DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
'""ïïz ;r ai ui
lil
PRO DOMO.
BUITENLAND.
Zaterdagavondpraatjes.
Kinafterhuisvest 2S®3§-S3„ Haarlem
Gemengde Buitenlandsche berichten
ZATERDACS 25 SEPT. 1909.
34ete Jaargang No. 7000
Bureaux van Redactie en Administratie
Infercommunasi Teiefocnsiuinmef1 8426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, li
Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
Dit nummer bestaat uit
uier bladen, tu. o. de Of
ficiéél e K e r k I ij s t en het
GeïllustreerdZondags-
blad in 16 bladzijden.
EERSTE BLftD.
OOSTENRIJK.
MAROKKO.
CHINA.
De Noordpool-ontdekking.
HIKE HSARLEMSCHE COMMIT
ABONNEMENTSPRUSi
t'at 8 mtuuaden voor Haarlem f 1,85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
Afzonderlijke nummer; 0,08
PRIJS DER ADVERTEM. EN:
Van 16 regels60 oent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (4 contant).
u
Alle betalende abonnéa op dit blad, die In het bezit eener verzekeringspolls t|jD, z|)n volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
(SULDEN bü GULDEN bij GULDEN fa* f fl ft GULDEN btj fj
GULDEN bij
400
hand of voet.
wnrken
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij
venies »an
éen oog.
éen dnim
één
wijsvinger.
■s ft*
15
GULDEK by
ver lias van
óeu anderen
vinger
Ocean". Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II.
Illustre voorbeelden trekken.
Vandaar de titel, die hierboven
staat.
We nemen de vrijheid, heden óók
eens te pleiten „pru domo", dat is
voor onze eigen zaak, en ai zal dat
niet zijn in een artikel met vervol
gen, het zal toch vlezen met overtui
ging, met warmte, met aandring, om
dat de zaak die we voorstaan ons
zoozeer ter harte gaat, omdat wij zoo
veel gevoelen voor ons eigen werk
vooreerst, maar óók ea voornamelijk
omdat we weten, dat we met onze
zaak hoogere en heilige belangen die
nen die van de Katholiciteit en van
de Roomsche actie, die ten slotte veel
meer waard dan ons eigen, zakelijk
belang.
En in dit laatste zit dan ook tevens
de verontschuldiging voor de stout
heid, dat wij voor eigen zaak de pen
ditmaal voeren.
tiet dacht ons echter temeer geoor
loofd. omdat hei den Roomschen jour
nalist allerééret past, den volke te
herhalen wat Paus en Bisschoppen
leeren en vermanen.
En wanneer wij dan pleiten voor de
Katholieke Pers, dan steunen we op
het zeer uitdrukkelijk woord van onzen
Bieschop-zelf, die Roomsche lectuur
eii de Roomsche Pers voor het katho
lieke volk méér dan nuttig, noodza
kelijk heeft genoemd l
Op den Katholiekendag van 1908
we nerit neren ods dien glorieuzen dag
nog allen! sprak o. a. het Tweede
Kamerlid van Vuuren in een der af-
deelingsvergaderingen oyer „de Ka
tholieke Pers".
En hij gaf er, onder vele nuttige en
opmerkenswaardige wenken en ver
maningen, een paar die ons immer
zijn bijgebleven.
„Het denkbeeld moet er bij ons
„uit zeide de heer van Vueren
„dat de Katholieke Pers is een werk
„van liefdadigheid, hetwelk een goed
„Christen mensch met een aalmoes
„heeft in het leven te houden, om het,
in parenthesi gezegd zélf te
„gelegener tijd om een aalmoes lastig
„te vallen in den vorm van gratis ad
Vertentiën voor alles en nog wat!
„Niets werkt meer ontzenuwend dan
„verzuchtingen alsOch ja, ik ben
„aandeelhouder, maar ik weet natuur
lijk dat er nooit wat van terecht
„komt! ofwel: ik ben geabonneerd op
„het Roomsche courantje) maar ik lees
„het niet I ofik adverteer om de goede
„zaak te steunen! Ik zou die lui
„stond het vrij allen toeroepen:
„houd uw geld, uw abonnementen,
„uw advertentiën!"
