TWEEDE BLAD.
Van alles wat!
Gemengd Nieuws.
Staten-Generaal.
Stadsnieuws.
ZATEROaG 16 OCT. 1909.
XLVII.
Iets over spraakgebreken.
Als we eens rondzien in onze om
geving, dan treft het ons dadelijk
wanneer we er maar genoeg aandacht
aan schenken, hoe veel kinderen, en
ook volwassen menschen er zijn, die
last hebben met het spreken.
Kinderen die een paar letters niet
kunnen zeggen, die degelijk goed „bij"
zijn, maar laat en dan nog gebrekkig
spreken, volwassen personen ook, die
onduidelijk, binnensmonds of stame
lend spreken,hetis verwonderlijk hoe
talloos groot hun aantal is, als men
maar erop let.
Laat ieder maar eens rondkijken
in z'n omgeving en hij zal er versteld
over staan, dat spraakgebrek, in
allerhande vormen, zoo schrikkelijk
algemeen is.
Hoe of dat komt?
Ik denk, dat in de jonge jaren, op
de school, door onderwijzers en ouders
en door de laatste vooral r.iet
genoeg aandacht wordt geschonken
aan de klankvormingen de bevordering
van goed en duidelijk spreken. En
daarenboven: het spreekonderwijs als
eigenlijke wetenschap is een zaak van
betrekkelijk jongen datumvroeger het
product van den een of anderen
handigen technicus, is het spreekon
derwijs in onze dagen pas op weten
schappelijke grondslagen gevestigd.
De eersten, die het spreekonderwijs
aldus toepasten, en die zich voorna
melijk toelegden op verbetering van
stotteren en het leeren spreken van
doofstommen, konden nog niet nalaten
door een tikje geheimzinnigheid een
„geleerd" tintje te geven aan de zaak.
Tegenwoordig echter is er geen deug
delijke epreekleeraar of -leeraresse
meer, die zulke kwakzalverij (in den
oneigenlijken zin des woordsl) bij zijn
behandeling verkoopt, en de gronden
waarop het spraakonderwijs rust, niet
wil blootleggen.
Aan een Utrecbtschen collega heeft
de heer de Vries, een in ons land
zeer bekend man in deze materie, over
zijn spraakonderwijs en de tegenwoor
dig gevolgde methode een en ander
verteld, en ik vertel er hier wat
van na.
De heer de Vries vertelde onder
veel meer, dat er vertrouwen moet
bestaan, groot vertrouwen, tusschen
den spraakonderwijzer en de spraak-
gebrekkige. Ik geloof dat dit bij elke
behandeling en genezing van een of
ander gebrek het geval moet wezen,
maar ik geloof ook, dat aan dezen
noodzakelijken eisch door zeer velen
maar al te weinig aandacht wordt
geschonken.
Wat betreft degenen die een spraak
gebrek hebben, en die door het
spreekonderwijs kunnen worden ge
holpen, de heer de Vries onderscheidt
ze in niet minder dan acht categoriën.
Het grootst aantal spraaklijders zijn
ten allen tijde de stotter enden geweest.
En nog steeds wordt dit aantal grooter.
Onderworpen aan een methode volgens
het tegenwoordige standpunt der
wetenschap, waarvan de onderdeelen
zijn: ademhalings-, spreek- en wils-
oefeningen, bedraagt het succescijfer
in de laatste jaren 680/0 met volledig,
en 230/q met zoo goed als volledig
resultaat, zijnde een overwinning van
91 op de 100, die men met bemoediging
onder de oogen kan zien en die sterk
afsteekt tegen 't resultaat van vroegere
jaren, toen men nog geen 10% van
dat ingrijpende gebrek kon verlossen.
Stamelenden treft men van nature
alleen bij kleinere kindereD aan, doch
het kan, zonder dat men er een oorzaak
voor weet te ontdekken, wel eens wat
lang duren. Zijn er evenwel oorzaken,
zooals te weinig gehoor, adenoïde,
neuspolyp, gespleten gehemelte, enz.,
dan is de hulp van den arts noodig
vóór de spraakonderwijzer zijn kennis
van de vorming van iederen klank
kan toepassen, maar dan is de leer
ling ook al spoedig zoover, dat zijn
spraak niet meer afwijkt van de
normale.
