DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Moederen Martelares
§Oüftei®iiüimwii§st 29«3S-339
MonnikenDompers
Nietsdoeners....
BUITENLAND.
MAANDAG 18 OCT. 9909.
34ste Jaargang: No, 7019
Bureaux van Redactie en Administratie
ImftevGomniueMsai T«laf ©©OTatiimreaei" 1426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICAlfÜQ's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, int. Telefoon 1020.
FEUILLETON,
ii. eek nieuwe poging,
MEUWE HURLEMSCHE COWUNT
ABONItEMENTSPRUSl
Fer 8 maanden voor Haarlemf 1,85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gwneente) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
Afsoaderiijke nummers 0,08
I»»U8 DER ADVERTE*. ÉW:
Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (k contant).
USD
Alle betalende «bonnét op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
GULDEN bij
verlies van
GULDEN bü
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
411
GULDEN big
overlijden.
311
GULDEN bij
verlies van éen
band of voet.
150
GULDEN bij
verlies «an
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen daim.
één
wijsvinger.
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij .Ocean", Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II,
Nog een paar stooten, nog een paar
schommelingen^ gevolgd, door het zacht-
ruischeiul gebrom der Westinghouse
rail, en,.... paf, daar stond weer voor
de zooveelsle maal de locomotief puf
fend en zuchtend.
Alweer ;een station I Wel, wel, hoe-
(veel keeren je wei stilstaat op een
reisje van Den Helder naar Haarlem
wet een. bommeltrein, dat weet ik niet,
maar nooit van irin leven meer zóó'n
tocfht 1 Daar heb je voor eens ên voor
altijd genoeg van.
?t Station, waar we thans ophielden
was Velsem Nauwelijks was de trein
tot staan gekomen, of daar klonk weel
de doordringende stem van den conduc
teur: tf,V eisen! Velsen!.... IJmuiden
overstappen*!, daar had men weer 't
zelfde geroezemoes van. pakjesdragende
sjouwers; het op- en neer loopen van
dienstdoende beambten, de met onge
duld wachtende reizigers, nu met ang-
stigen haast zoekend zich een goed
plaatsje in den trein te veroveren.
Dit alles liet ons evenwel koud; we
hadden 't immers al zoo dikwijls ge
zien en gehoord; en in plaats van ons
met de rumoerige stationsdrukte te be
moeien, zagen we aan den anderen kant
door het portier-raampje naar de wo
ningen van Velsen.
Kijk, zei mijn. medereiziger, kijk,
wat is dit voor een gebouw? en tegelijk
wees hij met den vinger naar het in
het zonlicht glinsterend hooge dak van
hert nieuwe Capucijnenklooster.
O, gaf Ik terstond ten antwoord,
öèt daar? Wel, dat is 'de nieuwe kerk
en h klooster der Paters, die zich voor
enkele maanden geleden hier hebben
gevestigd. Heb je daar niets van ge
hoord?
Ja...a..., gaf hij gemelijk ten ant
woord. .Ta... o, is dat dan zoo'n ding,
waarover onlangs Mr. Tideman in Üe
couranten schreef, dat ze ook al in
Noord-Holland, als paddestoelen uit den
grond opkomen?
Juiste zei ik, dat is nou eoo'n
ding.
Middel er wij! was de trein weer «n
beweging gekomen, en konden we
juist even buiten het station, kerk en
klooster eens goed opnemen.
1 Lijkt wel een vierkante steen
klomp, merkte mijn medepassagier op;
't heeft veel weg van een groote siga
renfabriek, schoonheid van vorm is er
warempel niet veel aan; 't zal de heel e
buurt ontsieren en voegde hij er
bij als je dan nog hoort dat die lui
niets, hoegenaamd niets voor de Maat
schappij doen, neen, maar dan....
Hola, viel ik hem in de red©.
Neem mei niet kwalijk, mijnheer, ik
geloof, dat u totaal niet op de hoogte
zijt van ,het leven en doen, van den
werkkring der Paters. Ziet eens, mag
ik' zoo vrij zijn, u eens wat van hen
tevertellen, en u beter op de hoogte
te brengen?
O, a is zeker ook van 't houtje?
