De Patronaten en R. K-
Jongelingsvereenlgingeo
Semsngde Byitsnianilsc'ne beriohlen
StateihOeoeraal.
ïii dien strijd des
lewetiasa
Gewisseld'; stukken.
Het Oranjeboek.
FSÜÏLLETON.
441
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Dr. M. J. Schriider licht de con
clusie van den Haarlemschen Katho
liekendag over de Patronaten en
R.K. Joi.gelingsvereenigingen, in „Het
Centrum" nader toe.
Hij schrijft
„Bij het debat, waar de Gezellen-
vader Clarija en de Centraal President
(van den Volksbond) Smit lijnrecht
tegenover elkander stonden, was door
toevallige omstandigheden de leiding
in handen van «yr. Regout, die gee®
partij was in het geding en door een
bezadigd, woord zooveel licht ontstak,
dat met overgroot© meerderheid de
co-icy,.- werd genomen'.
Mr. R.goüt zeide: „er wordt bier
geen voorkeur uitgesproken voor een
of andere vereeisiging} dooh :-lle< n.ccn
-
tusachen Werkiiedenvereenigingen
om t uiot-l i worder wegge
anderd wordes." „Ais de Volksbond
zich wil voegen caur de conclusie .van
Rector Clarys, op den -Kafch. dag aan
genomen, dan moet hij zorgen, dat.
-
vereersigingen oprichte".
Op dat woord werd het besluit ge
nomen, dat een zegen zj blijken en
vuur onze jonge mannen Sn voor den
Ned. R K. Volksbond.
Ecu «ogen voor onze jonge mannen
Be ondervinding toch van bestuurs
lede van de ine88te afd. van den
N. R. K. Volk: oon< zoowel als var
Werklieden vereer dgingen, bevestigt
•het, dat jongens van 1& i aar zich maar
bij uitzondering thuis gevoelen in die
organisatie, die voor verreweg het
moeren deel uit gehuwden bestaat. Als
men dan ook de stamboeken naslaat,
ziet men terstondi dat die jongelieden
de onrijpe vruchten zijn, die niet
duren, lüe jonge man van 1825 jaar
beleeft dan juist zijn gevaarlijksten
tijd- Be tijd, waarin de knop zich zet,
te- tijd van de opbruisende harts
tochten, van het loden der stormen
lü hei menscbelijk hart, de tijd, waarin
bij het meest steun en voorlichting
noodig heeft.
Bien steun en voorlichting vindt hij
niet in den Volksbond bij een geeste
lijk adviseur, dan, heeft üij behoefte
aan een gezellen vader, aan een pries
ter, die te midden van.de jongens
optreedt als een Adplf Koiping.
Maar het besluit is: ook een zegen
voor den Ned. R. K. Volksbond. Dc
aldeeling gezellen bewaart en doet
stand houden, wat anders wel met
drommen binnen stormt, doch even
spoedig wger weg vlutsit. Wat het
gehalte heter maakt, doet den Volks
bond op den dtjur winnen in aantai
en kraent.
In het jaar 1907 had in het bisdom
Paderborn een vergadering plaats van
presidenten van werklieöenverfeeni-
gingeu, waar nagenoeg dezelfde zaak
besproken werd en toen werd door
die mannen „ais die gtsuucjesto Losing
aller Schwiengkeiten" bet .volgende
voorgesteld, dat wonderwel overeen
stemt met de conclusie van den
Katholiekendag
lo. „Die Jugendvereine setzen als
Grenze der Zugehörigkeit lür ihre
Amgüeder das 18ste Lebensjahr fest;"
..»die Arbeitervereine gründen
eine jüngeré Abteiiurg die in ibre
Organisation und Tiiugkeit der Ael-
teren-Abtheiiung der Jugendvereine
Süispvjcht". i
^us °°k daar wenschten die mannen
ya'J de praktijk, om de jongens Diet
ai ger iü het Patronaat te houden
aii tof hun 18e jaar, maar dau niet
gewoon lid worden van een mannen
vereeniging-, doch in deze eene afdee
hng vormen van die jonge mannen,
ie daar de leiding, voorlichting en
eun ontvangen,- waaraan zij nog zoo
behoefte hebben.
