DERDE BLAD.
R. K. Middenstands-
vereeniging
Markten.
De reis
van Mgr. Od. Timmer
naar China.
Gemengd Nieuws.
Uit den Omtrek.
Stadsnieuws
lm den strijd des
levens»
ZATERDAG 2 OCT. 1909.
onder patronaat van den H. Jozef,
te Haarlem,
afdeeling van „de Hanze", goed
gekeurd bij Bisschoppelijk besluit van
^26 October 1907 en bij Konink
lijk besluit van 9 Mei 1908.
BINNENLAND.
FEULLETON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
De R.-K. Middenstandsvereeniging
stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer
Statuten, de zedelijke en stoffelijke be
langen van den handeldrijvenden en
industrie el en Middenstand in het alge
meen, en van hare leden in het bij
zonder te behartigen, overeenkomstig
de beginselen van den "R.-K. Gods
dienst.
Nog slechts kort geleden opgericht
bracht zij reeds veel tot stand, en
toonde op velerlei wijzen het nut van
haar bestaan.
Zij voerde o.a. eene krachtige actie
tegen het verleenen van al te lang cre-
diet en de z.g. vliegende winkels; in
haar vergaderingen werden belangrijke
onderwerpen, als coöperatie, inkom
stenbelasting, arbeidscontract, enz. be
handeld;
boekhoudcursussen werden door
haar opgericht;
door hare bemiddeling werden de
feesten der Alg. Ned. Wielr. Bond den
yorigen zomer hier ter stede gevierd;
een onderlinge glasverzekering zal
weldra door haar tot stand komen;
op haar verzoek werden de le H.
Communiedagen in de verschillende
parochieën, zooveel mogelijk op uiteen-
loopende datums gesteld.
Dit en nog veel meer deed zij reeds
in het belang harer leden en van den
R.-K. Middenstand in het algemeen;
nog veel meer zou zij kunnen doen,
indien zij van de R.-K. Middenstan
ders krachtiger steun genoot, dan tot
dusver; indien nog meerderen zich bij
•haar aansloten.
De betrekkelijk geringe contributie
van f 1.30 per 3 maanden kan geen
beletsel zijn.
Daarvoor hebben de leden bovendien,
doordat de Vereeniging aangesloten is
bij de Haarl. Handelsvereeniging, gra
tis gelegenheid information in te win
nen; dubieuze posten ter incasseering
te geven aan het bestuur der EL H. V.
©n rechtskundige adviezen betreffende
hnnne zaken te vragen bij de advocaten
der IL H. V.
Het bestuur spoort daarom hiermede
alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid
denstanders aan, als Lid dezer nuttige
vereeniging toe te treden; zich niet
te laten weerhouden door de gedach
te, misschien onmiddellijk geen per
soonlijke winst te behalen, maar door
hun steun aan deze vereeniging te ge
ven, het goede doel der vereeniging
te helpen bevorderen en daardoor ook
middellijk hun eigen belangen beharti
gen.
Voor hei Lidmaatschap kan men
zich aanmelden bij het Bestuur of bij
den Secretaris
C. A. M. JONCKBLOEDT Lz.
Lange Heerenstraat 24.
P.S. De vergaderingen zullen in de
agenda der „Officieele Kerklijst" wor
den bekend gemaakt.
HET BESTUUR.
[n de week van 4 Oct. tot 9 Oct.
Maandag. Alkmaar, Amsterdam,
Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn,
Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster
Beverwijk, Purmerend. Woensdag, Am
sterdam, Beeneter, Enkhuizen. Haar
lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velgen,
Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar
lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scba-
gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am
sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden.
Oostzaan, Purmerend, Behagen, Velsen,
ZaterdagAlkmaar, Amsterdam,Edam,
Hoorn, Leiden.
ii.
