DERDE BLAD. R. K. Middenstands- vereeniging Markten. De reis van Mgr. Od. Timmer naar China. Gemengd Nieuws. Uit den Omtrek. Stadsnieuws lm den strijd des levens» ZATERDAG 2 OCT. 1909. onder patronaat van den H. Jozef, te Haarlem, afdeeling van „de Hanze", goed gekeurd bij Bisschoppelijk besluit van ^26 October 1907 en bij Konink lijk besluit van 9 Mei 1908. BINNENLAND. FEULLETON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. De R.-K. Middenstandsvereeniging stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer Statuten, de zedelijke en stoffelijke be langen van den handeldrijvenden en industrie el en Middenstand in het alge meen, en van hare leden in het bij zonder te behartigen, overeenkomstig de beginselen van den "R.-K. Gods dienst. Nog slechts kort geleden opgericht bracht zij reeds veel tot stand, en toonde op velerlei wijzen het nut van haar bestaan. Zij voerde o.a. eene krachtige actie tegen het verleenen van al te lang cre- diet en de z.g. vliegende winkels; in haar vergaderingen werden belangrijke onderwerpen, als coöperatie, inkom stenbelasting, arbeidscontract, enz. be handeld; boekhoudcursussen werden door haar opgericht; door hare bemiddeling werden de feesten der Alg. Ned. Wielr. Bond den yorigen zomer hier ter stede gevierd; een onderlinge glasverzekering zal weldra door haar tot stand komen; op haar verzoek werden de le H. Communiedagen in de verschillende parochieën, zooveel mogelijk op uiteen- loopende datums gesteld. Dit en nog veel meer deed zij reeds in het belang harer leden en van den R.-K. Middenstand in het algemeen; nog veel meer zou zij kunnen doen, indien zij van de R.-K. Middenstan ders krachtiger steun genoot, dan tot dusver; indien nog meerderen zich bij •haar aansloten. De betrekkelijk geringe contributie van f 1.30 per 3 maanden kan geen beletsel zijn. Daarvoor hebben de leden bovendien, doordat de Vereeniging aangesloten is bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra tis gelegenheid information in te win nen; dubieuze posten ter incasseering te geven aan het bestuur der EL H. V. ©n rechtskundige adviezen betreffende hnnne zaken te vragen bij de advocaten der IL H. V. Het bestuur spoort daarom hiermede alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid denstanders aan, als Lid dezer nuttige vereeniging toe te treden; zich niet te laten weerhouden door de gedach te, misschien onmiddellijk geen per soonlijke winst te behalen, maar door hun steun aan deze vereeniging te ge ven, het goede doel der vereeniging te helpen bevorderen en daardoor ook middellijk hun eigen belangen beharti gen. Voor hei Lidmaatschap kan men zich aanmelden bij het Bestuur of bij den Secretaris C. A. M. JONCKBLOEDT Lz. Lange Heerenstraat 24. P.S. De vergaderingen zullen in de agenda der „Officieele Kerklijst" wor den bekend gemaakt. HET BESTUUR. [n de week van 4 Oct. tot 9 Oct. Maandag. Alkmaar, Amsterdam, Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn, Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster Beverwijk, Purmerend. Woensdag, Am sterdam, Beeneter, Enkhuizen. Haar lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velgen, Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scba- gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden. Oostzaan, Purmerend, Behagen, Velsen, ZaterdagAlkmaar, Amsterdam,Edam, Hoorn, Leiden. ii. Zooals ik u reeds mededeelde kwa men wij Maandagmorgen van den 28sten Augustus om half acht in de hoofdstad van het voormalig Konink