Moederen Martelares
Zes regels f 0,25 a contant. Driemaal plaatsen
fO,5Q. Elke regel meer f 0,05 hooger. Drie
maal plaatsen f 0,10 hooger. Bij niet-contante
betaling 10 cents administratiekosten.
Gemengde Buitenlandsclie berichten
Kerknieuws,
Sport en Wedstrijden.
TlNNENLANr:
VAN ELDERS
-
Rechtszaken.
U.tlotingen.
Serieën
31 903 2083 3072 4267 5502 6474
83 928 2086 3098 4327 5662 6483
102 991 2142 3105 4339 5673 6561
126 1039 2230 3224 4433 5748 6722
130 1047 2346 3384 4489 5753 6725 1
144 1162 2360 3440 4517 5829 6813
185 117U 2413 3447 4561 5864 6832
294 1266 2417 3450 4575 5893 6865
331 1288 2455 3630 4716 5914 6919
423 1300 2518 3645 4722 5963 7118
489 1315 2527 3686 4855 5986 7139
510 1569 2636 3754 4877 6021 7190
515 1640 2642 3895 4895 6024 7196
564 1664 2656 3916 4910 6083 7273
589 1739 2661 8944 4969 6094 7290
662 1812 2685 3967 4991 6200 7313
711 1903 2740 3973 5083 6243 7377
740 1982 2763 3998 5137 6389 7394
766 2040 2894 4025 5206 6439 7412
794 2067 2910 4211 5321 6459 7436
875 2068 2912 4225 5325 6461 3144
Serie 510 no. 47 L, 10,000; serie 6225
no. 41 L. 1000; serie 2086 no. 48 L. 500;
serie 8384 no. 58, serie 5080 no. 96, serie
5321 no. 3-, serie 6725 no. 14 en serie 727S
no. 19, elk L. 10Cserie 144 no. 15, serie
3895 no. 17, serie 4517 no. 54, serie 4877
no. 57, serie 6024 no. 50, serie 6461 no.
95, serie 6882 no. 18, serie 6919 no. 22,
elk L. 50; s. 144 no 24, s 589 no 83, s 1C39
23, s 1300 no. 59, s 1569 no 9. s 1640 no
32, s 1903 no 6, s 2763 no T5, s 2910 no 12,
g 3144 no 59, s 3630 no 95. s 3973 no 29,
s 4327 no 87, s 4517 no 47, s 4561 no 54,
s 4575 do 9, 8 4991 no 90, 8 5321 no 56,
s 5753 no 11, s 6200 no 92, s7139 no 21,
s 7377 no 24, 8 7394 no 86, s 7412 no 14,
28 en 88, elk L. 20.
Aile overige in gemelde serieën begr e
pen nummers elk L. 10.
2508 8329 24966 30379 44071 51070
2744 17074 27:26 33080 50374 54802
4431 18632 28637 37221 50x39
7607 24928 29333 43630 50587
Betaalbaar 15 April 1910.
352 3554 9439 14768 22419 27456 32816
532 5 01 10582 15546 22425 28764 33198
1722 6961 10710 17148 23842 29576
2369 7280 12566 20463 24122 29767
3117 8511 13497 21481 25311 30584
24288
532
28764
15546
FEUiLLO ON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™5B°L?LAD
Blauw en rood bloed.
Gravin Marguerite de Lonyay, bloed
verwante van den bekenden graaf van
dien naam en van de ex-aartshertogin
van Oostenrijk, Stephanie, is eergiste
ren, in tegenwoordigheid van slechts
twee getuigen een knecht en een
werkbaas te Boedapest in het hu
welijk getreden met een bankbeambte
uit Boedapest, tien jaar jonger dan de
bruid en den onuitspreekbaren naam
dragende van Arpad Kezdivasarhelyi.
De bruidegom, die dertig jaar is, was
vroeger in dienst bij graaf Loryay. Gra
vin Stéphanie is ten uiterste verbolgen
•ver deze mésailliance, heet het, of
schoon we dat in verband met haar
eigen huwelijk, niet goed begrijpen.
Een lief land!
