TWEEDE BLAD. Van alles wat! Gemengd Nieuws. Staten-Generaal. Stadsnieuws. ZATEROaG 16 OCT. 1909. XLVII. Iets over spraakgebreken. Als we eens rondzien in onze om geving, dan treft het ons dadelijk wanneer we er maar genoeg aandacht aan schenken, hoe veel kinderen, en ook volwassen menschen er zijn, die last hebben met het spreken. Kinderen die een paar letters niet kunnen zeggen, die degelijk goed „bij" zijn, maar laat en dan nog gebrekkig spreken, volwassen personen ook, die onduidelijk, binnensmonds of stame lend spreken,hetis verwonderlijk hoe talloos groot hun aantal is, als men maar erop let. Laat ieder maar eens rondkijken in z'n omgeving en hij zal er versteld over staan, dat spraakgebrek, in allerhande vormen, zoo schrikkelijk algemeen is. Hoe of dat komt? Ik denk, dat in de jonge jaren, op de school, door onderwijzers en ouders en door de laatste vooral r.iet genoeg aandacht wordt geschonken aan de klankvormingen de bevordering van goed en duidelijk spreken. En daarenboven: het spreekonderwijs als eigenlijke wetenschap is een zaak van betrekkelijk jongen datumvroeger het product van den een of anderen handigen technicus, is het spreekon derwijs in onze dagen pas op weten schappelijke grondslagen gevestigd. De eersten, die het spreekonderwijs aldus toepasten, en die zich voorna melijk toelegden op verbetering van stotteren en het leeren spreken van doofstommen, konden nog niet nalaten door een tikje geheimzinnigheid een „geleerd" tintje te geven aan de zaak. Tegenwoordig echter is er geen deug delijke epreekleeraar of -leeraresse meer, die zulke kwakzalverij (in den oneigenlijken zin des woordsl) bij zijn behandeling verkoopt, en de gronden waarop het spraakonderwijs rust, niet wil blootleggen. Aan een Utrecbtschen collega heeft de heer de Vries, een in ons land zeer bekend man in deze materie, over zijn spraakonderwijs en de tegenwoor dig gevolgde methode een en ander verteld, en ik vertel er hier wat van na. De heer de Vries vertelde onder veel meer, dat er vertrouwen moet bestaan, groot vertrouwen, tusschen den spraakonderwijzer en de spraak- gebrekkige. Ik geloof dat dit bij elke behandeling en genezing van een of ander gebrek het geval moet wezen, maar ik geloof ook, dat aan dezen noodzakelijken eisch door zeer velen maar al te weinig aandacht wordt geschonken. Wat betreft degenen die een spraak gebrek hebben, en die door het spreekonderwijs kunnen worden ge holpen, de heer de Vries onderscheidt ze in niet minder dan acht categoriën. Het grootst aantal spraaklijders zijn ten allen tijde de stotter enden geweest. En nog steeds wordt dit aantal grooter. Onderworpen aan een methode volgens het tegenwoordige standpunt der wetenschap, waarvan de onderdeelen zijn: ademhalings-, spreek- en wils- oefeningen, bedraagt het succescijfer in de laatste jaren 680/0 met volledig, en 230/q met zoo goed als volledig resultaat, zijnde een overwinning van 91 op de 100, die men met bemoediging onder de oogen kan zien en die sterk afsteekt tegen 't resultaat van vroegere jaren, toen men nog geen 10% van dat ingrijpende gebrek kon verlossen. Stamelenden treft men van nature alleen bij kleinere kindereD aan, doch het kan, zonder dat men er een oorzaak voor weet te ontdekken, wel eens wat lang duren. Zijn er evenwel oorzaken, zooals te weinig gehoor, adenoïde, neuspolyp, gespleten gehemelte, enz., dan is de hulp van den arts noodig vóór de spraakonderwijzer zijn kennis van de vorming van iederen klank kan toepassen, maar dan is de leer ling ook al spoedig zoover, dat zijn spraak niet meer afwijkt van de normale. Gevallen