rijk Polen. Ofschoon het niet in onze bedoeling lag in Warschau te ver blijven, moesten wij toch uitstappen, want de trein die ons naar Moscou zou brengen vertrok aan de andere zijde van de stad. Wij namen dus een rijtuig, dat ons binnen drie kwartier naar het andere station bracht. War schau voor zoover wij het zien kregen, is een groote, sckoone stad. Aan de vele en schoone katholieke kerken bemerkt ge, dat ge nog in een katho lieke stad zijt. Toch heeft Rusland door het bouwen van verscheidene schismatieke kerken, welke hare ver gulde koepels trots in de hoogtesteken, getracht het schisma ook daar vasten voet te geven. Maar de Polen blijven roamsch, roomseh tot in het diepste merg van hun gebeente, en anti-Rus sisch op den koop toe. Om tien uur stapten wij weder in den trein en door zes roebel bij te betalen, haddep. wij alweêr een afzon derlijke en op dezelfde wijze ingerichte coupé als in den vorigen trein, 't Was nu volop dag en wij hadden allen tijd om te kijken naar de streek, door welke de trein ons voerde, maar het loonde de moeite niet. Zanderig, moe rassig, vlak en eentonig, ziedaar in een paar woorden alles gezegd. En dat duurt zoo voort tot Moscou toe. Van tijd tot tijd ziet men armzalige dorpjes en gehuchten: de huizen of liever de hutten zijn van planken, bijna zonder vensters en met stroo gedekt. Zoolang men door Polen reist, ziet men op de wegen en tusschen de ak kers groote, houten Kruisen, in de grootere dorpen ook aardige kerken en kapellen, maar in de Russische dorpen is niets wat op een kerk lijkt. In de steden ja daar prijken prachtige, echt Russische Kerken met vergulde koepels en kruisen, met zulk een vreemde, maar toch zoo aantrekkelijke architectuur. Men zou zeggen dat daar het Russische schisma bloeit; en toch in werkelijkheid bepaalt het zich ge- üeel bij louter uiterlijkheden en onder het volk is de onwetendheid op het punt van geloof onbeschrijfelijk. De dwaling kan zich met rijk versierde gewaden tooien, buitengewonen luister ten toon spreiden, het werkelijk innig godsdienstig leven kan zij niet schen ken, het verhardt zich tot een doodend formalisme. En toch, zegt men, is het Russische volk niet kwaad en zelfs godsdienstig van aard. O, welke heer lijke vruchten zouden daar te vergaren zijn, indien een schaar ijverige Ka tholieke priesters zich in volle vrijheid aan den apostolischen arbeid kon wijden 1 Maar de Russische politiek en het fanatisme der popen gedogen zulks niet. Deze waren de gedachten welke ons bezig hielden, terwijl de trein ons in volle vaart door Ruslands landouwen voerde en naar Moscou bracht. Het was Dinsdag 24 Augustus. Heel deftig, als voorname reizigers stapten wij na het verlaten van den treiu te Moscou, met eenige luid roepende en veel gebaren makende Engelsehen in een gereed staande „auto" van het hotel „Métropole". Onze beurs moest later gevoelen, dat wij in onze onwetendheid een hotel eerste klas hadden gekozen alles was er piekfijn, maar men moest er ook zoo te meer betalen. Dan, er k wam uitkomst, 's Morgens lieten wij ons naar de Katholieke kerk brengen om de H. Mis te lezende aldaar dienstdoende geestelijken, vier in ge tal. ontviogen ons hartelijk en noo- digden ons uit terstond bij ben te blijven. Dankbaar namen wij dit aan; te meer omdat wij nu ook gelegen heid hadden onder hun leiding een en ander van Moscou te zien. Vlas naast de kerk bevindt zich een groot pensionaat door Fransche zusters be etuurd. Men schat het getal Katho lieken in Moscou op