?r 00|> laud bestaan reeds op
erscnillende plaatsen suika Jonge
ingsvereenigingen, die in samehw'er-
Tng met de maanen-vereenigingen
erken. A is een t av, beveiingevoorne*- lef
linnen wij Arnhem noemen. Iedere
Parochie heeft aldaar haar patronaat
en jaarlijks gaan de 18-jarigen over
in eene Gezellenvereenijnng, die nauw
verbonden is met den R.K. Volksbond,
aldaar. En nu reeds ondervindt de
Volksbond, dat langs dezen weg meer
nieuw bloed in hare anderen vloeit,
dan vroeger, toen zij de jongelui op
18 jarigen leeftijd kreeg en op 20
jarigen leeftijd reeds lang weer voor
het overgroote' deel kwijt was.
Tot zoover Br. Schriider, zijn uit
eenzetting zal welkom zijn hij velen,
die de Katholiekendag niet hebben
bijgewoond co die nieuwsgierig uit
zagen narr de juiste beteekeiis iade
draagwijdte van het besluit dat iade
esisté afdeelïng van den Katholieken-
da? werd genomen.
Wij mogen hierbij voegen, dat deze
duidelijke uiteenzetting ook ons doet
terugkomen van een bezorgdheid die
wij, b èt den heer Smit en andere
Tormannen van den Ned. R. K. Volks
bond. voor du toekomst van den Bond
meenden te moeten koestéren.
'Eu-,als bewijs, dat wij op dit punt
bekend zijn, zij gezegd dat wij met'
eroote vreugde vernemen dat reeds
voorbereidende maatregelen' Worden
'•etröffsfi opa hier te Haarlem een
R. K. Jongelk-.gSveree oigihg op te
richten, die als een schakel zijn sal
Lis ehen de Patronaten en den R. R.
Volksbond (met de vakorganisaties).
'Voor beide laatste» zal, daar zijn
wij van overtuigd, déze R. K. Jonge-
- üsvereeniging een niet te waard '- en
steun zijn, die èn mannetjes brengt
èc goede, kundige leden
Li cd era vond cm in België.
Een verslagje van zoo'n Liederavond
vinden we in het te Gent verschijnen
de „Het Vaderland". Het vol ge hier.
„Er is geen volk, dat meer met het
zingen is ingenomen dan het volk van
Gent.
De Liederavonden, door het Willems
fonds ingericht, genieten een succes, dat
alle verwachting te boven gaat.
Verleden Maandag hebben wij eens
het hoofd in de zaal mogen binnenste-
ken en zelden hebben wij zoo, een aan-
genamen avond doorgebracht.
Zij waren daar wel met meer dan
500 zangeressen. O, op zijn minst vijf
honderd. En van allen ouderdom en
stand, allen luisterend met een aan
dachtig verlangen naar den voorzanger,
om dan het lied eken, dat voorgezongen
werd, na te zingen; en het duurde
niet lang, of het liedeken was gekend
en werd door allen met luide stem en
volle overtuiging aangeheven.
Wij zeiden: van allen ouderdom en
•stand. Ja zeker. Wij zagen er meisjes
van veertien, vijftien, zestien jaar, en
vrouwen van in de veertig, vijftig, zes
tigEilieve, waarom niet? men is
toch hooit te oud om te zingen; en "Wie
zingt spreekt geen kwaad. Wij zagen in
een groepje moeder en dochter, en mis
schien nog wel de grootmoeder er bij,
wij zagen er een jong lief mamaatje;
op haar schoot had zij de kleine, die
zij met eene hand aan het hart drukte,
terwijl zij in de andere hand het tekst
boekje vasthield. Wij zagen het eenvou
dige werkmeisje en de nctgekleede juf
frouw ongegeneerd naast elkander zit
ten, enkel daar gekomen om te zingen.
Er zijn geen voorbehouden plaatsen,
voor niemand. Er heerscht een volko
men gelijkheid en er heerscht een voor
beeldige overeenkomst.
Men heeft den tijd niet om een
praatje te slaan of men gevoelt er ook
den, lust niet toe. Zoodra dc klok zeven
uur laat hoeren, moet het zingen een
aanvang- nemen.
Nemen we no-. 4 van de 2e reeks,
zei de voorzanger.
Een zuchtje van genoegen ging uit
alle hartjes op. Het werd gezongen met
zoo een gevoel, dat zangerossen van be
roep het niet beter kunnen doen, en
ze waren, zeggen we, daar niet meer
dan vijfhonderd.
En riit „liet Volksbelang" citeeren
we nog:
Maandag was de laatste avond dei-
tweede reeks. Het liedje „En als ons
kindeken braaf wil zijn", wercl aange
leerd en de voornaams ten uit de twee
reeksen herhaald.
