DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
liiOQ
da
IN,
u
102,
D
3#
r'
KiniterftiiiinirMft 29-38-33, Haarlem
srij
'45
Van alles wat!
BUITENLAND.
°fei"
In den sf nijd des
levens.
feelefl
en.
MAANOACO 20 SEPT. 1909.
34ste Jaargang No. 6995
Bureaux van Redactie en Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
«vo.
«er.
5
8'
773
en
en/'
l
IJZEN
Wij vestigen de bijzondere aandacht onzer
lezers op onze KWARTJES-ADVERTENTIËN, en ver
zoeken alle Katholieken van Haarlem en Om
streken dringend, om wanneer zij dienstpersoneel
noodig hebben, een huis te huren of te verhuren
wenschen, een stuk in hun huishouding onders
hands willen koopen of verkoopen of zelf een
betrekking zoeken, van onze rubriek kwartjes-
advertentien zoo druk mogelijk gebruik te maken.
Ook door het plaatsen van kwartjes-advertentien
bewijst men door mee te helpen aan de voort
durende uitbreiding dezer rubriek, aan de courant
een dienst.
DE DIRECTEUR.
FRANKRIJK.
OOSTENRIJK.
FEUILLETON.
ra««
er»1
[J0
qA
00
waar
voor'
>it i®
iiscb«
ter de
is g«'
|rda«i'
|»r all®
|and«'
EIIVE HURLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS)
Per 8 maanden voor Haarlem f 1,85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
Afzonderlijke nummers 0,08
PRJJ8 DER ADVERTEN. EN:
Van 16 regels 60 eent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant).
Alle betalende abonnéi op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zQn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
GULDEN bij
verlies van
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
GULDEN bij
overlijden.
300
GULDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
150
GULDEN bij
verlies van
éen oog.
100
GULDEN bij
verhes van
éen duim.
00
één
wijsvinger.
15
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger
De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij OCean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II.
Kwartjes - Advertentiën.
XXXIX.
PS,
Versch brood en bakkers-
nachtarbeid. I.
M'n XXXVste „Van alles Wat" je
heeft der Redactie een groot epistel
van het „Bakkers Comité" op het lijf
gejaagd, en ik zit er na voor, om dat
epistel te beantwoorden.
In mijn artikeltje bepleitte ik de
wenschelijkheid eenerzijds en de
noodzakelijkheid anderzijds van af
schaffing van den nachtarbeid voor
bakkers.
Ik vertelde dat het kon, en ten
tweede dat de staat het recht heeft
om den arbeid op deze wijze te be
perken, terwijl ik daarenboven poogde
aan te toonen dat het een eisch van
onzen tijd is die allerminst overdreven
en nog minder onrechtvaardig is te
achten, wanneer we vragen dat ook
de bakkers, waar het kin, tijd zullen
krijgen om hun leven in te richten
zooals elk arbeider, zonder van den
nacht een dag te maken en hun
huisgezin eenvoudig aan zijn lot te
mosten overlaten.
Er zijn echter menschen in ons
vaderland, en niet van de minste, die
het met deze manier van werken
voor de bakkers allesbehalve eens
zijn. Curieus is het, dat het juist héél
aristocratische heeren zijn, die tegen
afschaffing van den bakkera-nachtar-
beid zich verklarenalthans de twee
heeren, die het epistel tegen mijn
„Van alles wat"-ja onderteekenen, zijn
beide mannen „met twee namen", om
in den trant van een bekend staats
man te spreken.
Edoch, ik geloof, dat ik hun argu
menten tegen de afschaffing van den
nachtarbeid wel kan beantwoorden.
Ze lijken me waarlijk niet onoverko
melijk.
En ik meen dat ik niet beter en
onpartijdiger kan doen, dan het heele
stuk van de heeren hier eens te doen
afdrukken, om dan morgen mijn
antwoord te plaatsen.
Ziedaar dan wat de heeren schrijven:
Nachtarbeid in het bakkersbedrijf.
Afschaffing van den nachtarbeid in
het bakkersbedrijf is een onderwerp,
dat men wel van tien of twaalf ver
schillende zijden kan bekijken. Aldus
de schrijver over „Van alles wat!" in
(Jw geëerd blad. Wèl had uw mede
werker gelijk, want hoevele bezwaren
zijn niet reeds door de tegenstanders
vao de A. v. N. opgeworpen.
