:s.
i"d
DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
S5r 410—- 3U0s?i 1505? 100 •s? M"T
15
Vierhonderd gulden
uitgekeerd.
Vierhonderd
gulden
De K. S. A. en
de Kath. vereenigingen,
BUITENLAND.
m zullen zien!
In den strijd des
levens.
Kin«3e*»Beumw<efê4 28«SI-S3s, Haarlem
Gemengde Buitenlandsche berichten
VRIJDAG 17 SEPT. I9Ö9.
34ste Jaargang No, 6993
É2.50
po,80
Bureaux van Redactie en Administratie s
isBferc^mmssesaial T®S©feoRtnunamep 1416.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
De Directie.
ENGELAND.
SPANJE.
AMERIKA.
CHINA.
FEUILLETON.
coeieö
§D zult
HEME HURLEMSCHE COWUITT
ABONHEMENTSPRMSi
■rer b maanden too? Haarlem
Voor de plaatsen, waar oen agent is gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nederland, franco por poet
Afiiouii^rlgke nummers
f 1,85
1.36
n 1-80
„0,03
PRIJS DER ADVERTEfc. EN:
Van 1—6 regels6« eent (contant 50 cent).
Iedere regel meer 10 cent.
Buiten Haarlem e* de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (k contant).
Alle betalende abotinée op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolls zijn, sjjo volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
GULDEN M)
verlies van
éen anderen
vinger
De ulfkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean". Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht 11.
K.
Aan de nagelaten betrekkingen van
den zoo ongelukkig omgekomen abonn€
onzer courant te Bennebroek werd
gisteren op ons kantoor de som van
uitgekeerd.
Naar aanleiding van ons artikel
over dit onderwerp, dat o.a. door
„Het Centrum" in zijn geheel werd
overgenomen, schrijft de heer Eg-
gers, voorzitter van de Propaganda-
club te Alkmaar, aan dat blad het
volgendei
Geacht© Redactie
„Het artikel met bovenstaand op-
schrift, voorkomende in het nummer
van 14 Sept., heeft ten heerste mijn
aandacht getrokken en,amijn ver
wondering opgewekt.
In bedoeld artikel toch wordt als
Üe hoofdoorzaak, dat de geestdrift
voor de K. S. A zich niet meer
algemeen en vooral niet meer doel
treffend uit genoemd het feit,
dat er geen voeling genoeg is; tus-
aohen de eomité's eu de katholieke
vereenigingen.
De verhouding van de kath. veree
nigingen tot de comités, zoo heet
bet, is voor dezje een ietwat zonder
linge, daar de afgevaardigden der
vereenigingen nooit een bepiaald
mandaat hebben, doch zoo wat als
particuliere personen verschijnen,
boorende wiat het bestuur van het
comité zal hebben' voor te dragen.
Dit is het, wat afgevaardigden
van aangesloten vereenigingen wel
het meest moet verwonderen. Im
mers het kan zijn. dat zoo de op
vatting is .van enkele kath. buiten
staanders, en van enkele lelden van
comités (niet afgevaardigden) het
gezond verstand zegt, en het belang
der aangesloten vereenigingen zelf
brengt het mede, dat deze opvatting
niet de ware is, noch bedoeld kan
«ijn.
SYiat toch is het geval:
Qim aangesloten te zijn, bétalen de
vereenigingen jaarlijks hun contri
butie, zij laten zidh door één of meer
afgevaardigden vertegenwoordigen
die op bepaalde tijden als; zoodanig
wederom aftreden.'en waarvoor een
nieuwe benoeming .noodig is.
Nu spreekt het toch als van zelf,
dat de afgevaardigden z|ich niet heb
ben te beschouwen als particuliere
personen, maar de belangen van hun
vereenjging hebben voor te staan
en zoo noodig hebben te verdedigen,
en ook dat zij verantwoording aan
hun vereeniging verschuldigd Zijn.
Ook dient niet te worden voorbij
gezien, dat de vereenigingen, willen
zij eenige medezeggingschap hebben,
bij de besluiten die de Comité's ne
men, van te voren (zooveel mogelijk
althans) de verschillende punten in
eigen boezem moeten bespreken en
hiermede kunnen dan de afgevaar
digden hun voordeel doen,
Over de wenschelijkheid, den afge
vaardigden een bepaald mandaat me
de te geven, kan hier worden ge
zwegen, dit is aan de vereenigingen
zelf overgelaten, maar in ieder ge
val zoo opgevat; komen de afge
vaardigden toch niet geheel en al
als particuliere personen ter verga
dering, en behoeven zij ook niet af
te wachten wat het bestuur van het
Comité zal hebben v;oor te dragen,
maar kunnen de meeuing van hun
vereeniging laten gelden.
