De toestand in Rusland. Het onderwijs in Frankrijk, Gemengde Buitenlandsche berichten Moader en Martelares" FLIGHT. Dit w'as het begin van een stel sel, dat heel wat ellende en verdriet over Rusland heeft gebracht, en dui zenden menschel! door moord of te rechtstelling het' leven heeft doen verliezen. BINNENLAND. Onze nieuwe feuiUeton begint Vrijdagavond a,«. FEUïLLETON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT De bekende' revolutionair Ppins Krapotkin heeft voor' de ontvangst van het Bussische parlemjentaine co mité te honden een klein hoekje ge schreven ovei' wat hij mom de „Wit te terreur' die thans in Ruslanl heerscht. Dit is ditmaal eens geen „vlam mende aanklacht", maar een nuch tere verzameling van feiten, ©i-i juist daarom een krachtig protest tegen een stelsel dat zelfs door den Doema- president Ohomjakof wordt veroor deeld. Thans is dat hoekje verschenen: het geeft nauwkeurige en vast om lijnde begrippen van de ongeloof lijk dictatoriale macht van den gouver neur-generaal, die in vele districted volkomen kracht heeft over leven en doodva,n de wijze waarop de krijgsraden aanklachten beha|dde- len en vonnissen wijzienvan de overvulJ ing der gevangen isseayan de foltering die de gevangenen on dergaan; van den da;gélijkschie|n ar beid der beulsknechtenvan de werk zaamheden der provocateurs, en da geheime intriges van de Echt-Bius- sische mannen Met ©en bijna, wreedte- kalmte ver bindt- Krapotkin feit aan feit, al toos zijn bronnen noemend, die voor het grootste gedeelte uit officieels stukken bestaan. Juist daardoor is dit kleine en eenvoudige, boekje zoo verschrikkelijk, wa,nt, het kan niet worden ontkend, Idat de daarin aain- geha,al-de feiten juist zijn. De ontzettende toestand-el! i]m He gevangenissen worden door een paar regels aangegevenuit officieel© stukken, door het bestuur dar gevan genissen opgemaakt, voor den Rijks raad, blijkt, dat op' 1 .Februari 1909 in de gevangenissen valn bet Russi sche Rijk 181.137 gevangenen wa ren opgenomen, ela dat op dat tijdstip 30.000 gestraften op! transpor! waren naar Siberië. Het aantal gevangene).! is in de laatste vier jaren jaren geregeld toe genomen in 1904 waren er gemid deld p. dag 85.000, in 1906: 111000, iin 1907 138.000, in 1908 170.000, in 1909 ruim1 180.000 En daar in de Russische gevangenissen slecihlts plaats is voor 107.000 personen, moest de overbevolking in d® gevan genissen aanleiding geven tot hat uitbreken van besmettelijke' ziekten, scheurbuik en typhus. De gruwelijke folteringen en mis handelingen, die i|a |de gevangenissen voorkomen, en waarover een aantal klachten door de rechtbanken wer den behandeld, hebben geleid tot, het groote aantal zelfmoorden. Een lijst, opgemaakt uit, de berichten loopenda van Januari .1906 tot November 1908 bevat 180 berichten van zelf moord, uit wanhoop over de mis handelingen. Het werk der beulsknechten wordt door twee getallen geïllustreerdvol gens de officieel© berichten der krijgsraden werden in vier japed 2118, volgens de berichten der dag bladen 2298 mensehen il-i Rusland ter dood gebracht. Het verschil tu,s- scihen heide getallen wordt gevormd door de opgehangen soldaten, wier veroondeelingen in de officieel© lijst der uitgesproken vonnissen piet, op genomen zijn. Over bijna geheel Rusland is de staat van beleg! afgekondigdalle vergrijpen worden behandeld voor de krijgsraden, die ook voer ld© kleinste slechts één vonnis wijze|a ad pa.ti- bulum! De krijgsraden doen Idat niet uit wreedheid, maar omdat de krijgswet het voorschrijft, zoo op te treden tegen menschel!, die omidër lie strafwetgeving tot een paar weken of maanden