Een der meest geliefkoosde bewe
ringen van de voorstanders van de
A. v. N., een bewering, die blijkbaar
ook wordt gedeeld door Uwen mede
werker, is, dat versch brood ongezonder
zou zijn dan oudbakken brood.
Deze nooit bewezen stelling is ech
ter reeds lang door de hygiënisten
naar het rijk der fabelen verwezen.
Het medisch weekblad „Moleschott"
noemt het een volksgeloof, dat
alleen nuttig is om den
nachtarbeid in broodbak
kerijen afgeschaft te krijgen.
Ook het „Maandblad tegen verval-
schingen", mede een orgaan, hetwelk
door een scheikundige wordt geredi
geerd, gaat aan deze door de voor
standers van A. v. N. als axioma
beschouwde waarheid tornen en raadt
zijne lezers aan te profiteeren van het
oogeDblik, dat het brood zoo lekker
is, echter onder voorbehoud van niet
meer er van te gebruiken dan de ge
wone hoeveelheid. Versch brood is
dus niet ongezonder dan ond brood.
Maar ook al ware versch brood
niet zoo gezond als oud, dan nog is
versch brood lekkerder. Het groote
publiek eischt daarom van zijn brood-
leverancier versch brood. Of deze
eisch voor den bakker al dan niet
aangenaam is kunnen wij buiten
beschouwing laten; het publiek be
kommert zich er niet om. Gelet op
de ondervinding, zal men dan o ok
steeds versch brood eischen en de
bakker zal ook na de A. v. N.
gedwongen worden zoo spoedig mo
gelijk versch brood verkrijgbaar te
stellen Kan het publiek het zoo be
geerde verscbe brood niet bij A
krijgen, bet zal naar B, desnoods nog
Daar C of D loopen, net zoo lang tot
dat men hetgeen men wil hebben,
machtig is geworden.
Door dezen eisch van het publiek
moest „EigeD Hulp" in Haarlem hare
poping om den nachtarbeid in hare
bnkkerij af te schaffen, opgeven. Wat
geeft het nu, als men al leeraart, dat
versch brood niet onmisbaar ia, als
het publiek het toch eischt 1 E«n ge
deelte van het publiek zal ook wel
licht betoogen dat versch brood niet
onmisbaar is, doch juist dit publiek
gaat nu naar een anderen bakker,
wanneer de Coöperatie, waarvan men
lid is, geen versch brood kan verschaf
fen. Op bet oogenblik eischt men van
die coöperaties, welke den nachtarbeid
hebben afgeschaft, 's morgens geen
versch brood en wel om de een-
veudige reden, dat men het van een
anderen bakker, die wel versch brood
heeft, betrekt. Wat is evenwel het ge
volg van den eisch naar versch brood
De ondervinding heeft bij „Eigen
Hulp" geleerd, dat zelfs met den
besten wil en de uiterste in
spanning niet tegelijk kan worden
voldaan aan twee noodzakelijke voor
waarden voor het bestaan eener bak
kerij het brood naar eisch
gebakken en gebruik daar
van aan de koffietafel, d. i.
om twaalf uur. Vervulling van
deze beide voorwaarden aldus be
toogde het bestuur van „Eigen Hulp"
in een adres aan den Minister ging
boven menschelijke kracht, en daarom
zag de directie zicö weldra op ver
zoek van het eveneens te
leurgestelde personeel ge
noodzaakt den nachtarbeid in te voe
ren. De heer Hütter, voorziiter van
bet Nationaal Comité voor afschaffing
van den nachtarbeid, moest in een
ingezonden stuk in de „Bakkers-Bonds
courant" erkennen, dat het niet aan
ging voor die 1000 leden van „Eigen
Hulp" om het brood vóór twaalf uur
aan huis te hebben bezorgd. Ik kan
mij best begrijpen aldus betoogde
de heer Hütter dat toen dat be
geerd werd door het bestuur, het voor
de leiders der bakkerij en haar per
soneel een hel is geweest op
aard a."
Ziehier dus de ondervinding van
„Eigen Hulp" bevestigd en erkend
zelfs koor den voorzitter van het Co
mité, dat steeds heftig voor A. v. N.
ageert.
