:s. i"d DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. S5r 410—- 3U0s?i 1505? 100 •s? M"T 15 Vierhonderd gulden uitgekeerd. Vierhonderd gulden De K. S. A. en de Kath. vereenigingen, BUITENLAND. m zullen zien! In den strijd des levens. Kin«3e*»Beumw<efê4 28«SI-S3s, Haarlem Gemengde Buitenlandsche berichten VRIJDAG 17 SEPT. I9Ö9. 34ste Jaargang No, 6993 É2.50 po,80 Bureaux van Redactie en Administratie s isBferc^mmssesaial T®S©feoRtnunamep 1416. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. De Directie. ENGELAND. SPANJE. AMERIKA. CHINA. FEUILLETON. coeieö §D zult HEME HURLEMSCHE COWUITT ABONHEMENTSPRMSi ■rer b maanden too? Haarlem Voor de plaatsen, waar oen agent is gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in Nederland, franco por poet Afiiouii^rlgke nummers f 1,85 1.36 n 1-80 „0,03 PRIJS DER ADVERTEfc. EN: Van 1—6 regels6« eent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 cent. Buiten Haarlem e* de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (k contant). Alle betalende abotinée op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolls zijn, sjjo volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor GULDEN M) verlies van éen anderen vinger De ulfkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean". Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht 11. K. Aan de nagelaten betrekkingen van den zoo ongelukkig omgekomen abonn€ onzer courant te Bennebroek werd gisteren op ons kantoor de som van uitgekeerd. Naar aanleiding van ons artikel over dit onderwerp, dat o.a. door „Het Centrum" in zijn geheel werd overgenomen, schrijft de heer Eg- gers, voorzitter van de Propaganda- club te Alkmaar, aan dat blad het volgendei Geacht© Redactie „Het artikel met bovenstaand op- schrift, voorkomende in het nummer van 14 Sept., heeft ten heerste mijn aandacht getrokken en,amijn ver wondering opgewekt. In bedoeld artikel toch wordt als Üe hoofdoorzaak, dat de geestdrift voor de K. S. A zich niet meer algemeen en vooral niet meer doel treffend uit genoemd het feit, dat er geen voeling genoeg is; tus- aohen de eomité's eu de katholieke vereenigingen. De verhouding van de kath. veree nigingen tot de comités, zoo heet bet, is voor dezje een ietwat zonder linge, daar de afgevaardigden der vereenigingen nooit een bepiaald mandaat hebben, doch zoo wat als particuliere personen verschijnen, boorende wiat het bestuur van het comité zal hebben' voor te dragen. Dit is het, wat afgevaardigden van aangesloten vereenigingen wel het meest moet verwonderen. Im mers het kan zijn. dat zoo de op vatting is .van enkele kath. buiten staanders, en van enkele lelden van comités (niet afgevaardigden) het gezond verstand zegt, en het belang der aangesloten vereenigingen zelf brengt het mede, dat deze opvatting niet de ware is, noch bedoeld kan «ijn. SYiat toch is het geval: Qim aangesloten te zijn, bétalen de vereenigingen jaarlijks hun contri butie, zij laten zidh door één of meer afgevaardigden vertegenwoordigen die op bepaalde tijden als; zoodanig wederom aftreden.'en waarvoor een nieuwe benoeming .noodig is. Nu spreekt het toch als van zelf, dat de afgevaardigden z|ich niet heb ben te beschouwen als particuliere personen, maar de belangen van hun vereenjging hebben voor te staan en zoo noodig hebben te verdedigen, en ook dat zij verantwoording aan hun vereeniging verschuldigd Zijn. Ook dient niet te worden voorbij gezien, dat de vereenigingen, willen zij eenige medezeggingschap hebben, bij de besluiten die de Comité's ne men, van te voren (zooveel mogelijk althans) de verschillende punten in eigen boezem moeten bespreken en hiermede kunnen dan de afgevaar digden hun voordeel doen, Over de wenschelijkheid, den