FLORA.
Sociale Berichten.
Koloniën.
Landbouw en Visscherij.
VAN ELDERS.
Rechtszaken.
gemeenten voeren daar winkelsluiting
in, maar daar is men aan politiedwang
gewend.
In Engeland laat de Rijkswetgever
aan de Gemeenten vrijheid winkel
sluiting in te voerenmaar het schijnt,
dat tot nu toe slechts weinig Gemeen
ten van die vrijheid gebruik hebben
gemaakt.
In Australië loopen de wetgevingen
der verschillende landen zeer uiteen.
Ook daar stelt de wet gewoonlijk
slechts algemeene regelen, terwijl het
meeste aan den plaatselijken wetgever
wordt overgelaten.
In Noorwegen is de toestand als in
Engeland. Is een derde der locale
winkeliers tegen winkelsluiting, dan
mag die niet worden ingevoerd.
Over het uur, waarop gesloten moet
worden, zijn lang niet alle belang
stellenden en deskundigen het eens.
De een wil zeven, de andere acht, een
derde negen uur. De een wil ook flinke
speelruimte laten, terwijl de andere
zich precies aan een bepaald sluitings
uur wil houden.
Sommigen willen ook sluiting op
alle dagen, anderen uitzondering voor
den Zaterdag en bepaalde feestdagen,
als St. Nicolaas, de Kerstdagen, enz.
Gevraagd wordt ook, dat men on
derscheid zal maken tusschen de ver
schillende seizoenen, tusschen waren,
die wei en die niet aan bederf onder
hevig zijn, tusschen de verschillende
deelen eener zelfde Gemeente (centrum
of buitenwijken), tusschen levensbe
hoeften en luxe-artikelen, tusscben
Christenen en Israëlieten en tusschen
de verschillende takken van winkel
bedrijf, Rubriceering is dan het wacht
woord.
Niet alle winkels mogen aan het
zelfde régime worden onderworpen,
maar hoe is rubricering noodig bij
de zoogenaamde Warenhuizen, die
steeds in aantal toenemen en letterlijk
van alles verkoopen? Hoe wil men
nu, dat in éénzelfde magazijn de eene
afdeeling op een «nder uur gesloten
zal zijn dan het andere? Em Waren
huis moet altijd geheel open zijD of
geheel dicht en het schijnt ons niet
rechtvaardig geheels sluitir g te beve
len, omdat missdven slechts ééne
afdeeling onder dj termen van win
kelsluiting op een bepaald uur valt.
Men ziet dus, dat, de zaak zeer in
gewikkeld is en s iet met een paar
algemeenheden te beslissen. Voordat
er dus eene regeling wordt ontworpen
zooals tot nu toe in tal van Gemeenten
te vergeefs is beproef d, mogen enquetes
cp groote schaal wel eerst eens wat
meer licht verspreiden. Wat er tot nu
toe op dat gebied gedaan is, was ge
heel onvoldoende. Hetzij doordat men
aan veel to weinis winkeliers inlich
tingen vroeg, hetzij, dat er te weinig
waren, die inlichtingen gaven.
Het mag eerst wel eens meer over
tuigend blijken, zoo besluit mr. Ver
kouteren, dat het gros der winkeliers
werkelijk gedwongen winkelsluiting
begeert. Een soort referendum zooals
wel eens is voorgesteld, zou misschien
goede uitkomsten geven, maar dan
liefst afzonderlijke plaatselijke refe
renda, voor eiken tak van winkeliers
afzonderlijk.
Herfsttinten.
Ontegenzeggelijk heeft elk jaarge
tijde izlijn karakteristieke kenmerken.
Naast het minder aangename heeft
elke tijd zijn eigenaardige bekoor
lijkheden en juist door het eerste ko
men -wellicht de laatste des te heter
uit. En dat is goed ook, wlamt niets
•werkt verslappender dan eentonig
heid. Daar, waar de meeste afwis
seling heerseht, is Izieker het leven
het schoonst, omdat daar juist de ge
nietingen het .alzijdigst zijp.
Toch mogen wij hierbij niet ver
geten, dat het meer of minder aan
gename heel dikwijls afhangt van
het standpunt, vanwaar wij het be-
ocrdeelen en ik geloof, dat er in de
meeste natuurverschijnselen voor den
werkelijken natuurvriend inderdaad
een machtige bekoring ligt verscho
len, zielfs daar, Waar zij menig ander
onaangenaam zullen stemmen.
