FLORA. Sociale Berichten. Koloniën. Landbouw en Visscherij. VAN ELDERS. Rechtszaken. gemeenten voeren daar winkelsluiting in, maar daar is men aan politiedwang gewend. In Engeland laat de Rijkswetgever aan de Gemeenten vrijheid winkel sluiting in te voerenmaar het schijnt, dat tot nu toe slechts weinig Gemeen ten van die vrijheid gebruik hebben gemaakt. In Australië loopen de wetgevingen der verschillende landen zeer uiteen. Ook daar stelt de wet gewoonlijk slechts algemeene regelen, terwijl het meeste aan den plaatselijken wetgever wordt overgelaten. In Noorwegen is de toestand als in Engeland. Is een derde der locale winkeliers tegen winkelsluiting, dan mag die niet worden ingevoerd. Over het uur, waarop gesloten moet worden, zijn lang niet alle belang stellenden en deskundigen het eens. De een wil zeven, de andere acht, een derde negen uur. De een wil ook flinke speelruimte laten, terwijl de andere zich precies aan een bepaald sluitings uur wil houden. Sommigen willen ook sluiting op alle dagen, anderen uitzondering voor den Zaterdag en bepaalde feestdagen, als St. Nicolaas, de Kerstdagen, enz. Gevraagd wordt ook, dat men on derscheid zal maken tusschen de ver schillende seizoenen, tusschen waren, die wei en die niet aan bederf onder hevig zijn, tusschen de verschillende deelen eener zelfde Gemeente (centrum of buitenwijken), tusschen levensbe hoeften en luxe-artikelen, tusscben Christenen en Israëlieten en tusschen de verschillende takken van winkel bedrijf, Rubriceering is dan het wacht woord. Niet alle winkels mogen aan het zelfde régime worden onderworpen, maar hoe is rubricering noodig bij de zoogenaamde Warenhuizen, die steeds in aantal toenemen en letterlijk van alles verkoopen? Hoe wil men nu, dat in éénzelfde magazijn de eene afdeeling op een «nder uur gesloten zal zijn dan het andere? Em Waren huis moet altijd geheel open zijD of geheel dicht en het schijnt ons niet rechtvaardig geheels sluitir g te beve len, omdat missdven slechts ééne afdeeling onder dj termen van win kelsluiting op een bepaald uur valt. Men ziet dus, dat, de zaak zeer in gewikkeld is en s iet met een paar algemeenheden te beslissen. Voordat er dus eene regeling wordt ontworpen zooals tot nu toe in tal van Gemeenten te vergeefs is beproef d, mogen enquetes cp groote schaal wel eerst eens wat meer licht verspreiden. Wat er tot nu toe op dat gebied gedaan is, was ge heel onvoldoende. Hetzij doordat men aan veel to weinis winkeliers inlich tingen vroeg, hetzij, dat er te weinig waren, die inlichtingen gaven. Het mag eerst wel eens meer over tuigend blijken, zoo besluit mr. Ver kouteren, dat het gros der winkeliers werkelijk gedwongen winkelsluiting begeert. Een soort referendum zooals wel eens is voorgesteld, zou misschien goede uitkomsten geven, maar dan liefst afzonderlijke plaatselijke refe renda, voor eiken tak van winkeliers afzonderlijk. Herfsttinten. Ontegenzeggelijk heeft elk jaarge tijde izlijn karakteristieke kenmerken. Naast het minder aangename heeft elke tijd zijn eigenaardige bekoor lijkheden en juist door het eerste ko men -wellicht de laatste des te heter uit. En dat is goed ook, wlamt niets •werkt verslappender dan eentonig heid. Daar, waar de meeste afwis seling heerseht, is Izieker het leven het schoonst, omdat daar juist de ge nietingen het .alzijdigst zijp. Toch mogen wij hierbij niet ver geten, dat het meer of minder aan gename heel dikwijls afhangt van het standpunt, vanwaar wij het be- ocrdeelen en ik geloof, dat er in de meeste natuurverschijnselen voor den werkelijken natuurvriend inderdaad een machtige bekoring ligt verscho len, zielfs daar, Waar zij menig ander