Iedereen 'z!al beamen, dat 'in dit ge
val ook de plaatselijke comité's het
meest nuttig kunnen werkzaam zijn,
en dat zóó op zijn best de belang
stelling kan worden opgewekt, en
het belang der algemeene zaak wordt
gediend.
Voor vereenigingen, die anders
handelen zie ik het groote nut van
aansluiting' bij de Comité's niet in,
behalve misschien dat zij zich jaar
lijks eenige finantieele opoffering
getroosten, en dit ten goede komt
aan de algemeene zjaak, die ook hun
zaak is, maar hiermede is nog de K.
S. A. niet genoegzaam gebaat
Maar wat vooral ook de aandacht
verdient, (en hierop wil ik gaarne
even den nadruk leggen) bij 'de leden
der aangesloten vereenigingen zelf
moet belangstelling bestaan voor de
K. S. A, zij moetan, verhoeden dat
de aansluiting' een wassen neus is,
zij mogen van hun afgevaardigde
verantwoording vragen, dan kan
voorkomen worden, dat wat elders,
Zoowel als hier gebeurd is misschien,
afgevaardigden van groote sociale
vereenigingen, de vergaderingen van
het oomité eenvoudig niet bezoeken
en geen jota Weten van de genomen
besluiten.
En of die afgevaardigden; dan ook
al zijn voorzitter of secretaris, (zoo-
alls toch uit den aard van de zaak
veelal het geval zal zijn) dat doet
er weinig toe, maar eischt men van
het verantwoording (waarop men als
lid der aangesloten vereeniging recht
heeft) dan draagt men er veel toe bij,
dat de comité's nuttig werken, om
dat van zelf afzetting yan die plicht-
vergeten afgevaardigden volgen Zal,
en men naar beteren zal uitzien.
Ziedaar, geachte Redactie, wat ik
naar aanleiding .van het artikel heb
gemeend te moeten opmerken. Het
is mijn vast© overtuiging, dat wan
neer alle vereenigingen de hier ge
noemde opvatting, omtrent de jZer-
houding' hunner vereenigingen tot
de comité's huldigen, en dat moet
wel m.i., omdat deze de juiste is
en de hier genoemde maatregelen
toepassen, de geestdrift voor de K.
S. A. niet zal uitblijven"
De heer Eggers zet in het boven
staande uiteen, hoe het zijn moet.
tWij hebben in ons artikel medege
deeld, hoe het is.
Dat het zelfs te Alkmaar niet is
zooals het zijn moet, zegt de heer
Eggers zelf. E:n nu is juist de groote
kwestie, dat die toestand zoo moei
lijk te veranderen is.
tWiij hebben een middel daartoe
gezocht, en het aangegeven in ons
artikel.
SWjeet de heer Eggers, of wie ook,
een beter middel, dan zal het ons
aangenaam zijn dat te vernemen.
Mét een uiteenzletting van de wijze
waarop de vereenigingen Zouden
behooren op te treden, komen we
practised gesproken, niet veel ^er-
der.
Lord Tweedmouth overleden.
Te Dublin is op 60 jarigen leeftijd
overleden Lord Tweedmouth, gewezen
Eerste Lord van de Admiraliteit.
Men zal zich herinneren, welk een
storm van verontwaardiging er opstak
in Groot-Brittannië, toen in Maart
1908 een berichtgever in de „Times"
mededeelde, dat de Duitscbe Keizer
aan den Lord een brief bad geriaht
over de Britsche zeemacht en dat de
Lord dezsn brief had beant
woord.
Algemeen was men van oordeel, dat
de Keizer door dezen brief, afgezonden
even voordat de begrooting van marine
zou worden behandeld, invloed had
willen uitoefenen op d6n man, die
verantwoordelijk wasvoor het Britsche
oorlogswezen en dat wekte de alge
meene verontwaardiging.
Het gevolg was dan ook, dat Lord
Tweedmouth spoedig daarop zijn ambt
nederlegde.
De heer Ferrer.
De revolutionaire vrijmetselaar, voor
wien alle liberale en anti-clericale
bladen ter wereld zich buitengewoon
warm maken, en voor wien zelfs in
Parijs een „Comité" van mannen van
naam is opgericht om hem „uit de
klauwen der Spaansche regeering te
redden", d.w.z. bem aan zijn gerechte
straf te onttrekken, de heer Ferrer
dan, zit behoorlijk achter de tralies in
Barcelona.