veertig duizend en de twee Katholieke kerken ziju zeer zeker onvoldoende. Een dezer kerken wordt „Fransche" genoemd en bediend door een paar Fransche geestelijken, maar zij wordt alleen bezocht door de Katholieken van Fransche afkomst. De andere kerk, waar wij ook de H. Mis lazen dient meer voor Poolsche en Lithua- nische Katholieken, terwijl ook de Duitschers en verschillende andere nationaliteiten hier ter kerke komen. DriDgend doet zich hier in Moscou, gelijk ook elders in Rusland, het ge brek aan geestelijken gevoelen. Een der geestelijken was zoo goed ons te vergezellen bij een wandeling door de voornaamste straten. Zooals van zelf spreekt kwamen wij ook op het Kremlin, vanwaar wij het heilige Moscou der Russen in al zijn heerlijk heid en pracht mochten bewonderen. Het Kremlin zelf is een complex van paleizen, kerken en kloosters, allen even schitterend en eigenaardig van bouwtrant. Daar ziet men het paleis der Czaren, van Keizerin, Kroonprins en verdere grootheden, de Kerk waar de Czaar gekroond wordt, het paleis van welks balcon hij zich na de kro ning aan het jubelende volk vertoont, de Kerk der Verrijzenis, ter gedach tenis aan Alexander II gebouwd, wier koepels ter waarde van drie millioen roebels met goud bedekt zijn: Kloos ters van monniken en nonnen; Ker ken van binnen overladen met ge- scoilderde iconen (afbeeldsels van hei- iigen). Velen dier iconen zijn met vergulde soms geheel gouden ornamenten be dekt en behaDgen, welke door god vruchtige bezoekers met eerbied ge kust worden. Men ziet daar ook de vermaarde klok van Moscou, de groot ste der wereld, naast een Kerk op den grond staan. En dan het gezicht over de stad. Ontelbaar zijn de koepels der kerken, in alle vormen, in alle kleuren. Zoo ver het oog reikt, strekt zich de stad uit en steeds doemen in de verte andere koepels op, wier vergulde krui sen zich schitterend tegen het blauwe firmament afspiegelen. Men gevoelt het, men is in het heiligdom van Rusland en treurig wordt het gemoed gestemd als men bedenkt dat al die praal en luister moet dienen om het schisma hoog te houden, terwijl van echte Godsdienstzin zoo weinig te be speuren valt. Het volk gaat eerbiedig langs de iconen, maar neemt geen notitie van het Allerh. Sacrament, üat toch ook in vele Kerken bewaard wordt, men praat en lacht, men loopt rond in de Kerken alsof het profane gebouwen waren. En teekenend was het, wat ons in een der Kerken over kwam de priester die ons begeleidde sprak met ons al fluisterend over al het schoone, wat er te zien was. Aan stonds kwam een der bewakers Daar ons toe om te zeggen, dat wij gerust overluid konden spreken. In den namiddag maakten wij een heerlijk tochtje op de langs en door Moscou stroomende rivier naar een beuvelrij „de Musschenberg" genoemd. Men verhaalt dat Napoleon van af deze hoogte Moscou aanschouwde en in begeestering raakte over het onuit sprekelijk panorama, dat zich voor zijn oog ontvouwde. Een genoegelijke avond bij de priesters besloot ons verblijf in Moscou. Dienzelfden avond nog moesten wij vertrekken; de trein die ons door Ruslard en Siberië zou voeren wachtte ons. Tegen elf uur reden wij in droscbkes (openrijtuigen zooals men 's zomers ook bij u in menigte ziet, met overslaande kappen) naar bet station. Moeite om een coupé machtig te worden hadden wij niet daar aan alle reizigers de plaats van te voren was aangegeven. De trein bestond uit vierpersonen- wagens, één wagon-restaurant en één wagen voor personeel, post, machine der