afge vaardigden een bepaald mandaat me de te geven, kan hier worden ge zwegen, dit is aan de vereenigingen zelf overgelaten, maar in ieder ge val zoo opgevat; komen de afge vaardigden toch niet geheel en al als particuliere personen ter verga dering, en behoeven zij ook niet af te wachten wat het bestuur van het Comité zal hebben v;oor te dragen, maar kunnen de meeuing van hun vereeniging laten gelden. Iedereen 'z!al beamen, dat 'in dit ge val ook de plaatselijke comité's het meest nuttig kunnen werkzaam zijn, en dat zóó op zijn best de belang stelling kan worden opgewekt, en het belang der algemeene zaak wordt gediend. Voor vereenigingen, die anders handelen zie ik het groote nut van aansluiting' bij de Comité's niet in, behalve misschien dat zij zich jaar lijks eenige finantieele opoffering getroosten, en dit ten goede komt aan de algemeene zjaak, die ook hun zaak is, maar hiermede is nog de K. S. A. niet genoegzaam gebaat Maar wat vooral ook de aandacht verdient, (en hierop wil ik gaarne even den nadruk leggen) bij 'de leden der aangesloten vereenigingen zelf moet belangstelling bestaan voor de K. S. A, zij moetan, verhoeden dat de aansluiting' een wassen neus is, zij mogen van hun afgevaardigde verantwoording vragen, dan kan voorkomen worden, dat wat elders, Zoowel als hier gebeurd is misschien, afgevaardigden van groote sociale vereenigingen, de vergaderingen van het oomité eenvoudig niet bezoeken en geen jota Weten van de genomen besluiten. En of die afgevaardigden; dan ook al zijn voorzitter of secretaris, (zoo- alls toch uit den aard van de zaak veelal het geval zal zijn) dat doet er weinig toe, maar eischt men van het verantwoording (waarop men als lid der aangesloten vereeniging recht heeft) dan draagt men er veel toe bij, dat de comité's nuttig werken, om dat van zelf afzetting yan die plicht- vergeten afgevaardigden volgen Zal, en men naar beteren zal uitzien. Ziedaar, geachte Redactie, wat ik naar aanleiding .van het artikel heb gemeend te moeten opmerken. Het is mijn vast© overtuiging, dat wan neer alle vereenigingen de hier ge noemde opvatting, omtrent de jZer- houding' hunner vereenigingen tot de comité's huldigen, en dat moet wel m.i., omdat deze de juiste is en de hier genoemde maatregelen toepassen, de geestdrift voor de K. S. A. niet zal uitblijven" De heer Eggers zet in het boven staande uiteen, hoe het zijn moet. tWij hebben in ons artikel medege deeld, hoe het is. Dat het zelfs te Alkmaar niet is zooals het zijn moet, zegt de heer Eggers zelf. E:n nu is juist de groote kwestie, dat die toestand zoo moei lijk te veranderen is. tWiij hebben een middel daartoe gezocht, en het aangegeven in ons artikel. SWjeet de heer Eggers, of wie ook, een beter middel, dan zal het ons aangenaam zijn dat te vernemen. Mét een uiteenzletting van de wijze waarop de vereenigingen Zouden behooren op te treden, komen we practised gesproken, niet veel ^er- der. Lord Tweedmouth overleden. Te Dublin is op 60 jarigen leeftijd overleden Lord Tweedmouth, gewezen Eerste Lord van de Admiraliteit. Men zal zich herinneren, welk een storm van verontwaardiging er opstak in Groot-Brittannië, toen in Maart 1908 een berichtgever in de „Times" mededeelde, dat de Duitscbe Keizer aan den Lord een brief bad geriaht over de Britsche zeemacht en dat de Lord dezsn brief had beant woord. Algemeen was men van oordeel, dat de Keizer door dezen brief, afgezonden even voordat de begrooting van marine zou worden behandeld, invloed had willen uitoefenen op d6n man, die verantwoordelijk wasvoor het Britsche oorlogswezen en dat wekte de alge meene verontwaardiging. Het gevolg was dan ook, dat Lord Tweedmouth spoedig daarop zijn ambt nederlegde. De