Zoo z!al het- ook gaan bij het beoor-
deelen van het aangename va,n de
verschillende jaargetijden. Velen
Zullen de lente als het mooiste sei
zoen Beschouwen, anderen weer den
Zomer, terwijl verreweg de minder
heid het zal houden met den herfst
of den winter. Vooral de laatste
staat hij' velen slecht aangeschreven,
ofschoon ook dit jaargetijde weer
[zijn karakteristieke schoonheden op
levert. Maar bovendien hebben wij
dat alles ook eenvoudig' te aeclepte©-
ren. Mol kunnen sommigen de on
aangenaamheden van het klimaat
ontvluchten door naar mildere stre
ken te trekken, maar overigens heb
ben wij aan te nemen, wat er komt.
En wel .beschouwd, is het werkelijk
n.og z'oo onaangenaam niet, vooral
de afwisseling brengt ,zijn bekoor
lijkheden mede en geeft ons genot,
zooals anderen dat niet zullen ken
nen.
Het is niet mijn doel, hier thans
op de heerlijkheden der verschillende
jaargetijden een loflied te gaan zin
gen, noch om' uiteen te zetten. w;at nn
eigenlijk wel het mooiste en bet aan
genaamste is. Enkel Wil ik, nu thans
allexwëgcn merkbaar is, dat weer
een nieuw jaargetijde zijn intrede
heeft gedaan, daaraan enkele be
schouwingen verbinden, die daar mie-
de in .onmiddellijk verband staan.
Seeds genii men tijd heeft men aan
verschillende verschijnselen kunnen
merken, dat de Ziomer ten einde
spoedde. Maar bét voornaamste ken
merk is wel de verkleuring der bla
deren, dat aan het afvallen daaraan
voorafgaat. De geel-roode herfsttin
ten zijn spreekwoordelijk geworden
en een herfstlandschap1 valt juist
daardoor direct op.
Het is alsof de planten, voor zij
zich in haar winterrust begeven, ons
nog .op ©en sehoonen en heerlijken
aanblik willen onthalen, als laat
ste afscheidsgroet en geen enkel©
natuurminnaar 'zal niet de eigenaar
dig© bekoorlijkheid hebben onder
vonden, die er uitgaat van ©en
herfstlandschap.
Niet op eens treedt deze veran
dering in: het gaat zoo langzamer
hand. Het wijst ons op de voorberei
ding, die daar plaats heeft in het
planteniichaam, om klaar .te zijn
voor de groote periode, die komen
zal. [Weldra vallen immers de bla
deren ,af en staan onze loofboom-en
b.v. daar als wezienlooze staken, die
bet leven verloren schijnen te heb
ben. Voor dien tijd echter trekt de
plant al de voédende bestanddeelen,
die nog in de bladeren aanwezig zijn,
tot zich en blijft daar eigenlijk
niets anders over dan een ledig om
hulsel.
Zooals eigenlijk haast ie Ier een
weet, ont-leenen de bladeren hun fris-
sche groene kleur aan een groot aan
tal korreltjes, die de cellen der bla
deren bevatten, n.l. de Zoogenoemd,©
bladgroen- of Chlorophylkorrels. De-
zfe chlorophylkorrels zijn. het die on
der invloed van het licht het kool
zuur in zuurstof en koolstof ontlee-
men en die (dus van groote beteer
kenis voor het planteniichaam' zlijn.
Komt echter de plant tot rpst, dan
SziijU deze .bladgroen [bevattende li
chaampjes voor ©enigen tijd overbo
dig' en kan de plant ze dus missen.
De inhoud vloeit als 't ware terug-
naar de dikkere gedeelten en in de
bladcellen blijven alleen de onbruik
bare stoffen achtler. De bladeren1
sterven dus als 't wane afzdj' hebben
hun dienst gedaan. Het volgend
voorjaar staan weder nieuwe dienst
knechten gereed, om den boom te la
ten groeien en bloeien. Dia oude bla
dexen zouden de [plant niet anders
-dan last en hinder .venoorzaken. In-
plaats van de jm-ooie, frisehgroene
kleur treedt nu in het blad de gal©
tint -op den voorgrond, als bewijs
dat het blad geen dienst meer doet,
na dikwijls door éen nood© kleur
voorafgegaan te Zijn.