Eergisteren drongen een aantal bank-
dieven, een der groote banken te Mos
kou binnen. Een der bandieten hield,
«nder het roepen van „handen in de
hoogte", zijn revolver tegen den slaap
van den kassier. Deze sloeg echter het
wapen weg, zoodat het schot afging,
maar niemand deerde. Verschrikt door
alen knal namen de roovers de vlucht.
De man met de revolver kon worden
gearresteerd.
i
Be Steinlieil-zaak.
Volgende week komt de beruchte
Steinheit-affaire in behandeling. Als
verdediger van mevrouw Steinheil zal
•ptreden mr. Aubin, die gisteren de
lijst van getuigen bij de rechtbank heeft
ingediend. In 't geheel zullen drie per
sonen a decharge géhoord worden.
Geen vrpes voor!
De socialistische „Humanité", een
goede vriend, maakt het testament van
Ferrer openhaar, waarin deze o.a. ver
telt, dat zijn vrienden weinig of niet
van hem moeten spreken, „daar men
Moor overmatige ophemeling van men-
schen afgoden maakt, wat voor de toe
komst der mensehheid een groot kwaad
is." Nu, voor die afgoderij van Ferrer
behoeft men, na al wat van den man
is uitgekomen, zoo lang niet meer te
«jn!
Russisch» manieren iu Italië.
Als men het verhaal leest van de
maatregelen die de Italiaansche regee-
ring namen voor de veiligheid van den
Czaar op diens Italiaansche reis, dan
gelooft men z'n oog en niet!
De correspondent van de „Daily
Chronicle" dus niet van een of ander
sensatie-blaadje! seinde uit Racco-
■.igi: „De maatregelen voor de aan
komst van den Czaar te Raoconigi ge
nomen, werden krasser naarmate het
uur naderde, waarop de trein verwacht,
werd. Een geheel Italiaansch leger was
gemobiliseerd, om den spoorweg en het
plaatsje af ïe zetten. Alle hotelkamers
waren door de politie afgehuurd, en de
vreemdelingen genoodzaakt het naatsje
te verlaten. Om 10 uur 's morgens dron
gen officieren de winkels binnen en
noodzaakten de klanten weg te gaan.
Do ijzeren rolluiken werden neergela
ten, alle deuren en vensters verzegeld.
De stadsbevolking moest de woningen
verlaten en werd op een veld buiten
do plaats gebracht, waar zij onder
sterke militaire bewaking werden ge
steld.
Het gezin van den stationschef moest
M,e woning ontruimen; de vensters wer
den dichtgespijkerd. Alle spoorweg
ambtenaren werden in een loods opge
sloten en door soldaten bewaakt. Al
leen de stationschef mocht bij de aan
komst van den keizerlijken Irein aan
wezig zijn.
Departiculiere correspondenten der
bladen hebben een gemeenschappelijk
protest onderteekend tegen zulke mid-
deneeuwsche methoden.
„De „Seccolo" meldde, dat alle sta
tionschefs op de lijn Modane-Racconïgi
met hunne gezinnen uit hunne wonin
gen gezet en op staatskosten in hotels
in den omtrek waren ondergebracht,
totdat de keizerlijke trein voorbij was."
Pieizierig, zoo'n, gast!
Geheimzinnlg gedoe van de
Vrijmetselarij.
Door Indische correspondenties is
bekend, dat de populaire schrijver
Justus vaa Maurik tijdens zijn verblijf
in de Oost een ernstige berisping ont
ving van de Loge „De Vriendschap"
te Semarang, lomdat hij, vrijmetselaar,
het gewaagd had, na een bezoek aan
het roomsche weeshuis, de zorgen en
toewijding te prijzen, door de Eerw.
Zusters bij het verplegen der wees
kinderen aan den dag gelegd! Een
zoodanige lof, toegekend aan „onze
bitterste vijanden," scheen een verraad
aan de zaak der Vrijmetselarij!
De schrijver der „Zaterdagsche Cau
8erieën" in „Het Nieuws van den Dav
voor Ned. Indië" steekt naar aanlei
diDg hiervan volgenderwijze den draak
met het onnoczel r.ietsuithalend ge
heimzinnig gedoe van de Vrijmetselarij.
