FLORA. Koloniën. Sociale Berichten. landbouw en Visscherij. M ELDERS. KcfbB Efesfcheuwm, andere» wfaef den Rechtszaken. gemeenten voeren daar winkelsluiting in, maar daar is men aan politiedwang gewend. In Engeland laat de Rijkswetgever aan de Gemeenten vrijheid winkel sluiting in te voerenmaar het schijnt, dat tot nu toe slechts weinig Gemeen ten van die vrijheid gebruik hebben gemaakt. In Australië loopen de wetgevingen der verschillende landen zeer uiteen. Ook daar stelt de wet gewoonlijk slechts algemeene regelen, terwijl het meeste aan den plaatselijken wetgever wordt overgelaten. In Noorwegen is de toestand als in Engeland. Is een derde der locale winkeliers tegen winkelsluiting, dan mag die niet worden ingevoerd. Over het uur, waarop gesloten moet worden, zijn lang niet alle belang stellenden en deskundigen het eens. De een wil zeven, de, andere acht, een derde negen uur. De een wil ook flinke speelruimte laten, terwijl de andere zich precies aan een bepaald sluitings uur wil houden. Sommigen willen ook sluiting op alle dagen, anderen uitzondering voor den Zaterdag en bepaalde feestdagen, als St. Nicolaas, de Kerstdagen, enz. Gevraagd wordt ook, dat men on derscheid zal maken tusschen de ver schillende seizoenen, tusschen waren, die wel en die niet aan bederf onder hevig zijn, tusschen de verschillende deelen eener zelfde Gemeente (centrum of buitenwijken), tusschen levensbe hoeften en luxe-artikelen, tusscben Cbristenen en Israëlieten en tusschen de verschillende takken van winkel bedrijf, Rubriceering is dan het wacht woord. Niet alle winkels mogen aan het zelfde régime worden onderworpen, maar hoe is rubricering noodig bij de zoogenaamde Warenhuizen, die steeds in aantal toenemen en letterlijk van alles verkoopen? Hoe wil men nu, dat in éénzelfde magazijn de eene afdeeling op een ander uur gesloten zal zijn dan het andere? Een Waren huis moet altijd geheel open zijn of geheel dicht en het schijnt ons niet rechtvaardig geheele sluiting te beve len, omdat missch;en slechts ééne afdeeling onder de termen van win kelsluiting op een bepaald uur valt. Men ziet dus, dat de zaak zeer in gewikkeld is en niet met een paar algemeenheden te beslissen. Voordat er dus eene regeling wordt ontworpen zooals tot nu toe in tal van Gemeenten te vergeefs is beproefd, mogen enquetes cp groote schaal wei eerst eens wat meer licht verspreiden. Wat er tot nu toe op dat gebied gedaan is, was ge heel onvoldoende. Hetzij doordat men aan veel te weinig winkeliers inlich tingen vroeg, hetzij, dat er te weinig waren, die inlichtingen gaven. Het mag eerst wel eens meer over tuigend blijken, zoo besluit mr. Ver kouteren, dat het gros der winkeliers werkelijk gedwongen winkelsluiting begeert. Een soort referendum zooals wel eens is voorgesteld, zou misschien goede uitkomsten geven, maar dan liefst afzonderlijke plaatselijke refe renda, voor eiken tak van winkeliers afzonderlijk. Herfsttinten. Ontegenzeggelijk heeft elk; jaarge tijde gijn karakteristieke, kenmerkeD- Naast het minder aangename heeft elke tijd zijn eigenaardige bekoor lijkheden en juist door het eerste ko men wellicht de laatste des te beter uit. En dat is goed ook, wlant niets werkt verslappender dan eentonig heid. Daan, "waar de meeste afwis seling heerseht, is Zeker het leven het schoonst, omdat daan juist id© ge nietingen het alzijdigst zijn. Toch mogen wij hierbij niet ver geten, dat het meer of minder aan gename heel dikwijls afhangt van het standpunt, vanwaar wij het be- oondeelen en ik geloof, dat er in de meeste natuurverschijnselen voor den werkelijken natuurvriend inderdaad een machtige bekoring ligt verscho