Ook Room sell-Ka thol i ek
Om u te dienen, doch dat Efcoot
aan de zaak niets af; 't is hier do
kwestie van de s,waarheid", uw oor
deel over de Paters berust op dwa
ling, als n beweert dat zij voor de
Maatschappij niets doen.
Zoo?
Jawel. Ziet, wat betreft uwe op
merking omtrent hun bouwtrant: och,
als je je plaatst op 't standpunt van
de Paters, dan hebben ze eigenlijk groot
gelijk met zóó te bouwen. Zij beschou
wen dit leven uit een heel ander oog
punt. Voor die 60, 70 jaren, dat je hier
op de wereld verblijft, heb je zoo'n
mooie woning niet noodig. Als je
maar beschut bent voor kou en nat,
dan is st genoeg, en geloof me, vriend,
dat huis daar is stevig gebouwd, 't kan
een tijd mee, hoor; van veel uitwen
dige franjes houden die lui niet; en
daarenboven al die fraaiigheden kotsten
centen, en daar moét je bij arme Pa
ters niet om komen. "Ze bepalen zich
alleen bij het strikt nooidige; 't is steen,
ijzer en hout, en hout, ijzer en steen,
anders niet Als ge wilt kunt ge er
u van overtuigen, en ik weet zeker,
dat ook vöor u de poort niet zal ge
stoten blijven, als je daar aanklopt,
om het gebouw eens te zien.
Dank je voor je aanbod. Maar
5 propos, wat doen die menschen dan,
wat voeren ze eigenlijk uit?
Ja, hernam ik, als ik je dat al lo
rna al moest gaan vertellen, dan had
ik wel een heelen dag werk. Kijk eens,
laat ik je eerst eems zeggen, dat
er hier in ons klein landje wel elf
van zulke kloosters zijn. Bij die elf
zijn enkele hoofdzakelijk voor studie
en opleiding, gelijk u wel zult we
ten, zooals b.v. de semenaries zijn in
de bisdommen; daar wordt dan hoofd
zakelijk gewerkt en "gearbeid tot vor
ming van eigen krachten. In de overige
huizen wordt gewérkt, en kolossaal ge
werkt! Zoo heb je b.v. in Zevenaar een
klooster, van waaruit de Paters, ik weet
niet hoeveel steden en dorpen in
Duitschland bezoeken om er te wer
ken, uitsluitend en alleen voor onze
Hollandsclhe werklieden, die zich daar
in Duitschland ophouden. In Helmond
heb je een klooster, waar onder die
Redactie der Paters, een weekblad ver
schijnt dat eene oplage heeft van meer
dan 19.000 exemplaren. In Breda heeft
men naast het klooster een Patro-
naatsgebouw.... U weet toch wel wat
wat dat is, is 't niet?
Ja, dat is zoo'n school voor jon
gens, hè?
Met je welnemen, een school, een
school, ja, maar niet in dien zin zooals
je gewoonlijk „school" verstaat. Neen,
onder Patronaatsgebouw verstaat men
een gebouw, waar jongelingen onder
richt krijgen in den godsdienst, waar
hen nuttige wenken worden gegeven
voor de toekomst, waar ze naar harte
lust zich kunnen vermaken -aan ver
schillende spelen, in een woord: waar
de jongeling gevormd wordt tot een
degelijk, godsdienstig man. Welnu, in
Breda zijn er ongeveer 200 jongens,
en wel uit de armste en laagste klas,,
die daar onder de leiding der Paters
iederen Zon- en Feestdagavond genoe-
gelijk' doorbrengen.
En niet alleen dat; neen, door toe
doen.der Paters wordt er ook gezorgd
dat de jongens op de Ambachtsschool
geplaatst worden; dat ze daar een vak
aanleeran, om later als bekwaam arbei
der voor zidh zelf te kunnen zorgen.
Ziet, zóó werken de Paters.
En als je daar dan nog bijvoegt, dat
altijd en overal de Paters zich onder
de menschen bewegen om er te pree-
ken en geestelijke oefeningen te ver
richten; dat dit alles tijd, moeite en
studie yereischt; dat ze een groot ge
deelte van den dag en ook van den
nacht doorbrengen in gebed; als udat
alles weet, kimt u dan nog beweren
en volhouden, dat die Paters niet werk
zaam zijn?