van totale spraakloosheid komen meer voor, dan men opper vlakkig zou denken. Is de spraak- loosheid gevolg van geheele of gedeel telijke doofheid, dan vinden deze lijders hun onderwijs in de, steeds van de vorderingen der wetenschap nauwlettend partij trekkende en thans alle de spreekmethode volgende, doof stommen-inrichtingen. Is de spraak loosheid gevolg van idiotisme, ook hiervoor bestaan zeer goede inrichtin gen, hoewel het aantal plaatszoekenden, althans onder de min- en onvermo- genden, doorgaans grooter is dan de open plaatsen. De overige spraakloozen vinden bij den spraakonderwijzer hun plaats. De groep van kleinere spraakgebreken, het niet normaal kunnen zeggen van een 1, een s, een r, dit zijn in hoofdzaak de afwijkers leveren slechts een klein contingent leerlingen: zeer spoedig is door eenige doelmatige tong-gymnastiek de normale uitspraak in 't vermogen van den leerling gebracht en kan de rest gevoegelijk aan eigen oefening en daardoor vertrouwd maken worden overgelaten. In tegenstelling met vroegere tijden zijn het heden ten dage de 4 volgende groepen, die den spraakonderwijzer veel, maar ook zeer dankbaar werk geven. Het zijnde ontwikkeling van de voormondspraakde verbetering van nasale geluiden (het zoogenaamd door den neus spreken), van abnormaal hotae geluiden en versterking van te zwakke geluiden. Natuurlijk zijn het in de eerste plaats zij, wier beroep meebrengt dat zij veel of met stem verheffing moeten spreken: geestelijken, advocaten, officieren, acteurs, reizigers, enzen wien dit spreken tot heesch- heid en vermoeienis van de keel, tot prikkeling en hoesten aanleiding geeft, of wier organen van nature te zwak zijn om zich op eenigen afstand verstaanbaar te maken. Voor dezulken is het een werkelijke levensbehoefte den spraakkundige te raadplegen. Maar meer en meer begint men in het algemeen ook in te zien dat elke functie van het menschelijk organisme beschaafd kan worden en een flink .ontwikkelde stem met geschoold ge luid evenzeer een sieraad is als een elegante gang en een fraai hand schrift, zoodat ook tal van personen, behalve de reeds genoemden, een cursus volgen in methodisch spreken. Met de zuivere aanwending van de „normstanden", waarbij de geluiden tegen de snijtanden vibreeren en de voormond als resonator kan dienst doen, gepaard aan een goede en methodische ademhaling gymnastiek, waardoor de longen versterkt en de werking van bet diaphragma als regulator verbeterd wordt, bereikt men wonderen: menigeen heeft het bezit van een goede stem en van zijn on vermoeibaar uithoudingsvermogen aan den spraakonderwijzer te danken. Dit is, in breede trekken aangegeven, de omvangrijke taak van het spreek onderwijs in den tegenwoordigen tijd, een taak waarvan het grootste gedeelte eerst gedurende de laatste 25 jaar is opgelegd geworden. Bij het tegenwoordig standpunt der wetenschap is de spraakkunde in veel gevallen de technicus van den keel- neusarts. Het ware voor menigeen te wen- schen, dat dit wat meer en wat beter begrepen werd, vooral door de ouders Ik kan er niet genoeg op aandrin gen dat zij, die bij hun kinderen spraakgebreken bemerken, die niet moeten laten loopen, en zeggen „het komt later wel terecht", maar dat ze een spreekonderwijzer gaan raadple gen. In veel gevallen zal deze het kind eerst naar den medicus moeten zendeD, maar dan zal ook uitkomen, dat medische behandeling hóognoodig was! En moet ik er nog aan herinneren, dat in onzen tijd van strijd om het bestaan, behoorlijk te spreken eender allereerste eiscben is gewerden, voor iedereen en in eiken stand, om door de wereld