DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. liiOQ da IN, u 102, D 3# r' KiniterftiiiinirMft 29-38-33, Haarlem srij '45 Van alles wat! BUITENLAND. °fei" In den sf nijd des levens. feelefl en. MAANOACO 20 SEPT. 1909. 34ste Jaargang No. 6995 Bureaux van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020. «vo. «er. 5 8' 773 en en/' l IJZEN Wij vestigen de bijzondere aandacht onzer lezers op onze KWARTJES-ADVERTENTIËN, en ver zoeken alle Katholieken van Haarlem en Om streken dringend, om wanneer zij dienstpersoneel noodig hebben, een huis te huren of te verhuren wenschen, een stuk in hun huishouding onders hands willen koopen of verkoopen of zelf een betrekking zoeken, van onze rubriek kwartjes- advertentien zoo druk mogelijk gebruik te maken. Ook door het plaatsen van kwartjes-advertentien bewijst men door mee te helpen aan de voort durende uitbreiding dezer rubriek, aan de courant een dienst. DE DIRECTEUR. FRANKRIJK. OOSTENRIJK. FEUILLETON. ra«« er»1 [J0 qA 00 waar voor' >it i® iiscb« ter de is g«' |rda«i' |»r all® |and«' EIIVE HURLEMSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS) Per 8 maanden voor Haarlem f 1,85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80 Afzonderlijke nummers 0,08 PRJJ8 DER ADVERTEN. EN: Van 16 regels 60 eent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant). Alle betalende abonnéi op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zQn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor GULDEN bij verlies van GULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 GULDEN bij overlijden. 300 GULDEN bij verlies van éen hand of voet. 150 GULDEN bij verlies van éen oog. 100 GULDEN bij verhes van éen duim. 00 één wijsvinger. 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij OCean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II. Kwartjes - Advertentiën. XXXIX. PS, Versch brood en bakkers- nachtarbeid. I. M'n XXXVste „Van alles Wat" je heeft der Redactie een groot epistel van het „Bakkers Comité" op het lijf gejaagd, en ik zit er na voor, om dat epistel te beantwoorden. In mijn artikeltje bepleitte ik de wenschelijkheid eenerzijds en de noodzakelijkheid anderzijds van af schaffing van den nachtarbeid voor bakkers. Ik vertelde dat het kon, en ten tweede dat de staat het recht heeft om den arbeid op deze wijze te be perken, terwijl ik daarenboven poogde aan te toonen dat het een eisch van onzen tijd is die allerminst overdreven en nog minder onrechtvaardig is te achten, wanneer we vragen dat ook de bakkers, waar het kin, tijd zullen krijgen om hun leven in te richten zooals elk arbeider, zonder van den nacht een dag te maken en hun huisgezin eenvoudig aan zijn lot te mosten overlaten. Er zijn echter menschen in ons vaderland, en niet van de minste, die het met deze manier van werken voor de bakkers allesbehalve eens zijn. Curieus is het, dat het juist héél aristocratische heeren zijn, die tegen afschaffing van den bakkera-nachtar- beid zich verklarenalthans de twee heeren, die het epistel tegen mijn „Van alles wat"-ja onderteekenen, zijn beide mannen „met twee namen", om in den trant van een bekend staats man te spreken. Edoch, ik geloof, dat ik hun argu menten tegen de afschaffing van den nachtarbeid wel kan beantwoorden. Ze lijken me waarlijk niet onoverko melijk. En ik meen dat ik niet beter en onpartijdiger kan doen, dan het heele stuk van de heeren hier eens te doen afdrukken, om dan morgen mijn antwoord te plaatsen. Ziedaar dan wat de heeren schrijven: Nachtarbeid in het bakkersbedrijf. Afschaffing van den nachtarbeid