Bij het einde van de uitvoering nam
de heer prof. J. Vercouilüa, secreta
ris van het Zangkoor, het woord. Hij
bedankte de toehoorderessen voor hun
talrijke opkomst, hun aandachtiger
ij vei-; hij bedankte de zangers en bege
leiders, mej. Marie Rfllet, de heeren
J. Vesdagh, .T. van der Keulen en K,
de Glippely voor hun bevoegde mede
hulp, hij bedankte de pers om
hare publiciteit en voor hare vleien
de verslagen.
Ten slotte zeide hij, dat hij gelukkig
was te mogen verklaren, dat do too?
hoorderessen op hun beurt het comité
bedankten (Ja, ja! van alle kanten),
want dat hij er het bewijs van bezat.
Immers, een groep, die zeker dc tolk
van allen was (Zeker! zeker! van alls
kanten), had aan liet comité een bc-
dankadres gezonden, waarvan het co
mité met .genoegen had kennis geno
men, en dat hij fier was te mogeu
voorlezen.
Ziehier den tekst van dit adres ge?
deelt el ijk:
Gij. hebt. niet alleen den zangiustnaar'
Ylaamsche liederen tonder ons volk op?,
gewekt, maar ook nog in zedelijk op
zicht menig goeds teweeggebracht.
Wij veroorloven ons u er een voor
beeld van aan te lialén.
In onze nabijheid vertelde eene
vrouw van dc werkende klasse, dat se
dert de Liedera vonden er in veel huis
gezinnen er oen heele ommekeer
had plaats gehad. Zoo zijn er in mijn
buurt al drie, zeide ze, waarvan dé
man vroeger 5s Maandags op estamineLS
(naar de kroeg) ging, docli nu met on?
geduld den terugkeer van vrouw en
kinderen verwacht, om .te vernemen;
wat zij geleerd hebben en om zich dan
's avonds samen en met de geimren te
oefenen en zich alzuo te vermaken. En
zooals liet in mijn buurt gaat, zoo is
het ook in andere, zei deze vrouw. De
uithuizigheid zal er bij verliezen, maai
de vrouwen zullen er hij winnen.
Ook is er door hef. wekelijksch sa
menzijn ouder de geburen van verschil
lende standen een nadere vriendschap'
ontstaan en nog soortgelijke gevallen
zijn er uit voortgekomen.
.Salarisregeling der amb
tenaren posterijen en
tclegratic.
Blijkens de Memorie van Antwoord
nopens do voorgestelde verhooging van
hoofdstuk IXnder Staatsbegrooting, is de
Minister van Waterstaat van oordeel,
dat do verhouding tusschen de groepen
van personeel voor Verbetering vatbaar
is, in dien zin. dat er minder commie-1
zen noodig zijn; dat hel aantal klerken
tengevolge van het in dienst nemen van
hulptelegrafisten en hulptelefonisten
aanzienlijk kan worden beperkt; en dat
voorts ,een groot deel van de kantoor
werkzaamheden kan worden overgela
ten aan personeel, waaraan minder
hooge ei&ch'en behoeven te worden ge
steld. De Minister weiischt een jirocf
te nemen met. de i ndi ens ts tel king van
zoodanig personeel, aanvankelijk op tij-
dclijken voet met een klein maandgeld,
later te vervangen door een vaste aan
stelling als kantoorbediende op ten
minste 19-jarigen leeftijd en op een
jaarwedde van f400, geleidelijk op
klimmend tot b.V. ten hoogste f950,
cL i. evenveel als het maximum der
hulp te! egrafisten.
Wat de tegenwoordige ambt en Aren
betreft, ofschoon hun arbeid door den
Minister ten volle wordt gewaardeerd,
acht hij het. wensdielijk 'de voorstel
len tot traktementsverbetering binnen
meer bescheiden grenzen terug te bren
gen en heeft hij een nadere regeling
overwogen, waaruit is gebleken, dat
redelijkerwijze met een lagere som kan
wórden volstaan. Terwijl het bezoldi
gen van surnumerairs, als zijnde tot
zekere hoogte een reorganisatie, voors
hands niet wenschelijk wordt geacht,
meent dc Minister dat de regeling lam
zijn als volgt:
Voor commiezen*)* bij benoeming tot
commies 4e ki. f1200, na 2 jaar f 1300,
na 6 jaar met rangsverhooging tot 3e
kl. f 1500, na 10 jaar met rangsverhoo
ging tot de 2e kl. f 1800, na 14 jaar
f2100, na 18 jaar met rangsverhoo
ging tot de lè kl. f2300, na 22 jaar
£2500;
voor hoofdcommiezen*): bij benoe?