te komen? F. Wisselruiterij en juridieke beschermer». „Kijker" schrijft in de „Tel." Daar was ereis 'n man, niet heel jong1 meer en óók niet heel enprgiek, die geld noodig" had in zijn zaken. Daar niets op de wereld (hóórt dat, lezers!) zoo goed helpt als adver- teeren, plaatste hij 'n annonce, waar in 'n commanditair vennoot met het noodige kapitaal werd gevraagd. Op deze advertentie verscheen een brief, waarvan reeds hot blauw-giairukte hoofd den man imponeerde. De brief was met 'n type-writer-letter ge drukt, zag' er onberispelijk uit en had den volgenden inhoud: Voorschotbank „Confident) a A'dam, Voorschotten, Hypo theken, Assurantiën, Adviezten in financieele moeilijkheden. vWelEd. Heer. Naar aanleiding uwer annonces hebben wij de eer, u mede te Ideelien, dat wij u eventueel van dienst kun nen zijn, en noodigen u derhalve be leefd uit, ons te bezoeken, ten einde de zaak „in extenso" mondeling met u te bespreken. Eenig bericht* wanneer wij u mo gen verwachten, zal ons aangenaam zlijn. Schriftelijke inlichtingen staan desgewenscht eveneens ten dienste. Hoog'acbtend. I Voorschotbank „Confidentia," Onzle vriend toog vol vertrouwen naar „Confidentia" waar hij door den heer Heinrich (papa) óf Heinrich Hubert (zoon) Sëhutz werd Ontvan gen. Het, was 'n allerbeminnelijkst bezoek, Waarbij de visite ervoer, dat crediet-krijgen de eenvoudigste zaak ter wereld was. Men behoefde daar voor slechts 'n wissel te accepteer en, zonder dat er nog1 'n trekker op stond, en bekwam in ruil een door 'n anderen „cliënt," geteekend accept, dat men dan dadelijk kon diseontee- ren. Natuurlijk bekwam de voor schotbank daarvoor 'n „bescheiden percentage." Maar bovenidien moest er nog 'n contract idoor dein; „cliënt" wopden ge teekend, waarin dezle, op boete van f200, beloofde „over dit crediet- systeem' met geen der betrokken personen te confereeren, te corres- pondeeren.. M n begrijpt, hoe aldus het slachtoffer niet alleen werd ge kneveld, maar ook een prop in den mond kreeg. Toen hij' dan ook van den heer N.. uitA.. van wien hij' een accept in ruil voor het zijne had be komen, dat hij ook veardisoo|nteerill bad, maar steeds niets vernam, werf hij ongerust. Herhaaldelijk aialama- neln om tegenwaarde te bekomen, gaf niets, daar de voorschotbank „Con fidentia." eenvoudig geen antwoord gaf. Toen, te|n einde raad, schreef de man naar idem heer N.. waarop deze hem naar de „voorschotbank" ver wees. Toen wisten de heeren Schutzl, natuurlijk, dat hujn „cliënt" zijn plicht van zwijgen haid geschonden, en..; vielen hem om de f200 boete op het lijf. Zelfs liet men Üie 'boete oploopen tot f 800, terz'ake va|n vier briefjes, die het slachtoffer in Zlijn angst, :w;as ga,aln schrijven. Daarop werd hij voor dit bedrag gedagvaard, en hedein werd 'daarover door mr. Er. A. Kokosky gepleit, die in 'm fel betoog, Waaruit heftige verontwaar diging- sprak, deze „smerige, gem .ee ne wisselruiterij'" aain de kaak stelde, en vooral wiees op het, belalng, datfcet publiek had bij het ruchtbaar wór den dezer practijfcen- W|ie in dezen helscben put valt, Zijnkt ten diepste en is reddeloos verloren.., De raadsman van de „voorschot bank" ml*. Gi. Tabak, verklaairde, „dat hij niets vajn de toedracht dep feiten kepde" en daarom apht dagen uitstel vroeg.. Merkwaardig is in dit verbalnjd de volgende missive, die mr. Kokosky produceerde en idie als volgt- luidt: Crediet-inrichting cm ycpirschot- hank i.voor alle stalmdan onder gemakkelijke voorwaarden." H. Schutz, Da Oosta,straat 29, Amsterdam, 29 Sept. 1909 M- H Uit uw schrijven, d.d 27 en, en een intusschen van den haer N'. te A. ontvangen missive, oonstateeren wij, da;t, u ziieh wederom; aan twlee overtredingen van de u bekende be paling in het door u geteekende stuk, d.d 27 Me,i 1909, hebt schuldig ge maakt en beboeteh wij u derhalve hiermede met, f200 voor elk geval, is totaal f400, in letters „vierhon derd gulden". In het boven door ons aangehaalde schrijven geeft u zelf toe, aan dein heer N.