len, zelfs daar, waar zij menig ander onaangenaam zullen stemmen. Zoo zal het ook gaan hij het beoor- deelen van het aangename van de verschillende jaargetijden. Velen Zullen de lente als het mooiste sei- Zomer, terwijl verreweg de minder heid het zlal houden met den herfst o! den winter. Vooral de laatste staat bij' velen sleqht .aangeschreven, ofschoon ook (dit jaargetijde weer zijn karakteristieke schoonheden op levert. Maar bovendien hebben wij dat alles ook eenvoudig te aéüaptee- ren. Wel kunnen sommigen de on aangenaamheden ven het klimaat ontvluchten door naar milder© stre ken te trekken, maar overigens heb ben wij aan te nemen, Wat er komt. En wel beschouwd, is het werkelijk nog jzbo onaangenaam niet, vooral de afwisseling brengt gijn bekoor lijkheden mede en geeft ons genot, zlooals anderen dat niet zullen ken nen. Het is niet mijn doel, hier thans op da heerlijkbeden (der verschillende jaargetijden ©en loflied te gaan zin gen, noch o-nf uiteen te zietten, wat nu eigenlijk wel het mooiste en het aan genaamste is. Enkel Wil ik, nu thans allerwlegen merkbaar is, dat weer een nieuw jaargetijde zijn intrede heeft gedaan, (daaraan enkele be schouwingen verbinden, die daarme de in onmiddellijk verband staan. Reeds geruimen tijd heeft men aan verschillende verschijnselen kunnen merken, dat de Zomer ten einde spoedde. Maar het voornaamste ken merk is Wel de verkleuring der bla deren, dat aan het afvallen daaraan voorafgaat. De geel-roode herfsttin ten zijn spreekwoordelijk geworden en een herfstlandschap valt juist daardoor direct op. Het is alsof de planten, voor zij zich in haar winterrust begeven, ons nog .op een schoonen en, heerlijken aanblik willen onthalen, ais. laat st© afscheidsgroet en geen enkel© natuurminnaar zal niet de eigenaar dige bekoorlijkheid hebben onder vonden, jdie er uitgaat van een herfstlandschap. Niet op eens treedt deze veran dering in: het gaat zoo langzamer hand. Het wijst ons op de voorberei ding, idie daar plaats heeft in het plantenlichaam, om klaar te zijn, voor de groote .periode, die komen zal. Weldra vallen immers de bla deren af en staan onze loofboomen b.v. daar1 als weZenlooze staken, die het leven verloren schijnen te heb ben. Voor dien tijd echter trekt de plant al de voedende bestanddeelen, die nog in de bladeren aanwezig zijn, tot zich en blijft daar eigenlijk niets anders over dan een ledig om hulsel. Zooals eigenlijk haast ielereen weet, ontkenen de bladeren hun fris- eche groene kleur aan een groot aan tal korreltjes, die |de cellen der bla deren bevatten, n.l. de ziooglenoemde bladgroen- of Chlorophylkorrels. De- z|e chlorophylkorrels zijn het die on der invloejd van het licht het kool zuur in zuurstof en koolstof ontlee- ïien en die (dos van groote betee- kenis voor het plantenlichaapn; Zijn. Komt echter de plant tot rust, dan Zijin deze bladgroen bevattende li chaampjes voor ©enigen tijd overbo dig en kan d© plant ze dus missen. De inhoud vloeit als 't ware terug naar de dikkere gedeelten en in de kladeellen blijven alleen id© onbruik bare stoffen aehtler. De bladeren sterven dus als 't w,are afzij hebben hun dienst geidaan. Het volgend voorjaar staan weder nieuwe dienst knechten gereed, om den boom te la ten groeien en bloeien. De oude bla deren zouden ide plant niet anders dan last en hinder .veroorzaken- In- plaats van de mooie, friscthgroene kleur treedt nu in het blad de gele tint op den voorgrond, als bewijs dat het blaJd geen dienst meer doet, na dikwijlsdoor een roode kleur voorafgegaan te Zijn. Tegen den herfst is (dat vooral zeer opvallend, maar eigenlijk kan men datzelfde ook al reeds geduren de den zomer