gevangenisstraf zouden veroordeeld zijn. Belangrijk zjjn de mededeel iugeü over de spionnen eia d© age|nts-pro- vocateur in dienst der regeering- Uit die medeldfoelingien blijkt, dat de Rus- sisebe politie haar. spionnenstelsfel reeds sedert bijna 30 jaren organi seerde. Onder Alexander HI was een bijzonder soort politie ingesteld, dat den naam Ochrana (Bescherming) droeg, en die d© taak had voor de persoonlijke veiligheid van den Tsaar te zorgen. De chef vain die Ochrana,, kolonel Soedeikin, knoop te met den terrorist Degaj-ef betrek kingen aan, om hem over 'te halen, aan het Uitvoerend Comité van zijji club voor te stellen, den minister van binnenlabdsdhe zaken. graaf Tolstoï en den grootvorst Wladimir te ver moorden. en dan Jdit comité te ver raden. Dit duivelscih, plain was op gemaakt, om Soedeikin gelegenheid te geven zich te onderscheidenhij ztou dan wel chef van de geheel© politie worden en Degaijjef aan een goed baantje helpen. Het hoofdstukje over d© willekeur der bureaucratie is het meest, ken schetsende voor den toestand, i|! Blus- land. Het verwiaaploozen van wétten en voorschriften is de gewone han delwijze van de Russische- ambtena ren de politie beschouwt zich als de alleenheerscher in elk distriet; en boven de hoofden val! jdiifzlehiden Bussen zweeft de voortdurend© be dreiging, vervolgd, in Üe gevangenis geworpen, gedood te werden, wijl zij deelgenomen hebben aan de vrij heidsbeweging in 1905. Voor alle slachtoffers van het, bar baar;-! he, mi'd'defieeuwsch© ondsr- dmkki ngsstclse 1 van Stolypin roept, prins Krapotkin het medelijden, jde hulp der1 beschaafde wereld in. Hij wijst op het toenemend solidariteits gevoel onder de volkeren der aarde, als een der grootst© weldaden yam den nieuwepen tijd. Dat solidariteits gevoel moe! ook tot .Rusland wor den uitgestrekt en al is de hoop gering dat humaniteits-pr o-testen in druk imaken op' de Russische bureau cratie, toch mag het geen reden zijn, om' 'zé achterwege te laten. Velen hebben naar aanleiding van het schrijven der Fransche Bisschop pen hunne stem doen hooren. Onder dezen graaf de Mun. Hij Spreekt, zegt het „N. D.", de vrees uit, dat hot schrijven zijn uitwerking groolendeels missen zal, omdat de ge moederen reeds eenigszins zijn ver hard en de Fransche Katholieken met het neutrale onderwijs zijn verzoend geraakt,daar men verwaarloosde de neutrale schoot te signal eeren ats een vijand, met wien iedere onderhandeling uit den booze is. De Mun verwijst verder naar België, waar de strijd te gen de z.g. liberale school van af d©n beginne met onverzettelijke kracht en daarom met succes gestre den werd. „Het Belgische Episcopaat legde het interdict op de neutrale school en door die energieke daad werd het volksge loof gered." De toestanden in Frankrijk, waarte gen de bedoelde brief der bisschoppen gericht was, zijn tamelijk algemeen be kend. Het beginsel is door de toon-aange- vende partij in dat ongelukkige land verkondigd: het kind is het eigendom, nietvan de ouders op de eerste plaats, maar vóór alles van den Staateene zuivere consequentie van het socialis me. De Staat eischt daarom het kind voor zich op, om het van, den ongods- dïenstigen geest te doorvoeden, die het Staatsbestuur beheerscht. Het groote middel daartoe is het onderwijs. De kinderen worden als met geweld ge dreven naar inrichtingen van onder wijs, waar het ongeloof gepredikt wordt door den leermeester, door de school boeken, door de wanden der school zelfs, waar het kruisbeeld is weggeno men, en vervangen door eene afbeel ding van den oer-mensch volgens de goddelooze theorie van Haeckel. Het kind moest ontrukt worden