Zooals ik u reeds mededeelde kwa
men wij Maandagmorgen van den
28sten Augustus om half acht in de
hoofdstad van het voormalig Konink
rijk Polen. Ofschoon het niet in onze
bedoeling lag in Warschau te ver
blijven, moesten wij toch uitstappen,
want de trein die ons naar Moscou
zou brengen vertrok aan de andere
zijde van de stad. Wij namen dus een
rijtuig, dat ons binnen drie kwartier
naar het andere station bracht. War
schau voor zoover wij het zien kregen,
is een groote, sckoone stad. Aan de
vele en schoone katholieke kerken
bemerkt ge, dat ge nog in een katho
lieke stad zijt. Toch heeft Rusland
door het bouwen van verscheidene
schismatieke kerken, welke hare ver
gulde koepels trots in de hoogtesteken,
getracht het schisma ook daar vasten
voet te geven. Maar de Polen blijven
roamsch, roomseh tot in het diepste
merg van hun gebeente, en anti-Rus
sisch op den koop toe.
Om tien uur stapten wij weder in
den trein en door zes roebel bij te
betalen, haddep. wij alweêr een afzon
derlijke en op dezelfde wijze ingerichte
coupé als in den vorigen trein, 't Was
nu volop dag en wij hadden allen
tijd om te kijken naar de streek, door
welke de trein ons voerde, maar het
loonde de moeite niet. Zanderig, moe
rassig, vlak en eentonig, ziedaar in
een paar woorden alles gezegd. En
dat duurt zoo voort tot Moscou toe.
Van tijd tot tijd ziet men armzalige
dorpjes en gehuchten: de huizen of
liever de hutten zijn van planken,
bijna zonder vensters en met stroo
gedekt.
Zoolang men door Polen reist, ziet
men op de wegen en tusschen de ak
kers groote, houten Kruisen, in de
grootere dorpen ook aardige kerken
en kapellen, maar in de Russische
dorpen is niets wat op een kerk lijkt.
In de steden ja daar prijken prachtige,
echt Russische Kerken met vergulde
koepels en kruisen, met zulk een
vreemde, maar toch zoo aantrekkelijke
architectuur. Men zou zeggen dat daar
het Russische schisma bloeit; en toch
in werkelijkheid bepaalt het zich ge-
üeel bij louter uiterlijkheden en onder
het volk is de onwetendheid op het
punt van geloof onbeschrijfelijk. De
dwaling kan zich met rijk versierde
gewaden tooien, buitengewonen luister
ten toon spreiden, het werkelijk innig
godsdienstig leven kan zij niet schen
ken, het verhardt zich tot een doodend
formalisme. En toch, zegt men, is het
Russische volk niet kwaad en zelfs
godsdienstig van aard. O, welke heer
lijke vruchten zouden daar te vergaren
zijn, indien een schaar ijverige Ka
tholieke priesters zich in volle vrijheid
aan den apostolischen arbeid kon
wijden 1 Maar de Russische politiek
en het fanatisme der popen gedogen
zulks niet.
Deze waren de gedachten welke ons
bezig hielden, terwijl de trein ons in
volle vaart door Ruslands landouwen
voerde en naar Moscou bracht.
Het was Dinsdag 24 Augustus. Heel
deftig, als voorname reizigers stapten
wij na het verlaten van den treiu te
Moscou, met eenige luid roepende en
veel gebaren makende Engelsehen in
een gereed staande „auto" van het
hotel „Métropole".
Onze beurs moest later gevoelen,
dat wij in onze onwetendheid een
hotel eerste klas hadden gekozen
alles was er piekfijn, maar men moest
er ook zoo te meer betalen. Dan, er
k wam uitkomst, 's Morgens lieten wij
ons naar de Katholieke kerk brengen
om de H. Mis te lezende aldaar
dienstdoende geestelijken, vier in ge
tal. ontviogen ons hartelijk en noo-
digden ons uit terstond bij ben te
blijven. Dankbaar namen wij dit aan;
te meer omdat wij nu ook gelegen
heid hadden onder hun leiding een
en ander van Moscou te zien. Vlas
naast de kerk bevindt zich een groot
pensionaat door Fransche zusters be
etuurd. Men schat het getal Katho
lieken in Moscou op veertig duizend
en de twee Katholieke kerken ziju
zeer zeker onvoldoende.
Een dezer kerken wordt „Fransche"
genoemd en bediend door een paar
Fransche geestelijken, maar zij wordt
alleen bezocht door de Katholieken
van Fransche afkomst. De andere
kerk, waar wij ook de H. Mis lazen
dient meer voor Poolsche en Lithua-
nische Katholieken, terwijl ook de
Duitschers en verschillende andere
nationaliteiten hier ter kerke komen.
