DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
"«sar 400 =- 3MS?i lHw 1DD S"
Vierhonderd gulden
uitgekeerd.
Vierhonderd
gulden
De Gemeentebegrooting voor
1910.
BUITENLAND.
Nn den strijd des
Nevens.
KindtevBiiuii&bWMt 29"3fl-33f Haarlem
DONDERDAG 16 SEPT. 1909
34ste Jaargang No. 6992
Bureaus van Redactie en Administratie
infercominunasi ïeidoonimisimsi' 14216e
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDQ's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1028.
De Directie.
Rome-vrees en
Rome-haat.
ïl.
DUITSCHLAND.
OOSTENRIJK.
RUSLAND.
GRIEKENLAND.
SERVIË.
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS!
Per 8 maanden voor Haarlemf 1,86
Voor de plaatsen, waai- een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor de overige plaatse* in Nederland franoo per post 1.80
Afxonüeffljjke nummer» 0,08
P»US DER ADVERTEN. EN:
Va* 16 regels*60 ee*t (eentant 50 ce*t).
Iedere regel meer10 cent.
Buitea Haarlem e* de Agentschappen 90 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (a centamt).
Alle betalende abonnét op dit blad, die In het bezit eener verzekeringspolls zijn, zjjn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
GULDEN bg S A ft f®5 uttt i*»xr 4 tfFÜ fffe A fiftk GULDEN bij
310
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN b)j
verlies van
éen anderen
vinger.
De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean", Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II.
Aan de nagelaten betrekkingen van
denrooongelukkig omgekomen abonné
onzer courant te Bennebroek werd
heden op ons kantoor de som van
uitgekeerd.
De Evangelisch# Maatschappij heeft
weer vergaderd.
Wanneer dat gebeurt, dan weet men,
Mat er weer wat Rome-vrees, méér nog
Rome-haat, wordt losgelaten over ons
«wtderland.
En inderdaad!
T# Hoorn heeft gisteren deze Maat
schappij de verzamelplaats van het
vinnigs te sectarischa antipapisme, van
het genre dat wij in onzen omtrek
helaas óók al ontmoeten! vergaderd,
en de strijd tegen Rome was er sche
ring en inslag.
Dr. Haverkamp, een Nijmeegsch pro-
Akant, sprak er een rede uit, God he
tere 't, nog wel in een godsdienstoefe
ning, waarin o.m. het volgende werd
gezegd (wij citeeren naar een verslag
in Me „NL R. Ct.">:
„Spreker noemt het een lafhartig
heid van den tagenwoordigen tijd,
wanneer men door valschen schijn en
menschenvrees niet durft belijden
in een R.-K. omgeving het Prote
stantisme. Tegen de R.-K. Kerk moe
ten we het altijd opnemen, omdat,
vooral in den laatstem tijd, bovenal
Mie kerk voor ons staatkundig era ze
delijk leven een gevaar moet wordera
geacht.
„Dit gevaar schuilt niet in de
wiacht, die zij haar priesters towkent,
én het voldoende achten* gebeden in
Me kerk ta prevelen, in het aam den
priester toegekende recht om de zon-
Men te vergeven, maar spreekt men.
van gevaar, dan is het vooral omdat
Me R.-K. Kerk haar arbeid niet be
perkt tot het kerkelijk leven, doch
Moor allerlei wereldsche middelen
(ook door geld) haar macht ook uit
breidt buiten die perken. Omdat ze
wil wezen een staatkundige macht,
omdat ze invloed oefent op het hui
selijk, maatschappelijk en staatkundig
leven; omdat die kerk wel in schijn
Me liefde predikt* doch in waarheid
het zaad strooit, waardoor verdeeld
heid wordt geoogst*
Werkelijk, het is of men een ar
tikel uit Mr. Tidemail's weekblaadje
leest!
De onbekookt# beschuldigingen van
inmenging der Kerk in de staatkunde,
Me door een Catechismuskind reéüls
te weerleggen leugen dat het „voldoen
de* zou zijn voor een Katholiek, „gebe
den te prevelen", de lasteringen over
het H. Sacrament der Biecht, de leu
genachtige bewering over het zaaien
van verdeeldheid, het zijn alle de
gewone, duizendmaal weersproken, tel-
tens als onwaar bewezene praatjes, die
met de hardnekkigheid van hen, van
wie gezegd is: „Zij hebben ooren, doch
zij hooren niet", onvervaard telkens
weer worden opgedischt!