in het bakkersbedrijf is een onderwerp, dat men wel van tien of twaalf ver schillende zijden kan bekijken. Aldus de schrijver over „Van alles wat!" in (Jw geëerd blad. Wèl had uw mede werker gelijk, want hoevele bezwaren zijn niet reeds door de tegenstanders vao de A. v. N. opgeworpen. Een der meest geliefkoosde bewe ringen van de voorstanders van de A. v. N., een bewering, die blijkbaar ook wordt gedeeld door Uwen mede werker, is, dat versch brood ongezonder zou zijn dan oudbakken brood. Deze nooit bewezen stelling is ech ter reeds lang door de hygiënisten naar het rijk der fabelen verwezen. Het medisch weekblad „Moleschott" noemt het een volksgeloof, dat alleen nuttig is om den nachtarbeid in broodbak kerijen afgeschaft te krijgen. Ook het „Maandblad tegen verval- schingen", mede een orgaan, hetwelk door een scheikundige wordt geredi geerd, gaat aan deze door de voor standers van A. v. N. als axioma beschouwde waarheid tornen en raadt zijne lezers aan te profiteeren van het oogeDblik, dat het brood zoo lekker is, echter onder voorbehoud van niet meer er van te gebruiken dan de ge wone hoeveelheid. Versch brood is dus niet ongezonder dan ond brood. Maar ook al ware versch brood niet zoo gezond als oud, dan nog is versch brood lekkerder. Het groote publiek eischt daarom van zijn brood- leverancier versch brood. Of deze eisch voor den bakker al dan niet aangenaam is kunnen wij buiten beschouwing laten; het publiek be kommert zich er niet om. Gelet op de ondervinding, zal men dan o ok steeds versch brood eischen en de bakker zal ook na de A. v. N. gedwongen worden zoo spoedig mo gelijk versch brood verkrijgbaar te stellen Kan het publiek het zoo be geerde verscbe brood niet bij A krijgen, bet zal naar B, desnoods nog Daar C of D loopen, net zoo lang tot dat men hetgeen men wil hebben, machtig is geworden. Door dezen eisch van het publiek moest „EigeD Hulp" in Haarlem hare poping om den nachtarbeid in hare bnkkerij af te schaffen, opgeven. Wat geeft het nu, als men al leeraart, dat versch brood niet onmisbaar ia, als het publiek het toch eischt 1 E«n ge deelte van het publiek zal ook wel licht betoogen dat versch brood niet onmisbaar is, doch juist dit publiek gaat nu naar een anderen bakker, wanneer de Coöperatie, waarvan men lid is, geen versch brood kan verschaf fen. Op bet oogenblik eischt men van die coöperaties, welke den nachtarbeid hebben afgeschaft, 's morgens geen versch brood en wel om de een- veudige reden, dat men het van een anderen bakker, die wel versch brood heeft, betrekt. Wat is evenwel het ge volg van den eisch naar versch brood De ondervinding heeft bij „Eigen Hulp" geleerd, dat zelfs met den besten wil en de uiterste in spanning niet tegelijk kan worden voldaan aan twee noodzakelijke voor waarden voor het bestaan eener bak kerij het brood naar eisch gebakken en gebruik daar van aan de koffietafel, d. i. om twaalf uur. Vervulling van deze beide voorwaarden aldus be toogde het bestuur van „Eigen Hulp" in een adres aan den Minister ging boven menschelijke kracht, en daarom zag de directie zicö weldra op ver zoek van het eveneens te leurgestelde personeel ge noodzaakt den nachtarbeid in te voe ren. De heer Hütter, voorziiter van bet Nationaal Comité voor afschaffing van den nachtarbeid, moest in een ingezonden stuk in de „Bakkers-Bonds courant" erkennen, dat het niet aan ging voor die 1000 leden van „Eigen Hulp" om het brood vóór twaalf uur aan huis te hebben bezorgd. Ik kan mij best begrijpen aldus betoogde de heer Hütter dat toen dat be geerd werd door het bestuur, het