De toestand in Rusland.
Het onderwijs in
Frankrijk,
Gemengde Buitenlandsche berichten
Moader en Martelares"
FLIGHT.
Dit w'as het begin van een stel
sel, dat heel wat ellende en verdriet
over Rusland heeft gebracht, en dui
zenden menschel! door moord of te
rechtstelling het' leven heeft doen
verliezen.
BINNENLAND.
Onze nieuwe feuiUeton
begint Vrijdagavond a,«.
FEUïLLETON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
De bekende' revolutionair Ppins
Krapotkin heeft voor' de ontvangst
van het Bussische parlemjentaine co
mité te honden een klein hoekje ge
schreven ovei' wat hij mom de „Wit
te terreur' die thans in Ruslanl
heerscht.
Dit is ditmaal eens geen „vlam
mende aanklacht", maar een nuch
tere verzameling van feiten, ©i-i juist
daarom een krachtig protest tegen
een stelsel dat zelfs door den Doema-
president Ohomjakof wordt veroor
deeld.
Thans is dat hoekje verschenen:
het geeft nauwkeurige en vast om
lijnde begrippen van de ongeloof lijk
dictatoriale macht van den gouver
neur-generaal, die in vele districted
volkomen kracht heeft over leven
en doodva,n de wijze waarop
de krijgsraden aanklachten beha|dde-
len en vonnissen wijzienvan de
overvulJ ing der gevangen isseayan
de foltering die de gevangenen on
dergaan; van den da;gélijkschie|n ar
beid der beulsknechtenvan de werk
zaamheden der provocateurs, en da
geheime intriges van de Echt-Bius-
sische mannen
Met ©en bijna, wreedte- kalmte ver
bindt- Krapotkin feit aan feit, al
toos zijn bronnen noemend, die voor
het grootste gedeelte uit officieels
stukken bestaan. Juist daardoor is
dit kleine en eenvoudige, boekje zoo
verschrikkelijk, wa,nt, het kan niet
worden ontkend, Idat de daarin aain-
geha,al-de feiten juist zijn.
De ontzettende toestand-el! i]m He
gevangenissen worden door een paar
regels aangegevenuit officieel©
stukken, door het bestuur dar gevan
genissen opgemaakt, voor den Rijks
raad, blijkt, dat op' 1 .Februari 1909
in de gevangenissen valn bet Russi
sche Rijk 181.137 gevangenen wa
ren opgenomen, ela dat op dat tijdstip
30.000 gestraften op! transpor! waren
naar Siberië.
Het aantal gevangene).! is in de
laatste vier jaren jaren geregeld toe
genomen in 1904 waren er gemid
deld p. dag 85.000, in 1906: 111000,
iin 1907 138.000, in 1908 170.000,
in 1909 ruim1 180.000 En daar in
de Russische gevangenissen slecihlts
plaats is voor 107.000 personen,
moest de overbevolking in d® gevan
genissen aanleiding geven tot hat
uitbreken van besmettelijke' ziekten,
scheurbuik en typhus.
De gruwelijke folteringen en mis
handelingen, die i|a |de gevangenissen
voorkomen, en waarover een aantal
klachten door de rechtbanken wer
den behandeld, hebben geleid tot, het
groote aantal zelfmoorden. Een lijst,
opgemaakt uit, de berichten loopenda
van Januari .1906 tot November
1908 bevat 180 berichten van zelf
moord, uit wanhoop over de mis
handelingen.
Het werk der beulsknechten wordt
door twee getallen geïllustreerdvol
gens de officieel© berichten der
krijgsraden werden in vier japed
2118, volgens de berichten der dag
bladen 2298 mensehen il-i Rusland
ter dood gebracht. Het verschil tu,s-
scihen heide getallen wordt gevormd
door de opgehangen soldaten, wier
veroondeelingen in de officieel© lijst
der uitgesproken vonnissen piet, op
genomen zijn.
Over bijna geheel Rusland is de
staat van beleg! afgekondigdalle
vergrijpen worden behandeld voor de
krijgsraden, die ook voer ld© kleinste
slechts één vonnis wijze|a ad pa.ti-
bulum! De krijgsraden doen Idat
niet uit wreedheid, maar omdat de
krijgswet het voorschrijft, zoo op te
treden tegen menschel!, die omidër lie
strafwetgeving tot een paar weken
of maanden gevangenisstraf zouden
veroordeeld zijn.