De heer Moren sohrijft in „De
Locomotief" van 1.1. Maandag een
„Ingezonden Stuk" over de in het
„Soer. Nb!." gepubliceerde briefwisse
ling tusschen Justus van Maurik en
de Magonnieke Loge „de Vriendschap",
waaruit ik de volgende merkwaardige
zinsnede licht:
„Deze brieven werden oorspronkelijk
geplaatst in 't Indisch Magonniek
Tijdschrift, jaargang 1898, waarvan
de heer A. s. Carpentier Alting, pre
dikant te Semarang, destijds redac
teur was.
Of het S. N. gerechtigd was die
brieven te publiceeren, valt te be
twijfelen.
Het Ind. Mag. Tijdschrift toch is
niet in den handel, is alleen bestemd
voor vrijmetselaren en valt geheel
buiten publieke besprekingen."
Dit zou wel aardig [zijn 1 Dat hangt
toch voornamelijk van den inhoud af,
zou ik denkeu? De Vrijmetselarij
streeft gelijk zij zegt tn ik gaarne
wii gelooven uitsluitend nobele
doeleinden na. Maar zeker weet ik, als
„profaan", dat niet. Welnu, de gewone
menschelijke weetlust, nieuwsgierig
heid als je wilt, drijft iemand om
achter zaken te komen, die men voor
hem verborgen wil houden, en dat is
niet te misprijzen.
Indien de stelling van den heer
Moreu opging, dan zou, wat voor de
Vrijmetselarij waar is, ook moeten
opgaan voor andere geheime genoot
schappen; dan zouden de notulen van
het Drievingerenverbond geen onder
werp van publieke bespreking mogen
uitmaken, de statuten der club van
Lïimmetje Zondag al evenmin. De
briefwisseling tusschen den heer Van
Daalen en zijne huishoudster Mina is
ook niet in den handel en het publiek
heeft er dus, volgens Br:. Moreu,
iets meer noodig
Neen, neen, zal de heer Moreu
mij onmiddellijk tegenwerpen. Gij
begrijpt mij verkeerd: brieven tusschen
verwanten, particuliere mededeelingen
van den eenen neef of broer aan den
anderen behooren toch immers ook
geëerbiedigd te worden door de Pers!
Gij wilt toch niet dat een krant de
epistels bespreekt of afdrukt, die gij
aan uwe verloofde hebt geschreven,
de eerste week na het engagement?
En als die krant dat toch doet, dan
is dat immers een schandelijk mis
bruik van vertrouwen, een ongepaste
bemoeizucht, een afkeurenswaardige
onbescheidenheid?
BeBte heer Moreu, antwoord ik
daarop, dat hangt er van af, dat moet
alweer blijken uit den inhoud. Indien
emand aan zijn meisje het voorstel
duet om den Tsaar in de lucht te
Jaten vliegen, middels een bonbon-
niére met dynamiet er zijn zulks
minnende paartjes in Rusland dan
valt zoo'n minnebriefje m. i. niet ge
heel buiten bespreking.
„De Vrijmetselaren jagen gaoech
andere doeleinden na", zegt gij Nog
eens: ik twijfel er niet aan. Maar
zéker is zeker, en om te weten wèt
zij najagen, dien ik niet verplicht te
zijn hunne geschriften als taboe te
beschouwen,
Intusechen, dat geheele idee van
geheimhoudenen de „geheimen"
te laten drukken is toch werkelijk
een beetje dwaas. Ik herinner mij het
oude rijmpje:
:tGeheim van één weet God alleen,
't Geheim van twee wordt licht
[gemeen
't Geheim van drie weet iedereen
Spreken alléén en niet meer laten
drukken, gaat ook al niet. De Edison
Handelsfonograaf, in een hoek van
de kamer opgesteld, noteert nauw
keurig wat er gesproken, zelfs wat er
gefluisterd is.
Dan teekens op de vingers?
Illusie; een onbescheiden profaan
heeft een kinematograaf meegebracht,
is op het dak geklommen, richt
de ler.s door een gat in den zolder
op de zwijgende en gesticuleerende
broeders
Ik zou niet zoo den draak met die
geheimzinnigheid steken want het
onderwerp is feitelijk niet voor vol
wassenen geschikt, en heelemaal niet
meer van onzen tijd, evenmin als de
verouderde symbolen van voorschoten
en passers, troöels, winkelhaken enz.,
die hoogstens bij verstandige menschen
een gliml ch kunnen wekken ik
zou „de Geheimen der Vrijmetselarij"
niet hebben aangeroerd, indien uit
het schrijven van den heer Moreu
niet bleek, dat de vrijmetselaars nog
aan geheimhouding hechten.