Gevallen van totale spraakloosheid
komen meer voor, dan men opper
vlakkig zou denken. Is de spraak-
loosheid gevolg van geheele of gedeel
telijke doofheid, dan vinden deze
lijders hun onderwijs in de, steeds
van de vorderingen der wetenschap
nauwlettend partij trekkende en thans
alle de spreekmethode volgende, doof
stommen-inrichtingen. Is de spraak
loosheid gevolg van idiotisme, ook
hiervoor bestaan zeer goede inrichtin
gen, hoewel het aantal plaatszoekenden,
althans onder de min- en onvermo-
genden, doorgaans grooter is dan de
open plaatsen. De overige spraakloozen
vinden bij den spraakonderwijzer hun
plaats.
De groep van kleinere spraakgebreken,
het niet normaal kunnen zeggen van
een 1, een s, een r, dit zijn in
hoofdzaak de afwijkers leveren
slechts een klein contingent leerlingen:
zeer spoedig is door eenige doelmatige
tong-gymnastiek de normale uitspraak
in 't vermogen van den leerling gebracht
en kan de rest gevoegelijk aan eigen
oefening en daardoor vertrouwd maken
worden overgelaten.
In tegenstelling met vroegere tijden
zijn het heden ten dage de 4 volgende
groepen, die den spraakonderwijzer
veel, maar ook zeer dankbaar werk
geven. Het zijnde ontwikkeling van
de voormondspraakde verbetering van
nasale geluiden (het zoogenaamd door
den neus spreken), van abnormaal
hotae geluiden en versterking van te
zwakke geluiden. Natuurlijk zijn het
in de eerste plaats zij, wier beroep
meebrengt dat zij veel of met stem
verheffing moeten spreken: geestelijken,
advocaten, officieren, acteurs, reizigers,
enzen wien dit spreken tot heesch-
heid en vermoeienis van de keel, tot
prikkeling en hoesten aanleiding geeft,
of wier organen van nature te zwak
zijn om zich op eenigen afstand
verstaanbaar te maken.
Voor dezulken is het een werkelijke
levensbehoefte den spraakkundige te
raadplegen.
Maar meer en meer begint men in
het algemeen ook in te zien dat elke
functie van het menschelijk organisme
beschaafd kan worden en een flink
.ontwikkelde stem met geschoold ge
luid evenzeer een sieraad is als
een elegante gang en een fraai hand
schrift, zoodat ook tal van personen,
behalve de reeds genoemden, een cursus
volgen in methodisch spreken.
Met de zuivere aanwending van de
„normstanden", waarbij de geluiden
tegen de snijtanden vibreeren en de
voormond als resonator kan dienst
doen, gepaard aan een goede en
methodische ademhaling gymnastiek,
waardoor de longen versterkt en de
werking van bet diaphragma als
regulator verbeterd wordt, bereikt men
wonderen: menigeen heeft het bezit
van een goede stem en van zijn on
vermoeibaar uithoudingsvermogen aan
den spraakonderwijzer te danken.
Dit is, in breede trekken aangegeven,
de omvangrijke taak van het spreek
onderwijs in den tegenwoordigen tijd,
een taak waarvan het grootste gedeelte
eerst gedurende de laatste 25 jaar is
opgelegd geworden.
Bij het tegenwoordig standpunt der
wetenschap is de spraakkunde in veel
gevallen de technicus van den keel-
neusarts.
Het ware voor menigeen te wen-
schen, dat dit wat meer en wat beter
begrepen werd, vooral door de ouders
Ik kan er niet genoeg op aandrin
gen dat zij, die bij hun kinderen
spraakgebreken bemerken, die niet
moeten laten loopen, en zeggen „het
komt later wel terecht", maar dat ze
een spreekonderwijzer gaan raadple
gen. In veel gevallen zal deze het
kind eerst naar den medicus moeten
zendeD, maar dan zal ook uitkomen,
dat medische behandeling hóognoodig
was!
En moet ik er nog aan herinneren,
dat in onzen tijd van strijd om het
bestaan, behoorlijk te spreken eender
allereerste eiscben is gewerden, voor
iedereen en in eiken stand, om door
de wereld te komen?
F.
Wisselruiterij en juridieke
beschermer».
„Kijker" schrijft in de „Tel."
Daar was ereis 'n man, niet heel
jong1 meer en óók niet heel enprgiek,
die geld noodig" had in zijn zaken.
