DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
moederen Martelares
MonnikenDompers
Nietsdoeners....
BUITENLAND.
218*31-33, Haarlem
feuilleton.
MAANDAG 18 OCT. 1909.
34ste Jaargang No. 7019
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, int. Telefoon 1020.
Alle betalende «bonnés op dit blad, die In bet bezit eener verzekeringspolls zijn, e||d volgens de bepalingen op de polissen vernield, tegen ongelukken verzekerd voor:
De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nèderlajidsche Credietbank Nieuwe dracht H.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Tslefobstniimmer 1426.
1100 S 410 300 sa 150 s? 108 sr 80 sf 15
ABONNEMENTSPRIJS!
Fer 8 maanden voor Haarlemt 1,85
Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom oer gemeente) 1.36
Voor da overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
Afxondrrljjke rammen 0,03
PRU8 DER ADVERTEN. £M:
Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant).
Nog een paar sloot en, nog een paar
schommelingen, gevolgd door hetzachl-
ruischend. gebrom der VVeslinghouse-
rem, enpaf, daar stond weer voor
de zooveetste maal de locomotief pof
fend en zuchtend.
Alweer een station! Wel, wel, hoe
vee! keeren je wel stilstaat op eeti
reisje van Den Helder naar Haarlem
met een bommeltrein, dat weet ik niet,
maar nooit van m'n leven meer zóó'n
tocht! Daar heb je voor eens en voor
altijd genoeg van.
't Station waar we thans ophielden
was Vetsen. Nauwelijks was de trein
tot staan gekomen, of daar klonk weer
de doordringende stem van den conduc
teur: ,,Velsen! Velsen!.... IJmuiden
overstappen"'!, daar had men weer 't
zelfde geroezemoes van pakjésd,ragende
sjouwers; het op- en neer loopen van
dienstdoende beambten, de met onge
duld wachtende reizigers, nu met ang
st igen haast zoekend zich een goed
plaatsje in den trein te veroveren.
Dit alles liet ons evenwel koud; we
hadden, 't immers al zoo dikwijls ge
zien en gehoord; en in plaats van ons
met de rumoerige stationsdrukte te be
moeien, zagen we aan den anderen kant
door hel portier-raampje naar de wo
ningen van Velsen.
Kijk, zei mijn medereiziger, kijk,
wat is dat voor een. gebouw? en tegelijk
wees hij met den vinger naar bet in
het zonlicht glinsterend hooge dak van
liet nieuwe Capucijnenklooster.
O, gaf ik terstond ten antwoord!,
dat daar? Wel, dat is de nieuwe kerk
en, '1 klooster der Paters, die zich voor
enkele, maanden geleden hier hebben
gevestigd. Heb je daar niets .van ge
hoord
.la...a.... gaf hij gemelijk ten ant
woord. Ja... o, is dat dan zoo'n ding,
waarover onlangs Mr. Tideman in de
couraniicn schreef, dat ze ook al in
Noord-Holland, als paddestoelen uit den
grond opkomen?
Juist, zei ik, dat is nou zoo'n
ding.
Middelerwijl was de trein weer in
beweging 'gekomen, en konden we
juist even buiten het station, kerk en
klooster eens goed opnemen.
- 't Lijkt wel een vierkante steen
klomp, merkte mijn medepassagier op;
't heeft veel we,g van een groote siga
renfabriek, schoonheid van vorm is er
warempel niet veel aan; '1 zal deheele
buurt ontsieren en -- voegde hij er
bij als je dan. nog hoort dat dietui
niets, hoegenaamd niets voor de Maat
schappij doen, neen, maar dan....
Hola, viel ik hem in de rode.
Neem me niet kwalijk, mijnheer, ik
geloot', dat n totaal niet op de hoogte
•zijt van het leven en doen, van den
■werkkring der Paters. Ziet eens, mag
ik zoo vrij zijn, u eens wat van hen
le'vertellcn, en u beter op de hoogte
te, brengen?
o)
„Aan hem ben ik gewend, en hij
kent, al mijn eigenaardigheden",
sprak hij. „Als ik erger word, zal
ik je wel laten roepen, Madeleine.