aan hetgeen zij noemen verderfelijke religieuze in vloeden. En als de ouders protesteex-- den tegen dat stelselmatig werk van ontaarding, dan werden ze nog met Vervolging bedreigd, immers het kind behoort allereerst aan den Staat. Ziedaar de toestanden, waartegen de bisschoppen hunne stem hebben ver heven. En nu staan de Fransche ra dicalen en socialisten te trillen van verontwaardiging, over zooveel brutali teit, die zich durft indringen in het huishouden van den Staat, om dien wetten voor te schrijven. Alsof de bis schoppen anders had-den kunnen han delen zonder de roeping te verlooche nen, hen door Christus betrouwd. Als of er geen hoogere rechten zijn,' dan die eene anti-clericale regeering schept. Welke zat de indruk zijn, die het bisschoppelijk schrijven maakt op het. volk? Welke de blijvende vruchten? De geschiedenis van het Fran sche volk der laatste jaren in aanmerking genomen, en zijn lichtzin nig karakter naast de edelmoedigheid waarvan duizenden getuigenis afleggen door woord en daad is eenige som bere vrees niet ongewettigd. Velen zul len het gevoelen van Graaf de Mun de el en. - Waar deze heenwijst naar België, daar denken wij aan ons eigen land en dankbaar herinneren wij ons de woorden uit de bisschoppelijke circu laire van 22 Juli 1868, die lelk jaar lot tweemaal toe den geloovigen wor den herhaald: „De Kerk wil, dat de jeugd in de wetenschappen onderwe zen worde, maar z ij; eischt t e- v ens, dat dli t ond er w ij s in a 1'I e opzichten katholiek en gods- dienstig z ij. Er zijn plaatsen, waar de mogelijk heid om aan de kinderen katholiek- godsdienstig onderwijs tie geven ont breekt, en dan berusten de bisschop pen nood-gedwongen in die droeve noodzakelijkheid en drukken de ouders en oversten op het hart, zich ernstig te bevlijtigen die leemte in het on derwijs door eigen zorg door persoon lijke- toewijding aan te vullen. En wat de redenen betreft die som migen meenem te hebben, om „zonder nood aan het altoos gebrekkige- onvol doende onderwijs op niet katholieke scholen de jvoorkeur" te 'geven, luidt het aldus: „Ieder moge voor zich de rede nen wegen, die hij meent te kunnen hebben, om zoo te handelen; maai bij wege ze in de schaal des heilig» doms, voor de oogen van God. Wat ons betreft, B. G., Wij nemen niet op ons, hieromtrent lichtelijk gerust te stel len. Op deze wijze wordt hier het ge vaar afgeweerd, dat men neutraal on derwijs met godsdienstig gelijk stelle en dat men een door nood gedulden toestand verwarre met een normalen. Ik breng hier tot nadere bevestiging van het vermaan der Bisschoppen in herinnering een woord van P. Weiss; „Dan alleen is van opvoeding sprake als het godsdienstig leven uitgang, mid delpunt en doei der opvoeding is. Als andere opvoeding is eene dressuur tot halfheid, een africhten tot uite,dijken schijn en innerlijke onwaarheid:" (So ciale Frage). Als nu het onderwijs behoort tol de opvoeding, wat wel niemand zat be twisten, dan heeft ook P. Weiss, het neutrale onderwijs veroordeeld als on berekend voor zijn taakde vorming van ware, innerlijk krachtdadige karak ters. Anarchistisch© klaploopeis. Wanneer men aan anarchisten denkt, dan stelt men zich altijd lieden voor, die allerminst weeidè hebben en er naar trachten de maatschappij uil haar voegen te rukken, ten einde zich geld en zingenot te verschaffen. Als men echter ziet, hoe de hoofdmannen der Parijsche anarchisten leven, dan zou men waarlijk tot de gevolgtrekking moeten komen, dat de door hen be stuurde syndicaten over rijke fondsen beschikken ,en reeds nu van het vette der aarde volop genieten. Eenige dier syndicaten hebben een auto, en