Tegen den herfst is dat vooral
zeer opvallend, maan eigenlijk kan
men datzelfde ,ook al reeds geduren
de den Zomer opmerken. Bladeren,,
-die in het begin van de lente zoo'n
mooie zachtgroen© kleun- hebben,
wiorden later meer donkergroen en
geven weldra reeds ©enige gele of
rood© vlekjes te aanschouwen, zoo-
als men dat b.v'. zteer goed bij de
bladeren van de bal- en kruisbessen,
die tegen het rijpen aan zijn, kan
waarnemen. In zulk© gevallen zijn
het vooral de vruchten, die zooveel
voedende bcstandd eden tot zich
trekken, dat het blad het niet vol
ge moeilijkheden door hem overleg is
gepleegd met de andere bij Venezo-
ïaansche aangelegenheden belang heb
bende mogendheden.
Ook ter zake eener vordering op
de Venezolaansche regeering van een
Nederlandsch onderdaan wegens het
vernielen van diens eigendommen te
Caracas schijnt het ©ogenblik voor
mededeelingen nog niet gekomen.
Geenerlei bericht werd tot dus
verre ontvangens nopens het uitzied
den van een nieuwen Venezolaan
se hen gezant naar Europa ter ver
vanging van dr. Paul.
Allerlei.
Omtrent den invoer van hooi en
stroo in Engeland wordt gemeld, dat
het oogenblik nog niet is gekomen,
waarop de onderhandelingen met de
Britsche regeering kunnen worden
hervat, daar die regeering. beslist
heeft te kennen gegeven dat die in
voer niet zal worden toegestaan,
voordat 6 maanden zullen zijn ver-
loopen, nadat hier te lande het laat
st© geval van mond- en klauwzeer
zal zijn voorgekomen. Intusschen is
toestemming verkregen tot invoer
van tarwedekstroo in Engeland on
der soortgelijke voorwaarden als
voor roggedekstroo.
In Februari van dit jaar verge
wiste zich de regeering der Veree-
nigde Staten van Amerika dat er
bij onze. regeering geen bezwaar zou
bestaan, een' wereldconferentie ter
overweging van maatregelen om de
natuurlijke hulpbronnen der wereld
te beschermen, in de eerste wieken
yan September te 's-Gravenhage te
ontvangen. Een uitmoodigilng daar
toe werd verzonden. Het zal thans
het onthaal dat deze uitnoodiging.
bij de verschillende Staten vindt en
den staat der voorbereiding van de
conferentie .afhangen wanneer en
tegen welken datum ds regeering
voor de conferentie aan te wijzen,
zal kunnen doen.
De regeering heeft instemming' be
tuigd met het voornemen der Fran-
sche regeering om een conferentie
bijeen te roepen ten einde maatrege
len te beramen tot krachtiger kee
ring van de verspreiding van on
tuchtige geschriften.
Met de Noordsche en Zwieédscibe
regeering wordt overleg gepleegd
aangaande het sluiten van een trae-
taa.t tot wederzijdsche erkenning
yan maamlooze vennootschappen.
Met de Duitsche regeering worden
voorbereidingen getroffen voor een
gemeenschap'pelijken explotafie-
tocht in het Nederlands-ch-Duitsch
grensgebied op Nieuw-Guinea.
Ter viering van het 60-jarig be
staan van Italië als koninkrijk zul
len in 1911 te Turijn en te Bom©
twee groote tentoonstellingen wor
den gehouden. Door de regeering
worden maatregelen voorbereid om
van Nederlandscbe zijde aan de
kunsttentoonstelling te Bom© met
een collectieve inzending deel te ne-
nemen.
Het voornemen bestaat om aan de
in 1910 te Buenos Ayres te houden
intern, landbouwtentoonstelling deel
te nemen, met een inzending Neder
landsen vee. Het verbod van invoer
van die in te zienden dieren is opge
heven.
Persberichten.
Wat de persberichten aangaat
wordt opgemerkt dat ook weder tie
gelegenheid werd benut om van on
juiste berichten in de binnen- epj
buitenlandsehe pers, aangaande Ne
derland of zijn koloniën, een zake
lijke wederlegging te doen verschij
nen.
Met aandacht volgt de minister
wat. in andere landen, laatstelijk
Zweden, gedaan is ter zake van een
persbureau aan het dep. van buiteal
zaken. Persoonlijk zou de minister
wel geneigd zijn dergelijk bureau
op kléine schaal in te richten bij
wijze van proef, maar de dringend noo-
dige uitgaven zijn rqeds zoo groot, dat
die proef slechts genomen zal kunnen
worden, wanneer de onmisbaarheid van
zulk een bureau vaststaat. Intusschen
vleit de minister zich dat eene in uit
zicht gestelde bespreking van dit onder
werp met enkele der leidende mannen
uit de Nederlandsche pers hem weldra
een meer vaste overtuiging in deze
zal bijbrengen.