De jonge vrouw moest wel gehoor
zamen en verliet het vertrek.
i,Doe de deur op slot", beval mar
kies de Cyp'ières, zoodra hij met, zijn
kamerdienaar alleen was.
„Zoo", ging liij voort, „kom nu
vlak bij 'mij en zeg, of jk ion voorwaar
lijk op je kan rekenen."
„Dat weet u wel, markies", was
hef, antwoord. „Mijn laatste drup
pel bloed behoort u toe."
„En Zult ig|e mij naar waarheid
antwoorden op al wat ik vraag
„Stel u mij maar o-p, de proef, me
neer de markies."
„Welnu dan, waarom houdt, ge niet
van de markiezin
Clemens verbleekte en aarzelde
met zijn antwoord.
„Denk er om dat gij beloofd hebt
de waarheid te zeggen", sprak de
markies op gebiedenden toon.
„Ik heb niets tegen de markiezin",
klonk het nu, „maar zij heeft hier
de plaats ingenomen van de oude
mevrouw, uw zuster heeft voor haar
- O, u is zeker ook van 't houtje?
Ook Roomsch-Katholiek
Om u te dienen, doch dal doet
aan de, zaak niets af; 't is hier do
kwestie van de „waarheid", uw oor
deel. over de Paters berust op dwa
ling, als u beweert dat zij voor de
Maatschappij niets doen.
Zoo?
Jawel. 'Ziet,, wal betreft uwe op
merking omtrent hun bouwtrant: och,
als je je plaatst op 'I standpunt van
de Paters, dan. hebben ze eigenlijk groot
gelijk met zóó te bouwen. Zij beschou
wen d,it leven uit een heel ander oog
punt. Voor die 60, 70 jaren, dat je hier
op de wereld verblijft, heb je zoo'n
mooie woning niet noodig. Als je
maar beschut bent voor kou en nat,
dan, is 't genoeg, en geloof me, vriend,
dat huis daar is stevig gebouwd, 't kan
een tijd mee, hoor; van veel uitwen
dige franjes houden die lui niet; en
daarenboven al die fraaiigheden kosten
centen, en daar moet je bij arme Pa
ters niet om komen. Ze bepalen zich
alleen, bij het strikt noo'dige; 't is steen,
ijzer en hout, en hout, ijzer en steen,
anders niet. Als ge wilt kunt ge er
u van overtuigen, en ik weet zeker,
dat ook voor u de poort niet zal ge
sloten blijven, als je daar aanklopt,
om heil gebouw eens te zien.
Dank je voor je aanbod. Maar
a propos, wat 'doen. d,ie menseden dab,
wat voeren ze eigenlijk uit?
Ja, Hernam ik, als ik je dal allee
maal moest gaan. vertellen, dan had
ik wel een heden dag werk. Kijk eens,
laat jk je eerst eens zeggen, dat
er hier in ons klein landje wél elf
van, zulke kloosters zijn. Bij die elf
zijn. enkele hoofdzakelijk voor studie
en opleiding, gelijk u wel zult we
ien, zooals b.v. de semenaries zijn in
de bisdommen; daar wordt dan hoofd
zakelijk gewerkt en gearbeid tot vor
ming van eigen krachten. In de Overige
huizen wordt gewerkt, en kolossaal ge
werkt! Zoo heb je, b.v. in Zevenaar een
klooster, van waaruit de Paters, ik weet
niet hoeveel steden en dorpen in
Duitschland bezoeken om er te wer
ken, uitsluitend en alteen voor onze
Hollandscihe werklieden, die zich daar
in, Duitschland ophouden. In Helmond
heb je een klooster, waar onder die
Redactie der Paters, een weekblad ver
schijnt dal eene oplage heeft van meer
dan 19.000 exemplaren. In Breda heeft
men naast het klooster een Patro
naatsgebouw.... U weet toch wel wat
wat dat is, is 't niet?
Ja, dat is zoo'n. séhool voor jon
gens, hè?