onaangenaam zullen stemmen. Zoo z!al het- ook gaan bij het beoor- deelen van het aangename va,n de verschillende jaargetijden. Velen Zullen de lente als het mooiste sei zoen Beschouwen, anderen weer den Zomer, terwijl verreweg de minder heid het zal houden met den herfst of den winter. Vooral de laatste staat hij' velen slecht aangeschreven, ofschoon ook dit jaargetijde weer [zijn karakteristieke schoonheden op levert. Maar bovendien hebben wij dat alles ook eenvoudig' te aeclepte©- ren. Mol kunnen sommigen de on aangenaamheden van het klimaat ontvluchten door naar mildere stre ken te trekken, maar overigens heb ben wij aan te nemen, wat er komt. En wel .beschouwd, is het werkelijk n.og z'oo onaangenaam niet, vooral de afwisseling brengt ,zijn bekoor lijkheden mede en geeft ons genot, zooals anderen dat niet zullen ken nen. Het is niet mijn doel, hier thans op de heerlijkheden der verschillende jaargetijden een loflied te gaan zin gen, noch om' uiteen te zetten. w;at nn eigenlijk wel het mooiste en bet aan genaamste is. Enkel Wil ik, nu thans allexwëgcn merkbaar is, dat weer een nieuw jaargetijde zijn intrede heeft gedaan, daaraan enkele be schouwingen verbinden, die daar mie- de in .onmiddellijk verband staan. Seeds genii men tijd heeft men aan verschillende verschijnselen kunnen merken, dat de Ziomer ten einde spoedde. Maar bét voornaamste ken merk is wel de verkleuring der bla deren, dat aan het afvallen daaraan voorafgaat. De geel-roode herfsttin ten zijn spreekwoordelijk geworden en een herfstlandschap1 valt juist daardoor direct op. Het is alsof de planten, voor zij zich in haar winterrust begeven, ons nog .op ©en sehoonen en heerlijken aanblik willen onthalen, als laat ste afscheidsgroet en geen enkel© natuurminnaar 'zal niet de eigenaar dig© bekoorlijkheid hebben onder vonden, die er uitgaat van ©en herfstlandschap. Niet op eens treedt deze veran dering in: het gaat zoo langzamer hand. Het wijst ons op de voorberei ding, die daar plaats heeft in het planteniichaam, om klaar .te zijn voor de groote periode, die komen zal. [Weldra vallen immers de bla deren ,af en staan onze loofboom-en b.v. daar als wezienlooze staken, die bet leven verloren schijnen te heb ben. Voor dien tijd echter trekt de plant al de voédende bestanddeelen, die nog in de bladeren aanwezig zijn, tot zich en blijft daar eigenlijk niets anders over dan een ledig om hulsel. Zooals eigenlijk haast ie Ier een weet, ont-leenen de bladeren hun fris- sche groene kleur aan een groot aan tal korreltjes, die de cellen der bla deren bevatten, n.l. de Zoogenoemd,© bladgroen- of Chlorophylkorrels. De- zfe chlorophylkorrels zijn. het die on der invloed van het licht het kool zuur in zuurstof en koolstof ontlee- men en die (dus van groote beteer kenis voor het planteniichaam' zlijn. Komt echter de plant tot rpst, dan SziijU deze .bladgroen [bevattende li chaampjes voor ©enigen tijd overbo dig' en kan de plant ze dus missen. De inhoud vloeit als 't ware terug- naar de dikkere gedeelten en in de bladcellen blijven alleen de onbruik bare stoffen achtler. De bladeren1 sterven dus als 't wane afzdj' hebben hun dienst gedaan. Het volgend voorjaar staan weder nieuwe dienst knechten gereed, om den boom te la ten groeien en bloeien. Dia oude bla dexen zouden de [plant niet anders -dan last en hinder .venoorzaken. In- plaats van de jm-ooie, frisehgroene kleur treedt nu in het blad de gal© tint -op den voorgrond, als bewijs dat het blad geen dienst meer doet, na dikwijls door éen nood© kleur voorafgegaan te Zijn. Tegen den herfst is dat vooral zeer opvallend, maan eigenlijk kan men datzelfde ,ook al reeds geduren de