onlangs vroegen ze aan den prefect der Seine de machtiging om hun, 40 zegge veertig paarden in de Arbeidsbeurs te mogen stallen. In .een auto leidde de anarchist Crais- sac de jongste werkstaking der „lads" (renbaanpersone,;el),en in auto begeeft zich de anarchist Bataud naar wij in een Fransch blad verzekerd vinden naar de fijnste restaurants, waar hij zich maaltijden van 18 frank per hoofd veroorlooftDe heeren mani festeeren nog slechts in auto's en, merkt het Fransche blad op^ ats de luchtscheepvaart wat meer algemeen wordt, zal men hen spoedig uit een bestuurbaren ballon of een vliegtoe stel zien, betoogen, Voor het o-ogenblik echter laten de parijsche revolutionnairen van de daad de huurders van taxi-auto's veel ver dienen. Verleden week hadden zij niet minder dan 60 dier moderne voertui gen in beslag genomen en hebben zij zichover de boulevards en door de straten laten rijden, om.... te manifes teeren ter gunste van Ferrer, den Spaansdien anarchistisch en leeraar en schrijver, die het thans met zijn Re geering leelijk aan den stok heeft. Een wel pteizierige, maar vrij kostbare be tooging inderdaad, idie op ongeveer een tapjevan duizend frank is te staan ge komen. Deze volksmenners zijn dus blijkbaar rijk en kunnen zich het genoegen geven in een auto te- rijden en goe-de sier te maken, maar het kan, dunkt ons, niet uitblijven, of de werklieden, die het geld daarvoor bijeenbrengen, zutlen weldra oordeeten zoo- zij het al niet reeds doen, dat zij niet een deel van hun loon prijsgeven voor het pi ei- zier, om hun leiders Yvetot, Hervé en anderen in automobiel te zien rijden of hen dure restaurants te- zien bezoe ken. En wellicht zullen ze tevens van meéning wezen, dat de zaken van Fer rer en van het Spaansche gouverne ment niet veel hebben uitstaan met de belangen van hun corporaties, en dat bijgevolg de heeren, die voor deze belangen heeten op te kómen, ais het hun lust te manifeste,eren, wel te voet konden gaan, wat aan de kas heel •wat minder zou kosten. Maar als zij zoo denken en spreken, dan mag ook met reden verwacht, dat zij er den brui van zullen geven, nog langer hun geld aan de menners te verstrekken, die hen exploiteeren en uitlachen. »"p „1 De bloei van Argentinië. Men schrijft ons: Niets kan onze Europeanen meer verwonderen en ook onze aandacht trekken, dan de waarlijk fabelachtige vooruitgang van Argentinië geduretde de laatste jaren. Deze enorme voor uitgang is voornamelijk toe te schrij ven aan de snelie ontwikkeling op landbouwgebied. Daarbij zijn er eerst 15.630.000 van de 295.050.700 H A. land onder de ploeg gekomen. Dit aanbouw- oppervlak vergroot zich echter ieder jaar enorm. Verleden jaar werden o.a. niet minder dan 1.343.000 H.A., zijnde een oppervlakte ais half België, nieuw ontgonnen. Onder meer bouwde men 5.238.000 meter tonnen graan en 1.100.000 metertonnen lijnzaad. De uit voer van landbouwproducten alleen vertegenwoordigde een waarde van 600 millioen gulden, en de veestapel ruim 280 millioen gulden. De totale invoer bedroeg 600 millioen gulden, daarvan waren 10 millioen gulden aan land bouwmachines en gereedschappen, aan zaaizaad alleen 1.283.800 en aan vee 4.288.800 gulden. De veeteelt beslaat nog; steeds bijna de geheele oppervlakte van Argentinië, dat een oppervlakte daar,stelt van Zweden, Noorwegen, Denemarken, Ne derland, België, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Oostenrijk, Hongarije en Duitsch- land bij elkaar; hierop telde men in het jaar 1907 meer dan 29 miliioen stuks runderen, 7Va millioen paarden, 67 mil lioen schapen, 4 millioen geiten en 1.4 millioen varkens. Het gezamenlijke mobiele