Het Oranjeboek vermeldt voorts o.a.
ongelegenheid veroorzaken."
„Natuurlijk mijnheer, integendeel.
Ik meen dat het mij moeilijk zal val
len tegenover hem den meester te spe
len. Het is vreemd, hoe vriendelijker
en beleefder hij is, des te meer komt
bij hem de 'heer voor den dag."
„.Wilt ge een raad van mij aanne
men, Wieskamp vroeg de barones.
„Noem den graaf bij. den naam, waar
onder hij zich verbergen wil en be
handel hem ongedwongen met de
welwillendheid en (de zorg, die g©
hem in zijn ziekte betoond hebt. Dat
Kal u niet moeilijk vallen, wijl. ge
daaraan reeds gewoon zijt en hem
zal het. niet vreemd aandoen, wijl hij
uw goedheid reeids zoolang heeft on
dervonden."
De oude jager zag zijn schoon© ge
biedster bewonderend aan. „Me
vrouw de barones geeft de beste op
lossing, natuurlijk. Men kan het tel
kens ondervinden, (dat de vrouwen
verstandiger zijn dan de mannea."
Den volgenden namiddag kwam de
koets van AHnhausen aan de hout
vesterswoning. Desendorf stond aan
het venster en zag Heszbom, zijn
schoonzuster en nicht nit het rijtuig
stappen. Fijn hart dreigde stil te
staan, toen hij de fijne, bekoorlijke
gestalte der barones en hare bloeien
de gelaatstrekken beschouwde, ter
wijl zij op ,h©t huls toekwam. Hij
twijfelde nu, ook piet langer, dat het
uitvoerige correspondenties gevoerd ten
aanzien van-de contröle-maatregelen op
vreemde veldarbeid ars in Duitschland
genomen.
Op het laatste schrijven van de
Duitsche regeering is tot dusver door
Harer Majesteits regeering niet geant
woord, vermits zij niet de overtuiging
heeft kunnen erlangen dat de maatregel,
waarvan sprake is, niet inderdaad met
het vestigingsverdrag in strijd is, ter
wijl zij voor het oogenblik ook geen
heil ziet in herhaling van haar pro
test.
Vee.
Het mocht herhaaldelijk gelukken
door tijdige bemoeiing te voorkomen,
dat het uitbreken van gevallen van
mond- en klauwzeer onder uit Neder
land ingevoerde runderen, aanleiding
gaf tot het nemen van voor onzen vee-
uitvoer belemmerende maatregelen.
Invoer van vee in België, Frankrijk,
Italië en Spanje is toegestaan, terwijl
in den laatsten tijd weder zendingen
vee naar Rusland, Oostenrijk en Hon
garije gingen, waarvan de verzoeken
tot doorvoer door Duitschland werden
ingewilligd.
Ook werden eenige partijen vee naar
Zuid-Afrika uitgevoerd.
Door de Argentijnsche regeering is
de invoer uit ons land van rundvee,
paarden, schapen en geiten, bestemd
voor de in 1910 te Buenots-Ayres te
houden internationale landbouwtentoon
stelling toegestaan.
Bij een drietal regeeringcin werden
stappen gedaan in het belang van den
invoer van versch vleesch uit Neder
land. Voor zooveel Italië en Groot-
Brittinnië betreft mochten deze stappen
op een gunstig onthaal bogen.
Tuingrond voor arbeiders.
Door een commissie uit het depar
tement 'sGravenhage der Mij. tot nut
van 't Algemeen is aan den Gemeen
teraad aldaar verzocht te mogen huren
een stuk weiland aan den Moerweg,
om op kleine schaal een proef te
nemen met het verschaften van een
stukje tuingrond aan arbeiders, hoofd
zakelijk mei het doel, dat tot een ge
zond ontspanningsoord te doen dienen,
terwijl eenige vermeerdering van in
komsten door het telen van bloemen
en groenten, niet geheel buitengeslo
ten is. B. en W. hebbenden Gemeen
teraad voorgesteld, op dit verzoek een
gunstige beschikking te nemen.
Vervroegde winkelsluiting.
In^de „Ned." stelt V(erkouteren) de
vraag, of de Gemeente bevoegd is ge
dwongen winkelsluiting, bij verorde
ning, in te voeren.