Zoo sprak de heer van "Vuuren.
Nu moeten we, om eerlijk te blijven,
zeggen, dat wij voor ons (we spreken
nu eenmaal pro domo; van zulke
valsche vrienden al heel weinig last
hebben. Onze aandeelhouders hebben
volle vertrouwen in de toekomst der
Courant, en de omstandigheden wijzen
het uit, dat ze gelijk hebben; onze
aoonné's lezen de Courant wel degelijk
en doen het ons geregeld blijken, wan
neer er iets is waarover ze aanmerking
hebben; en onze adverteerders weten
te goed dat de ongeveer zevenduizend
exemplaren van onze oplage eiken dag,
voor advertentiën van allerlei slag een
even onontbeerlijken als krachtdadi-
gen steun vormen, waarvan zoowel de
handels- en winkelstand als de parti
culieren bij hun aanbiedingen, recla
mes en vragen de gunstigste resulta
ten ondervinden I
O zeker, daar zijn altijd ontevre
denen en mopperaars. Die, omdat het
jongste klerkje van de administratie
bét adres van een brief niet precies
recht op een regel Rchreef, meen en
dat ze de redactie of de directie tot
verantwoording moeten roepen.
Die, omdat de zuster van deschoon-
moeder van hun eersten knecht eens
een erg moeilijken dienst kreeg op
een advertentie in de „Nieuwe Haar-
lemsehe", aan de advertenties van dat
blad voortaan alle kracht ontzeggen.
Die, nadat ze een halfverdronken jong
katje uit een moddersloot hebben ge
haald in de buurt van Vogelenzang of
uit een kreek onder Beverwijk,
omdat dit den volgenden dag niet in
den krant werd vermeld, vinden, „dat
er nooit iets in staat!"
Maar die lui tellen we niet. Daar
went men aan, en elke krant kent
die exemplaren
Onzen lezers derhalve kunnen en
zullen we niet anders dan een com
pliment maken voor het verstandige
denkbeeld dat ze zicb op ons blad
abonneerden, en voor de getrouwheid
en de welwillendheid, waarmee ze
onzen journalistieken arbeid dag aan
dag beschouwen. Eens behoeven we
het niet altijd te zijn met onze lezers
integendeel, door wrijving alleen ont
staat de waarheid En derhalve is ons
niets welkomer, dan bet geschrijf
van trouwe lezers, die het met onze
opmerkingen over een en ander niet
eens zijn.
Doch, zooals gezegd, niet onze lezers
willen we hier aanspreken.
Wie dan, vraagt u?
Wel, die Katholieken,die niet op
ons blad zijn geabonneerd, die g e e a
Katholieke courant lezen. Want die
zijn er helaas zoowel te Haarlem als
daarbuiten nog.
En die Katholieken moeten over
tuigd worden, dat aan hun Katholiek
leven iets ontbreektde Roomsche
Courant, hetzij ons blad of een ander,
dat laat ons in zeker opzicht koud.
Om dan die niet-lezers te bereiken
hebben we een verzoek aan onze trouwe
vrienden! Datdie allen, zonder uitzon
dering, deze Courant en als het kan
die van een paar dagen nog, toonen
en W lezing geven aan een Katholiek,
van wie ze weten dat hij niet op een
Katholieke krant is geabonneerd 1
We zijn er zeker van, dat dit zal
helpen
En nü dus een woordje tot onze
Katholieke niet lezers
Geachte geloofsgenooten, ge hebt
ongelijk, groot ongelijk! Ge put nu
het nieuws uit andere bladen, en ge
zult zeggen misschien met recht,
misschien ook ten onrechte omdat ge
verblind zijt op dit punt dat er
toch niets kwaads staat in die an
dere bladen. Welnu, gesteld al dat
dit waar is, dan is toch niet minder
waar, dat ge uit die andere kranten
toch ook géén goed haalt Want ze
houden zich „neutraal", dat is al het
meeste wat ze doen. En nu is het
vooreerst een zekere waarheid, dat
absolute neutraliteit een onmogelijk
heid is, maar ten tweede óók, dat ai
dat gedoe in de neutrale zóne op het
gebied van godsdienst en zedelijkheid
den norm van het echt-Roomsche
leven verlegt, dat ge verzwakt, dat ge
de grenzen verdoezelt, dat ge onwille
keurig en volkomen ter goeder trouw
wat „liberaler" denken gaat.