ming f 2700, ha 4 jaar f 2800, na 8 jaar
f2900;
voor adjunct-directeuren: bij benoe
ming f3900,- na 4 jaar f3100, na 8 jaar
f 3200, onder verhooging voor de ad
junct-directeuren der hoofdpost- en
hoofdtelegraafkantoren te Amsterdam
met f200 en te Rotterdam met f 100
voor adjunct-ihspeeteurs: bij benoe
ming f 3000, na 4 jaar f 3200, na 8 jaar
f3400;
een -en ander met dien verstande
dat de verhoogingen met. bovengenoem
de tijdperken óp elkander volgen hij
voldoende bekwaamheid, geschiktheid
en dienstijver, terwijl bij uitstel van
een verhooging van bezoldiging vólgen
de verhoógingen over gelijk tijdperk
worden verschoven, tenzij de bevoegde
autoriteit daarvoor een kortoren tijd
aanwijst.
Bij deze regeling wordt niet gehand
haafd de verhooging van f 200 aan com
miezen, die na zekeren tijd niet tot
hoofdcommies kunnen benoemd wor
den.
Ook voor de Directeuren wordt een
nieuwe regeling voorgesteld.
De salarissen töopen uiteen in 8 klas
sen. Dc eerste klasse postkantoren als
maximum f 4200; de 8e klasse f1500'.
Telegraafkantoren le IJ. f3900, 8e
klasse f 1500.
Voor de kantoren te Amsterdam;
Rotterdam en den Haag zijn de wedden
respectievelijk f 5500, f 5000 en f 4500.
{Telegraaf-: if5200, f4700, f4200.)
De Minister van Buitenlandsche za
ken heeft onder Gew isselde Stukken de
Tweede Kamer doen toekomen een
Oranjeboek getiteld'. „Overzicht der
voornaamste van 1 Januari15 Sep
tember 1909 door hetministerie van
Buitenlandsche zaken behandelde en
voor openbaarmaking geschikte aange
legenheden."
Wij meldden dit reeds Zaterdag.
Aan dit Oranjeboek zij hier het vol
gende ontleend:
Commissies.
Bij beschikking van Juni 1909 is
ingesteld een ecommissie om tc die
hen vat advies omtrent de verbetering
van de financiëelc voorwaarden waar
onder de diplomatieke ambtenaren die
nen welke verbetering naar 's mi
nisters oordeel urgent is en omtrent
tie naar 's Ministers overtuiging in
algemeen wenschelijke herziening van
het reglement op den diplomatiek en
dienst.
Consulaire zaken.
De wederbazetting van den consu
lair en post te Teheran is bij den mi
nister nog in overweging. Middelerwijl
is de bescherming der Russische le
gatie, welke toestand gevoegelijk kan
gehandhaafd blijven tot weer volledige
rust in het Perzische rijk is teruggo-
keerd.
Om zekerheid te verkrijgen omtrent
do telkenmale inkomende tegenstrijdige
berichten omtrent de vooruitzichten van
Nederlandsche immigranten in Brazilië,
is den gezant en consul-genèraai te Rio
de Janeiro opgedragen een dienstreis
t'e ondernemen naar Parana en Rio
Grand e-de-Sol.
Óp het oogeublik is meer dan 36Va
pCt. der onbezoldigde consulaire posten
bezet door Nederlanders of personen
die Nederlandsch verstaan.
Definitieve overeenstemming riiet Ita
lië over den inhoud van een arbitra-
get-ractaat is nog niet verkregen. Van
onzen gezant te Rome kwam echter
juist eeti bericht in, dat op zeer spoe
dige en gunstige beëindiging der onder
handelingen wijst. Onderhandelingen
over een arbitrage-fractaat worden ge
voerd met Argentinië, Brazilië en Noor-
wogen. Nieuwe arbitrage-verdragen niet
Frankrijk en Engeland zullen in den
loop van dit zittingjaar aan de goed
keuring der Staten-Generaal zijn te on
derwerpen.
De Nederlandsche regeering heeft aan
de andere staten-onderteekënaars der
verdragen der'Tweede Vredesconferen
tie voorgesteld, om de eerste nederleg-
ging der akten van bekrachtiging op
27 November a.s. te 's-Gravenhage te
doen plaats hebben.