Belangrijk zjjn de mededeel iugeü
over de spionnen eia d© age|nts-pro-
vocateur in dienst der regeering- Uit
die medeldfoelingien blijkt, dat de Rus-
sisebe politie haar. spionnenstelsfel
reeds sedert bijna 30 jaren organi
seerde. Onder Alexander HI was een
bijzonder soort politie ingesteld, dat
den naam Ochrana (Bescherming)
droeg, en die d© taak had voor de
persoonlijke veiligheid van den
Tsaar te zorgen. De chef vain die
Ochrana,, kolonel Soedeikin, knoop
te met den terrorist Degaj-ef betrek
kingen aan, om hem over 'te halen,
aan het Uitvoerend Comité van zijji
club voor te stellen, den minister van
binnenlabdsdhe zaken. graaf Tolstoï
en den grootvorst Wladimir te ver
moorden. en dan Jdit comité te ver
raden. Dit duivelscih, plain was op
gemaakt, om Soedeikin gelegenheid
te geven zich te onderscheidenhij
ztou dan wel chef van de geheel©
politie worden en Degaijjef aan een
goed baantje helpen.
Het hoofdstukje over d© willekeur
der bureaucratie is het meest, ken
schetsende voor den toestand, i|! Blus-
land. Het verwiaaploozen van wétten
en voorschriften is de gewone han
delwijze van de Russische- ambtena
ren de politie beschouwt zich als
de alleenheerscher in elk distriet;
en boven de hoofden val! jdiifzlehiden
Bussen zweeft de voortdurend© be
dreiging, vervolgd, in Üe gevangenis
geworpen, gedood te werden, wijl zij
deelgenomen hebben aan de vrij
heidsbeweging in 1905.
Voor alle slachtoffers van het, bar
baar;-! he, mi'd'defieeuwsch© ondsr-
dmkki ngsstclse 1 van Stolypin roept,
prins Krapotkin het medelijden, jde
hulp der1 beschaafde wereld in. Hij
wijst op het toenemend solidariteits
gevoel onder de volkeren der aarde,
als een der grootst© weldaden yam
den nieuwepen tijd. Dat solidariteits
gevoel moe! ook tot .Rusland wor
den uitgestrekt en al is de hoop
gering dat humaniteits-pr o-testen in
druk imaken op' de Russische bureau
cratie, toch mag het geen reden zijn,
om' 'zé achterwege te laten.
Velen hebben naar aanleiding van
het schrijven der Fransche Bisschop
pen hunne stem doen hooren.
Onder dezen graaf de Mun. Hij
Spreekt, zegt het „N. D.", de vrees
uit, dat hot schrijven zijn uitwerking
groolendeels missen zal, omdat de ge
moederen reeds eenigszins zijn ver
hard en de Fransche Katholieken met
het neutrale onderwijs zijn verzoend
geraakt,daar men verwaarloosde de
neutrale schoot te signal eeren ats een
vijand, met wien iedere onderhandeling
uit den booze is. De Mun verwijst
verder naar België, waar de strijd te
gen de z.g. liberale school van af
d©n beginne met onverzettelijke
kracht en daarom met succes gestre
den werd.
„Het Belgische Episcopaat legde het
interdict op de neutrale school en door
die energieke daad werd het volksge
loof gered."
De toestanden in Frankrijk, waarte
gen de bedoelde brief der bisschoppen
gericht was, zijn tamelijk algemeen be
kend.
Het beginsel is door de toon-aange-
vende partij in dat ongelukkige land
verkondigd: het kind is het eigendom,
nietvan de ouders op de eerste plaats,
maar vóór alles van den Staateene
zuivere consequentie van het socialis
me. De Staat eischt daarom het kind
voor zich op, om het van, den ongods-
dïenstigen geest te doorvoeden, die het
Staatsbestuur beheerscht. Het groote
middel daartoe is het onderwijs. De
kinderen worden als met geweld ge
dreven naar inrichtingen van onder
wijs, waar het ongeloof gepredikt wordt
door den leermeester, door de school
boeken, door de wanden der school
zelfs, waar het kruisbeeld is weggeno
men, en vervangen door eene afbeel
ding van den oer-mensch volgens de
goddelooze theorie van Haeckel. Het
kind moest ontrukt worden aan hetgeen
zij noemen verderfelijke religieuze in
vloeden. En als de ouders protesteex--
den tegen dat stelselmatig werk van
ontaarding, dan werden ze nog met
Vervolging bedreigd, immers het kind
behoort allereerst aan den Staat.