den Zomer opmerken. Bladeren,, -die in het begin van de lente zoo'n mooie zachtgroen© kleun- hebben, wiorden later meer donkergroen en geven weldra reeds ©enige gele of rood© vlekjes te aanschouwen, zoo- als men dat b.v'. zteer goed bij de bladeren van de bal- en kruisbessen, die tegen het rijpen aan zijn, kan waarnemen. In zulk© gevallen zijn het vooral de vruchten, die zooveel voedende bcstandd eden tot zich trekken, dat het blad het niet vol ge moeilijkheden door hem overleg is gepleegd met de andere bij Venezo- ïaansche aangelegenheden belang heb bende mogendheden. Ook ter zake eener vordering op de Venezolaansche regeering van een Nederlandsch onderdaan wegens het vernielen van diens eigendommen te Caracas schijnt het ©ogenblik voor mededeelingen nog niet gekomen. Geenerlei bericht werd tot dus verre ontvangens nopens het uitzied den van een nieuwen Venezolaan se hen gezant naar Europa ter ver vanging van dr. Paul. Allerlei. Omtrent den invoer van hooi en stroo in Engeland wordt gemeld, dat het oogenblik nog niet is gekomen, waarop de onderhandelingen met de Britsche regeering kunnen worden hervat, daar die regeering. beslist heeft te kennen gegeven dat die in voer niet zal worden toegestaan, voordat 6 maanden zullen zijn ver- loopen, nadat hier te lande het laat st© geval van mond- en klauwzeer zal zijn voorgekomen. Intusschen is toestemming verkregen tot invoer van tarwedekstroo in Engeland on der soortgelijke voorwaarden als voor roggedekstroo. In Februari van dit jaar verge wiste zich de regeering der Veree- nigde Staten van Amerika dat er bij onze. regeering geen bezwaar zou bestaan, een' wereldconferentie ter overweging van maatregelen om de natuurlijke hulpbronnen der wereld te beschermen, in de eerste wieken yan September te 's-Gravenhage te ontvangen. Een uitmoodigilng daar toe werd verzonden. Het zal thans het onthaal dat deze uitnoodiging. bij de verschillende Staten vindt en den staat der voorbereiding van de conferentie .afhangen wanneer en tegen welken datum ds regeering voor de conferentie aan te wijzen, zal kunnen doen. De regeering heeft instemming' be tuigd met het voornemen der Fran- sche regeering om een conferentie bijeen te roepen ten einde maatrege len te beramen tot krachtiger kee ring van de verspreiding van on tuchtige geschriften. Met de Noordsche en Zwieédscibe regeering wordt overleg gepleegd aangaande het sluiten van een trae- taa.t tot wederzijdsche erkenning yan maamlooze vennootschappen. Met de Duitsche regeering worden voorbereidingen getroffen voor een gemeenschap'pelijken explotafie- tocht in het Nederlands-ch-Duitsch grensgebied op Nieuw-Guinea. Ter viering van het 60-jarig be staan van Italië als koninkrijk zul len in 1911 te Turijn en te Bom© twee groote tentoonstellingen wor den gehouden. Door de regeering worden maatregelen voorbereid om van Nederlandscbe zijde aan de kunsttentoonstelling te Bom© met een collectieve inzending deel te ne- nemen. Het voornemen bestaat om aan de in 1910 te Buenos Ayres te houden intern, landbouwtentoonstelling deel te nemen, met een inzending Neder landsen vee. Het verbod van invoer van die in te zienden dieren is opge heven. Persberichten. Wat de persberichten aangaat wordt opgemerkt dat ook weder tie gelegenheid werd benut om van on juiste berichten in de binnen- epj buitenlandsehe pers, aangaande Ne derland of zijn koloniën, een zake lijke wederlegging te doen verschij nen. Met aandacht volgt de minister wat. in andere landen, laatstelijk Zweden, gedaan is ter zake van een persbureau aan het dep. van buiteal zaken. Persoonlijk zou de minister wel geneigd zijn dergelijk bureau op kléine schaal