DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Moederen Martelares §Oüftei®iiüimwii§st 29«3S-339 MonnikenDompers Nietsdoeners.... BUITENLAND. MAANDAG 18 OCT. 9909. 34ste Jaargang: No, 7019 Bureaux van Redactie en Administratie ImftevGomniueMsai T«laf ©©OTatiimreaei" 1426. Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICAlfÜQ's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, int. Telefoon 1020. FEUILLETON, ii. eek nieuwe poging, MEUWE HURLEMSCHE COWUNT ABONItEMENTSPRUSl Fer 8 maanden voor Haarlemf 1,85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gwneente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80 Afsoaderiijke nummers 0,08 I»»U8 DER ADVERTE*. ÉW: Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent. Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (k contant). USD Alle betalende «bonnét op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: GULDEN bij verlies van GULDEN bü levenslange onge schiktheid tot werken. 411 GULDEN big overlijden. 311 GULDEN bij verlies van éen band of voet. 150 GULDEN bij verlies «an éen oog. 100 GULDEN bij verlies van éen daim. één wijsvinger. GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij .Ocean", Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II, Nog een paar stooten, nog een paar schommelingen^ gevolgd, door het zacht- ruischeiul gebrom der Westinghouse rail, en,.... paf, daar stond weer voor de zooveelsle maal de locomotief puf fend en zuchtend. Alweer ;een station I Wel, wel, hoe- (veel keeren je wei stilstaat op een reisje van Den Helder naar Haarlem wet een. bommeltrein, dat weet ik niet, maar nooit van irin leven meer zóó'n tocfht 1 Daar heb je voor eens ên voor altijd genoeg van. ?t Station, waar we thans ophielden was Velsem Nauwelijks was de trein tot staan gekomen, of daar klonk weel de doordringende stem van den conduc teur: tf,V eisen! Velsen!.... IJmuiden overstappen*!, daar had men weer 't zelfde geroezemoes van. pakjesdragende sjouwers; het op- en neer loopen van dienstdoende beambten, de met onge duld wachtende reizigers, nu met ang- stigen haast zoekend zich een goed plaatsje in den trein te veroveren. Dit alles liet ons evenwel koud; we hadden 't immers al zoo dikwijls ge zien en gehoord; en in plaats van ons met de rumoerige stationsdrukte te be moeien, zagen we aan den anderen kant door het portier-raampje naar de wo ningen van Velsen. Kijk, zei mijn. medereiziger, kijk, wat is dit voor een gebouw? en tegelijk wees hij met den vinger naar het in het zonlicht glinsterend hooge dak van hert nieuwe Capucijnenklooster. O, gaf Ik terstond ten antwoord, öèt daar? Wel, dat is 'de nieuwe kerk en h klooster der Paters, die zich voor enkele maanden geleden hier hebben gevestigd. Heb je daar niets van ge hoord? Ja...a..., gaf hij gemelijk ten ant woord. .Ta... o, is dat dan zoo'n ding, waarover onlangs Mr. Tideman in Üe couranten schreef, dat ze ook al in Noord-Holland, als paddestoelen uit den grond opkomen? Juiste zei ik, dat is nou eoo'n ding. Middel er wij! was de trein weer «n beweging gekomen, en konden we juist even buiten het station, kerk en klooster eens goed opnemen. 