Waarom zij dit doen?
Die vraag zal slechts-beantwoord
kunnen worden door den geschied
schrijver van de historie der mensche
lijke dwaasheid.
Sollicitanten bij de Post.
Bij dienstorder is het volgende be
paald
Aan sollicitanten naar een betrek
king bij den post- en telegraafdienst
mag in het algemeen, onverschillig in
welk stadium de behandeling hunner
zaak ook verkeert, nimmer eenig uit
zicht op benoeming gegeven worden.
Ter voorkoming, dat een sollicitant
niettemin zou kunnen beweren, dat
hem benoeming was toegezegd of in
uitzicht gesteld, zal iedere sollicitant,
met wien de vertegenwoordigers der
administratie bij vacature in overleg
treden, hetzij ter zake vangeneeskun
dig onderzoek, informatie of voor over
legging van stukken, vooraf een ver
klaring moeten onderteekenen, behel
zende, dat hij er mede bekend is:
lo. dat geenerlei overleg, briefwisse
ling of bespreking, noch inzending van
stukken, welker overlegging vooraan
stelling gevorderd wordt, eenige aan
spraak op benoeming geeft;
2o. dat, bij niet beuoeming, nimmer
kosten van welken aard, worden ver
goed, uitgezonderd die van de inge
zonden geboorteakte en van de bewijzen
van Nederlanderschap en van goed
gedrag.
Voor sollicitanten naar de betrekking
van brievengaarder is hieraan nog toe
te voegen:
3o. dat, zoodra het hulppostkantoor,
hetzij wegens vervanging door een
postkantoor of om andere redenen,
wordt opgeheven, de brievengaarder
wordt ontslagen, ongeacht zijn leeftijd
behoudens toekenning van wachtgeld
of van pensioen, overeenkomstig de
wettelijke bepalingen, welke bij zijn
ontslag van kracht zijn, zonder op
plaatsing elders of in een ander ambt,
ot op eenige tegemoetkoming rechtte
hebben.
Doofstommen-onderwijs.
De Eerw. heer A. Harms, ook in
Haarlem zoo goed bekend door al wat
hij voor de doofstommen verricht en
door de H.H. Diensten die hij voor de
doofstommen en met predikatie in
doofstommen-taal in Sint Joan de Deo
verrichtte, schrijft in „De Tijd" een
zeer interessant artikel over Iet onder
wijs aan doofstommen.
In dat artikel levert de Eerw. heer
Harms een warm pleidooi voor het
behoud van de gebarentaal en het
vinger-alphabet. Men weet, dat de
tegenwoordige richting van het doof
stommen-onderwijs meer is naar de
spreekmethode.
De Eerw. heer Harms documenteert
zijn betoog met smakelijke voorbeelden
en bewijzeD, en wij nemen met genoe
gen het volgende uit zijn stuk over:
Nog eens, het is een feit, in de we
reld der volwassen doofstommen maar
al te goed bekendverreweg de meeste
doolstommen, in de gewone samen
leving teruggekeerd, kunnen bij ande
ren niet aflezen van de lippen. Als
iemand het niet wii gelooven, dan
staat het hem immers vrij, op zijn
beurt een ernstig en uitgebreid onder
zoek daarnaar in te stellen. Men ver-
gete daarbij niet, zich bij de hoorende
omgeving zekerheid te verschaöen over
deze vraag, door ze uit te vragen, des
noods door ze uit te pompen: „Kunt
u met uw doofstomme een geregeld
gesprek voeren, gelijk b.v. met uwe
hoorende kinderen?" Dat onderzoek
wordt rustig afgewacht.
„Daarmee gaat natuurlijk zeer goed
samen, dat, binnen de muren der
scholen, de uitkomsten van de zuivere
spreekmethode inderdaad schitterend
kunnen zijn. Alleen maar, wij leeren
niet voor de school, raaar voor het
leven.