kapitaal werd in het jaar 1906 op 4845 millioen gulden geschat, en mag nu wel 10 mil liard bedragen. Wanneer men nagaat, dat Argentinië alleen 6.484.000 inwo ners telt en de hoofdstad alleen reeds 1.189.000, dan kan men ontegenzegge lijk daaruit een buitengewone vooruit gang en wclst.an(d opmaken, en tevens een verbazende koopkracht der geza menlijke bevolking. Daar Argentinië hij gelegenheid van het eerste eeuwfeest zijner onafhankelijkheid, in de maand Juni van het volgend jaar, een groote internationale landbouwtentoonstelling houdt, waarop lanidbouwvoortbrengse- len, -nijverheid, -werktuigen en -ge reedschappen enz., benevens vee zul len worden tentoongesteld, zoo is een goed georganiseerde inzending, niet al leen zijdens eiken exporteerenden fa brikant en producent, maar ook zij dens elke zorgzame regeering, niet al leen wenschelijk, maar ook een pa triottische plicht, vooral met het oog op behoud en voortgang van den wel stand en op de economische en poli tieke invloed van eigen natie. De eindtermijn voor plaatsaanvraag voor vee is 1 Februari 1910, en voor de overige inzendingen 1 December 1909, vastgesteld. Inlichtingen worden, zooais bekend is, door alle Argentijnsche gezantschap pen en consulaten en door den Com missaris-generaal voor Europa, de con sul Niederlein, Ai-gentijnsch gezant schap te Berlijn, verstrekt. Teruggevonden. Dat de dienstplicht de ouders hunne kinderen ontneemt, is een der groot ste plagen van het militairisme; zeld zamer is het, dat zij aan ouders ver loren kinderen terug geeft. Toch is dat nu in Italië gebeurd. De ambtenaar der gemeente Res'ina, bij Napels, be last met het nazien der dienstplich tigen, mag zich beroemen eene moeder haar sedert lang dood gewaanden zoon te hebben teruggevonden. De beambte vond op de rol van de in 1890 geboren dienstplichtigen, den naam Enrico Eduardo Bertini, wiens beweerd afsterven in een kindergesticht te Napels, niet in het register van den burgerlijken stand was ingeschre ven. Met eene voor Zuid-Italië zeldzame nauwkeurigheid, besloot hij die zaak op te helderen en kwam aldus tot de vast stelling van de volgende feiten. De jonge Bertini was in 1890 gebo ren te Resina, als kind van aldaar wonende jnillionnairs, Wegens zieke lijkheid werd hij opvolgelijk aan ver scheidene voedsters toevertrouwd. In- tusschen moest zijn vader wegens ge zondheidsredenen, een anider verblijf opzoeken, en de ouders lieten toen het kind bij eene voedster te Resina achter, en vertrouwden aan eene bloed verwante het toezicht over het kind. Terwijl de moeder door de ziekte van haren man, die kort daarna stierf, ver van Resina werd gehouden, werd het kind weer ziek en de voiedster wist niets beters te doen, dan het aan een kindergesticht te Napels toe te ver trouwen.. Toen eenigen tijd later de moeder, weduwe geworden, naar Re sina terugkeerde, vernam zij dit en sneldeaanstonds naar Napels om haar eenig kind te omhelzen. De bestuur dervan het gesticht deelde haar de treu-j rige tijding mede, dat het kind gestor ven was. Diep bedro efd, keerde de moeder te rug naar Resina en leidde, trots haar rijkdom, een eenzaam leven. In werkelijkheid echter was er in het kindergesticht te Napels eene verwis seling gebeurd en de doodgewaande En rico Eduardo Bertini, was als aange nomen kind afgestaan aan een boer van Tarditi. Maar dat ontdekte eerst nu de ambtenaar van Resina, toen hij naar dezen onzekeren dienstplichtige onderzoek deed. Vreugde en angst tegelijk vervulde bij dit bericht het vereenzaamd moeder hart en snel begaf zij zich, vergezeld van den ambtenaar, op zoek naar haar eenig kind. In Tarditi vonden