DriDgend doet zich hier in Moscou,
gelijk ook elders in Rusland, het ge
brek aan geestelijken gevoelen.
Een der geestelijken was zoo goed
ons te vergezellen bij een wandeling
door de voornaamste straten. Zooals
van zelf spreekt kwamen wij ook op
het Kremlin, vanwaar wij het heilige
Moscou der Russen in al zijn heerlijk
heid en pracht mochten bewonderen.
Het Kremlin zelf is een complex van
paleizen, kerken en kloosters, allen
even schitterend en eigenaardig van
bouwtrant. Daar ziet men het paleis
der Czaren, van Keizerin, Kroonprins
en verdere grootheden, de Kerk waar
de Czaar gekroond wordt, het paleis
van welks balcon hij zich na de kro
ning aan het jubelende volk vertoont,
de Kerk der Verrijzenis, ter gedach
tenis aan Alexander II gebouwd, wier
koepels ter waarde van drie millioen
roebels met goud bedekt zijn: Kloos
ters van monniken en nonnen; Ker
ken van binnen overladen met ge-
scoilderde iconen (afbeeldsels van hei-
iigen).
Velen dier iconen zijn met vergulde
soms geheel gouden ornamenten be
dekt en behaDgen, welke door god
vruchtige bezoekers met eerbied ge
kust worden. Men ziet daar ook de
vermaarde klok van Moscou, de groot
ste der wereld, naast een Kerk op den
grond staan.
En dan het gezicht over de stad.
Ontelbaar zijn de koepels der kerken,
in alle vormen, in alle kleuren. Zoo
ver het oog reikt, strekt zich de stad
uit en steeds doemen in de verte
andere koepels op, wier vergulde krui
sen zich schitterend tegen het blauwe
firmament afspiegelen. Men gevoelt
het, men is in het heiligdom van
Rusland en treurig wordt het gemoed
gestemd als men bedenkt dat al die
praal en luister moet dienen om het
schisma hoog te houden, terwijl van
echte Godsdienstzin zoo weinig te be
speuren valt. Het volk gaat eerbiedig
langs de iconen, maar neemt geen
notitie van het Allerh. Sacrament, üat
toch ook in vele Kerken bewaard
wordt, men praat en lacht, men loopt
rond in de Kerken alsof het profane
gebouwen waren. En teekenend was
het, wat ons in een der Kerken over
kwam de priester die ons begeleidde
sprak met ons al fluisterend over al
het schoone, wat er te zien was. Aan
stonds kwam een der bewakers Daar
ons toe om te zeggen, dat wij gerust
overluid konden spreken.
In den namiddag maakten wij een
heerlijk tochtje op de langs en door
Moscou stroomende rivier naar een
beuvelrij „de Musschenberg" genoemd.
Men verhaalt dat Napoleon van af
deze hoogte Moscou aanschouwde en
in begeestering raakte over het onuit
sprekelijk panorama, dat zich voor
zijn oog ontvouwde. Een genoegelijke
avond bij de priesters besloot ons
verblijf in Moscou. Dienzelfden avond
nog moesten wij vertrekken; de trein
die ons door Ruslard en Siberië zou
voeren wachtte ons. Tegen elf uur
reden wij in droscbkes (openrijtuigen
zooals men 's zomers ook bij u in
menigte ziet, met overslaande kappen)
naar bet station. Moeite om een coupé
machtig te worden hadden wij niet
daar aan alle reizigers de plaats van
te voren was aangegeven.
De trein bestond uit vierpersonen-
wagens, één wagon-restaurant en één
wagen voor personeel, post, machine
der electrisctie verlichting enz. De
personenwagens »ijo, zooals alle wa
goos-lits op de Europeeeche lijnen,
prachtig ingericht
Wij reisden 2e klasse en hadden
een afzonderlijke coupé voor ons
vieren, 's Avonds werden de rugleunin
gen omhoog gehaakt, de bedden ge
spreid en ieder kon zich gemakkelijk
te rustte leggen, 's morgens kwam
een bediende alles weder opruimen
Alle plaatsen in den trein waren be
zet en het gezelschap was zoo cosmo
politisch mogelijk. Men hoorde van
alles pratenFransch, Duilsch, En-
gelscb, Russisch, Chineesch, Japanscb,
Noorweegsch en ik weet niet wat mear.