„. te A..feetele- grapheerd en geschreven te hebben, op 27 er Tevens competeert, ojnis nog' f400 boete inzake overtredingen contract in de g'evallen N.. te P.. (vide ions schrijven 'd.d. 2 Aug 1909). iWij heb ben dus totaal van u eene boete 'van f 800 (acht-honderd gulden) te vra gen, en verzoeken u beleefd, echter dringend, té Zorgen, «dat dit bedrag binnen 2 maa.l 24 uur ten kantore van omzien rechtskundigen raadsman mr. G Tabak, advocaat-proicuxeur, alhier, PlrinsejngTaicbt 838, doop u is voldaan, daar anders tot vervolging onmiddellijk wordt, overgegaan- Wij zullen er tevens voor zorgen, dat de actie tegen u, respt. uwe faillisse- ments-aanvrage i/z' het door u onbe taalde en- geprotesteerde accept N. i eveneens door mr. Tabak vooinmoemd eveneens door mr. Tabak voornoemd beeldeloos brusk en onbeschaamd op treden alhoewel u in gebreke bleef a,a.n uw plichten te voldoen, ontslaat ons van alle verdere consideratie tegenover u. Wiij zullen u knakken en u in geem „opzichten sparen, want door uw toedoen verliezieln wij den heer N.als cliënt, een. van onze besten. Achtend, V oorschotbank „Oofafidem tin", H. SCHUTZ Het publiek moge met het boven staande zijin voordeel doen. Dat zul- ken „beschermers" der hulpbehoe venden de bevoegde voorlichting niet ontbreekt, is voorzeker te betreu ren. Bestaat er niet zooiets als Toe zicht, op de Balie Nog geboft. Te Oostzaan ging voor ■eenigen tijd zekere De G. met een jol naa,r hef v.eld om te werken. Hij lie,t zijn horloge in hel schuitje lig gen, maar ontdekte later, dat het ver dwenen was. De verdenking viel op K., een dorpsgenoot, deze bekende latei- den diefstal en gaf het horloge terug. Hoewièl de politie de zaak in handen ha|d, heeft thans de officier van Justi tie pp verzoek van den benadeelde böslist, dat ,er tegen K. geene ge rechtelijke vervolging zal plaats hebben. Een vreemde paling. De heer Jb. de Veen, le Kakhuizen, heeft in een fuik een paling van bijzonder© kleur gevangen. Het diertje* ongeveer 30 c.M. lang, is aan den buik geel en op den rug oranjekleurig. Op ee'n schrijven naar Artis, kwam bericht, dat men het gaarne als geschenk wil ontvan gen. Het zal dan ook naar hel aqua rium tc Amsterdam worden opgezon den. Kinderverlamming Te Kcrk-Driel doet zich een geval van kinderverlam ming voor. De patiente wordt in het ziekenhuis verpleegd. Ook te Meterem is er een kind aan getast. Een vreeselijke vondst. Een weg werker van de H'. S. M., vond giste renmorgen ongeveer zes uur o,p de spoorwegviaduet over de Korle Prin sengracht te Amsterdam, het verminkte lijk van een jongen man. Het onderzoek door de politie inge steld, wees uit dat de ongelukkige ver moedelijk op het binnenkomende spoor door een Irein is aangereden en be kneld is geraakt tusschen de treeplank van. een der wagens en den rand van het viaduct. In het onderlichaam had hij oen die pe wonde, zoodat de ingewanden er uit puilden en een zijner boenen was ge broken. ,'Het lijk is later herkend als dat van een matroos, Fin van geboorte, van een Zweedsch schip. Op do plaats deed. Een. 5-jarig knaapje, dat Woensdag, te Moriaans- hoofd (gean. Kerkwerve) dicht hij den in werking zijnden korenmolen speelde, kreeg een der wieken