opmerken. Bladeren,, die in het begin van de lente zoo'n mooie Zachtgroene kleur hebben, worden later meer (donkergroen en geven weldra reejds ©enige gele of roode vlekjes ,te .aanschouwen, zoo- als men dat b.v. zeer goed. bij de bladeren van ide bal- en kruisbessen, die tegen het rijpen aan zijn, kan Waarnemen. In zulke gevallen zijn het vooral de vruchten, die zooveel voedende hestanddeelen tot zich trekken, dat het blad het niet vol Eaiö BöUÖe» m> Éb PIP doel ga»» In andere gevallen zijin het weer pradtisch levend© wezens, die hunt deel yad Iden inhoud Van de blad- cellen wtillen hebben en daaruit zoo veel zuigen 'dat het gele vlekken begint te vertonnen. Zooi zien wij reeds in den zomer hier en: daar een toestand optreden, die later in den herfst algemeen Zal Worden. Zij het dan ook als gevolg van geheel an dere oorzaken. Wanneer nu tegen den herfst eü den winter (de voedingsstoffen uit de bladeren, .trekken, (dan (schijnt heft spoedige vervoer daarvan door het Zonlicht belemmerd te worden, tem minste men meent te moeten vast stellen, dat |dit daarop een minder gunstige werking uitoefent. Om dat nu te voorkomen, maakt de plant gebruik van een kleurstof, die be kend is onder den naam van antho kyaan, en die zich kan voordoen als violet, rood of blauw of ©enige schar keering daarvan. Dit anthokyaan is aan de bovenzijde van het. blad of ander plantendeel, dat het beschut ten zal, uitgebreid, zoadat de daar onder gelegen gedeelten als in de, schaduw van het anthokyaan liggen.- Meende men vroeger, dat het anthokyaan uitsluitend een product was van de chlorophylkorrels, la ter is gebleken, (dat dit niet het geval is. Ook in planten en plan- tendeelen ,di© geen éhlorophyl be vatten of daaraan Zeer arm zijn, kan het anthokyaan in groote hoeveel heid optreden. Als eindelijk délzfe voorbereidende maatregelen Zijn afgeloopen, duurt het niet lang of het blad valt af en wordt weldra gevolgd door tal van andere. Dikwijls is men van mee ning, dat jde vorst de eigenlijke oor zaak is, maar dat is immers geheel niet het geval, de voorbereidende maatregelen hadden al veel vroeger plaats, alleen is de vorst meestal de directe oorziaak, dat de bladeren spoediger vallen. Er heeft zich n.l op de plaats, waar het blaid zal af vallen, tegen dien tijd een schei dingslaag gevormd, die uit zeer los aaneengehechte cellen bestaat. De geringste beweging, veroorzaakt door een windvlaagje, is dan slechts noodig om het blad te doen vallen. Bij sommige- planten gaat dat zeer gemakkelijk bij and,ere minder ge makkelijk. Eik en Haagbauk houden de dorre bladeren nog wel eens tot het voorjaar. Het schijnt, dat daar Üe scheidingslaag nog vrij stevig aan de plant Zelve verbonden is. Dat vallen der bladeren is een eigenaardig1 verschijnsel in de huis houding der planten. De directe oor zaak daarvoor is gelegen in het koe ler worden van den bodem. Daardoor is do plant niet meer in staat, zoo veel water met haar wortels op. te zuigen, terwijl de verdamping toch doorgaat. Zoodoende lijden de plan ten dus gebrek aan water en daar door worden de bladeren met in staat- gesteld hun function te verrich ten, Zpodat zij1 Zouden verweLken. De plant schijnt dat als 't ware te voorzien. Vlug neemt zij nog de voe dingsstoffen tot zich en daarna kap zij het blad missen. Daardoor komt het ook, dat de .hoornen met afval lend blad in een milder klimaat hun bladeren ook laten vallen dan die welke aan ruw klimaat zijn bloot gesteld. Ja, het, .gebeurt zelfs met enkele boomen, dat zij hunne blade ren in vorstvrije streken behouden. De. afval der bladeren heeft in- tusschen nog .een andera goed© Zijd© voor onze loofboomen. Daardoor