Ziedaar de toestanden, waartegen de
bisschoppen hunne stem hebben ver
heven. En nu staan de Fransche ra
dicalen en socialisten te trillen van
verontwaardiging, over zooveel brutali
teit, die zich durft indringen in het
huishouden van den Staat, om dien
wetten voor te schrijven. Alsof de bis
schoppen anders had-den kunnen han
delen zonder de roeping te verlooche
nen, hen door Christus betrouwd. Als
of er geen hoogere rechten zijn,' dan
die eene anti-clericale regeering schept.
Welke zat de indruk zijn, die het
bisschoppelijk schrijven maakt op het.
volk? Welke de blijvende vruchten?
De geschiedenis van het Fran
sche volk der laatste jaren in
aanmerking genomen, en zijn lichtzin
nig karakter naast de edelmoedigheid
waarvan duizenden getuigenis afleggen
door woord en daad is eenige som
bere vrees niet ongewettigd. Velen zul
len het gevoelen van Graaf de Mun
de el en.
- Waar deze heenwijst naar België,
daar denken wij aan ons eigen land
en dankbaar herinneren wij ons de
woorden uit de bisschoppelijke circu
laire van 22 Juli 1868, die lelk jaar
lot tweemaal toe den geloovigen wor
den herhaald: „De Kerk wil, dat de
jeugd in de wetenschappen onderwe
zen worde, maar z ij; eischt t e-
v ens, dat dli t ond er w ij s in a 1'I e
opzichten katholiek en gods-
dienstig z ij.
Er zijn plaatsen, waar de mogelijk
heid om aan de kinderen katholiek-
godsdienstig onderwijs tie geven ont
breekt, en dan berusten de bisschop
pen nood-gedwongen in die droeve
noodzakelijkheid en drukken de ouders
en oversten op het hart, zich ernstig
te bevlijtigen die leemte in het on
derwijs door eigen zorg door persoon
lijke- toewijding aan te vullen.
En wat de redenen betreft die som
migen meenem te hebben, om „zonder
nood aan het altoos gebrekkige- onvol
doende onderwijs op niet katholieke
scholen de jvoorkeur" te 'geven, luidt het
aldus: „Ieder moge voor zich de rede
nen wegen, die hij meent te kunnen
hebben, om zoo te handelen; maai
bij wege ze in de schaal des heilig»
doms, voor de oogen van God. Wat
ons betreft, B. G., Wij nemen niet op
ons, hieromtrent lichtelijk gerust te stel
len. Op deze wijze wordt hier het ge
vaar afgeweerd, dat men neutraal on
derwijs met godsdienstig gelijk stelle
en dat men een door nood gedulden
toestand verwarre met een normalen.
Ik breng hier tot nadere bevestiging
van het vermaan der Bisschoppen in
herinnering een woord van P. Weiss;
„Dan alleen is van opvoeding sprake
als het godsdienstig leven uitgang, mid
delpunt en doei der opvoeding is. Als
andere opvoeding is eene dressuur tot
halfheid, een africhten tot uite,dijken
schijn en innerlijke onwaarheid:" (So
ciale Frage).
Als nu het onderwijs behoort tol de
opvoeding, wat wel niemand zat be
twisten, dan heeft ook P. Weiss, het
neutrale onderwijs veroordeeld als on
berekend voor zijn taakde vorming
van ware, innerlijk krachtdadige karak
ters.
Anarchistisch© klaploopeis.
Wanneer men aan anarchisten denkt,
dan stelt men zich altijd lieden voor,
die allerminst weeidè hebben en er
naar trachten de maatschappij uil haar
voegen te rukken, ten einde zich geld
en zingenot te verschaffen. Als men
echter ziet, hoe de hoofdmannen der
Parijsche anarchisten leven, dan zou
men waarlijk tot de gevolgtrekking
moeten komen, dat de door hen be
stuurde syndicaten over rijke fondsen
beschikken ,en reeds nu van het vette
der aarde volop genieten.
Eenige dier syndicaten hebben een
auto, en onlangs vroegen ze aan den
prefect der Seine de machtiging om
hun, 40 zegge veertig paarden
in de Arbeidsbeurs te mogen stallen.