Natuurlijk zou het wel mogelijk ge
weest zijn een klein gedeelte van de
afnemers van „Eigen Hulp" op tijd
van versch brood te voorzien, maar
daarmede zouden begrijpelijkerwijze
de overige afnemers niet tevreden ge
weest zijn. Bij afschaffiing van den
nachtarbeid zouden dus voor „Eigen
Hulp" twee mogelijkheden zijn over
gebleven
lo. het zich laten welgevallen, dat
een groot aantal leden dier coöperatie
naar een anderen bakkker ging;
2o. de bakkerij zoodanig uit te brei
den, dat het mogelij X was alle afne
mers vóór twaalf uur met versch brood
bediend te hebben.
ad p r i m u m. Elke onderneming,
hetzij eene coöperatie, hetzij een par
ticulier bedrijf kan er geen vrede mede
hebben, dat men dagelijks het aantal
zijner afnemers ziet verminderen.
De eerste mogelijkheid is dusgeene
oplossing.
ad secundum. Is geld en grond
beschikbaar dan had men de zaak
reusachtig kunnen uitbreiden, zoodat
men in een zeer korte tijdruimte b.v.
van 's morgens 5 tot 12 uur van
zeven uur dus het benoodigde brood
gebakken en bezorgd kon hebben. Het
behoeft evenwel geen betoog, dat door
het volgen van deze handelwijze de
exploitatiekosten schrikbarend zouden
zijn gestegen. En waar de exploitatie
kosten op die maDier zouden stijgen,
zou natuurlijk ook de prijs van het
brood hooger moeten worden gesteld.
Men had dus gekregenduur
brood.
Zooals hierboven is aangetoond, zal
men, ook na de A. v. N., versch brood
blijven eischen. Hij, die dus het best
aan dezen eisch kan voldoen, hetzij
door vergrooting van zijne werkplaat
sen, hetzij door het in dienst nemen
van los personeel, waardoor natuur
lijk het vaste personeel minder zal
verdienen zal zijne clientèle mis
schien kunnen behouden.
Kan men echter om eene of andere
reden b. v. door gebrek aan kapitaal
zijne zaak niet uitbreiden, dan zal men
bef moeten aanzien, dat allengs zijn
debiet vermindert.
Nieuwe bakkerijen zullen worden
opgericht, die vooral de buurt van
versch brood zullen voorzien. Haastig
en met de grootste inspanning zal
moeten worden gewerkt zoowel door
den patroon als door den gezel. Wat
de gevolgen van dit haastig en in
spannend werken zijn, leert ons de
practijk in die landen, waar de nacht
arbeid in broodbakkerijen althans op
papier reeds is afgeschaft. Het Bak
kers-Comité wendde zich om inlich
tingen tot de bakkerspatroonsvereeni-
gingen in Italië, Tessinn (Zwitserland)
en Noorwegen. Ea wat was bet resul
taat? Die personen, die de A. v. N.
reeds in de practijk gezien hadden of
nog zien want niet overal wordt
de wet nageleefd antwoordden een
stemmig: de gevolgen van deA. v. N.
warenslecht brood. Zoo schreef
de bakkerspatroonsvereeniging (Asso-
ciazione Roma de Negozianti Pornai)
te Rome:
„Het brood, dat vóór 12 nur des
middags bereid is, kan niet anders
dan slecht z ij n, omdat het veel
te haastig is gemaakt. Na de A.v.N.
eischt het publiek toch versch brood
en is men erg tegen de wet, omdat
het brood, vooral dat van het eerste
baksel, bijna niet te eten is."
De bakkerspatroonsvereeniging (As
soc: azione dei Negozianti Panettierri)
te Napels verklaarde:
„dat de bakkers in Napels in geen
enkel opzicht de dwaze wet zijn na
gekomen. Het heeft slechts enkele
dagen geduurd, dat wij den nachtar
beid afschaffen, daar we toen onze
toevlucht moesten nemen tot het oude
systeem om niet geheel en ai ons
ongeluk tegemoet gaan.
Maar het waren dan ook dagen van
volslagen wanorde; de qua-
liteit van het brood heel
slecht enz.
De inlichtingen, welke wij van de
overige patroonsvereenigingen uit Ita
lië kregen, waren al niet veel beter.