electrisctie verlichting enz. De personenwagens »ijo, zooals alle wa goos-lits op de Europeeeche lijnen, prachtig ingericht Wij reisden 2e klasse en hadden een afzonderlijke coupé voor ons vieren, 's Avonds werden de rugleunin gen omhoog gehaakt, de bedden ge spreid en ieder kon zich gemakkelijk te rustte leggen, 's morgens kwam een bediende alles weder opruimen Alle plaatsen in den trein waren be zet en het gezelschap was zoo cosmo politisch mogelijk. Men hoorde van alles pratenFransch, Duilsch, En- gelscb, Russisch, Chineesch, Japanscb, Noorweegsch en ik weet niet wat mear. Al spoedig werd onderling kennis ge- maakl en werden er clubjes gevormd. Onze bijzondere vriend was een Pool sche graaf, lid van de Russische Douma en Kamerheer van Z. H. den Paus; hij sprak verschillende talen, was overal geweest en ging nu naar Wladiwastok om daar zijn zoon te ontmoeten, die naar 't scheen, een weinig van den goeden weg was af gedwaald. Wij hebben veel dienst van hem gehad, vooral met het oog op onze onbekendheid met de Russische taal. Alles voorspelde ons een naar om standigheden .aangename reis en de uitkomst, zooals ik u een volgende maai zal schrijven, heeft ons niet be drogen. f Fr. Od. TIMMER Vlagvertoon in liet Verre Oosten. Aan een tweeden brief aan de „N. R. Ct." (eigenlijk de eerste) over do reis van het Nederl. eskader in het Verre Oosten, ontleenen we: Feesten aan boord hebben altijd iets bijzonder aantrekkelijks voor wal-men- sehen. Maar ik geloof dat het Hollan der-zijn van ons er veel toe bijdroeg dat dien middag aan de Legaspi-lan- ding, den steiger., het dichtst bij de schepen, honderden dames en jonge meisjes in elegante zomertoiletten, hee- ren in tropisch gekleed costuum en of ficieren in de correcte witte uniformen van de United States Army and Navy in de wachtende sloepen stapten, die af- en aanvoeren. De„DeRuyter" was be dolven onder groen en vlaggen, smaak vol om kanonnen en verschansing ge drapeerd. Boven aan den valreep was een baldakijn gemaakt en overal wa ren wapen-trofeëen aangebracht. Heele- maal achteruit, waar mevrouw Meer kamp en de divisie-commandant de gas ten ontvingen, hing, vóór de Holland- sche en Amerikaansche .vlaggen, een groot mooi portret van onze geliefde Koningin, en er tegenover een klein wit kiekje op een groot grijs kar ton; 't eerste portretje van Prinses Ju liana! Ze dweepten er mee, die Ame rikaansche meisjes, één oogenblik stil beschouwend !t portretje van „the baby of Quccn Wilhelmina". 't Wits een vroolijk, gezellig feest. Toen na zonsondergang overal 't elec- Iriseho licht werd ontstoken, steeg nog de vroolijkheid. Op de maat der scheepskapel danste men, gedienstig holden de jonge zeeofficieren heen en weer, overal werd gelachen, geklonken. Een mengelmoes van Engelseh, Spaanseh, Duitsch, een gegons van stemmen drong door tot beneden, wapr in de kajuit en de longroom, zelfs in de hutten de gasten waren afgedaald; in de achterste sloepen die tot ter hoogte van het dek waren afgevierd en als bowl- en whiskey-tent waren in gericht, zalen vroolijke groepjes, en lachten, èn alles, alles was vroolijk, was jong, genoot. „Long live the Dutch!" klonk het overal, en toen om 8 uur de sloepen al ver weg waren van 't.schip, klonk nog over 't water 't Amerikaansche liedje: „and the Dutch company is the best company!" 