Kan artikel 135 der Gemeentewet,
dat de wetgevende bevoegdheid der
Gemeentebesturen regelt, zóó ruim
worden geïnterpreteerd,* dat ook dat
onderwerp er onder valt, vraagt mr.
Verkouteren of is er eene rijkswet
noodig?
Bekwame juristen, als Oppenheim,
Buys, Molengraaf!, Pijnappel, Cosman,
Molster, Israels en anderen, staan hier
tegenover elkander, maar wij gelooven,
dat er ook minder strijd zou zijn, als
de quaestie van de arbeids- en rust
tijden van het winkelpersoneel en die
van de gedwongen winkelsluiting uit
elkander werden gehoudenHet eerste
terrein is reeds door het Rijk bestre
den en zal vermoedelijk ook wel ver
der bestreden worden, maar het tweede
is nog vrij. Er is bovendien nog een
derde oplossing mogelijk, dat het Rijk
n.l. enkele algemeene regelen stelten
het dan aan de Gemeentebesturen
verder overlaat om winkelsluiting in
te voeren, met de beperkingen door
de Rijkswet te stellen.
Het nut moet hier beslissen. De
tekst der Gemeentewet is rekbaar
genoeg. Onder art. 135 laat zich bren
gen, al wat men er onder breDgen
wil. Wij hebben hier eeDe echte caout
chouc paragraaf, zoodat de regeling
die gewenecht wordt, niet op wette
lijke of grondwettelijke bezwaren be
hoeft af te stuiten.
Het buitenland is ons ook hier
weer voorgegaan. Engeland, Duitsca-
land, Noorwegen en Australiëe neb
ben reeds wetsbepalingen op winkel
sluiting gemaakt.
Duitschlmd scheert niet alle Ge
meenten over één kam. Steeds meer
werkelijkheid was, wat de houtves
ters vrouw hem uit- het hoofd had
zo-eken te praten. Hij had haar na
melijk needs meermalen gevraagd,
of ©r nog niet iemand buiten lia-ar
man en ha.ar hem verpleegd had.
„Hoe meent u dat! Bedoelt ge
misschien den dokter?"
„Neen, ©en jonge dam© die zich,
naar ik mij verbeeld, vol deelneming
over mij heeft neergebogen."
Daarop had zij lachend geant
woord, dat z;ij zich zou wachten, dat
aan Ohristinai t© vertellen, want al
leen dezie, hare dienstbod©, die nu
en dan in de ziekenkamer had ge
holpen, kon het geweest zijn. Het
meisje was toch al ijdel genoeg en
als ztj hoorde, dat de jonge heer
haar voor een dam© hield, zou er
geen huis meer mee te houden ztijn.
Ortwin was het onmogelijk voor
gekomen, dat hem Christine's plom
pe gestalte ©n roode wangen zelfs
door den nevel zijner koortsphaa-
tasieën in het licht van te-edere vrou
wenschoonheid hidden kunnen ver
schijnen. Nu wist hij met zekerheid,
dat zij 't niet geweest was, die haar
koele hand o-p zijn brandend voor
hoofd had gelegd, die hem door me
delijden en zachte woorden had zoe
ken te kalmeeren: de wilde, kleine
Lina was bet, wier waarde hij eens
in treurig© verblindheid had onder
schat, de schoon©, glanzend© verschij
ning wier bekoorlijkheid hem had
verrast toen hij op dien trourigen
morgen 'zijn thuis was ontvloden';
die stond vol medelijden aan zijn
sponde-, (toen hij tot de diepste ellende
gekomen was.
Smart en schaamte grepen hem
aan en toch mengde zich daar een
onbestemd gevoel in, liefelijker dan
dankbaarheid, warmer dan de vreug
de over miensch-elijk'e edelmoedigheid.
Er was .iets bedwelmends in dat ge
voel, iets van hoop op een nieuw,
onbekend (geluk.
Binnen enkel© seconden echter z|ei
hij bij zich zelf, dat het waanzin was
in zijn positie iets anders te hoopen,
dan ©en vreedzaam verborgen be
staan- Toch kwam de voorstelling,
hoe 'zich de selhoone jonge vrouw vol
liefderijke deelneming over hem ge
bogen had, telkens weer in zijn geest
op.
Als uit een droom ontwakend rees
hij op, toen hij verschillende stem
men en vlugge schreden zijn deur
hoorie naderen. Deze werd geopend
en ,op den drempel stonden Heslz]-
born en Wiieskamp,
Eerbiedig maar ziwijgend trad De
sendorf zijn vroegeren vriend te ge-
moet, Ook Heszbom vond geen woor
den om zijn bewogen gemoed uit
te spreken. Wieskamp zei toen„Me
vrouw de barones en haar mama 'zijn
gekomen om mijn vrouw goeden dag
te zeggen en daar Mijnbeer Heszborn
mëdekwam, [wilde liij. u eens zien
Binder!"