Alle berichten o.a. van de patroons
vereenigingen te Florence, Milaan,
Venetië, Bologne, etc. bevestigen, dat
de A. v. N. met zich heeft gebracht
slecht brood.
„Kobus,, die op verzoek van de
Ned. Bakkers Courant, een orgaan,
dat in de gelederen der voorstanders
van de A. v. N. medestrijdt, in Italië
persoonlijk een onderzoek heeft inge
steld, schrijft in dat blad
„Behalve wat de broodjes betreft,
die zijn, sedert de nachtarbeid afge
schaft is, niet meer gaar.
„Overal is het publiek on
tevreden, doordien het 's morgens
wel versch brood ontvangt, maar
steeds te warm en te ongaar.
De bakkerspatroons Roeschli,
Schurch, Bernardoni en de Paneficio
Steiger in Sessinn (Zwitserland) de
bakkerspatroons Kirkebij, Rolfsen,
Hansn, Brynildsen, Olsen, Hoff, Sam
son, li Rolfsen, «tc. in Noorwegen,
verklaren eveneens, dat de gevolgen
van de A. v. N. waren: slecht
brood.
Uw medewerker aan de rubriek
„Van alles wat" had wel gelijk, toe»
nij betoogde, dat afschaffing van den
nachtarbeid een onderwerp is, dat men
wel van tien of twaalf verschillende
zijden kan bekijken.
Waar uw medewerker evenwelscherp
het licht heeft laten vallen op het
„pro" verzoeken wij U beleefd ook
voor het „contra" eenige ruimte be
schikbaar te stellen.
Het Bestuur van het Bakkers-
Comité,
Dr. J. RORTER8 VAN LENNEP,
Voorzitter.
Mr. H. BLAUPOT TEN CATE,
Secretaris.
Wat ik op dit lijvig epistel in het
kort heb te antwoorden volgt morgenI
F.
De „vrijdenkers" en Vlo kerk.
§Ve hebben onlangs verteld, ivao
de Belgische vrijdenkers, die eóó
„vrij" denken en „vrij" zijn in ben
doen, dat 2© met geweld de Katho
lieke scholen en de kerken verbieden
willen voor anderen.
De Eransohe vrijdenkers gaven boa
op dit punt niets toe.
En die gaan zelfs nog een stapje
verder, omdat 2e dat onder deze te-
publiek vrij kunnen doen.
Men weet, dat die vrijheid- en ge-
lijkheidlievende republiek de onwet
tig toegeëigende kapel van den aarts
bisschop van Parijs, in een eetkamer,
voor den minister man arbeid heaftt
doen veranderen.
In Soissops gaat mea echter nog
verder.
Die istad is de onwettige eigena
resse geworden van de kerk der vroe
gere abdij van St. Leger. Nu heeft
de gemeenteraad dier stad, met 12
tegen 8 stemmen besloten om dien
tempel Gods aan.<de vrijdenkers
af te staan. Op den 26en September
zullen de heeren der vrije gedacht*
daarin hup eerste vergadering hon
den!
De bisschop van Soissons komt
in een herderlijk schrij ven op tegen
die schandelijke ontwijding der kexk-
In Zijn brief deelt de bisschop ver
der nog mede dat bij de eerste ver
gadering der vrijmetselaars, (ver
schillende voorwerpen, die bij da
katholieke godsdienstoefeningen ge
bruikt werden, in de kerk zullen
zijn I.»
AI wie de „vrije heeren" kent.
kan eifih 'de rest wel voorstellen 1
De Hongaarsche crisis.
De ministerieele crisis in Honga
rije, wel verre van bare scherpe kan
ten te verliezen, dreigt een ernsti
ger vorm aan te nemen, seint Reu
ter, tengevolge der groote offers die
door de departementen van oorlog
en marine van de twee landen won
den gevorderd.