Daar niets op de wereld (hóórt dat,
lezers!) zoo goed helpt als adver-
teeren, plaatste hij 'n annonce, waar
in 'n commanditair vennoot met het
noodige kapitaal werd gevraagd. Op
deze advertentie verscheen een brief,
waarvan reeds hot blauw-giairukte
hoofd den man imponeerde. De brief
was met 'n type-writer-letter ge
drukt, zag' er onberispelijk uit en
had den volgenden inhoud:
Voorschotbank „Confident) a
A'dam, Voorschotten, Hypo
theken, Assurantiën, Adviezten
in financieele moeilijkheden.
vWelEd. Heer.
Naar aanleiding uwer annonces
hebben wij de eer, u mede te Ideelien,
dat wij u eventueel van dienst kun
nen zijn, en noodigen u derhalve be
leefd uit, ons te bezoeken, ten einde
de zaak „in extenso" mondeling met
u te bespreken.
Eenig bericht* wanneer wij u mo
gen verwachten, zal ons aangenaam
zlijn.
Schriftelijke inlichtingen staan
desgewenscht eveneens ten dienste.
Hoog'acbtend.
I Voorschotbank „Confidentia,"
Onzle vriend toog vol vertrouwen
naar „Confidentia" waar hij door den
heer Heinrich (papa) óf Heinrich
Hubert (zoon) Sëhutz werd Ontvan
gen. Het, was 'n allerbeminnelijkst
bezoek, Waarbij de visite ervoer, dat
crediet-krijgen de eenvoudigste zaak
ter wereld was. Men behoefde daar
voor slechts 'n wissel te accepteer en,
zonder dat er nog1 'n trekker op
stond, en bekwam in ruil een door
'n anderen „cliënt," geteekend accept,
dat men dan dadelijk kon diseontee-
ren. Natuurlijk bekwam de voor
schotbank daarvoor 'n „bescheiden
percentage."
Maar bovenidien moest er nog 'n
contract idoor dein; „cliënt" wopden ge
teekend, waarin dezle, op boete van
f200, beloofde „over dit crediet-
systeem' met geen der betrokken
personen te confereeren, te corres-
pondeeren.. M n begrijpt, hoe aldus
het slachtoffer niet alleen werd ge
kneveld, maar ook een prop in den
mond kreeg. Toen hij' dan ook van
den heer N.. uitA.. van wien hij' een
accept in ruil voor het zijne had be
komen, dat hij ook veardisoo|nteerill
bad, maar steeds niets vernam, werf
hij ongerust. Herhaaldelijk aialama-
neln om tegenwaarde te bekomen, gaf
niets, daar de voorschotbank „Con
fidentia." eenvoudig geen antwoord
gaf. Toen, te|n einde raad, schreef de
man naar idem heer N.. waarop deze
hem naar de „voorschotbank" ver
wees. Toen wisten de heeren Schutzl,
natuurlijk, dat hujn „cliënt" zijn
plicht van zwijgen haid geschonden,
en..; vielen hem om de f200 boete
op het lijf. Zelfs liet men Üie 'boete
oploopen tot f 800, terz'ake va|n vier
briefjes, die het slachtoffer in Zlijn
angst, :w;as ga,aln schrijven. Daarop
werd hij voor dit bedrag gedagvaard,
en hedein werd 'daarover door mr. Er.
A. Kokosky gepleit, die in 'm fel
betoog, Waaruit heftige verontwaar
diging- sprak, deze „smerige, gem .ee
ne wisselruiterij'" aain de kaak stelde,
en vooral wiees op het, belalng, datfcet
publiek had bij het ruchtbaar wór
den dezer practijfcen- W|ie in dezen
helscben put valt, Zijnkt ten diepste
en is reddeloos verloren..,
De raadsman van de „voorschot
bank" ml*. Gi. Tabak, verklaairde,
„dat hij niets vajn de toedracht dep
feiten kepde" en daarom apht dagen
uitstel vroeg..
Merkwaardig is in dit verbalnjd de
volgende missive, die mr. Kokosky
produceerde en idie als volgt- luidt:
Crediet-inrichting cm ycpirschot-
hank i.voor alle stalmdan onder
gemakkelijke voorwaarden."