Het was voor het eerst en met
moeite dat Wi-eskamp> dezen naaih
over de lippen bracht.
Ook op- Desendorf maakte het een
vreemden indruk, 't ÏWas echter geen
valsche trots, die hem bezielde, maai
bij besloot er uit- dat men hem óf
niet herkend had óf niet herkenneil
wilde. Jn elk geval was liij voor
den heer von Heszbom ian zijn familie-
slechts de boschwaehter Binder.
Hiermede wist hij nu echter ook
in eens zijn houding te bepalen. Hij
sprak den heer Heszborn eerst ze-er
bescheiden (zijn dankbare .vreugde
ui,t, dat hij hem op Wieskamp's
voorspraak de betrekking van bosch-
Wachter had toegestaan en begon
toen geheel in dén toon van ©éi
ondergeschikte te verzekeren dat hij
door vlijt en trouwe plichtsbetrach
ting zijn dankbaarheid ho-opite te be
wijzen voor de vele weldaden, fyem
ook nit Allnhausen bewezen, zoo
als hij van den houtvester verno
men had.
Hij speelde zijn rol beter dan de
goede Heszbom. Toen deze zijn jon
gen vriend ziag, had hij hem liefst
bij beide handen gegrepen om hem
alles te zeggen w'at hij w.ist en dacht.
Maar zijn nicht had hem de plechtige
belofte afgenomen „den jongen" ii
zijn gril niet te hinderen.
Dus sprak de oude heer zoo 'goed
het 'ging over de betrekking van
bioschwachter, verzekerde dat [Wies-
kamp geen lastige patroon was en
toen Karei Binder bekende, dat hij
kan houden en tie grande moet gaan.
In ander© gevallen [zijh het weer
piractisch levende weziens, die hunt
deel van den inhoud van de blad-
cellen willen hebben en daaruit zoo
veel zuigen 'dat het gele vlekken
begint te vertoonen. :Zooi zien wij
reeds in den ziomer hier en daar een
toestand optreden, die later in den
herfst algemeen zal worden. Zij het
dan ook als gevolg van geheel an
d-ere oorzaken.
Wanneer nu tegen den herfst en
den winter (de voedingsstoffen uit de
bladeren trekken, (dan schijnt het
spoedige vervoer daarvan door het
Zonlicht belemmerd te worden, ten
minste men meent te moeten vast
stellen, dat dit daarop een minder
gunstige werking uitoefent. Om dat
nn te voorkomen, maakt de plant
gebruik van een kleurstof, die be
kend is- onder den na,ami van aLvtaio-
kyaan, en die zich kan voordoen ais
violet, rood of blauw of ©enige scha
keering daarvan. Dit anthokyaan is
aan de bovenzijde van het blad of
ander plantendeel, dat het beschut
ten zal, uitgebreid, zooidat de daar
onder gelegen gedeelten als in de
schaduw van het anthokyaan liggen.
Meende men vroeger, dat het
anthokyaan uitsluitend een product
was van de chlorophylkorrels, la
ter is gebleken, dat dit niet het
geval is. Ook in planten en plan-
tendeelen ,di© geen ëhlorophyl be
vatten of daaraan zieer arm zijn, kan
het anthokyaan in groote hoeveel
heid optreden.
Als eindelijk dezie voorbereidende
maatregelen (zijn afge,loopen, duurt
het niet lang of het blad valt af en
wordt weldra gevolgd door tal van
andere. Dikwijls is men van mee-
ning-, dat de vorst -de eigenlijke oor
zaak is, maar dat is immers geheel
niet het geval, de voorbereidend©
maatregelen hadden ;al veel vroeger
plaats, alleen is de vorst meestal de
directe oorzaak, dat de bladeren
spoediger vallen. Er heeft zich n.l
op de plaats, waar1 het blald z,a-l af
vallen, tegen dien -tijid 'een schei
dingslaag gevormd, die uit zeer los
aaneengehechte cellen bestaat. De
geringste beweging, veroorzaakt
door een windvlaagje, is dan slechts
noodig om het blaki te- doen vallen.
