Moeder en Martelares
Gezonde Gemeentepolitiek.... en
nog iets.
Gemengd Nieuws.
Gemengde Buitenlandsche berichten
In het „Gereformeerd Eredikbèur-
tenblad", dat w'e ©enigszins kunnen
beschouwen als het orgaan van de
AntL-revolutionadre partij ten on
zent, komt deze week een beschou
wing ivoor onder de wekelijksche kro
niek „van rondom ep van verriet",
die met oog; op de raadsverkiezing
van a:s. Vrijdag1 Wel in ruimer kring
dan dien van genoemd blad bekend
heid verdient.
De schrijver bespreekt daarin al
lereerst het bericht der ontslagname
van Mr. van Leeuwen als burgemees
ter van Amsterdam, en zooals een
ieder wijt de schrijver dat aan die
omstandigheden, die langzamerhand
in den Amsterdamschen Raad zijn
gekomen en die de beste mannen
uit het gemeentebestuur nop nh en
te gaan.
Als middel daartegen wijst de
schrijver dan 'óók op' de nooidzakelijk-
heid, dat we van on.s kiesrecht ge
bruik maken
En met het oog' op de a.s. raads
verkiezing gaat de schrijver dan
voort
„"Waar een verkiezing voor onzen
Raad zéér aanstaande is, en! er naar
we ernstig1 vree zen, voor deze zaak
niet die aandacht e:n ernst onder
cnze mannen is, die zie werkelijk
verdient, meenen 'we qp ©epi'g'© dezejr
omstandigheden even 'ie aap|daic!h|t te
moeten vestigen.
Wlat met name in Amsterdam de
taak van het Gemeentebestuur en
van den Burgemeester en de Wethou
ders vooral, zoo verbazend moeielijk,
en voortdurend nóg1 moeieilijker
maakt, zijn Under vele andere, voor
al deze beide:
lo. het steeds uitbreiden .van lie
taak ider Gemeenten; en ook al in
verhand daarmede,
2oi. fde verhouding van idle gemeen
teambtenaren en wéirkliiedep tot de
Gemeentekas (salaris en loonsverhoo-
gingen) en tot de samepstellirg' van
den Riaad, hu nfoptreden en invloed
hij Gemeenteraadsverkiezingen.
De Rijkswetten leggen aan de Ge
meentebesturen voortdurend meer dn
ernstiger verplichtingen op.
Zelf dragen de gemeentebesturen,
door het zelf exploiteeren en uitbrei
den van bedrijven, vroegen door par
ticuliere maatschappijen ondernomen
en voortgezet, tot de uitbreiding van
hun taak zeer veel hij.
jMaar óók en niet het minst
Door het Opdrijven van kosten voor
Armenzorg' en Onderwijs vooral ko
men de gemeente financiën hoe lan-
gier hoe meer in het gedrang.
Wat, op z.cih zelf genomen, mis
schien wenschelijk zou zijn, staat het
uitvoeren van wat allicht méér
noodzakelijk zou 'zijn dikwijls in de;n
'Nemen we h.v. de steeds toene
mende uitgaven tonder het Hoofdstuk
„Onderwijs".
Dat men, met name voor het olks-
enderwijs, maar ook en niet min
der ten behoeve van het qnderwijis
dat de middenstand noodig'qheeft,
cm nu en in de toekomst zijn po
sitie te kunnen handhaven, dat
men daarvoor niet schriel en karig
is ma-ar (zij het dan ook met over
leg; en betrachtende de zuinigheid)
de gelden toestaat, die daarvoor wer
kelijk noodig' zijn, zal bij' weinigen
bezwaar ontmoeten.
Anders wordt het echter, wanneer
men met het onderwij's zaken gaat
in verhand brengeP, die daarmede
slechts in verwijderd, of zelfs 'in
gansch geen verhand sta-ap.
Schoolvoeding', schoolkleeding
schoolbaden, schoolreizen, school
artsen
Eischen, waardoor eenerzijds de
gémeentefinanciëp véél meer idan tem
cpzichte van andere gemeente belan
gen behoorlijk is, worden aangespro
ken
IMaar óók en vóópal, waardoor
hce langer hoe meer het „onderwij;©",
de school, wordt: overbelast en lie
gezinstaak miskend, de, gezins
landen losgemaakt en verzaakt.