zij wel de pleegouders, maar niet den zoon, daar de boer hem aan een familie lid had geleend, om bij dien veldar beid te helpen. Men ging daar heen en men yond Enrico Eduardo Bertini in het zweet zijns aanschijns den grond werkende. Verlegen en sprakeloos stond de arme jongen daar, toen eens klaps de fijn gekleede dame zich ats zijne moeder deed kennen en hij ver nam de erfgenaam te zijn van verschei dene millioenen. En aldus gebeuren er nog altijd won deren dank van den eenen kant aan de Napelsche"1 nalatigheid en van den anderen kant aan de onverbidde lijke gestrengheid van den ambtenaar van Resina. De betooging tegen het Spaansch Consulaat. Van regeeringswege zijn maatregelen genomen tegen herhaling van een betooging tegen het Spaansche Con sulaat, gelijk Zondagavond te Am sterdam plaats had. „Den leider trouw." Naar de „N. Ct." verneemt, zal nog deze week bij de uitgevers Oosterbaan en Le Cointre, te Goes een brochure het licht zien van de hand van mr. J. A. de Wilde, te 's Gravenhage, getiteld: „Den Leider Trouw, een woord naar aanleiding van den politieken moord aanslag op dr. Kuyper." Hoe vtug procedeert men in JSedeiiand P „Land en Volk" schrijft In een nummer van het „Weekblad van het Recht" vinden wij weder twee bijdragen tot beantwoording van bo venstaande vraag (no. 8894 van 29 September 1901). lo. De eigenaar van een huis te Zaandam beweert in zijn eigendom schade te hebben geleden door een werk, dat het gemeentebestuur heeft ondernomen; het bouwen van een sluis, waarbij „enorme" hoeveelheden zand zijn gestort. Wanneer het proces is begonnen, blijkt niet precies. Wel zien wij, dat op 2 Februari 1904 de Haarlemsche Rechtbank daarin 'een tusschen-vonnis heelt gewezen. De uitspraak dier Rechtbank volgde op 27 Februari 1906. Hooger beroep werd aangeteekend op 6 April 1906. Het Gerechtshof te Amsterdam besliste in appel op 11 December 1908. Thans wordt de zaak in cassatie voortgezet. Een tijd vaD ongeveer zes jaren is dus zeker met deze zaak gemoeid. 2o. Iemand legde in Februari 1902 beslag op drie rijtuigen, bewerende dat die hem waren „ontvreemd". Over de vanwaardeverklaring van dit beslag zijn de partijen sedert 1902 voortdu rend aan bet pleiten. Eindelijk heeft het Amsterdamsche Gerechtshof bij arrest van 21 Mei 1909 uitgemaakt, dat het beslag ten onrechte is gelegd. Het arrest zegt heel nuchter, „dat het gelegd beslag ruim zeven jaren op drie rijtuigen heeft gerust, zoodat ge daagde al dien tijd het vrije gebruik daarvan heeft gederfd, daarvoor krijgt hij f 400 schadevergoeding. Ook dit zaakje is echter nog niet uit; „cassa tieberoep is aanhangig." Wij voegen hierbij nog een 3e geval uit een vroeger nummer vau het „Weekblad van het Recht" (no. 8879 van 25 Aug. 1909). Daar gold het een geschil over de beweer de nabootsing of schending van een merk „Gouda kaarsen". Vier jaren lang is men daarover bezig geweest. Gedurende al dien tijd heeft de ge daagde in onzekerheid verkeerd, of hij mocht voortgaan met het gebruik van het door hem gebezigde merk. Wetgevende en rechterlijke macht behoorden met de balie samen te werken om aan zulke toestanden een einde te maken. W oekerbestrij ding. In het „Katholiek Sociaal Week blad" komt van de hand van onzen 7? Een jdiep rivierdal in de Sierra wan Califomië. Aap -heide kanten dalei! de rots wanden met ruwe trappen af, tot aan dei oevers van den stroom. Op den vruchtbaren leemgrond hebberi Engelsche planters den „ranch" aan gelegd, uitgebreide apipel- en abri- koztenvelden. Tot hoog in de wou den op de bergtoppien staian de strui ken en boomcri. E|! daair midden in liggen de blokhuizen der arbeiders