Met je welnemen, een school, een
school, ja, maar niet in dien zin zooals
je gewoonlijk „school" verstaal. Neen,
onder Patronaatsgebouw verstaat men
een, gebouw, waar jongelingen onder
richt krijgen in den godsdienst, waar
lien, nuttige wenken worden gegeven
voor de, toekomst, waar ze naar harte
lust zich kunnen vermaken aan ver
schillende spelen, in een woord: waar
de jongeling gevormd wordt tot een
degelijk, godsdienstig man. Welnu, in
Breda zijn er ongeveer 200 jongens,
plaats moeten maken. en dan. in
het begin dacht, u aan niets en nie
mand dan aan haar, markies.
Beschaamd en verlegen boog de
kamerdienaar ihet hoofd.
„En is dat alles", vroeg de mar
kies verder.
„Alles", herhaalde Clemens op vas
ten toon.
„Goed, laten wij verder gaan. Hebt
ge vannacht in de kamer hiernaast
geslapen
„Ja. op den canapé."
„En heb je ongeveer twee uur niets
gehoord
„Ja, ik heb toen in uwe kamer
hoeren spreken."
„Heb je ook gezien wie er was?"
De ©ogen va,n den kamerdienaar
begonnen bij deze vraag te glinsteren
van haat, maar dit laatste merkte
de markies niet op.
„Ja", antwoordde. Clemens, „ik ben
opgestaan en ben gaan kijken."
„En wie was het", vroeg markies
de Cy pie res in de hoogste spanning.
Zonder eenige aarzeling antwoord
de Clemens; „Het was mevrouw de
markiezin
De markies, die deze verklaring
in den grootsten angst gewacht had.
viel in zijn kussens terug en mom
pelde; ..Dus heb ik het toch «b t
gedroomd
Het volgende oogenblik rees liij
weer op en vroeg op woesten toon
„En waarom heeft z!e van morgen
ontkend dat er geweest is [Waarom
en wel uit de armste en laagste klas,,
die tiaar ouder de leiding der Paters
lederen, Zon- en Feestdagavond genoe-
gelijk doorbrengen.
Eu niet alleen dat; neen, door toe
doen der Paters wordt er ook gezorgd,
dat de jongens op de Ambachtsschool
geplaatst worden; dat ze daar een vak
aanleeren, om later als bekwaam arbei
der voor zich zelf ie kunnen zorgen.
Ziet, zóó werken de Paters.
En, als je daar dan nog bijvoegt, dat
altijd en overal de Paters zich onder
de menschen bewegen om er te pree-
ken en geestelijke oefeningen te ver
richten; dat dit alles tijd, moeite en
studie yereiseht; dat ze een, groot ge
deelte van. den dag en ook van den
nacht doorbrengen in gebed; als u dat
alles weet, kunt u dan nog beweren
en volhouden, dat die Paters niet werk
zaam zijn?
Nu, zei mijn reisgezel, ik wil
gaarne toegeven, dat die menschen wer
ken, maar nu toch juist niet voor an
deren, niet voor de Maatschappij.
Kom, hernam ik, hoe heb ik 't nu?
Is al hetgeen ik u daar juist gezegd,
heb, niet genoeg om u te overtuigen,
dat die Paters hoofdzakelijk voor ande
ren. arbeiden? Hun werkkring bepaalt
zich uitsluitend op geestelijk terrein,
ja,, dat is waar, maar is daarom des te
edeler! JJ meent dat ze-niets doen voor
de Maatschappij? Kent u de verschil
lende werkjes welke zij meermal en in
'L licht geven? Ik herinner me nog
een der laatst uitgekowienen, een ju
weel van een boekje, laat. eens zien,
ik geloof dat 'I getiteld! is „In i'
Roomsch gezin", nuttige, practische
wenken voor ons, Katholieken; de
Roomsche Boekhandel en de Propa-
gandaclub zal er tl wel aan kunnen
helpen
Kent u de werkkracht der Paters op
h gebied der tegenwoordige drankbe
strijding, dc kwestie van den dag? Weet
n, hoe binnen enkele jaren reeds he,t
9e tooneelstuk is verschenen op't ge
bied der aleoholbestrijding? Tooneel-
stukjes die inslaan, en overal met't
grootste succes worden opgevoerd! En
zie nu eens, het klooster dat we zoo
juist zijn voorbijgespoord: Vel setoord,
ik ben. er geweest.