H. Schutz, Da Oosta,straat 29,
Amsterdam, 29 Sept. 1909
M- H
Uit uw schrijven, d.d 27 en, en
een intusschen van den haer N'. te
A. ontvangen missive, oonstateeren
wij, da;t, u ziieh wederom; aan twlee
overtredingen van de u bekende be
paling in het door u geteekende stuk,
d.d 27 Me,i 1909, hebt schuldig ge
maakt en beboeteh wij u derhalve
hiermede met, f200 voor elk geval,
is totaal f400, in letters „vierhon
derd gulden". In het boven door ons
aangehaalde schrijven geeft u zelf
toe, aan dein heer N.„. te A..feetele-
grapheerd en geschreven te hebben,
op 27 er
Tevens competeert, ojnis nog' f400
boete inzake overtredingen contract
in de g'evallen N.. te P.. (vide ions
schrijven 'd.d. 2 Aug 1909). iWij heb
ben dus totaal van u eene boete 'van
f 800 (acht-honderd gulden) te vra
gen, en verzoeken u beleefd, echter
dringend, té Zorgen, «dat dit bedrag
binnen 2 maa.l 24 uur ten kantore
van omzien rechtskundigen raadsman
mr. G Tabak, advocaat-proicuxeur,
alhier, PlrinsejngTaicbt 838, doop u is
voldaan, daar anders tot vervolging
onmiddellijk wordt, overgegaan- Wij
zullen er tevens voor zorgen, dat
de actie tegen u, respt. uwe faillisse-
ments-aanvrage i/z' het door u onbe
taalde en- geprotesteerde accept N. i
eveneens door mr. Tabak vooinmoemd
eveneens door mr. Tabak voornoemd
beeldeloos brusk en onbeschaamd op
treden alhoewel u in gebreke bleef
a,a.n uw plichten te voldoen, ontslaat
ons van alle verdere consideratie
tegenover u. Wiij zullen u knakken
en u in geem „opzichten sparen, want
door uw toedoen verliezieln wij den
heer N.als cliënt, een. van onze
besten.
Achtend,
V oorschotbank „Oofafidem tin",
H. SCHUTZ
Het publiek moge met het boven
staande zijin voordeel doen. Dat zul-
ken „beschermers" der hulpbehoe
venden de bevoegde voorlichting niet
ontbreekt, is voorzeker te betreu
ren. Bestaat er niet zooiets als Toe
zicht, op de Balie
Nog geboft. Te Oostzaan ging voor
■eenigen tijd zekere De G. met een
jol naa,r hef v.eld om te werken. Hij
lie,t zijn horloge in hel schuitje lig
gen, maar ontdekte later, dat het ver
dwenen was. De verdenking viel op
K., een dorpsgenoot, deze bekende latei-
den diefstal en gaf het horloge terug.
Hoewièl de politie de zaak in handen
ha|d, heeft thans de officier van Justi
tie pp verzoek van den benadeelde
böslist, dat ,er tegen K. geene ge
rechtelijke vervolging zal plaats hebben.
Een vreemde paling. De heer Jb.
de Veen, le Kakhuizen, heeft in een
fuik een paling van bijzonder© kleur
gevangen. Het diertje* ongeveer 30 c.M.
lang, is aan den buik geel en op den
rug oranjekleurig. Op ee'n schrijven
naar Artis, kwam bericht, dat men
het gaarne als geschenk wil ontvan
gen. Het zal dan ook naar hel aqua
rium tc Amsterdam worden opgezon
den.
Kinderverlamming Te Kcrk-Driel
doet zich een geval van kinderverlam
ming voor. De patiente wordt in het
ziekenhuis verpleegd.
Ook te Meterem is er een kind aan
getast.
Een vreeselijke vondst. Een weg
werker van de H'. S. M., vond giste
renmorgen ongeveer zes uur o,p de
spoorwegviaduet over de Korle Prin
sengracht te Amsterdam, het verminkte
lijk van een jongen man.
Het onderzoek door de politie inge
steld, wees uit dat de ongelukkige ver
moedelijk op het binnenkomende spoor
door een Irein is aangereden en be
kneld is geraakt tusschen de treeplank
van. een der wagens en den rand van
het viaduct.
In het onderlichaam had hij oen die
pe wonde, zoodat de ingewanden er uit
puilden en een zijner boenen was ge
broken.