en de boerderijen |d©r eigenaars. Waar de rivier den bocht maakt, springt- de oever naar voren als ©eri wachtpost hoog j.n de lucht. Daar staat het huisje met het telefoon station- 1 - Het is Zutordagnamidxiag. Dora Bruce, de telefoonjuffroulwi is juist opgebeld. Het klingelen kwam uit Yu ba-City beneden in de vlakte. Het gesprek was zieer be langrijk voor de> telefoniste. Dora sprak met haar verloofde. M ;Tar het meisje kon z|ijn stem moeilijk ver staan, [zoo vreemd en opigewondel! klonk tzle in den boorln. Dat was van opwinding. Lk wiord onderdirecteur aan de bank Dora. Met den eersten v,a|! de maand..Binned veertien diagen trouwen wij; lieveling. Morgen kom ik bij jes, dan 'zullen we alles be spreken. Het meisje kon niets anders zleg- gen dan George! O.... Goddank, Goddank. Haar hart wias vol vreugde. 'Maar opnieuw' klonk 1de bel, 'Nelly iWhite, de telefoniste van Mjeleton, het stadje aan het Meleton-meer, een pa,ar mijlen hooger den stroom, op, wou met haar spreken. En ook nu was het geen atobtsgesprek. Dora, de picnic zal morgein wel niet doorgaan. Sinds gistere:! heb ben we hier een echte zjondvloed. En een storm va;n gewéld. Het wa ter van het meer is reeds doorge drongen tot de straten. Al het laad staat onder w'ater. Ik was toch niet meegegaan, Nelly. Morgen komt George-. Zeg, hij' is onder-directeur geworden. Daar hebben we lang opgewiachb. Nu trou wen we binnen veertien dagen. Maak u maar vast gereed voor de bruiloft. En het meisje ziat daar nu in zalig droomen- Buiten -ZiWeepte de storm dichte regenvlagen voorrt. Maar zij zag_ het ni-et. En in het koken en bruisen van -deze stro-om, hoard© zij niet het dreigen van ee|! verschrik kelijk doo'dslied. Zij was immers in het zonneland der liefde, ondier den blauwen,hemel van het geluk Spoedig reeds immers 'zlal zij, veree- mgd wezen met haar geliefde. Dan zullen zij nooit, nooit meer van el kander scheiden. Angst, en zorgen zullen idan voor altijd hebben op gehouden. En de ould-e moeder, die zoo- geduldig altijd het hard© lot van het leven heeft we-ten te dragen, zal een gelukkigen ouderdom hebben bij de liefde van hare- kinderen. Eeh gelukkig avondrood na een langen droeven regendag1. iWeer klinkt het ©leetriseh geklin gel. Maar nu zoo- scherp, en schril, en aanhoudend, dat D.ora, verschrikt op springt. Het is als het no-odga- schreeuwi van -een mensch i|r doods angst,. - Nu eerst bemerkt het meisje dat het buiten donker is. Zijl moet het electrisch licht do-en gloeien. En toch is 't nog in 't geheel geen avoül- Nu hoort zij ook he-t klagen van den wind en het doffe dreigen val! het rollende wlater. Een bemauwcfrd ge voel komt over haar; sidderend brengt zij! het toestel aan het oor. Het is weer de telefoniste uit Mpl- ton met, wiep zij spreekt. MJaar nu is bet gesprek zuiver ambtelijk. Da,m doorgebroken biji het, meer- De vloed stroomt in uw; richting. Terstond de abonné's wdarschuWeri-.i Als een dreigend donderwóord valt een vertoomden god harst het ia Dora's hart. Of doet het al: luider en luider wordend© bruisen daarbui ten Zij kijkt het venster u,it..i,: Hemel, dat lichten en schitteren ge-en p-aar -ellen van het- vefiistier is immers d'ë rivier. M:aa,'r. neen, niet de rivier,het is het meer van boven uit d© bergien, dat buiten 'zijd oevers is getreden, om allen in 't verderf te storten. Ontzet springt hét meisje naar de deur. (Wieg .