Nog erger en ergerlijker uitte zich
de Rome-haat in de bewering van den
zelfden predikant, dat H. M. de Ko
ningin aan ons jong Prinsesje de na
men Juliana en Louise had gegeven om
het Prolestantsche karakter te doen
uitkomen, als een soort van manifes
tatie tegen de Katholieken!
En voorts was ook ditmaal weer de
aanbeveling van schunnige werkjes van
„voormalige Roomsche priesters" een
goed bewijs van de manier waarop de
ze „Evangelische" maatschappij de lief
de leer van het Evangelie in toepassing
brengt.
Tegenover deze uitingen van haat zij
onzerzijds geen polemiek gevoerd. Men
polimiseert trouwens niet met de Evan
gelische Maatschappij.
Maar gezegd mag worden dat ook wij
het lafhartig zouden noemen, wanneer
epn Protestant in een Katholieke om
geving zich zou schamen voor zijn be
lijdenis.
Daartegenover echter eischen wij dan
toch voor óns hetzelfde recht op: en
ook in het „Pi;otestantsche" Nederland
gelijk de Evangelische Maatschappij
het zoo gaarne noemt wenschen wij
onze rechten geëerbiedigd em onze
belijdenis openlijk erkend!
En geen liberalis eerend eg Rome-ha
tende „Evangelische Maatschappij"
noch wie hare Rome-vrees deelt, zul
len ons weerhouden om zonder vreeze
voor de menschen in onze organisaties,
in ons sociaal leven, zoowel als is ons
huisgezin, d# Roomsch# vaan te doen
wapperen. j
De uitgaven voor 1910 zijn be
groot op f3.522.422 94:, waarvan
f 2.235.33194 gewone, en f 1.287.091
buitengewone uitgaven.
Ook over noxechillende posten aan
deze zijde van het groote kasboek
der stad is wel een en ander te
zeggen.
Ér zal in 1910 niet zooveel aan
schrijf- en bureaubehoeften gebruikt
worden als in 1909. Voor het loopeu-
de jaar was dejze post niet minder
dan f450 hooger geraamd dan vo
rige jarenvoor 1910 heeft men het
bedrag wederom op het oude cijfer
gebrachtf 800.
BVat de reden is geweest, öat er
in 1909 zooveel méér pennen en inkt
kokers, linialen en papier noodig'zijn
geweest, dan verleden en toekomen
de jaren, daarover blijft de 'burgerij
in het duister.
Het onderhoud van huizen, torens,
poorten enz., was aanbesteed van 1
Januari 1906 tot einde December
1909. Men zal in den loop van dit
jaar- zoo deelt de toelichting me
de wederom overgaan tot een aan
besteding voor drie jaar. Intusschen
wordt deze post voor 1910 op niet
meer dan ruim f 4000 hooger ge
raamd dan verleden jaar.
BV,at hiervan de reden is, blijkt óók
al uit de toelichting niet duidelijk.
Verwacht men voor die vierjaar-
lijksche aanbesteding een hoogere in
schrijving en toewijzing Of ligt de
oorzaak bij andere kosten De uit
voerige Memorie van toelichting
laat ons hier in den steek.
Bij den post „onderhoud van plant
soenen" vernemen we, dat deze tak
van dienst Voornemens is, in 1910
het gedeelte van het plantsoen a.an
't Bolwerk tussehen de Maerten van
Heemskerkbrug en de brug der E. N,
T. te verbeteren Dat zal dan wil
len zeggen, dat het 'fraaie boomenge
deelte om en achter de villa bij de
brug zal wtorden geraseerd om voor
een „doorzichtig" park plaats te
maken.
Het komt. ons voor, met alle be-
geihej denheid gezegd ten opzichte
va.n de „deskundigheid der* stede
lijke plantsoen-hervormers, dat ook
dit vervormen van het Bolwerk een
betreurenswaardige handeling zou
wezen.
Ocih ja, wanneer eenmaal, het nieu
we plantsoen er is, dan zegt men
- evenals nu van het Statenbolwerk
't ziet er waarlijk goed uitEn
dat is dan ook Zoode heer Springer
is meester .genoeg in het vak om
iets fraais te leveren.
Doch de vraag is niet of' er na
al dat kappen en snoeien en vergra
ven en vervormen weer iets goeds
te voorschijn komt, de Vraag is dunkt
ons veel eerder, of het nu toch wel
de moeite en het geld waard is, om
een toch uitstekend voldoend en keu
rig eruit ziend plantsoen geheel om
te hakken en er wat anders van te
maken.