Uitvoerig wordt verder bericht ge
geven over de Londensche zeerecht-
conferentie. Tegen openbaarmaking van
de rapporten der delegatie beslaat over
wegend bezwaar) Legt men de delegatie
van Londen naast het Nederlandsch
memorandum,'dan zal men inzien dat
I de Nederlandsche tegeering reden heeft
over het resultaat der conferentie tte.
vr'edcn te zijn.
Do ruzie metVe
nezuela.
I In aansluiting aan het "Oranjeboek"
I betreffende de moeilijkheden met Ve
nezuela worden nog eenige .mededee-
Iingèri omtrent deze .aangel egenlicid ge
daan. Herinnerd wordt.aan de korist
van dr. Paul als gevolmachtigde der
Venezuelaansche republiek. Voor een
overzicht der onderhandelingen met de
zen wordt verwezen naar het schrij
ven van den rp'nister d.d. 20 April j.l.
aan de voorzitters der beide Kainêrs,
dat volledigheidshalve nogmaals wordt
afgedrukt, evenals de tekst van het op
19 April, geleekende protocol,
Terwijl stellig werd verwacht, dat de
ratificatie van het protocol door tic'Ve-
nezolaansche competente overheid zon
der voorzorging zoude plaats hebben,
werd dit vertroi'Avcn teleurgesteld door
een schrijven van dr. Paul d.d. 17 Mei,
waarvan de hoofdinhoud op het vol
gende neerkomt: de Venezolaanschc re-
géering had dr. Paul opgedragen ïriëde)
te deelen, dat ten einde haar defini
tieve goedkeuring te geven aan het pro
tocol zij, onvermijdelijk achtte de uit
wisseling van nota,'s tussehen heide
regeeringen, houdende de verklaring,
dat Nederland aan Venezuela zal geven
voordeelen, gelijkwaardig aan die welke
een andere nMie haar zal toestaan voor
het geval der afschaffing van het diffe
rentieel recht van 30 pet. dat op de
producten der koloniale Antillen rust
Indien de bedoelde afschaffing werd
toegestaan als cofnpensatie tegen po
sitieve voordcelen, weikc Engeland, of
eenige andere inogendheid te dien ein
de zou toestaan, dan was het volgens
.de Venezolaanschc regeering niet min
der billijk dat Nederland om gelijke be-
lijke behandeling deelachtig te worden,
zich verbond gelijke voordeelen te ver
leen ep.
Na ontvangst van dezen brief, werd
Hr. Ms. gezant tc Parijs opgedragen een
onderhoud met dr. Paul, die daar ter
stede vecluafdc, te zoeken, zoo krach
tig mogelijk tegen het Venezolaansche
voorstel te prolesteeren en er op te
wijzen dat een volharden bij dat voor
stel, de positie van dr, Paul ten zeersto
zou bemoeilijken.
Tegelijkertijd werd den heer Paul zei
ven geschreven, dat zijn brief aller
pijnlijkst had verrast.
Ook bij de regeering te Caracas werd
tegen haar voorstel telegrafisch gepro
testeerd.
Har er. Majestèits gezant te Parijs, be
richtte den 25en Mei, dat hij den heer
Paul er op gewezen had, dat het nieit
aanging, aldus, achteraf wijziging to
willen brengen in een reeds onder
teekend protocol, waarvan de rctifiealie"
naar zijn zeggen een bloote formaliteit
was. De heer Paul had erkend dat
deze wijze van handelen niet te ver
dedigen was en 'hij zon zijn regeering
in overweging geven, haar voorstel in
te trekken.
Den Ten Juni wérd van den met het
beheer onzer legatie belasten Duitschen
gezant te Caracas, telegrafisch ant
woord ontvangen, dat de Venezolaan
schc regeering beweerde, het recht te
hebben 'iedere conventie af te keuren
die niet was overeenkomstig (Je vol
macht of instructie van haar agent of
om te verlangen wijziging van ondui
delijke bepalingen. De door Venezuela
verlangde aanvullende Verklaring was
de. constant gegeven uitlegging der
meeslbegunstigingsclausulc; geen enke
le staat had het recht om niet te, ver
krijgen, wat een ander "tegen compen
satie ontvangt.
Telegrafisch werd den 2en Juni
krachtig tegen deze stelling geprote
steerd.
Ook van' den heer Paul werd een
schrijven van 2 Juni ontvangen, waar
bij hij mededeelde, dat do van H)r. Ms.
regeering verlangde nadere verklaring
moest dienen om een strikte gelijkheid
te scheppen, ingeval de afschaffing van
30 pet., surtaxe aan eenige andere na
tie werd toegestaan, tegen zekere voor-
déeléhl Bedoelde declaratie zoude ooi
het sluiten van een handelsverdrag ver
gemakkelijken en de vriendschappelij
ke verhouding tusschen beide landen
zeer ten goede komen.