voor de leiders der bakkerij en haar per soneel een hel is geweest op aard a." Ziehier dus de ondervinding van „Eigen Hulp" bevestigd en erkend zelfs koor den voorzitter van het Co mité, dat steeds heftig voor A. v. N. ageert. Natuurlijk zou het wel mogelijk ge weest zijn een klein gedeelte van de afnemers van „Eigen Hulp" op tijd van versch brood te voorzien, maar daarmede zouden begrijpelijkerwijze de overige afnemers niet tevreden ge weest zijn. Bij afschaffiing van den nachtarbeid zouden dus voor „Eigen Hulp" twee mogelijkheden zijn over gebleven lo. het zich laten welgevallen, dat een groot aantal leden dier coöperatie naar een anderen bakkker ging; 2o. de bakkerij zoodanig uit te brei den, dat het mogelij X was alle afne mers vóór twaalf uur met versch brood bediend te hebben. ad p r i m u m. Elke onderneming, hetzij eene coöperatie, hetzij een par ticulier bedrijf kan er geen vrede mede hebben, dat men dagelijks het aantal zijner afnemers ziet verminderen. De eerste mogelijkheid is dusgeene oplossing. ad secundum. Is geld en grond beschikbaar dan had men de zaak reusachtig kunnen uitbreiden, zoodat men in een zeer korte tijdruimte b.v. van 's morgens 5 tot 12 uur van zeven uur dus het benoodigde brood gebakken en bezorgd kon hebben. Het behoeft evenwel geen betoog, dat door het volgen van deze handelwijze de exploitatiekosten schrikbarend zouden zijn gestegen. En waar de exploitatie kosten op die maDier zouden stijgen, zou natuurlijk ook de prijs van het brood hooger moeten worden gesteld. Men had dus gekregenduur brood. Zooals hierboven is aangetoond, zal men, ook na de A. v. N., versch brood blijven eischen. Hij, die dus het best aan dezen eisch kan voldoen, hetzij door vergrooting van zijne werkplaat sen, hetzij door het in dienst nemen van los personeel, waardoor natuur lijk het vaste personeel minder zal verdienen zal zijne clientèle mis schien kunnen behouden. Kan men echter om eene of andere reden b. v. door gebrek aan kapitaal zijne zaak niet uitbreiden, dan zal men bef moeten aanzien, dat allengs zijn debiet vermindert. Nieuwe bakkerijen zullen worden opgericht, die vooral de buurt van versch brood zullen voorzien. Haastig en met de grootste inspanning zal moeten worden gewerkt zoowel door den patroon als door den gezel. Wat de gevolgen van dit haastig en in spannend werken zijn, leert ons de practijk in die landen, waar de nacht arbeid in broodbakkerijen althans op papier reeds is afgeschaft. Het Bak kers-Comité wendde zich om inlich tingen tot de bakkerspatroonsvereeni- gingen in Italië, Tessinn (Zwitserland) en Noorwegen. Ea wat was bet resul taat? Die personen, die de A. v. N. reeds in de practijk gezien hadden of nog zien want niet overal wordt de wet nageleefd antwoordden een stemmig: de gevolgen van deA. v. N. warenslecht brood. Zoo schreef de bakkerspatroonsvereeniging (Asso- ciazione Roma de Negozianti Pornai) te Rome: „Het brood, dat vóór 12 nur des middags bereid is, kan niet anders dan slecht z ij n, omdat het veel te haastig is gemaakt. Na de A.v.N. eischt het publiek toch versch brood en is men erg tegen de wet, omdat het brood, vooral dat van het eerste baksel, bijna niet te eten is." De bakkerspatroonsvereeniging (As soc: azione dei Negozianti Panettierri) te Napels verklaarde: „dat de bakkers in Napels in geen enkel opzicht de dwaze wet zijn na gekomen. Het heeft slechts enkele dagen geduurd, dat wij den nachtar beid afschaffen, daar we toen onze toevlucht moesten nemen tot het oude systeem om niet geheel en ai ons ongeluk tegemoet gaan. Maar het waren dan