't Was een afscheid meteen, dit aar dige feesl, want toen den volgenden middag op de „Luneta" onze gasten hun vasten toer gingen maken, zochten ze de Ilollandsche schepen vergeefs en waren we al weer in volle #pe, op weg naar Hongkong om nieuwe dingen te gaan beleven, en maakten dezelfde officieren, die gisteren mét hun vrien dinnetjes op 't halfdek zoo' vlug eeu „pas-de-quatre" dansten, al weer „les cent pas" op de brug. Zoo is nu eenmaal ons leven. Oneerlijke concurrentie. Onder de vele belangstellenden Zaterdagmorgen in het kamp te Millingen, bevond zich ook een tweetal photografen, dat opna men deed voor geïllustreerde weekbla den. Een van hen heeft het voorrecht doof te zijn; hij wordt niet afgeleid en geeft zijn oogen dubbel den kost. Wordt hem gezegd met zijn toestel niet verder vooruit te gaan, hij verstaat er niets van en stevent recht op het doel af. In het kamp stond hij dan ook op een gegeven oogenblik zoo dicht bij het koninklijk rijtuig, dat men hem aan de jaspanden terugtrok, want met alle or ders dreef hij den spot, gewoonweg mot veelzeggend gebaar de handen aan do ooren brengende. Geen wonder dan ook, dat hij voor zijn bladen prachtige opnamen had. Zijn concurrent was dat een doorn in 't oog. Na afloop der plechtigheid, bood het dochtertje van mevrouw De Bruijn aan H. M. een bou quet aan en onze doove man had toe vallig een prachtig plaatsje om hier een mooi kiekje van te nemen. II. M. de Koningin nam de bouquet in ont vangst, en juist dit moment had de photograaf uitgekozen om in beeld te brengenmaar de concurrent was wak ker; juist op dat oogenblik hield deze de hand voor de lens van zijn tegen partij, zoodat de opname jammerlijk mislukte. De verontwaardiging was groot en de politie moest er aan te pas komen om de beide mannen het scheiden gemak kelijk te maken. („N. Ct"). WIJK AAN ZEE EN DUIN. De gemeente-uitbreiding. Het nieuwe uitbreidingsplan der ge meente, ontworpen door'den heer JE van Niftrik, architect te Amsterdam, gaat van de grondgedachte uit dat uit breiding van den aanbouw van huizen moet worden verwacht, eensdeels in de nabijheid van de zee en anderdeels bij de aansluiting tegen de gemeente Beverwijk, Van groot belang wordt daarbij geacht op die plaatsen rekening le houden met de lijnen en richtin gen, die moeten worden vastgesteld, en bij het vormen van nieuwe wegen zoowolals bij den bouw van bestaande wegen, deze niet uit het oog mag wor den verloren. De Zeeweg is hij dit plan gedacht op 25 M. breedte, zoodat de gebouwen 12.50 M. uit de as van den weg moe ten worden gebouwd, terwijl voor de andere wegen een breedte is aangeno men van 10, 12 en 15 M. eir in de kom van het dorp Zijk aan Zee 7.50 M. 5 8 M. Bij uitbreiding is de bouw van hui zen met voortuinen als het overwegend type aangenomen, terwijl het uniform peil der wegen niet is aan te geven, daar deze bepaald wordt door de lig ging en golving van het terrein in ver hand met de eischen voor afwatering. Voor verwezenlijking van het plan zal in vele gevallen met het gemeente bestuur van Beverwijk in overleg moe ten worden getreden. De Sociale Cursus van den R..-K. Volksbond. De Sociale Cursus -„SI. Thomas van Aquino", van onzen R.