,'Het lijk is later herkend als dat van
een matroos, Fin van geboorte, van een
Zweedsch schip.
Op do plaats deed. Een. 5-jarig
knaapje, dat Woensdag, te Moriaans-
hoofd (gean. Kerkwerve) dicht hij den
in werking zijnden korenmolen speelde,
kreeg een der wieken tegen het hoofd
met het geivolg dat het op de plaats
dood bleef.
Gewisselde stukken.
De Militaire Academie.
Op het wetsontwerp tot wijziging
van de wet van 21 Juli 1890 tot rege
ling van het militair onderwijs bij de
landmacht, heeft de Commissie van
Rapporteurs een amendement voorge
steld, strekkende om den aangegeven
leeftijd van 21 jaren te verhoogen tot
22 jaren voor hen die zich in het jaar
1910 aanmelden om tot de K. M. Aca
demie te worden toegelaten.
Visscherij inspectie.
Door den minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel is een wetsont
werp ingediend tot aanvulling en ver
hooging van het Xde hoofdstuk der
Staatsbegrooting voor 1909.
Een der wijzigingen betreft het uit
trekken van een post voor jaarwedde
en toelage van een inspecteur voor de
visscherij en een voor reis-, verblijf-
en bureelkosten van dien inspecteur.
De minister is van gevoelen dat de
jaarwedde van den leider der visscherij-
inspectie ware te bepalen op f4000
met dien verstande dat wanneer de
inspectie, zooals de minister meent
dat noodig is, bare aandacht wijdt aan
de ontwikkeling van het visscherü
bedrijf en den oeconomischen vooruit
gang der visschers en daarvoor bere
kend blijkt, de jaarwedde van den
hoofdinspecteur zal zijn te brengen
op f 5000 met uitzicht op verdere ver
hooging.
In verband met de tegenwoordige
bezoldiging en standplaats van den
persoon die, naar 's ministers meening,
voor de vervulling van de bovenbe
doelde betrekking geschikt is te ach
ten, komt het hem voor, dat dezen
boven de hiervoren genoemde aan-
vangBjaarwedde van f4000 een per
soonlijke toelage van f500 ware te
verleenen.
Voor reis-, verblijf- en bureelkosten
van den inspecteur ware, volgens den
minister, voorloopig te rekenen op een
uitgaaf van f1500 'sjaars.
Huisindustrie.
Bij suppletoire begrooting wordt een
bedrag uitgetrokken van f8740 als
subsidie aan de Vereeniging voor de
Nederlandsche tentoonstelling van
Huisindustrie.
Het komt den minister alleszins
aanbevelenswaardig voor in te gaan
op het voorstel van genoemde ver-
ei niging om van haar tegen vergoe
ding van de daarvoor gedane uit
gaven over te nemen het reeds door
deze vereeniging verkregen enquête-
materiaal betrekkelijk de huisindustrie
in de verschillende vakken en in de
verschillende deelen des lands.
Hoewel de minister er de voorkeur
aan zou hebben gegeven dat het on
derzoek, opgezet vanwege de vereeni
ging ook van harentwege ware beëin
digd en gepubliceerd, meent hij tocb
voor alles te moeten bevorderen, dat
het verzamelde materiaal niet verloren
ga, maar integendeel zooveel mogelijk
ten goeds komen aan de studie van
deze zoo belangrijke aangelegenheid.
Verloj'siraktement.
Bij suppl. begrooting is voorgesteld
een wyziging, betreffende een post
voor verlofstraktement van ambte
naren der Rijksverzekeringsbank.
Deze post is noodig aangezien aan
den heer J. E. W. Duijs, adjunct
commies bij de Rijksverzekeringsbank,
in verband met zijn benoeming tot
lid van de Tweede Kamer verlof be
hoort te worden toegekend.
De jaarwedde van den heer Duijs
bedraagt f2100, het verloftraktement
over een vol jaar zal derhalve f 1050
bedragen.
Trekhonden.