Het is duidelijk, zoo is de Hon
gaarsche voorstelling, dat de wei
gering van jWiaenen om eenige con
cessie hoegenaamd 'te doen om aan
de openbare meening in Hongarijp
een kleine voldoening te schenken,
den toestand onmogelijk maakt
Buiten twijfel acht men het te
Budapest, dat niemand in staat zal
zijn een kabinet te vormen, dat bij
machte is door het Hongaarsche par
lement de geëischte buitengewone,
kredieten te doen aannemen. Men
denkt dat de Oostenrijksche en Hon
gaarsche delegaties veel later bijeen
30)
„Doen wij dat voorloopig. Het zal
ons voor menige onnutte klacht be
hoeden. Maar wat zal er nu van
hem worden.. Mij doet het hart pijn
als ik aan den openhajrtigen, eerlij
ken knaap denk, die hier onder mijn
oogen opgroeide om een misdadiger
Worden."
De graaf haalde de schouders op.
„Ge wilt zeggen, dat gaat u niet
aan. Zeker, hij is slechte uw stief
zoon en reeds over de dertig. Ge zijt
niet meer verantwoordelijk vtoor hem
en ik nog minder. Ge wilt- gaan
Tot morgen dan. Aan tafel kom ik
heden niet."
De gravin bleef alleen. Den man,
dien zij in heftigen toom van zich
had verstooten, had zij niet met de
blinde liefde waarmede zij Alexan
der verafgoodde, maar met een lief
de, die op achting jen waardeering
berustte, liefgehad. Zij was over
tuigd dat hij met dankbaarheid en
ten soort kinderlijke vereering aan
haar hing ,en zijn degelijkheid, zijn
j'üjt en ijver waarmede hij meest in
haar dienst had gewerkt, vulde me-
Üig uur me' aangedane gedachten
of door gemeenschappelijke werk
zaamheid. Door zijn vertrek ont
stond een ledig in haar leven, dat
haar zieer smartte. En hoe onom-
etootelijk zij aan zijn schuld geloof
de, zoo dook telkens de gedachte
bij haar op, hoe eerlijk en recht
schapen hij steeds geweest was. En
dan hoorde zij weer zijne afscheids
woorden „Ik verlaat u met dep
Wensch, dat het onrecht mij aange
daan, niet op u gewroken 3al wor
den."
XXL
Toen Oxtwin de kamer van gravin
Rodecken had verlaten, schreed hij
in wankelende houding de voorzlaal
door en klom langzaam de i>rachtige
trap van het huis af het huis, dat
hem z!oo vele jaren een, zij het niet
juist gelukkig, vaderhuis was ge-
weesten dat hij Voortaan z'ou moeten
vermijden. Beneden gekomen gaf hij
bevel zijn paard voor t© brengen,
maar de tijd die daarmee verliep
scheen hem een eeuwigheid, waut
iedere blik dien hij in 't rond wierp,
vervulde hem met bitterheid.
Eindelijk zat hij in het zadel. De
bediende, die hem de teugels in de-
hand gaf, vroeg bezorgd, of hij zich
onwel gevoelde, „Een Weinig Erite,
maar het is niet de moeite waard
en kal buiten wel overgaan."
'Mot de overtuiging dat het Voor
de laatste maal was, reed hij df>
poort van het schoone sjlot uit.
Buiten werd het echter niet beter.
Als in een droom en door pijnigende
gedachten gekweld reed de ongeluk
kig© daarheen. Licht had hij een
ongeluk kunnen krijgen, wijl hü een
eind weegs ovter moerassigen grond
moest rijden, maar gelukkig was het
goed afgerichte paard meer oplet
tend dan zijn meester. Dank zij deze
voorzichtigheid kwamen zij beide be
houden in Emmerkamp aan.
Toen hij op zijn kamer gekomen
Was, zond hij dadelijk den bediende
weg, die hém de lamp bracht en zonk
als gebroken in een stoel De op
winding die hem staande had ge
houden maakte plaats voor een diepe
neerslachtigheid. Hij zag in zijn don
kere toekomst geen enkel lichtpunt.
Zelfs kon hij Zich niet verdedigen,
w;ant als de verdenking van hem
werd weggenomen, zou dat Zijn moe
der te gronde richten. Srecïhs één
ding was hem gebleven, heiTwiwust.-
z'ijn zijner onschuld. Dit zou' hem
staande houden in het leven' Van
armoede en beproeving, dat hem
wachtte. iWjeH iciit&xou God, die hem
deze beproeving tcfezond, zij bet ook
eerst in een verre bekomst, zijn eer
van elke smet ziuivteren, zonder de
ongelukkige vrouw in gevaar te
brengen, om .wier wil hij weerloos
tegenover zijn noodlot stond.