-K. Volksbond, zal op Woensdag, 6 dezer, 's avonds le half 9 prepies, in liet Bondsgebouw plaats hebben. Over dezen Cursus zijn aan alle le den van den Bond circulaires gezonden, waarin gezegd wordt: „Waar deze Cursus reeds gedurende vier jaren zooveel belangstelling mocht ondervinden, daar vertrouwt Jiet Hoofd bestuur, dat ook dit vijfde jaar een succes zal wezen. Wil toch het Vereenigingsleven zijn doel hereiken, wil de Vakorganisatie groeien en bloeien, dan is meerd sociale ontwikkeling van den arbeJ broodnoodig. Eén van de middelen. tot die ontwikkeling te komen, is Sociale Cursus, die om de veertien I gen gehouden wordt en gratis toeg| kelijk is. Aan een ieder dus, die onzen beter wil leeren begrijpen, wordt een prachtige gelegenheid geboden. L| dan ook elk, die een vriend is den vooruitgang, deze leer-avonden trouw bezoeken. Vooral verwachten wij een druk! toeloop van de leden der Va kon; saties, die dezen winter zeer veel ktl nen leeren. Mr. J. N. J. E. ThijsJ zal Woensdag 6 October uiteenzettl welke leerstof in het aanstaande zoen zal behandeld worden. Bovendl zal een uitvoerig programmaboek (zI lezenswaardig) verkrijgbaar worden steld. Gaarne beamen wij het bovenstaar ten volle en ook wij wekken op od beurt den Volksbonders op in grool getale deze zoo hoogst nuttige Cursj avonden te gaan bijwonen. De Nederl. Ji.-K. Volksbond, Afd. Haarlem. De historische beschrijving van leven en streven dezer afdeeling wo| heden voortgezet: Een persoon, die in die dagen zj zeer verdienstelijk maakte voor de deeling, was de heer M. L. van Genu' wien dan ook 26 Jan. 1891 hot ee| lidmaatschap werd aangeboden. Als een bewijs hoe de afd. in hel aanzienstond, kan dienen, dat Ha| Iem's Bisschop aan Pater Wulfring, 16 Febr. een lezing kwam houden, droeg mee te deelen, dat Monseigml over het werken der afd. zeer tevredl was. De zangvereeniging verloor 23 Fe| haar directeur, den heer Rooijers, door den heer Wiegand werd op| volgd. In dat jaar 1891 vierde de heer v.l Waals zijn 40-jarig jubileum hij de trale Werkplaats. Dit jubileum van zeer verdienstelijke Bondslid zou in de afd. niet onopgemerkt voorl gaan. De Geest, adviseur hechtte hem gouden Bondsmedaille op de horst. Een groot succes verwierven de derfeesten,die op 5 en 6 Mei pla hadden. Op 27 April werd de goede hepall ingevoerd, dat de onderafdeelingen de 3 maanden verslag over hare w< zaamheden zouden uitbrengen. In der toen uitgebrachte rapporten, hete de de heer Deppen reeds do wenscl lijkheid van een eigen gebouw. La zou blijken, dat hij geen ideaal streefde. Op den 22en Juni hield een le over de dronkenschap kapelaan Hl menspoel,onze tegenwoordige plebaf Met de vakorganisatie werd gelei lijk voortgegaan, zoo werd 29 Juni weer een vereerKging van steenwerkl opgericht. Aan de R.-K. militairen werd grj toegang verleend op de vergadering Een belangrijke gebeurtenis grf plaats op den 15en Juli '98, den der groote Encycliekmeeting, toen led redenaar was prof. J. H. Holierhc En de afd. Haarlem met A'dam, R'd<| den Haag en Vlissingen zonden huideadres aan Z. H. den Paus. Wij zeiden reeds, dat de wensch ge was een eigen bonds vaandel te hebt Welnu 3 Aug. '91 werd een vaand comité opgericht en met de heerenl J. Jonckbloedt en J. .1. Muijlaert in dat Comité ook zitting do thJ nog overbekende heer W. B. Guskc de man, die later de ziel der afdeelf zou worden. 24 Aug. d.a.v. werd doeld comité geïnstalleerd en heil daarna dapper aan den arbeid getogl Straks zullen we het weer ontmoet! Dat reeds thans lezingen werden houden voor de bevordering der 7I dagsrust, bewijst, hoe de afdeeling ba aandacht aan alle goede zaken wijdl Het spreekt vanzelf, dat de kracht! leider der steeds machtiger worderf organisatie, de populaire president Jong, bij allen in hoog aanzien stof Toen de heer de Jong dan ook zilveren jubileum vierde als bed' I 41) Vraagt ge dat nog, Sophie? Wie was mijn beste steun tijdens de- ziek te van mijn echtgenoot. U alleen kon ik rustig mijn