Hierop werd geantwoord, dat geenc
onderhandelingen over een handelsver-]
drag mogelijk waren zoolang niet he
protocol geratibiceerd was.
Den 9den Juni werd een telegram te
Caracas ontvangen, houdende dat de!
regeering besloten had het protocol goed
te keuren, en hef te onderwerpen aa
het congres, opdat dit laatste de
voegdhëid uitocfene, die art. .52 sub'
der Venezolaansche grondwet liet geei
Denzelfden dag werd geantwoord, d
dr.' Paul bij de teekening van het pr
toeol pertinent had bevestigd wat
reeds in een vfoegeren brief verzeker
de, dat n.l. noodzakelijkheid van rati
ficatie door het Congres ten eenen-
male uitgesloten was. Verlangd werS
dus onverwijlde mededeeling, dat het
protocol beschouwd werd- als geratifi
ceerd door de goedkeuring van het uit
loerend bewind. In het tegenovergestel
de geval 'was het onmogelijk met Jr.
Paul betrekkingen, te onderhouden.
Aan dezen laatste werd tevens in ant
woord op een inmiddels van hein ont
vangen brief in denzelfdea zin geschre
ven,'onder dagteekening van 9 Juni.
Den 14den' Juni weid een telegram
uit Caracas ontvangen houdende dat de'"
Venezolaansche regeering verklaarde, v
dat het protocol overeenkomstig dc
grondwet aan het Congres was onder
worpen,. aangezien dat de competentie
was Voor de ratificatie van het proto
col. Verder had het iLvocrend Bewind
besloten een einde tc maken aan de dil
plomaticke zending van dr. Paul. Se
dert dien is over deze aangelegenheid
gcenerlei nader bericht ontvangen.
De weigering der Venezolaansche re-:
geering, om door hare ratificatie het -
protocol als van kracht te beschouwen,
is ongetwijfeld voor den minister een
groote teleurstelling geweest. Het recht
daartoe mag hij San die regeering niet
ontzeggen; aan hem is dan ook door de
terugroeping van den gezant, op wiens
woord in déze ten onrechte vèr.rouvd
was, de vokloening gegeven, die ge
vraagd kan worden. Intussehen meent
hij aan den thans in het leven geroe
pen stand vau.zakea evenm atw te-
groote heteekenis te behoeven te geven,
en bestond er met name geen aanlei
ding om in de troonrede voor Vene
zuela een voorbehoud te maken, waar-
gezegd werd dat de betrekkingen met
de vreemde mogendheden van den
meest vriendschappelijken aard zijn.
Met Venezuela waren de diplomatieke
betrekkingen volgens het protocol her
steld, nu dat protocol niet in kracht ge
treden is, zijn dus die betrekkingen
evenmin hersteld. Een dusdanige toe
stand behoeft echter evenmin als een
van onvriendelijken aard beschouwd te
worden en de minister blijft zich dan
ook vleien dat fndien Venezueia 'stap
pen doet tot het openen van" nieuwe
onderhandelingen, de verstandhouding
tusschen de beide staten voldoeudezich
verbeterd heeft, om een vruchtbare sa-
menspr'eking in uitzicht te kunnen std-1
lën.
Dezerzijds werd nóg den 2Sen Juni
'aan de Venezolaansche regeering mede
gedeeld dat het wapenbord van haar
consulaat te Willemstad, waarvan zij
ten vorigen jare had beweerd dat het
was afgerukt en vernietigd door de be
volking van Curacao, door den nieu
wen consul ongeschopdèn was terugge
vonden achter een trap in de kanselarij1
van zijri voorganger.
Het komt den minister niet wensche
lijk voor eenige rned©doeling te doen
aangaande de trouwens goeddeels be
kende bewegingen van ex-president
Castro.