Al spoedig werd onderling kennis ge-
maakl en werden er clubjes gevormd.
Onze bijzondere vriend was een Pool
sche graaf, lid van de Russische
Douma en Kamerheer van Z. H. den
Paus; hij sprak verschillende talen,
was overal geweest en ging nu naar
Wladiwastok om daar zijn zoon te
ontmoeten, die naar 't scheen, een
weinig van den goeden weg was af
gedwaald. Wij hebben veel dienst van
hem gehad, vooral met het oog op
onze onbekendheid met de Russische
taal.
Alles voorspelde ons een naar om
standigheden .aangename reis en de
uitkomst, zooals ik u een volgende
maai zal schrijven, heeft ons niet be
drogen.
f Fr. Od. TIMMER
Vlagvertoon in liet Verre Oosten.
Aan een tweeden brief aan de „N.
R. Ct." (eigenlijk de eerste) over do
reis van het Nederl. eskader in het
Verre Oosten, ontleenen we:
Feesten aan boord hebben altijd iets
bijzonder aantrekkelijks voor wal-men-
sehen. Maar ik geloof dat het Hollan
der-zijn van ons er veel toe bijdroeg
dat dien middag aan de Legaspi-lan-
ding, den steiger., het dichtst bij de
schepen, honderden dames en jonge
meisjes in elegante zomertoiletten, hee-
ren in tropisch gekleed costuum en of
ficieren in de correcte witte uniformen
van de United States Army and Navy
in de wachtende sloepen stapten, die af-
en aanvoeren. De„DeRuyter" was be
dolven onder groen en vlaggen, smaak
vol om kanonnen en verschansing ge
drapeerd. Boven aan den valreep was
een baldakijn gemaakt en overal wa
ren wapen-trofeëen aangebracht. Heele-
maal achteruit, waar mevrouw Meer
kamp en de divisie-commandant de gas
ten ontvingen, hing, vóór de Holland-
sche en Amerikaansche .vlaggen, een
groot mooi portret van onze geliefde
Koningin, en er tegenover een klein
wit kiekje op een groot grijs kar
ton; 't eerste portretje van Prinses Ju
liana! Ze dweepten er mee, die Ame
rikaansche meisjes, één oogenblik stil
beschouwend !t portretje van „the baby
of Quccn Wilhelmina".
't Wits een vroolijk, gezellig feest.
Toen na zonsondergang overal 't elec-
Iriseho licht werd ontstoken, steeg nog
de vroolijkheid. Op de maat der
scheepskapel danste men, gedienstig
holden de jonge zeeofficieren heen en
weer, overal werd gelachen, geklonken.
Een mengelmoes van Engelseh,
Spaanseh, Duitsch, een gegons van
stemmen drong door tot beneden, wapr
in de kajuit en de longroom, zelfs in
de hutten de gasten waren afgedaald;
in de achterste sloepen die tot ter
hoogte van het dek waren afgevierd
en als bowl- en whiskey-tent waren in
gericht, zalen vroolijke groepjes, en
lachten, èn alles, alles was vroolijk,
was jong, genoot.
„Long live the Dutch!" klonk het
overal, en toen om 8 uur de sloepen
al ver weg waren van 't.schip, klonk
nog over 't water 't Amerikaansche
liedje: „and the Dutch company is the
best company!"
't Was een afscheid meteen, dit aar
dige feesl, want toen den volgenden
middag op de „Luneta" onze gasten
hun vasten toer gingen maken, zochten
ze de Ilollandsche schepen vergeefs en
waren we al weer in volle #pe, op
weg naar Hongkong om nieuwe dingen
te gaan beleven, en maakten dezelfde
officieren, die gisteren mét hun vrien
dinnetjes op 't halfdek zoo' vlug eeu
„pas-de-quatre" dansten, al weer „les
cent pas" op de brug.
Zoo is nu eenmaal ons leven.
Oneerlijke concurrentie. Onder de
vele belangstellenden Zaterdagmorgen
in het kamp te Millingen, bevond zich
ook een tweetal photografen, dat opna
men deed voor geïllustreerde weekbla
den. Een van hen heeft het voorrecht
doof te zijn; hij wordt niet afgeleid
en geeft zijn oogen dubbel den kost.