-wieg uit dit dal van den dood weg naar moe|ier bo ven in dein „ra -k-Ii". Daar zlal de vloed zoo- gauw1 niet kamen. i.Wat gelukkig, dat moeder nu ni-et-meer woont "op da „farm" beneden i).r het dal, zioo-als vroeger in ha;a)r goede da gen, toen de, „farm" ha-ar eigendom was. Da mensclhen op de boerenhof steden in het dal-., .Plotseling' o|:it- waakt-e 'zij als uit een benauwden droom.. Alles stond nu ineeUs --vreeselijk duidelijk voor haar geest,. Zij mocht immers piet vluchten. Een;st moest zij' zorgen voor al die nuenschön, wier leven gesteld Was in bare han den. Aan zichzelf mo-clit zij' nietdei!- ken, al wias zij ooik een jongfa geluk kige bruid, die haar leven aan ©an ander had geschonken.. Haar plicht was -immers hier...De plicht, was sterker da;n het leven en -evel! op|ver- bicldellijk als, de do-od. En niemand was er om: dien plicht van haar over te nemen. Groote God, hoe had zij dat maar een oogenblik kunlnelm ver- ge,ten.., Reeds stond 'zij' voor haar toestel. Me,t koorts ach t.igen haast liet zij de bellen rinkelen. Als kiidersmeekeja stormden de kl anken tegel! het dof geloei yan het rollende wdtter en tegen het geklaag viap dep razjeliidejn storm. Eerst de Cédar Creek, die fapm die het meest gevaar liep. Cladatr-Creek, waar zij vroeger gewoond had. Ce dar-Creek! Eigenaardig, hoe d-e ge dachten joegen door het hoofd van het meisje. Het was, of 'zij, elk Woord voelde lals een trappen vajn paar denhoeven tegen haar slapeu. En steeds met een Zlelfden djreun, als met een bepaalde melodie keeridten die woorden wie-er. Juist en nauw keurig naar den dreun, waarop da,ar buiten het woeste water 2bng de doo- denhymme. ®jaarom eerst Ciedar- Creek Daar woonde immers de fa milie ,van den hardvocihtigen ma|!, die, de vriendschap' had ycrradlen en haar goeden, lichtgelooyigten vader jaren geleden uit huis en hof had verjaagd. jMaar daiarover had 'zlijl niet te o-or- deelen. Dat doet Go|dDat doet God Voor haar blijft, alleen de plicht. Nu niets anders dan de bericthte|!. En Goddankhet is nog piet te laat. De mensöh-en hebben haar begrepen. Zlijl vluchtten. Zij zlijn gered. En riu de molen, de avondschool, dia pas torie, een paar hoeven nog..AJQiad zullen gered Worden. Kalm blijven. Geen angst, aanstonds zlal zijl vrij weizen. En morgen komt- George Vermoeid w'aeht zij! een oogenblik. Klopte daar niet iemand aan ld© deur Zij. beeft over al haar ledema ten. jMaar heen, laiet zij!, het gieheele huis isiddert. Zij is z;oo bang, zoo doodsbang'. Als Georg-e toch maar hier !Was. Hij is zioo sterk en zoo moedig'. Zoo trouw en goed. Hij zbu haar beschermen tegen heel de we reld en tegen den bit ter dool. Daar komt iets binnen ia het don ker. Het legt zich week aan hare voeten. Zij! weet niet wat het is, dat daar binnen sloop bij geslotea deu ren. Maar nu voelt zij het ook koud en vochtig tegen haar opstijgen. Hooger en hooger komt het, Ziooals ijzig© doo- denhander, Idie uit het matte graf optasten naar bóven. In haar angst loopt zij naat :1e deur. Die gaat toch anders naar bui ten open. Maar nu kale zij haar niet openen. Daarbuiten staat ee':i ge heimzinnig© macht, die hst haar be let. En idezfe macht is groot en sterk, 'zoo,als de doold' is. En weer siddert heel het huis. Het kraakt in z|ijn voegen. jPiotseling springt jde deur opende vensters vallen i|! splinters in de kamer. De Wilde graüwe gol ven stormen naar bilojnén en dragen het Weisj© op zachte wéék-» armen ver weg het land in, naar beneden in de vlakte, waar de geliefde met verlangen en liefde aal! haar denkt. Een paar dagen later, toen de ele menten tot rust waren gekomen,, vond men het doolde lichaam der jon ge telefoniste. De gelaatstrekken waren verwron gen; tmen herkende de dood© aal.i! den hoorn van het te 1 o f ooli - toes tel welke met een leeren band aal! het hoofd w'as Bevestigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 9