Nu, zei mijn reisgezel, ik wil
gaarne toegeven, dat die menschen wer
ken, maar nu toch juist niet voor an
deren, niet voor de Maatschappij.
Kom, hernam ik, hoe heb ik 't nu
Is al hetgeen ik u daar juist gezegd
heb, niet genoeg om u te overtuigen,
dat die Paters hoofdzakelijk voor ande
ren arbeiden? Hun werkkring bepaalt
zich uitsluitend op geestelijk terrein,
ja, dat is waar, maar is daarom des te
edeler! U meent «fat ze niets doen voor
de Maatschappij? Kent u de verschil
lende werkjes welke zij meermalen in
't licht geven? Ik herinner me nog
een der laatst uitgekomanen, een ju
weel vpn een boekje, laat eens zien,
ik geloof dat 't getiteld is „In 't
Roomsch gezin", nuttige, practische
wenken .voor ons, Katholieken; de
Roomsche Boekhandel en de Propa-
gandaclub zal er u wel aan kunnen
helpen!
Kent u de werkkracht der Paters op
't gebied der tegenwoordige drankbe
strijding, de kwestie van den dag?Weet
u, hoe binnen enkele jaren reeds het
9e tooneelstuk is verschenen op't ge
bied der alcoholbestrijding Tooneél-
stukjes die inslaan, en overal met't
grootste succes worden opgevoerd! En
zie nu eens, het klooster dat we zoo
juist zijn voorbijgespoord': Velseroord,
ik ben er geweest
Je moet weten, dat de Geestelijk
heid een gedeelte hunner onderhoorige
Parochianen aan de zorgen dier Paters
heeft toevertrouwd. Dat brengt dus vol
op werk mee. Daar heb je huisbezoek,
d.w.z. ieder huishouden, van tijd tot tijd
eens bezoeken, en informeeren hoe of 't
gaat, vooral, op geestelijk gebied; daar
heb je don Catechismus, of wel het
onderricht der kinderen in godsdien
stige waarheden, een werk dat zich
iederen dag herhaalt..., en.... ofschoon
de Paters er nog pas enkele maanden
zijn, hebben ze nu reeds (ik geloof
Zondag 10 October) een Patronaat opge
richt en ingezegend, ook' al weer een
inrichting uitsluitend en alleen voor het
welzijn der jeugd.
Nu reeds hebben er zich een 40-tal
jongens aangemeld, wier godsdienstig
en tijdelijk belang zal behartigd wor
den; ook dóór zal gezorgd worden voor
het aanfeeren van ambacht of vereisch-
te vakkennis, zdodat ook op financieel
gebied voor de toekomst der jongelui
gen wordt gearbeid.
Voeg daar nog bij, dat zij dp Zon
en feestdagen meermalen prediken voor
het volk.
En noemt u dat alles, nu niet werken
voor de Maatschappij Neen, neen, als
de Paters voor dat doei niet arbeidden
dan zouden ze, ik' zeg niet alieen hier
in pms land, maar ook' niet in onze
koloniale bezittingen zijn; in Borneo,
waar een grondgebied), 16-maal grooter
dan Nederland, aan hun zorgen is toe
vertrouwd! Praat me er dus niet van
dat de Paters niets voor de Maatschap
pij doen. Weet je wel, dat de Staats
spoor ieder jaar ettelijke honderden
guldens verdient pan de Paters met
hunne Missiereizen?...,
Zoo, zoo, nu, maar ik' krijg op die
manier een heel ander idee van die
menschen
Dat geloof ik wel. Hoor eens, wil
ik' je eens een goMen raad geven?
Welnu, ga dan eens in zoo'n klooster
eeni kijkje nemen. "Ga ze eens zien,
die mannen yan de daad, die, als ze
daar h,een.gaan, blootsvoets, bloots
hoofds, met een ruw kleed) en een
koord om de leden, toonen dat zij de
wereld verachten toonen door hun
voorbeeld, niet alléén door hun woord,
maar door geheel hun levenswijze, aan
Keel de Maatschappij, de vergankelijk
heid van alle aardsche weelde! Geen
wonder dat de wereld ze bespot, zij
spotten óók met de wereld-, doch dit
neemt niet weg dat alleen hun optre
den, alleen hun verschijning, al eene
voortdurende les is aan iedereen ge
geven in de tegenwoordige losbandige
en zinnelijke Maatschappij.