Hij moge volstaan met de verzeker
ring, dat te dier zake, zooals trouwens
do-orloopeiid betreffende ile otjclerhavi-
t,""Bh auaair niet vnn mij alleen. Mijn
krijgt een andere be-
e living; en dus moet zijn plaats
ter tegen 1 pVIei beziet wot den. Als
T niet te slecht .is.-
u> mijnheel- de houtvester, ik zóu
<-n betere kunnen wenschenJ*
gt-'n i sakris is aanvankelijk niet
'u ge hebt kost en inwo
on fi- v" kuis vrij en mijn vrouw
Sullen"v°or u zorgen, als voor
l»kiït''®ea ktnd, als ge bij ons blijven
gj.» (wlil God weet, hoe
kaïuw"" fkni:! mij, mijnheer iWjies-
^jZen p1 a'^ ik u en uw vrouw b-e-
'keihpï .aai> welke dankbare aankan-
M ik u wil wijden."
tde haul]16 -mannen drukten elkalar
"Soph';,,] iP®11 sprak Wieskamp
Brut lijk Zp Boh zeer verheugen, na-
naar Aihni nu ga van middag
Heszborjj ia,llsei1 om ^en keer von
nieuwen h ,vei-tr!l'cn, dat ik een
«niin °S(drwaclhter geheel naar
gevonden heb."
"VT° keep von Hészbom
.WutuurJjjk", lagtwópiodde ESJios-
ka.mpi, den verschrikten vrager
schijnbaar kalm aanziend", maarniet
zonder hem heimelijk seherp waar ts
nemen. „Hij is zoo- goed als onze
heer, al behoort Allnhausen ook niet
aan hem, ma,ar aan zijn nicht, barones
Velden z. Hij doet wel niets van be
lang, 'zonder het haar te vragen,
maar po-odig is dat niet. Zij vindt
steeds goed, wat hij doet, en eert
on bemint hem als een vader, wat
hij ook reeds zooveel jaren voor ha rr
geweest is vóór zij g&huwd is en nu
weer sedert zij weduwe- is."
„Is de barones dan weduwe:"'
vroeg' ürtwin ten hoogste verbaasd.
„De baron is zeer spoedig gestor
ven."
Slechts tóet moeite kon Ortwin
zijn opgewondenheid verbergen; hij
beheersohte ziclh echter en zei„Het
zou piij leed doen, a.ls ga om mij
nentwil .in ongelegenheid zóudt ge
raken, mijnheer de houtvester.
DUS:.
„In ongelegenheid Daar is geen
vrees voor."
„Wie kan dat weten Misschien
zal het den heer von Heszborn niet
aanstaan, dat ge een vreemdeling,
een landlooper, waarvoor- de lui mij
moeten houden, voor die betrekking
aanneemt. 'En vóór ik u overlast
zou willen veroorzaken..,."
„Geen nood! Natuurlijk weet
mijnheer von Heszborn er van dat
ik u in Joseph's plaats wilde aan
stellen. Het zou dom van mij' gt&wieieist
zijn, u een voorstel te doeti, zon lor
zekerheid' dat ik er geen HzWaren
van onzen kant bestenietn."
Ortwin was in de pijnlijkste ver
legenheid. Wiel had hij geweten, dat
Alinhausen niet ver van het station
lag, vanwaar hij naar Bremen 'hal
willen vertrekken, maar dat het zoo
kort bij: het Dammer woud lag was
hem niet bekend. Hij had ook i-.D
namen Allnha.usert.' HesKiborn en
Veldciiz gedurende zijn verblijf in de
houtvesterswnning niet vernomen,
want Wieskamp en zijn vrouw spra
ken slechts Van het slot. van mijn-
heër en mevrouw, maar hadden die
niet nader aangeduid. Desendorf had
er ook niet- naar gevraag:!, waarom
wist hij: niet. Nu z,ou liij den voor-
maligen vriend en 'teg-uwbardigen'
weldoener tegemoet moeten tre ion
als een arm., naamloos man, die een
ondergeschikte van -een zijner be
ambten was of hij zou zich door
een snelle vlucht daaraan moeten
onttrekken.
Maar wat z'ou men daarvan den
ken? Kon de familie Heszbarn niet
gehoord hebben van de reiden 'zijner
verdwijning uit gsijn kring ;en als
dan de hqutvester hem' toch herkerud
had, iz'ou zijn vlucht zwiare verden
king tegen hem wekken. Dus hij
moest blijven, tot iederen prijs. Her
kenden zij hem niet, dan kon hij als
Karei Binder de achting en tevre
denheid van don heer von Heszborn
het hoogste bereikt, wat in Zijn te-
gemvooïdigo positie mogelijk was.
Herkenden Izij hem wel, zonder het
te laten blijken) dan kon dit voort
komen uit den wensch hem te ont
zien, maar ook en lii.j werd
schaamrood hij de gedachte uit,
twijfel aan zijn eer. In ellc geval
meende hij te moeten blij ven, zij het
dan ook om met Gods hulp, en eerst
in de verre toekomst te kunnen bé
te (zen, dat hij nooit tegen plichten
geweten had gehandeld.
Ortwin had geen tijd om dat :a.lles
rustig to overleggen, wijl WAeskanrp
in spanning, wachtte, w,at zijn be
sluit was.
„Het is ver van. mij, mijnheer de
houtvester", 'zeide hij, vte denken,
dat u ijdele- verwachtingen in mij
hebt opgewekt, daar ik toch weet,
hot: goed en welwillend ge voor mij
zijt. Daarom wil ik yöorloopig mij
verhe ugen, dat de'haer von Heszborn
mij op uw aanbeveling Ide betrekking
zal geven."
In den namiddag van dezen go
den kw!aardigen ida-g bevond .Wies
kamp zich in den salon te, Ailnha,et
sen en dee-lde den beer von Hesz
born en zijne- dames met zekeren
trots den uitslag zijner onderhan-
lingen mede. Toen hij het verhaal
van Ortwin's lotgevallen herhaalde,
geraakte Heszborn bijna, buiten zieh
trachten ie winnen en da|S had hij zelve; hiji liep heen gn weer, ging
dan op den oenen, dan op den hin
deren stoel zitten en slaakte aller
lei uitroepen om aan zijn ontsteltenis
en medelijden uitdrukking tc geven.
-De jonge barones luisterde met voeh,-
tige oogen, beurtelings bleek en rooi
■wordende, naar het wihaal van haar
ouden dienaar-, en hare moeder lie
pen de trahén over do wangen.
„De graaf meent dus, da,t gr hem
Uiet herkend Jiebt', sprak de ba
ronces, toen tWieskamp zweeg.
„Dat gelooft hij, mcvroUw. Hij'
denkt ongetwijfeld, door de lange
jaren en al wat hij doorstaan heelt,
:z:oo Veranderd te zijn, dat hij ons ge
heel. ,als een vreemde moet voorko
men."
„En doet hij ook, alsof hij u niet
kent T*
„Zoo 'houdt, hij' zich, maar ik ge
loof hem niet,"
.„Waarom niet?"
„Ja, dat. kan ik z'oo precies niet
zéggen. Ik voel bat «robber in den
dagelijksohen omgang.'
Lina knikte en haar ooni vroeg
haar: „En meent ge, kleinte, dat hij
zich tegenover ons ook voor Karël
Binder 'zal uitgeven?"
„Dat is izekerhij hoeft immers
de betrekking aangenomen. Ik ge
loof met oiiz'en goeden Wieskamp,
dat de gra,af zich zoo veranderd
waant, dat wij zijn vermomming
niet doorzien."
„En moeten wij' nu doen, alsof w.ij
hem niet ken pan
„Stellig, oom. Hij heeft zooveel
onrecht geleden, zoover! hardheid elf
vijandige gezindheid doorsta n, dat
lüj vóór alles rust- noodig heeft.-. Hij
moet over zich zelf en. anderen weer
onbevangen leeren oordëelen ela het
vertrouwen op zijn medemenscken en
in zijn toekomst terugknj in. Dat
zal het gemakkelijkst kunnen gebeu
ren in een eenvoudige po.-it' 1 cn ba
der Izülke oi)recht goede menschui
als mijn lieve Sophie en haar brave
man zijn." r
„Mevrouw", Verzekerde doudé
houtvester hartelijk; „ais mijnheer
ons niet van zijn en uwe bola igst.d-
ling in den jongen graat' had gespro
ken, zouden wij toch me vreugde
alles voor hem doen. Wat wij kunnen..
Anders zóu ik het ook niet aandur
ven hem zoo als ondergeschikte in'
huis te houden. Wiant nu ja het
.is tooh niet gemakkelij k te doen alsof
ik de meerdere- m hij een gewone
boschWachter is."
„Ik geloof nie-k Tv ieskamp", sprak
nu mevrouw Heszborn, ..dat hij .u
dit moeilijk zal maken. Hij had als
officier; reeds veel eerbied voor oude
lieden en nog laatst heb ilt zelf ge
zien, toen Sophie hem zijn soep gaf,
hoe dankbaar hij was en welke moei
te hij deed om geen onnoodigen last
to vcroorziaken, ofschoon hij van
•zwakte nauwelijks spreken skon
de tranen schoten mij in de oogen."
„Haar kunt ge vast opaan, Wies.-
kajnp", aai Heszborn, „hij aal u f