TWEEDE BLAD.
Moeder en Martelares
De ware beteekenis van
het Ferrer-kabaal.
Gemengde Buitenlandsche berichten
Gemengd Nieuws.
liit den Omtrek.
sociale Berichten.
Zes regels f 0,25 a contant Driemaal plaatsen
f0,50. Elke regel meer f 0,05 hooger. Drie
maal plaatsen f 0,10 hooger. Bij niet-contante
betaling 10 cents administratiekosten.
ZATEROaG 30 OCT. 1909.
FEUILLETON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Wij hebben in onze berichten en
overzichten herhaaldelijk de ware be
teekenis van het Ferrer-kabaal, van
de „vereering" die men zegt te hebben
voor dezen martelaar der „vrijheid
van gedachte", duidelijk doen uit
komen.
Die beteekenis is enkel en alleen
deze: een voorwendsel tot het voeren
van een nieuwen en scherpen veld
tocht tegen de Katholieke Kerk.
Uit het gisteren al besproken schot
schrift, dal te Haarlem terecht zooveel
ergernis wekt, en zelfs door de niet-Ka-
tholieken, voor zoover ze niet door den
diabolischen haat der anarchistische
godloochenaars zijn aangestoken, zeer
ernstig wordt afgekeurd, uit d<it
pamfletje bijkt de waarheid van onze
opvatting omtrent die beteekenis we
derom ten volle.
Tegen de Katholieke Kerk, dat is
de heele zaak.
En ditmaal gaat het onder een
gemakkelijk en welkom voorwend-el.
Het is altijd gemakkelijk toch, het
volk in bewegiDg te brengen door te
speculeeren op zijn mede-g8Voel, op
zijn mede-lijden.
ïïn dtarvan is ditmaal heel handig
gebruik gemaaktI
De voorstelling, dat een onschuldige
wordt vermoord, dat heeft altijd
op de volksgedachte diep gewerkt:
het toont de goede ziel en den goeden
aard van het volk, dat het met
degenen die lijden mede-lijdt, dat het
voor de verdrukte onschuld dadelijk
gereed is den strijd op te nemen, dat
het voor deDgene die het als onrecht
vaar 'ig behandeld beschouwt, steeds
in de bres springt.
Van dien goeden aard is in het
geval van Ferrer deerlijk misbruik
gemaakt.
Meu heeft hem voorgesteld als een
onschuldige, een die enkel en alleen
anders dacht dan demachthebbers.
Men zeide niet, dat hij anders dacht
dan het volk, och neen: hij dacht
anders dan de grooten dar aarde,
degenen die de wereld besturen. Daar
stond dus de zwakkere tegenover den
sterke, en wat heeft de sterke gedaan
volgens die voorstelling? Hij heeft de
zwakkere om bals gebracht, hem uit
den weg geruimd, omdat hij anders
dacht
De schilderij is klaar.
De „martelaar van de vrije gedachte"
is er 1
En nu wordt er door het volk, het
edelmoedige volk dan toch ten slotte,
niet gevra'gd of deze voorstelling van
zaken waar is. Er wordt niet gevraagd
of die man dan wel zoo'n edele geèst,
zoo'n held was als men dat voorspiegelt,
er wordt niet gevraagd of het wel
waar zou zijn, dat men iemand om
hals brengt omdat hijanders
denkt; neen: men schept zich uit
de voorstelling die de heele liberale
en anticlericale pers heeft gegeven,
dat beeld van den hf ld, den martelaar,
en men voelt zich in zijn rechts
gevoel beleedigd I
Wij hebben dezer dagen vaak genoeg
aangetoond, dat Ferrer allesbehalve
die „edele ziel" was, die het volk, op
gezweept door de valsche voorstellingen
der anticlericale pers, en volkomen
onwetend omtrent den waren staat
van zaken in Spanje, in hem meende
te zien.
Wij hebben zelfs van 's mans levens
wijze en handelen allerlei scabreuze
en allesbehalve edele daden moeten
mededeelen, niet om daarmee de na
gedachtenis van den doode aan de
k* ak te stellen, maar om de belache
lijke en geheel onware legende, die
zich nu reeds over 's noaDs leven begint
te vormen, voor zooveel in onzen
kring mogelijk was, plaats te doen
maken voor de waarheid.
Doch wij bereiken niet diegenen
die door de aDticlericale, godsdienst
hatende en helaas ook door een ge
deelte der godsdienstlooze, der „neu
trale" pers worden opgezweept.
En het moet derhalve aan die anti
clericale en godsdienstlooze pers met
volle recht worden verweten, dat het
niet-Christelijke volk zich ten slotte
zóó een verkeerde voorstelling var
dezen Ferrer en alles wat er met den
man samenhangt heeft gemaakt, dat
daardoor schotschriften tegen de Ka
tholieke kerk en vergaderingen als
die men morgen in Haarlem zal hou
den, m o g e 1 ij k worden gemaakt.
Daar is geen enkel fatsoenlijk mensch
die de wereld in rep en roer zal wil
len brengen als er in ons vaderland
een mat, die overtuigd is van mede
plichtigheid aan anarchistische revo
lutie en aanslagen, die zélf bekent,
anarchist te wezen, die boeken vol van
anarchistische theoriën heeft geschre
ven, en de praktijk daarvan zelf in
zijn scholen leeraarde, als zulk man
in ons vaderland naar onze Neder-
landsche wetten ware gevonnisd.
En waarom wordt dan de wereld
in rep en roer gezet omdat dit in
Spanje gebeurde?.... Precies zóó, zon
der éen enkele afwijking?
Omdat het volk op de boven aan
geduide wijze misleid is, roept het
ach en wee. Maar waarom die mis
leiding?
Omdat Spanje een Katholiek land
is, waar het ongeloof Goddank nog
niet zóo kon in-woekeren als het
elders deed. Ferrer nu was de apostel,
en ongetwijfeld ook de zeer bekwame
en handige en succesvolle apostel van
het ongeloot, van het anticlericalisme.
Dat hij anarchist was,... 'n bijko
mende omstandigheid vinden dat de
liberale en anticlericale bladen. Maar
de apostel van het ongeloof bet
ongeloof dat zichzelt noemt „de voor
uitgang" en ook wel „de vrijheid van
gedachte", was gevallen, en daar
mede de vooruitgang ook vèn het
ongeloof tegengehouden.
En ziedaar nu de woede ontketend
Ziedaar het dwaze sprookje geboren
van de domheid die in Spanje hoog-
zit en deD „verlichten" geest, die deze
domheid wilde bestrijden
Ziedaar waarom ook goedgezinde
liberalen en niet Cbristelijken, mis
leid door valsche voorstellingen, in
zekere mate aan net Ferrerkabaal mee
doen en werkelijk gelooven in Ferrer's
„gerechtelijken moord" om wille de
„vrijheid van gedachte."
Ziedaar de ware beteekenis van het
anders onbegrijpelijke verschijnsel, dat
over geheel de wereld om wille van
de executie van een revolutionairen
anarchist, een van de meest gevaarlijke
en treurige sujetten die tegen God en
gezag optreden, zulk een misbaitr
wordt gemaakt 1
Een heldin uit den Fransch-Duilscbon
oorlog.
In Zwitserland is dezer dagua een
Fransche vrouw gestorven, Mile Juliette
Dodu, die zich in het jaar 1870 voor
haar Vaderland zeer verdienstelijk
heeft gemaakt. In 1850 te Saint-Denis,
op het Fransche eiland Réunion ge
boren, was zij ten tijde van den Fransch
Duitschen oorlog ambtenaar op het
telegraafbureau van Pethiviers, waar
van haar moeder de directie had. Toen
de Pruisen 20 Sept. 1870 Pethiviers
binnentrokken, verborg mej, Dodu,
na de komst van den vijand te hebben
geseind, de toestellen, ten einde den
vijand te beletten er zich van te be
dienen. Toen echter de Pruisen, de
telegraafdraden doorsnijdend, vergateD
den draad, die naar Orleans leidde,
maakte de moedige telegraphist# ge
bruik van die gelegenheid om via
Orleans te correspondeeren met Touis,
waar het gouvernement, der Nationale
Défensie zetelde, 't welk zij geregeld
op de hoogte hield van de bewegingen
van den vijand.
Zij had zelfs de stoutheid, gedurende
een afwezigheid der Pruisen, door een
ambtenaar een bijzondere lijn naar
Montargis te laten inrichten.
Later, na het nemen van Orleans,
toen de Pruisen weder bezit hadden
genomen van Pethiviers en er hun
telegraafmateriaal hadden geïnstalleerd
vond mej. Dodu het middel, om de
correspondentie van den vijand te
onderscheppen door van het raam van
haar kamer uit een afleider op den
electriechen draad aan te brengbn.
Betrapt en in heehtenis genomen,
werd de wakkere jonge vrouw door
een krijgsraad ter dood veroordeeld
en zonder de tusschenkomst van prins
Frederik Karei, door zooveel vader
landsliefde getroffen,zou zij waarschijn
lijk zijn doodgeschoten.
Bij dagorder door het gouvernement
van Nationale Defentie eervol ver
meld, ontving mej. Dodu in 1877 de
militaire medaille, en in het daaraan
vobende het ridderkruis van het
Legioen van Eer.
Clairvoyance?
Een merkwaardig geval wordt door
de Aooerikaansche bladen gemeld uit
Jersey City. Of het waar is, dat weten
we niet.
Laatstleden 4 October zoo wordt
dau verhaald verdween de 7-jarige
Alfred Lamphear uit de ouderlijke
woning eu alle nasporingen om den
jongen terug te vinden bleven vruchte
loos. Ia den nacht daarop sprong de
moeder van den knaap eensklaps uit
haar bed eu maakte haar man wak
ker met het angstig geroep: „Alfred
ligt in Sand Hill tot aan zijn hoolcJ
in het zand, loop hard, dan kunt ge
hem nog uitgraven en redden 1" De
man dacht, dat zijn vrouw ijlde en
trachtte haar tot kalmte te brengen
Zij hield echter niet met haar geroep
op. „Ga dan toch gauw. Ik droom
niet. Ik zie hoe het zand aldoor hooger
stijgt en zijn hoofd er ai onder gaat."
Ooi zijn vrouw, tot zwijgen te brengen,
ging de man eindelijk met een spade
op weg naar de aangeduide plaats.
Na eenige uren lang gezocht en ge
graven te hebben zonder een spoor
van den knaap te vinden, keerde hij
eindelijk moedeloos huiswaarts. De
vrouw drong echter nu nog sterker
er op aan, dat de man nogmaals zou
gaan zoeken en zeide, dat zij duidelijk
haar jongen zag, die de handen voor
zijn gezicht hield, om het zand op
zijde te houden. De vader ging nog
maals en nam nu een buurman mee.
Ditmaal was men g< lukkiger en weldra
vond men de pet van den jongen.
Dojdelijk verschrikt over de vondst,
die aantoonde, dat het visioen van
zijn vrouw waarheid bevatte, viel de
man in onmacht, terwijl de buurman
zijn nasporingen voortzette en begon
te graven op de plaats waar de pet
lag. Weldra had de man nu het lijk
van den knaap gevonden en het bleek,
dat het precies zoo was, als de moed-r
gezegd hadhet jongensiijk hield de
handen voor het gezicht. Waarschijn
lijk was hij bij het spelen in drijfzand
geraakt ea daarin gestikt.
Keizer Wilhelm en Hollandsche
marschen.
Eergisteronmiddag had op bevel van
keizer Wilhelm, een hoogst eigenaardig
concept plaats op het, slotplein van zijn
paleis te Potsdam, waar de kapel der
gardeinfanterie uitsluitend Itaüaansohe,
Fransche en Hollandsche marschen ten
gehoore moesten brengen.
Onder leiding van ^Obermusikmeis-
ter" Graf en j,,Mus.ikmeister" Dippel,
werden in tegenwoordigheid van den
keizer, achtereenvolgens uitgevoerd de
Italiaansche „Pfifferi"-marsch vanNeo-
poLitano, dateerende uit de 17e eeuw,
de Marsch van Sardinië, de Venetia-
Marsch van Fabriani, „Sambre et Heu
se", van Turlet, „Retraite de crimée"
'van Magnier, „Oranje Friesland" en
„Oranje Gelderland", de beide laatste
door den typ.ischen tromroffel der Hol
landsche militaire marschen ingeleid.
De keizer smaakte zeer veel genoe
gen bij de uitvoering en gaf herhaalde
lijk blijk zijner ingenomenheid met het
gehoorde.
Eetn| overgewaaide ballon.
Uit Southwark in Suffolk aan de En-
gelsche kust der Noordzee, wordt ge
meld: Een ballon, die gedurende den
storm over de Noordzee werd gedreven,
geraakte in de telegraafdraden verward.
Inliet bootje bevonden zich twee Fran
sche luchtschippers, méj. Marvin en
de heer Garnier. De dame sprong uit
het schuitje, waardoor de ballon zich
uit de draden ontwarde en pijlsnel met
Garnier in de hoogte vloog. Mej. Mar
vin, die den enkel verstuikt had, sleep
te zich naar de dichtstbijzijnde boeren
hoeve, waar men haar verpleegde. De
ballon werd intusschen 2 mijlen verder
het land ingedreven en raakte ten slotte
verward in de takken van een boom.
Garnier sprong eveneens, zonder zich
ernstig te bezeren, uit het schuitje.
Uit een hoeve kwam hulp en de ballon
kon worden geborgen. Mej. Marvin ver
telde, dat de tocht over de Noordzee
zeer opwindend was geweest. Herhaal
delijk had hel bootje het water geraakt.
Toen zij te Nancy opstegen, waren zij
heelemaal niet van plan zoo over te
gaan. Zij werden door den zwaren
storm over zee gedreven.
purser op de „Hollandia" liet aanmon
steren. Geen van beiden geeft ophelde
ring. De Argentijnsche wetten stellen
op een feit als door S. gepleegd, 10 ja
ren gevangenisstraf.
De familie van den heer L. Jacobson,
vroeger koffiemakelaar te Botterdam,
woont te 's-Gravenhage. Eerst enkele
maanden was de heer Jacobson bij
voornoemde bankinstelling werkzaam.
Samen uit, samen thuis.
Zoo
Een moordaanslag pp eien Neder
lander te Buenos-Ayres. In het gebouw
der Dieutschen Ueberseeischen Bank te
Buenos-Ayres kwam een heer, die ver
zocht een beambte, die op een der bo
venverdiepingen werkte, den heer Leo
nard Jacobson, uit Rotterdam, te spre
ken. Men liet. den heer Jacobson roe
pen en in de gang van het geboft w
had Ide ontmoeting tusschen hem en
den bezoeker plaats. Blijkbaar kenden
zij elkaar, want gedurende eenige
«ogenblikken bleven ze heel gewoon
in glesprek, totdat de bezoeker eens
klaps een revolver te voorschijn haal
de en 4 h 5 schoten op den heer Ja
cobson loste. Dadelijk snelden van alle
kanten bedienden der bank toe, die
aanvaller ontwapenden, den gewonden
Jacobson opnamen en naar de Assisten-
cia Ptiblica droegen, waar men een
voorloopig verband 'egde, om hem
daarop naar het Rawson-hospitaal te
vervoeren, waar geconstateerd werd,
dat een der kogels zijn linkerlong had
doorboord.
De dader werd naar het politiebureau
gebracht, waar hij door den commis
saris in verhoor werd genomen. Hij
gaf op te heeten Hendrik Schufers (vol
gens de Deutsche j,La Plata Zeitung")
of Scbopfaers (volg. «,,La Naeionale"),
29 jaar, Nederlander van geboorte, en
den 27en September te Buenos-Ayres
met de „Hollapdia" als deel der be
manning aangekomen te zijn, met het
doel om zich op J. te wreken,.
Van andere zijde verneemt men nog
uit Buenos-Ayres, dat Jacobson volgens
3en dokter buiten gevaar is en dat de
aanrander, dien men hier slechts als
S. aanduidt, een gewezen officier uit
Amersfoort, zich speciaal met het doel
om zich op J. te wreken., als 2den
dachten ook twee gemoedelijke oudjes
uit Zaandam, die een dagje in Amster
dam hadden doorgebracht. Des avonds
toen zij met den trein van 10.55 zou
den terugkeeren, wil het noodlottig toe
val, dat voor beiden in één coupé geen
plaats meer .is, zoodiat zij gansch wree-
delijk van elkander werden gescheiden.
Moeder de vrouw was daarover inhoo-
ge mate verontwaardigd, en gaf die
verontwaardiging dan ook lucht tegen
over hare mede-passagiers.
Maar opeens, daar krijgt zij een lu
mineus idéé en vlugberaden als de
vrouwen zijn was zij dan al spoe
dig met de uitvoering van haar plan ge
reed. Zij had al opgevangen, dat in
hare onmiddellijke nabijheid passagiers
voor de Hembrug zaten. Nauwelijks
was deze laatste dan ook bereikt, of
moedertje stapt eveneens uit, en gaat
de coupé zoeken, waarin manlief ver
borgen zit. De conducteur echter, die
daar alleen den trein op verzoek laat
stoppen, geeft, nadat de passagiers zijn
uitgestapt, onmiddellijk het sein tot
vertrek, en nu moest de trouwe
ega, angstig roepend, alleen
op de eenzame vlakte in den zwarten
nacht achterblijven. Haar schoot niets
anders over, dan manlief een goede
reis toe te wenschen en naar Zaan
dam op te wandelen, waar het weer
zien allerhartelijkst was.
Een reis met hindernissen. Een
vijftal Amerikanen (vier dames en één
heer) wenschten een bezoek le bren
gen aan de oude wereld en waren te
Boulogne geland. Zij hadden hun auto
mobiel medegebracht en reisden met
dit vervoermiddel door Frankrijk en
België, terwijl zij ook ons land met een
bezoek vereerden om achtereenvolgens
de steden Rotterdam, 's-Gravenhage en
Amsterdam te bezichtigen.
Toen zij op hun reis door Neder
land deze week nabij het in de ge
meente Raamsdonk gelègen Keizers veer
kwamen, werden zij het slachtoffer van
een minder aangenaam avontuur, dat
goed is afgeloopen, doch zeer beden
kelijke gevolgen had kunnen hebben.
De groote weg van Breda naar Gorin-
diem splitst zich, kort bij de rivier
de Maas, in tweeën, de eene weg loopt-
rechts naar het Keizersveer, waar men
met do stoompont wordt overgezet, de
andere gaat recht door en met een
zacht glooiende helling het water in.
Deze laatste weg wordt alleen ge
bruikt ten diensteder militaire manoeu
vres, wanneer door de pontonniers een
schipbrug over de Maas is aangebracht.
Onze Amerikanen hadden, door de
duisternis misleid, den verkeerden weg
genomen, eu tuften recht op het water
aan. Reeds bijna was de au;to de rivier
ingereden, toen de chauffeur het on
heil bemerkte en de tegenwoordigheid
van geest had, aanstonds te 'Toppen,
zoodat de auto nog slechts met de voor
wielen in het water stond.
Eenige huiswaarts keerende werklie
den van de nabijgelegen papierfabriek,
zagen het ongeval en snelden ter hulp.
Met vereende krachten werd de auto op
het droge gebracht. Het rijtuig was
nog onbeschadigd en spoedig werd de
reis naar Holland voortgezet. Aan het
Sleeuwijksche veeir, nabij Gorcum, aan
gekomen, was het avonduur te ver ge
vorderd, om nog over te worden gezet
en keerden de Ainerikaansche reizigers
via Keizersveer weer naar Raamsdonik
terug, alwaar zij overnachtten om
den volgenden morgen hun reis verder
le vervolgen.
in Nederland, uitgebracht door de
Staatscommissie, welke hij kon. be
sluit van 20 Juni 1906 werd benoemd
tot het instellen van een onderzoek:
a. omtrent den economischeD toe
stand der landbouwers in Nederland,
mede in verband met de verschillende
rechtsvormen, onder welke ue grond
wordt gebruikt, en
b. omtrent den ecouomischen toe
stand der landarbeiders in Nederland,
mede in verband met bet klein grond
bezit.
Terstond met haar tweeledig on
derzoek begonnen, heeft de commissie
aliens meer haar krachten vereenigd
op het onder b. bedoelde, meest
urgente deel harer opdracht, waarmee
zij is gereedgekomen, terwijl zij zich
voorstelt thans het eerste gedeelte van
haar arbeid, waarvoor de gegevens
inmiddels bijeengebracht werden,
krachtig ter hand te nemen. Van de
Staatscommissie is voorzitter de direc
teur generaal van Landbouw, üe heer
H. J. Lovink.
De conclusion der commissie be
treffen
lo. den trtk der plattelandsbevol
king,
2o. den physischen toestand der
bevolking ten plattelande in Neder
land,
3o. de werkiDg der Woningwet ten
plattelande en voorstellen tot verbe
tering,
4o. e8n en ander aangaande de
algemeene en de vakontwikkeling der
landarbeiders,
5o. versterking van groud aan
landarbeiders,
6o. bescherming van den landarbeid,
7o. landarbeidersverzekeriug (a. on
gevallenver ;ekering, b. ziekteverzeke
ring en c. invaliditeits enouderdoms-
verzekeriDg.
De Middenstandsbond.
Het hoofdbestuur van den Midden
standsbond neeft besloten in 1910 de
7e algemeene vergadering te Arnhem
te houden. Op het 7e nationaal con
gres zal slechts één onderwerp wor
den behandeld: „De wettelijke Destrij-
ding van oneerlijke praktijkeu in
handel en bedrijf".
De eoonomisohe toestand der land
arbeiders in Ned-rla u.
Thans zijn verschenen de rapporter
en voorstellen betreffende den econo
mischen toestand der landarbeiders
BEVERWIJK
Electrische tramplannen. De
Nederi. Spaar- en locassobauk te
Amsterdam heeft concessie voor een
electrische tram AmsterdamBever
wijkWijk aan Zee en Duin aange
vraagd.
SCHOTEN.
Gemeenteraadsvergadering.
In de Dondesri dagavond, gehouden
Raadsvergadering was alleen alwe-
|Ziig' de heer Nelis. I.
Nadat de notulen waren voorge
lezen en goedgekeurd, (deelde de
voorzitter méde, dat een brief,
was ingekomen, van Ged. Staten
waarbij zij mededeelden, dat E J:
de Geer met ontvankelijk werd ver
klaard in zlijn beroep tot terugbeta
ling' van ten onrechte betaalde ver-
volgingskosten voor belasting. Toch
adviseeren Ged. Staten 't geld maar
terug' te geven.
Aldus 'werd besloten.
Hierna werd de begrooting 1910
behandeld.
Aan de algemeene beschouwingen
nam de heer H o pij deel. Hij heeft
reeds 4 begrootingen mee behandeld,
doch zelden is ze zoo benepen ge
weest als thans. ,W;el zijn er enkele
lichtpunten in. |Wiat de gemeente be
treft, is zleer zeker vooruitgaande.
De te bouwen buizien zijn niet alleen
voortgegaan Ln aantal ook in kwali
teit. .We hebben onlangs 't p.an Bre-
dius ziien Indienen, hoewel we daar
niets meer van gezien hebben, dn
elk geval is er niet alleen een trek
van Werklieden hierheen, ook van
ambtenaren, rentemer.j s, enz. Hoe
zullen we nu dien t.ek bevorderen
Onze zorg voor de watervoorz.ening
is bekend. Er lis nog een kwestie:
't onderwijs. We moeten voor vol
doende onderwijs (zloigcn, n et alleen
voer voldoende plaatsruimte op de
14)
„Met haar kamenier Reine keker,
pietwaar?"
„Ja. Maar wie is die juffrouw Rei-
öe eigenlijk
„Ik Weet het piet. Zij heeft a,l jneer
dap drie jaar op het kasteel Magalas
gewoolnd, en toch heb ik haar yan
avond voor het eerst gezien.
„En Wa,t heeft zij gezegd
„Geen woord, noch tegen mij,
poeh tegen een vap de anderen. Cle-
meps schijnt haar bijzonder goed te
kepnen."
„En welken indruk heeft die Reine
op je gemaakt
„Ze ziet er uit, alsof ze groot
verdriet heeft gehad. Er ligt een
harde trek op haar gelaat aft on-
dai' ks haar trctsch voork m:n z et
Ze er toch oprecht uit. Ze bevalt imij
wel, vooral omdat zij van de vicom-
tess© heelemaal piet schijnt te hou
den."
Madeleine moest lachen om die
eenvoudige opmerking, die eens te
meer JeaPnette's diepen afkeer van
Olara de Mondragon verried.
„Hoe weet gij da,t", vroeg ze iet
wat nieuwsgierig
„Reifte zal vanavond rustig! wat
te ©tep. Plotseling klonk de stem
vap haar meesteres, die haar riep.
Toen sidderie Reine, en vóór zij zir;h
kon herstellen, had ik op haar gelaat
een uitdrukk.ng van haat en afkeer
gezien, zóó sterk da.t men er zich
piet in vergissen kon."
„Ep zeide ze niets?"
„Ze ziet er piet naar uit om (veel
te prateln. Ze doet mij denken aan
eeP goed gesloten brandkast, waar--
vap alleen mevrouw de Mondragon
het geheim schijpt te bezitten."
„Zou zij ook a.1 een slachtoffer
van haar zijn", mompelde Madeleine.
Miaar ze had weinig' tijd om Pre-
delijden te hebben met die ongeluk
kige, want zie bezweek bijna van ver
moeienis, en eenige oogenblikken la
ter lag de jopge markiezin reeds in
diepen slaap.
Dep anderen morgen, toen alleen
de bedienden nog maar wakker wa
ren en geruiscihloos door liet huis
gingen om hunne meesters niet te
doen ontwaken, trad Reine Penhoët
de zijkamer binnen waar Clemens
zich voortdurepd gereed hield om
den mack'es te helpen.
„Kap ik je ©ven spreken", vroeg
z-ij.
„Ja", was het afttwoord. „De mar-
k'e-; slaaft' (rustig eln boVcnd en. als
ik hier de deur open laat staan, -kan
ik de minste beweging hooren
Wat is er?" i
In p aats van te antwoorden, yjel
Ecifte op een stoel neer en beg on b it
ter te schreien."
„Weeft niet zioo, Reine", sprak
Clemens, ,,je verdriet breekt mij het
hart. Zeg mij, wat scheelt je
„Wiat mij scheelt", klonk het ein
delijk midden onder haar tranen.
„Vraagt ge dat nog? Gij die' weet
wat ik te lijden en te verdragen
heb Ik werd vertrapt en vernederd,
ik bevilnd mij hier tin een hel, (Waaruit
ik mij jniet kap bevrijden zonder dat
schande en onteering' mij aan den
uitgalng "wachtenEn dan wat in de
ze dagen hier gebeurt, moeten wij
dait al.es maar laten begaan Zonder
ons te verzetten
Zij wilde nog verder gaan, maar
Clemens viel baar in de rede. „Zeg
daar niets meer van", sprak bij. „Al
wat gij kunt aanvoeren, heelt mijn
geweten mij reeds lang toegeroepen.
Maar onze tusschenkomst zou vruch
teloos zijp. Zij zou ons verbrijzelen
als glas. Is het dap niet beter luit idit
alles voordeel te trekken voor ons
zelf?"
Eén oogenblik scheen Reine te aar
zelen, maar terstond daarop kwam
eeft harde trek over haar gelaat,
ze scheen haar laatste gewetensbe
zwaren overwonnen te hebben en
sprak„Ge hebt gelijk. Liateft andc-
reft voor Zich zelf zorgen en wij Voor
.ons."
Clemeps drukte haar de hani
„Aap het ©inde van dezen wieg; wacht
ons de vrijheid", sprak hij. „Dan
is uwi martelaarschap ten einde en
wordt ge mijn vrouw."
Een onbeschrijfelijke ontroering
greep: het meisje aap. Zou ze clan
nog' eon rustig, vreedzaam geluk lee-
rep kennen na, al de ellende, die 'over
haar was uitgestort Di© gedachte
deed haar de stem va'n haar geweten,
die 'zich ©en laatste maal verhief, tot
zwijgen brengen, en kalmer dan
zie ooit geweest was, begop ze met
Clemelns over hun toekomst te pra
ten
Plotiseliftg! ontrukt© een vreeselijke
kreet, eep doodskreet hen aan hun
geluksdroomeft. Als radeloos vloog
Rei,na de kamer uit en stiet reeds lin
de gang op d© toesnellende bedien
den, terwijl Clemens de kamer van
den markies binnenstormde, waaruit
die akelige kreet gekomen was.
VII. Te Laat
Bijna, op hetzelfde oogenblik dat
Clemens den drempel van de zieken
kamer overschreed trad de markie
zin door de tegenoverliggende deur
binnen.
„jWiaar komt gij vandaan", vroeg
zte dep kamerdienaar op scherpen
toom.
Dclzie raakte eeft oogenblik in ver
warring onder den helderen blik van
die oprechte oogtenen hij antwoord
de stamelend: „Jk heb in de kamer j
hiernaast gewacht, tot de markies
zóu optwaken."
„Ep wiaarom heeft mijnheer zoo
geschreeuwd
„Ik Neet het niet", antwoordde
Clemens.
Maar Madcleipe die intusschen de
kap vap een der lampen had terug
geslagen, stiet op hare beurt een
kreet vap schrik en angst uit, toen
ze het verwroftgten gelaat van den
markies aanschouwd©.
„Hor,ace", riep- ze met bevende
stem, „wat is er?"
En 'toen de Zieke niet de minste be
weging maakte, riep ze nog angsti
ger: „Horace, ik bep het, Madeleine.
Om Gods wil, zleg mij; wat [j©
scheelt!"
Ma,ar het akelige zWijgan bleef
voortduren. Toan nam de jonge
vrouw lret lichaam vaft den markies
ift hare armen en trachtte zijn hoofd
weer op het kussen to leggen. Maar
slap ep bewusteloos rustte het li
chaam vap den zieke tegen de schou
ders der arme (markiezin.
„Mijft God", stamelde ze, „hij is
dood!"
Miaar feeds het volgePde oogenblik
keerde haar geestkracht 'terug en zie
sprak tot Clemens„Maak vlug' het
vuur aap en roep- Jeannette." In
tusschen wreef de arme vrouw het
lichaam vap haren echtgenoot uit
alle macht om den bloedsomloop te
herstellen en het leven in zijn aderen
terug'te brengen. Eindelijk moest zij,
uitgeput vatn vermoeienis, hare po
gingen staken, maar het scheen
ha,ar |nu toch toe, dat dank 'zij hare
bovenmenschelijke inspanning, het
lichaam vap den zieke een Weinig
warmer werd. Groote Zweetdroppels
gareldeft op hare wangen en haar
armeft Wjerden krachte.oos.
„Laat mij meneer wrijven", sprak
JeaPnette, die inmiddeis gekomen
was, en het flinke meisje begon ter
stond a,l haar Zorgen aan den mar
kies te wijden-
Madeleine gaf terstond bevel dok
ter Siptély en zijn broeder Charles te
la,tep halen.
„Ge moet ook de vicomtesse la,te.i
waarschuwenfluisterde Jeanuette
haar meesteres toe.
Maar h iertegen verzette Madeleine
Zich hardnekkig. „Laat di» maar
wla,ar zlij is", sprak ze toornig, „wij
hebbcp ha,ar hier volstrekt niet noo-
dig'-"
Eep Vreeselijk half uur volgde.-
Clemeps keerde niet terug: de beide
vrouwep bleven voortgaan hunne
ziorgep a,an den zieke te Wijden. Ein
delijk ontsnapte er een zWakke zucht
aap de lippen van den markies. Het
volgend oogenblik lag Madeleine
aan het hoofdeinde van het bei ge
knield en smeekte: Ho a e spreek
één Woord, ik ben het, Madeleine."
(Wirdt 9tr»(ik:A)