Jie maakt me werkelijk nieuwsgie
rig; nog nooit heb ik die Paters ge
zien!
Welnu, doe Üan zooals ik' je ge
zegd heb, ga er eens heen. Doch houd
me ten goede dat ik' je ook in ge-
moede, tusschen vier oogen, deze woor
den. toevoeg: k,Spreek nooit meer over
personen of zaken, waar je niets van
weet"!....
We waren intusschen aan 't einde
onzer reis te Haarlem aangekomen. Na
een wederzijdsch: „Goeden dag, Bon
jour", ging ieder zijns weegs. Vlug de
trappen van 't station af, en wegens
den regen in de electrische tram naar
huis.
's Avonds na het eten, terwijl ik' ge-
noegelijk' mijn pijpje rookte en de cou
rant inzag ,kwam mijn oudste jongen
bij mij met zijn Fransch themaboek,
en vroeg mij„Pa, hoe moet ik dat ver
talen: „een verstandig man"".
Laat eens zien, en daar las ik':'
„Een wijs en verstandig man spreekt
nooit over zaken welke hij niet kent."
Ik' hielp den jongen zoo goed als ik
kon en voegde er tevens bij: ,.l)ie zin
van buiten leeren en nooit vergeten,
hoor!
En toen ik' na den vermoeienden dag
de welverdiende rust ging genieten,
droomde ik' yan niets anders dan van
„Spreek toch nooit over 'iets wat je
niet kent.*'
EEN HAARLEMMER.
HET WARE KARAKTER DER 'FER-
RER-BEWEGING.
Het is goed, can1 voortdurend in 'het
oog te houden het eigeinlijhö karak
ter der Eerrer-bewieging.
(Met den dag komt da,t meer u,it
Als de liberale bladen te|n onzent
onvoorzichtiger dap de groote
buitenlatadsch© pers, die althiaps over
de schuld van .Ferrer zegt: dat ze
niet duidelijk bewpZett is, op hoo-
gen toojn proclameeren dat Ferrer on
schuldig! is „vermoord" en er bij
vhoegen dat (dit gjescjhieid is om,1 zïj,n
„antielerialisme"; lals mep, op al
lerhande malnieren ploogt d© geeste
lijkheid in de Ferrer-za.ak te betrek
ken en men zelfs verzint dat het
Yatiéaan met de Sptaiab&ch© regteeripg
aan het ©onfereeren, is gerweest;
als de „neutrale"Telegraaf yajn
oordeel is dat met deze Ferrer-herria
een algemeeine .beweging is begonWa
door geheel Europa tegen het cleri
cal isme en vóór de „vrijheid vain
gedachte",; -als Mjr. Mondeis in een
vergadering te Amsterdam Zater
dagavond onder gejuich, van de mis
leide arbeiders brutaalweg spreken
durfde van „het gemijterd barbaren
dom" dat Ferrer verhorjdeelldja, en
van eejn „voücsverdommende pries
ter-heerschappij, idie vernietigd moet
worden"data zijn dat altemaail
teekenen van het karakter der Fer-
rer-bewieging. i
Niet omdat men va|n meening is
dat hier een onschuldige is gevallen,
maakt men Zloo'n lawaai
Immers, heeft één liberalal blad 'n
kik gegeven', toen er te Barcelona
dozijnen priesters .wierdeW vermoord,
normen ppteerd en gefusilecrd Boen
er kerken en kloosters wlepden in
brand gestoken door het rapalje
Geen oogelnblik is er toen tegen dien
moord, op onschuldiger: gepleegd, ge
protesteerd :in de liberal© pers!
N iet .omdat Ferrer dus onschul
dig wezen zou (wat de liberale pers
zélf zegt, eigenlijk toiet te Weten)
maakt men al deizte beweging.
