Moederen Martelares Zes regels f 0,25 a contant. Driemaal plaatsen fO,5Q. Elke regel meer f 0,05 hooger. Drie maal plaatsen f 0,10 hooger. Bij niet-contante betaling 10 cents administratiekosten. Gemengde Buitenlandsclie berichten Kerknieuws, Sport en Wedstrijden. TlNNENLANr: VAN ELDERS - Rechtszaken. U.tlotingen. Serieën 31 903 2083 3072 4267 5502 6474 83 928 2086 3098 4327 5662 6483 102 991 2142 3105 4339 5673 6561 126 1039 2230 3224 4433 5748 6722 130 1047 2346 3384 4489 5753 6725 1 144 1162 2360 3440 4517 5829 6813 185 117U 2413 3447 4561 5864 6832 294 1266 2417 3450 4575 5893 6865 331 1288 2455 3630 4716 5914 6919 423 1300 2518 3645 4722 5963 7118 489 1315 2527 3686 4855 5986 7139 510 1569 2636 3754 4877 6021 7190 515 1640 2642 3895 4895 6024 7196 564 1664 2656 3916 4910 6083 7273 589 1739 2661 8944 4969 6094 7290 662 1812 2685 3967 4991 6200 7313 711 1903 2740 3973 5083 6243 7377 740 1982 2763 3998 5137 6389 7394 766 2040 2894 4025 5206 6439 7412 794 2067 2910 4211 5321 6459 7436 875 2068 2912 4225 5325 6461 3144 Serie 510 no. 47 L, 10,000; serie 6225 no. 41 L. 1000; serie 2086 no. 48 L. 500; serie 8384 no. 58, serie 5080 no. 96, serie 5321 no. 3-, serie 6725 no. 14 en serie 727S no. 19, elk L. 10Cserie 144 no. 15, serie 3895 no. 17, serie 4517 no. 54, serie 4877 no. 57, serie 6024 no. 50, serie 6461 no. 95, serie 6882 no. 18, serie 6919 no. 22, elk L. 50; s. 144 no 24, s 589 no 83, s 1C39 23, s 1300 no. 59, s 1569 no 9. s 1640 no 32, s 1903 no 6, s 2763 no T5, s 2910 no 12, g 3144 no 59, s 3630 no 95. s 3973 no 29, s 4327 no 87, s 4517 no 47, s 4561 no 54, s 4575 do 9, 8 4991 no 90, 8 5321 no 56, s 5753 no 11, s 6200 no 92, s7139 no 21, s 7377 no 24, 8 7394 no 86, s 7412 no 14, 28 en 88, elk L. 20. Aile overige in gemelde serieën begr e pen nummers elk L. 10. 2508 8329 24966 30379 44071 51070 2744 17074 27:26 33080 50374 54802 4431 18632 28637 37221 50x39 7607 24928 29333 43630 50587 Betaalbaar 15 April 1910. 352 3554 9439 14768 22419 27456 32816 532 5 01 10582 15546 22425 28764 33198 1722 6961 10710 17148 23842 29576 2369 7280 12566 20463 24122 29767 3117 8511 13497 21481 25311 30584 24288 532 28764 15546 FEUiLLO ON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™5B°L?LAD Blauw en rood bloed. Gravin Marguerite de Lonyay, bloed verwante van den bekenden graaf van dien naam en van de ex-aartshertogin van Oostenrijk, Stephanie, is eergiste ren, in tegenwoordigheid van slechts twee getuigen een knecht en een werkbaas te Boedapest in het hu welijk getreden met een bankbeambte uit Boedapest, tien jaar jonger dan de bruid en den onuitspreekbaren naam dragende van Arpad Kezdivasarhelyi. De bruidegom, die dertig jaar is, was vroeger in dienst bij graaf Loryay. Gra vin Stéphanie is ten uiterste verbolgen •ver deze mésailliance, heet het, of schoon we dat in verband met haar eigen huwelijk, niet goed begrijpen. Een lief land! Eergisteren drongen een aantal bank- dieven, een der groote banken te Mos kou binnen. Een der bandieten hield, «nder het roepen van „handen in de hoogte", zijn revolver tegen den slaap van den kassier. Deze sloeg echter het wapen weg, zoodat het schot afging, maar niemand deerde. Verschrikt door alen knal namen de roovers de vlucht. De man met de revolver kon worden gearresteerd. i Be Steinlieil-zaak. Volgende week komt de beruchte Steinheit-affaire