zul len zij niet gedwongen worden, die groote massa's sneeuw te torsen, die anders noodwendig op de bebladerie takken zouden blijven liggen en deze in vele gevallen /doen bezwijken. Wij nemen dus maar genoegen met de inrichting der natuur, zooals zij is, overtuigd als wij zlijn, dat alles wonder mooi in elkander zit. .Wij Zouden de schoone herfstkleuren' trouwens ongaarne willen missen. H. J. LYCKLAMA De bandjir bij Loemadjang. Het Haagsche Correspondentiebureau meldt: Blijkens uit Indië particuliere tele grammen, is het bericht in verschil- ge moeilijkhteflen Hoor, Kan overleg is gepleegd met üe andere bij Venezo- laansche aangelegenheden belang heb bende mogendheden. Pok ter Zake eener vordering op Be VeneZolaansche regeering van een Mjederlajndsch onderdaan wegens het vernielen var diens eigendommen te (Caracas schijnt het oogenblik voor ipededeelingen nog niet gekomen. Geenerlei bericht werd tot dus verre ontvargens nopens het uitzen den van een. nienwen VeUezolaa(n- schen gezant naar Europa ter ver vanging van dr. Paul. Allerlei. Omtrent den invoer van hooi en stroo in Engeland wordt gemeld, dat het oogenblik nog niet is gekomen, waarop de onderhandelingen met de EBritsche regeering kunnen worden hervat, daar die regeering beslist (heeft te kennen gegeven dat die in voer niet zal worden toegestaan, voordat 6 maanden zullen zijn ver- loopen, nadat hier te lande bet laat ste geval van mond- en klauwzeer zal zijn voorgekomen. Intussehen is toestemming verkregen tot invoer van. tarwedekstroo in Engeland on der soortgelijke voorwaarden als voor roggedekstroo. In Februari van dit jaar verge wiste zich de regeering der Veree- nigde .Staten van Amerika dat er (bij onze regeering geen bezwaar zou bestaan, een wereldconferentie ter overweging van maatregelen om de natuurlijke hulpbronnen der wereld te besehermen, in de eerste weken yan September te 's-Gravenhage te ontvangen. Een uitnoodigiUg daar toe werd verzonden. Het zal thans het onthaal dat deze uitnoo-iiging bij de verschillende Staten vindt en den staat der voorbereiding van de conferentie afhangen wanneer en tegen welken datum de regeering voor de conferentie aan te wijzen, Zal kunnen doen. De regeering heeft instemming be tuigd met het voornemen dei' Fran- sche regeering om een conferentie bijeen te roepen ten einde maatrege len te beramen tot krachtiger kee ring van de verspreiding van on tuchtige geschriften, M©t de Noordsche en Zweedsché regeering wordt overleg gepleegd aangaande het sluiten van een trac- taa.t tot wederzijdsehe erkenning yan naamlooze vennootschappen. Met de Duitsche regeering worden voorbereidingen getroffen voor een gemeensehappelijken expLotatte- tocht. in het Nederlandscih-Duitsqh grensgebied pp Nieuw-Guinea. Ter viering van het 60-jarig be staan van Italië als koninkrijk zul len in 1911 te Turijn en te Rome twee groote tentoonstellingen wor den gehouden. Door de regeering worden maatregelen voorbereid om van Nederlandsehe zijd© aan de kunsttentoonstelling te Rome toet ©en collectieve inzending deel te no- Bomen, Het voornemen' bestaat om aan (de in 1910 te Buenos Ayres te honden intern, landbouwtentoonstelling deel te nemen, met een inzending Neder- tandsch vee. Het verbod van invoer yan die in te Zenden dieren is opge heven. PersBorichten. Wat fle persberichten aangaat wordt opgemerkt dat ook weder de gelegenheid werd benut om van on juiste berichten in de binnen- leinj buitenlandsche pers, aangaande Ne derland of zijn koloniën, een zake lijke wederlegging te doen verschij nen. r Met aandacht volgt de minister wat, in andere landen, laatstelijk Zweden, gedaan is ter Zake van