Je moet weten, dat de Geestelijk
heid een gedeelte hunner onderhoorige
Parochianen aan de zorgen dier Paters
heeft toevertrouwd. Dat brengt dus vol
op werk mee. Daar bob je huisbezoek,
d.w.z. ieder huishouden van tijd lot tijd
eens bezoeken, en informeerem hoe of 't
gaat, vooral op geestelijk gebied; daar
heb je den Catechismus, of wel hel
onderricht der kinderen in godsdien
stige waarheden, een werk dat zich
ieder en dag herhaalt.... en.... ofschoon
de Paters er nog pas enkele maanden
zijn, hebben ze nu reeds (ik geloof
-Zondag 10 October) een Patronaat opge
richt. en ingezegend, ook al weer een
inrichting uitsluitend en alleen voor het
welzijn der jeugd.
Nu reeds hebben er zich een 40-tal
jongens aangemeld, wier godsdienstig
en, tijdelijk belang zal behartigd wor
den; ook dóór zal gezorgd worden voor
komt, ze hier midden in den nacht
als een dievegge, een misdadigster
binnensluipen En sedert zij bij mij
geweest is, brandt er een helseih vuur
in mijn ingewanden. De ellende-
linge, zij heeft mij willen dooden!"
„Maar meneer, wat zegt u, welk
een afschuwelijke beschuldiging",
riep Clemens, zijns ondanks sidde
rend. uit.
„Het is de waarheid", sprak de
markies somber. „Ik ben immers veel
te oud voor haar!'
„Verdrijf die ontzettende gedach
te, markies. Bovendien ben ik im
mers hier run u te verzorgen en <u
tegen alle denkbeeldig of werkelijk
gevaar te beschermen. t
„Dat is zoo, Clemens, maar ook
gü hebt rust noodig en moet dus (ver
vangen kunnen worden. Ik z,al dus
aan mijn zuster, wier afwezigheid
gij toch zó© betreurt, verzoeken om
hier te komen."
Zonder te letten op de ontroering,
die den kamerdienaar scheen be
vangen te hebben, beval de markies
hem, pen en papier te brengen, en
schreef met vaste hand de volgende
regelen, die hij maar al te spoedig
bitter zou betreuren
„Dierbare Clara,
Sinds gisteren voel ik miji zteer
ziek. Eerst scheen de leverziekte, die
mij sinds lang kwelt, te beteren,
maar in den afgeloopen nacht ben
ik plotseling na het drinken van
het aanleeren van ambacht of vereisch-
te vakkennis, zoodal ook op financieel
gebied voor de toekomst der jongelin
gen wondt gearbeid.
Voeg daar nog bij. dat zij Zon
en feestdagen meermalen prediken voor
het volk.
En, noemt u dat alles, nu niet werken
voor de MaatschappijNeen, neen, als
de Paters voor dat-doel niet arbeidden,
dan zouden ze, ik zeg niet alleen hier
in. pas land, maar ook niet in onze
koloniale bezittingen zijn; in Borneo,
waar een. grondgebiedi, lö-maal grooter
dan Nederland, aan hun zorgen is toe
vertrouwd! Praat me er dus niet van
dat de Paters niets voor de Maatschap
pij doen. .Weet je wel, dat de. Staats
spoor ieder jaar ettelijke honderden
guldens verdient yan de Paters met
hunne Missiereizen
Zoo, zoo, nu, maar ik krijg op die
manier een heel ander idee van die
menschen
Dat geloof ik wel. Hoor eens. wil
ik je eens een goeden raad geven?
Welnu, ga dan eens in zoo'n klooster
een kijkje nemen. Ga ze eens zien,
die mannen van dc daad, die, als ze
daar heengaan, blootsvoets, bloots
hoofds, met een ruw kleed en een
koord om dc leden» toon en dal zij de
wereld verachten loon en door hun
voorbeeld, niet alléén door hun woord,
maar 'door geheel hun levenswijze, aan
heel de Maatschappij, de vergankelijk
heid van, alle aardsche weelde! Geen
wonder dia! de wereld ze bespol, zij
spotten, óók met de wereld; doch dit
neemt nieil weg dat alleen hun optre
den,alteen hun verschijning, al eene
voortdurende les is aan iedereen ge
geven in de tegenwoordige losbandige
en, zinnelijke Maatschappij.