tegen het hoofd met het geivolg dat het op de plaats dood bleef. Gewisselde stukken. De Militaire Academie. Op het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 Juli 1890 tot rege ling van het militair onderwijs bij de landmacht, heeft de Commissie van Rapporteurs een amendement voorge steld, strekkende om den aangegeven leeftijd van 21 jaren te verhoogen tot 22 jaren voor hen die zich in het jaar 1910 aanmelden om tot de K. M. Aca demie te worden toegelaten. Visscherij inspectie. Door den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel is een wetsont werp ingediend tot aanvulling en ver hooging van het Xde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1909. Een der wijzigingen betreft het uit trekken van een post voor jaarwedde en toelage van een inspecteur voor de visscherij en een voor reis-, verblijf- en bureelkosten van dien inspecteur. De minister is van gevoelen dat de jaarwedde van den leider der visscherij- inspectie ware te bepalen op f4000 met dien verstande dat wanneer de inspectie, zooals de minister meent dat noodig is, bare aandacht wijdt aan de ontwikkeling van het visscherü bedrijf en den oeconomischen vooruit gang der visschers en daarvoor bere kend blijkt, de jaarwedde van den hoofdinspecteur zal zijn te brengen op f 5000 met uitzicht op verdere ver hooging. In verband met de tegenwoordige bezoldiging en standplaats van den persoon die, naar 's ministers meening, voor de vervulling van de bovenbe doelde betrekking geschikt is te ach ten, komt het hem voor, dat dezen boven de hiervoren genoemde aan- vangBjaarwedde van f4000 een per soonlijke toelage van f500 ware te verleenen. Voor reis-, verblijf- en bureelkosten van den inspecteur ware, volgens den minister, voorloopig te rekenen op een uitgaaf van f1500 'sjaars. Huisindustrie. Bij suppletoire begrooting wordt een bedrag uitgetrokken van f8740 als subsidie aan de Vereeniging voor de Nederlandsche tentoonstelling van Huisindustrie. Het komt den minister alleszins aanbevelenswaardig voor in te gaan op het voorstel van genoemde ver- ei niging om van haar tegen vergoe ding van de daarvoor gedane uit gaven over te nemen het reeds door deze vereeniging verkregen enquête- materiaal betrekkelijk de huisindustrie in de verschillende vakken en in de verschillende deelen des lands. Hoewel de minister er de voorkeur aan zou hebben gegeven dat het on derzoek, opgezet vanwege de vereeni ging ook van harentwege ware beëin digd en gepubliceerd, meent hij tocb voor alles te moeten bevorderen, dat het verzamelde materiaal niet verloren ga, maar integendeel zooveel mogelijk ten goeds komen aan de studie van deze zoo belangrijke aangelegenheid. Verloj'siraktement. Bij suppl. begrooting is voorgesteld een wyziging, betreffende een post voor verlofstraktement van ambte naren der Rijksverzekeringsbank. Deze post is noodig aangezien aan den heer J. E. W. Duijs, adjunct commies bij de Rijksverzekeringsbank, in verband met zijn benoeming tot lid van de Tweede Kamer verlof be hoort te worden toegekend. De jaarwedde van den heer Duijs bedraagt f2100, het verloftraktement over een vol jaar zal derhalve f 1050 bedragen. Trekhonden. De Regeering acht het gewensebt eene uniforme regeling in te stellen ter bescherming van de trekhonden, waaromtrent thans bij een aantal plaatselijke en ook provinciale veror deningen bepalingen zijn gesteld. Een volstrekt verbod om trekhonden te gebruiken, zooals in het Britsche Rijk sedert 1855 bestaat, schijnt niet noodig en niet raadzaam. Het verdient veeleer aanbeveling eenige algemeen geldende, niet moeielijk in acht