1 Lijkt wel een vierkante steen klomp, merkte mijn medepassagier op; 't heeft veel weg van een groote siga renfabriek, schoonheid van vorm is er warempel niet veel aan; 't zal de heel e buurt ontsieren en voegde hij er bij als je dan nog hoort dat die lui niets, hoegenaamd niets voor de Maat schappij doen, neen, maar dan.... Hola, viel ik hem in de red©. Neem mei niet kwalijk, mijnheer, ik geloof, dat u totaal niet op de hoogte zijt van ,het leven en doen, van den werkkring der Paters. Ziet eens, mag ik' zoo vrij zijn, u eens wat van hen tevertellen, en u beter op de hoogte te brengen? O, a is zeker ook van 't houtje? Ook Room sell-Ka thol i ek Om u te dienen, doch dat Efcoot aan de zaak niets af; 't is hier do kwestie van de s,waarheid", uw oor deel over de Paters berust op dwa ling, als n beweert dat zij voor de Maatschappij niets doen. Zoo? Jawel. Ziet, wat betreft uwe op merking omtrent hun bouwtrant: och, als je je plaatst op 't standpunt van de Paters, dan hebben ze eigenlijk groot gelijk met zóó te bouwen. Zij beschou wen dit leven uit een heel ander oog punt. Voor die 60, 70 jaren, dat je hier op de wereld verblijft, heb je zoo'n mooie woning niet noodig. Als je maar beschut bent voor kou en nat, dan is st genoeg, en geloof me, vriend, dat huis daar is stevig gebouwd, 't kan een tijd mee, hoor; van veel uitwen dige franjes houden die lui niet; en daarenboven al die fraaiigheden kotsten centen, en daar moét je bij arme Pa ters niet om komen. "Ze bepalen zich alleen bij het strikt nooidige; 't is steen, ijzer en hout, en hout, ijzer en steen, anders niet Als ge wilt kunt ge er u van overtuigen, en ik weet zeker, dat ook vöor u de poort niet zal ge stoten blijven, als je daar aanklopt, om het gebouw eens te zien. Dank je voor je aanbod. Maar 5 propos, wat doen die menschen dan, wat voeren ze eigenlijk uit? Ja, hernam ik, als ik je dat al lo rna al moest gaan vertellen, dan had ik wel een heelen dag werk. Kijk eens, laat ik je eerst eems zeggen, dat er hier in ons klein landje wel elf van zulke kloosters zijn. Bij die elf zijn enkele hoofdzakelijk voor studie en opleiding, gelijk u wel zult we ten, zooals b.v. de semenaries zijn in de bisdommen; daar wordt dan hoofd zakelijk gewerkt en "gearbeid tot vor ming van eigen krachten. In de overige huizen wordt gewérkt, en kolossaal ge werkt! Zoo heb je b.v. in Zevenaar een klooster, van waaruit de Paters, ik weet niet hoeveel steden en dorpen in Duitschland bezoeken om er te wer ken, uitsluitend en alleen voor onze Hollandsclhe werklieden, die zich daar in Duitschland ophouden. In Helmond heb je een klooster, waar onder die Redactie der Paters, een weekblad ver schijnt dat eene oplage heeft van meer dan 19.000 exemplaren. In Breda heeft men naast het klooster een Patro- naatsgebouw.... U weet toch wel wat wat dat is, is 't niet? Ja, dat is zoo'n school voor jon gens, hè? Met je welnemen, een school, een school, ja, maar niet in dien zin zooals je gewoonlijk „school" verstaat. Neen, onder Patronaatsgebouw verstaat men een gebouw, waar jongelingen onder richt krijgen in den godsdienst, waar hen nuttige wenken worden gegeven voor de toekomst, waar ze naar harte lust zich kunnen vermaken -aan ver schillende spelen, in een woord: waar de jongeling gevormd wordt tot een degelijk, godsdienstig man. Welnu, in Breda zijn er ongeveer 200 jongens, en wel uit de armste en laagste klas,, die daar onder de leiding der Paters iederen Zon- en Feestdagavond genoe- gelijk' doorbrengen. En niet alleen dat; neen, door toe doen.der Paters wordt er ook