„Daarmee gaat natuurlijk zeer goed
samen, dat er, ook buiten de muren
der scholen, doofstommen worden aan
getroffen, die zoo scherp van de lippen
aflezen, dat men zich in tegenwoordig
heid waant van een hoorenden mensch.
„Doch dit alles maakt niet ongedaan
het droevige feit, dat verreweg de
meeste doofstommen, in d8 gewone
samenleving teruggekeerd, bij anderen
niet kunnen aflezen van ae lippen,
noch in ons land, noch in andere
landen, ook niet in Duitschland, van
waar de leerwijze is gekomen.
„Doch waar blijven nu die vijf doof
stomme bootwerkers? Begrijpelijker
wijze kan men bij een maatschappij
als „Nederland", niet staan tobben;
dat gaat niet, men moet vooruit. Op
de terreinen daar kan men zich ook
niet wagen aan het gevaar, dat een
opdracht misschien verkeerd wordt
afgelezenwelke jammerlijke gevolgen
zou dat na zich kunnen sleepen 1 Men
schreef dus op een lei of op papier,
wat ondragelijk vervelend is. Men be
merkte echter spoedig, dat die doof
stommen onder elkaar op de vingers
spraken. Wat gebeurt er nu bij zoo'n
practische maatschappij ais „Neder
land"? In één der kantoortjes hangt
een lijst met het vinger-alphabet, ieder
die wil, kan de letters daar leeren,
Ten minste vier bazen zijn het vinger-
alphabet machtig. Ten minste veertig
bootwerkers hebben het ook geleerd,
en die vijf doofstomme bootwerkers
hebben een leven als een prins; zij
verdienen daar hun brood en zij zijn
geen kluizenaars meer, want die veer
tig hoorende bootwerkers hebben er
scüik in, met hen op de vingers te
praten. Dat is eea kijkje in de prao-
tijk des levens.
„Wat nu betreft de overheerlijke
geoareD, vroeger te Maeseijck en te
Micbiels-Gestel in hooge eere, thans
echter ook da&r, uit de laatste bol
werken van Noord-Westelijk Europa,
verdreven, ziehier een enkel staaltje,
hoe die gebaren een volkomen zeker
middel van verkeer moeten zijD. In
de godsdienstoefening te Haarlem
kwam, niet een enkelen keer, maar
geregeld, zelfs bij het afschuwelijkste
winterweer, een doofstomme uit Hoofd
dorp in de Haarlemmermeer. Hij moest
eerst twee uur ver te voet gaan naar
Heemstede, nam daar de tram tot
Haailem, woonde de oefening bij,
keerde terstond weer terug naar Heem
stede, om weer twee uur ver te voet
te gaan naar Hoofddorp. De gewone
preeken in gebaren duurden een groot
half uur, de lijdensoverwegiugen in
de Vasten een uur. Zou nu die doof
stomme al die moeite zich hebben ge
troost, niet een enkel keer maar ge-
rege d, zelrs bij het meest barre winter
weer, als hij de preek in gebaren Diet
volkomen zeker had begrepen, als het
geen genot en een uitspanning voor
üem was geweest, door middel der
gebaren een preek te vernemen Maar
eene doofstomme juffrouw, te Haarlem
woonachtig, oud-leerlinge van Rotter
dam, bleef, na een paar preeken stil
letjes weg, en terecht, want zóó lang
kon zij tocb niet kijken naar de lippen
van den priester.
„In het maatschappelijk belang ten
minste der doofstommen van alle ge
zindten ware het te wenschen, dat
iemand, voor wien de wereld der doof
stommen geen gesloten boek is, over
deze zaak eens een boekv/erk uitgaf
Daarin zou hij moeten bewijzen deze
stelling: voor de doofstommen, in de
maatschappij teruggekeerd, kunnen bij
de spreekmethode nöch de gabaren
nöch het vinger-alphabot worden ge
mist."
Twee gouden jubilarissen in Indie.
De „Java-Post" van 25 September
heeft een feestnummer uitgegeven ter
gelegenheid van het gouden jubilé
der eerw. heeren pastoors C. W. J.
Wenneker en B. J. Mutsaers. Van
beide hoog verdienstelijke geestelijken
geeft zij een levensschets.
