DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. moederen Martelares MonnikenDompers Nietsdoeners.... BUITENLAND. 218*31-33, Haarlem feuilleton. MAANDAG 18 OCT. 1909. 34ste Jaargang No. 7019 Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, int. Telefoon 1020. Alle betalende «bonnés op dit blad, die In bet bezit eener verzekeringspolls zijn, e||d volgens de bepalingen op de polissen vernield, tegen ongelukken verzekerd voor: De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nèderlajidsche Credietbank Nieuwe dracht H. Bureaux van Redactie en Administratie: Tslefobstniimmer 1426. 1100 S 410 300 sa 150 s? 108 sr 80 sf 15 ABONNEMENTSPRIJS! Fer 8 maanden voor Haarlemt 1,85 Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom oer gemeente) 1.36 Voor da overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80 Afxondrrljjke rammen 0,03 PRU8 DER ADVERTEN. £M: Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant). Nog een paar sloot en, nog een paar schommelingen, gevolgd door hetzachl- ruischend. gebrom der VVeslinghouse- rem, enpaf, daar stond weer voor de zooveetste maal de locomotief pof fend en zuchtend. Alweer een station! Wel, wel, hoe vee! keeren je wel stilstaat op eeti reisje van Den Helder naar Haarlem met een bommeltrein, dat weet ik niet, maar nooit van m'n leven meer zóó'n tocht! Daar heb je voor eens en voor altijd genoeg van. 't Station waar we thans ophielden was Vetsen. Nauwelijks was de trein tot staan gekomen, of daar klonk weer de doordringende stem van den conduc teur: ,,Velsen! Velsen!.... IJmuiden overstappen"'!, daar had men weer 't zelfde geroezemoes van pakjésd,ragende sjouwers; het op- en neer loopen van dienstdoende beambten, de met onge duld wachtende reizigers, nu met ang st igen haast zoekend zich een goed plaatsje in den trein te veroveren. Dit alles liet ons evenwel koud; we hadden, 't immers al zoo dikwijls ge zien en gehoord; en in plaats van ons met de rumoerige stationsdrukte te be moeien, zagen we aan den anderen kant door hel portier-raampje naar de wo ningen van Velsen. Kijk, zei mijn medereiziger, kijk, wat is dat voor een. gebouw? en tegelijk wees hij met den vinger naar bet in het zonlicht glinsterend hooge dak van liet nieuwe Capucijnenklooster. O, gaf ik terstond ten antwoord!, dat daar? Wel, dat is de nieuwe kerk en, '1 klooster der Paters, die zich voor enkele, maanden geleden hier hebben gevestigd. Heb je daar niets .van ge hoord .la...a.... gaf hij gemelijk ten ant woord. Ja... o, is dat dan zoo'n ding, waarover onlangs Mr. Tideman in de couraniicn schreef, dat ze ook al in Noord-Holland, als paddestoelen uit den grond opkomen? Juist, zei ik, dat is nou zoo'n ding. Middelerwijl was de trein weer in beweging 'gekomen, en konden we juist even buiten het station, kerk en klooster eens goed opnemen. - 't Lijkt wel een vierkante steen klomp, merkte mijn medepassagier op; 't heeft veel we,g van een groote siga renfabriek, schoonheid van vorm is er warempel niet veel aan; '1 zal deheele buurt ontsieren en -- voegde hij er bij als je dan. nog hoort dat dietui niets, hoegenaamd niets voor de Maat schappij doen, neen, maar dan.... Hola, viel ik hem in de rode. Neem me niet kwalijk, mijnheer, ik geloot', dat n totaal niet op de hoogte •zijt van het leven en doen, van den ■werkkring