En zóó de vraag gesteld, zouden
we nog niet ineens toestemmend dur
ven te antwoorden
v
ervallen is voor 1910 Be post
„nieuwe urinoirs"»!»
B. en m mieenen dus dat. er ge
noeg van die nuttige en noodige in
richtingen in onze stad staan.
Dok dat wagen we te betwijfelen,
en we gelooven dat het publiek er
óók zoo over denkt.
Om een voorbeeld te noemen (er
zijn er méér aan te halen)in het ge-
geheele K leverpark kwartier, vianaf
het station, vanaf het Kenaupark,
tot aan de Kleverlaan toe, het einde
van Haarlems grondgebied, is geen
enkele inrichting van dezen aard
te vinden, hoewel daar een kerk
staat, hoewel er onophoudelijk ge
werkt wordt aan nieuwe huizen...
De gevolgen van dit gemis kunnen
dan ook dag aan dag waargenomen
worden.
En zoo is het ook op andere pun
ten der stad.
Daarom zonden wij erop willen
aandringen, dat men van gemeente
wege eens wat meer aandacht schonk
aan de behoefte naar urinoirs; en dat
men zich verstond met den plant
soen-architect. Door diens medewer
king toch zouden er vele urinoirs op
nette en aan het onmiddellijk gezicht
onttrokken wijze kunnen worden ge
plaatst.
Bij de posten betreffende de politie
vernemen wij, dat B. en jW- aan de
politie een schrijfmachine zullen be
zorgen. 'Als de inbrekers er maar
beter door gepakt en de herriemakers
op de straat er eender door onschade
lijk zullen gemaakt worden, dan
kunnen we met dezen belangrijken
stap naar moderne opvattingen hij
onze politie vrede, hebben!
Het hoofdstuk „Onderwijs" is we
der een belangrijk hoofdstuk van
de afdeeling „Uitgaven" der begroo
ting
BV jé Weten toch, dat een aanzienlijk
deel der gemeentelijke uitgaven voor
liet openbaar onderwijs is bestemd,
en het is ditmaal wel te bemerken,
dat 1de zetel van wethouder van on
derwijs ingenomen wordt door
iemand die het openbaar onderwijs
met alle kracht heeft ter hand ge
nomen.
Niet minder dan f22.000 is het
geheele hoofdstuk „Onderwijs" voor
1910 hooger geraamd dan in 1909.
En reeds voor dit loopende jaar iras
de raming' .wederom f 12.000 meer
dan in 1908 werkelijk werd uitge
geven
Als we nu eraan herinneren (laf
door het stichten van meer bijzon
dere scholen en hjet uitsluiten van
de kindexen uit de buitengemeenten
het aantal schoolgaande kinderen op
de openbare scholen minder is ge
worden, dan blijkt dat onder het be
heer van mr. Thiel het openbaar
onderwijs per kind steeds duurder
wordt. Het is nog niet zoo lang ge
leden, dat Mr. Thiel, bij de behande
ling van het foorstel tot invoering
der zevende klasse, in antwoord aan
den wethouder van financiën, boud
weg het tegendeel beweerde
Van die f22.000 méér zijn bedui
dend verhoogd de posten: onderhoud
van scholen, aanschaffing en onder
houd van meubilair, de H. B. Seho-
leD, terwijl nieuw voorkomt een
postkosten der Avondschool voor
handelsonderwijs, welke op 17400
wordt begroot.
Voor den cursus 1909-10 voor deze
laatste «chool bedraagt het aantal
ingeschrevenen 824.
v
Uit de toelichting op eenige andere
posten vernemen wij nog, dat B. en
een nieuwe salarisregeling voor
het personeel der Stads-BLbliotheek
zullen voorstellen. En eveneens, dat
ze de subsidie aan de Haarl. Huis
houdschool voor 1910 toch op f 4000
villen brengen.
Verleden jaar vond 'de Ba,ad f 2800
voor een inrichting als deze mooi
genoeg. Het, bestuur echter is onver
droten, en vraagt kalmweg voor de
jaren 1910, '11 en '12 een subsidie
van f4300 per jaar aan! B. en IVi.
meenen dus ongetwijfeld dat ze een
middenweg bewandelen, door te blij
ven bij hun verleden jaar verwor
pen voorstel, om de subsidie te be
palen op f4000.