ook dagen van volslagen wanorde; de qua- liteit van het brood heel slecht enz. De inlichtingen, welke wij van de overige patroonsvereenigingen uit Ita lië kregen, waren al niet veel beter. Alle berichten o.a. van de patroons vereenigingen te Florence, Milaan, Venetië, Bologne, etc. bevestigen, dat de A. v. N. met zich heeft gebracht slecht brood. „Kobus,, die op verzoek van de Ned. Bakkers Courant, een orgaan, dat in de gelederen der voorstanders van de A. v. N. medestrijdt, in Italië persoonlijk een onderzoek heeft inge steld, schrijft in dat blad „Behalve wat de broodjes betreft, die zijn, sedert de nachtarbeid afge schaft is, niet meer gaar. „Overal is het publiek on tevreden, doordien het 's morgens wel versch brood ontvangt, maar steeds te warm en te ongaar. De bakkerspatroons Roeschli, Schurch, Bernardoni en de Paneficio Steiger in Sessinn (Zwitserland) de bakkerspatroons Kirkebij, Rolfsen, Hansn, Brynildsen, Olsen, Hoff, Sam son, li Rolfsen, «tc. in Noorwegen, verklaren eveneens, dat de gevolgen van de A. v. N. waren: slecht brood. Uw medewerker aan de rubriek „Van alles wat" had wel gelijk, toe» nij betoogde, dat afschaffing van den nachtarbeid een onderwerp is, dat men wel van tien of twaalf verschillende zijden kan bekijken. Waar uw medewerker evenwelscherp het licht heeft laten vallen op het „pro" verzoeken wij U beleefd ook voor het „contra" eenige ruimte be schikbaar te stellen. Het Bestuur van het Bakkers- Comité, Dr. J. RORTER8 VAN LENNEP, Voorzitter. Mr. H. BLAUPOT TEN CATE, Secretaris. Wat ik op dit lijvig epistel in het kort heb te antwoorden volgt morgenI F. De „vrijdenkers" en Vlo kerk. §Ve hebben onlangs verteld, ivao de Belgische vrijdenkers, die eóó „vrij" denken en „vrij" zijn in ben doen, dat 2© met geweld de Katho lieke scholen en de kerken verbieden willen voor anderen. De Eransohe vrijdenkers gaven boa op dit punt niets toe. En die gaan zelfs nog een stapje verder, omdat 2e dat onder deze te- publiek vrij kunnen doen. Men weet, dat die vrijheid- en ge- lijkheidlievende republiek de onwet tig toegeëigende kapel van den aarts bisschop van Parijs, in een eetkamer, voor den minister man arbeid heaftt doen veranderen. In Soissops gaat mea echter nog verder. Die istad is de onwettige eigena resse geworden van de kerk der vroe gere abdij van St. Leger. Nu heeft de gemeenteraad dier stad, met 12 tegen 8 stemmen besloten om dien tempel Gods aan.<de vrijdenkers af te staan. Op den 26en September zullen de heeren der vrije gedacht* daarin hup eerste vergadering hon den! De bisschop van Soissons komt in een herderlijk schrij ven op tegen die schandelijke ontwijding der kexk- In Zijn brief deelt de bisschop ver der nog mede dat bij de eerste ver gadering der vrijmetselaars, (ver schillende voorwerpen, die bij da katholieke godsdienstoefeningen ge bruikt werden, in de kerk zullen zijn I.» AI wie de „vrije heeren" kent. kan eifih 'de rest wel voorstellen 1 De Hongaarsche crisis. De ministerieele crisis in Honga rije, wel verre van bare scherpe kan ten te verliezen, dreigt een ernsti ger vorm aan te nemen, seint Reu ter, tengevolge der groote offers die door de departementen van oorlog en marine van de twee landen won den gevorderd. Het is duidelijk, zoo is de Hon gaarsche voorstelling, dat de wei gering van jWiaenen om eenige con cessie hoegenaamd 'te doen om aan de openbare meening in Hongarijp een kleine voldoening te schenken, den toestand onmogelijk maakt Buiten twijfel acht men het te Budapest, dat niemand in staat zal zijn een kabinet te vormen, dat bij machte is door het