Niet dat wij Anti-revoiutionaireU,
gieen hart, voor de kinderen opzes
volks zouden hebbendat we niets
«zenden voelen voor het behoorlijk
voeden en kleeden, voor ontspanning
zelfs van de jeugd, voor het lichame
lijk welzijn van het opkomend ge
slacht.
Maar wel daartegen glaat Ons be
zwaar, dat men in en 'door de school
wil late|n dóen wat uitsluitend in
en door het gezin behoort te ge
schieden.
Ep piet het minst die averecht-
sdhe opvatting- van lie taak der
school, en daardoor der gemeente,
draagt er toe bij, idat het bestuur der
gemeente steeds omvangrijker en het
beheer der financiën steeds moeilij
ker {wondt.
Ijn Uauwi Verhand met wat we hier
boven schreven' over de uitbreiding
van de bemoeiingen der Gemeenten
staat het tweede pupt waarop wie de
aandacht wilden vestigende ver
houding' van gemeente-ambtenaren
en werklieden tot de Gemeentekas
en hun invloed op de samenstelling
van de Gemeenteraden.
Het grooter worden van hun aan
tal immers het directe gevolg: van
de uitbreiding' van de taak der ge
meenten in "betrekking1 tot R ijks-wetr
gevipg, gemeentebedrijven enz.
zoowel als het strevep naar hooger
salarissen en loopep, en naap ver
betering' Van positie in menig an,iep
opzicht, |ioe;n op die w'ijls een dub
belen invloed opi de gemeentefinan-
Cjiën geiden-
Maar jvooiral ide wijze, waarop hier
en daar ambtenaren ein werklieden
(niet het minst de openbare onder
wijzers) optreden, om invloed te oefe
nen op ide samenstelling1 van ds
Gemeenteraiien (omldat- ze daarbij'
zelf groot persoonlijk direct belang
hebbenmoet wel, een ongunstigen
invloed op' den gang van zaken oefe
nen.
Epsdeels (en we denken daarbij
terstopd aan de actie van onderwij
zers en gemeen te-werklieden te Am
sterdam tegen de herkiezing van
W e the,u ier de Vriesdoor de val-
sche piopities, waardoor zij zelf tot
hup {hoogste chefs, en ideze op
hun beurt tegenover hen komen,
Alniderdeels door idat in de Gemeen
teraden, ofnder dien machtigen in
vloed vajn Idat deel, Idier kiezers; meer
tijd en 'aandacht dap redelijkerwijze,
ip verhouding tot apidere gemeente
belangen, billijk ep gewenscht te achl-
tep is, la'an werklieden en ambta-
naai'sbelangem wordt geschoinken.
Genoeg; Idunkt ons, om aan te too-
nen het hoogste belang van elke ge
meenteraadsverkiezing1-
Oók Idus van die, welke in Haar
lem aanstaapde is.
Mannen zijp noodig', die, hoewel
eeln óipeh 'oog' hebbepidei dn, ©en warm
hart voor de belangen valn ambtepa
ren en weir'klieidep, Van' onderwijs en
gemeentebedrijf, 'toch, aan de an
dere zijde het oog' voortdurend geves
tigd {houden op de bclangeu der Ge
meente, idie toch bovenal aan, hun
zorg1 zijn toevertrouwd)
Door al hun invloed daartoe a:ap
te wenden mogen de Christelijke
piartij-en 'in ops goede Haarlem er in
slagen, in Mr. Monnik een man in
den H,aaid te brengép, die e:r het
element zal. versterken, dat waakt
tegen te sterke uitbrei ling van Ge-
meentezorg.
Immers ook hier, niet minder dap
elders, direigep de gevaren ten op
zichte van de huishouding der ge-
meepte, waarvan wij er hier enkele
aanwezen."
Het Paleis der Pausen te Avignon.
Een der belangrijke historische res
tauraties is wel die van het beroemde
paleis der Pausen, te Avignon, dat ge
durende de regaeringen van zes Pau
sen om zoo- te zeggen het Eransehe
Vatiicaan was.