Jje maakt me werkelijk nieuwsgie
rig; nog nooit héb ik die Paters ge
zien!
- Welnu, doe dan zooals ik je ge
zegd heb, ga er eens heen. Doch houd
me len goede dat jk je ook in ge-
moede,, tusschen. vier oogen, deze woor
den toevoeg: „Spreek nooit meer over
personen of zaken, waar je niets van
weet"!....
(Wc waren, intusschen aan 't einde
onzer reis te Haarlem aangekomen. Na
een wederzijdisch„Goeden dag. Bon
jour", ging ieder zijns weegs. Vlug de
trappen van 't station af, en wegens
den rqgen in de elect.riséhe tram naar
ihuiis.
's Avonds naliet eten, terwijl ik ge-
noegelijk mijn pijpje rookte en de cou
rant inzag ,kwatn mijn oudste jongen
bij mij met zijn Fransch themaboek-,
en vroeg mij: „Pa, hoe moei ik dal ver
talen: „een verstandig man"".
Laaf eens zien, en daar las ik:
„Een wijs en verstandig man spreekt
nooit over zaken welke hij niet kent."
Ik hielp den jongen zoo goed als ik
kon en voegde er tevens bij: „Die zin
van buiten loeren en nooit vergeten,
hoor!
En toen ik na den vermoedenden dag
de welverdiende rust ging genieten,
droomde ik van niets anders dan van
een kop gerstewater, die Madeleine
mij toediende. aan de vreeselijkste
pijnen ten prooi geworden.
Een helsc'h. vuur brandt in mijn
ingewlatodejn.
Madeleine heeft mij willen ver
giftigen. Ik geloof dit des te eer,
omdat zij van morgen wilde ontken
nen, op mijn kamer geweest te zijn,
fel hoon ik zelf en Clemens Ifaar her
kend hebben.
Kom mij oppassen, opdat ik, door
u en den kamerdienaar verzorgd,
veilig* ben voor misdadige aanslagen
op mijn leven. Om dc eer 'van
onzen ongerept en naam verzoek ik
u dezen brief na lezing' terstond te
verbranden.
Zoedra ik door uwe toewijding
weer hersteld ben. zal ik de schul
dige en haar medeplichtige, den
nietswaardiigen Sintély straffen.
Kom spoedig. -
Uw1 broeder.
HOE ACE DE, CYPIÈRES."
Hij verzegelde dezen brief on ge
lastte Clemens, voor dc verzending
te zorgen.
„Ga nu in den leuningstoel daar
zitten," sprak dc markies, „en blijf
vooral hier in de kamer. Ik gevoel
mij wat beter en zal trachten te
slapen. 1
II. EEN NIEUWE PiOGINO,
,.H,oe gaat het," vroeg dr, Sintély
den volgenden morgen,
„Spr.eek 'toch nooit over 'iets wat je
niet kent."
EEN HAARLEMMER.
HET WARE KARAKTER DER EER-
,R ER-BEWEGING.
Het lis goed, om voortdurend, in het
oog te houden het eigénlijke karak
ter der Eerrer-beweging.
Met den dag komt dat meer uit.