Hongaarsche par lement de geëischte buitengewone, kredieten te doen aannemen. Men denkt dat de Oostenrijksche en Hon gaarsche delegaties veel later bijeen 30) „Doen wij dat voorloopig. Het zal ons voor menige onnutte klacht be hoeden. Maar wat zal er nu van hem worden.. Mij doet het hart pijn als ik aan den openhajrtigen, eerlij ken knaap denk, die hier onder mijn oogen opgroeide om een misdadiger Worden." De graaf haalde de schouders op. „Ge wilt zeggen, dat gaat u niet aan. Zeker, hij is slechte uw stief zoon en reeds over de dertig. Ge zijt niet meer verantwoordelijk vtoor hem en ik nog minder. Ge wilt- gaan Tot morgen dan. Aan tafel kom ik heden niet." De gravin bleef alleen. Den man, dien zij in heftigen toom van zich had verstooten, had zij niet met de blinde liefde waarmede zij Alexan der verafgoodde, maar met een lief de, die op achting jen waardeering berustte, liefgehad. Zij was over tuigd dat hij met dankbaarheid en ten soort kinderlijke vereering aan haar hing ,en zijn degelijkheid, zijn j'üjt en ijver waarmede hij meest in haar dienst had gewerkt, vulde me- Üig uur me' aangedane gedachten of door gemeenschappelijke werk zaamheid. Door zijn vertrek ont stond een ledig in haar leven, dat haar zieer smartte. En hoe onom- etootelijk zij aan zijn schuld geloof de, zoo dook telkens de gedachte bij haar op, hoe eerlijk en recht schapen hij steeds geweest was. En dan hoorde zij weer zijne afscheids woorden „Ik verlaat u met dep Wensch, dat het onrecht mij aange daan, niet op u gewroken 3al wor den." XXL Toen Oxtwin de kamer van gravin Rodecken had verlaten, schreed hij in wankelende houding de voorzlaal door en klom langzaam de i>rachtige trap van het huis af het huis, dat hem z!oo vele jaren een, zij het niet juist gelukkig, vaderhuis was ge- weesten dat hij Voortaan z'ou moeten vermijden. Beneden gekomen gaf hij bevel zijn paard voor t© brengen, maar de tijd die daarmee verliep scheen hem een eeuwigheid, waut iedere blik dien hij in 't rond wierp, vervulde hem met bitterheid. Eindelijk zat hij in het zadel. De bediende, die hem de teugels in de- hand gaf, vroeg bezorgd, of hij zich onwel gevoelde, „Een Weinig Erite, maar het is niet de moeite waard en kal buiten wel overgaan." 'Mot de overtuiging dat het Voor de laatste maal was, reed hij df> poort van het schoone sjlot uit. Buiten werd het echter niet beter. Als in een droom en door pijnigende gedachten gekweld reed de ongeluk kig© daarheen. Licht had hij een ongeluk kunnen krijgen, wijl hü een eind weegs ovter moerassigen grond moest rijden, maar gelukkig was het goed afgerichte paard meer oplet tend dan zijn meester. Dank zij deze voorzichtigheid kwamen zij beide be houden in Emmerkamp aan. Toen hij op zijn kamer gekomen Was, zond hij dadelijk den bediende weg, die hém de lamp bracht en zonk als gebroken in een stoel De op winding die hem staande had ge houden maakte plaats voor een diepe neerslachtigheid. Hij zag in zijn don kere toekomst geen enkel lichtpunt. Zelfs kon hij Zich niet verdedigen, w;ant als de verdenking van hem werd weggenomen, zou dat Zijn moe der te gronde richten. Srecïhs één ding was hem gebleven, heiTwiwust.