De Regeering acht het gewensebt
eene uniforme regeling in te stellen
ter bescherming van de trekhonden,
waaromtrent thans bij een aantal
plaatselijke en ook provinciale veror
deningen bepalingen zijn gesteld. Een
volstrekt verbod om trekhonden te
gebruiken, zooals in het Britsche Rijk
sedert 1855 bestaat, schijnt niet noodig
en niet raadzaam. Het verdient veeleer
aanbeveling eenige algemeen geldende,
niet moeielijk in acht te nemen, pre
ventieve voorschriften te stellen, waar
bij op doeltreffende wijze een oordeel
kundig gebruik wordt bevorderd. Op
het particulier initiatief van den Bond
tot bescherming van den trekhond in
Nederland, door locaal en gewestelijk
ingrijpen gesteund, kon door eene
algemeene regeling voor het Rijk wor
den voortgebouwd. Het. op zich zelf
rechtmatig gebruik van den trekhond
mag geen aanleiding worden tot mi n
bruik, geen oorzaak zijn van gemak
kelijk te vermijden foltering in zwaren
of lichten graad.
Bij een daartoe strekkend wetsont
werp wordt alzoo voorgesteld te ver
bieden een kar tf een wagen, met
één of meer honden bespannen, als
vervoermiddel te gebruiken, of te doen
gebruiken, zonder als houder van een
hondenkar of wagen te zijn ingeschre
ven in een register, aangelegd door
B. en W. van de gemeente, waarin
de houder woonplaats heeft.
HoDd, tuig, kar of wagen moeten
te dien einde voldoen aan voorschrif
ten, bij algemeenen bestuursmaatregel
te stellen.
De inschrijving wordt ook geweigerd
of eene reeds gedane inschrijving wordt
ingetrokken bij veroordeeling, wegens
niet-naleving dér voorschriften bij de
wet of bij bestuursmaatregel gegeven
Beroep op Gedep. Staten van de
weigering of doorhaling eener inschrij
ving, is toegelaten.
Door deze algemeene regeling wordt
het hier en daar zooals te Haarlem
bestaand verbod tot gebruik van den
hond als trekkracht afgesneden. Voor
eigenaar of geleider, zegt de Regee
ring, is zoodanig verbod lastig en voor
de dieren zeiven heeft het gemeenlijk
ten gevolge, dat zij, buiten het ver-
bodsgebied gekomen, tot des te grooter
spoed worden aangezet en de bespan
ning telkens inderhaast wordt ver
wisseld.
Over onze Vragen bus.
Over onze „Vragenbus" en de
„journalistieke beproevingen" van on
zen Vragenbus redacteur schrijft „De
Maasbode" het volgende we moeten
helaas zeggen: zeer juiste stukje:
„Wanneer de mensch met de een
of andere quaeetie ten einde raad is
wanneer hij het geval aan al zijn
vrienden heeft uiteengezet, en iedereen
hem gezegd heeft „dat moet je zus
of zoo doen" maar desondanks geen
enkele raadgeving geholpen heeft, dan
is er nog een laatste, wanhopig middel:
de krant. Zoodoende krijgen wij op
ons redactiebureau brieven, waarin
ons gevraagd wordt, bij wijze van
ultima ratio wat er gedaan kan
worden voor de kippen van abonné
Xdie niet meer willen leagen, of
voor de poes van juffrouw Y., weik
beestje aan hardlijvigheid sukkelt.
Deze en dergelijke epistels ontvangt
men bijna dagelijks.
Kleinere bladeD zijn er in den regel
nog erger aan toe en moeten met een
stalen gezicht en een jobsgeduld de
meest onzinnige vragen beantwoorden.
Wij beginnen echter waarlijk mede
lijden te krijgen met den vragenbus
redacteur van een onzer provinciale
bladen, die onlangs in bonte mengeling
o.a. de drie volgende vragen te be
antwoorden had:
„Ik heb een slang in menschenge-
daan te naast mij wonen n.l. een
buurvrouw die mij en mijn vrouw
van mijn eer en goeden naam ontrooft,
die in de buurt allerlei dubbelzinnige
praatjes rondstrooit en ons voor 't
laagste uitmaakt wat ze maar denken
kan, alles achter ons om. Zóu daar
tegen niets te doen wezen, wijl ik
getuigen heb, die 't kunnen bewijzen
Waar moet ik mij begeven?
Hoe kan men een vuile schapenvacht
schoon krijgen?
Ik heb hooren zeggen, dat keizsr
Karei de Groote nu op hefcoogenblik
in Rome 'nog gebalsemd in een stoel
zit. Is dat waar of niet?"
Waarlijk, vele zijn de beproevingen
van den geduldigen journalist!"