in behandeling. Als verdediger van mevrouw Steinheil zal •ptreden mr. Aubin, die gisteren de lijst van getuigen bij de rechtbank heeft ingediend. In 't geheel zullen drie per sonen a decharge géhoord worden. Geen vrpes voor! De socialistische „Humanité", een goede vriend, maakt het testament van Ferrer openhaar, waarin deze o.a. ver telt, dat zijn vrienden weinig of niet van hem moeten spreken, „daar men Moor overmatige ophemeling van men- schen afgoden maakt, wat voor de toe komst der mensehheid een groot kwaad is." Nu, voor die afgoderij van Ferrer behoeft men, na al wat van den man is uitgekomen, zoo lang niet meer te «jn! Russisch» manieren iu Italië. Als men het verhaal leest van de maatregelen die de Italiaansche regee- ring namen voor de veiligheid van den Czaar op diens Italiaansche reis, dan gelooft men z'n oog en niet! De correspondent van de „Daily Chronicle" dus niet van een of ander sensatie-blaadje! seinde uit Racco- ■.igi: „De maatregelen voor de aan komst van den Czaar te Raoconigi ge nomen, werden krasser naarmate het uur naderde, waarop de trein verwacht, werd. Een geheel Italiaansch leger was gemobiliseerd, om den spoorweg en het plaatsje af ïe zetten. Alle hotelkamers waren door de politie afgehuurd, en de vreemdelingen genoodzaakt het naatsje te verlaten. Om 10 uur 's morgens dron gen officieren de winkels binnen en noodzaakten de klanten weg te gaan. Do ijzeren rolluiken werden neergela ten, alle deuren en vensters verzegeld. De stadsbevolking moest de woningen verlaten en werd op een veld buiten do plaats gebracht, waar zij onder sterke militaire bewaking werden ge steld. Het gezin van den stationschef moest M,e woning ontruimen; de vensters wer den dichtgespijkerd. Alle spoorweg ambtenaren werden in een loods opge sloten en door soldaten bewaakt. Al leen de stationschef mocht bij de aan komst van den keizerlijken Irein aan wezig zijn. Departiculiere correspondenten der bladen hebben een gemeenschappelijk protest onderteekend tegen zulke mid- deneeuwsche methoden. „De „Seccolo" meldde, dat alle sta tionschefs op de lijn Modane-Racconïgi met hunne gezinnen uit hunne wonin gen gezet en op staatskosten in hotels in den omtrek waren ondergebracht, totdat de keizerlijke trein voorbij was." Pieizierig, zoo'n, gast! Geheimzinnlg gedoe van de Vrijmetselarij. Door Indische correspondenties is bekend, dat de populaire schrijver Justus vaa Maurik tijdens zijn verblijf in de Oost een ernstige berisping ont ving van de Loge „De Vriendschap" te Semarang, lomdat hij, vrijmetselaar, het gewaagd had, na een bezoek aan het roomsche weeshuis, de zorgen en toewijding te prijzen, door de Eerw. Zusters bij het verplegen der wees kinderen aan den dag gelegd! Een zoodanige lof, toegekend aan „onze bitterste vijanden," scheen een verraad aan de zaak der Vrijmetselarij! De schrijver der „Zaterdagsche Cau 8erieën" in „Het Nieuws van den Dav voor Ned. Indië" steekt naar aanlei diDg hiervan volgenderwijze den draak met het onnoczel r.ietsuithalend ge heimzinnig gedoe van de Vrijmetselarij. De heer Moren sohrijft in „De Locomotief" van 1.1. Maandag een „Ingezonden Stuk" over de in het „Soer. Nb!." gepubliceerde briefwisse ling tusschen Justus van Maurik en de Magonnieke Loge „de Vriendschap", waaruit ik de volgende merkwaardige zinsnede licht: „Deze brieven werden oorspronkelijk geplaatst in 't Indisch Magonniek Tijdschrift, jaargang 1898, waarvan de heer A. s. Carpentier Alting, pre dikant te Semarang, destijds redac teur was. Of het S. N. gerechtigd was die brieven te publiceeren, valt te be twijfelen. Het Ind. Mag. Tijdschrift toch is niet in den handel, is alleen bestemd voor vrijmetselaren en valt geheel buiten publieke besprekingen." Dit zou wel aardig [zijn 1 Dat hangt toch voornamelijk van den inhoud af, zou ik denkeu? De Vrijmetselarij streeft gelijk zij zegt tn ik gaarne wii gelooven uitsluitend nobele doeleinden na. Maar zeker weet ik, als „profaan", dat niet. Welnu, de gewone menschelijke weetlust, nieuwsgierig heid als je wilt, drijft iemand om achter zaken te komen, die men voor hem verborgen wil houden, en dat is niet te misprijzen. Indien de stelling van den heer Moreu opging, dan zou, wat voor de Vrijmetselarij waar is, ook moeten opgaan voor andere geheime genoot schappen; dan zouden de notulen van het Drievingerenverbond geen onder werp van publieke bespreking mogen uitmaken, de statuten der club van Lïimmetje Zondag al evenmin. De briefwisseling tusschen den heer Van Daalen en zijne huishoudster Mina is ook niet in den handel en het publiek heeft er dus, volgens Br:. Moreu, iets meer noodig Neen, neen, zal de heer Moreu mij onmiddellijk tegenwerpen. Gij begrijpt mij verkeerd: brieven tusschen verwanten, particuliere mededeelingen van den eenen neef of broer aan den anderen behooren toch immers ook geëerbiedigd te worden door de Pers! Gij wilt toch niet dat een krant de epistels bespreekt of afdrukt, die gij aan uwe verloofde hebt geschreven, de eerste week na het engagement? En als die krant dat toch doet, dan is dat immers een schandelijk mis bruik van vertrouwen, een ongepaste bemoeizucht, een afkeurenswaardige onbescheidenheid? BeBte heer Moreu, antwoord ik daarop, dat hangt er van af, dat moet alweer blijken uit den inhoud. Indien emand aan zijn meisje het voorstel duet om den Tsaar in de lucht te Jaten vliegen, middels een bonbon- niére met dynamiet er zijn zulks minnende paartjes in Rusland dan valt zoo'n minnebriefje m. i. niet ge heel buiten bespreking. „De Vrijmetselaren jagen gaoech andere doeleinden na", zegt gij Nog eens: ik twijfel er niet aan. Maar zéker is zeker, en om te weten wèt zij najagen, dien ik niet verplicht te zijn hunne geschriften als taboe te beschouwen, Intusechen, dat geheele idee van geheimhoudenen de „geheimen" te laten drukken is toch werkelijk een beetje dwaas. Ik herinner mij het oude rijmpje: :tGeheim van één weet God alleen, 't Geheim van twee wordt licht [gemeen 't Geheim van drie weet iedereen Spreken alléén en niet meer laten drukken, gaat ook al niet. De Edison Handelsfonograaf, in een hoek van de kamer opgesteld, noteert nauw keurig wat er gesproken, zelfs wat er gefluisterd is. Dan teekens op de vingers? Illusie; een onbescheiden profaan heeft een kinematograaf meegebracht, is op het dak geklommen, richt de ler.s door een gat in den zolder op de zwijgende en gesticuleerende broeders Ik zou niet zoo den draak met die geheimzinnigheid steken want het onderwerp is feitelijk niet voor vol wassenen geschikt, en heelemaal niet meer van onzen tijd, evenmin als de verouderde symbolen van voorschoten en passers, troöels, winkelhaken enz., die hoogstens bij verstandige menschen een gliml ch kunnen wekken ik zou „de Geheimen der Vrijmetselarij" niet hebben aangeroerd, indien uit het schrijven van den heer Moreu niet bleek, dat de vrijmetselaars nog aan geheimhouding hechten. Waarom zij dit doen? Die vraag zal slechts-beantwoord kunnen worden door den geschied schrijver van de historie der mensche lijke dwaasheid. Sollicitanten bij de Post. Bij dienstorder is het volgende be paald Aan sollicitanten naar een betrek king bij den post- en telegraafdienst mag in het algemeen, onverschillig in welk stadium de behandeling hunner zaak ook verkeert, nimmer eenig uit zicht op benoeming gegeven worden. Ter voorkoming, dat een sollicitant niettemin zou kunnen beweren, dat hem benoeming was toegezegd of in uitzicht gesteld, zal iedere sollicitant, met wien de vertegenwoordigers der administratie bij vacature in overleg treden, hetzij ter zake vangeneeskun dig onderzoek, informatie of voor over legging van stukken, vooraf een ver klaring moeten onderteekenen, behel zende, dat hij er mede bekend is: lo. dat geenerlei overleg, briefwisse ling of bespreking, noch inzending van stukken, welker overlegging vooraan stelling gevorderd wordt, eenige aan spraak op benoeming geeft; 2o. dat, bij niet beuoeming, nimmer kosten van welken aard, worden ver goed, uitgezonderd die van de inge zonden geboorteakte en van de bewijzen van Nederlanderschap en van goed gedrag. Voor sollicitanten naar de betrekking van brievengaarder is hieraan nog toe te voegen: 3o. dat, zoodra het hulppostkantoor, hetzij wegens vervanging door een postkantoor of om andere redenen, wordt opgeheven, de brievengaarder wordt ontslagen, ongeacht zijn leeftijd behoudens toekenning van wachtgeld of van pensioen, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, welke bij zijn ontslag van kracht zijn, zonder op plaatsing elders of in een ander ambt, ot op eenige tegemoetkoming rechtte hebben. Doofstommen-onderwijs. De Eerw. heer A. Harms, ook in Haarlem zoo goed bekend door al wat hij voor de doofstommen verricht en door de H.H. Diensten die hij voor de doofstommen en met predikatie in doofstommen-taal in Sint Joan de Deo verrichtte, schrijft in „De Tijd" een zeer interessant artikel over Iet onder wijs aan doofstommen. In dat artikel levert de Eerw. heer Harms een warm pleidooi voor het behoud van de gebarentaal en het vinger-alphabet. Men weet, dat de tegenwoordige richting van het doof stommen-onderwijs meer is naar de spreekmethode. De Eerw. heer Harms documenteert zijn betoog met smakelijke voorbeelden en bewijzeD, en wij nemen met genoe gen het volgende uit zijn stuk over: Nog eens, het is een feit, in de we reld der volwassen doofstommen maar al te goed bekendverreweg de meeste doolstommen, in de gewone samen leving teruggekeerd, kunnen bij ande ren niet aflezen van de lippen. Als iemand het niet wii gelooven, dan staat het hem immers vrij, op zijn beurt een ernstig en uitgebreid onder zoek daarnaar in te stellen. Men ver- gete daarbij niet, zich bij de hoorende omgeving zekerheid te verschaöen over deze vraag, door ze uit te vragen, des noods door ze uit te pompen: „Kunt u met uw doofstomme een geregeld gesprek voeren, gelijk b.v. met uwe hoorende kinderen?" Dat onderzoek wordt rustig afgewacht. „Daarmee gaat natuurlijk zeer goed samen, dat, binnen de muren der scholen, de uitkomsten van de zuivere spreekmethode inderdaad schitterend kunnen zijn. Alleen maar, wij leeren niet voor de school, raaar voor het leven. „Daarmee gaat natuurlijk zeer goed samen, dat er, ook buiten de muren der scholen, doofstommen worden aan getroffen, die zoo scherp van de lippen aflezen, dat men zich in tegenwoordig heid waant van een hoorenden mensch. „Doch dit alles maakt niet ongedaan het droevige feit, dat verreweg de meeste doofstommen, in d8 gewone samenleving teruggekeerd, bij anderen niet kunnen aflezen van ae lippen, noch in ons land, noch in andere landen, ook niet in Duitschland, van waar de leerwijze is gekomen. „Doch waar blijven nu die vijf doof stomme bootwerkers? Begrijpelijker wijze kan men bij een maatschappij als „Nederland", niet staan tobben; dat gaat niet, men moet vooruit. Op de terreinen daar kan men zich ook niet wagen aan het gevaar, dat een opdracht misschien verkeerd wordt afgelezenwelke jammerlijke gevolgen zou dat na zich kunnen sleepen 1 Men schreef dus op een lei of op papier, wat ondragelijk vervelend is. Men be merkte echter spoedig, dat die doof stommen onder elkaar op de vingers spraken. Wat gebeurt er nu bij zoo'n practische maatschappij ais „Neder land"? In één der kantoortjes hangt een lijst met het vinger-alphabet, ieder die wil, kan de letters daar leeren, Ten minste vier bazen zijn het vinger- alphabet machtig. Ten minste veertig bootwerkers hebben het ook geleerd, en die vijf doofstomme bootwerkers hebben een leven als een prins; zij verdienen daar hun brood en zij zijn geen kluizenaars meer, want die veer tig hoorende bootwerkers hebben er scüik in, met hen op de vingers te praten. Dat is eea kijkje in de prao- tijk des levens. „Wat nu betreft de overheerlijke geoareD, vroeger te Maeseijck en te Micbiels-Gestel in hooge eere, thans echter ook da&r, uit de laatste bol werken van Noord-Westelijk Europa, verdreven, ziehier een enkel staaltje, hoe die gebaren een volkomen zeker middel van verkeer moeten zijD. In de godsdienstoefening te Haarlem kwam, niet een enkelen keer, maar geregeld, zelfs bij het afschuwelijkste winterweer, een doofstomme uit Hoofd dorp in de Haarlemmermeer. Hij moest eerst twee uur ver te voet gaan naar Heemstede, nam daar de tram tot Haailem, woonde de oefening bij, keerde terstond weer terug naar Heem stede, om weer twee uur ver te voet te gaan naar Hoofddorp. De gewone preeken in gebaren duurden een groot half uur, de lijdensoverwegiugen in de Vasten een uur. Zou nu die doof stomme al die moeite zich hebben ge troost, niet een enkel keer maar ge- rege d, zelrs bij het meest barre winter weer, als hij de preek in gebaren Diet volkomen zeker had begrepen, als het geen genot en een uitspanning voor üem was geweest, door middel der gebaren een preek te vernemen Maar eene doofstomme juffrouw, te Haarlem woonachtig, oud-leerlinge van Rotter dam, bleef, na een paar preeken stil letjes weg, en terecht, want zóó lang kon zij tocb niet kijken naar de lippen van den priester. „In het maatschappelijk belang ten minste der doofstommen van alle ge zindten ware het te wenschen, dat iemand, voor wien de wereld der doof stommen geen gesloten boek is, over deze zaak eens een boekv/erk uitgaf Daarin zou hij moeten bewijzen deze stelling: voor de doofstommen, in de maatschappij teruggekeerd, kunnen bij de spreekmethode nöch de gabaren nöch het vinger-alphabot worden ge mist." Twee gouden jubilarissen in Indie. De „Java-Post" van 25 September heeft een feestnummer uitgegeven ter gelegenheid van het gouden jubilé der eerw. heeren pastoors C. W. J. Wenneker en B. J. Mutsaers. Van beide hoog verdienstelijke geestelijken geeft zij een levensschets. Pastoor Wenneker werd den lOen September 1837 te Schiedam geboren, den 27en Sept. 1859 opgenomen in de Sociëteit van Jesus, deD len Sept. 1872 te Maastricht priester gewijd Den 8en Januari 1876 kwam hij in Iüdië aan, waar hij thans 33 jarer, onafgebroken werkzaam is: eerst te Padang en Medan op Sumatra, daarna te Soerabaja en sedert 1894 te Batavia, waar in 1901 de voltooide kathedraal werd ingewijd. Na het overlijden van Mgr. Staal en gedurende de afwezig heid van Mgr. Luypen bestuurde de hoogeerw. heer Wenneker als provi caris het apostolisch viciriaat. Paejtoor B. J. Mutsaers werd den 7en Mei 1836 te Tilburg geboren, den 13en November 1859 opgenomen in de Sociëteit van Jesus, den 19en Sep tember 1869 priester gewijd Den 21en Februari 1878 kwam hij in Indiëaan en was achtereenvolgens werkzaam op Flor es, in de Minahassa, te Medan, Cheribon, Djokja en sedert 1905 te Semarang. Failliet verklaard: 20 Oct. J. H. Berghege, voorheen koopman, Rotterdam, thans tolk te Antwerpen. "21 Oot. F. A. A. Heldoorn, behan ger en stoffeerder te Hilversum. 22 Oct. A. Wi'mont, caféhouder te Breda. H. Lazarom, te Loosduinen. F. de Vries, schilder, te Zevenhui zen. A. de Beer, concierge bij de Nod.- Indische Escompto Maatsch. te A'dam. Geëindigd: door het verbindend worden der uitdeelingslijst do faillis sementen van B. Keyzer, tuinder, te Leiden; G. Valkenburg, photograaf te Leeuwarden; H. Bosma, timmerman, vroeger te Zorgvlied (Diever). Door, homologatie van het accoord het fail lissement van S. S. de Reederj graan- controleur te Rotterdam. Opgeheven: de faillissementen van S. H. Jansen, agent eener levens verzekeringmij. te Helmond; D. Boers^ te 'S-Gravenhage; W. de Haan, timmer man te rs-Gravenhage; A. Swaneveld, te Amsterdam, en van P. E. M. Nieu- wehhuis, brood- en banketbakker te Deventer. Voetbal. Zondag a.s. speelt te Hoorn een combinatie van Sport (N. H. V. B>) en Hollandia (N. V. B.) tegen The Gibsons, een Haarlemsche combinatie. Scheidsrechter is de heer W. Rauch Cz. Het twintigjarig bestaan van den N. V. B. A.s. Zondag zullen geen competitie- wedstijden gespeeld worden in verband met de viering vaD het twintigjarig bestaan van den N. V. B. LOTEN MILAAN a L. 10 van 1866. Trekking 15 Sept. Betaalbaar 15 Dec. CONGO-STAAT. PREMIELOTEN 1888. Trekking op 20 October 1909. Seriën. LUIK. PREMIELOTEN 1879. Trekking op 20 October 1909. Seriën Premiën. Serie 8511 nr. 6 fr. 150,000 18 16 17 6 1000 500 250 250 De volgende nummers met fr. 150 Serie 352 nr. 10, s. 352 n. 18, e. 2369 n. 20, 8. 3117 c. 8, s. 8554 n. 2, s. 5001 n. 24, s. 6961 n. 3, 8. 7280 j a. 7 en 22, s. 10582 n. 17, 8. 12566 n. 7, s. 14768 n. 3, s. 15892 n 14, 8. 17148 n. 13, s. 22419 ns. 17 en 19, s. 24122 n. 16, s. 28764 n. 9, s. 29767 n. 23 en 32816 n. 13. Met fr. 100 de overige nummers, ver vat in bovengenoemde seriën. Betaalbaar 1 September 1910. 13) „Zwijg", zeide hij. „Spreek dat schrikkelij kc woord nooit meer uit; Giji hadt honger: wiie ziou u durven ▼eroordeelen Nooit ziou Reine den warmen, in nig' li artelijken toon, waarop die woorden gesproken waren, vergaten, Clara slaagde er niet in. haar broe der tot apdere gedachten te brengen. Trainen noch gebeden, zelfs geen jaaamloozie brieven en lasteringen waren in staat hem van 'zijn huwelijk met Madeleine de Bram af te hou den. Even vruchteloos waren haaT plogipgen om in plaats van de- lijf rente het geheele kapitaal te ontvan gen. Op een toon, die een onwrikbaar besluit verried, sprak hij „Van honderdduizend francs per ja,ar kunt ge deftig' en z'elfs weelde rig' leven- Daarmee moet ge tevre den zijn. Ik geef u een groot bewijs van mijn broederlijke genegenheid door uw toekomst te verzekeren en u er voor te bewaren geruïneerd te Worden door den man, dien gij u ;te kwader uret-ot echtgenoot gewenscht hebt." Buiten rich zelf van woede ver- liet Clara Rioche-Mprte en ging op bet kasteel M-gMbas wonen, eenige kilometers van het landgoed haars broeders verwijderd. Ze nam Reine Pephoët mee, en Clemens, wien het denkbeeld eener scheiding ondraag lijk was, begaf zidh paar den mar kies om hem te vragen, dat hij !in plaats van kamerdienaar opzichter over Rochee-Morte zou mogen wor den. Dan kon hij met Reine in het huwelijk treden- Ongelukkig trof hij den markies in een zieer slechte bui- „Mijtn opzichter ben ik zelf", ant woordde hij kortaf „Gij hebt beloofd mij [nooit te verlaten, doe dus uw plicht e!n laat mij met rust," Clemens onderwierp zich zwij gend, maar Reine was minder ge hecht aan haar meesteres en den mar kies, èn sprak bij zich zelf: „Waar om heb ik zooveel moeten worstelen ep lijden, als ik nu nog' hiet igeluk- kig kain zijn!" VI. LWa,n h o o p. Het grootst© deel vap de lijfrente der vioomtesse kwam in den !z'ak van den hertog de Roquebrune terecht. En in plaats van eenige wroeging hierover te gevoelen, betreurde de ellendeling slechts dit ecne: dat Zij hem iniet meer te geven had. Zon der hem het geld te weigeren, ge voelde Clara zich door zijn paatzuch- tdg gedrag toch djep om.gelukki Horace was niet gelukkiger dan zijn zuster. Niet dat hij Zich in zijn huwelijk met Madeleine ook maar over iets te beklagen had. Maar zijn achter dochtige natuur verloochende Zich niet, en al de lasteringen, die hij vóór zijh huwelijk met minachting van Zich afgeslingard had, stormden thans op zijn ergdenkend gemoed los En voortdurend hoorde hij Clara's woorden ,in zijn ooren klinken„Zij is jopg, gij zijt oud," i Het wferd pog erger, toen Made leine's vader stierf. Iedere uitipg van smart in de jonge vrouw legde Horace met zijn jaloerschheid uit als een bewijs, dat zij [hem niet liefhad, en hij kwam er zelfs toe haar dit te verwijten. De meer daln verbaasde blik, dien zij toen op hem wierp, had hem (ten minste moeten doen begrijpen, hoe- zteer hij haar onrecht deed. „Gij moet gaan reizen en afleiding Zoeken, markies," sprak op zekeren dag de dokter, nadat Horace een nieuwen aanval van zijn leverziekte doorstaan had. Toep de geneesheer vertrokken was;, wierp- de markies eeta angsti ge® blik op zijn jong© vrouw. „Ik moet dus gaan reeizen," zeide hij, ..wilt. gij mij vergezellen, Made leine?" Haar gelaat straalde van vreugde. „Niets liever dan dat, beste Hora- ee." enrak „En waar Zullen w© heengaan?" „Zoover weg ais ge maar wilt.," „Zelfs paai' Zee „Welzeker, als dat goed voor u is, waarom piet!" „Ik dacht niet dat je zóó dapper was, lieve." De volgende week vertrok liij met Madeleipe naar Engeland en scheep te Zich daar op een vorstelijk jacht met haar in, om een groote zeereis te makep. Alleen Clemens en Jean- nette vergezelden hem „Wat is het hier heerlijk", riep de jopgo markiezin uit, toen ze haar ruime, geheel met satijn bekleede hut binnentrad „En wat zal iks hier ge lukkig 'zlijp met u alleen, Horace!" „Wezenlijk", vroeg de markies, voor eeP oogenblik zijn achterdocht vergetende. En opgetogen van blijd schap vertrokken zij, terwijl de mar kies slechts aan één zaak dachtal leen te zijn met haar die hij liefhad. Te Parijs hadden de zaken intus- schen naar Clara's oordeel een gun stiger wending genomen Philip de Roquebrune had nauwkeurig' geïn formeerd paar al wat de markies in dep iaatsten tijd gedaan had Hij wist preciees dat Horac© al de scfaul- dep van baron de Bram betaald had, en dat hij het kasteel van Mauve zin geheel opnieuw had laten rest.iutee- rein. Maar dat alles had den markies toch Piet meer dan 300000 a 400000 men bad hij niet eens van zijn Ikapii- taal behoeeven af te nemen, want zelfs pa, zijn huwelijk gebruikte Ho race van zijn 500000 francs rente, niet het tiende gedeelte. Even precies wist P;b ilip de Roque- i brupo dat de markies bij zijn huwe lijk volstrekt geen geld op zijn jonge vrouw had vastge'zlet. Ep daar Ma- ileLeupe twee jaren na den huwelijks dag haar echtgenoot nog geen kind gesejhoinken had, koesterde de hertog reeds de hoop da.t Clara de Mondra- gon de eenige erfgename der schat ten van haar broeder Zou worden WaPt aan Madeleine z'ou Horace wel geen groote sommen vermaktenach terdochtig' ep ja.Loerseh als hij was, zou hij zich Wel wachten haar in de gelegenheid te stellen, na. zijn dool een irlijk tweed© huwelijk aan te j gaan. Al die fraaie overwegingen brach ten Philip de Roquebrune er toe, zijn houding tegenover (Olara geheel te ver-anderen. Hij wist bovend.en, dat markies do Cypières zeer verzwakte en verouderd was door zijn. kwaal. Reeds was de datum voor het hu welijk van Philip en Olara vastge steld, toeln plotseling al de baatzuch tige b r k Pirg ui van d n v rk .vi;- tepden hertog in duigen gestort wer den. Markies de Cypières en Made- leide keerden plotseling van hun reis terug elu vestigden zich te Parijs, wa,ar de prinsen der wetenschap iu den om ha.ar te verzorgen, die spoe dig' e«n jeugdige telg van het adellijk huis zou schenken „Zorg Pu dat uw broeder u de drie milLioen geeft, of alles is uit tus schen ons", had Philip op boozen toon tot Clara geziegd. „Binnen zes j maanden moet alles in orde zijn." Met deze woorden had hij haar verlaten, de jonge vrouw wier verblindheid aan het ongeloofelijke grensde met den dood in het [hart achterlatende. Het is tijd, dat wij pa de (voor naamste personen van ons verhaaï wat nader bekend te hebben ge maakt, naar het hotel de Cypières terugkeereln op den avond, dat me vrouw de M]opdragon daar was aan gekomen. Na, de zonderlinge beleediging, die Clara hare schoonzuster had toege voegd, had deze zich naar haar ka mer begeven. Daar wachtte haar haar trouwe Jeannette, die met de haar eigen gemeenzaamheid vroeg: „Is er niets nieuws van avond, me vrouw de markiezin „Ja", antwoordde Madeleine, nog vol vexaPtwaardiging over hetgeen zij had moeten hóoren, „mevrouw de Mopdragon is aangekomen." IWi vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5