in te richten bij wijze van proef, maar de dringend noo- dige uitgaven zijn rqeds zoo groot, dat die proef slechts genomen zal kunnen worden, wanneer de onmisbaarheid van zulk een bureau vaststaat. Intusschen vleit de minister zich dat eene in uit zicht gestelde bespreking van dit onder werp met enkele der leidende mannen uit de Nederlandsche pers hem weldra een meer vaste overtuiging in deze zal bijbrengen. Het Oranjeboek vermeldt voorts o.a. ongelegenheid veroorzaken." „Natuurlijk mijnheer, integendeel. Ik meen dat het mij moeilijk zal val len tegenover hem den meester te spe len. Het is vreemd, hoe vriendelijker en beleefder hij is, des te meer komt bij hem de 'heer voor den dag." „.Wilt ge een raad van mij aanne men, Wieskamp vroeg de barones. „Noem den graaf bij. den naam, waar onder hij zich verbergen wil en be handel hem ongedwongen met de welwillendheid en (de zorg, die g© hem in zijn ziekte betoond hebt. Dat Kal u niet moeilijk vallen, wijl. ge daaraan reeds gewoon zijt en hem zal het. niet vreemd aandoen, wijl hij uw goedheid reeids zoolang heeft on dervonden." De oude jager zag zijn schoon© ge biedster bewonderend aan. „Me vrouw de barones geeft de beste op lossing, natuurlijk. Men kan het tel kens ondervinden, (dat de vrouwen verstandiger zijn dan de mannea." Den volgenden namiddag kwam de koets van AHnhausen aan de hout vesterswoning. Desendorf stond aan het venster en zag Heszbom, zijn schoonzuster en nicht nit het rijtuig stappen. Fijn hart dreigde stil te staan, toen hij de fijne, bekoorlijke gestalte der barones en hare bloeien de gelaatstrekken beschouwde, ter wijl zij op ,h©t huls toekwam. Hij twijfelde nu, ook piet langer, dat het uitvoerige correspondenties gevoerd ten aanzien van-de contröle-maatregelen op vreemde veldarbeid ars in Duitschland genomen. Op het laatste schrijven van de Duitsche regeering is tot dusver door Harer Majesteits regeering niet geant woord, vermits zij niet de overtuiging heeft kunnen erlangen dat de maatregel, waarvan sprake is, niet inderdaad met het vestigingsverdrag in strijd is, ter wijl zij voor het oogenblik ook geen heil ziet in herhaling van haar pro test. Vee. Het mocht herhaaldelijk gelukken door tijdige bemoeiing te voorkomen, dat het uitbreken van gevallen van mond- en klauwzeer onder uit Neder land ingevoerde runderen, aanleiding gaf tot het nemen van voor onzen vee- uitvoer belemmerende maatregelen. Invoer van vee in België, Frankrijk, Italië en Spanje is toegestaan, terwijl in den laatsten tijd weder zendingen vee naar Rusland, Oostenrijk en Hon garije gingen, waarvan de verzoeken tot doorvoer door Duitschland werden ingewilligd. Ook werden eenige partijen vee naar Zuid-Afrika uitgevoerd. Door de Argentijnsche regeering is de invoer uit ons land van rundvee, paarden, schapen en geiten, bestemd voor de in 1910 te Buenots-Ayres te houden internationale landbouwtentoon stelling toegestaan. Bij een drietal regeeringcin werden stappen gedaan in het belang van den invoer van versch vleesch uit Neder land. Voor zooveel Italië en Groot- Brittinnië betreft mochten deze stappen op een gunstig onthaal bogen. Tuingrond voor arbeiders. Door een commissie uit het depar tement 'sGravenhage der Mij. tot nut van 't Algemeen is aan den Gemeen teraad aldaar verzocht te mogen huren een stuk weiland aan den Moerweg, om op kleine schaal een proef te nemen met het verschaften van een stukje tuingrond aan arbeiders, hoofd zakelijk mei het doel, dat tot een ge zond ontspanningsoord te doen dienen, terwijl eenige vermeerdering van in komsten door het telen van bloemen en groenten, niet geheel buitengeslo ten is. B. en W. hebbenden