Het paleis is eane uitgestrekte bij
eengroep eering van verschillende ge
bouwen, die onderling zeer schoon har-
mionieeren en een prachtig en indruk
wekkend monument vormen van mid
del eeuwsche bouwkunde. Het wonder
lijkst is, dat zulk een in vele opzichten
kostbaar meesterwerk gedurende bijna
een geheele eeuw totaal verwaarloosd
is geworden, en wat nog erger is, ge
bruikt werd voor kazerne.
De militairen werden voor het eerst
gehuisvest in de reusachtige gebouwen
in het jaar 1815. De ruime en hooge
zalen werden verdeeld in drie verdie
pingen, waartoe groote gaten wei-den
gehakt in de muren om er de binten
in aan te brengen. Een aantal kunst
werken van hooge waarde weiden hier
door aanmerkelijk beschadigd of geheel
vernield. En om het werk der ver
woesting zoo volledig mogelijk te
maken, werden de muren met een laag
witkalk bedekt, die meer dan negentig
jaren lang geregeld vernieuwd werd,
zoodait de muurschilderingen van vóór
zes eeuwen onder do witkalk verdwe
nen en ten laatste zelfs geheel ver
geten werden.
Op zekeren dag wilde het toeval, dat
de burgemeester van Avignon met zijn
wandelstok een weinig van de balk
laag' afstootte en nu geraakte hij in
groote verbazing op het gezicht van de
heerlijke kleuren die onder de kalk
te voorschijn kwamen. Op zijn verzoek
werd vervolgens een grooter gedeelte
van den muur van zijn balklaag ont
daan en werden, er twee heerlijke
fresco's aan het licht gebracht. Hij
vestigde de aandacht van het Ministerie
van Oorlog en van andere autoriteiten
te Parijs op de zaak en wist ook 'ver
schillende vereenigingen voor het be
houd van oude paleizen en historische
monumenten voor zijn plannen te inte-
resseeren met bet gevolg, dat liet
Paleis der Pausen spoedig daarop dooi
de militairen, ontruimd werd en met
het werk der restauratie, waaraan men
nu ongeveer twee jaren gearbeid heeft,
een aanvang werd gemaakt.
De verdiepingen met haar bevloerin
gen werden zorgvuldig verwijderd, de
vensters, die toe,gemetseld waren, wer
den geopend en sommige gewelven,
gangen en deuren, die eveneens met met
s el werk aangevuld waren, weder vrij
gemaakt.
En zoo werden nu kunstminnaars
bijna dagelijks verrast door de ontdek
king van nieuwe architecturale schoon
heden, die tot nu toe in hot oude pa
leis verborgen waren gebleven. De
audiëntiezaal, de kapel en de portiek
van, Clemens VI zijn reeds, geheel ge
restaureerd. In een der zalen, bekend
als de eetzaal van Paus Clemens VI,
heeft men de kalk met die meeste zorg
stukje voor is.tukje verwijderd en de
prachtige fresco's met voorstellingen
van landschappen en jachltooneclen ge
heel blootgelegd.
Wanneer eenmaal de restauratie ge
heel voltooid zal zijn, en dit tijdstip
is niet ver meer verwijderd zal
het oude Pauselijke Paleis te Avignon
een der schoonste en rijkste historische
monumenten zijn in het Zuiden van
Frankrijk.
BINNENLAND.
Men verzoekt ons opname van ihiet
volgende
Het is een paar jaar gieteden, dat
in Arnhem ee;n vergadering plaats
gehad van directeuren en prefecten
van bovengenoemd© veraepiging (iin
het diocees Utrecht.
Het doel wasom door samenwer
king' te verkrijgen, wat men alleen
niet vermocht; welk voorstel^ uit
ging" van het bestuur der R. K. M.
V. te Deventer. Overwogen werd
voornamelijk ihet nut dier samenwer
king'. Ontkent werd dit trouwens
in geenen deel©, ja zelfs Voelde men
er Veel 'voor, om een soort van Bond
opi te richten; vooploopige stappen
wenden gedaan', ten naar ik vermeen
het volgend 'jaar wederom vergaderd,
welke ;ik tot m ijn spij t niet kon Hij -
wonen.
D:it Weet 'ik zeker, dat h!et daarbij
gebleven is. LWiat daarvan de oor
zaak is Ik meen het haast te wjeten.