Pastoor Wenneker werd den lOen
September 1837 te Schiedam geboren,
den 27en Sept. 1859 opgenomen in de
Sociëteit van Jesus, deD len Sept.
1872 te Maastricht priester gewijd
Den 8en Januari 1876 kwam hij in
Iüdië aan, waar hij thans 33 jarer,
onafgebroken werkzaam is: eerst te
Padang en Medan op Sumatra, daarna
te Soerabaja en sedert 1894 te Batavia,
waar in 1901 de voltooide kathedraal
werd ingewijd. Na het overlijden van
Mgr. Staal en gedurende de afwezig
heid van Mgr. Luypen bestuurde de
hoogeerw. heer Wenneker als provi
caris het apostolisch viciriaat.
Paejtoor B. J. Mutsaers werd den
7en Mei 1836 te Tilburg geboren, den
13en November 1859 opgenomen in
de Sociëteit van Jesus, den 19en Sep
tember 1869 priester gewijd Den 21en
Februari 1878 kwam hij in Indiëaan
en was achtereenvolgens werkzaam
op Flor es, in de Minahassa, te Medan,
Cheribon, Djokja en sedert 1905 te
Semarang.
Failliet verklaard:
20 Oct. J. H. Berghege, voorheen
koopman, Rotterdam, thans tolk te
Antwerpen.
"21 Oot. F. A. A. Heldoorn, behan
ger en stoffeerder te Hilversum.
22 Oct. A. Wi'mont, caféhouder te
Breda.
H. Lazarom, te Loosduinen.
F. de Vries, schilder, te Zevenhui
zen.
A. de Beer, concierge bij de Nod.-
Indische Escompto Maatsch. te A'dam.
Geëindigd: door het verbindend
worden der uitdeelingslijst do faillis
sementen van B. Keyzer, tuinder, te
Leiden; G. Valkenburg, photograaf te
Leeuwarden; H. Bosma, timmerman,
vroeger te Zorgvlied (Diever). Door,
homologatie van het accoord het fail
lissement van S. S. de Reederj graan-
controleur te Rotterdam.
Opgeheven: de faillissementen
van S. H. Jansen, agent eener levens
verzekeringmij. te Helmond; D. Boers^
te 'S-Gravenhage; W. de Haan, timmer
man te rs-Gravenhage; A. Swaneveld,
te Amsterdam, en van P. E. M. Nieu-
wehhuis, brood- en banketbakker te
Deventer.
Voetbal.
Zondag a.s. speelt te Hoorn een
combinatie van Sport (N. H. V. B>)
en Hollandia (N. V. B.) tegen The
Gibsons, een Haarlemsche combinatie.
Scheidsrechter is de heer W. Rauch Cz.
Het twintigjarig bestaan
van den N. V. B.
A.s. Zondag zullen geen competitie-
wedstijden gespeeld worden in verband
met de viering vaD het twintigjarig
bestaan van den N. V. B.
LOTEN MILAAN a L. 10 van 1866.
Trekking 15 Sept. Betaalbaar 15 Dec.
CONGO-STAAT. PREMIELOTEN 1888.
Trekking op 20 October 1909.
Seriën.
LUIK. PREMIELOTEN 1879.
Trekking op 20 October 1909.
Seriën
Premiën.
Serie 8511 nr. 6 fr. 150,000
18
16
17
6
1000
500
250
250
De volgende nummers met fr. 150
Serie 352 nr. 10, s. 352 n. 18, e. 2369
n. 20, 8. 3117 c. 8, s. 8554 n. 2, s. 5001
n. 24, s. 6961 n. 3, 8. 7280 j a. 7 en 22,
s. 10582 n. 17, 8. 12566 n. 7, s. 14768 n.
3, s. 15892 n 14, 8. 17148 n. 13, s. 22419
ns. 17 en 19, s. 24122 n. 16, s. 28764 n.
9, s. 29767 n. 23 en 32816 n. 13.
Met fr. 100 de overige nummers, ver
vat in bovengenoemde seriën.
Betaalbaar 1 September 1910.