Gemeen teraad voorgesteld, op dit verzoek een gunstige beschikking te nemen. Vervroegde winkelsluiting. In^de „Ned." stelt V(erkouteren) de vraag, of de Gemeente bevoegd is ge dwongen winkelsluiting, bij verorde ning, in te voeren. Kan artikel 135 der Gemeentewet, dat de wetgevende bevoegdheid der Gemeentebesturen regelt, zóó ruim worden geïnterpreteerd,* dat ook dat onderwerp er onder valt, vraagt mr. Verkouteren of is er eene rijkswet noodig? Bekwame juristen, als Oppenheim, Buys, Molengraaf!, Pijnappel, Cosman, Molster, Israels en anderen, staan hier tegenover elkander, maar wij gelooven, dat er ook minder strijd zou zijn, als de quaestie van de arbeids- en rust tijden van het winkelpersoneel en die van de gedwongen winkelsluiting uit elkander werden gehoudenHet eerste terrein is reeds door het Rijk bestre den en zal vermoedelijk ook wel ver der bestreden worden, maar het tweede is nog vrij. Er is bovendien nog een derde oplossing mogelijk, dat het Rijk n.l. enkele algemeene regelen stelten het dan aan de Gemeentebesturen verder overlaat om winkelsluiting in te voeren, met de beperkingen door de Rijkswet te stellen. Het nut moet hier beslissen. De tekst der Gemeentewet is rekbaar genoeg. Onder art. 135 laat zich bren gen, al wat men er onder breDgen wil. Wij hebben hier eeDe echte caout chouc paragraaf, zoodat de regeling die gewenecht wordt, niet op wette lijke of grondwettelijke bezwaren be hoeft af te stuiten. Het buitenland is ons ook hier weer voorgegaan. Engeland, Duitsca- land, Noorwegen en Australiëe neb ben reeds wetsbepalingen op winkel sluiting gemaakt. Duitschlmd scheert niet alle Ge meenten over één kam. Steeds meer werkelijkheid was, wat de houtves ters vrouw hem uit- het hoofd had zo-eken te praten. Hij had haar na melijk needs meermalen gevraagd, of ©r nog niet iemand buiten lia-ar man en ha.ar hem verpleegd had. „Hoe meent u dat! Bedoelt ge misschien den dokter?" „Neen, ©en jonge dam© die zich, naar ik mij verbeeld, vol deelneming over mij heeft neergebogen." Daarop had zij lachend geant woord, dat z;ij zich zou wachten, dat aan Ohristinai t© vertellen, want al leen dezie, hare dienstbod©, die nu en dan in de ziekenkamer had ge holpen, kon het geweest zijn. Het meisje was toch al ijdel genoeg en als ztj hoorde, dat de jonge heer haar voor een dam© hield, zou er geen huis meer mee te houden ztijn. Ortwin was het onmogelijk voor gekomen, dat hem Christine's plom pe gestalte ©n roode wangen zelfs door den nevel zijner koortsphaa- tasieën in het licht van te-edere vrou wenschoonheid hidden kunnen ver schijnen. Nu wist hij met zekerheid, dat zij 't niet geweest was, die haar koele hand o-p zijn brandend voor hoofd had gelegd, die hem door me delijden en zachte woorden had zoe ken te kalmeeren: de wilde, kleine Lina was bet, wier waarde hij eens in treurig© verblindheid had onder schat, de schoon©, glanzend© verschij ning wier bekoorlijkheid hem had verrast toen hij op dien trourigen morgen 'zijn thuis was ontvloden'; die stond vol medelijden aan zijn sponde-, (toen hij tot de diepste ellende gekomen was. Smart en schaamte grepen hem aan en toch mengde zich daar een onbestemd gevoel in, liefelijker dan dankbaarheid, warmer dan de vreug de over miensch-elijk'e edelmoedigheid. Er was .iets bedwelmends in dat ge voel, iets van hoop op een nieuw, onbekend (geluk. Binnen enkel© seconden echter z|ei hij bij zich zelf, dat het waanzin was in zijn positie iets anders te hoopen, dan ©en vreedzaam verborgen be staan- Toch kwam de voorstelling, hoe 'zich de selhoone jonge vrouw vol liefderijke deelneming over hem ge bogen had, telkens weer in zijn geest op. Als