Maar omdat de Spaansch© regee
ring dein' grootwaardigheidsbeklee-
der der vrij metselaars, dien apostel
van het daadwerkelijk verzet tegieta
Kerk, orde en koningschap, durfde
onschadelijk make|n ondapks 'het
hoog verbod der vrijmetselarij-zelve!
Daarom Z!ijn de broeders wloeliemd
En daarom staat tnu de cons-ervatie-f-
liberaal in w'aahlzimpig© taal naast
den socialist en, anarchist welke ber
de laatsten het (natuurlijk alleen, te
doen is om! er voor hun; eigen zaak
een voordeeltje uit t© slaan;
Hier 'ziet ge ad weer de antithese,
die loopt door ide lieele maatschappij,
Alles w;at tegen Christus is, loopt
te hoop, opgezweept door de niet-
Christelijke pers, tegen de geloQvi-
geP, ditmaal met |name tegen het
Katholicisme. Het sprookje van het
„domme" Spanje, leugens als deze,
dat de geestelijkheid in Spanje het
onderwijs tegenhoudt, terwijl nota-
bene juist het Katholieke onderwijs
kosteloos is, dat alles mjoet dienst
doen om stemming te maken hagen d«
Katholieke kerk.
Tegen de Kerk: ziedaar het war*
karakter der Perrer-bewteglng.
De vrijmetselarij :is bekvxligd, ea
zie zal zich wreken op de KerkZ*
zal voor niets terugdeinzenbeleedi-
gingen en plagerij, uittarting en ver
drukking zal hierop volgen, 'tls ai
aangekondigd! Maar de Kerk zal
haar belagers overlevenChristus'
woord blijft waar, dat de poort-ea
der hel haar niet ziullem ovterweldi.-
gten
HET OORDEEL VAN SPANJAARDEN.
In ee"n der hotels van Haarlem
waren verleden! week eemige Span
jaarden gelogeerd. tWiij hebbetn hun
oordeel over de Ferrer-betooging
kunnen inwinnen en ziehier wat deze
Spaansche heereU, die uit VailladoliH
kwam, ons mededeelden'.
Vooreerst vertelden zij', hqogelijk
verbaasd te Zijn over het kabaai da*
h ier en elders over de teredhtstelliluB
van Eemer wordt gemaakt, ha Span
je is alles rustig behalve de anar
chisten ep socialisten, die hun hoofd
man Iziagetol vallen, is elkeen verheugd
dat de regeering krachtig ingrijpt en
dat de krijgsraad Ferrer heeft govon-
nisd.
Men weet hier niet, zeilen
Spaansche heeren ons, hoeveel kwaad
Ferrer gedaan heeft: hoe hij heli
volk met zijn oproerige en' goddel oo
ze geschriften jaren lang vergiftigd
heeft, hoe hiji het anarchisme open
lijk leeraarde, en het hoofd Was va*
een geheim genootschap da,t in be
trekking stond met de international*
anarchisten, lin, Engeland, Frankrijk
en llusland.
Iedereen 'in Spanje weet teloöt
zeido men ons dat Ferrer de man
van het Barcoktaeescihé oproer is ge
weest, niet alleen doordat hij in zijn
geschriften het volk opruide, maan
ook doordat hij' persoonlijk de touw
tjes in handen had.
En' de Span ja,arden, die orde en
rust willen in bet land, zijn dan
ook blij' dat ze van dezen agent van
vreemdelingen, die door Zijn godde-
looze scholen en zijn geschriften;
Zooveel oproer en beweging heeft yen-
spreid in het laud, en Idie enorme
hulpbronhen aan geld had uit den
vreemde, alleen om Spanje tot eemi
anti-clerical© republiek te maken
(W!ant.daar legde hij' het steeds vol
gens een vast plan op aan!) nu ein
delijk 'verlost zijn.
De Spaansche hcereu vonden nog,
dat koning Alfonso met het uiet-
verleeneh van gratie aan Ferrer zijn
eigen leveh in de waagschaal heeft
gez'et.
En dat betreurden ze.