13)
„Zwijg", zeide hij. „Spreek dat
schrikkelij kc woord nooit meer uit;
Giji hadt honger: wiie ziou u durven
▼eroordeelen
Nooit ziou Reine den warmen, in
nig' li artelijken toon, waarop die
woorden gesproken waren, vergaten,
Clara slaagde er niet in. haar broe
der tot apdere gedachten te brengen.
Trainen noch gebeden, zelfs geen
jaaamloozie brieven en lasteringen
waren in staat hem van 'zijn huwelijk
met Madeleine de Bram af te hou
den. Even vruchteloos waren haaT
plogipgen om in plaats van de- lijf
rente het geheele kapitaal te ontvan
gen. Op een toon, die een onwrikbaar
besluit verried, sprak hij
„Van honderdduizend francs per
ja,ar kunt ge deftig' en z'elfs weelde
rig' leven- Daarmee moet ge tevre
den zijn. Ik geef u een groot bewijs
van mijn broederlijke genegenheid
door uw toekomst te verzekeren en
u er voor te bewaren geruïneerd te
Worden door den man, dien gij u ;te
kwader uret-ot echtgenoot gewenscht
hebt."
Buiten rich zelf van woede ver-
liet Clara Rioche-Mprte en ging op
bet kasteel M-gMbas wonen, eenige
kilometers van het landgoed haars
broeders verwijderd. Ze nam Reine
Pephoët mee, en Clemens, wien het
denkbeeld eener scheiding ondraag
lijk was, begaf zidh paar den mar
kies om hem te vragen, dat hij !in
plaats van kamerdienaar opzichter
over Rochee-Morte zou mogen wor
den. Dan kon hij met Reine in het
huwelijk treden-
Ongelukkig trof hij den markies in
een zieer slechte bui-
„Mijtn opzichter ben ik zelf", ant
woordde hij kortaf „Gij hebt beloofd
mij [nooit te verlaten, doe dus uw
plicht e!n laat mij met rust,"
Clemens onderwierp zich zwij
gend, maar Reine was minder ge
hecht aan haar meesteres en den mar
kies, èn sprak bij zich zelf: „Waar
om heb ik zooveel moeten worstelen
ep lijden, als ik nu nog' hiet igeluk-
kig kain zijn!"
VI. LWa,n h o o p.
Het grootst© deel vap de lijfrente
der vioomtesse kwam in den !z'ak van
den hertog de Roquebrune terecht.
En in plaats van eenige wroeging
hierover te gevoelen, betreurde de
ellendeling slechts dit ecne: dat Zij
hem iniet meer te geven had. Zon
der hem het geld te weigeren, ge
voelde Clara zich door zijn paatzuch-
tdg gedrag toch djep om.gelukki
Horace was niet gelukkiger dan
zijn zuster.
Niet dat hij Zich in zijn huwelijk
met Madeleine ook maar over iets
te beklagen had. Maar zijn achter
dochtige natuur verloochende Zich
niet, en al de lasteringen, die hij
vóór zijh huwelijk met minachting
van Zich afgeslingard had, stormden
thans op zijn ergdenkend gemoed los
En voortdurend hoorde hij Clara's
woorden ,in zijn ooren klinken„Zij
is jopg, gij zijt oud," i
Het wferd pog erger, toen Made
leine's vader stierf.
Iedere uitipg van smart in de
jonge vrouw legde Horace met zijn
jaloerschheid uit als een bewijs, dat
zij [hem niet liefhad, en hij kwam
er zelfs toe haar dit te verwijten.
De meer daln verbaasde blik, dien
zij toen op hem wierp, had hem (ten
minste moeten doen begrijpen, hoe-
zteer hij haar onrecht deed.
„Gij moet gaan reizen en afleiding
Zoeken, markies," sprak op zekeren
dag de dokter, nadat Horace een
nieuwen aanval van zijn leverziekte
doorstaan had.
Toep de geneesheer vertrokken
was;, wierp- de markies eeta angsti
ge® blik op zijn jong© vrouw. „Ik
moet dus gaan reeizen," zeide hij,
..wilt. gij mij vergezellen, Made
leine?"
Haar gelaat straalde van vreugde.
„Niets liever dan dat, beste Hora-
ee." enrak
„En waar Zullen w© heengaan?"
„Zoover weg ais ge maar wilt.,"
„Zelfs paai' Zee
„Welzeker, als dat goed voor u
is, waarom piet!"