der Paters. Ziet eens, mag ik zoo vrij zijn, u eens wat van hen le'vertellcn, en u beter op de hoogte te, brengen? o) „Aan hem ben ik gewend, en hij kent, al mijn eigenaardigheden", sprak hij. „Als ik erger word, zal ik je wel laten roepen, Madeleine. De jonge vrouw moest wel gehoor zamen en verliet het vertrek. i,Doe de deur op slot", beval mar kies de Cyp'ières, zoodra hij met, zijn kamerdienaar alleen was. „Zoo", ging liij voort, „kom nu vlak bij 'mij en zeg, of jk ion voorwaar lijk op je kan rekenen." „Dat weet u wel, markies", was hef, antwoord. „Mijn laatste drup pel bloed behoort u toe." „En Zult ig|e mij naar waarheid antwoorden op al wat ik vraag „Stel u mij maar o-p, de proef, me neer de markies." „Welnu dan, waarom houdt, ge niet van de markiezin Clemens verbleekte en aarzelde met zijn antwoord. „Denk er om dat gij beloofd hebt de waarheid te zeggen", sprak de markies op gebiedenden toon. „Ik heb niets tegen de markiezin", klonk het nu, „maar zij heeft hier de plaats ingenomen van de oude mevrouw, uw zuster heeft voor haar - O, u is zeker ook van 't houtje? Ook Roomsch-Katholiek Om u te dienen, doch dal doet aan de, zaak niets af; 't is hier do kwestie van de „waarheid", uw oor deel. over de Paters berust op dwa ling, als u beweert dat zij voor de Maatschappij niets doen. Zoo? Jawel. 'Ziet,, wal betreft uwe op merking omtrent hun bouwtrant: och, als je je plaatst op 'I standpunt van de Paters, dan. hebben ze eigenlijk groot gelijk met zóó te bouwen. Zij beschou wen d,it leven uit een heel ander oog punt. Voor die 60, 70 jaren, dat je hier op de wereld verblijft, heb je zoo'n mooie woning niet noodig. Als je maar beschut bent voor kou en nat, dan, is 't genoeg, en geloof me, vriend, dat huis daar is stevig gebouwd, 't kan een tijd mee, hoor; van veel uitwen dige franjes houden die lui niet; en daarenboven al die fraaiigheden kosten centen, en daar moet je bij arme Pa ters niet om komen. Ze bepalen zich alleen, bij het strikt noo'dige; 't is steen, ijzer en hout, en hout, ijzer en steen, anders niet. Als ge wilt kunt ge er u van overtuigen, en ik weet zeker, dat ook voor u de poort niet zal ge sloten blijven, als je daar aanklopt, om heil gebouw eens te zien. Dank je voor je aanbod. Maar a propos, wat 'doen. d,ie menseden dab, wat voeren ze eigenlijk uit? Ja, Hernam ik, als ik je dal allee maal moest gaan. vertellen, dan had ik wel een heden dag werk. Kijk eens, laat jk je eerst eens zeggen, dat er hier in ons klein landje wél elf van, zulke kloosters zijn. Bij die elf zijn. enkele hoofdzakelijk voor studie en opleiding, gelijk u wel zult we ien, zooals b.v. de semenaries zijn in de bisdommen; daar wordt dan hoofd zakelijk gewerkt en gearbeid tot vor ming van eigen krachten. In de Overige huizen wordt gewerkt, en kolossaal ge werkt! Zoo heb je, b.v. in Zevenaar een klooster, van waaruit de Paters, ik weet niet hoeveel steden en dorpen in Duitschland bezoeken om er te wer ken, uitsluitend en alteen voor onze Hollandscihe werklieden, die zich daar in, Duitschland ophouden. In Helmond heb je een klooster, waar onder die Redactie der Paters, een weekblad ver schijnt dal eene oplage heeft van meer dan 19.000 exemplaren. In Breda heeft men naast het klooster een Patro naatsgebouw.... U weet toch wel wat wat dat is, is 't