Onze Vragenbus redacteur, die wer
kelijk door de malle vragen van den
laatsten tijd wat terneergeslagen was,
is door het medelijden van de
Maasbode-redactie weer wat opgefleurd
en zal, ten heil van alle nieuwsgierige
en om een praatje verlegene lezers en
lezeressen uit stad en omtrek, onver
droten zijn moeielijke taak voortzettenl
Gemeentebegrooting voor 1910.
Wat het o nd e r w ij s betreft, hoo
ren we de volgende opmerkingen:
In afd. I maakte men alleen eenige
aanmerkingen over het aanvangsalaris
van een leerares aan de Meisjesschool
H. B. S. en sprak men voorts den
wenseh uit naar een onderzoek van
vrouwelijke a.s. ambtenaren door een
vrouwelijke arts.
In afd. II werd bij de behandeling der
gesubsidieerde inrichtingen van onder
wijs, herinnerd aan het raadsbesluit
van 24 Februari j.l., waarbij deze aan
het toezicht van B. en W; werden
onderworpen. Aangezien het desbetref
fende voorstel, aanvankelijk ingediend
bij de behandeling der laatste begroe
ting, de strekking had, den Raad een
juister oordeel over de subsidie-aanvra
gen mogelijk te maken, zou men bij de
tegenwoordige begrooting gaarne de op
merkingen hebben aangetroffen, waar
toe het toezicht over de gesubsidieerde
inrichtingen van onderwijs B. en W.
aanleiding had gegeven.
Onder verwijzing naar deze opmer
king, werd tevens gevraagd, waarom
B. en W. voorstelden voor 1910 een
subsidie van, 14000 aan de Huishoud
school te verleenen, terwijl verleden
jaar een. voorstel tot verhooging van bet
subsidie tot dit bedrag de goedkeuring
van den Raad niet had kunnen erlan
gen'?
In aid. III merkte men het volgen
de op:
Een der leden zou gaarne vernemen
of er plannen bestaan om het voorbe
reidend onderwijs te verbeteren. Hij
meent dat verbetering dringend noodig
is.
Eenige leden meenen dat door het
gemis van. eene overgangsbepaling in
de .Verordening waarbij de salarissen
der Onderwijzers geregeld zijn, bet
hoofd yoor de Opleidingsschool voor
jongens (Wilhelminastraat) in minder
gunstige conditie is gekomen en vragen
of daarin alsnog verbetering is te bren-
gen.
Wederom wordt de wenschelijkheid
uitgesproken aan de leden van de Com
missie tot wering van schoolverzuim en
ook aan de loden van andere school-
ootmmissiën een, zij het dan ook ge
ring, orescntiegcld voor het bijwonen
der .Vergaderingen toe te kennen.
Een der leden betoogt de wensche
lijkheid .voor lecraressen. aan de Meis
jesschool H- B. S. met volle bevoegd
heid het aanvangsalaris tot f 1600.
te verhoogen, waarmede ook door an
dere leden ook in deze afdeeling wordt
ingestemd.
Enkele leden hebben bezwaar tegen
verhooging ,van het subsidie voor da
'Huishoudschool, en spreken hun twij-
fe uit aangaande de nuttige werking
der school. Dit wordt door andere le
den bestreden welke integendeel aan
de verhooging hunne instemming kun
nen geven en meenen dat het nut van
de school bewezen is.
In aid. II verklaarden onderscheidene
leden, zich niet te kunnen vereenigen
met de oprichting van een gemeentelijk
pensioenfonds. Anderen behielden zich
hun stem voor:
In bet verslag van afd. Hl lezen wij
ten slotte nog:
Een der leden zou gaarne inlichtin
gen. ontvangen omtrent den tijd noodig
voor de vervulling van het ambt van
marktmeester yan. de groenten- en
vruchtenmarkt.
Omtrent het voorstel, de rentegaran
tie aan de Ho 11. El. Spoor als f 1 voor
het jaar uit te trekken, vraagt in afd,
1 een der leden, in hoeverre B. en W.
reeds voorwaarden stelden en wat hun
plannen zijn dienaangaande.
Het Slachthuis.
In het verslag van afd. I is afzonder
lijk gesproken over het Slachthuis.