Het zal ons wel benieuwen, of
de Baad ditmaal die groote subsidie
dan maar slikken zal. 'tls méér ge
beurd, dat op .die wijze de Baad
langzamerhand, doordat men telkens
met vroegere voorstellen terugkwam,
werd overgehaald om eindelijk en
ten "leste maar toe te stemmen!.,
In een derde en laatste artikel zul
len Wij de opmerkingen over de be
grooting behandelen, di« ons nog
overblijven te rermeltlefl.
Be* lumineus plu».
In een paar liberale Duitsche bla
den is het plannetje opgedoken om
in het district Eisenach, dat vacant
gekomen is, prins von Bülow als can-
didaat voor den Rijksdag voor te
stellen
De aanvoerder van het anti-Cen-
trums-blok in den Rijksdag: de vroe
gere kanselier nu als gelijke van Bebel,
Singer e. a. 1
We denken, dat prins von Bülow
voor de vriendelijk invitatie hartelijk
bedanken zal. Na eens de eerste ge
weest te zijn na den keizer, zal hij
ongetwijfeld zich nu niet mengen in
het allerlaagste politieke gedo», om
als speelpop gebruikt te worden voor
de met elkaar kijvende blok-partijen!
I)e politieke «ris» in Hongarije.
Hongarije, het land der eeuwige
politieke crisissen, verkeert weer in
rep en roer.
Er moeten kredieten voor leger en
▼loot gegeven worden, en de Hongaren
willen dat niet bewilligen zonder dat
ze weer een stap verder gekomen zijn
naar de vervulling van hun eischen
een eigen Hongaarsche bank, en de
erkening der Hongaarsche taal in het
leger.
De Hongaarsche regeering, die den
eer#tea eisch nooit kan toestaan, zal
wat de tweede betreft allerlei conces
sies voorstellen.
Daarenboven zal een nieuw kies-
rechtontwerp worden ingediend.
Wekerlé en Andrasey confereeren
voortdurend en te Weenen is men
vol spanning waarop de politieke
crisis ten slotte zal uitloopen.
Tö«h naar Constaatinop-el.
De Czaar zal zoo heet bet
dit najaar dan tóch naar Constanti-
nopel gaan. De Sultan moet er erg op
staan en hij heeft al een gezantschap
benoemd, dat zich naar den Czaar aller
Russen moet begeven om dien aller
vriendelijkst tot een bezoek uit te
noodigen.
In ieder geval, als het bezoek door
gaat, zullen de Turken zelf er weinig
aan hebben. Want het zal niet langer
dan een paar uren duren en plaats
hebben.... aan boord van het jacht
„Standart", op den Bosporus, met een
groote kring oorlogschepen er omheen
Prettige manier van visites maken
De houding Bes koniugs.
De „Akropolis," een Atheensch blad,
schrijft, dat de koning van Grieken
land, trouw aan de grondwet die hij
steeds nauwgezet heeft betracht, bereid
is alle maatregelen te aanvaarden, die
een in den vorm samengestelde Kamer
zal nemen, ook wat het opperbevel
van het leger betreft.
Maar zoodra men aan de grondwet
raakt en een nationale vergadering
gaat bijeenroepen zal hij met zijn huis
afstand doen van den troon I
Men gelooft te Athene, dat deze
mededeeling in de „Akropolis" van den
Koning zelf afkomstig is.
't L*«tig# zooatje.
't Is met het ex-krooDprinsje van
Servië nog allesbehalve ricntig. Deze
oproerige en lastige jonge heer brengt
zijns vaders onderdanen nog maar
steeds in beroering door zijn krank
zinnige agitaties en zijn alle perken
te buitengaande uitspattingen.
is er dan ook de ooizaak van,
dat in het Servenland zich een anti-
dynastieke partij begint te vormen,
wier wensch het is, dat de nakome
lingen van den Zwarten George af-
stad zullen doen van den troon.
Koning Peter is ten einde raad, en
ziet geen middel om zijn vaderlijke
tucht tegenover zijn zoon te handha
ven.
AaD de „Central News" wordt uit
Odessa geseind, dat een uit Belgrado
komende politieke persoonlijkheid
openlijk als zijn meeniDg heeft uit
gesproken, dat i* Servië een paleis
revolutie en de afzetting van den
koning binnen korten tijd aanstaande
zijn. De bevolking wordt hoe langer
hoe ontevredener en oproeriger.