gezorgd dat de jongens op de Ambachtsschool geplaatst worden; dat ze daar een vak aanleeran, om later als bekwaam arbei der voor zidh zelf te kunnen zorgen. Ziet, zóó werken de Paters. En als je daar dan nog bijvoegt, dat altijd en overal de Paters zich onder de menschen bewegen om er te pree- ken en geestelijke oefeningen te ver richten; dat dit alles tijd, moeite en studie yereischt; dat ze een groot ge deelte van den dag en ook van den nacht doorbrengen in gebed; als udat alles weet, kimt u dan nog beweren en volhouden, dat die Paters niet werk zaam zijn? Nu, zei mijn reisgezel, ik wil gaarne toegeven, dat die menschen wer ken, maar nu toch juist niet voor an deren, niet voor de Maatschappij. Kom, hernam ik, hoe heb ik 't nu Is al hetgeen ik u daar juist gezegd heb, niet genoeg om u te overtuigen, dat die Paters hoofdzakelijk voor ande ren arbeiden? Hun werkkring bepaalt zich uitsluitend op geestelijk terrein, ja, dat is waar, maar is daarom des te edeler! U meent «fat ze niets doen voor de Maatschappij? Kent u de verschil lende werkjes welke zij meermalen in 't licht geven? Ik herinner me nog een der laatst uitgekomanen, een ju weel vpn een boekje, laat eens zien, ik geloof dat 't getiteld is „In 't Roomsch gezin", nuttige, practische wenken .voor ons, Katholieken; de Roomsche Boekhandel en de Propa- gandaclub zal er u wel aan kunnen helpen! Kent u de werkkracht der Paters op 't gebied der tegenwoordige drankbe strijding, de kwestie van den dag?Weet u, hoe binnen enkele jaren reeds het 9e tooneelstuk is verschenen op't ge bied der alcoholbestrijding Tooneél- stukjes die inslaan, en overal met't grootste succes worden opgevoerd! En zie nu eens, het klooster dat we zoo juist zijn voorbijgespoord': Velseroord, ik ben er geweest Je moet weten, dat de Geestelijk heid een gedeelte hunner onderhoorige Parochianen aan de zorgen dier Paters heeft toevertrouwd. Dat brengt dus vol op werk mee. Daar heb je huisbezoek, d.w.z. ieder huishouden, van tijd tot tijd eens bezoeken, en informeeren hoe of 't gaat, vooral, op geestelijk gebied; daar heb je don Catechismus, of wel het onderricht der kinderen in godsdien stige waarheden, een werk dat zich iederen dag herhaalt..., en.... ofschoon de Paters er nog pas enkele maanden zijn, hebben ze nu reeds (ik geloof Zondag 10 October) een Patronaat opge richt en ingezegend, ook' al weer een inrichting uitsluitend en alleen voor het welzijn der jeugd. Nu reeds hebben er zich een 40-tal jongens aangemeld, wier godsdienstig en tijdelijk belang zal behartigd wor den; ook dóór zal gezorgd worden voor het aanfeeren van ambacht of vereisch- te vakkennis, zdodat ook op financieel gebied voor de toekomst der jongelui gen wordt gearbeid. Voeg daar nog bij, dat zij dp Zon en feestdagen meermalen prediken voor het volk. En noemt u dat alles, nu niet werken voor de Maatschappij Neen, neen, als de Paters voor dat doei niet arbeidden dan zouden ze, ik' zeg niet alieen hier in pms land, maar ook' niet in onze koloniale bezittingen zijn; in Borneo, waar een grondgebied), 16-maal grooter dan Nederland, aan hun zorgen is toe vertrouwd! Praat me er dus niet van dat de Paters niets voor de Maatschap pij doen. Weet je wel, dat de Staats spoor ieder jaar ettelijke honderden guldens verdient pan de Paters met hunne Missiereizen?..., Zoo, zoo, nu, maar ik' krijg op die