als ge eens moogt bidden een moment, op een dag van aanbidding, wanneer het H. Sacrament er troont van 'smorgens tot 'savonds in een zee van licht en van bloemen omgeven, dan vindt ge daar een schare vrome zusters onbeweeglijk geknieldd&t is beur verpoozing na het almatteode werk; en ge ziet er eenige in witte mantels voor het altaar neergebogen, als de trouwe, altijd op post-blijvende, elkan der afwisselende eerewachten van het H. SacramentEn daa wordt het u klaar, vanwaar die blijmoedigheid, die opgewektheid, die zin voor orde en degelijkheid, die echte Christelijke liefde komen die ge overal opmerktet in dit groote huis van Hem, Die weet wat lijden is, maar Die nk kruis en dood opstond in heerlijke glorie der Verrijzenis ten eeuwigen leven 1 F. DE NOORDPOOL. Wat Cook verdient. Dr. Cook gaat niet gebukt onder de twijfelzucht der halve wereld. Het laat hem absoluut koud zoo verklaarde hij aan een persman of men hem voorloopig weigert te gelooven, en hij wacht met een gerust geweten het onderzoek der geleerden af. De wereldberoemde man blijft in middels de afgod der Denen, onder wie hij ook verschillende wetenschsp- pelijko mannen overtuigd heeft. Hij tieeft geen oogenblik rust. De eene FEUILLETON. 23) Zcodra. de jong© man het landgoed Emmerkamp van de gravin gepacht bad, vestigde hij zich daar, niet al leen omdat dit voor het bestuur van het 7,co verwaarloosde landgoed be ter was, maar ook omdat het onge veer in het midden van de bezittin gen der gravin lag en hij dus van Émmerkamp uit alle andere land goederen gemakkelijk kon bezoeken. Bovendien verheugde het hem bij de spanning, die tusschen. hem e)a Rijn moeder heersclhte. indexdaad dat bij het paleis Rodecken voorloopig niet meer zou bezoeken. Zelfs kwam hij er spoedig toe, hot t© betreuren, dat zijn verhouding tot gravin Alexandrine hem nood zaakte, zoo' dikwijls naar Rodecken te komen. Daarvan was zijn moeier ile schuld. Tot zijn stiefvader begon lOrtwin in voortdurend aangenamer tiet-rekking te komennu hij tegen- ever dezen volkomen zelfstandig was en iedere gelegenheid aangreep cm graaf Ferdinand dezen of geneh dienst te bewijzen, begon deze hem met den dag meer te waardeensn. Emma's vriendschap verwierf hij door aardige geschenken, die hij tel kens als hij te Rcdeciken kwam, voor haar meebracht. Alexander's luimen en grillen had den hem altijd heel koud gelaten, en nu hij zich volkomen onafhankelijk van hem gevoelde, was dit nog ster ker geworden. Maar zijn moeder, zijn eigen moe der verstoorde telkens opnieuw ziijn gem oiedsvrede en doorkruiste voort durend zijn planned en zijn verwach tingen voor de toekomst. Dat Ze haar zoon altijd even onverschillig be handelde, nooit naar zijn zaken vroeg en volstrekt niet deelde in de zorgen, die ze hem bad opgelegd, was hem al zeer pijnlijk. En ofschoon ze aan moederlijke liefde en gene genheid haar zoon niets gaf, steeds was ze gereed om te eischen en te vragen. Bijna nooit kwam Ortwin in het paleis Rodecken, of hij werd bij zijn moeder .ontboden, die dan steeds geldelijke hulp van hem eisclhte in de talloozie moeilijkheden, waarin zij zicih bevond. Ofschoon ze maar bleef beweren, dat haar eerste huwelijk en de twtee daarop volgende jaren de oorzaak waren van al haar verlegenheid, wees ze Ortwin's voorstel om alles openhartig aan graaf Haal burg me de te doelen, altijd even heftig van de hand. Van haar Zoon echter, die toclr zijn laatste spaarpenningen moest opofferen om haar ter wille te zijn van hem eischte ze zonder eenige aarzeling zijn geld, als haar ijdelheid en lichtzinnigheid haar' in verlegenheid gebracht hadden. Gravin Rodecken, die volkomen tevreden was over de wijze, waarop Ortwin haar zaken bestuurde, ver baasde er Zicih ten zeerste over, dat hij zijn eigen belangen zoozeer ver waarloosde en aan het landgoed Em merkamp; bijna, niets ten koste legde. Maai' het was zijn zaak en niet de hare, meende Zij, en wanneer hij haar belangen hooger achtte dan de zijne, dan was dit prijzenswaardig Later' zou Hij dan zeker wel voor zijn eigen toekomst gaan zorgen. Zoo gingen er drie jaren voorbij De zorgen, die voor Ortwin uit de lichtzinnigheid en verkwisting zij ner moeder