Dat moge dan in veler oog een
verdienste zrjn, voor hét geestelijk
doel van ons leven het hoogste
is dat een zeer bedenkelijk iets.
Maar daar zullen er óok zijn die
zeggenhet slechte dat er in mijn niet-
Roomsche krant staat sla ik over, dat
doet mij geen kwaad, daar ben ik
boven verheven!
Met alle bescheidenheid willen we
opmerken, dat de krant zich beweegt
op allerhande gebied, dat ze alles en
alles omvat, dat ze spreekt over toe
standen en zaken zoowel ten onzent
als in landen die tienduizenden mijlen
zijn verwijderd, dat ze be'ichten en
mededeelingen en beschouwingen geeft
over alles en nóg wat, en dat het
toch wel wat veel is gevorderd van
één mensch^ hoe knap die dan ook
zij, om critisch-juist dat ailes te be
schouwen, om uit dien dagelijks-
terugkomenden stortvloed van alles eD
nog wat, uit allerlei landen en over
allerlei onderwerpen, dadeiijk ma*r
het goede te plukken en het slechte,
het tendentieuze op zij te zetten i En
dat zegt ge toch te kannen, wanneer
ge beweert: de liberale of de neutrale
krant zal mij geen kwaad doenEx
cuseer, maar de ondervinding beeft
bewezen, dat van deze grootspraak in
de practijk niets terecht komt!
En nu ten slotte: het is voor den
Katholiek een dure plicht, een plicht
die net geweten als zoodanig voor
schrijft, dat bij een Roomsche krant,
en riet een neutrale of liberale tot
lijforgaan bebbe. Dat bij geen libe
rale of neutrale krant in de huiska
mer duide, of door zijn kinderen of
ondergeschikten late lezen I.
Voor een Katholiek geldt dan toch
het voorschrift van Paus en bisschop
pen, als wat ernstigers dan alleen ais
een goede raad, niet waar?....
En de Bisschoppen, onze doorluch
tige Kerkvoogd met name. hebben op
dat pant zéér uitdrukkelijke verma
ningen gegeven, die geen twijfel over
laten
Alles bijeen, dient het gezegd en is
het zelfs geen oratio pro domo
meer, maar een gebod, dat de
courant-zelve verplicht is, als helpster
van de geestelijkheid in ,de taak der
katholieke opvoeding van ons Room
sche volk, voortdurend bekend te ma
ken: in elk Katholiek gezin moet
een Katholiek' courant zijn!
Wat ons betreft, wanneer wij door
onzen voortdurenden arbeid, dien we
bij alle menschelijke zwakheid dan
tocb met liefde en onbezweken vol
harding zullen vervullen, er iets toe
kunnen medewerken om in deze stad
en in onzen omtrek, voor zoover we
die bereiken, het gebod„in elk
Roomsch huishouden eiken dag een
Roomsche krant 1" tot werkelijkheid
te brengen, dan zal dat ons niet al
leen verblijden om de onderneming
die we dienen, maar ook bovenal
om de goede Roomsche zaak, die er
het zij gezegd met alle erkenning
van eigen feilen en tekortkomingen,
doch met vertrouwen ook op Gods
bijstand en den steun van velen, ver
standiger en hooger geplaatst dan wij
niet dan wel bij varen zal!
- De Hongaarsclie crisis.
De Koning z:oo wordt uit JVee-
nen geseind zal het ontslag van
iWekerlé ditmaal weer weigeren.
Men verwacht een koninklijke bood
schap flf een persoonlijk schrijven
aan .Wekerlé, waarin de coalitie uit
drukkelijk wordt gewezen op haar
plicht de kiesreohthervorming uit
te voeren. Hiermede wordt dan het
standpunt der Kroon uiteengezet.
De voormalige minister van Fi
nanciën in het kabinet Tisza, dr.