manier een heel ander idee van die menschen Dat geloof ik wel. Hoor eens, wil ik' je eens een goMen raad geven? Welnu, ga dan eens in zoo'n klooster eeni kijkje nemen. "Ga ze eens zien, die mannen yan de daad, die, als ze daar h,een.gaan, blootsvoets, bloots hoofds, met een ruw kleed) en een koord om de leden, toonen dat zij de wereld verachten toonen door hun voorbeeld, niet alléén door hun woord, maar door geheel hun levenswijze, aan Keel de Maatschappij, de vergankelijk heid van alle aardsche weelde! Geen wonder dat de wereld ze bespot, zij spotten óók met de wereld-, doch dit neemt niet weg dat alleen hun optre den, alleen hun verschijning, al eene voortdurende les is aan iedereen ge geven in de tegenwoordige losbandige en zinnelijke Maatschappij. Jie maakt me werkelijk nieuwsgie rig; nog nooit heb ik die Paters ge zien! Welnu, doe Üan zooals ik' je ge zegd heb, ga er eens heen. Doch houd me ten goede dat ik' je ook in ge- moede, tusschen vier oogen, deze woor den. toevoeg: k,Spreek nooit meer over personen of zaken, waar je niets van weet"!.... We waren intusschen aan 't einde onzer reis te Haarlem aangekomen. Na een wederzijdsch: „Goeden dag, Bon jour", ging ieder zijns weegs. Vlug de trappen van 't station af, en wegens den regen in de electrische tram naar huis. 's Avonds na het eten, terwijl ik' ge- noegelijk' mijn pijpje rookte en de cou rant inzag ,kwam mijn oudste jongen bij mij met zijn Fransch themaboek, en vroeg mij„Pa, hoe moet ik dat ver talen: „een verstandig man"". Laat eens zien, en daar las ik':' „Een wijs en verstandig man spreekt nooit over zaken welke hij niet kent." Ik' hielp den jongen zoo goed als ik kon en voegde er tevens bij: ,.l)ie zin van buiten leeren en nooit vergeten, hoor! En toen ik' na den vermoeienden dag de welverdiende rust ging genieten, droomde ik' yan niets anders dan van „Spreek toch nooit over 'iets wat je niet kent.*' EEN HAARLEMMER. HET WARE KARAKTER DER 'FER- RER-BEWEGING. Het is goed, can1 voortdurend in 'het oog te houden het eigeinlijhö karak ter der Eerrer-bewieging. (Met den dag komt da,t meer u,it Als de liberale bladen te|n onzent onvoorzichtiger dap de groote buitenlatadsch© pers, die althiaps over de schuld van .Ferrer zegt: dat ze niet duidelijk bewpZett is, op hoo- gen toojn proclameeren dat Ferrer on schuldig! is „vermoord" en er bij vhoegen dat (dit gjescjhieid is om,1 zïj,n „antielerialisme"; lals mep, op al lerhande malnieren ploogt d© geeste lijkheid in de Ferrer-za.ak te betrek ken en men zelfs verzint dat het Yatiéaan met de Sptaiab&ch© regteeripg aan het ©onfereeren, is gerweest; als de „neutrale"Telegraaf yajn oordeel is dat met deze Ferrer-herria een algemeeine .beweging is begonWa door geheel Europa tegen het cleri cal isme en vóór de „vrijheid vain gedachte",; -als Mjr. Mondeis in een vergadering te Amsterdam Zater dagavond onder gejuich, van de mis leide arbeiders brutaalweg spreken durfde van „het gemijterd barbaren dom" dat Ferrer verhorjdeelldja, en van eejn „voücsverdommende pries ter-heerschappij, idie vernietigd moet worden"data zijn dat altemaail teekenen van het karakter der Fer- rer-bewieging. i Niet omdat men va|n meening is dat hier een onschuldige is gevallen, maakt men Zloo'n lawaai Immers, heeft één liberalal blad 'n kik gegeven', toen er te Barcelona dozijnen priesters .wierdeW vermoord, normen