heer Ferrer. De revolutionaire vrijmetselaar, voor wien alle liberale en anti-clericale bladen ter wereld zich buitengewoon warm maken, en voor wien zelfs in Parijs een „Comité" van mannen van naam is opgericht om hem „uit de klauwen der Spaansche regeering te redden", d.w.z. bem aan zijn gerechte straf te onttrekken, de heer Ferrer dan, zit behoorlijk achter de tralies in Barcelona. En de Spaansche regeering zal tegen dit gevaarlijke sujet, de man van het anticlericale onderwijs en van de bom men, zeker met strengheid optreden. Trouwens, hij verdient het: Onder zijn papieren is bijvoorbeeld het volgende program van de revo- lutionnaire partij gevonden. „Opheffing van alle bestaande wetten, verdrijving of uitroeiing van gods dienstige genootschappen, afschaffing van de rechterlijke macht, het leger en de marine, vernieling der kerken, verbeurdverklaring van de gelden der Bank en van bezittingen van alle militaire of burgerlijke autoriteiten, die gezag hebben uitgeoefend in SpaDje of in de verloren gegane kolonies. Onmiddellijke opsluiting van de laatstgenoemden, tot na hunne recht vaardiging of hunne terechtstelling. Absoluut verbod aan allen, die een openbaar ambt hebben bekleed, om zich buiten het land te begeven. Confiscatie van de spoorwegen en van alle instellingen, ;die ten onrechte kredietinstellingen genoemd worden. Verbanning van alle uitbuiters. En aan het eind van dit fraaie program de volgende opwekking: Laat ons strijden voor de verlossing van allen, zelfs van de wankelmoedi gen. Trachten wij dezen te bewijzen dat het clericalisme en het militarisme de beide armen zijn van het kapita- lime, de elementen, die het volk te gronde richten. Beginnen wij met hun de armen af te houwen, dan zal het later te gemakkelijker zijn hun bet hoofd af te slaan!" Het presidentschap dor V. 9. President te wezen van de Vereenig- de Staten is allesbehalve een sinecure I En merkwaardig vooral reizen schijnt een van de plichten te zijn van den eersten Amerikaanschen Staats burger. President Taft ving gisteren aan zijn groote jaarlijkscbe reis, waarop hij een afstand van 13,000 mijlen zal afleggen. Zijn eerste oponthoud zal te Chicago zijn; dan gaat hij, in verschillende plaatsen onderweg halt houdend, naar Seattle, van hier naar San Francisco en Los Angeles, dan door Arizona en New Mexico naar El Paso in Texas. Hier zal president Diaz van Mexico hem ontmoeten en president Taft zal op zijn beurt even de grens overgaan, om die beleefdheid te beantwoorden. Van El Paso zal hij vervolgens gaan naar St. Louis, dan weer zuidelijk naar New Orleans en eindelijk zal hij op 10 November te Washington terug- keeren. In de verschillende plaatsen welke door hem worden |bezocht zal presi dent Taft in redevoeringen de poli tieke vragen van den dag bespreken! Het Keizertje ziek De „New York Herald" verneemt uit Peking, dat er uit het paleis ge ruchten komen van een ernstige ziekte dysenterie waaraan de driejarige keizer van China lijdt. Alleen Chineesche dokters behande len het kind. De Noordpool. Het reisverhaal van dr. Oook. De toNe\v-York Herald* publiceert thans het begin van het reisverhaal van Dr. Cook. Wij zullen dat geregeld hier opne men. Dr. Cook vertelt in dit eerste gedeelte van zijn vertrek, van zijn eer ste ontmoeting met de Eskimo's, van zijn bezoek aan de stad Oomanooi; hij geeft een aantal aardige bijzonderheden over de Eskimo's en dit deel van het verhaal eindigt zelfs met de romanti sche geschiedenis yan een Eskimo-we duwe aan boord van het jacht. Maar we zijn nog verre van de Noordpool! Over zijn bezoek aan Oomanooi ver telt hij, dat het plaatsje bestond uit zeven driehoekige tenten, schilderach- dig geplaatst op de rotsen. Daaromheen