DAGBLAD voor NOORD- en 7U1D-H0LLAND.
Moeder en martelares
Voor 't laatst nog:
Ferrer
BUITENLAND.
Gemengds Buitenlandsche berishfen
BINNENLAND.
2 8« 31-33, HaaHtesn
MAANDAG 8 NOV. 199%.
34ste Jaargang No. ?036
Bureaux van Redactie en Administratie:
lMter&cMnmun«$fflS Tei«fooHnummer 8426.
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon 1020.
GULDEN bij HU 9l'| II GULDEN bij f Cfl GULDEN bij Iflfl aULDE* b« k GOLDEN bij
GRIEKENLAND.
TURKIJE.
FtUJl Lfc i ON
I,' I
NEUK HUULENStHE GOORNNT
ABONMEKlEMTS$»RIJ8l
fer fc maanden voor Haarlem-
Voor de plaatsen, waar een agent ls gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatse» in Nederland franco per post
Afkomt rljjke nummer-
f 1,85
1.85
3 '1.80
0,08
PRUIS OER AOVERTEM. EN:
Van 16 regels60 cent (contant 60 eent).
Iedere regel meer10 «ent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dübbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents (i contant).
Alle betalende «ebonsiéè op dit blad, die in bet bezit eener verzekeringspolis zijn, ztjn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
levenslange onge- #1 I 1 GULDEN ta) 4 11 1 verlies van éon 1 C Terlie#w» li lil '«Bes van
TT °Te l U band of voet. I UII éeD 8 IJ II éen duim.
schikt heid tot
werken.
overlijden
60
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN bt
verlies van
éen anderen
vinger
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean". Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II.
Dat de liberale en anti-clericals
peis zich. allergruwelijkst gebla
meerd heelt m, iirt Ferrer-kabaal,
dat men ziich vergaloppeerd heelt
door voor een minderwaardig sujet,
een rebel en anarchistisch opruier
van de gevaarlijkste soort de verde
diging' op te nemen, dat wordt
nu wel stilzwijgend over de heele
linie erkend.
De houding: die de Katholieke pers
heeft aangenomen: over schuil of
«mschuld van Ferrer zich niet uit
latende, doch vertrouwend in de
öipaansche justitie, blijkt wel de se
cuurste te zijn geweest!
Kr zijn dan ook nu verschillende
ant.elencal n, die openlijk e.kennen
dat ze zich. vergist hebben.
Het kwaad intusschen is geschied
de opruiing' tegen de Katholieke
Kerk is gebeurd, en de erkenning
van onge iju komt w,at laat.
Intusschen: te prijzen is ze toch,
en het e aan ons, oan die erkenning
nog wat verder bekend te maken,
niet om te stoffen erop, dat wij Juut
en ze beschouwingen gelijk hadden,
doch om de velen, die met de eerste
unanieme lofredenen over Ferrer
dooi* de anti-clerieale pers van, de wijs
Zijn gebracht, weer wat terecht te
brengen.
Lofwaardig steekt in dit opzicht
uit het Zi.g. „neutrale", in wlaarbeid
radicaal-ge iinte dagblad „De Tele
graaf", dat in de meest-aniiclericale
Ferrer-vereering; verguizing tier
Spiaansche i*egeering en verdachtma
king' der Katholieke Kerk, voor
geen zuiver-anticlericaal blad on
derdeed.
Het blad erkent nu openlijk zich
vergist te hebben
In een artikel„voor de laatste
maal nog eens Ferrer", heet het
rondweg'
„ÏWe hebben ons met ons pro-
Ferrerisme een weinig gebla
meerd; zijn een weinig sentimen
teel geworden, omdat het woord
vrijheid, de naam van het dierste
goed, wat dikwijls klonk en er ge
sproken werd van inquisitie, een
woord dat in het vaderland altijd
spreekt tot het bloed en het in
beroering' brengt.
Na den storm; alles rustig:: tijd
om een paar verstandige woorden
te spreken en aan te hoeren.