ppteerd en gefusilecrd Boen er kerken en kloosters wlepden in brand gestoken door het rapalje Geen oogelnblik is er toen tegen dien moord, op onschuldiger: gepleegd, ge protesteerd :in de liberal© pers! N iet .omdat Ferrer dus onschul dig wezen zou (wat de liberale pers zélf zegt, eigenlijk toiet te Weten) maakt men al deizte beweging. Maar omdat de Spaansch© regee ring dein' grootwaardigheidsbeklee- der der vrij metselaars, dien apostel van het daadwerkelijk verzet tegieta Kerk, orde en koningschap, durfde onschadelijk make|n ondapks 'het hoog verbod der vrijmetselarij-zelve! Daarom Z!ijn de broeders wloeliemd En daarom staat tnu de cons-ervatie-f- liberaal in w'aahlzimpig© taal naast den socialist en, anarchist welke ber de laatsten het (natuurlijk alleen, te doen is om! er voor hun; eigen zaak een voordeeltje uit t© slaan; Hier 'ziet ge ad weer de antithese, die loopt door ide lieele maatschappij, Alles w;at tegen Christus is, loopt te hoop, opgezweept door de niet- Christelijke pers, tegen de geloQvi- geP, ditmaal met |name tegen het Katholicisme. Het sprookje van het „domme" Spanje, leugens als deze, dat de geestelijkheid in Spanje het onderwijs tegenhoudt, terwijl nota- bene juist het Katholieke onderwijs kosteloos is, dat alles mjoet dienst doen om stemming te maken hagen d« Katholieke kerk. Tegen de Kerk: ziedaar het war* karakter der Perrer-bewteglng. De vrijmetselarij :is bekvxligd, ea zie zal zich wreken op de KerkZ* zal voor niets terugdeinzenbeleedi- gingen en plagerij, uittarting en ver drukking zal hierop volgen, 'tls ai aangekondigd! Maar de Kerk zal haar belagers overlevenChristus' woord blijft waar, dat de poort-ea der hel haar niet ziullem ovterweldi.- gten HET OORDEEL VAN SPANJAARDEN. In ee"n der hotels van Haarlem waren verleden! week eemige Span jaarden gelogeerd. tWiij hebbetn hun oordeel over de Ferrer-betooging kunnen inwinnen en ziehier wat deze Spaansche heereU, die uit VailladoliH kwam, ons mededeelden'. Vooreerst vertelden zij', hqogelijk verbaasd te Zijn over het kabaai da* h ier en elders over de teredhtstelliluB van Eemer wordt gemaakt, ha Span je is alles rustig behalve de anar chisten ep socialisten, die hun hoofd man Iziagetol vallen, is elkeen verheugd dat de regeering krachtig ingrijpt en dat de krijgsraad Ferrer heeft govon- nisd. Men weet hier niet, zeilen Spaansche heeren ons, hoeveel kwaad Ferrer gedaan heeft: hoe hij heli volk met zijn oproerige en' goddel oo ze geschriften jaren lang vergiftigd heeft, hoe hiji het anarchisme open lijk leeraarde, en het hoofd Was va* een geheim genootschap da,t in be trekking stond met de international* anarchisten, lin, Engeland, Frankrijk en llusland. Iedereen 'in Spanje weet teloöt zeido men ons dat Ferrer de man van het Barcoktaeescihé oproer is ge weest, niet alleen doordat hij in zijn geschriften het volk opruide, maan ook doordat hij' persoonlijk de touw tjes in handen had. En' de Span ja,arden, die orde en rust willen in bet land, zijn dan ook blij' dat ze van dezen agent van vreemdelingen, die door Zijn godde- looze scholen en zijn geschriften; Zooveel oproer en beweging heeft yen- spreid in het laud, en Idie enorme hulpbronhen aan geld had uit den vreemde, alleen om Spanje tot eemi anti-clerical© republiek te maken (W!ant.daar legde hij' het steeds vol gens een vast plan op aan!) nu ein