lagen te middernacht mannen, vrouwen en kinderen te bib beren van de koude. Het waren eigen aardige typen. De mannen waren niet grooter dan 5 voet 2 duim', de vrouwen 4 voet 10 duim. Ze hadden breed© gey zichten, een bronskleurige huid, bruine oogen en zwarte haren. De neus was kort, handen en beenen kort maar dik. De expeditie onderhield zich eenigen tijd met die menschen. Zij waren in een tijdperk van mp- nogamie. Er waren gemiddeld drie kin deren in elk gezin. De jongste was meestal geborgen in een zak op den rug der moeder. In elke tent bevond zich een verhooging, waar allen sliepen. Op deze wijze vertelt Cook voort, zeer onderhoudend, o.a. over den han del, dien men aan boord 'van het schip met de Eskimo's dreef. Morgen wordt in de „Herald* het ver haal voortgezet. Kieuwe verklaringen van Peary. Peary bekende te Battle Harbour in een onderhoud met een betrouwbaar persoon, dat het hem speet, dat hij Bartlett niet had madegenomen naar de Pool, hoewel hij tevreden was, dat de wetenschappelijke wereld onvoor waardelijk zijn verklaring aanneemt. Hij verklaarde, dat hij biet wist, wan neer hij de Pool zou bereiken. Daar om zag "hij geen reden zijn tevoren op gemaakt programma te wijffigen, waar bij Bartlett zou terugkeeren, wanneer de 88e gr. parallel bereikt was. Peary beweerde, dat de getuigenissen en a an teek effing en van zijn kameraden zouden bewijzen, dat hij verder ging dan de 88e parallel en het getuigenis van zijn negerbediende en Eskimo's zou zijn bewering bevestigen, dat hij de Pool bereikte. Peary verklaarde voorts dat Cook geen bewijzen had, dat hij eenig punt verder dan de kust bereikte. Peary zei- de nog, dat in Augustus Whitney hem vertelde, dat Cook hem (Whitney) had medegedeeld, te Etah, in April, dat hij de Pool had bereikt. Daar Cooks' Eskimo's te Etah waren, kon Pearv van hen een verhaal in ruwe trekken krijgen, waaruit bleek, dat Cook en zij alleen twee tochten maak ten over het Poolijs en toen terugkeer den. De schoolarts en de moedors. De schoolarts van de Willesden Coun cil School, in Willasden, een klein Engelsch plaatsje, zond eenigen tijd ge leden aan de ouders van de leerlingen dezer school een rondschrijven, waarin hij de wenschelijkheid betoogde, dat ook de meisjes het haar kort zouden dragen. Dat zou goed zijn uit een oog punt van zindelijkheid en gezondheid. De ouders echter bleken door de argu-, menten van den geneeskundige niet overtuigd, en slechts enkele gaven aan zijn wenken gehoor. Toen deelde dd arts mede, dat hij in enkele gevalled bij haar- en hoofdziekten het korte haar yerpLichtend zou moeten stellen. Ook die kennisgeving hielp niet en daarop volgde het dreigement, dat nu de arts zelf maatregelen zou nemen, in de door hem noodig geachte geval len het haar der kinderen te doen "ver zorgen*. Dinsdag nu zou het de groo te dag zijn, waarop de operatie op een zeven of achttal meisjes zou worden toegepast; maar de schoolarts had bui ten de moeders gerekend, die maar niet zoo zonder meer zich wilden neer leggen bij dit besluit. Op het gerucht dat een rijtuig voor de school was ge komen, om de kinderen naar een kap per te brengen, verzamelden, zich eeni ge honderden verontwaardigde moeders voor het gebouw, haar kinderen opëi- schend .Er volgde een rumoerig too- neel en het einde was, dat de juf-, frouw, die de kinderen weg zou bren gen, in het rijtuig de vlucht moest nen men, zonder een van haar „patiënten" mee te kunnen nemen. De moederlijke ijdelhejd won het dus van de medjsche wijsheid. Blériot in Londen,. De Fransche Kanaalvlieger" is, zoo als men weet, op 't oogenbflk in Lon den. Dezelfde Engelschen die den be roemden Franschman na zijn bewonde renswaardige vlucht zoo geestdriftig hebben toegejuicht, weten nu niet wat ze moeten doen, om Blériot op waardi ge wijze te ontvangen. Zoo heeft de Lord Mayor van Londen gisterenavond een feestmaal aangebo den, waarbij verschillende sprekers den Franschen vlieger hulde brachten. Op al die „speeches" antwoordde Blériot: „Binnen enkele maanden hoop ik een uitvinding gedaan te hebben, die een tocht over het Kanaal veel' zal vergemakkelijken, 'k Zal een ffieu-J we machine maken, waarmee ik, even als de zeemeeuwen op het water kan drijven, om daarna weer in de lucht te stijgen.