Die „paai- verstandige woorden
het ware te wenschen en 't was
toch eigenlijk wel te vorderen óók,
dat zie wat eerder waren gesproken!
bestaan dan nu in een met in
stemming overgenomen artikel van
den bekenden Duitschen anti.clcri-
tfalen publicist Harden, die naar
het blad-zelf zegt geen blad voor
den mond neemt en ronduit zijln mea
ning weergeeft.
Ziehier dan een paar zinsneden uit
Harden's artikel over Ferrer, door
„De Telegraafinstemmend ver
taald
„Men moge bedenken, dat de vrij
denkers m Spanje reeds lang tot
een geweldige macht waren ge
organiseerd, eer Ferrer bij de Fa-
rijsche Font-K.eui' achter het buf
fet stond, dat in alle provinciën
van het kon mier ijk Spanje en voor
al in Oataionie akathoJieke en
atheïstische scholen reeds in over
vloed waren, voordat Ferrer JLijn-
inspeeteur bij het noordernat werd.
hén ding echter is zijn werk, één
ding heeft hij in Spanje ingevoerd
scholen, waarop de kinderen van
hun prilste jeugd af onderwezen
worden volgens de evangeliën van
Krapotkin, Bakoenin en Bava-
chol,"
Dit is precies gezegd waar het
op staat! De Ferrer-yere..;rdere, óók
ten onzent, mogen dit eens in stilte
overwegen 1
Over Spanje heet hat ten slotte
nog:
„In welke monarchie kunnen be
lijders van repnblikeonsche en on
vermomde revolutionaire beginse
len door den staat bezoldigde pro
fessoren en zeil e senatoren zijn?
In Spanje. [Welk Katholiek rijk
duldt atheïstische scholen en een
door roode republikeinen bestuur
de vrije universiteit Spanje
ÏWiaar kan een anarchistisch agita-
tator straffeloos tegen koning en
kerk, ministers en legerhoofden
dreigende toespraken houden In
Spanje. iVViaar iaat de gevangenis
directie brieven doorgaan, als die
van Ferrer, waarin hij aan zijn
beminde schrijft over de schande
lijke infame daden der regiering
In Spanje. De vrijheid in Spanje
is heel wat grooter, dan o.a. in
Duitechland.
„Op meetings zijn andere dingetn
verteid; men wist er weinig van,
en wat wij wenschen gjelooven wij
gaarne. Nu is een kleine afreke
ning' nocdig en het erkennen van
het feit, dat velen ziich geweldig
geblameerd hebben. Hierna silen-
tium maar „voor de laatste
maal Ferrer" was even noodig.,,
Inderdaad is zulk een herroeping
noodig:.
Alleen is jammer, dat het een
„herroeping1" moet zijn, want de pers
die nïi aan het herroepen moet
gaat, kon beter zijn ingelicht!
Intusschen z;al het ons benieuwen
of deze hóógnoodige herro ping ook
door de andere bladen dia zoo fel
tegen Spanje en het Katholicisme
hebben gewoed,, Zal worden gêda au.
En niet alleen de „groote" bladen,
ook de kleine keffertjes, die mede
van „garech elijken moord'.' etcetera
hebben geblaft, dienen „voor deze
laatste maal" de wiaarheid eindelijk
eens te melden
tegen den koning.
Het begint er in Griekenland Yoor
de Koninklijke familie hoe langer hoe
slechter uit te zien.
Een groot deel van de jongere of
ficieren van de landmacht verlangt
kort en bondig de verwijdering van
het geheele regeeringshuis en de be
volking van Athene stemt met dit
verlangen in.
Men is bang voor groote anti-dy-
naatieche betoogingen.
Het Koninklijke paar vertoeft nog
altijd in Tatoi, in de buurt van de
ontspanningsplaats Kephissia. De weg
van Kepbistia ia door troepen bezet.
Ook het Koninklijke Paleia te Athene,
en alle pleinen en kruiepunteu van
de atad.
Onder de gelederen van de officieren
van de landmacht zijn de verschillen
van meening even groot als onder de
zee officieren, zoodat de land- en zee
macht in verschillende groepen ge
splitst is, wat de regeering, die rade
loos daartU88chen gaat, belet, kracht
dadig op te treden. In de provincies
worden de troepen in de kazernen
gereed gehouden.
TURKIJE EN DE KR ETA-KWESTIE.
Een cfficieele nota van Turkije is
aan de mogendheden gezonden be
treffsnde Kreta.
De Dot* bevestigt, dat Turkije aan
dringt op een oplossing van de Kreta-
kwestie. Zij geett toe, dat de wenscb
der protecteerende mogendheden, om
de kweBtie thans te laten rusten,
eenigszins gerechtvaardigd wordt door
de gebeurtenissen in Griekenland Maar
de Porte wijst er op, dat zij ook re
kening moet houden met de openbare
meening in Turkije, en dat zij zooveel
te sterker naar t-en regeling van de
Kreta-kweetie verlangt, wijl de Turk-
sche Kamer op 14 November bijeen
komt en zich ongetwijfeld met Kreta
zal bezig houden.
Derhalve dringt de Porte er op aan,
dat men een datum zal vaststellen,
waarop zij haar onderhandelingen roet
de protecteerende mogendheden be-
treffmde Kreta beginnen kan.
Nadrukkelijk geeft zij voorts te
kennen, dat zij hoogstens aan Kreta
een autonomie, zooals die bestond vóór
de landing der nationale troepen der
protectie-mogendheden, kan toestaan,
en dat elke andero stap om het eiland
uit het Turksche stiatsverband los te
maken, energiek verzet bij de Porte
zal ontmoeten.
Ferrer-waanzinniglieden en de gevolgen,
daarvan.
In Isola dei Lirl had de socialisti
sche gem een tofa ad, na het doodschieten
van Ferrer, besloten, atte kruisen op
gemeentegrond te üoen vernielen. Dat
besluit werd uitgevoerd. Eemige dagen
geloden echter hielden de Passionisten
predikingen, waarin zij aanspoorden tot
wederoprichting der kruisen. Toen de
burgemeester zich verzette, bestormde
de menigte, meest vrouwen, het raad
huis, sloeg daarbinnen alles kort en
klein en dreef don burgemeester op de
vlucht. De onderprefect uit het nabu
rige Sora kwam en zette den burge
meester af. Nu verscheen dezen aan het
hoofd van 150 partijgenooten en tracht
te het Raadhuis te heroveren. Dat leid
de tot een hevige woordenwisseling met
de politie en eindigde ea* mee dat de
burgemeester in hechtenis genomen
werd!
Roosevilt verongelukt!
Telegrammen uit Afrika en geruchten
te Rome, hebben gemeld dat aan Roo
sevelt in Afrika een noodlottig ongeluk
overkomen was. Maar aan het ministe
rie van koloniën te Londen, waar men
van zulk een gebeurtenis toch wel niet
onkundig zou gebleven zijn, bleek men,
bij navraag, van niets te weten. In
goedingelichte Amerikaansche kringen
twijfelde men ook sterk aan da juist
heid van het geruchL Intusschen zit
men te Mombasa in Afrika zonder
nieuws van Roosevelt uit hel binnen
land. Sommigen zijn er niet gerust op!
Bommenmakers te Parijs.
Twee Russen bewoonden samen een
zeer schamel kamertje in de rue Lyon-
.naise te Parijs, dat zij bij uitzonde
ring verlieten. Veertien dagen geleden,
werden de andere bewoners van dit
huis opgeschrikt door een vrij hevige
ontploffing. Geheel onthutst begaf de
concierge zich naar de kamer der bei
de Russen, waar nog een dikke en
scherpe rook hing. >,Wat is hier ge
beurd?" vroeg hij. „Niets bijzon
ders," was het antwoord, „wij hebben
met een revolver naar den zolder ge
schoten." Woensdag een tweede ont
ploffing. Maar toen werd de concierge
zelfs na herhaaldelijk kloppen niet toe
gelaten, zoodat de politie met het ge
beurde in kennis werd gesteld. Deze
nam nu eerst Bexlinoff in hechtenis,
terwijl hij rustig op de kamer zat te
lezen en legde een uur later de hand
ook op Martinof, toen deze, zonder iets
kwaads te vermoeden, zijn woning wil
de binnentreden. Bij de later ingestel
de huiszoeking werden flesschen ge
vonden met salpeterzuur, glycerine, ver
schillende poeders, enz.
Anarchisten van de daad dus alweer!
Ilard noodig!
De Katholiekenvereeniging te Bazet,
heeft op voorstel van dr. Niediorhau-
ser, besloten de Zwitsersche Katholie
kenvereeniging uit te noodigen, zich zoo
spoedig mogelijk in verbinding te stellen
met gelijk gezinde vereenigingen in het
buitenland, om een internationaal tele-
graafagentsehap, onafhankelijk van re
geeringen en vrijmetselaars, op te rich
ten.
Dat zoo iets hard noodig is, weet
elk Katholiek journalist! Fn de jong
ste gebeurtenissen in Spanje hebben het
ten overvloede nog eens bewezen!
't Jongste Duitsclie prinsje gedoopt.
Zaterdagavond werd de derde zoon
van den kroonprins in tegenwoordig
heid van den keizer en de keizerin
en verschillende gasten gedoopt. Het
prinsje kreeg de namen: Hubertus Carl
Wilhelm.
Vreeselijke misdaad.
Op het ©ogenblik wordt voor Ha recht
bank te Lissabon een geruchtmakende
misdaad behandeld. Het betreft een
brand in de Magdalenastraat, voor onge
veer anderhalf jaar, waarbij veertien
menschen omkwamen. Drie Spanjaar
den, onder wie een rijk koopman, wor
den beschuldigd, bij nacht een huis van
vijf verdiepingen in brand gestoken te
hebben, ten einde do verzekeringspen-
ningen, ten bedrage van 80.000 francs,
te krijgen voor koopwaren, die zij üen
dag te voren uit het huis hadden ge
haald. Een van hen heeft bekend, maar
een tweede, Edgard Revard, beweert,
dat hij door een rijken landgenoot, Le-
andro Gonzalez, aan wien hij geldschul
dig was, tot de misdaad is aangespoord.
Men denkt, dat de behandeling dezer
zaak tien dagen zal duren.
Prinses Juliana.
H. M. de Koningin vertoeft dagelijks
met Prinses Juliana in het Koninklijk
Park op mooie beschutte plekjes, en
voor het vervoer daarheen wordt
meermalen gebruik gemaakt van de
onlangs beschreven gesloten kinder
wagen.
Naar het „N. v. d. D." verneemt
ruet de Prinses des nachts in haar
eigen kamer, met de verpleegster,
terwijl haar hofdame in haar kamer
in de nabijheid slaapt.
Des morgens 8 uur, zeer geregeld,
wordt de Prinses naar de Koningin
gebracht: een der verpleegsters gaat
vooruit, en de andere draagt de Prinses
op een kussen, terwijl de hofdame
volgt.
De Juliana-Portretten.
„De Standaard" is er over ontstemd
dat de hofphotograaf Qny de Coral
haar het portret van prins-s JuliaDa
niet heeft laten zien en wel aan eenige
vrijzinnige bladen. Het blad vindt,
dat een Haagsch photograat, de ver
houding in de Kamer kennend, weten
moest, dat niet alleen de vrijzinnigen,
maar heel het volk en dus ook de
aDdere bladen belangstellen in de
portretten van de prinses.
Volkomen waar!
De Prins te Amsterdam.
Z. K. H. Prins Hendrik kwam Za
terdagochtend om 9 uur 50 uit Den
Haag te Amsterdam aan het Centraal
station aan.
De Prins was in politiek en verge
zeld van den luitenant ter-zee Bijl de
Vroe. Na een korte begroeting werd
met het rijtuig van dr. Tilanus naar
het koninklijk paleis gereden, waar
Z. K. H. de vergadering zou presi-
deeren van de vereeniging Het Oranje-
kruis.
De hoofdwacht stond voor het paleis
aangetreden, waardoor honderden
nieuwsgierigen zich voor den Dam
verdrongen.
Om halfelf 's ochtends begon de be
stuursvergadering in het paleis.
De vergadering van het voorloopig
bestunr van den Nationalen Bond voor
Reddingwezen en eerste hulp bij on
gelukken Het Oranjekruis, welke door
den Prins der Nederlanden als voor
zitter van genoemd bestuur persoonlijk
geleid werd, werd bijgewoond door
alle ledende heeren H. E. baron van
Asbeck, jhr. mr. L. H. J. F. van Be
vervoorden tot Oldemeule (penning
meester), jhr. mr. E. A. O. de Casem-
broot, dr. P. R Mees, dr. C. J. Mijn-
liefif (secretaris), jhr. mr. C. Rüys de
Beerenbrouck, C. W. B. Soholten Jr.,
dr. G. J. Teljer, mr. H. J. C. van
Tienen en dr. C. B. Tilanus (onder
voorzitter). Deze heeren waren ook
door Z. K. H. aan een dejeuner ten
Paleize genoodigd. Na het dejeuner
werd de vergadering voortgezet.
De vergadering had hoofdzakelijk
ten doel de vaststelling van concept
statuten, waarvan de behandeling ten
einde werd gebracht.
Zaterdagmiddag om 4 nar 45 ver
trok Prins Hendrik naar Het Loo.
Burgemeester Van Leeuwen.
Naar de „Telegraaf" uit de baste
bron zegt te vernemen, moet burge
meester van Leeuwen onder geen en
kele omstandigheid bereid wezen op
zijn ontslag aanvrage terug te komen.
Mr. van Leeuwen moet er evenmin
aan denken Amsterdam metterwoon
te verlaten.
Het tariefontwerp.
De „Avp zegt, dat het oordeel van
den Raad van State over het wets
ontwerp tot wijziging van hel tarief
(de 30 opcenten) zeer ongunstig is.
Bakkerij tentoonstelling
te Hertogenbosoh.
Gisteren (Zondag) vergaderden de
leden tan het uitvoerend comité der
in de maand Augustus j.l. te 'a
Hertogenbosch gehouden internationa
le bakkerij tentoonstelling in de so
ciëteit „Casino" aldaar, ter uitreiking
van de op die tentoonstelling aan de
inzenders toegekende medailles, eere
diploma's en diploma's, ruim honderd
in getal, welke bijeenkomt werd voot
gezeten door den heer E. G. Verkade,
uit Zaandam, eere voorzitter van de
jury voor de tentoonstelling, en werd
nijgewond door jhr. Van der Does da
Willebois, eere-voorzitter van meer
genoemde tentoonstelling, burgemets-
ter van Den Bosch. Bij deze gelegenheid
voerden achtereenvolgens het woord
de heeren: H. Knijpers, voorzitter van
het comité, Verkade, jhr. v. d. Does
de Willebois en Herman van Banning.
Bij monde van jhr. v. d. Does de
Willebois werd den heer Verkade,
namens het comité een gouden heriu-
neringsmedaille aangeboden, terwijl
i9)
Grenier begreep dat hij te ver ge
gaan was, en maakte een einde aan
hot gesprek.
Maar terwijl hij nu achterover
leunde in het rijtuig zonder aan het
gesprok, dat de andere heeren voer
den, deel te nu mep, dacht hij er meer
dan ooit aan hoe hij die tjonge vrouw
kon doen veroordeelen om daaruit
vloerdeel te trekken voor zijn eigeh
bevordering'.
Aan de mogelijkheid dat Made
leine onschuldig kon zijn, dacht hij
■iet eens meer.
Op de begraafplaats stonden de
werklieden, die een binnenweg ge
gaan waren, reeds te wachten. De
vreemdelingen behoefden niet te vra-
gten, waar markies de Cypières be
graven lag. Het prachtige monument
het eenige op geheel het kerkhof
viel hup bij het betreden der be
graafplaats terstond in het oog.
Hoewel vlug en handig, waren de
metselaars, door André Bascou ge-
stonden, toch niet vlug genoeg naar
het oordeel van den heer Grenier,
|j.e ongeduldig heen e(n weer stapte*,
Eindelijk was met behulp van eenige
doodgravers, de zware lijkkist uit
den grafkelder gehaald en o'nder een
afdak neergezet, en begon de ger
neesheer zijn luguber werk. André
Basoou constateerde, dat de kist on
geschonden was, en daarna wachtten
de drie mannen twee- volle uren, ge
dijende welke dokter Laborde al
zijn kunst besteedde aan *het nauw
keurig' onderzoek naar de waarheid
der beweerde vergiftiging.
Eindelijk vroeg' hij op kalmen
toon
„Staat het rijtuig er nog?"
„Ja", antwoordde rechter Grenier,
de m-eest ongeduldige van alleia,
„maar waarvoor hebt gij dat noo
dig?"
„Er zijn eenige flesschen in, die
ik noodig heb. jWlilt u even Jast ge
ven deze liier te laten brengen
De rechter werd bleek van opge
wondenheid. „Het schijnt dan toch
Zoo te wezen", mompelde hij1 „Ge
lukkig Die procureur met zijn groo
te woorden had mij al haast bang
gemaakt, dat alles met een sisser
aflocpen zou."
Eenige oogenblikken later kwam
Greinier terug met een doodgraver,
die het verlangde droeg, en dokter
Laborde borg: in de flesschen ver
schillende organen, die hij nog nauw
keuriger onderzoeken moest
j „Er heeft dus inderdaad vergiifti-
ging plaats gehad., nietwaar," vroeg
:de rechter van instructie eensklaps
„Daar kan ik u zoo ineens niet
op antwoorden," sprak Laborde ern
stig en langzaam, „maar ik geloof
zonder onvoorzichtigheid te kunnen
bevestigen, dat er inderdaad Zware
vermoedens zijn
„Hoeveel tijd hebt u noodig voor
uw: rapport?"
„Minstens twee of drie dagen.."
„En wanneer in dien tijd delschul
digen iets vernemen van de lijkschou
wing' en de vlucht nemen
De geneesheer fronste do wenk
brauwen en sprak„Dat is uw 'zaak
en niet de mijne, Waarde heer."
De rechter van instructie wendde
zich nu tot de Vidal en Voegde hem
eenig'e woorden toe. Eerst scheen de
procureur heftig te protesteeren,
maar langzamerhand kwam op zijn
gelaat weer de vervelende onver
schilligheid, die er de gewone uit
drukking: van was, eh hij sprak
schouderophalend
„Ge moet het ten slotte Zelf "weten.
Maar mij lijkt het veel verstandiger
het verhoor tot een anderen dag' uit
te stellen."
„Waarom toch
„Omdat gij dan allicht kalmer en
meer u zelf meester zult zijn, zooals
dat toch een rechter van instructie
op de eerste plaats past."
De heer Grenier wierp deu procu
reur een boozen blik toe en isprak
„Wat moet ik uit uw woorden op
maken Wlüt gij mij soms bèleedi-
gen
„Volstrekt niet. Ik bedoel niets an
ders dan u een eenvoud igen raad te
geven.
„Dank u zeer," sprak Grenier iro
nisch. „Ik weet wat mij te doen staat
en bovendien heb ik mijn bevelen,"
„Welnu, voer die dan uit," besloot
de Vidal het gesprek. t
Dokter Laborde had even rustig
en bedaard alsof hij in zijn parti
culier werkvertrek zat, zijn instru
ment schoongemaakt ein weggebor
gen. Daarna vroeg hij „Gaan we
naar St. Justin terug1?"
„Neen", antwoordde de rechter vah
instructie,,ik hecht er aan mevrouw
de Cypières te sprek n vóór iemand
haar heeft kunnen berichten wat
hier heeft plaats gehad.. Geluk
kig1 Ls mijn griffier juist aangeko
men en behoeft het verhoor dus (niet
zonder hem te beginnen."
„Ik za.1 dan afscheid van u -moe
ten nemen", antwoordde de genees
heer, „want ik ben volstrekt |niet
voornemens u naar Boche-Morte te
vergezellen."
Het gelaat van den procureur Zot
duidelijk, hoe gaarne hij het voor
beeld van dr. Laborde had willen
volgen. André Bascou had Ln-
tusschen liet lijk weer in de kist doe|n
leggen en alles was spoed ;g weeriiö
zijn vroegeren toestand gebracht,
j „Bascou, wat ziet ge bleek", riep
de procureur eensklaps uit, „zijt ge
ongesteld
Pe jong© man vcatnkcldo op fc!$n
beenen. „Als het niets anders was",
mompelde liij in de diepste verslar
genheid.
„Maar wat is er dan
„Wiilt u het volstrekt weten
„Ja."
„Welnu, degene die daar zijia laat-
sten slaap slaapt, is de weldoener
der ganseffi' streek geweest en ook
de mijne. En de gedachte, dat pen
onherstelbare ramp wellicht zlijn na
gelaten betrekkingen gaat Heffen,
schokt mij diep."
Deze woorden troffen den heer de
Vidal tot in het diepst zijner ziel,
terwijl zie daarentegen op den heer
Grenier een alleronaangenaamsten
indruk maakten.
„Kom", sprak hij; „dat zijn maar
dwaasheden. Iemand die zooveel last
heeft van overgevoeligheid had uw
beroep maar liever niet moeten kie
zen, mijnheer."
Baseiou h erstelde zich. „Heb ik een
ocgenblik geaarzeld uwe bevelen te
vo.b.engen, meneer''-, vroeg bij. „En
kunt u mij bewijzen dat ik in de
drie jaren, die ik mijn ambt bekleed,
ock maar éénmaal mijn plicht niet
gedaan heb
Grenier haalde de schouders op;
wat zijn gewone manier van ajit-
woorden w'as, als hij in verlegen
heid geraakte. Hij1 wendde zich naar
het rijtuig, terwijl hij binnensmonds,
maar luid genoeg om door de anderen
j verstaan te worden, antwoordde: „Ik"
zal op a letten, jongmensch."
Alle formaliteiten waren vervuld,
de vier heeren stegen weer in het
rijtuig en reden naar Boche-Morte,
waar de onschuldigste vrouw van
Frankrijk een beschuldiging wacht
te, Zoo afschuwelijk als maar zeilen
tegen een echtgenoot© en moeder is
ingebracht.,
yk Het martelaarschap
eener moeder.
Onder de somberste voorguvodens
begaf Madeleine Ziöh naar hit kas
teel om haar bezoekers te woord, te
staan.
In den tuin ontmoette zaj een,
dienstbode, die de kleine Leonie in
haar armen droeg. Met zenuwach
tige haast nam zij het kini over
en kuste het onstuijjug. Daarna gaf
zij het aan de kindermeid terug', maar
het was alsof zlij niet van hot kind
kon scheiden, en zij fluisterde: „Zorg
vooral goed voor de kleine, hoor!"
Haar stem werd door tranen verstikt
en de uitdrukking van haar gelaat
verried Zulk een angst en wanhoop,
dat de dienstbode verschrikt vroeg
„Maar mevrouw, wat scheelt u! Is
er iets gebeurd?"
Madeleine antwoordde niet, doch
trad het kasteel binnen. In den groo-
ten salon vond Zij haar bezoek"rs.
W«rii vervolgd