Bij sommige planten gaat dat zeer
gemakkelijk: bij and.ere minder ge
makkelijk. Eik en Haagbeuk honden;
de dorre bladeren nog wel eens tot
het voorjaar. Het schijnt, dat daar
de scheidingslaag nog vrij stevig
aan de plant zielve verbonden is.
Dat vallen der bladeren is een
eigenaardig verschijnsel in de huis
houding der planten. De directe oor
zaak daarvoor ,is gelegen in het koe
ler worden van den bodem. Daardoor
is de plant niet meer in staat, zoo
veel water met haar wortels op te
zuigen, terwijl de verdamping toch
doorgaat. Zoodoende lijden de plan
ten dus gebrek aan water en daar
door worden de bladeren met in
staat 'gesteld hun functiën te verrich
ten, Izioodat zij1 [zouden verwelken.
De plant schijnt dat als 't ware te
voorzien. Vlug neemt zij nog de voe
dingsstoffen tot 'zich en daarna ka;n
zij het blad missen. Daardoor komt
het ook, dat ide boomen met afval
lend blad in een milder klimaat bun
bladeren ook laten vallen dan die
welke aan ruw klimaat zijn bloot
gesteld. Ja, het gebeurt zielfs met
enkele boomen, dat zij hunne blade
ren in vorstvrije streken behouden.
De afval der -bladeren heeft in
tusschen nog .©en andere goede zijde
voor onzë loofbo-omen. Dlaandoor zul
len zij niet gedwongen worden, die
groote massa's sneeuw' te toi'sen, die
anders noodwendig op de bebladerie
lakken Zouden blijven liggen en deze
in vele gevallen doen beziwijben.
[Wij nemen -dus maar genoegen met
de inrichting der natuur, zoo-als zij
is, overtuigd als wij zijn, dat alles
wonder mooi ;in elkander zit- Mij
zouden de schoon© herfstkleuren
trouwens ongaarne willen missen.
H. J. LYCKLAMA
De bandjir bij Loemadjang.
Het Haagsche Correspond entiebureau
meldt:
Blijkens uit Indië particuliere tele
grammen, is het bericht in verschil-
tot n-og toe meer met landbouw dan
boscheultuur zich had bezig gehou
den, troostte hij hem met de verze
kering dat- .iemand van goeden wil
het vlug kon leeren. Verder ver
maande hij hem, voor zijn gezond
heid ,te 'zorgen, opdat hij spoeiig
weer geheel op krachten zou komen
en zijn Werk dan zonder groot© moei
te kon verrichten. Eindelijk nam hij
afscheid maar op een manier als
of hij een gelijk© in plaats van ©en
dienstbare voor zich had.
Toen hij' absoluut niet wilde heb
ben |dat Ortwin hem na,ar ben-eden
zou geleiden, meende deze dat Hesz
born -een ontmoeting met de baro
nes wilde voorkom-en. Hij zag hem
dus van het venster uit m-et het ge
zelschap vertrekken. Mevrouw v-on
Heszborn keerde zich bij het rijtuig
gekomen even om en zag m-et moe
derlijke goedheid in het oog naar
zijn venster o-p en de barones volgde
haar voorbeeld en wierp een van
vreugde stralend-en blik na,ar boven,
die hem dreigde te bedwelmen. Da
delijk echter bestrafte hij zich over
zijn dwaze .inbeelding en iiankte voor
de welwillend© opmerkzaamheid der
beide -dames door een eerbiedige bui
ging.
XXIX.
Het was in de maand Mei, dat
Heszborn op een regenachtigen dag
de 'doorweekt© boschwegem langs
lende Indische bladen als zou Boor den
bandjir bij Loemadjang de suikerfa
briek Soekodono aldaar totaal zijn ver
woest, beslist onjuist. Wèl was ten
gevolge van den bandjir de watertoe
voer naar de fabriek korten tijd afge
sneden, maar na 8 dagen maalde de
fabriek weer met volle kracht.
Een melkkoetje!
De heer Joh. J. Boelstra te Stiens
schrijft aan de „Leeuw. Crt.":
„Bij dezen heb ik de eer u als eene
groote bijzonderheid te kunnen be
richten, dat ik in mijn bezit heb
eens koe, die de vorige melkperiode
heeft opgebracht 9527.5 K.G. melk
en 319 93 K.G. boter, vetgehalte 3.12
pCt. ia 358 dagen. Thans is de periode
nog niet afgesloten ze heeft nu reeds
opgebracht 9615.7 K.G. melk en 309.62
K.G. boter in 337 dagen. Dat is te
zamen in tweejaar: negentienduizend
één honderd en drie en veertig K.G.
melk en twaalfhonderd en negen en
vijftig pond boter.