En de Spaansche regeering zal tegen
dit gevaarlijke sujet, de man van het
anticlericale onderwijs en van de bom
men, zeker met strengheid optreden.
Trouwens, hij verdient het:
Onder zijn papieren is bijvoorbeeld
het volgende program van de revo-
lutionnaire partij gevonden.
„Opheffing van alle bestaande wetten,
verdrijving of uitroeiing van gods
dienstige genootschappen, afschaffing
van de rechterlijke macht, het leger
en de marine, vernieling der kerken,
verbeurdverklaring van de gelden der
Bank en van bezittingen van alle
militaire of burgerlijke autoriteiten,
die gezag hebben uitgeoefend in SpaDje
of in de verloren gegane kolonies.
Onmiddellijke opsluiting van de
laatstgenoemden, tot na hunne recht
vaardiging of hunne terechtstelling.
Absoluut verbod aan allen, die een
openbaar ambt hebben bekleed, om
zich buiten het land te begeven.
Confiscatie van de spoorwegen en
van alle instellingen, ;die ten onrechte
kredietinstellingen genoemd worden.
Verbanning van alle uitbuiters.
En aan het eind van dit fraaie
program de volgende opwekking:
Laat ons strijden voor de verlossing
van allen, zelfs van de wankelmoedi
gen. Trachten wij dezen te bewijzen
dat het clericalisme en het militarisme
de beide armen zijn van het kapita-
lime, de elementen, die het volk te
gronde richten. Beginnen wij met hun
de armen af te houwen, dan zal het
later te gemakkelijker zijn hun bet
hoofd af te slaan!"
Het presidentschap dor V. 9.
President te wezen van de Vereenig-
de Staten is allesbehalve een sinecure I
En merkwaardig vooral reizen
schijnt een van de plichten te zijn van
den eersten Amerikaanschen Staats
burger.
President Taft ving gisteren aan zijn
groote jaarlijkscbe reis, waarop hij een
afstand van 13,000 mijlen zal afleggen.
Zijn eerste oponthoud zal te Chicago
zijn; dan gaat hij, in verschillende
plaatsen onderweg halt houdend, naar
Seattle, van hier naar San Francisco
en Los Angeles, dan door Arizona en
New Mexico naar El Paso in Texas.
Hier zal president Diaz van Mexico
hem ontmoeten en president Taft zal
op zijn beurt even de grens overgaan,
om die beleefdheid te beantwoorden.
Van El Paso zal hij vervolgens gaan
naar St. Louis, dan weer zuidelijk naar
New Orleans en eindelijk zal hij op
10 November te Washington terug-
keeren.
In de verschillende plaatsen welke
door hem worden |bezocht zal presi
dent Taft in redevoeringen de poli
tieke vragen van den dag bespreken!
Het Keizertje ziek
De „New York Herald" verneemt
uit Peking, dat er uit het paleis ge
ruchten komen van een ernstige ziekte
dysenterie waaraan de driejarige
keizer van China lijdt.
Alleen Chineesche dokters behande
len het kind.
De Noordpool.
Het reisverhaal
van dr. Oook.
De toNe\v-York Herald* publiceert
thans het begin van het reisverhaal
van Dr. Cook.
Wij zullen dat geregeld hier opne
men. Dr. Cook vertelt in dit eerste
gedeelte van zijn vertrek, van zijn eer
ste ontmoeting met de Eskimo's, van
zijn bezoek aan de stad Oomanooi; hij
geeft een aantal aardige bijzonderheden
over de Eskimo's en dit deel van het
verhaal eindigt zelfs met de romanti
sche geschiedenis yan een Eskimo-we
duwe aan boord van het jacht. Maar
we zijn nog verre van de Noordpool!
Over zijn bezoek aan Oomanooi ver
telt hij, dat het plaatsje bestond uit
zeven driehoekige tenten, schilderach-
dig geplaatst op de rotsen.
Daaromheen lagen te middernacht
mannen, vrouwen en kinderen te bib
beren van de koude. Het waren eigen
aardige typen. De mannen waren niet
grooter dan 5 voet 2 duim', de vrouwen
4 voet 10 duim. Ze hadden breed© gey
zichten, een bronskleurige huid, bruine
oogen en zwarte haren. De neus was
kort, handen en beenen kort maar dik.
De expeditie onderhield zich eenigen
tijd met die menschen.