delijk 'verlost zijn. De Spaansche hcereu vonden nog, dat koning Alfonso met het uiet- verleeneh van gratie aan Ferrer zijn eigen leveh in de waagschaal heeft gez'et. En dat betreurden ze. Maar over Eerrer-zélf Was hun oor- 3) „Aan hem ben ik gewend, en hij kent al mijn eigenaardigheden", sprak hij. „Als ik erger w'ord,_ z!al ik je Wel laten roepen, Madeleine." De jonge vrouw moest wel gehoor zamen en verliet het vertrek. „Doe de deur op slot", beval mar kies de Cypières, zloodra hij1 met zijn kamerdienaar alleen was. „Zoo", ging hij voort, „kom! nu vlak bij inij en lz;eg, of ikionvoorwaar- lijk op je kan rekenen." „Dat weet u wel, markies", was het antwoord. „Mijn laatste drup pel bloed behoort u toe." „En zult ge mïj; naar Waarheid antwoorden op al wat ik vraag,'' „Stel u mij maar op! de proef, 'mè- neer de markies." „Welnu dan, w'aarom houdt ge niet van de markiezin Clemens verbleekte en aarzelde met zfjn antwoord. „Denk er om dat gij beloofd hebt 'de waarheid te Z'eggen", sprak de markies op gebiedenden toon. „Ik heb niets tegen de markiezin", klonk het nu, „maar z!ij heeft hier de plaats ingenomen van de oude mevrouw, «w (Huietjpr heeft v(aor kaar plaats moeten maken, -en dan, in het begin dacht u aan niets en nie mand dan aan haar, markies.'i Beschaamd en verlegen boog de kamerdienaar het hoofd. „En is dat alles", vroeg de mar kies verder. „Alles", herhaalde Clemens op vas ten toon. „Goed, laten Wij' verder gaan. Hebt ge vannacht in de kamer hiernaast geslapen „Ja, op den canapé-'' „En heb je ongeveer twee uur niets gehoord „Ja, ik heb toen in uwe kamer hoeren spreken." „Heb je ook g'ez'ien wie er wfis De oog'en van den kamerdienaar begónnen bij deze vraag te glinsteren van baat, maar dit laatste merkte de markies niet op. „Ja", antwoordde Clemens, „ik ben opgestaan en ben gaan kijken." „En Wie was het", vroeg markies de Cypières in de hoogste spanning. Zonder eenig'e aarzfeling antwoord de Clemens: „Hfct Was mevrouw de markiezin De markies, die dez'e verklaring in den grootsten angst gewacht had, viel in zijn kussens terug en mom pelde: „Dus heb ik' het toch niet gedroomd!" Het volgende ©Ogenblik rees hij weer op en vroeg' op woesten toon „En waarom heeft zé van morgen ontkegd dat er geweest is Maarpjp' komt ze hier midden in den nacht als een dievegge, een misdadigster binnensluipen En sedert z|ij bij mij geweest is, brandt er een helsch, vuur in mijn ingewanden.,. De ellende- linge, Zij heeft mij Willen dooden!" „Maar meneer, Wat zegt u, welk een afschuwelijke beschuldiging", riep Clemens, zïjbs ondanks sidde rend, uit. „Het ;is de waarheid", sprak1 'de markies somber. „He ben immers veel te oud-voor haar!" „Verdrijf die ontzettende' gedach te, markies. Bovendien ben ik im mers hier om u te verzorgen en ni tegen alle denkbeeldig of werkelijk gevaar te beschermen,! „Dat :is zioo, Clemens, maar ook gij hebt rust noodig en moet dus ver vangen kunnen worden. Ik z;al dus aan mijn zuster, wier afwezigheid gij' toch z'oo betreurt, verzoeken om hier te komen." Zonder ta lettep' op! de ontroering, die den katnePdiehaar scheen be vangen te hebben, beval de markies hem, pen en papier te brengen, en schreef met vaste hand de volgende regelen, die hij maar al te spoedig bitter zon betreuren „Dierbare Clara, Sinds gisteren voel ik mij' feieer ziek. Eerst scheen de leverziekte, die