Wordt hem gezegd met zijn toestel niet
verder vooruit te gaan, hij verstaat er
niets van en stevent recht op het doel
af. In het kamp stond hij dan ook op
een gegeven oogenblik zoo dicht bij het
koninklijk rijtuig, dat men hem aan de
jaspanden terugtrok, want met alle or
ders dreef hij den spot, gewoonweg
mot veelzeggend gebaar de handen aan
do ooren brengende. Geen wonder dan
ook, dat hij voor zijn bladen prachtige
opnamen had. Zijn concurrent was dat
een doorn in 't oog. Na afloop der
plechtigheid, bood het dochtertje van
mevrouw De Bruijn aan H. M. een bou
quet aan en onze doove man had toe
vallig een prachtig plaatsje om hier
een mooi kiekje van te nemen. II. M.
de Koningin nam de bouquet in ont
vangst, en juist dit moment had de
photograaf uitgekozen om in beeld te
brengenmaar de concurrent was wak
ker; juist op dat oogenblik hield deze
de hand voor de lens van zijn tegen
partij, zoodat de opname jammerlijk
mislukte.
De verontwaardiging was groot en de
politie moest er aan te pas komen om
de beide mannen het scheiden gemak
kelijk te maken.
(„N. Ct").
WIJK AAN ZEE EN DUIN.
De gemeente-uitbreiding.
Het nieuwe uitbreidingsplan der ge
meente, ontworpen door'den heer JE
van Niftrik, architect te Amsterdam,
gaat van de grondgedachte uit dat uit
breiding van den aanbouw van huizen
moet worden verwacht, eensdeels in
de nabijheid van de zee en anderdeels
bij de aansluiting tegen de gemeente
Beverwijk, Van groot belang wordt
daarbij geacht op die plaatsen rekening
le houden met de lijnen en richtin
gen, die moeten worden vastgesteld,
en bij het vormen van nieuwe wegen
zoowolals bij den bouw van bestaande
wegen, deze niet uit het oog mag wor
den verloren.
De Zeeweg is hij dit plan gedacht
op 25 M. breedte, zoodat de gebouwen
12.50 M. uit de as van den weg moe
ten worden gebouwd, terwijl voor de
andere wegen een breedte is aangeno
men van 10, 12 en 15 M. eir in de
kom van het dorp Zijk aan Zee 7.50 M.
5 8 M.
Bij uitbreiding is de bouw van hui
zen met voortuinen als het overwegend
type aangenomen, terwijl het uniform
peil der wegen niet is aan te geven,
daar deze bepaald wordt door de lig
ging en golving van het terrein in ver
hand met de eischen voor afwatering.
Voor verwezenlijking van het plan
zal in vele gevallen met het gemeente
bestuur van Beverwijk in overleg moe
ten worden getreden.
De Sociale Cursus van den
R..-K. Volksbond.
De Sociale Cursus -„SI. Thomas van
Aquino", van onzen R.-K. Volksbond,
zal op Woensdag, 6 dezer, 's avonds
le half 9 prepies, in liet Bondsgebouw
plaats hebben.
Over dezen Cursus zijn aan alle le
den van den Bond circulaires gezonden,
waarin gezegd wordt:
„Waar deze Cursus reeds gedurende
vier jaren zooveel belangstelling mocht
ondervinden, daar vertrouwt Jiet Hoofd
bestuur, dat ook dit vijfde jaar een
succes zal wezen.
Wil toch het Vereenigingsleven zijn
doel hereiken, wil de Vakorganisatie
groeien en bloeien, dan is meerd
sociale ontwikkeling van den arbeJ
broodnoodig. Eén van de middelen.
tot die ontwikkeling te komen, is
Sociale Cursus, die om de veertien I
gen gehouden wordt en gratis toeg|
kelijk is.
Aan een ieder dus, die onzen
beter wil leeren begrijpen, wordt
een prachtige gelegenheid geboden. L|
dan ook elk, die een vriend is
den vooruitgang, deze leer-avonden
trouw bezoeken.