niet? Ja, dat is zoo'n. séhool voor jon gens, hè? Met je welnemen, een school, een school, ja, maar niet in dien zin zooals je gewoonlijk „school" verstaal. Neen, onder Patronaatsgebouw verstaat men een, gebouw, waar jongelingen onder richt krijgen in den godsdienst, waar lien, nuttige wenken worden gegeven voor de, toekomst, waar ze naar harte lust zich kunnen vermaken aan ver schillende spelen, in een woord: waar de jongeling gevormd wordt tot een degelijk, godsdienstig man. Welnu, in Breda zijn er ongeveer 200 jongens, plaats moeten maken. en dan. in het begin dacht, u aan niets en nie mand dan aan haar, markies. Beschaamd en verlegen boog de kamerdienaar ihet hoofd. „En is dat alles", vroeg de mar kies verder. „Alles", herhaalde Clemens op vas ten toon. „Goed, laten wij verder gaan. Hebt ge vannacht in de kamer hiernaast geslapen „Ja. op den canapé." „En heb je ongeveer twee uur niets gehoord „Ja, ik heb toen in uwe kamer hoeren spreken." „Heb je ook gezien wie er was?" De ©ogen va,n den kamerdienaar begonnen bij deze vraag te glinsteren van haat, maar dit laatste merkte de markies niet op. „Ja", antwoordde. Clemens, „ik ben opgestaan en ben gaan kijken." „En wie was het", vroeg markies de Cy pie res in de hoogste spanning. Zonder eenige aarzeling antwoord de Clemens; „Het was mevrouw de markiezin De markies, die deze verklaring in den grootsten angst gewacht had. viel in zijn kussens terug en mom pelde; ..Dus heb ik het toch «b t gedroomd Het volgende oogenblik rees liij weer op en vroeg op woesten toon „En waarom heeft z!e van morgen ontkend dat er geweest is [Waarom en wel uit de armste en laagste klas,, die tiaar ouder de leiding der Paters lederen, Zon- en Feestdagavond genoe- gelijk doorbrengen. Eu niet alleen dat; neen, door toe doen der Paters wordt er ook gezorgd, dat de jongens op de Ambachtsschool geplaatst worden; dat ze daar een vak aanleeren, om later als bekwaam arbei der voor zich zelf ie kunnen zorgen. Ziet, zóó werken de Paters. En, als je daar dan nog bijvoegt, dat altijd en overal de Paters zich onder de menschen bewegen om er te pree- ken en geestelijke oefeningen te ver richten; dat dit alles tijd, moeite en studie yereiseht; dat ze een, groot ge deelte van. den dag en ook van den nacht doorbrengen in gebed; als u dat alles weet, kunt u dan nog beweren en volhouden, dat die Paters niet werk zaam zijn? Nu, zei mijn reisgezel, ik wil gaarne toegeven, dat die menschen wer ken, maar nu toch juist niet voor an deren, niet voor de Maatschappij. Kom, hernam ik, hoe heb ik 't nu? Is al hetgeen ik u daar juist gezegd, heb, niet genoeg om u te overtuigen, dat die Paters hoofdzakelijk voor ande ren. arbeiden? Hun werkkring bepaalt zich uitsluitend op geestelijk terrein, ja,, dat is waar, maar is daarom des te edeler! JJ meent dat ze-niets doen voor de Maatschappij? Kent u de verschil lende werkjes welke zij meermal en in 'L licht geven? Ik herinner me nog een der laatst uitgekowienen, een ju weel van een boekje, laat. eens zien, ik geloof dat 'I getiteld! is „In i' Roomsch gezin", nuttige, practische wenken voor ons, Katholieken; de Roomsche Boekhandel en de Propa- gandaclub zal er tl wel aan kunnen helpen Kent u de werkkracht der Paters op h gebied der tegenwoordige drankbe strijding, dc kwestie van den dag? Weet n, hoe