Zij waren in een tijdperk van mp-
nogamie. Er waren gemiddeld drie kin
deren in elk gezin. De jongste was
meestal geborgen in een zak op den rug
der moeder. In elke tent bevond zich
een verhooging, waar allen sliepen.
Op deze wijze vertelt Cook voort,
zeer onderhoudend, o.a. over den han
del, dien men aan boord 'van het schip
met de Eskimo's dreef.
Morgen wordt in de „Herald* het ver
haal voortgezet.
Kieuwe verklaringen
van Peary.
Peary bekende te Battle Harbour in
een onderhoud met een betrouwbaar
persoon, dat het hem speet, dat hij
Bartlett niet had madegenomen naar
de Pool, hoewel hij tevreden was, dat
de wetenschappelijke wereld onvoor
waardelijk zijn verklaring aanneemt.
Hij verklaarde, dat hij biet wist, wan
neer hij de Pool zou bereiken. Daar
om zag "hij geen reden zijn tevoren op
gemaakt programma te wijffigen, waar
bij Bartlett zou terugkeeren, wanneer
de 88e gr. parallel bereikt was.
Peary beweerde, dat de getuigenissen
en a an teek effing en van zijn kameraden
zouden bewijzen, dat hij verder ging
dan de 88e parallel en het getuigenis
van zijn negerbediende en Eskimo's zou
zijn bewering bevestigen, dat hij de
Pool bereikte.
Peary verklaarde voorts dat Cook
geen bewijzen had, dat hij eenig punt
verder dan de kust bereikte. Peary zei-
de nog, dat in Augustus Whitney hem
vertelde, dat Cook hem (Whitney) had
medegedeeld, te Etah, in April, dat
hij de Pool had bereikt.
Daar Cooks' Eskimo's te Etah waren,
kon Pearv van hen een verhaal in ruwe
trekken krijgen, waaruit bleek, dat
Cook en zij alleen twee tochten maak
ten over het Poolijs en toen terugkeer
den.
De schoolarts en de moedors.
De schoolarts van de Willesden Coun
cil School, in Willasden, een klein
Engelsch plaatsje, zond eenigen tijd ge
leden aan de ouders van de leerlingen
dezer school een rondschrijven, waarin
hij de wenschelijkheid betoogde, dat
ook de meisjes het haar kort zouden
dragen. Dat zou goed zijn uit een oog
punt van zindelijkheid en gezondheid.
De ouders echter bleken door de argu-,
menten van den geneeskundige niet
overtuigd, en slechts enkele gaven aan
zijn wenken gehoor. Toen deelde dd
arts mede, dat hij in enkele gevalled
bij haar- en hoofdziekten het
korte haar yerpLichtend zou moeten
stellen. Ook die kennisgeving hielp niet
en daarop volgde het dreigement, dat
nu de arts zelf maatregelen zou nemen,
in de door hem noodig geachte geval
len het haar der kinderen te doen "ver
zorgen*. Dinsdag nu zou het de groo
te dag zijn, waarop de operatie op een
zeven of achttal meisjes zou worden
toegepast; maar de schoolarts had bui
ten de moeders gerekend, die maar
niet zoo zonder meer zich wilden neer
leggen bij dit besluit. Op het gerucht
dat een rijtuig voor de school was ge
komen, om de kinderen naar een kap
per te brengen, verzamelden, zich eeni
ge honderden verontwaardigde moeders
voor het gebouw, haar kinderen opëi-
schend .Er volgde een rumoerig too-
neel en het einde was, dat de juf-,
frouw, die de kinderen weg zou bren
gen, in het rijtuig de vlucht moest nen
men, zonder een van haar „patiënten"
mee te kunnen nemen.
De moederlijke ijdelhejd won het dus
van de medjsche wijsheid.
Blériot in Londen,.
De Fransche Kanaalvlieger" is, zoo
als men weet, op 't oogenbflk in Lon
den. Dezelfde Engelschen die den be
roemden Franschman na zijn bewonde
renswaardige vlucht zoo geestdriftig
hebben toegejuicht, weten nu niet wat
ze moeten doen, om Blériot op waardi
ge wijze te ontvangen.
Zoo heeft de Lord Mayor van Londen
gisterenavond een feestmaal aangebo
den, waarbij verschillende sprekers den
Franschen vlieger hulde brachten.