Ik ben zeer benieuwd of er in
Friesland meer zulke koeien zijn.
Deze koe heeft gedurende de weide-
gang geen krachtvoer gehad
Failliet verklaard:
20 Sept. M. de Rooy, schipper, te
Rotterdam, a. b. van zijn in de Nieu-
wehaven liggend schip „Haarlemmer
meer".
A. B. M. Tusschenbroek en H.
Tusschenbroek, beiden zonder beroep,
te Amsterdam.
D. van Ingen, koopman te Oude
water.
E. Vedder, wed. J. Hofman, naai
ster, te Hilversum.
30 Sept. J. Custers, landbouwer, te
OMeerssen.
1 Oct. J. W. v. d. Berg, metselaar
en koopman, te Lienden.
P. Hillenius, boekhouder, Wilhel-
minastraat 32, te 's-Gravenhage.
G. Veerman, timmerman en aan
nemer te Hilversum.
G Ri.etbergen, schoenfabrikant te
Dongen.
Geëindigd, door homologatie van
liet accoord het faillissement van K.
Roos, brandstolfenhandelaar te Alk
maar; door het verbindend worden van
de uitdeelingslijsten de faillissementen
van H. Oostindie, caféhouder te Zaan
dam; A. Stuifbergen, bloembollenhan
delaar te Wijk aan Duin en J. Bok,
te Sint Annen.
Opgeheven de faillissementen
van IJ. M. de Jong, zonder beroep,
te Tzum; H. Schoenmakers, wed. ,W.
Kind, pensioenhoudster te Rotterdam
en van A. Siebbeles, pensionhouder te
Hilversum.
Vernietigd de faillietverklaring
van H. van Gestel, meubelmaker te
Helmond.
Failliet verklaard:
24 Sept., J. A. Vermeeren, vroeger
aannemer, thans timmermansknecht te
Tilburg.
27 Sept., K. Herzhoff, bierhuishouder
te Amsterdam.
28 Sept., P. Beekhuis, bakker en
koopman, te Nieuw-Weerdinge.
C. M. H. Schroder, te 's-Graven
hage.
J. Jansen, wed. G. Tejen, zonder
beroep, te Amsterdam.
P. F. M. Nieuwenhuis, brood- en
banketbakker, te Deventer.
29 Sept. K. J. Velthuizen, koopman
en winkelier in sjgaren en tabak, te
Rotterdam.
Geëindigd: door het verbindend
worden der uitdeelingslijst: de faillis
sementen van P. Heymans, herbergier
en veerman te Poederoijen; A. C. J. J.
van Doom, voorheen te A'dam; T.
Fernhout, kruidenier te Rhenoy; A. J.
Milders, gew. hebb. te ?s-Gravenhage;
E. D. Phoel, meubelstoffeerder en win
kelier, te 's-Gravenhage; en van de
firma Ooms en Blijleven, te Gouda, en
dat van hare firmanten C. Ooms en A.
Blijleven.
Opgeheven: de faillissement en
van J. F. J. Mesker, gescheiden echt-
genoote van A. F. A. Voermans, te
Amsterdamde nalatenschap van H. J.
P. J. Versteggh Meulemans, te Scheve-
ningen, en van A. W,. Stoffer, timmer
mansknecht en boekhandelaar te Til
burg.
stapte -om naar zijn aan jd anting© n
van jong© eiken t© ga,am zien.
Toen hij op zijn weg daarheen den
houtvester ontmoette, entspon zich.
na ©en praatje over het weer. dat
Wieskamp gunstig', maar Heszbom
ongunstig namelijk voor zijn
rheumatiek noemde, een gesprek
over de bovengenoemd© aanplan
ting.
„U zult er schik in hebben, zoo
goed als de kleine stammetjes groei
en", zeide 'Wüeskamp,
„Dat doet me pleizier, maar ik
vrees, dat we met den idrassigea
bodem niets Zullen kunnen aanvan
gen."
„Dat heb ik tot nog to© ook^ ge
meend. Maar Karet Binder. Wies
kamp bleef steken.
„Karei Binder Wat i-s er met
hem
„Hij beweert eigenlijk landbouwer
te zijn, en een gestudeerd houtves
ter is hij ook niet, maar dat is
•zekerhij weet van boschcultuur
Meer dan menig geëxamineerd be
ambte."
„Zoo, en wat zegt hij van den
moerasgrond
f I, T i
Wordt vtrvolgd.)