In .een auto leidde de anarchist Crais-
sac de jongste werkstaking der „lads"
(renbaanpersone,;el),en in auto begeeft
zich de anarchist Bataud naar wij
in een Fransch blad verzekerd vinden
naar de fijnste restaurants, waar
hij zich maaltijden van 18 frank per
hoofd veroorlooftDe heeren mani
festeeren nog slechts in auto's en,
merkt het Fransche blad op^ ats de
luchtscheepvaart wat meer algemeen
wordt, zal men hen spoedig uit een
bestuurbaren ballon of een vliegtoe
stel zien, betoogen,
Voor het o-ogenblik echter laten de
parijsche revolutionnairen van de daad
de huurders van taxi-auto's veel ver
dienen. Verleden week hadden zij niet
minder dan 60 dier moderne voertui
gen in beslag genomen en hebben zij
zichover de boulevards en door de
straten laten rijden, om.... te manifes
teeren ter gunste van Ferrer, den
Spaansdien anarchistisch en leeraar en
schrijver, die het thans met zijn Re
geering leelijk aan den stok heeft. Een
wel pteizierige, maar vrij kostbare be
tooging inderdaad, idie op ongeveer een
tapjevan duizend frank is te staan ge
komen.
Deze volksmenners zijn dus blijkbaar
rijk en kunnen zich het genoegen geven
in een auto te- rijden en goe-de sier te
maken, maar het kan, dunkt ons, niet
uitblijven, of de werklieden, die het
geld daarvoor bijeenbrengen, zutlen
weldra oordeeten zoo- zij het al niet
reeds doen, dat zij niet een deel
van hun loon prijsgeven voor het pi ei-
zier, om hun leiders Yvetot, Hervé en
anderen in automobiel te zien rijden
of hen dure restaurants te- zien bezoe
ken.
En wellicht zullen ze tevens van
meéning wezen, dat de zaken van Fer
rer en van het Spaansche gouverne
ment niet veel hebben uitstaan met
de belangen van hun corporaties, en
dat bijgevolg de heeren, die voor deze
belangen heeten op te kómen, ais het
hun lust te manifeste,eren, wel te voet
konden gaan, wat aan de kas heel
•wat minder zou kosten. Maar als zij
zoo denken en spreken, dan mag ook
met reden verwacht, dat zij er den
brui van zullen geven, nog langer hun
geld aan de menners te verstrekken,
die hen exploiteeren en uitlachen.
»"p
„1
De bloei van Argentinië.
Men schrijft ons:
Niets kan onze Europeanen meer
verwonderen en ook onze aandacht
trekken, dan de waarlijk fabelachtige
vooruitgang van Argentinië geduretde
de laatste jaren. Deze enorme voor
uitgang is voornamelijk toe te schrij
ven aan de snelie ontwikkeling op
landbouwgebied. Daarbij zijn er eerst
15.630.000 van de 295.050.700 H A. land
onder de ploeg gekomen. Dit aanbouw-
oppervlak vergroot zich echter ieder
jaar enorm. Verleden jaar werden o.a.
niet minder dan 1.343.000 H.A., zijnde
een oppervlakte ais half België, nieuw
ontgonnen. Onder meer bouwde men
5.238.000 meter tonnen graan en
1.100.000 metertonnen lijnzaad. De uit
voer van landbouwproducten alleen
vertegenwoordigde een waarde van 600
millioen gulden, en de veestapel ruim
280 millioen gulden. De totale invoer
bedroeg 600 millioen gulden, daarvan
waren 10 millioen gulden aan land
bouwmachines en gereedschappen, aan
zaaizaad alleen 1.283.800 en aan vee
4.288.800 gulden.
De veeteelt beslaat nog; steeds bijna
de geheele oppervlakte van Argentinië,
dat een oppervlakte daar,stelt van
Zweden, Noorwegen, Denemarken, Ne
derland, België, Frankrijk, Zwitserland,
Italië, Oostenrijk, Hongarije en Duitsch-
land bij elkaar; hierop telde men in het
jaar 1907 meer dan 29 miliioen stuks
runderen, 7Va millioen paarden, 67 mil
lioen schapen, 4 millioen geiten en 1.4
millioen varkens.