Als de liberale bladen tejn onzent
- onvoorzichtiger dap de groote
bu i ten laindsche pers, die althans over
de -schuld van Ferrer ztagt: dat ze
niet duidelijk bewezen is -- op Imo
gen toom p reclame eren dat Eerner on
schuldig' is „vermoord" en er bij
vhoegen dat dit. geschied is om zijn
„arnl iclerialisme"als men op al
lerhande mapieren poogt de geeste
lijkheid in de Ferrer-zaak t? betrek
ken en men zelfs verzint da,t. het
Vatic,aan (met ld© Spaamsche regteering
aan het eomfereeren is geweest;
als de ..neutra,la"Telegraaf vain
oordeel Ls dat mot deze Eerrer-herriie
een algemeepo beweging is begonnen,
door geheel Europa tegen het ei-eri-
cia.lisme en vóór de „vrijheid van
gedachte"als Mr. Mondeis in een
vergadering te Amsterdam Zater
dagavond clnider gejuich v,a(n dei mis
leide arbeiders brutaalweg spreken
durfde van „het gemijterd b;arbalre|n-
dom" dat Ferrer veroordeel de. en
van ©ep vol.ksverdoinlmende pries-
1 er-heerscihappij, die vernietigd moet
worden",; -daln zijn dat altamaal
t eek enen van het karakter der Eer-
rer-beweging.
Niet. omdat men van meening is
dat hier een onschuldige is gevallen,
maakt men zoo'n lawaai!
Immers, hoeft één liberaal blad 'in
kilc gegeven, toen er te Barcelona
dozijnen priesters werden, vermoord,
non non on t eend en gefusilleerd Toen
e,r kerken en kloosters warden in
brand gestoken door het ra,pa I ja
Geen oogenbl ik is er toen tegen dien
moord, op onschuld igen gepleegd, ge
protesteerd in de liberale pers
N i e 1, omdat Ferrer dus onschul
dig wezen zou (wat de liberale pers
zièli' zegt, eigenlijk niet te wieten)
maakt men al deze beweging.
Maar omdat de Spa.ansche ragea-
ring de'n grootwaardigheidsbeklee-
ider der vrijmetselaars, den apiostel
van het daadwerkelijk verziet tieigela
Kerk, orde en koningschap', durfde
onschadelijk maken ondanks het
hoog verbod der vrij met se 1 ar ij -ze 1 ve
Daarom zijn iele broeders woeidelnd
En daarom staat. !nu d© conservatief -
liberaal dn waanzinnige taal naast-
den socialist en, anarchist, welke bei
de laatsten het natuurlijk alleen ta
doen is om er voor bun eigen zaak
een voordeeltje uit, te- slaan.
Hier zliet ge al weer de antithese,
die loopt door de hoe Ie maatschap pij.
Alles w:a,t togen Christus is, loopt
te hoop, opgezweept door de niet-
OhristeJijke pers, tegen de geloovi-1
„Veel beter," antwoordde de mar
kies.
En inderdaad was zijn stem krach
tiger en de ademhaling bijna nor
maal.
„Gelukkig", sprak de dokter met
een zucht van verlichting.
„Wat heb ik eigenlijk gescheeld."
vroeg de 'zieke en keek Sintély door
dringend aan.
Raim-ond aarzelde. „Misschien een
nieuwe aanval van uw Leverziekte,"
antwoordde hij eindelijk.
„Een vreemde aanval dan toch,"
zei de markies langzaam.
Daarbij bleef hpt.
Madeleine wachtte haar neef in
de voorkamer op.
„Hoe vindt ge hem," vroeg zij
angstig.
„Veel beter dan gisteren. was
het antwoord.
„Dus buiten gevaar?"
„Dat durf ik niet zeggen. De
pols en bet hart zijn nog lang niet
in .orde, en de uiteinden der l.ichaams-
deelen zijn nog verontrustend koud."
Dien geheelen dag verlieten Made
leine en Sintély den Ziieke niet.
„Ik zal den nacht aan uw bed
doorbrengen, mijnheer de markies,"
sprak de dokter des avonds.
Vreemd genoeg verzotte de zieke
zich daartegen niet. Hij bracht een
rustige.n nacht door en voelde zlidh
den volgenden morgen veel heter.
Do toestand der zenuwen was kal
mer, handen en voeten waren minder
gen. ditmaal met. name tegen het
Katholicisme. Het sprookje van het
„domme" Spanje, leugens als deze,
d,a,t de geestelijkheid in Spanje het
onderwijs tegenhoudt,, terwijl nota-
bene juist hat Katholieke onderwijs
kosteloos is. dat alles moet diensik
doen om stemming te maken tegen de-
Kathol i-eke kerk.
Tegen de Kerk: ziedaar het ware
karakter dar Ferrer- beweging.