De oorzaak was mijns inziens, dat
men het financieel© vraagstuk op-
den voorgrond deed treden.
Hoe het ook zij, te betreuren valt
hét, dat uit deze kiem niets is voort
gekomen Want mijn© gedachten gin
gen verder en ik zag ook in
mijn verbeelding' in de andere
diocesen al soortgelijk© bonden op
gericht, welke op hun beur t wederom
kracht aan elkander zochten, ztoo-
dat een stevige organisatie op til
scheen.
Niettemin, zoo dacht ik verder,
waarom zou het noig! niet mogelijk
zijp, idat zulk een federatie tot stand
kwam
Motieven te over zijn er voor, en
wat meer zegt: gegronde motieven.
Het is hier de plaats niet om de
ze (motieven aan te wijzen, maar Idat
het noodzakelijk 'is alleen uit moreel
oogpunt, zal, geen enkel directeur
betwisten. Om slechts één voorbeeld
aan te halenIs het niet (noodzake
lijk, dat uniformiteit verkregen wor
de over het. giehedle land in
het stellen van eischen voor het Ver
krijgen van een diploma; zulten 'ze
dan niet in w'aarde st'ijig'eg.
Het is 'waar, men stelt in den regel
hoog© eischen, maar toch, e;r mocht
g'een verschil z;jn vooir ons lalnd in
'deze eischen. Zoo zijn er meer Voor
beelden, waarin men verschilt. De
éénheid 'moet ook hier niet versmaad
wioirden, want„in éénheid ligt
kracht."
De bedoeling dan ook van Uit
schrijven is niets anders dan. om
het jammerlijk afgebroken werk we
derom op 'te zetten, maar, op groo
ter© sthaal.
Het is namelijk wenschelijk voor
de samenwerking', voor de éénheid,
één Bond te stichten, één, bond Van
RL E. Mil. vereenigingen in Neder
land. Reeds lang' koesterde ik de
hoop-, en ik ben er van over
tuigd en meerderen met mij'deze
wenschen vervuld te zien.
Het is mij nog' onbekend opi welke
bezwaren wij zullen komen als
ze er zijn maar toch, nagegaan
de groote voordeelen aan deze stich
ting' .verbonden, neem ik hiermede
de vrijheid, den directeuren te ver
zoeken mij' mede te willen dealen,
welke hunne gevoelens hierover zijin
en tevens, of zij' genegen zijn een©
.eventueel© uit te schrijven vergade
ring' 1waar de belangen der Ri. K.
M{iï. vereenigingen nader kunnen
werden behandeld met hunne te
genwoordigheid zullen willen ver
eeren.
En ib'et beroep; dat ik op uW©
gewaardeerde welwillendheid doe
ik ben ervan overtuigd bet zal
niet tevergteefsch zijn, daar de be
langen Ider R,. K. M.ih vereenigingen
U ZeerEetrw. H.H. zeer ter harte
giaat.
't Zand te Amersfoort, 12 NloV. '09.
DE P'REEECT.
NL B'. RI.-K; dagbladen worden
dringend verzocht dit over te willen
nemen.
Naar aanleiding1 van het Stein-
«heil-proces lazen wij in) het „Frie-
sche Dagblad"
„De Steinheils zagen veel man-
schen.
De Vermoorde man was, n.l. schil
der en 'zijin Vrouw' zegt(Wlij moeisten
menschep zien, als wij, wilden' ver
knopen.
Schilderijen kopten (natuurlijk vjeel
g'eld.
Het is een liefhebberij' van ld©
rijken.
Miaar wie Pu in die rijke kringen
steun 'wil vindenkoopers, afnemers,
die meet met hen meedoen. Dat
schijnt een vaste Wet.
fVViie niet meedoet, wordt niet g'e-
telid'.
En zal 'nu wellicht een' enkele ge
nie er (toch' wel komen, ook zon 1 :(r
den steun der hoogtelre kringenlie
doorsnee-mensch moet (wel meedoen.
Zoo kwam het dan ook, dat mad.
Steinheil in haar salons, waar ze
bekend istond als een alleraardiglste
en allerinnemendste giastvrouw1, de
uitgaande groote wereld van Plarijs
ontving.
Die was dan „veprukt,"
Zoo als daar alles „:in orde" was
Zoo als mevrouw' wist .te, „ont
vangen
Maar nu moet ge haar hooren ver
tellen, hoe ze om zoo te zeggen zich
't bloed hit de nagels wierken moest,
oim dien staat te kunnen voeren
„Ik Imaakte 'zelf mijn japonnen, ik
maakte die van mijn dochter, ik
leerde ze haar zelf maken, ik maak
te mijn hoeden, ik maakte zelfs de
kleeren voor mijn man, e|n al het lijf
linnen van mijn man ein van mij...."
ik deed alles in huis, ik dead
zelfs de waseh, ik deed' alles ter
wereld om maar te bezuinigen. O;
die vrouwen uit de werelii, die me
benijdden als ik ze ontving, als ze,
eens geweten hadden -wat ik' alle
maal doen moest als ik een diner
gaf! Ze hadden er niet hiet minste
vermoeden van."
LM aai' zouden velen niet met me
vrouw Steinheil kunnep. klagien, om
dat ze hiet de tering1 naar de nering
zetten en grooter doen, dan z;e fei
telijk kunnen?
De wereld zou er wel mede gteb'aat
zijn, wanneer met grooter eenvoud
ook de wijsheid wederkeerde bij alle
mensehen, zélfs in dei arbeiders
klassen worden ep opgemerkt, die
leven boven 'hun stand.
Zij Wisten niet, zij, die allen tijd
hadden om 'zich voor haar spiegel
te kleeden, die er een coiffeur op
na hielden, ze wisteln Piet dat me
vrouw Steinheil in dien tijd voolr
haar keukenkachel stond en kookte.
„Tegen etenstijd had ik maar juist
tijd, om naar boven te vliegen; ik
kleedde mij in vijf minuten, deed
mijn guirlandes" aan, die klaar la-
gien, en ik kwam 'dadelijk weer paar
beneden om te maken dat Ide tafel
er mooi zou uitzien. Dei vrouwen
vrouwen Vermoedden 'niet; dat ik het
was, die 'zoo juist voor zie binnen
kwamen. ide kaarsen had aangestor
ken, en dat ik mij zooveel moeite
g'a,f omdat het moest, want alleen
als men ontvangt, kan (men geld ma
ken voor zijn schilderij en.
.„Schulden? Nooit heb ik er
glemaakt. Integendeel, ik heb zelfs
studies van mezelf verkocht mijn
heer 'Obiepljn, een groot industrieel
uit Riennes, zou hier kiuhnein ver
tellen idat'ik aquarellen g emaakt heb
die zijn aangtononielnik hiehl 'ze gle
maakt, op naam van mijln main, en
mi.jh man maakte er ook...."
Het is 'gemakkelijk te begrijpen,
dat zulk een leven van schijn en
onwaarheid diep ongelukkig moet
zijn en tot diep ongeluk leiden.
Slinlme kraaien. Uit de streken,
waar mossels gekweekt worden, vindt
men meermalen vermeld, dat, zoodra
het voedsel op veld en akker sterk ver
mindert, de kraaien gaarne gei)ruik ma
ken van de gelegenheid om bij ebbe
van de droogvallende mosselbanken een
enorm getal van deze schelpdieren, te
rooven; d,e kraai gaat er mede de
hoogte in en laat de mossel van groo
te hoogte neervallen op de steenen
langs de zeedijken of op de verharde
wegen; daardoor breekt de schelp en
is de zwarte dame in de gelegenheid
den inhoud te verorberen. Do mossel-
kwfeekers haten dan ook het zwarte en
bonte gespuis, want dat de roof niet
onbeduidend is, blijkt voldoende uit het
verbazende getal gebroken schelpen., dat
de wegen soms bedekt. Dat overigens
dit verschijnsel wel meer waargenomen
is, vonden wij vermeld in een natuur
kundig werk voor ruim een eeuw uil-
gegeven, waarin vermeld wordt, dat een
bonte kraai in de nabijheid van Zut-
phen den kop van een konijn vond en
daarbij bemerkte, dat onder den harden
schedel nog de weake hers.encn zalen.