Maar over Eerrer-zélf Was hun oor-
3)
„Aan hem ben ik gewend, en hij
kent al mijn eigenaardigheden",
sprak hij. „Als ik erger w'ord,_ z!al
ik je Wel laten roepen, Madeleine."
De jonge vrouw moest wel gehoor
zamen en verliet het vertrek.
„Doe de deur op slot", beval mar
kies de Cypières, zloodra hij1 met zijn
kamerdienaar alleen was.
„Zoo", ging hij voort, „kom! nu
vlak bij inij en lz;eg, of ikionvoorwaar-
lijk op je kan rekenen."
„Dat weet u wel, markies", was
het antwoord. „Mijn laatste drup
pel bloed behoort u toe."
„En zult ge mïj; naar Waarheid
antwoorden op al wat ik vraag,''
„Stel u mij maar op! de proef, 'mè-
neer de markies."
„Welnu dan, w'aarom houdt ge niet
van de markiezin
Clemens verbleekte en aarzelde
met zfjn antwoord.
„Denk er om dat gij beloofd hebt
'de waarheid te Z'eggen", sprak de
markies op gebiedenden toon.
„Ik heb niets tegen de markiezin",
klonk het nu, „maar z!ij heeft hier
de plaats ingenomen van de oude
mevrouw, «w (Huietjpr heeft v(aor kaar
plaats moeten maken, -en dan, in
het begin dacht u aan niets en nie
mand dan aan haar, markies.'i
Beschaamd en verlegen boog de
kamerdienaar het hoofd.
„En is dat alles", vroeg de mar
kies verder.
„Alles", herhaalde Clemens op vas
ten toon.
„Goed, laten Wij' verder gaan. Hebt
ge vannacht in de kamer hiernaast
geslapen
„Ja, op den canapé-''
„En heb je ongeveer twee uur niets
gehoord
„Ja, ik heb toen in uwe kamer
hoeren spreken."
„Heb je ook g'ez'ien wie er wfis
De oog'en van den kamerdienaar
begónnen bij deze vraag te glinsteren
van baat, maar dit laatste merkte
de markies niet op.
„Ja", antwoordde Clemens, „ik ben
opgestaan en ben gaan kijken."
„En Wie was het", vroeg markies
de Cypières in de hoogste spanning.
Zonder eenig'e aarzfeling antwoord
de Clemens: „Hfct Was mevrouw de
markiezin
De markies, die dez'e verklaring
in den grootsten angst gewacht had,
viel in zijn kussens terug en mom
pelde: „Dus heb ik' het toch niet
gedroomd!"
Het volgende ©Ogenblik rees hij
weer op en vroeg' op woesten toon
„En waarom heeft zé van morgen
ontkegd dat er geweest is Maarpjp'
komt ze hier midden in den nacht
als een dievegge, een misdadigster
binnensluipen En sedert z|ij bij mij
geweest is, brandt er een helsch, vuur
in mijn ingewanden.,. De ellende-
linge, Zij heeft mij Willen dooden!"
„Maar meneer, Wat zegt u, welk
een afschuwelijke beschuldiging",
riep Clemens, zïjbs ondanks sidde
rend, uit.
„Het ;is de waarheid", sprak1 'de
markies somber. „He ben immers veel
te oud-voor haar!"
„Verdrijf die ontzettende' gedach
te, markies. Bovendien ben ik im
mers hier om u te verzorgen en ni
tegen alle denkbeeldig of werkelijk
gevaar te beschermen,!
„Dat :is zioo, Clemens, maar ook
gij hebt rust noodig en moet dus ver
vangen kunnen worden. Ik z;al dus
aan mijn zuster, wier afwezigheid
gij' toch z'oo betreurt, verzoeken om
hier te komen."
Zonder ta lettep' op! de ontroering,
die den katnePdiehaar scheen be
vangen te hebben, beval de markies
hem, pen en papier te brengen, en
schreef met vaste hand de volgende
regelen, die hij maar al te spoedig
bitter zon betreuren
„Dierbare Clara,
Sinds gisteren voel ik mij' feieer
ziek. Eerst scheen de leverziekte, die
mij sinds lang kwelt, te beteren,
maar in den afgcloopcn nacht ben
ik plotseling na het drinken vgn
een kop gerstewater, die M;adeleine
mij! toediende aan de vreeselijkste
pijnen ten prooi geworden.