Lukars verklaarde: [Wiat den poli-
tieken toestand in het algemeen' be
treft, heeft het tegenwoordige mi
nisterie m.i. den plicht in haar ambt
te blijven, nadat het de eenige mo
gelijkheid van een vreedzame ont-
w airing helf heeft verhinderd.
Ik vrees dat een ontwarring niet
zal gelukken. Wanneer het ministe
rie Wekerlé definitief aftreedt en,
er in het tegenwoordige parlement
niemand bereid is de leiding op zich
te nemen, moet er een regeering bui
ten het parlement worden benoemd.
De toestand is zoo verward, dat ik
niet kan gelooven aan ©en spoedige
oplossing.
Ik vrees, dat wij staan voor een
periode van den ex lex-toestand,
waarin er geen sprake zal zijn van
begrooting. Ik hoop echter dat men
ten slotte de oplossing zal aanne
men, die de Koning zal voorstellen.
Wat zal de Chineesche kolos gaan
doeü, als hij zich ten volle van zijn
millioenenkracht bewust wordt?
©e Spaansche krijgsbedrijven en
Ifoelai Hafid.
Moelai Hafid heeft niet veel pleizier
van zijn nota aan de mogendheden
tot dusver.
Reeds verluidt, dat althans de mo
gendheid die het naaste bij de zaak
betrokken is, Frankrijk namelijk, in
zake de nota zich zal houden aan de
eenmaal vastgestelde gedragslijn, wan
neer het betreft grensgeschillen in
Marokko, en zal overw.gen, dat het
diplomatieke korps nieVbevoegd is op
het protest in te gaan en de beslis
sing van het incident uitsluitend een
kwestie is tusechen de regeeiingen te
Fez en Madrid.
Voor Spanje verlicht dat de zaak
voor dit moment aanmerkelijk
Het gele gevaar.
China is tegenwoordig rusteloos
bezig, zich met koortsachtige ijver te
moderniseeren.
L*-ger en vloot worden ontzaglijk
versterkt, en een bericht uit Sjang
hai meldt nu, dat de bekende staats
man Joean-sji-kai, die vroeger de
hoofdman was der noderniseerende
partij, doch in ongenade viel bij den
Rfgent, weer is teruggeroepen.
Ook dat wijst op modernisatie, zoo
hard mogetijk.
Het reisverhaal
▼an Dr. Cook.
De j,New-York Herald" brengt het
vijfde stuk van Cooks verhaal van da
ontdekking van de Noordpool.
Thans naderen we wezenlijk, en een
illustratie naar een fotografische op
name van Cook, geeft het moment dat
hij de vlag plant aan de Pool.
De beide Eskimo's, die hem verge
zelden zijn afgebeeld naast de hut van
ijs, waarin de dagen van 21 en 22
April 1908 werden doorgebracht ea
waarop de vlag is geplaatst.
Hij vertelt thans hoe op 19 Februari
de geheele expeditie naar de Noord-
Pool vertrok en het eerste deel van
zijn tocht tot 17 Maart bevat weinig
nieuws. Wij vernemen nog eens van
de temperatuur van 83 gr. F. en hoe
in 28 dagen 400 mijl waren afgelegd,
520 mijlen bleven over. Dan wordt het
gezelschap gereduceerd tot zeven man,
Cook en zes Eskimo's, en er volgt
een zeer nauwkeurige beschrijving vaa
alles, wat meeging.
Er waren twee sleden, die ieder be
last waren met 600 pond en van die
600 pond geeft hij de onderverdeeling
in alle bijzonderheden, evenals de uit
rusting, de kopjes en theelepel Ij es wa
ren van aluminium, hij noemt zelfs de
afmetingen van de messen, die werden
meegenomen. En ten slotte komt ook
de opsomming van de wetenschappelij
ke instrumenten, waarbij hij zelfs no
titieboekjes en potlooden niet heeft ver
geten
Het waren drie kompassen, een sex
tant, een kunstmatige horizón, een pe
dometer, drie zakchronometers, een
horloge, kaarten en al het noodige tot
het opstelleji van landkaarten. Daarbq
drie thermometers, een aneroide-baro-
meter, een camera met films.
De kieedingstukken, die in de va
liezen medegingen, worden eveneens
beschreven; ze zijn voor het meeren-
deel van wol of bont.