Op al die „speeches" antwoordde
Blériot: „Binnen enkele maanden hoop
ik een uitvinding gedaan te hebben,
die een tocht over het Kanaal veel'
zal vergemakkelijken, 'k Zal een ffieu-J
we machine maken, waarmee ik, even
als de zeemeeuwen op het water kan
drijven, om daarna weer in de lucht
te stijgen.*
„Dat is geen droom, maar pure wer
kelijkheid," verklaarde Blériot.
28)
„Hoe? SVjat wilt ge daarmee zeg
gen vroeg de oude vrouw scherp,
zich geheel naar hem keerende.
„Ik meende, wijl er niets bescha
digd is, geen wanorde is aangericht",
zei de gTaaf weifelend, „dat men
moet besluiten, dat de diefstal door
iemand hier in huis moet gepleegd
zijn-"
„Daarmede zegt ge geen nieuws
en ook niet alles, wat ge denkt",
sprak de gravin ver van vriendelijk.
„Maar tante, wij hebben geen
grond om iemand te verdenken."
„Neen, helaas niet. Gave God, da,t
wij helderder Zijgen; de gedachten,
die zich aan mij opdringen, pijnigen
mij."
„Ik vrees, dat mij dezelfde gedach
ten kwellen."
„Ja, het is een ontzettend ding.
Maar het helpt niet het te verber
gen. Daaromwiat denkt gij er van
„Nu dan, vooreerst moest de dief
hier in huis goed den weg .weten
en overal vrijen toegang hebben, om
zonder iemands opmerkzaamheid te
trekken of zonder eéü spoor na te
laten zijn misdaad te kunnen uit
voeren."
„Ja,, maar dat brengt ons niet veel
verder."
„Natuurlijk. Daarom komt de
tweede vraag: jWiat kan de beweeg
reden tot die daad geweest zijn?
Hebzucht of nood, geldverlegenheid
Onder het- dienstpersoneel ken ik
niemand, die in dit opzicht verdacht
zou kunnen worden. Dus blijven de
familieleden over. Amelie en Emma
blijven buiten bespreking. Ik zelf?"
„Haalburg, wees niet dwaas!"
„Nu, dan blijven alleen Alexan
der en Ortwin."'
„Haalburg!" Als een vreeselijken
angstkreet kwam dit woord van de
lippen der gTavin.
„Houd u bedaard, tante. Ge hebt
zélf openhartigheid geëischt. Heb
zuchtig is Alexander niet, dat weten
wij. In verlegenheid is hij wel, maar
dat hij er niet aan denkt op weder
rechtelijke wijze zich daaruit te hel
pen, is duidelijk. Eerst heeft hij mij
en toen dit niet hielp, u om hulp
gebeden, hoe moeilijk hem dit moet
gevallen zijn. Toen ook dit niet
hielp, is hij gisteren den geheelen
dag z-oo gedrukt en neergeslagen
geweest, als ik hem nog nooit ge
zien heb."
„De arme jongen!" zei de gravin
medelijdend, in haar zwakheid ver
getend, dat haar lichtzinnige neef
zich zelf het tocih alleen te wijten
had.
„Gij ziet, tante, dat niet de ge
ringste verdenking tegen Alexander
kan opgevat worden."
„Neen, zeker nietriep zij leven
dig. „Dat is ook onmogelijk. De zoom
van Anna en u kam onvoorzichtig,
kam lichtzinnig .zijn, dat zijn ver
geeflijke gebreken van het jonge
bloed. Maar tot zulk een misdaad
vervalt geen Haalburg-Rode-cken."
„En toch draagt ook de andere
een goeden naam", sprak Haalburg
met doffe stem.
„De andere (Wien meent gij
„Den jongen Desendorf. Als hij
mijn z!oon was, zou ik met meer zorg
over hem waken dan over Alex
ander."
„iWaarom 'Niemand heeft nog
zijn soliditeit betwijfeld."
„.Wijl hij een huichelaar is. Dat
staat minstens vast, dat hij geheime
zeer groote uitgaven hebben moet
ze kosten hem schatten geld."
„HaDaarom dusstiet de gra
vin uit. „Maar neen, dat taou ik nooit
geloofd hebben."
Haalburg' beschouwde de diep be
wogen vrouw eenige oogenblikken
en vroeg' toen„Ge hadt er dan
toch reeds eenig vermoeden van, dat
het met hem niet riohtig was
„Niets van dien aard, Ik dacht
niets ergs. Daar had ik geen grond
voor. Mijne inkomsten heeft hij uit
stekend beheerd, mijn belangen heeft
hij met- den grootsten ijver behartigd.