een persbureau aan het dep. van buitenl, zaken. Persoonlijk zou de minister! wel geneigd zijn dergelijk bureau op kleine schaal in te richten bij wijze van proef, maar de dringend noo- dige uitgaven zijn reeds zoo groot, dat die proef slechts genomen zal kunnen worden, wanneer de onmisbaarheid van zulk een bureau vaststaat. Intussehen vleit de minister zich dat eene in uit zicht gestelde bespreking van dit onder werp met enkele der leidende mannen uit de Nederlandsche pers hem weldra een meer vaste overtuiging in deze zal bijbrengen. Het Oranjeboek vermeldt voorts o.a. ongelegenheid veroorzaken." „Natuurlijk, mijnheer, integendeel. Ik meen dat het mij moeilijk zal val len tegenover hem den meester te spe len. Het is vreemd, hoe vriendelijker en beleefder hij is, des te meer komt bij hem de heer voor den dag." „Wilt ge een raad van mij aanne men, Wieskamp vroeg de barones. „Noem den graaf hij den naam, waar onder hij zich verbergen wil en be handel hem ongedwongen met ide welwillendheid en de zorg, die ge hem in zijn ziekte betoond hebt. Dat zal u niet moeilijk vallen, wijl ge daaraan reeds gewoon ziijt- en hem zal het niet vreemd aandoen, wijl hij uw goedheid reeds zoolang heeft on dervonden." De oude jager zag zijn schoone ge biedster bewonderend aan. „Me vrouw de barones geeft de beste op lossing, natuurlijk. Men kan het tel kens ondervinden, dat de vrouwen verstandiger zijn dan de mannen." Den volgenden namiddag kwam de koets van Allnhausen aan de hout- vesterswoning. Desendorf stond aan het venster en zag Heszborn, zijn schoonzuster en nicht uit het rijtuig stappen. Zijn hart -dreigde stil te staan, toen hij de fijne, bekoorlijke gestalte der barones en hare- bloeien de^ gelaatstrekken beschouwde, ter- Wijl zij op ,h©t huis toekwam. Hij twijfelde nu ook niet langer, dat het uitvoerige oorresponfl en bes gevoerd ten aanzien van de contróle-maatregelein op vreemde rddarheiders in Duitschland genomen. Op het laatste schrijven van de Duitsche regeering is tot dusver door Harer Majesteits regeering niet geant woord, vermits zij niet de overtuiging heeft kunnen erlangen dat de maatregel, waarvan sprake is, niet inderdaad met het vestigingsverdrag in strijdi is* ter wijl zij voor het oogenblik ook geen heil ziet in herhaling van haar pro test. Vee. Het mocht herhaaldelijk gelukken door tijdige bemoeiing te voorkomen, dat het uitbreken van gevallen van mond- en klauwzeer onder uit Neder land ingevoerde runderen, aanleiding gaf tot het nemen van yoor onzen vee- uitvoer belemmerende maatregelen. Invoer van vee in België, Frankrijk, Italië en Spanje is toegestaan, terwijl in den laatsten tijd weder zendingen vee naar R'usland, Oostenrijk en Hon garije gingen, waarvan de verzoeken tot doorvoer door Duitschland werden ingewilligd. Ook werden eenige partijen vee naar Zuid-Afrika uitgevoerd. Door de Argentijnsche regeering is de invoer uit ons land van rundvee, paarden, schapen en geiten, bestemd voor de in 1910 te Buenos-Ayres te houden internationale landbouwtentoon stelling toegestaan. Bij een drietal regeeringen werden stappen gedaan in het belang van den invoer van versch vleesch uit Neder land. Voor zooveel Italië en Groot- Brittinnië betreft moehten deze stappen op een gunstig onthaal bogen. Tuingrond voor arbeiders. Door een commissie uit het depar tement 'sGravenhage der Mij. tot nut van 't Algemeen is aan den Gemeen teraad aldaar verzocht te mogen buren een stuk weiland aan den Moerweg, om op kleine schaal een proef te nemen met het verschaffen van een stukje tuingrond aan arbeiders, hoofd zakelijk mei het doel, dat tot een ge zond ontspanningsoord te doen