mij sinds lang kwelt, te beteren, maar in den afgcloopcn nacht ben ik plotseling na het drinken vgn een kop gerstewater, die M;adeleine mij! toediende aan de vreeselijkste pijnen ten prooi geworden. Een helsch vuur brandt in mijn ingewialnden. Madeleine heeft mij willen ver giftigen. Ik geloof, dit des te eer, omdat Zij van morgen wilde ontken nen, op mijn kamer geweest te zijn, schoon ik zelf en Clemens haar her kend hebben. Kom mij oppassen, opdat ik, door u en den kamerdienaar vexZjopgd, veilig ben voor mridadige aanslagen op mijn leven. Om de eer Svan onzen ongerepten naam! verzoek ik u dezen brief na lezing terstond te verbranden. Zoicdra ik door uw© toewijding Weer hersteld ben, z'al ik de schul dige en haar, medeplichtige, den nietswaardiigen Sintély straffen. Kom spoedig. 'Uw broeder, HORACE DE CYPIÈRES." Hij verzegelde d^zen brief en ge lastte Clemens, voor de yerz'ending te teiorgen. „Ga nu in den leuningstoel daar zitten," sprak de markies, „en blijf vooral kier in de kamer. Ek: gevoel mij wat beter en zal trachten te slapen.; i' i „Hoe gaat het,'» vroeg <fr. Sintély den volgenden iftprafe®. „Veel beter," antwoordde de mar kies. En inderdaad Was zijn stem! krach tiger en de ademhaling bijna nor maal- „Gelukkig'', sprak de dokter met een zucht van verlichting. „Wiat heb ik eigenlijk gescheeld," vroeg de zieke en keek Sintély door dringend aan. Raimiond aarzelde. „Mjssdhien een nieuwe aanval van uw leverziekte," antwoordde 'hij eindelijk. „Een vreemde aanval dan toch," zei de markies langzaam. i Daarbij bleef het. Madeleine wachtte h'aar neef in de voorkamer op. „Hoe vindt ge hem," vroeg Zij angstig. „Veel beter dan gisteren,w;as het antwoord. „Dus buiten g'evaar?" „Dat durf ik niet zeggen. De pols en bet hart zijn nog lang! piet in orde, en de uiteinden der lichaams- deelen Zijn nog verontrustend koud." Dien geheelen dag verlieten Made leine en Sintély den zieke niet. „Ik z'al den nacht aan uw bed doorbrengen, mijnheer de markies," sprak de dokter des avonds. Vreemd genoeg verzette de zieke zich daartegen niet. Hij bracht een rustigen nacht door en voelde zich. den volgenden morgen veel beter. De toestand der zbnuwon was kal mer, handen en voeten waren minder koud, de pols had zich vrijwel her steld kortom, alle onmiddellijk gevaar was verdwenen. Met id© ingetreden beterschap scheen ook het karakter van den' markies verz'aeht te zijn. Hij toonde een zeker© sympathie en: zelfs dank baarheid jegens zijn geneesheer. „Ik heb hem ten onrechte ver dacht", sprak hij: hij Zich zelf; „in dien hij Madeleine's medeplichtige geweest twas, zou hij mij niet met zulk een toewijding en succes ver zorgd hebben „WH ik u wat ch lor aal ingeven", vroeg Raiiuond den volgenden' avond, toen hij z'ag dat de zieke den slaap niet vatten kon „Gaarne", aptwoordde id© markies en blijkbaar vol vertrouwen. „Wiel te rusten", sprak hij na het ver- doojvend middel te hebben ingeno men, „ik hoop uitmuntend te sla pen." Rlaimond nam een hóek en trachtte wat te lezen, maar weldra begon hij de vermoeienis der laatste dagen en nachten te voelen. Hij stond op, luisterde aandachtig naar de adem haling van den zieke en overtuigde zich er van, dat de markies rustig sliep. „Kom", dacht Sintély, „alles gaat uitmuntend. Ik kan nu ook wiel wat rust nemen.5'- i Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5