uit een droom ontwakend rees hij op, toen hij verschillende stem men en vlugge schreden zijn deur hoorie naderen. Deze werd geopend en ,op den drempel stonden Heslz]- born en Wiieskamp, Eerbiedig maar ziwijgend trad De sendorf zijn vroegeren vriend te ge- moet, Ook Heszbom vond geen woor den om zijn bewogen gemoed uit te spreken. Wieskamp zei toen„Me vrouw de barones en haar mama 'zijn gekomen om mijn vrouw goeden dag te zeggen en daar Mijnbeer Heszborn mëdekwam, [wilde liij. u eens zien Binder!" Het was voor het eerst en met moeite dat Wi-eskamp> dezen naaih over de lippen bracht. Ook op- Desendorf maakte het een vreemden indruk, 't ÏWas echter geen valsche trots, die hem bezielde, maai bij besloot er uit- dat men hem óf niet herkend had óf niet herkenneil wilde. Jn elk geval was liij voor den heer von Heszbom ian zijn familie- slechts de boschwaehter Binder. Hiermede wist hij nu echter ook in eens zijn houding te bepalen. Hij sprak den heer Heszborn eerst ze-er bescheiden (zijn dankbare .vreugde ui,t, dat hij hem op Wieskamp's voorspraak de betrekking van bosch- Wachter had toegestaan en begon toen geheel in dén toon van ©éi ondergeschikte te verzekeren dat hij door vlijt en trouwe plichtsbetrach ting zijn dankbaarheid ho-opite te be wijzen voor de vele weldaden, fyem ook nit Allnhausen bewezen, zoo als hij van den houtvester verno men had. Hij speelde zijn rol beter dan de goede Heszbom. Toen deze zijn jon gen vriend ziag, had hij hem liefst bij beide handen gegrepen om hem alles te zeggen w'at hij w.ist en dacht. Maar zijn nicht had hem de plechtige belofte afgenomen „den jongen" ii zijn gril niet te hinderen. Dus sprak de oude heer zoo 'goed het 'ging over de betrekking van bioschwachter, verzekerde dat [Wies- kamp geen lastige patroon was en toen Karei Binder bekende, dat hij kan houden en tie grande moet gaan. In ander© gevallen [zijh het weer piractisch levende weziens, die hunt deel van den inhoud van de blad- cellen willen hebben en daaruit zoo veel zuigen 'dat het gele vlekken begint te vertoonen. :Zooi zien wij reeds in den ziomer hier en daar een toestand optreden, die later in den herfst algemeen zal worden. Zij het dan ook als gevolg van geheel an d-ere oorzaken. Wanneer nu tegen den herfst en den winter (de voedingsstoffen uit de bladeren trekken, (dan schijnt het spoedige vervoer daarvan door het Zonlicht belemmerd te worden, ten minste men meent te moeten vast stellen, dat dit daarop een minder gunstige werking uitoefent. Om dat nn te voorkomen, maakt de plant gebruik van een kleurstof, die be kend is- onder den na,ami van aLvtaio- kyaan, en die zich kan voordoen ais violet, rood of blauw of ©enige scha keering daarvan. Dit anthokyaan is aan de bovenzijde van het blad of ander plantendeel, dat het beschut ten zal, uitgebreid, zooidat de daar onder gelegen gedeelten als in de schaduw van het anthokyaan liggen. Meende men vroeger, dat het anthokyaan uitsluitend een product was van de chlorophylkorrels, la ter is gebleken, dat dit niet het geval is. Ook in planten en plan- tendeelen ,di© geen ëhlorophyl be vatten of daaraan zieer arm zijn, kan het anthokyaan in groote hoeveel heid optreden. Als eindelijk dezie voorbereidende maatregelen (zijn afge,loopen, duurt het niet lang of het blad valt af en wordt weldra gevolgd door tal van andere. Dikwijls is men van mee- ning-, dat de vorst -de eigenlijke oor zaak is, maar dat is immers geheel niet het geval, de voorbereidend© maatregelen hadden ;al veel vroeger plaats, alleen is de vorst meestal de directe oorzaak, dat de bladeren spoediger vallen. Er heeft zich n.l op de plaats, waar1 het blald z,a-l af