Vooral verwachten wij een druk!
toeloop van de leden der Va kon;
saties, die dezen winter zeer veel ktl
nen leeren. Mr. J. N. J. E. ThijsJ
zal Woensdag 6 October uiteenzettl
welke leerstof in het aanstaande
zoen zal behandeld worden. Bovendl
zal een uitvoerig programmaboek (zI
lezenswaardig) verkrijgbaar worden
steld.
Gaarne beamen wij het bovenstaar
ten volle en ook wij wekken op od
beurt den Volksbonders op in grool
getale deze zoo hoogst nuttige Cursj
avonden te gaan bijwonen.
De Nederl. Ji.-K. Volksbond,
Afd. Haarlem.
De historische beschrijving van
leven en streven dezer afdeeling wo|
heden voortgezet:
Een persoon, die in die dagen zj
zeer verdienstelijk maakte voor de
deeling, was de heer M. L. van Genu'
wien dan ook 26 Jan. 1891 hot ee|
lidmaatschap werd aangeboden.
Als een bewijs hoe de afd. in hel
aanzienstond, kan dienen, dat Ha|
Iem's Bisschop aan Pater Wulfring,
16 Febr. een lezing kwam houden,
droeg mee te deelen, dat Monseigml
over het werken der afd. zeer tevredl
was.
De zangvereeniging verloor 23 Fe|
haar directeur, den heer Rooijers,
door den heer Wiegand werd op|
volgd.
In dat jaar 1891 vierde de heer v.l
Waals zijn 40-jarig jubileum hij de
trale Werkplaats. Dit jubileum van
zeer verdienstelijke Bondslid zou
in de afd. niet onopgemerkt voorl
gaan.
De Geest, adviseur hechtte hem
gouden Bondsmedaille op de horst.
Een groot succes verwierven de
derfeesten,die op 5 en 6 Mei pla
hadden.
Op 27 April werd de goede hepall
ingevoerd, dat de onderafdeelingen
de 3 maanden verslag over hare w<
zaamheden zouden uitbrengen. In
der toen uitgebrachte rapporten, hete
de de heer Deppen reeds do wenscl
lijkheid van een eigen gebouw. La
zou blijken, dat hij geen ideaal
streefde.
Op den 22en Juni hield een le
over de dronkenschap kapelaan Hl
menspoel,onze tegenwoordige plebaf
Met de vakorganisatie werd gelei
lijk voortgegaan, zoo werd 29 Juni
weer een vereerKging van steenwerkl
opgericht.
Aan de R.-K. militairen werd grj
toegang verleend op de vergadering
Een belangrijke gebeurtenis grf
plaats op den 15en Juli '98, den
der groote Encycliekmeeting, toen led
redenaar was prof. J. H. Holierhc
En de afd. Haarlem met A'dam, R'd<|
den Haag en Vlissingen zonden
huideadres aan Z. H. den Paus.
Wij zeiden reeds, dat de wensch ge
was een eigen bonds vaandel te hebt
Welnu 3 Aug. '91 werd een vaand
comité opgericht en met de heerenl
J. Jonckbloedt en J. .1. Muijlaert
in dat Comité ook zitting do thJ
nog overbekende heer W. B. Guskc
de man, die later de ziel der afdeelf
zou worden. 24 Aug. d.a.v. werd
doeld comité geïnstalleerd en heil
daarna dapper aan den arbeid getogl
Straks zullen we het weer ontmoet!
Dat reeds thans lezingen werden
houden voor de bevordering der 7I
dagsrust, bewijst, hoe de afdeeling ba
aandacht aan alle goede zaken wijdl
Het spreekt vanzelf, dat de kracht!
leider der steeds machtiger worderf
organisatie, de populaire president
Jong, bij allen in hoog aanzien stof
Toen de heer de Jong dan ook
zilveren jubileum vierde als bed' I
41)
Vraagt ge dat nog, Sophie? Wie
was mijn beste steun tijdens de- ziek
te van mijn echtgenoot. U alleen
kon ik rustig mijn plaats aan zijn
ziekbed overgeven, •wanneer de ver-
(moeidheid mij noodzaakt© rust te
nemen."
„Ach, mevrouw1, dat was toch na
tuurlijk. Ik w:as baron George's kin
dermeisje geweest en toen ik trouw
de, gaf zijn moeder mij een fraaien
uitzet, zoodat ik arm ding, niet met
ledige haaiden hij mijn man in huis
kwam. Zoo iets vergeet men niet."