Het gezamenlijke mobiele kapitaal
werd in het jaar 1906 op 4845 millioen
gulden geschat, en mag nu wel 10 mil
liard bedragen. Wanneer men nagaat,
dat Argentinië alleen 6.484.000 inwo
ners telt en de hoofdstad alleen reeds
1.189.000, dan kan men ontegenzegge
lijk daaruit een buitengewone vooruit
gang en wclst.an(d opmaken, en tevens
een verbazende koopkracht der geza
menlijke bevolking. Daar Argentinië hij
gelegenheid van het eerste eeuwfeest
zijner onafhankelijkheid, in de maand
Juni van het volgend jaar, een groote
internationale landbouwtentoonstelling
houdt, waarop lanidbouwvoortbrengse-
len, -nijverheid, -werktuigen en -ge
reedschappen enz., benevens vee zul
len worden tentoongesteld, zoo is een
goed georganiseerde inzending, niet al
leen zijdens eiken exporteerenden fa
brikant en producent, maar ook zij
dens elke zorgzame regeering, niet al
leen wenschelijk, maar ook een pa
triottische plicht, vooral met het oog
op behoud en voortgang van den wel
stand en op de economische en poli
tieke invloed van eigen natie.
De eindtermijn voor plaatsaanvraag
voor vee is 1 Februari 1910, en voor
de overige inzendingen 1 December
1909, vastgesteld.
Inlichtingen worden, zooais bekend
is, door alle Argentijnsche gezantschap
pen en consulaten en door den Com
missaris-generaal voor Europa, de con
sul Niederlein, Ai-gentijnsch gezant
schap te Berlijn, verstrekt.
Teruggevonden.
Dat de dienstplicht de ouders hunne
kinderen ontneemt, is een der groot
ste plagen van het militairisme; zeld
zamer is het, dat zij aan ouders ver
loren kinderen terug geeft. Toch is dat
nu in Italië gebeurd. De ambtenaar
der gemeente Res'ina, bij Napels, be
last met het nazien der dienstplich
tigen, mag zich beroemen eene moeder
haar sedert lang dood gewaanden zoon
te hebben teruggevonden.
De beambte vond op de rol van
de in 1890 geboren dienstplichtigen, den
naam Enrico Eduardo Bertini, wiens
beweerd afsterven in een kindergesticht
te Napels, niet in het register van
den burgerlijken stand was ingeschre
ven.
Met eene voor Zuid-Italië zeldzame
nauwkeurigheid, besloot hij die zaak op
te helderen en kwam aldus tot de vast
stelling van de volgende feiten.
De jonge Bertini was in 1890 gebo
ren te Resina, als kind van aldaar
wonende jnillionnairs, Wegens zieke
lijkheid werd hij opvolgelijk aan ver
scheidene voedsters toevertrouwd. In-
tusschen moest zijn vader wegens ge
zondheidsredenen, een anider verblijf
opzoeken, en de ouders lieten toen
het kind bij eene voedster te Resina
achter, en vertrouwden aan eene bloed
verwante het toezicht over het kind.
Terwijl de moeder door de ziekte
van haren man, die kort daarna stierf,
ver van Resina werd gehouden, werd
het kind weer ziek en de voiedster
wist niets beters te doen, dan het aan
een kindergesticht te Napels toe te ver
trouwen.. Toen eenigen tijd later de
moeder, weduwe geworden, naar Re
sina terugkeerde, vernam zij dit en
sneldeaanstonds naar Napels om haar
eenig kind te omhelzen. De bestuur
dervan het gesticht deelde haar de treu-j
rige tijding mede, dat het kind gestor
ven was.
Diep bedro efd, keerde de moeder te
rug naar Resina en leidde, trots haar
rijkdom, een eenzaam leven.
In werkelijkheid echter was er in het
kindergesticht te Napels eene verwis
seling gebeurd en de doodgewaande En
rico Eduardo Bertini, was als aange
nomen kind afgestaan aan een boer
van Tarditi. Maar dat ontdekte eerst
nu de ambtenaar van Resina, toen hij
naar dezen onzekeren dienstplichtige
onderzoek deed.
Vreugde en angst tegelijk vervulde bij
dit bericht het vereenzaamd moeder
hart en snel begaf zij zich, vergezeld
van den ambtenaar, op zoek naar haar
eenig kind. In Tarditi vonden zij wel
de pleegouders, maar niet den zoon,
daar de boer hem aan een familie
lid had geleend, om bij dien veldar
beid te helpen. Men ging daar heen en
men yond Enrico Eduardo Bertini in
het zweet zijns aanschijns den grond
werkende. Verlegen en sprakeloos
stond de arme jongen daar, toen eens
klaps de fijn gekleede dame zich ats
zijne moeder deed kennen en hij ver
nam de erfgenaam te zijn van verschei
dene millioenen.