vallen, tegen dien -tijid 'een schei dingslaag gevormd, die uit zeer los aaneengehechte cellen bestaat. De geringste beweging, veroorzaakt door een windvlaagje, is dan slechts noodig om het blaki te- doen vallen. Bij sommige planten gaat dat zeer gemakkelijk: bij and.ere minder ge makkelijk. Eik en Haagbeuk honden; de dorre bladeren nog wel eens tot het voorjaar. Het schijnt, dat daar de scheidingslaag nog vrij stevig aan de plant zielve verbonden is. Dat vallen der bladeren is een eigenaardig verschijnsel in de huis houding der planten. De directe oor zaak daarvoor ,is gelegen in het koe ler worden van den bodem. Daardoor is de plant niet meer in staat, zoo veel water met haar wortels op te zuigen, terwijl de verdamping toch doorgaat. Zoodoende lijden de plan ten dus gebrek aan water en daar door worden de bladeren met in staat 'gesteld hun functiën te verrich ten, Izioodat zij1 [zouden verwelken. De plant schijnt dat als 't ware te voorzien. Vlug neemt zij nog de voe dingsstoffen tot 'zich en daarna ka;n zij het blad missen. Daardoor komt het ook, dat ide boomen met afval lend blad in een milder klimaat bun bladeren ook laten vallen dan die welke aan ruw klimaat zijn bloot gesteld. Ja, het gebeurt zielfs met enkele boomen, dat zij hunne blade ren in vorstvrije streken behouden. De afval der -bladeren heeft in tusschen nog .©en andere goede zijde voor onzë loofbo-omen. Dlaandoor zul len zij niet gedwongen worden, die groote massa's sneeuw' te toi'sen, die anders noodwendig op de bebladerie lakken Zouden blijven liggen en deze in vele gevallen doen beziwijben. [Wij nemen -dus maar genoegen met de inrichting der natuur, zoo-als zij is, overtuigd als wij zijn, dat alles wonder mooi ;in elkander zit- Mij zouden de schoon© herfstkleuren trouwens ongaarne willen missen. H. J. LYCKLAMA De bandjir bij Loemadjang. Het Haagsche Correspond entiebureau meldt: Blijkens uit Indië particuliere tele grammen, is het bericht in verschil- tot n-og toe meer met landbouw dan boscheultuur zich had bezig gehou den, troostte hij hem met de verze kering dat- .iemand van goeden wil het vlug kon leeren. Verder ver maande hij hem, voor zijn gezond heid ,te 'zorgen, opdat hij spoeiig weer geheel op krachten zou komen en zijn Werk dan zonder groot© moei te kon verrichten. Eindelijk nam hij afscheid maar op een manier als of hij een gelijk© in plaats van ©en dienstbare voor zich had. Toen hij' absoluut niet wilde heb ben |dat Ortwin hem na,ar ben-eden zou geleiden, meende deze dat Hesz born -een ontmoeting met de baro nes wilde voorkom-en. Hij zag hem dus van het venster uit m-et het ge zelschap vertrekken. Mevrouw v-on Heszborn keerde zich bij het rijtuig gekomen even om en zag m-et moe derlijke goedheid in het oog naar zijn venster o-p en de barones volgde haar voorbeeld en wierp een van vreugde stralend-en blik na,ar boven, die hem dreigde te bedwelmen. Da delijk echter bestrafte hij zich over zijn dwaze .inbeelding en iiankte voor de welwillend© opmerkzaamheid der beide -dames door een eerbiedige bui ging. XXIX. Het was in de maand Mei, dat Heszborn op een regenachtigen dag de 'doorweekt© boschwegem langs lende Indische bladen als zou Boor den bandjir bij Loemadjang de suikerfa briek Soekodono aldaar totaal zijn ver woest, beslist onjuist. Wèl was ten gevolge van den bandjir de watertoe voer naar de fabriek korten tijd afge sneden, maar na 8 dagen maalde de fabriek weer met volle kracht. Een melkkoetje! De heer Joh. J. Boelstra te Stiens schrijft aan de „Leeuw. Crt.": „Bij dezen heb ik de eer u als eene groote bijzonderheid te kunnen be richten, dat ik in mijn bezit heb eens koe, die de vorige