binnen enkele jaren reeds he,t 9e tooneelstuk is verschenen op't ge bied der aleoholbestrijding? Tooneel- stukjes die inslaan, en overal met't grootste succes worden opgevoerd! En zie nu eens, het klooster dat we zoo juist zijn voorbijgespoord: Vel setoord, ik ben. er geweest. Je moet weten, dat de Geestelijk heid een gedeelte hunner onderhoorige Parochianen aan de zorgen dier Paters heeft toevertrouwd. Dat brengt dus vol op werk mee. Daar bob je huisbezoek, d.w.z. ieder huishouden van tijd lot tijd eens bezoeken, en informeerem hoe of 't gaat, vooral op geestelijk gebied; daar heb je den Catechismus, of wel hel onderricht der kinderen in godsdien stige waarheden, een werk dat zich ieder en dag herhaalt.... en.... ofschoon de Paters er nog pas enkele maanden zijn, hebben ze nu reeds (ik geloof -Zondag 10 October) een Patronaat opge richt. en ingezegend, ook al weer een inrichting uitsluitend en alleen voor het welzijn der jeugd. Nu reeds hebben er zich een 40-tal jongens aangemeld, wier godsdienstig en, tijdelijk belang zal behartigd wor den; ook dóór zal gezorgd worden voor komt, ze hier midden in den nacht als een dievegge, een misdadigster binnensluipen En sedert zij bij mij geweest is, brandt er een helseih vuur in mijn ingewanden. De ellende- linge, zij heeft mij willen dooden!" „Maar meneer, wat zegt u, welk een afschuwelijke beschuldiging", riep Clemens, zijns ondanks sidde rend. uit. „Het is de waarheid", sprak de markies somber. „Ik ben immers veel te oud voor haar!' „Verdrijf die ontzettende gedach te, markies. Bovendien ben ik im mers hier run u te verzorgen en <u tegen alle denkbeeldig of werkelijk gevaar te beschermen. t „Dat is zoo, Clemens, maar ook gü hebt rust noodig en moet dus (ver vangen kunnen worden. Ik z,al dus aan mijn zuster, wier afwezigheid gij toch zó© betreurt, verzoeken om hier te komen." Zonder te letten op de ontroering, die den kamerdienaar scheen be vangen te hebben, beval de markies hem, pen en papier te brengen, en schreef met vaste hand de volgende regelen, die hij maar al te spoedig bitter zou betreuren „Dierbare Clara, Sinds gisteren voel ik miji zteer ziek. Eerst scheen de leverziekte, die mij sinds lang kwelt, te beteren, maar in den afgeloopen nacht ben ik plotseling na het drinken van het aanleeren van ambacht of vereisch- te vakkennis, zoodal ook op financieel gebied voor de toekomst der jongelin gen wondt gearbeid. Voeg daar nog bij. dat zij Zon en feestdagen meermalen prediken voor het volk. En, noemt u dat alles, nu niet werken voor de MaatschappijNeen, neen, als de Paters voor dat-doel niet arbeidden, dan zouden ze, ik zeg niet alleen hier in. pas land, maar ook niet in onze koloniale bezittingen zijn; in Borneo, waar een. grondgebiedi, lö-maal grooter dan Nederland, aan hun zorgen is toe vertrouwd! Praat me er dus niet van dat de Paters niets voor de Maatschap pij doen. .Weet je wel, dat de. Staats spoor ieder jaar ettelijke honderden guldens verdient yan de Paters met hunne Missiereizen Zoo, zoo, nu, maar ik krijg op die manier een heel ander idee van die menschen Dat geloof ik wel. Hoor eens. wil ik je eens een goeden raad geven? Welnu, ga dan eens in zoo'n klooster een kijkje nemen. Ga ze eens zien, die mannen van dc daad, die, als ze daar heengaan, blootsvoets, bloots hoofds, met