„Ik dacht niet dat je zóó dapper
was, lieve."
De volgende week vertrok liij met
Madeleipe naar Engeland en scheep
te Zich daar op een vorstelijk jacht
met haar in, om een groote zeereis
te makep. Alleen Clemens en Jean-
nette vergezelden hem
„Wat is het hier heerlijk", riep
de jopgo markiezin uit, toen ze haar
ruime, geheel met satijn bekleede hut
binnentrad „En wat zal iks hier ge
lukkig 'zlijp met u alleen, Horace!"
„Wezenlijk", vroeg de markies,
voor eeP oogenblik zijn achterdocht
vergetende. En opgetogen van blijd
schap vertrokken zij, terwijl de mar
kies slechts aan één zaak dachtal
leen te zijn met haar die hij liefhad.
Te Parijs hadden de zaken intus-
schen naar Clara's oordeel een gun
stiger wending genomen Philip de
Roquebrune had nauwkeurig' geïn
formeerd paar al wat de markies in
dep iaatsten tijd gedaan had Hij
wist preciees dat Horac© al de scfaul-
dep van baron de Bram betaald had,
en dat hij het kasteel van Mauve zin
geheel opnieuw had laten rest.iutee-
rein. Maar dat alles had den markies
toch Piet meer dan 300000 a 400000
men bad hij niet eens van zijn Ikapii-
taal behoeeven af te nemen, want
zelfs pa, zijn huwelijk gebruikte Ho
race van zijn 500000 francs rente,
niet het tiende gedeelte.
Even precies wist P;b ilip de Roque-
i brupo dat de markies bij zijn huwe
lijk volstrekt geen geld op zijn jonge
vrouw had vastge'zlet. Ep daar Ma-
ileLeupe twee jaren na den huwelijks
dag haar echtgenoot nog geen kind
gesejhoinken had, koesterde de hertog
reeds de hoop da.t Clara de Mondra-
gon de eenige erfgename der schat
ten van haar broeder Zou worden
WaPt aan Madeleine z'ou Horace wel
geen groote sommen vermaktenach
terdochtig' ep ja.Loerseh als hij was,
zou hij zich Wel wachten haar in de
gelegenheid te stellen, na. zijn dool
een irlijk tweed© huwelijk aan te
j gaan.
Al die fraaie overwegingen brach
ten Philip de Roquebrune er toe, zijn
houding tegenover (Olara geheel te
ver-anderen. Hij wist bovend.en, dat
markies do Cypières zeer verzwakte
en verouderd was door zijn. kwaal.
Reeds was de datum voor het hu
welijk van Philip en Olara vastge
steld, toeln plotseling al de baatzuch
tige b r k Pirg ui van d n v rk .vi;-
tepden hertog in duigen gestort wer
den. Markies de Cypières en Made-
leide keerden plotseling van hun reis
terug elu vestigden zich te Parijs,
wa,ar de prinsen der wetenschap iu
den om ha.ar te verzorgen, die spoe
dig' e«n jeugdige telg van het adellijk
huis zou schenken
„Zorg Pu dat uw broeder u de drie
milLioen geeft, of alles is uit tus
schen ons", had Philip op boozen
toon tot Clara geziegd. „Binnen zes j
maanden moet alles in orde zijn."
Met deze woorden had hij haar
verlaten, de jonge vrouw wier
verblindheid aan het ongeloofelijke
grensde met den dood in het [hart
achterlatende.
Het is tijd, dat wij pa de (voor
naamste personen van ons verhaaï
wat nader bekend te hebben ge
maakt, naar het hotel de Cypières
terugkeereln op den avond, dat me
vrouw de M]opdragon daar was aan
gekomen.
Na, de zonderlinge beleediging, die
Clara hare schoonzuster had toege
voegd, had deze zich naar haar ka
mer begeven. Daar wachtte haar
haar trouwe Jeannette, die met de
haar eigen gemeenzaamheid vroeg:
„Is er niets nieuws van avond, me
vrouw de markiezin
„Ja", antwoordde Madeleine, nog
vol vexaPtwaardiging over hetgeen
zij had moeten hóoren, „mevrouw
de Mopdragon is aangekomen."
IWi vervolgd