plaats aan zijn ziekbed overgeven, •wanneer de ver- (moeidheid mij noodzaakt© rust te nemen." „Ach, mevrouw1, dat was toch na tuurlijk. Ik w:as baron George's kin dermeisje geweest en toen ik trouw de, gaf zijn moeder mij een fraaien uitzet, zoodat ik arm ding, niet met ledige haaiden hij mijn man in huis kwam. Zoo iets vergeet men niet." ..Neen Sophie, trouw© harten be waren de herinnering aan het ver- ledene." ,,Men kan echter te veel daaraan vasthouden^ mevrouw..). Ik bid u, veroorloof mij een oprecht woord. U is nog :zoo jong1, te- jong om een leven lang te treuren om ©en man, die ge, hoe goed hij' ook was, alleen uit medelijden gehuwd hebt, G© hebt meer dan uw! plicht tegenover hem gedaan en moet nu ook eens aan uw geluk voor de toekomst denken." De jonge barones was bleek ge worden, doch antwoordde (toch schijn baar met vroolijk vert'rouwien,: „Dat zullen wij aan God overlaten, beste Sophie. Zie, daar komt uw man, ©en waar beeld van gezondheid en te vredenheid.. Hoe is het, Wieskamp, zijt gij den vos nog niet op heti spoor, die mama's Spaanseh© kip pen geroofd heeft?" Tegen: twee uur was de barones weer thuis en spoedig' bleek, dat zij nog juist bijtijds haar bezoek bij den houtvester gebracht had, want het weer werd steeds ruwer en de sneeuw viel dichter en dichter. Veld en bosc-h waren spoedig met een dikke sneeuwlaag bedekt. Vooral huiten het Dammerwald op het vlakke veld joeg de stormde sneeuw voor zich uit soms iu een wild gedwarrel, zoodat het onmoge lijk wa.s verder dan ©enige schreden van zich af te zien. Toch was een eenzame wandelaar of voetreiziger van het naaste dorp gekomen jen zöeht dwars over d© beid© den straatweg te bereiken, die langs de h outvest erswoning het bosch in de lengte doorsneed; Was dit voor een vreemdeling onder gun stige omstanjdigheiden niet gemakke lijk, bij de verblindende sneeuwjacht moest het bijna, onmogelijk boeten. .Toch vervolgde de vreemde .wan delaar volhardend en dapper zijn weg. Hij geraakte echter meermalen het spoor bijster, kwarrf meermalen in een of apdere dichtgesneeuwl- de diepte terecht, en wist vaak niet meer op welk p-unt hij ziich eigen lijk bevond. Zoo was hij ©enig© uren met moeite vooruitgekomen en be reikte eindelijk den boschranÜ, maar aan de noordoostelijke zijde ver van den weg, die hem naar het nabijge legen station moest brengen, dat hij vóór den avond had hopen t© be reiken. Daarbij w.as die duistemid ingevallen en dit maakte het hem nog moeilijker ziijn weg te vinden. Het w;as een moedig 'en geduldig man en reeds lang vertrouwd mat lijden en wederwaardigheden, maar nu dreigde de moed hem toch te geven. Diep' hijgend leunde hij' tegen den ruwen stam van ©en eik, zijn hoofd zonk op de borst en de stok ontviel .aan zijn verstijvende han den. Ieder die de'zlen ongelukkige i.n vroeger dagen had gekend, in zijn kracht en mannelijke schoonheid, in zijn vroolijk vertrouwen op een ge lukkige toekomst, zóu met smart ge tuige van zijn ©llendigen toestand m zijn vertwijfeling geweest zijn. En toch was hot maar al bei begrijpelijk, dat zijn kracht en zijn wil hem ont zonken. Dagenlang had hij' allerlei ontberingen, bij aWare inspan ïi.ng verdragen. Én nu hij meende kort bij het doel van zijn tocht te zijn. be merkte hij dat hij, uitgeput en hon gerig, daarvan nog ver verwijderd, was en ook van eenige menschelijke woning, die- hem voor eenige urm rust en beschutting kon geven.... Was het wonder, dat hij' op liet, punt stond den strijd op te geven en zich