Wiaar zou ik reden voor argwaan
of Wantrouwen moeten vinden?"
„Vergeef mij, tante; ik meende
zoo even te bemerken, dat ge niet
onbekend met zijn geheime uitgaven
waart,"
„Ik wist niets daarvan. Alleen
is het mij opgevallen dat hij hij alle
zorg voor mijn goederen, zijn pacht
goed Emmerkamp betrekkelijk ver
waarloost" Terwijl zij echter sprak
groeide haar argwaan jegens Ort
win. „Eergisteren vroeg ik hem pond-
uit wat hij met zijn overtollig geld
uitvoerde, maar er kwam geen be
vredigend antwoord.
„Dat klinkt verdacht, Zeer Ver
dacht; en het is Zooveel te erger,
al® ik bedenk dat ik reeds meer
malen vernam, dat hij sinds jaren in
voortdurende betrekking staat met
de woekeraars Wjolfzahl en Prei-
nitz."
De gravin vouwde de handeu on
bewoog zich alsof zij pijn had,
maar sprak niet.
Haalburg ging voort langzaam en
weifelend, als sprak hij zijn gedach
ten tegen zijn zin uit„In verlegen
heid schijnt hij Zich dus te bevinden.
Het motief voor de daad is dus
aanwezig. Maar het schijnt, dat de
gelegenheid hem heeft ontbroken,
hij was niet. alleen in deze kamer."
„Och dat behoefde ook niet," ant
woordde de gravin diep bekommerd.
„Men moet toch nooit iemand in ver
zoeking brengen. Ik heb den onge
lukkige grenzenloofc vertrouwen ge
schonken. Terwijl hij aan het open
bureau bez'ig was, za,t ik met den
rug naar hem toe, omdat het licht
mijn oogen hindert, dus kon hij ach
ter mijn rug zöoveel wegnemen, als
hem goeddacht."
„Dan blijft er ook nauwelijks eeni
gen twijfel over," zei Haalburg bijna
fluisterend.
„Ja wel," sprak de gravin plot
seling luid en levendig. „Als hij
toch stelen wilde, zou hij een dwaas
geweest zijn zich met zoo weinig
to vergenoegen."
„In dit punt kan ik helaas uw
meening niet deelen. Ik houd hem
gesteld dat hij de dader is, voor een
lichtzinnig man, maar niet voor een
booswicht. Een dief had zonder twij
fel alles genomen, hij heeft zich al
leen willen redden en daarvoor het
noodig© zoogenaamd willen leenen,
om het later even heimelijk weer te
rug te geven. Dat dit met diefstal
gelijk staat weet ik wel, maar de
dader heeft het wellicht niet voor
gewonen diefstal gehouden en is zoo
doende eer voor de verzoeking be
zweken."
De gravin zweeg, het hoofd ge
bogen en de oogen neergeslagen.
Haalburg wachtte ongeduldig, dat
zij het gesprek zou voortzetten, wijl
hij al wat hij wist had meegedeeld.
Eindelijk sprak zij
„Gij hebt mij overtuigd, zoover
dit zonder de bekentenis van den
misdadjg»r mogelijk ie. Ho» g# h«t
ook vmoogt voorstellen, het feit is,
dat vik bestolen ben. En dat juist
door dien man, dien ik mijn volle
vertrouwen schonk, als een moeder
haai- zoon. En.
Zij hield op en toen de graaf wilde
antwoorden wenkte zij hem te zwij
gen en zei barsch: „Genoeg! Met
hem zal ik zelf afrekenen. Dat is
geheel mijn zaak en niemand moet
zich daarmee bemoeien. Stel u ge
rust. Uw eer zal niets daaronder
lijden. De zoon uwer vrouw zal het
paleis Rodeeken nog slechts eens be
treden om zijn ontslag van mij te
ontvangen en te hooren wat hij hoo-
renmoet. Y&n u verlang ik biets dan
uw woord van eer, dat ge tegen ieder
ook tegen uw vrouw een volstrekt
stilzwijgen zult in acht nemen. Ge
zult dat te eerder doen. als ge be
grijpt dat de schande die uw stief
zoon zou treffen, toch ook op Amelia
en door haar op n een schaduw zou
werpen.,. Hier, neem deze 10.000
Mark om voorloopig eenige orde in
Alexander's aangelegenheden te Uren
gen. Ik heb sedert den sterfdag mij
ner arme Anna, niet beleefd wat
mij zoo getroffen heeft als deze on
geloof elijke gebeurtenis.
(IPorffi vcnjalgd.)