..Neen Sophie, trouw© harten be
waren de herinnering aan het ver-
ledene."
,,Men kan echter te veel daaraan
vasthouden^ mevrouw..). Ik bid u,
veroorloof mij een oprecht woord.
U is nog :zoo jong1, te- jong om een
leven lang te treuren om ©en man,
die ge, hoe goed hij' ook was, alleen
uit medelijden gehuwd hebt, G©
hebt meer dan uw! plicht tegenover
hem gedaan en moet nu ook eens aan
uw geluk voor de toekomst denken."
De jonge barones was bleek ge
worden, doch antwoordde (toch schijn
baar met vroolijk vert'rouwien,: „Dat
zullen wij aan God overlaten, beste
Sophie. Zie, daar komt uw man, ©en
waar beeld van gezondheid en te
vredenheid.. Hoe is het, Wieskamp,
zijt gij den vos nog niet op heti
spoor, die mama's Spaanseh© kip
pen geroofd heeft?"
Tegen: twee uur was de barones
weer thuis en spoedig' bleek, dat
zij nog juist bijtijds haar bezoek bij
den houtvester gebracht had, want
het weer werd steeds ruwer en de
sneeuw viel dichter en dichter. Veld
en bosc-h waren spoedig met een
dikke sneeuwlaag bedekt.
Vooral huiten het Dammerwald
op het vlakke veld joeg de stormde
sneeuw voor zich uit soms iu een
wild gedwarrel, zoodat het onmoge
lijk wa.s verder dan ©enige schreden
van zich af te zien.
Toch was een eenzame wandelaar
of voetreiziger van het naaste dorp
gekomen jen zöeht dwars over d©
beid© den straatweg te bereiken, die
langs de h outvest erswoning het
bosch in de lengte doorsneed; Was
dit voor een vreemdeling onder gun
stige omstanjdigheiden niet gemakke
lijk, bij de verblindende sneeuwjacht
moest het bijna, onmogelijk boeten.
.Toch vervolgde de vreemde .wan
delaar volhardend en dapper zijn
weg. Hij geraakte echter meermalen
het spoor bijster, kwarrf meermalen
in een of apdere dichtgesneeuwl-
de diepte terecht, en wist vaak niet
meer op welk p-unt hij ziich eigen
lijk bevond. Zoo was hij ©enig© uren
met moeite vooruitgekomen en be
reikte eindelijk den boschranÜ, maar
aan de noordoostelijke zijde ver van
den weg, die hem naar het nabijge
legen station moest brengen, dat hij
vóór den avond had hopen t© be
reiken. Daarbij w.as die duistemid
ingevallen en dit maakte het hem
nog moeilijker ziijn weg te vinden.
Het w;as een moedig 'en geduldig
man en reeds lang vertrouwd mat
lijden en wederwaardigheden, maar
nu dreigde de moed hem toch te
geven. Diep' hijgend leunde hij' tegen
den ruwen stam van ©en eik, zijn
hoofd zonk op de borst en de stok
ontviel .aan zijn verstijvende han
den.
Ieder die de'zlen ongelukkige i.n
vroeger dagen had gekend, in zijn
kracht en mannelijke schoonheid, in
zijn vroolijk vertrouwen op een ge
lukkige toekomst, zóu met smart ge
tuige van zijn ©llendigen toestand m
zijn vertwijfeling geweest zijn. En
toch was hot maar al bei begrijpelijk,
dat zijn kracht en zijn wil hem ont
zonken. Dagenlang had hij' allerlei
ontberingen, bij aWare inspan ïi.ng
verdragen. Én nu hij meende kort bij
het doel van zijn tocht te zijn. be
merkte hij dat hij, uitgeput en hon
gerig, daarvan nog ver verwijderd,
was en ook van eenige menschelijke
woning, die- hem voor eenige urm
rust en beschutting kon geven....