De vraag wordt gesteld of B. en. W.
bekend zijn met de financieele resul
taten van dergelijke inrichtingen in an
dere gemeenten. Gewezen wordt op het
belangrijk nadeeüg saldo, dat hier ver
kregen is. Men is van oordeel, dat dit
nadeel als offer voor 'de volksgezond
heid moet worden beschouwd.
Inkomsten.
In aid. II werd alleen deze opmer-.
king gemaakt:
Bij de behandeling der gemeentebe
drijven werd de wenschelijkheid be
toogd, om, wegens den toonemendeii
omvang der gemeentebedrijven, de lei
ding over alle bedrijven te doen berus
ten bij één wethouder, die zich geheel
aan deze taak zou kunnen wijden.
In het afdeelingsverslag van afd. I
lezen we:
Opgemerkt wordt dat voor de Op
leidingsschool voor jongens en meisjes
een, pro memorie-post' is uitgetrokken,
terwijl er wel eene raming is geschied
van het aantal leerlingjen op 100.
Gevraagd wordt of de raming van de
inkomsten der gro.entenmarkt, verband
houdt met den verbeterden toe
stand van de groentenmarkt. eai opge
merkt, dat het beter zou zijn, in ver
band met het schoonhouden van het
terrein, dat &e markt 's morgens, in
plaats van, des middags wordt gehou
den.
De meening wordt voorts uitgespro
ken, dat de handel op de Botermarkt,
waar vele lieden, uit andere plaatsen
hun, koopwaren uitstallen, een nadeel
is voor de neringdoenden hier ter ste
de. Andere leden komt het voor, dat
deze markt voor eem, gemeente juist
gewensoht is.
De wensdh wordt ten slotte uitge
sproken, dat maatregelen worden ge
nomen om tegen te gaan den verkoop
van schillen en groentenafval.
In aid. Ill was men uitvoeriger. De
hier gemaakte opmerkingen, waarvan
ook sommige in de andere afdeelingen
voorkomen, zijn de volgende:
Enkele leden meenen dat eene niet te
hooge belasting op toon eel voorstellin
gen en andere openbare vermakelijk
heden geen bezwaar zou ontmoeten.
Enkele leden zouden gaarne verne
men of door wijziging dier poülie-ver-
ordening of op andere wijze, het opha
len .van aardappelschillen door onbe
voegden kan worden belet.
Door een der leden wordt gevraagd
of het niet mogelijk zou zijn het be
heer der Gemeentebedrijven, dat nu
over verschillende Wethouders ver
deeld is, in één hand te brengen. Een
heid en eenvoudigheid in het beheer,
het zoo mogelijk tot stand brengen
van bezuinigingen, en, zooals door een
der andere leden wordt opgemerkt, een
heid in de toepassing van het werklie
den-reglement zouden daardoor bevor
derd worden. Bovendien zou bij even
tueel noodige uitbreidingen en hbt daar
door dikwijls noodige overleg tus
schen de hoofden der verschillende be
drijven het nut van zulk eene regeling
ongetwijfeld aan hel licjht komen. Ook
andere loden kunnen daarmede instem
men.
Het is opgevallen dat voor 1910 de
stijging van het stroomverbruik der
eleclrisChe gemeenitecentrale slechts op
2 pet. geraamd wordt. Ini verband daar
mede wordt gewezen) op het in de Me
morie van toelichting op de begroo-
tireg yoor den dienst van 1909 uitge
sproken vertrouwen, dat de stijging van
het stroomverbruik van dat jaar op
15 pet. boven 1908, 'kon worden aan
genomen, terwijl dit in deze Memo
rie van Toelichting nog slechts op 2
pet. geraamd wordt!
Ook de stijging over 1908 welke op
20 pet. over 1907 geraamd werd, blijkt
in werkelijkheid slechts 3 pet. bedra
gen te hebben!
Daartegenover staat dat waar de ge
middelde stroomprijs over 1907 pl.rn.
16 et. per KWH bedroeg en die voor
1909 oj) 15 el. begroot werd, nu voor
1910 op een prijs van 17 ct. p. KWH
gerekend wordt.
Gemeend wordt dat in ernstige over
weging moet worden genomen, om,
waar
le. het kolenvcrbruik voor 1909 ge
raamd werd op 2.5 per KWH en. voor
1910 op 1.7 K.G. per KWH;
2e. de tarieven voor stroomverbruik
in deze Gemeente toch reeds aanmerken
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT