TWEEDE BLAD. Moeder en Martelares De ware beteekenis van het Ferrer-kabaal. Gemengde Buitenlandsche berichten Gemengd Nieuws. liit den Omtrek. sociale Berichten. Zes regels f 0,25 a contant Driemaal plaatsen f0,50. Elke regel meer f 0,05 hooger. Drie maal plaatsen f 0,10 hooger. Bij niet-contante betaling 10 cents administratiekosten. ZATEROaG 30 OCT. 1909. FEUILLETON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Wij hebben in onze berichten en overzichten herhaaldelijk de ware be teekenis van het Ferrer-kabaal, van de „vereering" die men zegt te hebben voor dezen martelaar der „vrijheid van gedachte", duidelijk doen uit komen. Die beteekenis is enkel en alleen deze: een voorwendsel tot het voeren van een nieuwen en scherpen veld tocht tegen de Katholieke Kerk. Uit het gisteren al besproken schot schrift, dal te Haarlem terecht zooveel ergernis wekt, en zelfs door de niet-Ka- tholieken, voor zoover ze niet door den diabolischen haat der anarchistische godloochenaars zijn aangestoken, zeer ernstig wordt afgekeurd, uit d<it pamfletje bijkt de waarheid van onze opvatting omtrent die beteekenis we derom ten volle. Tegen de Katholieke Kerk, dat is de heele zaak. En ditmaal gaat het onder een gemakkelijk en welkom voorwend-el. Het is altijd gemakkelijk toch, het volk in bewegiDg te brengen door te speculeeren op zijn mede-g8Voel, op zijn mede-lijden. ïïn dtarvan is ditmaal heel handig gebruik gemaaktI De voorstelling, dat een onschuldige wordt vermoord, dat heeft altijd op de volksgedachte diep gewerkt: het toont de goede ziel en den goeden aard van het volk, dat het met degenen die lijden mede-lijdt, dat het voor de verdrukte onschuld dadelijk gereed is den strijd op te nemen, dat het voor deDgene die het als onrecht vaar 'ig behandeld beschouwt, steeds in de bres springt. Van dien goeden aard is in het geval van Ferrer deerlijk misbruik gemaakt. Meu heeft hem voorgesteld als een onschuldige, een die enkel en alleen anders dacht dan demachthebbers. Men zeide niet, dat hij anders dacht dan het volk, och neen: hij dacht anders dan de grooten dar aarde, degenen die de wereld besturen. Daar stond dus de zwakkere tegenover den sterke, en wat heeft de sterke gedaan volgens die voorstelling? Hij heeft de zwakkere om bals gebracht, hem uit den weg geruimd, omdat hij anders dacht De schilderij is klaar. De „martelaar van de vrije gedachte" is er 1 En nu wordt er door het volk, het edelmoedige volk dan toch ten slotte, niet gevra'gd of deze voorstelling van zaken waar is. Er wordt niet gevraagd of die man dan wel zoo'n edele geèst, zoo'n held was als men dat voorspiegelt, er wordt niet gevraagd of het wel waar zou zijn, dat men iemand om hals brengt omdat hijanders denkt; neen: men schept zich uit de voorstelling die de heele liberale en anticlericale pers heeft gegeven, dat beeld van den hf ld, den martelaar, en men voelt zich in zijn rechts gevoel beleedigd I Wij hebben dezer dagen vaak genoeg aangetoond, dat Ferrer allesbehalve die „edele ziel" was, die het volk, op gezweept door de valsche voorstellingen der anticlericale pers, en volkomen onwetend omtrent den waren staat van zaken in Spanje, in hem meende te zien. Wij hebben zelfs van 's mans levens wijze en handelen allerlei scabreuze en allesbehalve edele daden moeten mededeelen, niet om daarmee de na gedachtenis van den doode aan de k* ak te stellen, maar om de belache lijke en geheel onware legende, die zich nu reeds over 's noaDs leven begint te vormen, voor zooveel in onzen kring mogelijk was, plaats te doen maken voor de waarheid. Doch wij bereiken niet diegenen die door de aDticlericale, godsdienst hatende en helaas ook door een ge deelte der godsdienstlooze, der „neu trale" pers worden opgezweept. En het moet derhalve aan die anti clericale en godsdienstlooze pers met volle recht worden verweten, dat het niet-Christelijke volk zich ten slotte zóó een verkeerde voorstelling var dezen Ferrer en alles wat er met den man samenhangt heeft gemaakt, dat daardoor schotschriften tegen de Ka tholieke kerk en vergaderingen als die men morgen in Haarlem zal hou den, m o g e 1 ij k worden gemaakt. Daar is geen enkel fatsoenlijk mensch die de wereld in rep en roer zal wil len brengen als er in ons vaderland een mat, die overtuigd is van mede plichtigheid aan anarchistische revo lutie en aanslagen, die zélf bekent, anarchist te wezen, die boeken vol van anarchistische theoriën heeft geschre ven, en de praktijk daarvan zelf in zijn scholen leeraarde, als zulk man in ons vaderland naar onze Neder- landsche wetten ware gevonnisd. En waarom wordt dan de wereld in rep en roer gezet omdat dit in Spanje gebeurde?.... Precies zóó, zon der éen enkele afwijking? Omdat het volk op de boven aan geduide wijze misleid is, roept het ach en wee. Maar waarom die mis leiding? Omdat Spanje een Katholiek land is, waar het ongeloof Goddank nog niet zóo kon in-woekeren als het elders deed. Ferrer nu was de apostel, en ongetwijfeld ook de zeer bekwame en handige en succesvolle apostel van het ongeloot, van het anticlericalisme. Dat hij anarchist was,... 'n bijko mende omstandigheid vinden dat de liberale en anticlericale bladen. Maar de apostel van het ongeloof bet ongeloof dat zichzelt noemt „de voor uitgang" en ook wel „de vrijheid van gedachte", was gevallen, en daar mede de vooruitgang ook vèn het ongeloof tegengehouden. En ziedaar nu de woede ontketend Ziedaar het dwaze sprookje geboren van de domheid die in Spanje hoog- zit en deD „verlichten" geest, die deze domheid wilde bestrijden Ziedaar waarom ook goedgezinde liberalen en niet Cbristelijken, mis leid door valsche voorstellingen, in zekere mate aan net Ferrerkabaal mee doen en werkelijk gelooven in Ferrer's „gerechtelijken moord" om wille de „vrijheid van gedachte." Ziedaar de ware beteekenis van het anders onbegrijpelijke verschijnsel, dat over geheel de wereld om wille van de executie van een revolutionairen anarchist, een van de meest gevaarlijke en treurige sujetten die tegen God en gezag optreden, zulk een misbaitr wordt gemaakt 1 Een heldin uit den Fransch-Duilscbon oorlog. In Zwitserland is dezer dagua een Fransche vrouw gestorven, Mile Juliette Dodu, die zich in het jaar 1870 voor haar Vaderland zeer verdienstelijk heeft gemaakt. In 1850 te Saint-Denis, op het Fransche eiland Réunion ge boren, was zij ten tijde van den Fransch Duitschen oorlog ambtenaar op het telegraafbureau van Pethiviers, waar van haar moeder de directie had. Toen de Pruisen 20 Sept. 1870 Pethiviers binnentrokken, verborg mej, Dodu, na de komst van den vijand te hebben geseind, de toestellen, ten einde den vijand te beletten er zich van te be dienen. Toen echter de Pruisen, de telegraafdraden doorsnijdend, vergateD den draad, die naar Orleans leidde, maakte de moedige telegraphist# ge bruik van die gelegenheid om via Orleans te correspondeeren met Touis, waar het gouvernement, der Nationale Défensie zetelde, 't welk zij geregeld op de hoogte hield van de bewegingen van den vijand. Zij had zelfs de stoutheid, gedurende een afwezigheid der Pruisen, door een ambtenaar een bijzondere lijn naar Montargis te laten inrichten. Later, na het nemen van Orleans, toen de Pruisen weder bezit hadden genomen van Pethiviers en er hun telegraafmateriaal hadden geïnstalleerd vond mej. Dodu het middel, om de correspondentie van den vijand te onderscheppen door van het raam van haar kamer uit een afleider op den electriechen draad aan te brengbn. Betrapt en in heehtenis genomen, werd de wakkere jonge vrouw door een krijgsraad ter dood veroordeeld en zonder de tusschenkomst van prins Frederik Karei, door zooveel vader landsliefde getroffen,zou zij waarschijn lijk zijn doodgeschoten. Bij dagorder door het gouvernement van Nationale Defentie eervol ver meld, ontving mej. Dodu in 1877 de militaire medaille, en in het daaraan vobende het ridderkruis van het Legioen van Eer. Clairvoyance? Een merkwaardig geval wordt door de Aooerikaansche bladen gemeld uit Jersey City. Of het waar is, dat weten we niet. Laatstleden 4 October zoo wordt dau verhaald verdween de 7-jarige Alfred Lamphear uit de ouderlijke woning eu alle nasporingen om den jongen terug te vinden bleven vruchte loos. Ia den nacht daarop sprong de moeder van den knaap eensklaps uit haar bed eu maakte haar man wak ker met het angstig geroep: „Alfred ligt in Sand Hill tot aan zijn hoolcJ in het zand, loop hard, dan kunt ge hem nog uitgraven en redden 1" De man dacht, dat zijn vrouw ijlde en trachtte haar tot kalmte te brengen Zij hield echter niet met haar geroep op. „Ga dan toch gauw. Ik droom niet. Ik zie hoe het zand aldoor hooger stijgt en zijn hoofd er ai onder gaat." Ooi zijn vrouw, tot zwijgen te brengen, ging de man eindelijk met een spade op weg naar de aangeduide plaats. Na eenige uren lang gezocht en ge graven te hebben zonder een spoor van den knaap te vinden, keerde hij eindelijk moedeloos huiswaarts. De vrouw drong echter nu nog sterker er op aan, dat de man nogmaals zou gaan zoeken en zeide, dat zij duidelijk haar jongen zag, die de handen voor zijn gezicht hield, om het zand op zijde te houden. De vader ging nog maals en nam nu een buurman mee. Ditmaal was men g< lukkiger en weldra vond men de pet van den jongen. Dojdelijk verschrikt over de vondst, die aantoonde, dat het visioen van zijn vrouw waarheid bevatte, viel de man in onmacht, terwijl de buurman zijn nasporingen voortzette en begon te graven op de plaats waar de pet lag. Weldra had de man nu het lijk van den knaap gevonden en het bleek, dat het precies zoo was, als de moed-r gezegd hadhet jongensiijk hield de handen voor het gezicht. Waarschijn lijk was hij bij het spelen in drijfzand geraakt ea daarin gestikt. Keizer Wilhelm en Hollandsche marschen. Eergisteronmiddag had op bevel van keizer Wilhelm, een hoogst eigenaardig concept plaats op het, slotplein van zijn paleis te Potsdam, waar de kapel der gardeinfanterie uitsluitend Itaüaansohe, Fransche en Hollandsche marschen ten gehoore moesten brengen. Onder leiding van ^Obermusikmeis- ter" Graf en j,,Mus.ikmeister" Dippel, werden in tegenwoordigheid van den keizer, achtereenvolgens uitgevoerd de Italiaansche „Pfifferi"-marsch vanNeo- poLitano, dateerende uit de 17e eeuw, de Marsch van Sardinië, de Venetia- Marsch van Fabriani, „Sambre et Heu se", van Turlet, „Retraite de crimée" 'van Magnier, „Oranje Friesland" en „Oranje Gelderland", de beide laatste door den typ.ischen tromroffel der Hol landsche militaire marschen ingeleid. De keizer smaakte zeer veel genoe gen bij de uitvoering en gaf herhaalde lijk blijk zijner ingenomenheid met het gehoorde. Eetn| overgewaaide ballon. Uit Southwark in Suffolk aan de En- gelsche kust der Noordzee, wordt ge meld: Een ballon, die gedurende den storm over de Noordzee werd gedreven, geraakte in de telegraafdraden verward. Inliet bootje bevonden zich twee Fran sche luchtschippers, méj. Marvin en de heer Garnier. De dame sprong uit het schuitje, waardoor de ballon zich uit de draden ontwarde en pijlsnel met Garnier in de hoogte vloog. Mej. Mar vin, die den enkel verstuikt had, sleep te zich naar de dichtstbijzijnde boeren hoeve, waar men haar verpleegde. De ballon werd intusschen 2 mijlen verder het land ingedreven en raakte ten slotte verward in de takken van een boom. Garnier sprong eveneens, zonder zich ernstig te bezeren, uit het schuitje. Uit een hoeve kwam hulp en de ballon kon worden geborgen. Mej. Marvin ver telde, dat de tocht over de Noordzee zeer opwindend was geweest. Herhaal delijk had hel bootje het water geraakt. Toen zij te Nancy opstegen, waren zij heelemaal niet van plan zoo over te gaan. Zij werden door den zwaren storm over zee gedreven. purser op de „Hollandia" liet aanmon steren. Geen van beiden geeft ophelde ring. De Argentijnsche wetten stellen op een feit als door S. gepleegd, 10 ja ren gevangenisstraf. De familie van den heer L. Jacobson, vroeger koffiemakelaar te Botterdam, woont te 's-Gravenhage. Eerst enkele maanden was de heer Jacobson bij voornoemde bankinstelling werkzaam. Samen uit, samen thuis. Zoo Een moordaanslag pp eien Neder lander te Buenos-Ayres. In het gebouw der Dieutschen Ueberseeischen Bank te Buenos-Ayres kwam een heer, die ver zocht een beambte, die op een der bo venverdiepingen werkte, den heer Leo nard Jacobson, uit Rotterdam, te spre ken. Men liet. den heer Jacobson roe pen en in de gang van het geboft w had Ide ontmoeting tusschen hem en den bezoeker plaats. Blijkbaar kenden zij elkaar, want gedurende eenige «ogenblikken bleven ze heel gewoon in glesprek, totdat de bezoeker eens klaps een revolver te voorschijn haal de en 4 h 5 schoten op den heer Ja cobson loste. Dadelijk snelden van alle kanten bedienden der bank toe, die aanvaller ontwapenden, den gewonden Jacobson opnamen en naar de Assisten- cia Ptiblica droegen, waar men een voorloopig verband 'egde, om hem daarop naar het Rawson-hospitaal te vervoeren, waar geconstateerd werd, dat een der kogels zijn linkerlong had doorboord. De dader werd naar het politiebureau gebracht, waar hij door den commis saris in verhoor werd genomen. Hij gaf op te heeten Hendrik Schufers (vol gens de Deutsche j,La Plata Zeitung") of Scbopfaers (volg. «,,La Naeionale"), 29 jaar, Nederlander van geboorte, en den 27en September te Buenos-Ayres met de „Hollapdia" als deel der be manning aangekomen te zijn, met het doel om zich op J. te wreken,. Van andere zijde verneemt men nog uit Buenos-Ayres, dat Jacobson volgens 3en dokter buiten gevaar is en dat de aanrander, dien men hier slechts als S. aanduidt, een gewezen officier uit Amersfoort, zich speciaal met het doel om zich op J. te wreken., als 2den dachten ook twee gemoedelijke oudjes uit Zaandam, die een dagje in Amster dam hadden doorgebracht. Des avonds toen zij met den trein van 10.55 zou den terugkeeren, wil het noodlottig toe val, dat voor beiden in één coupé geen plaats meer .is, zoodiat zij gansch wree- delijk van elkander werden gescheiden. Moeder de vrouw was daarover inhoo- ge mate verontwaardigd, en gaf die verontwaardiging dan ook lucht tegen over hare mede-passagiers. Maar opeens, daar krijgt zij een lu mineus idéé en vlugberaden als de vrouwen zijn was zij dan al spoe dig met de uitvoering van haar plan ge reed. Zij had al opgevangen, dat in hare onmiddellijke nabijheid passagiers voor de Hembrug zaten. Nauwelijks was deze laatste dan ook bereikt, of moedertje stapt eveneens uit, en gaat de coupé zoeken, waarin manlief ver borgen zit. De conducteur echter, die daar alleen den trein op verzoek laat stoppen, geeft, nadat de passagiers zijn uitgestapt, onmiddellijk het sein tot vertrek, en nu moest de trouwe ega, angstig roepend, alleen op de eenzame vlakte in den zwarten nacht achterblijven. Haar schoot niets anders over, dan manlief een goede reis toe te wenschen en naar Zaan dam op te wandelen, waar het weer zien allerhartelijkst was. Een reis met hindernissen. Een vijftal Amerikanen (vier dames en één heer) wenschten een bezoek le bren gen aan de oude wereld en waren te Boulogne geland. Zij hadden hun auto mobiel medegebracht en reisden met dit vervoermiddel door Frankrijk en België, terwijl zij ook ons land met een bezoek vereerden om achtereenvolgens de steden Rotterdam, 's-Gravenhage en Amsterdam te bezichtigen. Toen zij op hun reis door Neder land deze week nabij het in de ge meente Raamsdonk gelègen Keizers veer kwamen, werden zij het slachtoffer van een minder aangenaam avontuur, dat goed is afgeloopen, doch zeer beden kelijke gevolgen had kunnen hebben. De groote weg van Breda naar Gorin- diem splitst zich, kort bij de rivier de Maas, in tweeën, de eene weg loopt- rechts naar het Keizersveer, waar men met do stoompont wordt overgezet, de andere gaat recht door en met een zacht glooiende helling het water in. Deze laatste weg wordt alleen ge bruikt ten diensteder militaire manoeu vres, wanneer door de pontonniers een schipbrug over de Maas is aangebracht. Onze Amerikanen hadden, door de duisternis misleid, den verkeerden weg genomen, eu tuften recht op het water aan. Reeds bijna was de au;to de rivier ingereden, toen de chauffeur het on heil bemerkte en de tegenwoordigheid van geest had, aanstonds te 'Toppen, zoodat de auto nog slechts met de voor wielen in het water stond. Eenige huiswaarts keerende werklie den van de nabijgelegen papierfabriek, zagen het ongeval en snelden ter hulp. Met vereende krachten werd de auto op het droge gebracht. Het rijtuig was nog onbeschadigd en spoedig werd de reis naar Holland voortgezet. Aan het Sleeuwijksche veeir, nabij Gorcum, aan gekomen, was het avonduur te ver ge vorderd, om nog over te worden gezet en keerden de Ainerikaansche reizigers via Keizersveer weer naar Raamsdonik terug, alwaar zij overnachtten om den volgenden morgen hun reis verder le vervolgen. in Nederland, uitgebracht door de Staatscommissie, welke hij kon. be sluit van 20 Juni 1906 werd benoemd tot het instellen van een onderzoek: a. omtrent den economischeD toe stand der landbouwers in Nederland, mede in verband met de verschillende rechtsvormen, onder welke ue grond wordt gebruikt, en b. omtrent den ecouomischen toe stand der landarbeiders in Nederland, mede in verband met bet klein grond bezit. Terstond met haar tweeledig on derzoek begonnen, heeft de commissie aliens meer haar krachten vereenigd op het onder b. bedoelde, meest urgente deel harer opdracht, waarmee zij is gereedgekomen, terwijl zij zich voorstelt thans het eerste gedeelte van haar arbeid, waarvoor de gegevens inmiddels bijeengebracht werden, krachtig ter hand te nemen. Van de Staatscommissie is voorzitter de direc teur generaal van Landbouw, üe heer H. J. Lovink. De conclusion der commissie be treffen lo. den trtk der plattelandsbevol king, 2o. den physischen toestand der bevolking ten plattelande in Neder land, 3o. de werkiDg der Woningwet ten plattelande en voorstellen tot verbe tering, 4o. e8n en ander aangaande de algemeene en de vakontwikkeling der landarbeiders, 5o. versterking van groud aan landarbeiders, 6o. bescherming van den landarbeid, 7o. landarbeidersverzekeriug (a. on gevallenver ;ekering, b. ziekteverzeke ring en c. invaliditeits enouderdoms- verzekeriDg. De Middenstandsbond. Het hoofdbestuur van den Midden standsbond neeft besloten in 1910 de 7e algemeene vergadering te Arnhem te houden. Op het 7e nationaal con gres zal slechts één onderwerp wor den behandeld: „De wettelijke Destrij- ding van oneerlijke praktijkeu in handel en bedrijf". De eoonomisohe toestand der land arbeiders in Ned-rla u. Thans zijn verschenen de rapporter en voorstellen betreffende den econo mischen toestand der landarbeiders BEVERWIJK Electrische tramplannen. De Nederi. Spaar- en locassobauk te Amsterdam heeft concessie voor een electrische tram AmsterdamBever wijkWijk aan Zee en Duin aange vraagd. SCHOTEN. Gemeenteraadsvergadering. In de Dondesri dagavond, gehouden Raadsvergadering was alleen alwe- |Ziig' de heer Nelis. I. Nadat de notulen waren voorge lezen en goedgekeurd, (deelde de voorzitter méde, dat een brief, was ingekomen, van Ged. Staten waarbij zij mededeelden, dat E J: de Geer met ontvankelijk werd ver klaard in zlijn beroep tot terugbeta ling' van ten onrechte betaalde ver- volgingskosten voor belasting. Toch adviseeren Ged. Staten 't geld maar terug' te geven. Aldus 'werd besloten. Hierna werd de begrooting 1910 behandeld. Aan de algemeene beschouwingen nam de heer H o pij deel. Hij heeft reeds 4 begrootingen mee behandeld, doch zelden is ze zoo benepen ge weest als thans. ,W;el zijn er enkele lichtpunten in. |Wiat de gemeente be treft, is zleer zeker vooruitgaande. De te bouwen buizien zijn niet alleen voortgegaan Ln aantal ook in kwali teit. .We hebben onlangs 't p.an Bre- dius ziien Indienen, hoewel we daar niets meer van gezien hebben, dn elk geval is er niet alleen een trek van Werklieden hierheen, ook van ambtenaren, rentemer.j s, enz. Hoe zullen we nu dien t.ek bevorderen Onze zorg voor de watervoorz.ening is bekend. Er lis nog een kwestie: 't onderwijs. We moeten voor vol doende onderwijs (zloigcn, n et alleen voer voldoende plaatsruimte op de 14) „Met haar kamenier Reine keker, pietwaar?" „Ja. Maar wie is die juffrouw Rei- öe eigenlijk „Ik Weet het piet. Zij heeft a,l jneer dap drie jaar op het kasteel Magalas gewoolnd, en toch heb ik haar yan avond voor het eerst gezien. „En Wa,t heeft zij gezegd „Geen woord, noch tegen mij, poeh tegen een vap de anderen. Cle- meps schijnt haar bijzonder goed te kepnen." „En welken indruk heeft die Reine op je gemaakt „Ze ziet er uit, alsof ze groot verdriet heeft gehad. Er ligt een harde trek op haar gelaat aft on- dai' ks haar trctsch voork m:n z et Ze er toch oprecht uit. Ze bevalt imij wel, vooral omdat zij van de vicom- tess© heelemaal piet schijnt te hou den." Madeleine moest lachen om die eenvoudige opmerking, die eens te meer JeaPnette's diepen afkeer van Olara de Mondragon verried. „Hoe weet gij da,t", vroeg ze iet wat nieuwsgierig „Reifte zal vanavond rustig! wat te ©tep. Plotseling klonk de stem vap haar meesteres, die haar riep. Toen sidderie Reine, en vóór zij zir;h kon herstellen, had ik op haar gelaat een uitdrukk.ng van haat en afkeer gezien, zóó sterk da.t men er zich piet in vergissen kon." „Ep zeide ze niets?" „Ze ziet er piet naar uit om (veel te prateln. Ze doet mij denken aan eeP goed gesloten brandkast, waar-- vap alleen mevrouw de Mondragon het geheim schijpt te bezitten." „Zou zij ook a.1 een slachtoffer van haar zijn", mompelde Madeleine. Miaar ze had weinig' tijd om Pre- delijden te hebben met die ongeluk kige, want zie bezweek bijna van ver moeienis, en eenige oogenblikken la ter lag de jopge markiezin reeds in diepen slaap. Dep anderen morgen, toen alleen de bedienden nog maar wakker wa ren en geruiscihloos door liet huis gingen om hunne meesters niet te doen ontwaken, trad Reine Penhoët de zijkamer binnen waar Clemens zich voortdurepd gereed hield om den mack'es te helpen. „Kap ik je ©ven spreken", vroeg z-ij. „Ja", was het afttwoord. „De mar- k'e-; slaaft' (rustig eln boVcnd en. als ik hier de deur open laat staan, -kan ik de minste beweging hooren Wat is er?" i In p aats van te antwoorden, yjel Ecifte op een stoel neer en beg on b it ter te schreien." „Weeft niet zioo, Reine", sprak Clemens, ,,je verdriet breekt mij het hart. Zeg mij, wat scheelt je „Wiat mij scheelt", klonk het ein delijk midden onder haar tranen. „Vraagt ge dat nog? Gij die' weet wat ik te lijden en te verdragen heb Ik werd vertrapt en vernederd, ik bevilnd mij hier tin een hel, (Waaruit ik mij jniet kap bevrijden zonder dat schande en onteering' mij aan den uitgalng "wachtenEn dan wat in de ze dagen hier gebeurt, moeten wij dait al.es maar laten begaan Zonder ons te verzetten Zij wilde nog verder gaan, maar Clemens viel baar in de rede. „Zeg daar niets meer van", sprak bij. „Al wat gij kunt aanvoeren, heelt mijn geweten mij reeds lang toegeroepen. Maar onze tusschenkomst zou vruch teloos zijp. Zij zou ons verbrijzelen als glas. Is het dap niet beter luit idit alles voordeel te trekken voor ons zelf?" Eén oogenblik scheen Reine te aar zelen, maar terstond daarop kwam eeft harde trek over haar gelaat, ze scheen haar laatste gewetensbe zwaren overwonnen te hebben en sprak„Ge hebt gelijk. Liateft andc- reft voor Zich zelf zorgen en wij Voor .ons." Clemeps drukte haar de hani „Aap het ©inde van dezen wieg; wacht ons de vrijheid", sprak hij. „Dan is uwi martelaarschap ten einde en wordt ge mijn vrouw." Een onbeschrijfelijke ontroering greep: het meisje aap. Zou ze clan nog' eon rustig, vreedzaam geluk lee- rep kennen na, al de ellende, die 'over haar was uitgestort Di© gedachte deed haar de stem va'n haar geweten, die 'zich ©en laatste maal verhief, tot zwijgen brengen, en kalmer dan zie ooit geweest was, begop ze met Clemelns over hun toekomst te pra ten Plotiseliftg! ontrukt© een vreeselijke kreet, eep doodskreet hen aan hun geluksdroomeft. Als radeloos vloog Rei,na de kamer uit en stiet reeds lin de gang op d© toesnellende bedien den, terwijl Clemens de kamer van den markies binnenstormde, waaruit die akelige kreet gekomen was. VII. Te Laat Bijna, op hetzelfde oogenblik dat Clemens den drempel van de zieken kamer overschreed trad de markie zin door de tegenoverliggende deur binnen. „jWiaar komt gij vandaan", vroeg zte dep kamerdienaar op scherpen toom. Dclzie raakte eeft oogenblik in ver warring onder den helderen blik van die oprechte oogtenen hij antwoord de stamelend: „Jk heb in de kamer j hiernaast gewacht, tot de markies zóu optwaken." „Ep wiaarom heeft mijnheer zoo geschreeuwd „Ik Neet het niet", antwoordde Clemens. Maar Madcleipe die intusschen de kap vap een der lampen had terug geslagen, stiet op hare beurt een kreet vap schrik en angst uit, toen ze het verwroftgten gelaat van den markies aanschouwd©. „Hor,ace", riep- ze met bevende stem, „wat is er?" En 'toen de Zieke niet de minste be weging maakte, riep ze nog angsti ger: „Horace, ik bep het, Madeleine. Om Gods wil, zleg mij; wat [j© scheelt!" Ma,ar het akelige zWijgan bleef voortduren. Toan nam de jonge vrouw lret lichaam vaft den markies ift hare armen en trachtte zijn hoofd weer op het kussen to leggen. Maar slap ep bewusteloos rustte het li chaam vap den zieke tegen de schou ders der arme (markiezin. „Mijft God", stamelde ze, „hij is dood!" Miaar feeds het volgePde oogenblik keerde haar geestkracht 'terug en zie sprak tot Clemens„Maak vlug' het vuur aap en roep- Jeannette." In tusschen wreef de arme vrouw het lichaam vap haren echtgenoot uit alle macht om den bloedsomloop te herstellen en het leven in zijn aderen terug'te brengen. Eindelijk moest zij, uitgeput vatn vermoeienis, hare po gingen staken, maar het scheen ha,ar |nu toch toe, dat dank 'zij hare bovenmenschelijke inspanning, het lichaam vap den zieke een Weinig warmer werd. Groote Zweetdroppels gareldeft op hare wangen en haar armeft Wjerden krachte.oos. „Laat mij meneer wrijven", sprak JeaPnette, die inmiddeis gekomen was, en het flinke meisje begon ter stond a,l haar Zorgen aan den mar kies te wijden- Madeleine gaf terstond bevel dok ter Siptély en zijn broeder Charles te la,tep halen. „Ge moet ook de vicomtesse la,te.i waarschuwenfluisterde Jeanuette haar meesteres toe. Maar h iertegen verzette Madeleine Zich hardnekkig. „Laat di» maar wla,ar zlij is", sprak ze toornig, „wij hebbcp ha,ar hier volstrekt niet noo- dig'-" Eep Vreeselijk half uur volgde.- Clemeps keerde niet terug: de beide vrouwep bleven voortgaan hunne ziorgep a,an den zieke te Wijden. Ein delijk ontsnapte er een zWakke zucht aap de lippen van den markies. Het volgend oogenblik lag Madeleine aan het hoofdeinde van het bei ge knield en smeekte: Ho a e spreek één Woord, ik ben het, Madeleine." (Wirdt 9tr»(ik:A)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 9