* „Dat is geen droom, maar pure wer kelijkheid," verklaarde Blériot. 28) „Hoe? SVjat wilt ge daarmee zeg gen vroeg de oude vrouw scherp, zich geheel naar hem keerende. „Ik meende, wijl er niets bescha digd is, geen wanorde is aangericht", zei de gTaaf weifelend, „dat men moet besluiten, dat de diefstal door iemand hier in huis moet gepleegd zijn-" „Daarmede zegt ge geen nieuws en ook niet alles, wat ge denkt", sprak de gravin ver van vriendelijk. „Maar tante, wij hebben geen grond om iemand te verdenken." „Neen, helaas niet. Gave God, da,t wij helderder Zijgen; de gedachten, die zich aan mij opdringen, pijnigen mij." „Ik vrees, dat mij dezelfde gedach ten kwellen." „Ja, het is een ontzettend ding. Maar het helpt niet het te verber gen. Daaromwiat denkt gij er van „Nu dan, vooreerst moest de dief hier in huis goed den weg .weten en overal vrijen toegang hebben, om zonder iemands opmerkzaamheid te trekken of zonder eéü spoor na te laten zijn misdaad te kunnen uit voeren." „Ja,, maar dat brengt ons niet veel verder." „Natuurlijk. Daarom komt de tweede vraag: jWiat kan de beweeg reden tot die daad geweest zijn? Hebzucht of nood, geldverlegenheid Onder het- dienstpersoneel ken ik niemand, die in dit opzicht verdacht zou kunnen worden. Dus blijven de familieleden over. Amelie en Emma blijven buiten bespreking. Ik zelf?" „Haalburg, wees niet dwaas!" „Nu, dan blijven alleen Alexan der en Ortwin."' „Haalburg!" Als een vreeselijken angstkreet kwam dit woord van de lippen der gTavin. „Houd u bedaard, tante. Ge hebt zélf openhartigheid geëischt. Heb zuchtig is Alexander niet, dat weten wij. In verlegenheid is hij wel, maar dat hij er niet aan denkt op weder rechtelijke wijze zich daaruit te hel pen, is duidelijk. Eerst heeft hij mij en toen dit niet hielp, u om hulp gebeden, hoe moeilijk hem dit moet gevallen zijn. Toen ook dit niet hielp, is hij gisteren den geheelen dag z-oo gedrukt en neergeslagen geweest, als ik hem nog nooit ge zien heb." „De arme jongen!" zei de gravin medelijdend, in haar zwakheid ver getend, dat haar lichtzinnige neef zich zelf het tocih alleen te wijten had. „Gij ziet, tante, dat niet de ge ringste verdenking tegen Alexander kan opgevat worden." „Neen, zeker nietriep zij leven dig. „Dat is ook onmogelijk. De zoom van Anna en u kam onvoorzichtig, kam lichtzinnig .zijn, dat zijn ver geeflijke gebreken van het jonge bloed. Maar tot zulk een misdaad vervalt geen Haalburg-Rode-cken." „En toch draagt ook de andere een goeden naam", sprak Haalburg met doffe stem. „De andere (Wien meent gij „Den jongen Desendorf. Als hij mijn z!oon was, zou ik met meer zorg over hem waken dan over Alex ander." „iWaarom 'Niemand heeft nog zijn soliditeit betwijfeld." „.Wijl hij een huichelaar is. Dat staat minstens vast, dat hij geheime zeer groote uitgaven hebben moet ze kosten hem schatten geld." „HaDaarom dusstiet de gra vin uit. „Maar neen, dat taou ik nooit geloofd hebben." Haalburg' beschouwde de diep be wogen vrouw eenige oogenblikken en vroeg' toen„Ge hadt er dan toch reeds eenig vermoeden van, dat het met hem niet riohtig was „Niets van dien aard, Ik dacht niets ergs. Daar had ik geen