dienen, terwijl eenige vermeerdering van in komsten door het telen van bloemen en groenten, niet geheel buitengeslo ten is. B. en W. hebben den Gemeen teraad voorgesteld, op dit verzoek een gunstige beschikking te nemen. Vervroegde winkelsluiting. In de „Ned." stelt V (erkouteren) de vraag, of de Gemeente bevoegd isge- dwoDi^en winkelsluiting, bij verorde ning, in te voeren. Kan artikel 135 der Gemeentewet, dat de wetgevende bevoegdheid der Gemeentebesturen regelt, zóó ruim worden geïnterpreteerd, dat ook dat onderwerp er onder valt, vraagt mr. Verkouteren of is er eene rijkswet noodig? Bekwame juristen, als Oppenheim, Buys, Molengraaff, Pijnappel, Cosman, Molster, Israels en anderen, staan hier tegenover elkander, maar wij gelooven, dat er ook minder strijd zou zijn, als de quaeBtie van de arbeids- en rust tijden van het winkelpersoneel en die van de gedwongen winkelsluiting uit elkander werden gehoudenHet eerste terrein is reeds door het Rijk bestre den en zal vermoedelijk ook wel ver der bestreden worden, maar het tweede is nog vrij. Er is bovendien nog een derde oplossing mogelijk, dat het Rijk n.l. enkele algemeene regelen stelt en het dan aan de Gemeentebesturen verder overlaat om winkelsluiting in te voeren, met de beperkingen door de Rijkswet te stellen. Het nut moet hier beslissen. De tekst der Gemeentewet is rekbaar genoeg. Onder art. 135 laat zich bren gen, al wat men er onder brengen wil. Wij hebben hier eene echte caout- chouc-paragraaf, zoodat de regeling die gewenscht wordt, niet op wette lijke of grondwettelijke bezwaren ba hoeft af te stuiten. Het buitenland is ons ook hier weer voorgegaan. Engeland, Duitsch land, Noorwegen en Australiëa heb ben reeds wetsbepalingen op winkel sluiting gemaakt. Duitschlind scheert niet alle Ge meenten over één kam. Steeds meer werkelijkheid was, wat de houtves tersvrouw hem uit het hoofd had zoeken te praten. Hij had haar na melijk reeds meermalen gevraagd, of er nog niet iemand buiten haar man en haatr hem verpleegd had, „Hoe meent u dat! Bedeelt ga (misschien den dokter?" „Neen, een jonge dam© die zich, naar ik mij verbeeld, vol deelneming over toij heeft neergebogen." Daarop had zij lachend geant woord, dat zij zich zou wachten, dat aan Christina te vertellen, want al leen dezte, hare dienstbode, die (nu. en dan in de ziekenkamer had ge holpen, kon het geweest zijn. Het meisje was toch al ijdel genoeg en als zij hoorde, dat de jonge heer haar voor een dame hield, zou er geen huis meer mie© te houden (z|ijn. Ortwin was het onmogelijk voor gekomen, dat hem Christine's plom pe gestalte en roode wangen zfelfs door den (nevel zijner koortsphan- tasieën in het licht van teedere-vrou- wcnschoonheid (hadden kunnea ver schijnen. Nu wist hij' met zekerheid, dat zijl 't niet gewieest was, die haar koele hand op zijn brandend voor hoofd had gelegd, die hem door me delijden en zacht© whonden had zoe ken tei kalmeer ende wilde, kleine Lina was het, wier waarde hij. eens in treurige verblindheid had onder schat, de schoone, glanzlend© verschij ning' wier bekoorlijkheid hem had verrast toen hij op dien treurigien morgen (zijn thuis was ontvloden:; die .stond vol medelijden aan zijn sponde, (toen hij tot de diepste ellende gekomen was. Smart en schaamte grepen hem aan en toch mengde zich daar een onbestemd gevoel in, liefelijker dan dankbaarheid, warmer dan de vreug de over mensohelijke edelmoeligheid. Er was iets hedwelmends in dat ge voel, iets van hoop .op een nieuw, onbekend geluk. Binnen enkele secondeia echter Kei hij bij zich zelf, dat het waanzin was in 'zijn positie iets anders te hoepen, dan (een vreedzaam verborgen be