neer te leggen om te sterven Voor hem had de dood niets versehrikke- 1 ij lesdie zou, hem verlossen van, zijn ongelukkig bestaan, dat hij nu reeds jaren had voortgesleept, zon der hoop op de toekomst. Maar mocht hij den kamp opgeven, moest hij niet blijven strijden zoo> lang zijn kracht reikte zou liij zich dur ven wagen voor het oordeel van den Rechter, die zielf in Zijn leven ge hoorzaam was geweest tot in den dood Neen, Zoo lang hij' ademde, wilde hij strijden tegen zijn ramp zalig lot, wellicht kon hij een hut bereiken om daar te overnachten an morgen zijn tocht voortzetten. Dan zou hij eindelijk, hoopte hij de havenstad bereiken, van waar hij zich kon inschepen naar een ajader werelddeel, naar Amerika. Zijn hoofd duizelde, maar tooth nam hij zijn stok weer op en strom pelde langs den boschrand verder tot bij1 den straatweg bereikte. Hij volgde dezen steeds onzekerder, steeds tneer wankelend, maar toch gestadig, hoewel langzaam vooruit komende. Eindelijk z'ag hij de hout vesterswoning voor zich liggen; waar een licht Ihem bewees, dat de bewoners nog n iet ter ruste waren gegaan. Zijn laatste krachten ver zamelend, wankelde de doodelijk uit geputte man op de deur der woning toe, sloeg er een paar malen met zijn stok tegen, terwijl bijna onwillekeu rig een kreet om hulp van zijn lippen kwam1. Toen zonk hij' bewiusteloos op den vreemden drempel neer. XXVI. De sneeuwstorm hield den gan- seihen nacht aan en eerst togen tie1,a uur in den morgen verdeelden zich de wolken en omstreeks twaalf uren brak de Zon er doorheen. De oude heer von HesZbom stond met, zijn nicht voor het raam der (huiskamer in Alanhausen. Ziij: zui gen met kinderlijk genoegen hoe een schaar musschen en ander gevogelte Zich te goed deden aan de voor hen uitgestrooide versnaperingen. Vroo lijk bubbelde Lina met haar ouden, oom, tot een. bediend© houtvesteir Wieskamp aandiende, di© den heeir Heszborn verlangde te spreken. „De oude Wieskamp [Wat doet die met die ongebaand© wegen hier „Als Sophie maar niet weer ziek is", zei Liina bezorgd. „Neen kind, dan Zou hij: naar u gevraagd hebben. Breng (Witaskalmp op mijn kantoor, Fritz," „Maar Wieskamp", riep Hesz.biom, zijn kantoor eenige minuten laten binnentredende, „wat mioet ge door die sneeuw komen loopen. Voelt ge dan uw zes kruisjes niet meer?" „God zij dank slechts weinig, mijn heer, en het is een dringende zaj die ik u te melden heb." „Werkelijk? Maar ga zitten. W| is er gebeurd „Wij hebben gisteravond tegen gen uur onverwacht ©en gast kregen. Mijn vrouw en ik zaten de huiskamer en hoorden een goroj om hulp. En toen ik met Joseph d| knecht naar buiten ging, vondel 1 een man bewusteloos op den doem jj liggen." „Nu, dat is niet te verwon! Ier I Bij zulk een sneeuwstorm kan m| licht verdwalen en als men la daarin ronddoolt, kan men wel u] geput raken." „Ja, vooral iemand, die van hi uit, aan zoo iets niet gewoon is." „Zoo... kent gij hem?" „Ik vrees het, mijnheer. Hij kwa mij dadelijk bekend voor. Maar kon hem niet thuis brengen. Hij verschrikkelijk veranderd." „Hij?... Maar wie dan?" ,„Ik vrees, dat het de jonge gral von Desendorf is", zei Wiicskam| angstig weifelend. Heszborn sprong op. Hij kon ge, woord uitbrengen. Mot beide hand) op een stoel leunende, sprak hij f delijk: „Wat?.,. Wïe?" „Ja, mijnheer, bet is bitter ha als zoon knap hoer, tie zoon v:| voorname ouders, zon ver komt." „Ontzettend!" stam el de Hoszbof en zemk doodsbleek in een stoel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 9