voortvloeiden, en de zic.i zoo dikwijls herhalende scènes met gravin Amelie aaidden Ortwin vóór iden tijd tot een in zich zelf ge keerd man gemaakt. Ookgravin Am,el ie was sterk veranderd en haar gezondheid had onder de voortdu rende opwinding z(eer geleden. Maar het ergst van heel de familie iD het. paleis Rodecken was de jon ge Alexander er aan toe. Al ont moette Ortwin hem maar heel zel den, toch vernam hij van vrienden en kennissen vrij wat meer dan hem in deze zaak lief kon zijn. Alexan der, zoo hoorde hij, was bijna voort durend in geselschap van barones Mela n ie von der Lendhorst te vin den, en zou haar stellig reeds ge huwd hebben, wanneer zijn vader, graaf Ferdinand, zich daar niet met de meeste kracht tegen verzet had. Zoo sprak de publieke opinie, maar Ortwin wist het beter: gravin Alexandrine had ronduit verklaard, dat zij hare hand voor goed van haar neef en naamgenoot zou af trekken, wanneer hij de aartscoquet- te, zteoals zij barones Melanie noem de, tot gemalin nam. En Alexander had de oude gravin hard noodig, want de woekeraars 'nadien hem duchtig te pakken en hij Zou reeds lang geruïneerd zijn geweest, wan neer het uitzicht op de erfenis van gravin Rodecken de 6ch.uliieisch.ers niet in bedwang1 gehouden had. Ortwin was dan ook zieer ver heugd, dat hij behalve met zijn moe der, met de familie. Haalburg weinig meer uitstaande had. Zijn verhou ding tot gravin Rodecken was, naar hij meende, zoo vast en voorgoed ge regeld, dat ze ook door de onaange naamste gebeurtenissen in het paleis Rodecken niet geschokt, zou kunnei werden. En tcclh drong zich langzamerhand aan den jongden graaf de o vertuigij ïg cp dat in zijn persoonlijke betrek king tot zijn beschermster een on aangename verandering géhomeu was. Meer dan ojoit was ze tot te genspraak geneigd, ze verlangde tot van de kleinste bijzopderLieien op heldering en het leek wel of het haar zeer onaangenaam was, als ze geen reden tot aanmerkingen volid. Ort win was in zijn vlekkelcoze recat- scLapenheid er ver vandaan, te den ken dat deze Handelwijze der oude dame haar oorsprong vond in wan trouwen. Zij wilde hem zijn afhan kelijkheid laten gevoelen, meende zij en hoe pijnlijk dit ook voor hem was, hij vergaf het de ziekelijke oude vrouw gaarne. Had hij ingezien, dat haar meer malen bijna beleedigende maniora i inderdaad uit wantrouwen voorkwa men, dan zou hij dat alles zeker niet zoo stilzwijgend en geduldig ver dragen hebben. XVII. Het was lente gewonden. Orlwin had aan het einde van het kwartaal zijn boeken afgesloten en gravin Alexandrine alle stukken ter tecordeeling voorgelegd. Ze vond alles stipt in orde en verheugde zich ever de snel toenemende opbrengst van baar goederen, vooral omdat deze verkregen werd zender dat- aan pachters en andere ondergeschikten meerdere lasten behoefden tp worden cpgelegd. „Je bont toch ma,ar een flinke kerel, Ortwin", eprak de cude la- me. „Niet- alleen heb je mijn zaken weer heelemaal in cide gebracht, maar je weet die erde er oqk in te handhaven" „Maar dat moet ik toch ook wel doen, gravin", antwoordde Ortwin. lachend, „wanneer ik niet alles, wit ik met moeite opgebouwd heb, weer verweest wil zien." „Dat is zco, er behoort een vaste hand en voortdurende oplettendheid tce om een zoo gecompliceerd ding als de administratie van een aantal gre-ote landgoederen goed in orde te licuden. Dat gij er volkomen toe in staat zijt, ondervind ik -dagelijks, maar één ding begrijp ik heelemaal niet." „En dat k, gravin?" „Dat ge, terwijl ge mijn bolan- 2©n met zooveel nauwgezetheid b?- hartiat. vcor je z«elf maar Biecht zcraL" .Ofschoon Ortwin in den laatsteen tijd veel in de vrije lucht Was. ver toonde zijn gelaat toch meestal eert aeliikmatige, wel gezon de maar toch bleeke kleur. En het kon aan de. scherpe oogen der gravin dan ook onmogelijk ontgaan, fiat bij mar i laatste wc orden een plotselinge blos I nem in het gelaat echcot. Ofschoon n ij er al sinds lang cp voorbereid was, dat zijn beschermster hem die vraag stellen zcu, vermocht hij toen cp het oogenblik, dat dit werkelijk gebeurde, zijn ontroering niet gehed te onderdrukken. Wordt vervoigd.) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5