En aldus gebeuren er nog altijd won
deren dank van den eenen kant
aan de Napelsche"1 nalatigheid en van
den anderen kant aan de onverbidde
lijke gestrengheid van den ambtenaar
van Resina.
De betooging tegen het Spaansch
Consulaat.
Van regeeringswege zijn maatregelen
genomen tegen herhaling van een
betooging tegen het Spaansche Con
sulaat, gelijk Zondagavond te Am
sterdam plaats had.
„Den leider trouw."
Naar de „N. Ct." verneemt, zal nog
deze week bij de uitgevers Oosterbaan
en Le Cointre, te Goes een brochure
het licht zien van de hand van mr. J.
A. de Wilde, te 's Gravenhage, getiteld:
„Den Leider Trouw, een woord naar
aanleiding van den politieken moord
aanslag op dr. Kuyper."
Hoe vtug procedeert men in
JSedeiiand P
„Land en Volk" schrijft
In een nummer van het „Weekblad
van het Recht" vinden wij weder twee
bijdragen tot beantwoording van bo
venstaande vraag (no. 8894 van 29
September 1901).
lo. De eigenaar van een huis te
Zaandam beweert in zijn eigendom
schade te hebben geleden door een
werk, dat het gemeentebestuur heeft
ondernomen; het bouwen van een
sluis, waarbij „enorme" hoeveelheden
zand zijn gestort. Wanneer het proces
is begonnen, blijkt niet precies. Wel
zien wij, dat op 2 Februari 1904 de
Haarlemsche Rechtbank daarin 'een
tusschen-vonnis heelt gewezen.
De uitspraak dier Rechtbank volgde
op 27 Februari 1906. Hooger beroep
werd aangeteekend op 6 April 1906.
Het Gerechtshof te Amsterdam besliste
in appel op 11 December 1908. Thans
wordt de zaak in cassatie voortgezet.
Een tijd vaD ongeveer zes jaren is dus
zeker met deze zaak gemoeid.
2o. Iemand legde in Februari 1902
beslag op drie rijtuigen, bewerende
dat die hem waren „ontvreemd". Over
de vanwaardeverklaring van dit beslag
zijn de partijen sedert 1902 voortdu
rend aan bet pleiten. Eindelijk heeft
het Amsterdamsche Gerechtshof bij
arrest van 21 Mei 1909 uitgemaakt,
dat het beslag ten onrechte is gelegd.
Het arrest zegt heel nuchter, „dat het
gelegd beslag ruim zeven jaren op
drie rijtuigen heeft gerust, zoodat ge
daagde al dien tijd het vrije gebruik
daarvan heeft gederfd, daarvoor krijgt
hij f 400 schadevergoeding. Ook dit
zaakje is echter nog niet uit; „cassa
tieberoep is aanhangig."
Wij voegen hierbij nog een
3e geval uit een vroeger nummer
vau het „Weekblad van het Recht"
(no. 8879 van 25 Aug. 1909). Daar
gold het een geschil over de beweer
de nabootsing of schending van een
merk „Gouda kaarsen". Vier jaren
lang is men daarover bezig geweest.
Gedurende al dien tijd heeft de ge
daagde in onzekerheid verkeerd, of hij
mocht voortgaan met het gebruik van
het door hem gebezigde merk.
Wetgevende en rechterlijke macht
behoorden met de balie samen te
werken om aan zulke toestanden een
einde te maken.
W oekerbestrij ding.
In het „Katholiek Sociaal Week
blad" komt van de hand van onzen
7?
Een jdiep rivierdal in de Sierra
wan Califomië.
Aap -heide kanten dalei! de rots
wanden met ruwe trappen af, tot
aan dei oevers van den stroom. Op
den vruchtbaren leemgrond hebberi
Engelsche planters den „ranch" aan
gelegd, uitgebreide apipel- en abri-
koztenvelden. Tot hoog in de wou
den op de bergtoppien staian de strui
ken en boomcri. E|! daair midden in
liggen de blokhuizen der arbeiders
en de boerderijen |d©r eigenaars.
Waar de rivier den bocht maakt,
springt- de oever naar voren als ©eri
wachtpost hoog j.n de lucht. Daar
staat het huisje met het telefoon
station- 1 -
Het is Zutordagnamidxiag.