een ruw kleed en een koord om dc leden» toon en dal zij de wereld verachten loon en door hun voorbeeld, niet alléén door hun woord, maar 'door geheel hun levenswijze, aan heel de Maatschappij, de vergankelijk heid van, alle aardsche weelde! Geen wonder dia! de wereld ze bespol, zij spotten, óók met de wereld; doch dit neemt nieil weg dat alleen hun optre den,alteen hun verschijning, al eene voortdurende les is aan iedereen ge geven in de tegenwoordige losbandige en, zinnelijke Maatschappij. Jje maakt me werkelijk nieuwsgie rig; nog nooit héb ik die Paters ge zien! - Welnu, doe dan zooals ik je ge zegd heb, ga er eens heen. Doch houd me len goede dat jk je ook in ge- moede,, tusschen. vier oogen, deze woor den toevoeg: „Spreek nooit meer over personen of zaken, waar je niets van weet"!.... (Wc waren, intusschen aan 't einde onzer reis te Haarlem aangekomen. Na een wederzijdisch„Goeden dag. Bon jour", ging ieder zijns weegs. Vlug de trappen van 't station af, en wegens den rqgen in de elect.riséhe tram naar ihuiis. 's Avonds naliet eten, terwijl ik ge- noegelijk mijn pijpje rookte en de cou rant inzag ,kwatn mijn oudste jongen bij mij met zijn Fransch themaboek-, en vroeg mij: „Pa, hoe moei ik dal ver talen: „een verstandig man"". Laaf eens zien, en daar las ik: „Een wijs en verstandig man spreekt nooit over zaken welke hij niet kent." Ik hielp den jongen zoo goed als ik kon en voegde er tevens bij: „Die zin van buiten loeren en nooit vergeten, hoor! En toen ik na den vermoedenden dag de welverdiende rust ging genieten, droomde ik van niets anders dan van een kop gerstewater, die Madeleine mij toediende. aan de vreeselijkste pijnen ten prooi geworden. Een helsc'h. vuur brandt in mijn ingewlatodejn. Madeleine heeft mij willen ver giftigen. Ik geloof dit des te eer, omdat zij van morgen wilde ontken nen, op mijn kamer geweest te zijn, fel hoon ik zelf en Clemens Ifaar her kend hebben. Kom mij oppassen, opdat ik, door u en den kamerdienaar verzorgd, veilig* ben voor misdadige aanslagen op mijn leven. Om dc eer 'van onzen ongerept en naam verzoek ik u dezen brief na lezing' terstond te verbranden. Zoedra ik door uwe toewijding weer hersteld ben. zal ik de schul dige en haar medeplichtige, den nietswaardiigen Sintély straffen. Kom spoedig. - Uw1 broeder. HOE ACE DE, CYPIÈRES." Hij verzegelde dezen brief on ge lastte Clemens, voor dc verzending te zorgen. „Ga nu in den leuningstoel daar zitten," sprak dc markies, „en blijf vooral hier in de kamer. Ik gevoel mij wat beter en zal trachten te slapen. 1 II. EEN NIEUWE PiOGINO, ,.H,oe gaat het," vroeg dr, Sintély den volgenden morgen, „Spr.eek 'toch nooit over 'iets wat je niet kent." EEN HAARLEMMER. HET WARE KARAKTER DER EER- ,R ER-BEWEGING. Het lis goed, om voortdurend, in het oog te houden het eigénlijke karak ter der Eerrer-beweging. Met den dag komt dat meer uit. Als de liberale bladen tejn onzent - onvoorzichtiger dap de groote bu i ten laindsche pers, die althans over de -schuld van Ferrer ztagt: dat ze niet duidelijk bewezen is -- op Imo gen toom p reclame eren dat Eerner on schuldig' is „vermoord" en er bij vhoegen dat dit. geschied is om zijn „arnl iclerialisme"als men op al lerhande mapieren poogt de geeste lijkheid in de Ferrer-zaak t? betrek ken en men zelfs verzint da,t. het Vatic,aan (met ld© Spaamsche regteering aan het eomfereeren is geweest; als de ..neutra,la"Telegraaf vain oordeel Ls dat mot deze Eerrer-herriie een algemeepo beweging is begonnen, door geheel Europa tegen het ei-eri- cia.lisme en vóór de „vrijheid van gedachte"als Mr. Mondeis in een vergadering te Amsterdam Zater dagavond clnider gejuich v,a(n dei mis leide arbeiders brutaalweg spreken durfde van „het gemijterd b;arbalre|n- dom" dat Ferrer veroordeel de. en van ©ep vol.ksverdoinlmende pries- 1 er-heerscihappij, die vernietigd moet worden",; -daln zijn dat altamaal t eek enen van het karakter der Eer- rer-beweging. Niet. omdat men van meening is dat hier een onschuldige is gevallen, maakt men zoo'n lawaai! Immers, hoeft één liberaal blad 'in kilc gegeven, toen er te Barcelona dozijnen priesters werden, vermoord, non non on t eend en gefusilleerd Toen e,r kerken en kloosters warden in brand gestoken door het ra,pa I ja Geen oogenbl ik is er toen tegen dien moord, op onschuld igen gepleegd, ge protesteerd in de liberale pers N i e 1, omdat Ferrer dus onschul dig wezen zou (wat de liberale pers zièli' zegt, eigenlijk niet te wieten) maakt men al deze beweging. Maar omdat de Spa.ansche ragea- ring de'n grootwaardigheidsbeklee- ider der vrijmetselaars, den apiostel van het daadwerkelijk verziet tieigela Kerk, orde en koningschap', durfde onschadelijk maken ondanks het hoog verbod der vrij met se 1 ar ij -ze 1 ve Daarom zijn iele broeders woeidelnd En daarom staat. !nu d© conservatief - liberaal dn waanzinnige taal naast- den socialist en, anarchist, welke bei de laatsten het natuurlijk alleen ta doen is om er voor bun eigen zaak een voordeeltje uit, te- slaan. Hier zliet ge al weer de antithese, die loopt door de hoe Ie maatschap pij. Alles w:a,t togen Christus is, loopt te hoop, opgezweept door de niet- OhristeJijke pers, tegen de geloovi-1 „Veel beter," antwoordde de mar kies. En inderdaad was zijn stem krach tiger en de ademhaling bijna nor maal. „Gelukkig", sprak de dokter met een zucht van verlichting. „Wat heb ik eigenlijk gescheeld." vroeg de 'zieke en keek Sintély door dringend aan. Raim-ond aarzelde. „Misschien een nieuwe aanval van uw Leverziekte," antwoordde hij eindelijk. „Een vreemde aanval dan toch," zei de markies langzaam. Daarbij bleef hpt. Madeleine wachtte haar neef in de voorkamer op. „Hoe vindt ge hem," vroeg zij angstig. „Veel beter dan gisteren. was het antwoord. „Dus buiten gevaar?" „Dat durf ik niet zeggen. De pols en bet hart zijn nog lang niet in .orde, en de uiteinden der l.ichaams- deelen zijn nog verontrustend koud." Dien geheelen dag verlieten Made leine en Sintély den Ziieke niet. „Ik zal den nacht aan uw bed doorbrengen, mijnheer de markies," sprak de dokter des avonds. Vreemd genoeg verzotte de zieke zich daartegen niet. Hij bracht een rustige.n nacht door en voelde zlidh den volgenden morgen veel heter. Do toestand der zenuwen was kal mer, handen en voeten waren minder gen. ditmaal met. name tegen het Katholicisme. Het sprookje van het „domme" Spanje, leugens als deze, d,a,t de geestelijkheid in Spanje het onderwijs tegenhoudt,, terwijl nota- bene juist hat Katholieke onderwijs kosteloos is. dat alles moet diensik doen om stemming te maken tegen de- Kathol i-eke kerk. Tegen de Kerk: ziedaar het ware karakter