Een helsch vuur brandt in mijn
ingewialnden.
Madeleine heeft mij willen ver
giftigen. Ik geloof, dit des te eer,
omdat Zij van morgen wilde ontken
nen, op mijn kamer geweest te zijn,
schoon ik zelf en Clemens haar her
kend hebben.
Kom mij oppassen, opdat ik, door
u en den kamerdienaar vexZjopgd,
veilig ben voor mridadige aanslagen
op mijn leven. Om de eer Svan
onzen ongerepten naam! verzoek ik
u dezen brief na lezing terstond te
verbranden.
Zoicdra ik door uw© toewijding
Weer hersteld ben, z'al ik de schul
dige en haar, medeplichtige, den
nietswaardiigen Sintély straffen.
Kom spoedig.
'Uw broeder,
HORACE DE CYPIÈRES."
Hij verzegelde d^zen brief en ge
lastte Clemens, voor de yerz'ending
te teiorgen.
„Ga nu in den leuningstoel daar
zitten," sprak de markies, „en blijf
vooral kier in de kamer. Ek: gevoel
mij wat beter en zal trachten te
slapen.; i' i
„Hoe gaat het,'» vroeg <fr. Sintély
den volgenden iftprafe®.
„Veel beter," antwoordde de mar
kies.
En inderdaad Was zijn stem! krach
tiger en de ademhaling bijna nor
maal-
„Gelukkig'', sprak de dokter met
een zucht van verlichting.
„Wiat heb ik eigenlijk gescheeld,"
vroeg de zieke en keek Sintély door
dringend aan.
Raimiond aarzelde. „Mjssdhien een
nieuwe aanval van uw leverziekte,"
antwoordde 'hij eindelijk.
„Een vreemde aanval dan toch,"
zei de markies langzaam. i
Daarbij bleef het.
Madeleine wachtte h'aar neef in
de voorkamer op.
„Hoe vindt ge hem," vroeg Zij
angstig.
„Veel beter dan gisteren,w;as
het antwoord.
„Dus buiten g'evaar?"
„Dat durf ik niet zeggen. De
pols en bet hart zijn nog lang! piet
in orde, en de uiteinden der lichaams-
deelen Zijn nog verontrustend koud."
Dien geheelen dag verlieten Made
leine en Sintély den zieke niet.
„Ik z'al den nacht aan uw bed
doorbrengen, mijnheer de markies,"
sprak de dokter des avonds.
Vreemd genoeg verzette de zieke
zich daartegen niet. Hij bracht een
rustigen nacht door en voelde zich.
den volgenden morgen veel beter.
De toestand der zbnuwon was kal
mer, handen en voeten waren minder
koud, de pols had zich vrijwel her
steld kortom, alle onmiddellijk
gevaar was verdwenen.
Met id© ingetreden beterschap
scheen ook het karakter van den'
markies verz'aeht te zijn. Hij toonde
een zeker© sympathie en: zelfs dank
baarheid jegens zijn geneesheer.
„Ik heb hem ten onrechte ver
dacht", sprak hij: hij Zich zelf; „in
dien hij Madeleine's medeplichtige
geweest twas, zou hij mij niet met
zulk een toewijding en succes ver
zorgd hebben
„WH ik u wat ch lor aal ingeven",
vroeg Raiiuond den volgenden'
avond, toen hij z'ag dat de zieke den
slaap niet vatten kon
„Gaarne", aptwoordde id© markies
en blijkbaar vol vertrouwen. „Wiel
te rusten", sprak hij na het ver-
doojvend middel te hebben ingeno
men, „ik hoop uitmuntend te sla
pen."
Rlaimond nam een hóek en trachtte
wat te lezen, maar weldra begon
hij de vermoeienis der laatste dagen
en nachten te voelen. Hij stond op,
luisterde aandachtig naar de adem
haling van den zieke en overtuigde
zich er van, dat de markies rustig
sliep.
„Kom", dacht Sintély, „alles gaat
uitmuntend. Ik kan nu ook wiel wat
rust nemen.5'- i
Wordt vervolgd.)