te nemen, pre ventieve voorschriften te stellen, waar bij op doeltreffende wijze een oordeel kundig gebruik wordt bevorderd. Op het particulier initiatief van den Bond tot bescherming van den trekhond in Nederland, door locaal en gewestelijk ingrijpen gesteund, kon door eene algemeene regeling voor het Rijk wor den voortgebouwd. Het. op zich zelf rechtmatig gebruik van den trekhond mag geen aanleiding worden tot mi n bruik, geen oorzaak zijn van gemak kelijk te vermijden foltering in zwaren of lichten graad. Bij een daartoe strekkend wetsont werp wordt alzoo voorgesteld te ver bieden een kar tf een wagen, met één of meer honden bespannen, als vervoermiddel te gebruiken, of te doen gebruiken, zonder als houder van een hondenkar of wagen te zijn ingeschre ven in een register, aangelegd door B. en W. van de gemeente, waarin de houder woonplaats heeft. HoDd, tuig, kar of wagen moeten te dien einde voldoen aan voorschrif ten, bij algemeenen bestuursmaatregel te stellen. De inschrijving wordt ook geweigerd of eene reeds gedane inschrijving wordt ingetrokken bij veroordeeling, wegens niet-naleving dér voorschriften bij de wet of bij bestuursmaatregel gegeven Beroep op Gedep. Staten van de weigering of doorhaling eener inschrij ving, is toegelaten. Door deze algemeene regeling wordt het hier en daar zooals te Haarlem bestaand verbod tot gebruik van den hond als trekkracht afgesneden. Voor eigenaar of geleider, zegt de Regee ring, is zoodanig verbod lastig en voor de dieren zeiven heeft het gemeenlijk ten gevolge, dat zij, buiten het ver- bodsgebied gekomen, tot des te grooter spoed worden aangezet en de bespan ning telkens inderhaast wordt ver wisseld. Over onze Vragen bus. Over onze „Vragenbus" en de „journalistieke beproevingen" van on zen Vragenbus redacteur schrijft „De Maasbode" het volgende we moeten helaas zeggen: zeer juiste stukje: „Wanneer de mensch met de een of andere quaeetie ten einde raad is wanneer hij het geval aan al zijn vrienden heeft uiteengezet, en iedereen hem gezegd heeft „dat moet je zus of zoo doen" maar desondanks geen enkele raadgeving geholpen heeft, dan is er nog een laatste, wanhopig middel: de krant. Zoodoende krijgen wij op ons redactiebureau brieven, waarin ons gevraagd wordt, bij wijze van ultima ratio wat er gedaan kan worden voor de kippen van abonné Xdie niet meer willen leagen, of voor de poes van juffrouw Y., weik beestje aan hardlijvigheid sukkelt. Deze en dergelijke epistels ontvangt men bijna dagelijks. Kleinere bladeD zijn er in den regel nog erger aan toe en moeten met een stalen gezicht en een jobsgeduld de meest onzinnige vragen beantwoorden. Wij beginnen echter waarlijk mede lijden te krijgen met den vragenbus redacteur van een onzer provinciale bladen, die onlangs in bonte mengeling o.a. de drie volgende vragen te be antwoorden had: „Ik heb een slang in menschenge- daan te naast mij wonen n.l. een buurvrouw die mij en mijn vrouw van mijn eer en goeden naam ontrooft, die in de buurt allerlei dubbelzinnige praatjes rondstrooit en ons voor 't laagste uitmaakt wat ze maar denken kan, alles achter ons om. Zóu daar tegen niets te doen wezen, wijl ik getuigen heb, die 't kunnen bewijzen Waar moet ik mij begeven? Hoe kan men een vuile schapenvacht schoon krijgen? Ik heb hooren zeggen, dat keizsr Karei de Groote nu op hefcoogenblik in Rome 'nog gebalsemd in een stoel zit. Is dat waar of niet?" Waarlijk, vele zijn de beproevingen van den geduldigen journalist!" Onze Vragenbus redacteur, die wer kelijk door de malle vragen van den laatsten tijd wat terneergeslagen was, is door het