Hpe deze te krijgen? De IJsel was
met een harde Ijskorst bevloerd; de
kraai nam den kop in den snavel,
vloog' in de hoogte en liet hem opj
het ijs neerploffen, om hem zoo schie
lijk na te snellen, dat ze bijna gelijk-
tijdig het ijs bereikte. De kop werd
nauwkeurig bekeken en nog niet ge
barsten zijnde, werd andermaal in de
hoogte gevlogen en dit werd tot twin
tig malen herhaald, tot ten slotte de
gedane moeite met succes werd be
kroond.
In een der Z.eeuwsche stroomen lag
op een zandplaat een groote steen, wel
ke eenmaal bij de belonning dienst
had gedaan; een schipper verwonderde
er zich over-, dat op die zandbank tel
kens zooveel kraaien zaten en er over
vlogen. Eenmaal daarop de aandacht
gevestigd, voer de schipper er heen
en wat was het geval? Hier op deze
eenzame bank was de steen het eenige
voorwerp, waarop mosselschelpên kon
den gebroken worden en dat van deze
gelegenheid gebruik werd gemaakt,
bleek niet alleen uit de aanwezige
kraaien, maar ook door de schelpen,
die er uitgestrooid lagen, 'of ze er ge
zaaid waren. Werkelijk slimmerds, die
kraaien!
Het bedje in brand! Het is ge
lukkig afgeloopen; weinig scheelde het
echter of te Edam was een kind ver
brand. In het gezin van J. M. had
moeder het bedje uit de krib bij de
kachel gedroogd en het ver-volgens
weer op zijn plaats gebracht. De
kleine werd te bed gelegd en de deu
ren der bedstede, waarin de krib stond,
zorgvuldig dicht gedaan opdat heit kind
rustig zou kunnen slapen. Niet lang
duurde het echter of men meende een
brandlucht waar te nemen. En wie be
schrijft de ontsteltenis der moeder
toen bleek, dat de brandlucht uit de
bedstede kwam. Het bedje, waarop het
kind sliep, was blijkbaar tengevolge van
het drogen bij de kachel in brand ge
raakt. Wonder boven wonder het
kind kwam er ongedeerd af. Met ©enig©
emmers water gelukte het voorts den
brand in het kribje te blusscben.
{Uit een geineentcraadsverslag.
„B. en W. komen tot de overtuiging,
dat liet overweging verdient, in afwij
king van wat eerst was voorgesteld,
met de gemeentevoorloopig in 'zee
te gaan, zonder tusschenpompstation en
urinewaterreservtoir".
Verder: „Wij willen nog even resu-
meeren wat de schaduw- en de lichtzij
den zijn .van een toren en een reinwa-
terkelder."
En: „Vele menschen zijn daar reeds
in het water geraakt, moet men dan
wachten tot het kalf verdronken is.
Wat is do mensch....? In „De
Courant" vonden we de volgende ei
genaardige opsomming van stoffen, die
in het menschelijke lichaam aanwezig
zijn.
Een ballon, opgeblazen met 't gas uit
'it mensch el ijk lichaam, heeft een hef
vermogen, van bijna 90 kilo's.
Als de hoeveelheid koolstof uit het
mensohelijk lichaam, gebruikt werd om
potlooden van te maken, zou men er
65 gros van kunnen vervaardigen.
Niet minder dan 35.6 liter water
vindt men in 's menschen lichaam
genoeg voor 't wekelijksch bad van.
een hond.
Als ge gezond zijt, hebt ge genoeg
5ijzer in uw lichaam om zeven flinke
nagels van te maken.
Een getvoon mensch heeft genoeg vet
in zijn lichaam om 61/2 kilo kaarsen
van te maken of zoo groot als deze.
Ons lichaam bevat genoeg suiker voor
59 flinke klontjes, zooals men wel in
thee pf koffie gebruikt.
Om in goede conditie te zijn heeft
men twintig theelepels zout noodig, ge
noeg om een halve mand aardappelen
mee te koken.
Herziening van het Gemeentelijk
Belastingstelsel. De commissie van
hoofdambtenaren, door de Nederland-
sehe Vereeniging van Gemeentebelan
gen benoemd ter bestudeering van het
ontwerp van wet tot herziening van het
gemeentelijk belastingstelsel (wijziging
van eenige artikelen der gemeentewet
tot verruiming van het plaatselijk be
lastinggebied), waarin o.m. zitting had
de heer Th. Pels, gemeentesecretaris
te Breda, is met haar taak gereed ge-
FEU1LLETON.