- z'ijn zijner onschuld. Dit zou' hem staande houden in het leven' Van armoede en beproeving, dat hem wachtte. iWjeH iciit&xou God, die hem deze beproeving tcfezond, zij bet ook eerst in een verre bekomst, zijn eer van elke smet ziuivteren, zonder de ongelukkige vrouw in gevaar te brengen, om .wier wil hij weerloos tegenover zijn noodlot stond. Eindelijk bedacht hij, dat hij nog plichten te vervullen had. Hij begon de overdracht zijner boeken aan den advokaat voor te bereiden-, Toen hij verscheidene uren zich met dezen arbeid had bezig gehouden en ver moeid achterover in zijn stoel leunde, drong zich de gedachte weer bij hem op: „öïiat zlal er nu .van mij wor den De doodarme grafelijke intendant, die smadelijk Zonder getuigschrift uit zijn dienst ontslagen is, zal ner gens arbeid of brood vinden..Doch zich vermannend, riep hij vastbe sloten „Daarover latermijn arbeid is bier nog niet ten einde." Hij zette zijn werk voort, doch stiet spoedig op een bundel papie ren, dien hij in diep nadenken in de hand hield. Het waren de pa pieren van zijn voorganger op Em merkamp, die nog geen jaar daar geweest was. De arme man scheen er zich gelukkig gevoeld te hebban, maar wias binnen weinige dagen aan een longontsteking gestorven. Geld en effecten van den overledene had de familie ontvangen, maar ook deze papieren moesten haar worden over gemaakt. Mjaar niet alle. Er wa ren duplicaten onderdie waren voor de familie zeker van geen waarde en dit getuigschrift kon hen ook niet meer baten. Hij stak een drietal stukken bij zich, die hij er uitzocht en deed de rest in een open omslag, die door den advocaat kon worden opge zonden. De morgen grauwde, vóór Ort- win zijn Icgerrtéde opzocht, ma-ar' de slaap ontweek zijn oogen, want een beeltenis die zich eerst flauw voor zijn geest vertoond had, en een gedachte die door zijn bittere over wegingen zich had heengedrongen, traden nu helder voor zijn geestes oog: zij golden Lina Heszborn. „[Wat zal zij denken, wat zal zij gelooven, als zij mijn lotgevallen verneemt vroeg hij zich af. Steunend wendde hij het hoofd om in zijn kussen, als wilde hij het ant woord op die vraag niet hooren I Den volgenden dag gebruikte De- sendorf geheel om met den reeds vroeg aangekomen rechtsgeleerden raadsman der gravin zijn geheele administratie na te zien. De verstan dige oude heer w:as vol stille be wondering voor de ordelijke en dege lijke wijze, waarop die gevoerd was en verbaasde zich nog meer dan aan vankelijk over de plotselinge breuk tussehea Desendorf en de gravin. Haar bewering dat de eigenzinnig heid en koppigheid van den jongen man haar aanleiding hadden gege ven hem te ontslaan, geloofde de ervaren advokaat volstrekt niet. Daarvoor kende hij Desendorf te goed. Hij begreep echter dat bij het bekende karakter Ider .oude gravin er niets aan te doen was en onthield zich van alle nuttelooze vragen, die Desendorf wellicht aoudeft hebben kunneu kwets®. Toen het avond werd, was de zaak in orde. De advokaat reed Daar de stad terug met de opdracht het per soonlijk eigendom dat Oitwin op Em merkamp achterliet te doen verkoo pen en de opbrengst daarvan met een brief, dien de graaf hem over handigde, aan zijne moeder te zen den. •Ortwin verzocht daarin zijn moe der, met het geld dat de advokaat haar zou zenden het stuk bij Prei- nitzi in te lossen, waarin hij tegen over den geldschieter zich verbon den had tot aflossing in haar belang. Hij voegde er een kort, vor melijk afscheidswoord bij, daar het hem onmogelijk was meer te schrij ven. Reeds in den namiddag had hij zijn koffer, met zijn kleederen en boe ken gevuld, naar bet station gezon den. Toen de duisternis ingevallen was, ging bij te voet er heen. Hij had slechts weinig contanten, wijl de gravin hem het grootste deel van zijn salaris over het loopende kwar taal had ingehouden. Zonder dat iemand het bemerkte, nam hij een billet derde klasse; meer kon hij niet bekostigen. Wordt vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1