Eindelijk bedacht hij, dat hij nog
plichten te vervullen had. Hij begon
de overdracht zijner boeken aan den
advokaat voor te bereiden-, Toen hij
verscheidene uren zich met dezen
arbeid had bezig gehouden en ver
moeid achterover in zijn stoel leunde,
drong zich de gedachte weer bij hem
op: „öïiat zlal er nu .van mij wor
den
De doodarme grafelijke intendant,
die smadelijk Zonder getuigschrift
uit zijn dienst ontslagen is, zal ner
gens arbeid of brood vinden..Doch
zich vermannend, riep hij vastbe
sloten „Daarover latermijn arbeid
is bier nog niet ten einde."
Hij zette zijn werk voort, doch
stiet spoedig op een bundel papie
ren, dien hij in diep nadenken in
de hand hield. Het waren de pa
pieren van zijn voorganger op Em
merkamp, die nog geen jaar daar
geweest was. De arme man scheen
er zich gelukkig gevoeld te hebban,
maar wias binnen weinige dagen aan
een longontsteking gestorven. Geld
en effecten van den overledene had
de familie ontvangen, maar ook deze
papieren moesten haar worden over
gemaakt. Mjaar niet alle. Er wa
ren duplicaten onderdie waren
voor de familie zeker van geen
waarde en dit getuigschrift kon hen
ook niet meer baten.
Hij stak een drietal stukken bij
zich, die hij er uitzocht en deed de
rest in een open omslag, die door
den advocaat kon worden opge
zonden.
De morgen grauwde, vóór Ort-
win zijn Icgerrtéde opzocht, ma-ar'
de slaap ontweek zijn oogen, want
een beeltenis die zich eerst flauw
voor zijn geest vertoond had, en een
gedachte die door zijn bittere over
wegingen zich had heengedrongen,
traden nu helder voor zijn geestes
oog: zij golden Lina Heszborn.
„[Wat zal zij denken, wat zal zij
gelooven, als zij mijn lotgevallen
verneemt vroeg hij zich af.
Steunend wendde hij het hoofd om
in zijn kussen, als wilde hij het ant
woord op die vraag niet hooren I
Den volgenden dag gebruikte De-
sendorf geheel om met den reeds
vroeg aangekomen rechtsgeleerden
raadsman der gravin zijn geheele
administratie na te zien. De verstan
dige oude heer w:as vol stille be
wondering voor de ordelijke en dege
lijke wijze, waarop die gevoerd was
en verbaasde zich nog meer dan aan
vankelijk over de plotselinge breuk
tussehea Desendorf en de gravin.
Haar bewering dat de eigenzinnig
heid en koppigheid van den jongen
man haar aanleiding hadden gege
ven hem te ontslaan, geloofde de
ervaren advokaat volstrekt niet.
Daarvoor kende hij Desendorf te
goed. Hij begreep echter dat bij het
bekende karakter Ider .oude gravin er
niets aan te doen was en onthield
zich van alle nuttelooze vragen, die
Desendorf wellicht aoudeft hebben
kunneu kwets®.
Toen het avond werd, was de zaak
in orde. De advokaat reed Daar de
stad terug met de opdracht het per
soonlijk eigendom dat Oitwin op Em
merkamp achterliet te doen verkoo
pen en de opbrengst daarvan met
een brief, dien de graaf hem over
handigde, aan zijne moeder te zen
den.
•Ortwin verzocht daarin zijn moe
der, met het geld dat de advokaat
haar zou zenden het stuk bij Prei-
nitzi in te lossen, waarin hij tegen
over den geldschieter zich verbon
den had tot aflossing in haar
belang. Hij voegde er een kort, vor
melijk afscheidswoord bij, daar het
hem onmogelijk was meer te schrij
ven.
Reeds in den namiddag had hij
zijn koffer, met zijn kleederen en boe
ken gevuld, naar bet station gezon
den. Toen de duisternis ingevallen
was, ging bij te voet er heen. Hij
had slechts weinig contanten, wijl
de gravin hem het grootste deel van
zijn salaris over het loopende kwar
taal had ingehouden. Zonder dat
iemand het bemerkte, nam hij een
billet derde klasse; meer kon hij
niet bekostigen.
Wordt vervolgd.')