Dora Bruce, de telefoonjuffroulwi
is juist opgebeld. Het klingelen
kwam uit Yu ba-City beneden in de
vlakte. Het gesprek was zieer be
langrijk voor de> telefoniste. Dora
sprak met haar verloofde. M ;Tar het
meisje kon z|ijn stem moeilijk ver
staan, [zoo vreemd en opigewondel!
klonk tzle in den boorln. Dat was
van opwinding.
Lk wiord onderdirecteur aan de
bank Dora. Met den eersten v,a|!
de maand..Binned veertien diagen
trouwen wij; lieveling. Morgen kom
ik bij jes, dan 'zullen we alles be
spreken.
Het meisje kon niets anders zleg-
gen dan George! O.... Goddank,
Goddank.
Haar hart wias vol vreugde.
'Maar opnieuw' klonk 1de bel, 'Nelly
iWhite, de telefoniste van Mjeleton,
het stadje aan het Meleton-meer, een
pa,ar mijlen hooger den stroom, op,
wou met haar spreken. En ook nu
was het geen atobtsgesprek.
Dora, de picnic zal morgein wel
niet doorgaan. Sinds gistere:! heb
ben we hier een echte zjondvloed.
En een storm va;n gewéld. Het wa
ter van het meer is reeds doorge
drongen tot de straten. Al het laad
staat onder w'ater.
Ik was toch niet meegegaan,
Nelly. Morgen komt George-. Zeg,
hij' is onder-directeur geworden. Daar
hebben we lang opgewiachb. Nu trou
wen we binnen veertien dagen. Maak
u maar vast gereed voor de bruiloft.
En het meisje ziat daar nu in zalig
droomen- Buiten -ZiWeepte de storm
dichte regenvlagen voorrt. Maar zij
zag_ het ni-et. En in het koken en
bruisen van -deze stro-om, hoard© zij
niet het dreigen van ee|! verschrik
kelijk doo'dslied. Zij was immers in
het zonneland der liefde, ondier den
blauwen,hemel van het geluk
Spoedig reeds immers 'zlal zij, veree-
mgd wezen met haar geliefde. Dan
zullen zij nooit, nooit meer van el
kander scheiden. Angst, en zorgen
zullen idan voor altijd hebben op
gehouden. En de ould-e moeder, die
zoo- geduldig altijd het hard© lot van
het leven heeft we-ten te dragen, zal
een gelukkigen ouderdom hebben bij
de liefde van hare- kinderen. Eeh
gelukkig avondrood na een langen
droeven regendag1.
iWeer klinkt het ©leetriseh geklin
gel.
Maar nu zoo- scherp, en schril, en
aanhoudend, dat D.ora, verschrikt op
springt. Het is als het no-odga-
schreeuwi van -een mensch i|r doods
angst,. -
Nu eerst bemerkt het meisje dat
het buiten donker is. Zijl moet het
electrisch licht do-en gloeien. En toch
is 't nog in 't geheel geen avoül-
Nu hoort zij ook he-t klagen van den
wind en het doffe dreigen val! het
rollende wlater. Een bemauwcfrd ge
voel komt over haar; sidderend
brengt zij! het toestel aan het oor.
Het is weer de telefoniste uit Mpl-
ton met, wiep zij spreekt. MJaar nu is
bet gesprek zuiver ambtelijk.
Da,m doorgebroken biji het, meer-
De vloed stroomt in uw; richting.
Terstond de abonné's wdarschuWeri-.i
Als een dreigend donderwóord valt
een vertoomden god harst het ia
Dora's hart. Of doet het al: luider
en luider wordend© bruisen daarbui
ten Zij kijkt het venster u,it..i,:
Hemel, dat lichten en schitteren
ge-en p-aar -ellen van het- vefiistier is
immers d'ë rivier. M:aa,'r. neen, niet
de rivier,het is het meer van
boven uit d© bergien, dat buiten 'zijd
oevers is getreden, om allen in 't
verderf te storten.
Ontzet springt hét meisje naar de
deur. (Wieg .-wieg uit dit dal van
den dood weg naar moe|ier bo
ven in dein „ra -k-Ii". Daar zlal de
vloed zoo- gauw1 niet kamen. i.Wat
gelukkig, dat moeder nu ni-et-meer
woont "op da „farm" beneden i).r het
dal, zioo-als vroeger in ha;a)r goede da
gen, toen de, „farm" ha-ar eigendom
was. Da mensclhen op de boerenhof
steden in het dal-., .Plotseling' o|:it-
waakt-e 'zij als uit een benauwden
droom..