melkperiode heeft opgebracht 9527.5 K.G. melk en 319 93 K.G. boter, vetgehalte 3.12 pCt. ia 358 dagen. Thans is de periode nog niet afgesloten ze heeft nu reeds opgebracht 9615.7 K.G. melk en 309.62 K.G. boter in 337 dagen. Dat is te zamen in tweejaar: negentienduizend één honderd en drie en veertig K.G. melk en twaalfhonderd en negen en vijftig pond boter. Ik ben zeer benieuwd of er in Friesland meer zulke koeien zijn. Deze koe heeft gedurende de weide- gang geen krachtvoer gehad Failliet verklaard: 20 Sept. M. de Rooy, schipper, te Rotterdam, a. b. van zijn in de Nieu- wehaven liggend schip „Haarlemmer meer". A. B. M. Tusschenbroek en H. Tusschenbroek, beiden zonder beroep, te Amsterdam. D. van Ingen, koopman te Oude water. E. Vedder, wed. J. Hofman, naai ster, te Hilversum. 30 Sept. J. Custers, landbouwer, te OMeerssen. 1 Oct. J. W. v. d. Berg, metselaar en koopman, te Lienden. P. Hillenius, boekhouder, Wilhel- minastraat 32, te 's-Gravenhage. G. Veerman, timmerman en aan nemer te Hilversum. G Ri.etbergen, schoenfabrikant te Dongen. Geëindigd, door homologatie van liet accoord het faillissement van K. Roos, brandstolfenhandelaar te Alk maar; door het verbindend worden van de uitdeelingslijsten de faillissementen van H. Oostindie, caféhouder te Zaan dam; A. Stuifbergen, bloembollenhan delaar te Wijk aan Duin en J. Bok, te Sint Annen. Opgeheven de faillissementen van IJ. M. de Jong, zonder beroep, te Tzum; H. Schoenmakers, wed. ,W. Kind, pensioenhoudster te Rotterdam en van A. Siebbeles, pensionhouder te Hilversum. Vernietigd de faillietverklaring van H. van Gestel, meubelmaker te Helmond. Failliet verklaard: 24 Sept., J. A. Vermeeren, vroeger aannemer, thans timmermansknecht te Tilburg. 27 Sept., K. Herzhoff, bierhuishouder te Amsterdam. 28 Sept., P. Beekhuis, bakker en koopman, te Nieuw-Weerdinge. C. M. H. Schroder, te 's-Graven hage. J. Jansen, wed. G. Tejen, zonder beroep, te Amsterdam. P. F. M. Nieuwenhuis, brood- en banketbakker, te Deventer. 29 Sept. K. J. Velthuizen, koopman en winkelier in sjgaren en tabak, te Rotterdam. Geëindigd: door het verbindend worden der uitdeelingslijst: de faillis sementen van P. Heymans, herbergier en veerman te Poederoijen; A. C. J. J. van Doom, voorheen te A'dam; T. Fernhout, kruidenier te Rhenoy; A. J. Milders, gew. hebb. te ?s-Gravenhage; E. D. Phoel, meubelstoffeerder en win kelier, te 's-Gravenhage; en van de firma Ooms en Blijleven, te Gouda, en dat van hare firmanten C. Ooms en A. Blijleven. Opgeheven: de faillissement en van J. F. J. Mesker, gescheiden echt- genoote van A. F. A. Voermans, te Amsterdamde nalatenschap van H. J. P. J. Versteggh Meulemans, te Scheve- ningen, en van A. W,. Stoffer, timmer mansknecht en boekhandelaar te Til burg. stapte -om naar zijn aan jd anting© n van jong© eiken t© ga,am zien. Toen hij op zijn weg daarheen den houtvester ontmoette, entspon zich. na ©en praatje over het weer. dat Wieskamp gunstig', maar Heszbom ongunstig namelijk voor zijn rheumatiek noemde, een gesprek over de bovengenoemd© aanplan ting. „U zult er schik in hebben, zoo goed als de kleine stammetjes groei en", zeide 'Wüeskamp, „Dat doet me pleizier, maar ik vrees, dat we met den idrassigea bodem niets Zullen kunnen aanvan gen." „Dat heb ik tot nog to© ook^ ge meend. Maar Karet Binder. Wies kamp bleef steken. „Karei Binder Wat i-s er met hem „Hij beweert eigenlijk landbouwer te zijn, en een gestudeerd houtves ter is hij ook niet, maar dat is •zekerhij weet van boschcultuur Meer dan menig geëxamineerd be ambte." „Zoo, en wat zegt hij van den moerasgrond f I, T i Wordt vtrvolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 12