Was het wonder, dat hij' op liet, punt
stond den strijd op te geven en zich
neer te leggen om te sterven Voor
hem had de dood niets versehrikke-
1 ij lesdie zou, hem verlossen van,
zijn ongelukkig bestaan, dat hij nu
reeds jaren had voortgesleept, zon
der hoop op de toekomst. Maar
mocht hij den kamp opgeven, moest
hij niet blijven strijden zoo> lang zijn
kracht reikte zou liij zich dur
ven wagen voor het oordeel van den
Rechter, die zielf in Zijn leven ge
hoorzaam was geweest tot in den
dood Neen, Zoo lang hij' ademde,
wilde hij strijden tegen zijn ramp
zalig lot, wellicht kon hij een hut
bereiken om daar te overnachten an
morgen zijn tocht voortzetten. Dan
zou hij eindelijk, hoopte hij de
havenstad bereiken, van waar hij
zich kon inschepen naar een ajader
werelddeel, naar Amerika.
Zijn hoofd duizelde, maar tooth
nam hij zijn stok weer op en strom
pelde langs den boschrand verder
tot bij1 den straatweg bereikte. Hij
volgde dezen steeds onzekerder,
steeds tneer wankelend, maar toch
gestadig, hoewel langzaam vooruit
komende. Eindelijk z'ag hij de hout
vesterswoning voor zich liggen;
waar een licht Ihem bewees, dat de
bewoners nog n iet ter ruste waren
gegaan. Zijn laatste krachten ver
zamelend, wankelde de doodelijk uit
geputte man op de deur der woning
toe, sloeg er een paar malen met zijn
stok tegen, terwijl bijna onwillekeu
rig een kreet om hulp van zijn lippen
kwam1. Toen zonk hij' bewiusteloos
op den vreemden drempel neer.
XXVI.
De sneeuwstorm hield den gan-
seihen nacht aan en eerst togen tie1,a
uur in den morgen verdeelden zich
de wolken en omstreeks twaalf uren
brak de Zon er doorheen.
De oude heer von HesZbom stond
met, zijn nicht voor het raam der
(huiskamer in Alanhausen. Ziij: zui
gen met kinderlijk genoegen hoe een
schaar musschen en ander gevogelte
Zich te goed deden aan de voor hen
uitgestrooide versnaperingen. Vroo
lijk bubbelde Lina met haar ouden,
oom, tot een. bediend© houtvesteir
Wieskamp aandiende, di© den heeir
Heszborn verlangde te spreken.
„De oude Wieskamp [Wat doet
die met die ongebaand© wegen hier
„Als Sophie maar niet weer ziek
is", zei Liina bezorgd.
„Neen kind, dan Zou hij: naar u
gevraagd hebben. Breng (Witaskalmp
op mijn kantoor, Fritz,"
„Maar Wieskamp", riep Hesz.biom,
zijn kantoor eenige minuten laten
binnentredende, „wat mioet ge door
die sneeuw komen loopen. Voelt ge
dan uw zes kruisjes niet meer?"
„God zij dank slechts weinig, mijn
heer, en het is een dringende zaj
die ik u te melden heb."
„Werkelijk? Maar ga zitten. W|
is er gebeurd
„Wij hebben gisteravond tegen
gen uur onverwacht ©en gast
kregen. Mijn vrouw en ik zaten
de huiskamer en hoorden een goroj
om hulp. En toen ik met Joseph d|
knecht naar buiten ging, vondel 1
een man bewusteloos op den doem jj
liggen."
„Nu, dat is niet te verwon! Ier I
Bij zulk een sneeuwstorm kan m|
licht verdwalen en als men la
daarin ronddoolt, kan men wel u]
geput raken."
„Ja, vooral iemand, die van hi
uit, aan zoo iets niet gewoon is."
„Zoo... kent gij hem?"
„Ik vrees het, mijnheer. Hij kwa
mij dadelijk bekend voor. Maar
kon hem niet thuis brengen. Hij
verschrikkelijk veranderd."
„Hij?... Maar wie dan?"
,„Ik vrees, dat het de jonge gral
von Desendorf is", zei Wiicskam|
angstig weifelend.
Heszborn sprong op. Hij kon ge,
woord uitbrengen. Mot beide hand)
op een stoel leunende, sprak hij f
delijk: „Wat?.,. Wïe?"
„Ja, mijnheer, bet is bitter ha
als zoon knap hoer, tie zoon v:|
voorname ouders, zon ver komt."
„Ontzettend!" stam el de Hoszbof
en zemk doodsbleek in een stoel.