Hij acht het om de waarheid van zijn
geschiedenis te bewijzen zelfs noodig
het geheele kostuum, dat hij droeg op
den tocht, te schilderen.
Op 18 Maart moest de kleine expe
ditie weer uiteen; zes Eskimo's trok
ken terug en de toch werd voortgezet
tijee Eskimo's.
Het vertrek der anderen ga'f een ge
voel van eenzaamheid. In dien toon
vertelt hij verder, niet veel meer idan
het bekende, en zonder dat ook in dit
CVI.
'n Sociaal praatje, een kwaal
van onzen lijd, en doe de kleine
burgerman, in de verdrukking
komt. Een oplossing die ik
voor beter geef. Reclame van
den goeden en van den kwaden
kant, en hoe een Bloemen-
daalsch advocaat oorlogssche
pen inpalmen wou. 'n Slim-
merd, en hoe we nu in hel
vervolg zullen oorlogvoeren!
Ik fas dezer dagen ergens een be
richtje, dat me trof. 't Was een klacht
van een kleinen winkelier, die bezwaar
er tegen maakte, dat de gemeente en
de staat zooveel subsidie geven aan ver-
eenigingen voor den werkman en voor
werkmanskinderen, met name dat de
kinderen van werklieden van gemeente
wege worden in staat gesteld, des zo
mers een poosje naar buiten te gaan.
Ik heb er niets op tegen, dat die kin
deren naar buiten gaan zoo zeide
de man maar moet dat nu gebeuren
ren vanh et geld, dat wij zoo bloedig
opbrengen moeten, terwijl mijn eigen
kinderen absoluut niet naar buiten kun
nen gaan en het even hard noodig
hebben als werkmanskinderen! Maar
ik moet hooge belasting betalen, en
kan van al die goedkoope gratis-voor-
deelen vSor den werkman niets profi-
teeren! Zoo klaagde de man, en de
kern van zijn betoog is ten volle waar,
al kan men ook niet al z'n conclusies
onderschrijven. En die kern is, dat met
al die socialerigheid van den tegen
Woordigen tijd de eigenlijke burgerman,
de ambtenaar met een matig salaris,
de kleine winkelier, de kantoorklerk
de fatsoenlijke burger die leven moet
van zijn geestesarbeid, de dupe zijn.
Voor hen, die nog een „stand" hebben
op te houden, die niet kunnen wonen
in de werkliedenbuurten, waar de hui
zen even ruim en vaak veel beter en
gezelliger zijn dan de nauwe duffe bo-
venliuisjes of de vochtige benedenhui
zen waar de burgerman met een ma
tig inkomen ten onder gebracht wordt,
voor hen, die hun kinderen op een
„nette school" moeten doen en die
daarenboven nog allerlei aparte ver
plichte uitgaven hebben, omdat ze nu
eenmaal geen „werkman" zijn, voor
hen geen kostelooze scholen, voor hen
geen ongevallenverzekering, voor hen
geen pensioneering, voor hen geen uit
keering bij ziekte, voor hen geen beklag
bij rijke menschen, geen ziekenfondsen
en geen begrafenisbussen! Maar voor hen
wèl hooge belastingen, naar gelang van
hun inkomen vaak vee te hoog! Voor
hen geen kostelooze verpleging, als hun
kinderen of vrouw ziek worden,
maar wèl verplichte bijdragen in deze
en gene vereeniging, waarvan ze met
fatsoen niet kunnen nalaten lid te zijn.
En zoo ploeteren ze voort, dag in dag
uit, voor een loon dat wel hoog genoeg
is, maar waarvan voor de eigenlijke
levensbehoeften vaak minder overblijft
dan een werkmansgezin overhoudt
Ja, het is een niet te weerspreken
feit, dat de kleine burgerman in onzén
socialerigen tijd het vaak in vele op
zichten slechter heeft dan en dikwijls
achterstaat bij den werkman. Tk sprak
een vorige maal van de vacantiekolo-
nies voor R.-K. kinderen, waarvan a.s.