26)
Den velgenden morgen, :na een da,g
en een naciht, vreesieilijker da,n ihij
ooit Rad doorgebracht, Was zijn be
sluit genomen. „Na mijn H. Mis zal 1
ik 'den aartsbisschop' ga-an bezoeken
sprak hij tot zich zelf, „en beun mijn
besluit meedeelen om voor altijd bet j
vaderland te verlaten. Want ik kan
wel 'mijn leven en dat mijns broeders 1
aan God ten offer brengen, maa r hier
blijven en tegenwoordig" zijn bij_Rai-
mcnd's veroordeeling'dat is te
veel."
Hij wierp nog een blik in het rond
door het kleine vertrek, waar hij
In zoo 'zoeten zfielevrede geleefd had,
en richtte zijh schreden naar de kerk.
Op den hoek van dei rue de M artig'nac
ontmoette hij den hertog' de Sallanes,
die met een zijner vrienden in ge
sprek was. Ze kenden den jongqln
priester béiden kenden ook zijn
eerbiedwaardig en {heilig loven.
„Arme jongen", fluisterde de heir-
ticg: „hoe vreeselijk moet hij lijden."
„En dat des te meer", sprak de
ander, „daar zijn broeder zeker on-
sdhuldig' is. Niemand twijfelt er
aan."
©ffelk een, balsem zou het voor hét
zoo diep gewonde hart van den jon-1
gen priester z>jn, als hij deze wooir- j
den gehoord had.
De vreeselijke iramp; die den be
minden priester getroffen had, was
reeds door de gieheele wijk bekend. I
Al zijn vrielnden, van de aanzienlijk-
sten tot de armstein, waren in de
kerk, om hem doojr hun tegieinwoor-
digheid hun achting' en genegenheid
te bewijzen.
Toen hij |na de H. Mis naar de
sacristie terugkeerde, sprak de pas
toor: „Beste Sintély, ik heb, j© gis
teren iniet willen laten storen, maar
het heeft niet stil gestaan van be
zoekers, die u bun deelneming wil
den kom ein betuigen."
Charles wilde zijn vaderlijken
vriend bedanken, maar1 kon bijna
geen w'oord uitb|re|ngien.
„Op het oioigenblik wacht er
iemand op u in den kleinen salon",
ging de pastoor voort, „ga maar
mee." Bijna werktuigelijk volgde
Charles; aan het vertrek gekomen,
waar de bezoeker zich bevond, duw
de de pastoor den jongen priester
zacht liaar binnen en trok zich daar
na 'bescheiden terug.
Toen Charles de Sintély binnen
trad, wendde de bezoeker zich plot
seling' om, het was de aartsbis
schop'.
„U, momseiglneur", riep Charlie©
met een door tranen onderbroken
stem, „u hebt dus nog aa|n mij, ge
dacht
„Maar mij'n zoon", klonk het har
telijk, „hoe zou dat anders kunnen!
Ik heb zelfs bijna aan niets anders
gedacht dan aaln uw ongeluk en uw
zware bepiroevingi
„Ik dank ïi, monseigneur", stamel
de Charles. „Als ik u hier niet o|nt-
moet had, zou ik mij' toch, binnen
weinige ooge|nblikken bij u hebben
laten aapdienem. Ik heb u een gunst
te vragen."
„Spreek, mijn zooin!"
„Monseigneur, u weet dat ik den
zWaren plicht zal vervullen dien
God mij oplegt. Maar Raimond nóg
eens te h.ooren smeeken, gelijk hij
gisteren gedaan heeft, zwijgend
en machteloos te moeten tegenwoor
dig' zijn bij zijp verhoor, misschien
bij zijn veroordeeling; dat kan 'ik
niet."
„En wat wilt gij da(n", vroeg de
aartsbisschop.
„Laat mij' .naaf de buitenlands,ch»
missiën g'aaln, monseigneur. Mis
schien zal God medelijdeU hebben
en mij daa.r vergetelheid sicihe'nken
of mij tot zich roepen."
De aartsbisschop schudde het
hoofd en sprak droevig): „Misschien
zult ge mij hard vinden, Sintély,
maar ik kan u dait iniet toestaan."