Alles stond nu ineeUs --vreeselijk
duidelijk voor haar geest,. Zij mocht
immers piet vluchten. Een;st moest
zij' zorgen voor al die nuenschön,
wier leven gesteld Was in bare han
den. Aan zichzelf mo-clit zij' nietdei!-
ken, al wias zij ooik een jongfa geluk
kige bruid, die haar leven aan ©an
ander had geschonken.. Haar plicht
was -immers hier...De plicht, was
sterker da;n het leven en -evel! op|ver-
bicldellijk als, de do-od. En niemand
was er om: dien plicht van haar over
te nemen. Groote God, hoe had zij
dat maar een oogenblik kunlnelm ver-
ge,ten..,
Reeds stond 'zij' voor haar toestel.
Me,t koorts ach t.igen haast liet zij de
bellen rinkelen. Als kiidersmeekeja
stormden de kl anken tegel! het dof
geloei yan het rollende wdtter en
tegen het geklaag viap dep razjeliidejn
storm.
Eerst de Cédar Creek, die fapm die
het meest gevaar liep. Cladatr-Creek,
waar zij vroeger gewoond had. Ce
dar-Creek! Eigenaardig, hoe d-e ge
dachten joegen door het hoofd van
het meisje. Het was, of 'zij, elk Woord
voelde lals een trappen vajn paar
denhoeven tegen haar slapeu. En
steeds met een Zlelfden djreun, als
met een bepaalde melodie keeridten
die woorden wie-er. Juist en nauw
keurig naar den dreun, waarop da,ar
buiten het woeste water 2bng de doo-
denhymme. ®jaarom eerst Ciedar-
Creek Daar woonde immers de fa
milie ,van den hardvocihtigen ma|!,
die, de vriendschap' had ycrradlen en
haar goeden, lichtgelooyigten vader
jaren geleden uit huis en hof had
verjaagd.
jMaar daiarover had 'zlijl niet te o-or-
deelen. Dat doet Go|dDat doet God
Voor haar blijft, alleen de plicht.
Nu niets anders dan de bericthte|!.
En Goddankhet is nog piet te laat.
De mensöh-en hebben haar begrepen.
Zlijl vluchtten. Zij zlijn gered. En riu
de molen, de avondschool, dia pas
torie, een paar hoeven nog..AJQiad
zullen gered Worden. Kalm blijven.
Geen angst, aanstonds zlal zijl vrij
weizen. En morgen komt- George
Vermoeid w'aeht zij! een oogenblik.
Klopte daar niet iemand aan ld©
deur Zij. beeft over al haar ledema
ten. jMaar heen, laiet zij!, het gieheele
huis isiddert. Zij is z;oo bang, zoo
doodsbang'. Als Georg-e toch maar
hier !Was. Hij is zioo sterk en zoo
moedig'. Zoo trouw en goed. Hij zbu
haar beschermen tegen heel de we
reld en tegen den bit ter dool.
Daar komt iets binnen ia het don
ker. Het legt zich week aan hare
voeten. Zij! weet niet wat het is, dat
daar binnen sloop bij geslotea deu
ren.
Maar nu voelt zij het ook koud en
vochtig tegen haar opstijgen. Hooger
en hooger komt het, Ziooals ijzig© doo-
denhander, Idie uit het matte graf
optasten naar bóven.
In haar angst loopt zij naat :1e
deur. Die gaat toch anders naar bui
ten open. Maar nu kale zij haar niet
openen. Daarbuiten staat ee':i ge
heimzinnig© macht, die hst haar be
let. En idezfe macht is groot en sterk,
'zoo,als de doold' is. En weer siddert
heel het huis. Het kraakt in z|ijn
voegen. jPiotseling springt jde deur
opende vensters vallen i|! splinters
in de kamer. De Wilde graüwe gol
ven stormen naar bilojnén en dragen
het Weisj© op zachte wéék-» armen
ver weg het land in, naar beneden
in de vlakte, waar de geliefde met
verlangen en liefde aal! haar denkt.
Een paar dagen later, toen de ele
menten tot rust waren gekomen,,
vond men het doolde lichaam der jon
ge telefoniste.
De gelaatstrekken waren verwron
gen; tmen herkende de dood© aal.i!
den hoorn van het te 1 o f ooli - toes tel
welke met een leeren band aal! het
hoofd w'as Bevestigd.