medelijden van de Maasbode-redactie weer wat opgefleurd en zal, ten heil van alle nieuwsgierige en om een praatje verlegene lezers en lezeressen uit stad en omtrek, onver droten zijn moeielijke taak voortzettenl Gemeentebegrooting voor 1910. Wat het o nd e r w ij s betreft, hoo ren we de volgende opmerkingen: In afd. I maakte men alleen eenige aanmerkingen over het aanvangsalaris van een leerares aan de Meisjesschool H. B. S. en sprak men voorts den wenseh uit naar een onderzoek van vrouwelijke a.s. ambtenaren door een vrouwelijke arts. In afd. II werd bij de behandeling der gesubsidieerde inrichtingen van onder wijs, herinnerd aan het raadsbesluit van 24 Februari j.l., waarbij deze aan het toezicht van B. en W; werden onderworpen. Aangezien het desbetref fende voorstel, aanvankelijk ingediend bij de behandeling der laatste begroe ting, de strekking had, den Raad een juister oordeel over de subsidie-aanvra gen mogelijk te maken, zou men bij de tegenwoordige begrooting gaarne de op merkingen hebben aangetroffen, waar toe het toezicht over de gesubsidieerde inrichtingen van onderwijs B. en W. aanleiding had gegeven. Onder verwijzing naar deze opmer king, werd tevens gevraagd, waarom B. en W. voorstelden voor 1910 een subsidie van, 14000 aan de Huishoud school te verleenen, terwijl verleden jaar een. voorstel tot verhooging van bet subsidie tot dit bedrag de goedkeuring van den Raad niet had kunnen erlan gen'? In aid. III merkte men het volgen de op: Een der leden zou gaarne vernemen of er plannen bestaan om het voorbe reidend onderwijs te verbeteren. Hij meent dat verbetering dringend noodig is. Eenige leden meenen dat door het gemis van. eene overgangsbepaling in de .Verordening waarbij de salarissen der Onderwijzers geregeld zijn, bet hoofd yoor de Opleidingsschool voor jongens (Wilhelminastraat) in minder gunstige conditie is gekomen en vragen of daarin alsnog verbetering is te bren- gen. Wederom wordt de wenschelijkheid uitgesproken aan de leden van de Com missie tot wering van schoolverzuim en ook aan de loden van andere school- ootmmissiën een, zij het dan ook ge ring, orescntiegcld voor het bijwonen der .Vergaderingen toe te kennen. Een der leden betoogt de wensche lijkheid .voor lecraressen. aan de Meis jesschool H- B. S. met volle bevoegd heid het aanvangsalaris tot f 1600. te verhoogen, waarmede ook door an dere leden ook in deze afdeeling wordt ingestemd. Enkele leden hebben bezwaar tegen verhooging ,van het subsidie voor da 'Huishoudschool, en spreken hun twij- fe uit aangaande de nuttige werking der school. Dit wordt door andere le den bestreden welke integendeel aan de verhooging hunne instemming kun nen geven en meenen dat het nut van de school bewezen is. In aid. II verklaarden onderscheidene leden, zich niet te kunnen vereenigen met de oprichting van een gemeentelijk pensioenfonds. Anderen behielden zich hun stem voor: In bet verslag van afd. Hl lezen wij ten slotte nog: Een der leden zou gaarne inlichtin gen. ontvangen omtrent den tijd noodig voor de vervulling van het ambt van marktmeester yan. de groenten- en vruchtenmarkt. Omtrent het voorstel, de rentegaran tie aan de Ho 11. El. Spoor als f 1 voor het jaar uit te trekken, vraagt in afd, 1 een der leden, in hoeverre B. en W. reeds voorwaarden stelden en wat hun plannen zijn dienaangaande. Het Slachthuis. In het verslag van afd. I is afzonder lijk gesproken over het Slachthuis. De vraag wordt gesteld of B. en. W. bekend zijn met de financieele resul taten van dergelijke inrichtingen in an dere gemeenten. Gewezen wordt op het belangrijk nadeeüg