De vrijmetselarij is beleedigd. -n
zie. zal zich wreken op de Kerk/e
zal voor niets terugdeinzen beleedir
ginge'n en plagerij, uittartingen ver
drukking zal hierop volgen- 'tls al
aangekondigd! Maar Ie Kerk zal
haar belagers overleven; Christus-
woord blijft waar. dat de poorten
der hal haar niet Zullen overweldi
gen i
HET OORDEEL VAN SPANJAARDEN.
In een der hotels van Haarlem
waren verleden week ©enige Span
jaarden gelogeerd. Wij hebben hun
oordeel over de Ferrer-batooging
kunnen inwinnen en ziehier wat daze
SpaansCiho haeren, die uit ValladolLI
kwam, ons mededeelden-
Vooreerst vertelden zij. hoogeliik
verbaasd te zijn ov,er hel kabaal dat,
hier en elders over de terechtstelling
van Ferrer wordt gemaakt. In Span
je is alles rustigbehalve de anar
chisten en socialisten, die hun hoofd
man ziageln vallen, is elkeen verheugd
dat de regteering krachtig ingrijpt en'
dat de krijgsraad Ferrer heeft gevon-
nisd.
Men weet hier niet, Zeiden de
Spa.ansche hoeren ons, hoeveel kwaal
Ferrer gedaan heeft hoe hij het
volk met zijn oproerige en godd doo
Ze geschriften jaren lang vergiftigd
heeft, hoe hij' het anarchisme open
lijk leeraarde, en het hoofd was van
een geheim genootschap dat in be
trekking stond met de internationale
anarchisten in Engeland, Frankrijk
en Rusland.
Iedereen in Spanje weet zoo
zeid© men ons dat Ferrer da man
van het Barcoloneesche oproer is ge
weest, niet alleen doordat hij in zijn
geschriften het volk opruide, maar
ook doordat hij persoonlijk de touw
tjes in hainden had.
En dc Spanjaarden, die orde en
rust willen iln het land, zijn dan
ook blfj dat ze van dezen agent van
vreemdelingen, die door zijn goid©-
loojzie scholen en zijn geschriften'
zooveel oproer en be weging heeft, ver
spreid in het. land. en die enorme
hulpbronnen aan geld had uit Hen
vreemde, alleen om Spanje tot een
anti-clericale republiek te mak m
(want daar legde hij het, steeds vol
gens een vast plan op aannu ein
delijk verlost zijn.
Do Spaanse,h© hieerep vonden nog,
dat koning Alfonso met liet niet-
verle,enen van gratie aan Ferrer zijn
eigen leven in de waagschaal heeft
gezet.
En dat betreurden z'e.
Maar over Ferreir-zel f was hun oor-
koud, de pols had zich vrijwel her
steld kortom, alle onmiddellijk
gevaar was verdwenen.
Met de ingetreden beterschap
scheen ook het karakter van den
markies verzacht te zijn. Hij toonde
een zekére sympathie en zelfs dank
baarheid jegens zijn geneesheer.
„Ik heb jhem ten onrechte ver
dacht". sprak hij- bij zich zelf; „in
dien hij Madeleine's medeplichtige
geweest Was, zou hij mij niet met
zulk een toewijding en succes ver
zorgd hebben
„Wil .ik u Wat cliloraal ingeven",
vroeg Eaimond den volgenden
avond, toen hij zag dat de zieke den
slaap niet vatten kon
„Gaarne", antwoordde die markies
en blijkbaar vol vertrouwen. „Wel
te rusten", sprak bij na het ver-
dooyend middel te hebben ingeno
men, „ik hoop uitmuntend te sla
pen."
Eaimond nam een boek en trachtte
wat te lezen, maar weldra begon
hij da vermoeienis der laatste dagen
en nachten te voelen. Hij stond op,
luisterde aandachtig' naar de adem
haling van den zieke en overtuigde
zich er van, dat de markies rustig
sliep.
„Kom", dacht. Sintély, „alle- gaat
uitmuntend. Ik kan nu ook wel wat
rust nemen."
Wordt vervolgd.)