staan. Toch kwam de voorstelling, bote zich de schoone jonge vrouwi vol liefderijke deelneming over hem ge bogen had, telkens Wjeer 'in zijn geest op. Als uit een droom ontwakend rees hij' op, toen hij verschillend© stem men en vlugge schreden zijn deur hoorde naderen. Deze werd geopend en jop den drempel stonden Hesz',- born en iW|ieskamp. Eerbiedig maar zwijgend trad De sendorf zijn yroegeren vriend te ge- moet. (Ook Heszborn vond geen woor den. :om (zijn bewogen gemoed uit te spreken. [Wlieskamp zei toen„Me vrouw de barones en haar mama zijn gekomen om mijn vrouw goeden dag te kteggen en daar toijnheer Heszborn miedekw'am, wilde hij u eens (zien Binder!" Het was voor het eerst en met moeite dat Wieskamp dezen naam over de lippen bracht. Ook op Desendorf maakte het een vreemden indruk, 't [Was echter geen valsche trots, die hem bezielde-, maar hij .besloot er uit dat men hem óf niet herkend had óf niet herkenneji wilde, dn elk geval was hij voor den heer v-on Heszborn (en zijn familie slechts de boschwachter Binder. Hiermede wist hij nu echter ook in eens zijn houding te bepalen. Hij sprak den heer Heszborn eerst zeer bescheiden (zijn dankbare .vreugd© ui.t, dat hij hem op (Wieskamp's voorspraak de betrekking van bosdh- Wachter had ftoegesta;an en begon toen geheel in den toon van eelrj ondergeschikte te verzekeren dat hij door vlijt en trouwe plichtsbetrach ting zijn dankbaarheid hoopte te be wijzen voor de vele weldaden, hem ook uit Allnhausen bewezen, zoo- als hij van den houtvester verno men had. Hjj speelde zijn rol beter dan de goede Hes'zibojm. Toen deze zijn jon gen vriend Zag, had hij hem liefst bij beide handen gegrepen om hem alles te zeggen wat hij wist en dacht. Maar zijn nicht had hem de plechtige belofte afgenomen „den jongen" ii zijn gril niet te hinderen. Dus sprak de oude heer zoo goed het ging over de betrekking van boschwachter, verzekerde dat Wdes- kamp geen lastige patroon was en toen Karei Binder bekende, dat hij tot nog toe meer met landbouw dan boschcultuur zich had bezig gehou den, troostte hij hem met de verze kering dat iemand van goeden wil het vlug kon loeren. Verder ver maande hij hem, voor zijn gezond heid te 'zorgen, opdat hij spoedig weer geheel op krachten zou komen en zijn werk dan zonder groote moei te kon verrichten. Eindelijk nam hij afscheid maar op een manier als of hij- een gelijke in plaats van een dienstbare voor ziich had. Toen hij absoluut niet wilde heb ben dat Örtwin hem naar beneden zou geleiden, meende deze dat Hesz born een ontmoeting met de baro nes. wilde voorkomen. Hij zag hem dus van het venster uit met het ge zelschap vertrekken. Mevrouw von Heszborn keerde zich bij het rijtuig gekomen even om en z(ag met moe derlijke goedheid in het oog naar z'ijh venster op en de barones volgde haar voorbeeld -en wierp een v;an vreugde stralenden blik ua,ar boven, die hem dreigde te bedwelmen. Da delijk echter bestrafte hij zich over 'zijn dwaze inbeelding en dankte voor de WelwiUend© opmerkzaamheid der beide dames door een eerbiedige bui- g'intg. XXIX. Het was in de maand Mei, (lat Heszborn op een regenachtigen dag de doorweekte boecihwegen lang» teutte InBische Blaffen al® zo» Boor Ben bandjir bij Loemadjang de suikerfa briek Soekodono aldaar totaal zijn wb- woest, beslist onjuist. Wèl was ten gevolge van den bandjir de waterton- voer naar de fabriek korten tijd afge sneden^ maar na 8 dagen maalde De fabriek weer met volle kracht. Een melkkoetje! De heer Joh. J. Boelstra te Stiene schrijft aan de „Leeuw. Crt,": „Bij dezen heb ik de eer u als eene groote bijzonderheid te kunnen be richten, dat ik in mijn bezit heb eene koe, die