saldo, dat hier ver kregen is. Men is van oordeel, dat dit nadeel als offer voor 'de volksgezond heid moet worden beschouwd. Inkomsten. In aid. II werd alleen deze opmer-. king gemaakt: Bij de behandeling der gemeentebe drijven werd de wenschelijkheid be toogd, om, wegens den toonemendeii omvang der gemeentebedrijven, de lei ding over alle bedrijven te doen berus ten bij één wethouder, die zich geheel aan deze taak zou kunnen wijden. In het afdeelingsverslag van afd. I lezen we: Opgemerkt wordt dat voor de Op leidingsschool voor jongens en meisjes een, pro memorie-post' is uitgetrokken, terwijl er wel eene raming is geschied van het aantal leerlingjen op 100. Gevraagd wordt of de raming van de inkomsten der gro.entenmarkt, verband houdt met den verbeterden toe stand van de groentenmarkt. eai opge merkt, dat het beter zou zijn, in ver band met het schoonhouden van het terrein, dat &e markt 's morgens, in plaats van, des middags wordt gehou den. De meening wordt voorts uitgespro ken, dat de handel op de Botermarkt, waar vele lieden, uit andere plaatsen hun, koopwaren uitstallen, een nadeel is voor de neringdoenden hier ter ste de. Andere leden komt het voor, dat deze markt voor eem, gemeente juist gewensoht is. De wensdh wordt ten slotte uitge sproken, dat maatregelen worden ge nomen om tegen te gaan den verkoop van schillen en groentenafval. In aid. Ill was men uitvoeriger. De hier gemaakte opmerkingen, waarvan ook sommige in de andere afdeelingen voorkomen, zijn de volgende: Enkele leden meenen dat eene niet te hooge belasting op toon eel voorstellin gen en andere openbare vermakelijk heden geen bezwaar zou ontmoeten. Enkele leden zouden gaarne verne men of door wijziging dier poülie-ver- ordening of op andere wijze, het opha len .van aardappelschillen door onbe voegden kan worden belet. Door een der leden wordt gevraagd of het niet mogelijk zou zijn het be heer der Gemeentebedrijven, dat nu over verschillende Wethouders ver deeld is, in één hand te brengen. Een heid en eenvoudigheid in het beheer, het zoo mogelijk tot stand brengen van bezuinigingen, en, zooals door een der andere leden wordt opgemerkt, een heid in de toepassing van het werklie den-reglement zouden daardoor bevor derd worden. Bovendien zou bij even tueel noodige uitbreidingen en hbt daar door dikwijls noodige overleg tus schen de hoofden der verschillende be drijven het nut van zulk eene regeling ongetwijfeld aan hel licjht komen. Ook andere loden kunnen daarmede instem men. Het is opgevallen dat voor 1910 de stijging van het stroomverbruik der eleclrisChe gemeenitecentrale slechts op 2 pet. geraamd wordt. Ini verband daar mede wordt gewezen) op het in de Me morie van toelichting op de begroo- tireg yoor den dienst van 1909 uitge sproken vertrouwen, dat de stijging van het stroomverbruik van dat jaar op 15 pet. boven 1908, 'kon worden aan genomen, terwijl dit in deze Memo rie van Toelichting nog slechts op 2 pet. geraamd wordt! Ook de stijging over 1908 welke op 20 pet. over 1907 geraamd werd, blijkt in werkelijkheid slechts 3 pet. bedra gen te hebben! Daartegenover staat dat waar de ge middelde stroomprijs over 1907 pl.rn. 16 et. per KWH bedroeg en die voor 1909 oj) 15 el. begroot werd, nu voor 1910 op een prijs van 17 ct. p. KWH gerekend wordt. Gemeend wordt dat in ernstige over weging moet worden genomen, om, waar le. het kolenvcrbruik voor 1909 ge raamd werd op 2.5 per KWH en. voor 1910 op 1.7 K.G. per KWH; 2e. de tarieven voor stroomverbruik in deze Gemeente toch reeds aanmerken NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 19