27)
„Hoera, waarlijk niet, daar zorgt
wel voor: ook ik heb herhaalde
lijk wisselschulden voor hem moe
ten betalen."
,,'ths fraai. Maar des» zaken mo
gen zoo niet voortgaan. Als men
hem liet. oigaan. zou hij' ons beiden
totaal ruïneeren."
„Zijn lichtzinnigheid maakt mij
ook zeer ongerust. Ik weet niet, me
het mosrel'ijk ia dat hij al mijn waar-
echuwingey, roo geheel in den wind
slaat."
„Het zit hem in het bloed.''
^"„Maar tante!"
„Stel u gerust, ik denk' niet aan u,
Haalburg. Ofschoon ook geen hei
lige, zij - ge toch een goed huisvader.
De jongen heeft echter ziin licht
zinnigheid van mijn zwager, zijn
grootvader geërfd."
..Jlet is mogelijk, en het z'al helaas
nog verergeren door de tegenwoor
dig' in alle kringen heerschende
weelde en ontoonj,bare Cucht om te
schitteren."
„Ja, en dat rrouwmensch, Eend-
horst, verleidt hem tot allerlei
dwaashedea, waarop hijzelf niet zou
gekomen zijn. Als ik maar zeker
wist dat hij haar geen bindende be
loften heeft gedaan."
„Alexander ontkent Öat beslist."
„Ik hoop dat hij daarmede de
waarheid spreekt. In elk geval ben
ik besloten, een mogelijk huwelijk
te beletten, door hem! mijn woord
van eer te geven, dat ik hem in
zulk een geval geheel zou onterven*
Ik ken hem genoeg om te weten,
jv;at hij doen zal, als hem de keus
tussehen de ellendige coquette en
mijn solied vermogen gesteld wordt4"
„Het is mij eek geruststelling",
verzekerde de graaf met eenige
warmte, „dat hierin uw oordeel met
het mijne overeenstemt,"
„Da,t is mooi gezegd, maar dat
helpt ons vooreerst niet. Uw zoon,
Haalburg, heeft naar allen schijn
wear zulke t>nvoorzichtigheid be
gaan, dat wij zonder twjjïei. :v
schimp en' schande zullen geraken,
als wij hem ziet uit den strik red
den» lËlaaruit ik dat besluit?.,.
Kijk die twee blauwe wiss* 1daar
maar eens nauwkeurig na- Gij zult
«der:, da-t ik de daarvoor noodige
groote sommen pas der veriron Vrij
dag voor hem betaald heb."
„Goede hemel, en Mjaandag was
hij reeds weer met een vraag om
voorschot bij mij", onderbrak haa:r
de graaf met een bevigen schrik.
„Juist. Nadat ik dus Vrijdag die
schulden betaald had, beproefde de
onverbeterlijke jongen zijn heil bij
u en toen dat niet gelukte weer
bij mij. Dat hij dit na het voorge
vallene toch waagde, bewijst mij dat
hij geholpen moet worden, apdere
beleven wij een schandaal."
Haalburg was bleek geworden en
zlei zeer ontsteld: „Ik vrees, dat
ge gelijk hebt tante. En men heeft
geen vermoeden er Van met wie en
op welke wijz'e hij zich heeft inge
laten."
„Dat. is het minste; hij zal wel op
biechten, .als hij bemerkt, dat ge
hem helpen wilt,"
„Als ik dat maar kon", zei de
graaf bezorgd. „Maar voor twee
maanden heeft hij mij tot een buiten
gewone uitgave verplicht en gisteren
verlangde mijn vrouw, dat ik hair
de som voor haar reds in eens ter
hand zou stellen, w:at ik haar bij
haar nerveusen toestand niet dorst
weigeren. Daardoor ben ik op dit
oogenblii* van bijna alle middelen
ontbloot."
„Dat heb ik verwacht. Maar wijl
ik hem op mijn woord verzekerd
[heb dat hij van mij .g-m hË;.
hoefde te vervrachten, moet gij hem
j onderhanden nemen en als hot blijkt
[dat hij geholpen moet worden, zal
ik u de middelen daartoe verschaf
fen. Ge moet echter alleen het meest
dringende afdoen en hem voor het
overige laten spartelen, evenals de
schu! deischers die men het ook niet
te gemakkelijk moet maken."