de vorige melkperiode heeft opgebracht 9527.5 K.G. melk en 319 9 5 K.G. boter, vetgehalte 3.12 pCt. in 358 dagen. Thans is de periode nog niet afgeslotenze heeft nu reeds opgebracht 9615.7 K.G. melk od 309.62 K.G. boter in 337 dagen. Dat is te zamen in twee jaar: negentien duizend één honderd en drie en veertig K.G„ melk en twaalfhonderd en negen en vijftig pond boter. Ik ben zeer benieuwd of er in Friesland meer zuike koeien zijn. Deze koe heeft gedurende de weide- gang geen krachtvoer gehad Failliet verklaard: 20 Sept. M. de Rooy, schipper, i« Rotterdam, a. b. van zijn in de Nieu- wehaven liggend schip „Haarlemmer meer'*. A. B. M. Tusschenbroek en H. Tusschenbroek, beiden zonder beroep, te Amsterdam. D. van Ingen, koopman te Ouóe- water. E. Vedder, wed. J. Hofman, naai ster, te Hilversum. 30 Sept. J. Custers, landbouwer, OMeerssen. 1 Oct. J. W. v. d. Berg, metselaar en koopman, te Lienden. P. Hilleaius, boekhouder, Wilhel- minastraat 32, te 's-Gravenhage. G. Veerman, timmerman en aas- nemer te Hilversum. G Ri.etbergen, schoenfabrikant te- Dongen. Geëindigd, door homologatie va* het accoord het faillissement van B. Roos, brandstoffenhandelaar te Alk maar; door het verbindend worden va* de uitdeelingslijsten de faillissememte* van H. Oostindie, caféhouder te Zaa*- dam; A. Stuifbergen, blo emboli enha*- delaar te ,Wijk aan Duin en J. Bok, te Sint Annen. Opgeheven de faillissement*» van IJ. M. de Jong, zonder beroep te Tzum; H. Schoenmakers, wed. Mk. Kind, pensioenhoudster te Rotterdam en van A. Siebbeles, pensionhouder t* Hilversum. Vernietigd de faillietverklaring van H. van Gestel, meubelmaker Helmond. Failliet verklaard»: 24 Sept., J. A. Vermeeren, vroeger aannemer, thans timmermansknecht h» Tilburg. 27 Sept., K. Herzhoff, bierhuishoud®» te Amsterdam. 28 Sept., P. Beekhuis, bakker e* koopman, te Nieuw-Weerdinge. C. M. 1L Schroder, te 's-Gmv«- hage. J. Jansen, wed. G. Tejen, zonde* beroep, te Amsterdam. P. F. M. Nieuwenhuis, brood- m» banketbakker, te Deventer. 29 Sept. E. J. Velthuizen, koopma» en winkelier in sjgaxen en tabak, Rotterdam. Geëindigd: door het verbinHenö worden der uitdeelingslijst: de faillis sementen van P. Heymans, herbergier en veerman te Poederoijen; A. C. J. J. van Doom, voorheen te A'dam; T. Femhout, kruidenier te Rhenoy; A. J. Milders, gew. hebb. te *s-Gravenhage; E. D. Phoel, meubelstoffeerder en win kelier, te 's-Gravenhage; en van d# firma Ooms en Rlijleven, te Gouda, e» dat van hare firmanten C. Ooms en A. Blijleven. Opgeheven: de faillissementen van J. F. J. Mesker, gescheiden echt- genoote van A. F. A. Voermans, te Amsterdam; de nalatenschap van H. J. P. J. Versteggh Meulemans, te Scheve- ningen, en van A. W. Stoffer, timmer mansknecht en boekhandelaar te Til burg. stapte om naar zijn aanplantingeft van jonge eiken te gaan- zien. Toen hij op zijn weg daarheen den houtvester ontmoette, entspon zich na een praatje over het weer, "dat iWIeskamp gunstig, maar Heszborn ongunstig namelijk voor zijn rheumatiék noemde, een gesprek over de bovengenoemde aanplan ting. „U zult er schik in hebben, zoo goed als de kleine stammetjes groei en", zeide Wlieskamp. „Dat doet me pleizier, maar ik vrees, dat we met den drassige» bodem niets zullen kunnen aa|ivan gen." „Dat heb ik tot nog toe ook^ ge meend. Maar Karei Binder.Wi>3®- kami» bleef steken. „Karei Binder? Wat is er met hem „Hij beweert eigenlijk landbouwer te zijn, en een gestudeerd houtves ter is hij ook niet, maar dat ie Keker: hij' weet van boscheultuur toeer dan menig geëxamineerd be ambte." „Zoo, en wat z|egt hij van deo moerasgrond Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 6