grond voor. Mijne inkomsten heeft hij uit stekend beheerd, mijn belangen heeft hij met- den grootsten ijver behartigd. Wiaar zou ik reden voor argwaan of Wantrouwen moeten vinden?" „Vergeef mij, tante; ik meende zoo even te bemerken, dat ge niet onbekend met zijn geheime uitgaven waart," „Ik wist niets daarvan. Alleen is het mij opgevallen dat hij hij alle zorg voor mijn goederen, zijn pacht goed Emmerkamp betrekkelijk ver waarloost" Terwijl zij echter sprak groeide haar argwaan jegens Ort win. „Eergisteren vroeg ik hem pond- uit wat hij met zijn overtollig geld uitvoerde, maar er kwam geen be vredigend antwoord. „Dat klinkt verdacht, Zeer Ver dacht; en het is Zooveel te erger, al® ik bedenk dat ik reeds meer malen vernam, dat hij sinds jaren in voortdurende betrekking staat met de woekeraars Wjolfzahl en Prei- nitz." De gravin vouwde de handeu on bewoog zich alsof zij pijn had, maar sprak niet. Haalburg ging voort langzaam en weifelend, als sprak hij zijn gedach ten tegen zijn zin uit„In verlegen heid schijnt hij Zich dus te bevinden. Het motief voor de daad is dus aanwezig. Maar het schijnt, dat de gelegenheid hem heeft ontbroken, hij was niet. alleen in deze kamer." „Och dat behoefde ook niet," ant woordde de gravin diep bekommerd. „Men moet toch nooit iemand in ver zoeking brengen. Ik heb den onge lukkige grenzenloofc vertrouwen ge schonken. Terwijl hij aan het open bureau bez'ig was, za,t ik met den rug naar hem toe, omdat het licht mijn oogen hindert, dus kon hij ach ter mijn rug zöoveel wegnemen, als hem goeddacht." „Dan blijft er ook nauwelijks eeni gen twijfel over," zei Haalburg bijna fluisterend. „Ja wel," sprak de gravin plot seling luid en levendig. „Als hij toch stelen wilde, zou hij een dwaas geweest zijn zich met zoo weinig to vergenoegen." „In dit punt kan ik helaas uw meening niet deelen. Ik houd hem gesteld dat hij de dader is, voor een lichtzinnig man, maar niet voor een booswicht. Een dief had zonder twij fel alles genomen, hij heeft zich al leen willen redden en daarvoor het noodig© zoogenaamd willen leenen, om het later even heimelijk weer te rug te geven. Dat dit met diefstal gelijk staat weet ik wel, maar de dader heeft het wellicht niet voor gewonen diefstal gehouden en is zoo doende eer voor de verzoeking be zweken." De gravin zweeg, het hoofd ge bogen en de oogen neergeslagen. Haalburg wachtte ongeduldig, dat zij het gesprek zou voortzetten, wijl hij al wat hij wist had meegedeeld. Eindelijk sprak zij „Gij hebt mij overtuigd, zoover dit zonder de bekentenis van den misdadjg»r mogelijk ie. Ho» g# h«t ook vmoogt voorstellen, het feit is, dat vik bestolen ben. En dat juist door dien man, dien ik mijn volle vertrouwen schonk, als een moeder haai- zoon. En. Zij hield op en toen de graaf wilde antwoorden wenkte zij hem te zwij gen en zei barsch: „Genoeg! Met hem zal ik zelf afrekenen. Dat is geheel mijn zaak en niemand moet zich daarmee bemoeien. Stel u ge rust. Uw eer zal niets daaronder lijden. De zoon uwer vrouw zal het paleis Rodeeken nog slechts eens be treden om zijn ontslag van mij te ontvangen en te hooren wat hij hoo- renmoet. Y&n u verlang ik biets dan uw woord van eer, dat ge tegen ieder ook tegen uw vrouw een volstrekt stilzwijgen zult in acht nemen. Ge zult dat te eerder doen. als ge be grijpt dat de schande die uw stief zoon zou treffen, toch ook op Amelia en door haar op n een schaduw zou werpen.,. Hier, neem deze 10.000 Mark om voorloopig eenige orde in Alexander's aangelegenheden te Uren gen. Ik heb sedert den sterfdag mij ner arme Anna, niet beleefd wat mij zoo getroffen heeft als deze on geloof elijke gebeurtenis. (IPorffi vcnjalgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1