Vrijdag, naar ik hoor, hier ter stede
de constitueerende vergadering wordt i
gehouden voor een Haarlemsche ver- j
eeniging. Welnu, 't kwam in me op, dat
't wel een beetje te betreuren is, als die
opwcing voor vacantiekolonies, precies
Ms Sis voor eon Katholiek' sanatorium
voor longlijders, niet in deze baan kan
worden geleid, dat de kleine burger,
de bescheiden kantoorbediende of de
ambtenaar met een matig tractement,
óók er wat aan hebben kan voor z'n
kinderen, z'n vrouw of hemzelf 1 Hoe
veel van deze nijvere burgers zijn er
niet, die zoo heel graag hun kinderen
eens een verblijf van een paar weken
aan zee zouden gunnen, als ze dat
konden doen met een kleine, in hun
macht staande, opoffering! Hoevelen
zijn er niet, die hun teringachtige vrouw
niet eens een paar maanden zouden
binnen willen loodsen in een sanato
rium, maar die het niet kunnen omdat
het huisgezin in zoo'n tijd dubbel geld
kost en de hooge sanatoriumkosten on
mogelijk er af kunnen! Hoevelen zijn
er niet, die zelf eens een opknapper,
een rustkuur, noodig hebben, maar die
met bitterheid zien, hoe voor hem
zelf onbereikbaar is, wat aan den werk
man, als van-zelf sprekend, geboden
wordt! Daar is ongetwijfeld toch iets
in dit alles-doen-voor-den-werkman, dat
niet in den haak is! Niet dat ik den
werkman er iets van misgun, God be
ware mij! Maar in dezen geest, dat
anderen, die het óók behoeven,
maar die door „stand" buiten de werk
mansklasse staan, van dit alles versto
ken blijven, hoewel ze het even noo
dig hebben en evenmin zelf kunnen
bekostigen, als de werkman! Wan
neer bij al de voortreffelijke maatrege
len op sociaal gebied die worden
besproken en ten uitvoer gebracht, ook
op het gebied der Zondagsrust en de
beperking van werktijd, ook eens ge
dacht werd aan die kleine burgerklas
se en dezer belangen en nooden werden
in acht genomen, dan zou de maat
schappij er heel wat beter uitzien, en
vele families zouden gered zijn van
een nu onvermijdelijk afzinken naar
lager! Ik wou wel, dat 'op dit punt
de mannetjes, die aan de sociale be
weging vooraanzitten, eens hun aan
dacht wilden schenken! Misschien
vindt iemand, dat de middenstandsbe
weging al genoeg doet en poogt tedoen,
maar dan maak ik er dadelijk opmerk
zaam op, dat de door mij bedoelde
ambtenaren en kantoorbedienden en
lieden met vast salaris, buiten den eigen
lijken middenstand staan, terwijl daar
enboven de middenstands-maatregelen
schier uitsluitend ten goede komen aan
de grootere winkeliers. Die profiteeren
er van en voor velen hunner zelfs is
de heele middenstandsbeweging een
prachtige reclame naar buiten. Die is
trouwens in onzen tijd óók noodig, en
niet zuinig ook. Met reclame is tegen
woordig alles te winnen, en je moet
je mond roeren, wil je er bovenop
komen. Zoo denkt b.v. óók onze vriend
meneer Tideman van Bloemendaal, aan
al mijn lezers welbekend. Hoe meer
reclame, denkt de man, des te beter
voor me, vergetend dat burengerucht
en luidruchtig lawaajj^op zichzelf nog
geen reclame kunnen worden genoemd.
Intusschen, meneer Tideman heeft één
groote hartstocht: hij wil met geweld
z'n naam in de kranten hebben. Eerst
schold hij, zonder virtuositeit helaas,
een heel weekblad voi tegen Kuyper,
tegen de Roomschen, tegen de priesters,
ja, tegen wien niet al, in den verkie
zingstijd. Toen bracht hij het heele land
in opschudding door het verhaal van
juffrouw Westmeijer en Dr. Kuyper,
mot allerlei venijnigheden en sous-en-
tendu's, die hun doel wel troffen: Mr.
Tideman's naam kwóm in alle kranten!