dar Ferrer- beweging. De vrijmetselarij is beleedigd. -n zie. zal zich wreken op de Kerk/e zal voor niets terugdeinzen beleedir ginge'n en plagerij, uittartingen ver drukking zal hierop volgen- 'tls al aangekondigd! Maar Ie Kerk zal haar belagers overleven; Christus- woord blijft waar. dat de poorten der hal haar niet Zullen overweldi gen i HET OORDEEL VAN SPANJAARDEN. In een der hotels van Haarlem waren verleden week ©enige Span jaarden gelogeerd. Wij hebben hun oordeel over de Ferrer-batooging kunnen inwinnen en ziehier wat daze SpaansCiho haeren, die uit ValladolLI kwam, ons mededeelden- Vooreerst vertelden zij. hoogeliik verbaasd te zijn ov,er hel kabaal dat, hier en elders over de terechtstelling van Ferrer wordt gemaakt. In Span je is alles rustigbehalve de anar chisten en socialisten, die hun hoofd man ziageln vallen, is elkeen verheugd dat de regteering krachtig ingrijpt en' dat de krijgsraad Ferrer heeft gevon- nisd. Men weet hier niet, Zeiden de Spa.ansche hoeren ons, hoeveel kwaal Ferrer gedaan heeft hoe hij het volk met zijn oproerige en godd doo Ze geschriften jaren lang vergiftigd heeft, hoe hij' het anarchisme open lijk leeraarde, en het hoofd was van een geheim genootschap dat in be trekking stond met de internationale anarchisten in Engeland, Frankrijk en Rusland. Iedereen in Spanje weet zoo zeid© men ons dat Ferrer da man van het Barcoloneesche oproer is ge weest, niet alleen doordat hij in zijn geschriften het volk opruide, maar ook doordat hij persoonlijk de touw tjes in hainden had. En dc Spanjaarden, die orde en rust willen iln het land, zijn dan ook blfj dat ze van dezen agent van vreemdelingen, die door zijn goid©- loojzie scholen en zijn geschriften' zooveel oproer en be weging heeft, ver spreid in het. land. en die enorme hulpbronnen aan geld had uit Hen vreemde, alleen om Spanje tot een anti-clericale republiek te mak m (want daar legde hij het, steeds vol gens een vast plan op aannu ein delijk verlost zijn. Do Spaanse,h© hieerep vonden nog, dat koning Alfonso met liet niet- verle,enen van gratie aan Ferrer zijn eigen leven in de waagschaal heeft gezet. En dat betreurden z'e. Maar over Ferreir-zel f was hun oor- koud, de pols had zich vrijwel her steld kortom, alle onmiddellijk gevaar was verdwenen. Met de ingetreden beterschap scheen ook het karakter van den markies verzacht te zijn. Hij toonde een zekére sympathie en zelfs dank baarheid jegens zijn geneesheer. „Ik heb jhem ten onrechte ver dacht". sprak hij- bij zich zelf; „in dien hij Madeleine's medeplichtige geweest Was, zou hij mij niet met zulk een toewijding en succes ver zorgd hebben „Wil .ik u Wat cliloraal ingeven", vroeg Eaimond den volgenden avond, toen hij zag dat de zieke den slaap niet vatten kon „Gaarne", antwoordde die markies en blijkbaar vol vertrouwen. „Wel te rusten", sprak bij na het ver- dooyend middel te hebben ingeno men, „ik hoop uitmuntend te sla pen." Eaimond nam een boek en trachtte wat te lezen, maar weldra begon hij da vermoeienis der laatste dagen en nachten te voelen. Hij stond op, luisterde aandachtig' naar de adem haling van den zieke en overtuigde zich er van, dat de markies rustig sliep. „Kom", dacht. Sintély, „alle- gaat uitmuntend. Ik kan nu ook wel wat rust nemen." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1