EDoen echter de öujde gravin (rich
naar haar bureau begaf, dit opende
om daaruit geld te nemen, waarbij
zij zich wegens haar gezichtszwakte
voorover boog, richtte zij zich plot
seling met een kreet omhoog. Daar
op .boog zij zicli opnieuw om in de
lade nog eens te tasten en te 'zoeken
en sprak toen dit geen resultaat had
met angst in de stem: „Dat is
vreemd!" -
„Wat is er tante, wat is er
vreemd
„Ik weet het niet, ik w;ord oud",
sprak zij, in haar verwarring naar
den graaf uitziende, en toen begon
zij opnieuw haar vergeefoeh zoeken.
„Hebt gij iets verloren, tante",
vroeg de graaf, pflerwonderd oRgr ha^r
zonderlinge onrust.
„Neen» ja..,ik weet werkelijk
niet, wat ik zeggen moet, Haalburg."
„Ge wildet wat uit die lade nemen
en kunt- het niet vinden vroeg de
graaf naderbij komende.
„Zoo is het; in deze lade. lagen
twee -vakjes banknoten, elk van
10.000 'M
gevein en Lemerk, er een ^,a,n
ontbreekt.''
„Misschien hebt ge het ergens an
dere neergelegd."
„Neen, stellig niet,''
„Dat zou u toch door het hooid
gegaan kunnen zijn."
„Van eergisteren tot heden? Eer
gisteren nog heb ik de beide pakjes
achter elkaar zien liggen en nu is
er nog maar een tóe maar.'2 i
„In deze lade wel. Maar kan het
niet ergens anders liggen?"
De gravin schudde het hoofd. Ze
zochten echter samen alle laden en
vakken van het bureau af zonder
eenig resultaat. Bij het laatste vak
echter zei de gravin„Zie, Bier ligt
het geld, dat Ortwin mij eergisteren
gebracht heeft, nog jn dezelfde or
de. Tel maar na of het geen 963
Mark en 45 pfennige is."
De graaf voldeed hieraan en *ag
dat het juist zoo- uitkwam.
De gravin liet zich als afgemat
in haar stoel vallen en zei„En
verder is alles in orde, geen kastje
verschoven, geen blad va,n zijn
plaats. Het is vreemd!"
„Zeer vreemdbevestigde de
graaf. „Wat. mij' het zeldzaamst
lijkt, is dat de dief want ik imoet
wel aan diefstal gelooven zich
met 10.000 Mark vergenoegde ter
wijl hij met denzelfden greep 20.000
had kunnen nemen."
„Dat is het juist, wat mij te den-
xL'ci*. jmajIIiaao iu.fc y'.iix -ó
„En nog iets hoe is het mo-
gehjk gewéést, Je klep te openen
zonder het siot tc beschadigen?»,
Maar halt -mtr het slot üaar ev.cn
w'at lastig, ta.nl:?"
„Och, dat heeft met zaak'
niets te maken. Dat &e souÉl
▼4,11 Alexander."
,,Alcxaptb»r;?''
„Ach Haalburg. Ge doet alsof gm
schrikt. De jongen heeft met dié
geval niets uitstaande. Maar toen iuj
eergisteren hier was, zat hij aan
het bureau en 6peeLde met den sleu
tel, die Ortwin op het slot had laten
zitten. Daarbij knarste het slot, zoo
dat ik hem beval de klep te sluiten
en mij den sleutel te geven."-
„En ge gelooft, dat door dit spe
len met het 6lot, den dief het ope
nen der secretaire gemakkelijk ge
maakt is?"
„Ik weet niet..-, ik zou eer hei
tegendeel gelooven. Intusschen nie
mand wist er van. Alex en ik waren
geheel alleen."
„Juist. Maar zei u niet, dat Ort
win den sleutel had laten steken.
Dat was toch een groote zorgeloos
heid."
„Toch niet Haalburg^; vóór
heenging, maakte hij mij er attent
op, maar ik zei dat ik zelf wel
zou sluiten, wat ik echter bij Alex
anders binnentreden vergat."
De graaf antwoordde slech-;
„Zoo. fcoo."
r-venais üe gravin verviel hij in"
zwijgend nadenken, maar stela^
6poedig weer de vraag: „Weet ge
wel, tante, dat dit geval mij Zeen.
^LcL<^x£o.üu.aJIl 15 eil AlOOA-u.M?fiUvÖr
lijk door de bij korrende omstandig
hectem" J
(Wordi vervolgd.)