Toen dat afgeloopen was, verzon hij een
hoogst mysterieus bericht over een sa
menzwering van Roomschen om niet
bij Protestantsche winkeliers te koo-
pem; dat bericht evenwel deed de
menschen, en terecht, de schouders op
halen! En nauwelijks is dat weer van
de baan, of daar slaat-ie z'n grooten
slag en brengt ons lieve vaderland zoo
waar haast in oorlog met de Noren of
de Zweden, of de Denen, wie zijn het
óók! Ja, de man wil in de krant, en
daar doet hij alles voor! 'k Vrees ech-
echter, dat z'n naam zoo langzamer
hand van de groote naar de kleinere
rubrieken verzeilt: eerst zag je 'm ge
noemd in het hoofdartikel, toen daalde
hij af naar de rubriek Binnenland, daar
na kwam hij maar alleen voor onder
de gemengde nieuwtjes, eerlang zul je
'm lezen onder de rubriek „Rechts
zaken", wanneer die Zweedsche
scheepskapitein er een gerechtskwes
tie van maakt, dat Mr. Tideman als
een andere Van Wassenaer van Obdam,
maar nu zondei; kanonnen of vloot,
een Zweedsch oorlogsschip wou inpal
men! En wie weet waarheen dan later
die man nog beland! Ja, die nistorie
met dat oorlogsschip is Mr. Tideman's
laatste heldendaad! Hij zal er nu, vr.ee-
zen we, in de historie van ons vader
land voorgoed door bekend olijven
als de held der twintigste eeuw, die
met een deurwaarder, een kantoorklerk,
een stalen pen, een opschrijfboekje en
een wetboek, een oorlogsschip van een
vreemde natie ging bemachtigen! Geno
men heeft deze nieuwbakken schepen-
bevechter echter het vreemde oorlogs
schip, want naar men in IJmuiden ver
telt, moet de kapitein van het Zweed
sche vaartuig den heer Tideman met z'n
deurwaarder en zijn klerk en zijn sta
len pen en zijn opschrijfboekje en zijn
wetboek zóó hardhandig hebben ont
vangen, dat ze niet wisten hoe gauw
ze weer van de schuit zouden afko
men, en dat'ze op een allesbehalve
eervolle manier de plaat moesten poet
sen! Dit stout badrjjf is fins dezen
keer mislukt, en er dreigt voor den
wat èl te overhaastigen meneer Tide
man, die nu ervaren moet dat hij een
zeekapitein niet zoo gemakkelijk kan
ovérbluffen door z'n brutaliteit als een
paar Bloemendaalsche raadsleden en
een hoop Bloemendaalsche vriendjes,
nog een leelijk staartje aan deze histo-
tie te zitten! 't Heeft intusschen den
man weer eens een lang telegram aan
den Minister, ditmaal dien van buiten
landsche zaken, gekost om ten minste
een beetje dragelijk figuur te probeeren
te slaan na dien mallen flater, om een
vreemd oorlogsschip te gaan confiskee-
ren! Maar die telegrammen van me
neer Tideman hebben óók al hun kracht
verloren, dat zie je aan al het geld
dat verknoeid is om de laatste verkie
zing in Bloemendaal in de war te stu
ren. Rein weggegooid, wat ik je ver
tel! Intusschen zie ik nu één
ding al gebeuren, dat meneer Tideman
n.l. gauw zal benoemd worden tot ad
viseur aan het Ministerie van Oorlog.
Wat is er gemakkelijker, dan, als er
nog eens oorlog komt, en de vijande
lijke vloot ligt in onze havens, er Mr.
Tideman op af te sturen met een
deurwaarder? Dan heeft hij waarschijn
lijk door een beetje oefening al wat
meer moed dan dezer dagen, en dan
confiskeert* hij ten behoeve van ons
lieve vaderland in een ommezientje'n
heele vloot! Is dat geen prachtige op
lossing? Waarlijk, we mogen er trotsch
op zijn, dat we zoo'n slimmerd als ad
vocaat in onze buurt hebben. Gerechte
lijke inbeslagneming van een oorlogs
vloot, wat drommel, waarom is. er
.nog nooit iemand op dat gemakkelijke
middel om een oorlog te winnen, ge-
kom ent
26 SEPTEMBER.