Charles sidderde,
„Maar monseigneur", splrak hij1,
„moet ik u dan zeggein dat er noig
een andere (reden is', waarom ik ver
trekken moet!"
En welke is die da(n
„{Wilt u dat men valn een priester
uit uw' dioicees zal zeggen, dat hij
een moordenaar, een giftmenger tot
broeder heeft?"
Een toegevende glimlach kwam op
het gelaat van den kerkvorst. „Dat
is mijn zaak, Sintély", sprak hij.
„bekommer u daarover niet. Ik zal
u een pllaats govern zóó hoog, ik zal
11 zoozeer aan mijlU pelrsoon verbinden
en zóó i|n mijn onmiddellijke nabij
heid doen arbeiden, dat iedereen zal
begrijpen, hde- wieilnig' ik aan die dwa
ze, afschuwelijke beschuldiging- ge
loof sla. De wereld meet inzien, dat
ik naar mijln vermogen de gruwelijke
engerechtigiheid tracht goed te ma
ken, die aan u en uwen broeder be
gaan wordt. Gij zult mijln particulier
secretaris en de vertrouwde vain mijn
geheimste gedachten worden giji zult
mijl troosten iln de zware beproevin
gen die ook mijd deel' zijn, mij: op
beuren als mijln krachten dreigen te
bézwijken. Ejn de wereld zal zeggen
„Ziet ge twel dat Raimond die Siintély
onschuldig' is!" Anders zou He aarts
bisschop toch zijn broeder niet 'zoo
eeren 1"
De jonge priester antwoordde niet.
Op nog' ernstiger toon ging de
aartsbisschop' voort„Bovendien
hebt gij' 'nog' ee|n andere zending1 te
vervullen, Siintély, ©en heilige e;n
eerbiedwaardige opdracht, Waartoe
alleen uw' hart e|n uwe kiescihheid
in Maat zijp, en waarvoor uw
moed niet mag! bezwijken.
„Wat bedoelt u, monseigneur",
vrceg' de priester, zijns ondanks te
rugschrikkend voor nieuwe beproe
vingen.
„Ge hebt zoo even gezegd dat ge
niet in staat zoudt zijn nog' eens de
smeekingep van uw broeder, zijn
wanhoopsklachten en angistgeschrei
aan te hooreln. En toch moot ge
dat. Wiant er is maalr één man, die
genoeg zielegrooiheid bézit om hem
in deze vreeselijke dagen te troosten,
en dat zijt gij."
„Ik zal het niet kunnen, monseig
neur", mompelde de ongelukkige, „ik
ben er niet to©' in staat."
„Zeker zult 'gij het kuunen. En tot
uwen broeder zult gij zeggen, dat
g'eheel nw nieuwe positie, heel uw
volgend leven er aan gewijd zullen
zijn om Ide bewijzen: van 'zijn onschuld
te zoeken. Ik' zal u daarbij: helpen.
Gods wegen zijn onnaspeurlijk, en
wie weet oif Hij; als g'ij rondgaat om
in (mijln naam aalmoezen uit te doe
len, de 'bedroiefdeln te vertroosten en
de zondaren te vermanen, u niet
de g'enade schep kt van de béwijzfen
votor uw' broeders onschuld te ont
dekken."
„Mtonseiglneur, ik zal blindelings
opvolgen, Wat Uw goedheid u ingeeft
mij oip te dragen, maar ik vrees
dat in de ontmoeting' ein het gesprek
met mijn broedeir mijn moed bezwij
ken zal."
„Dat is verkeerd. Mlaar alls g|e
Voortcaat met uw' plicht tc doen
zult ge wel weer meester van n zei
ven worden. Ge hebt gezegd mij blin
delings te zullen gehoorzamen,
ik houd u aan uw' woord. Ga met
mij mee, nog vapdaag aanvaardt g©
uw betrekking' van particulier secre
taris. En noig dezen avond zal ik
eenige machtige vrienden bezoeken,
die ik misschien ten gunste van uw
broeder kan doep bandelen. Houd
moed en blijf hopen."
VIII. Het gestolen kipd.
Toen J e an niette het rijtuig had zien
wegrijden, dat Madeleipe naar de ge-
vangepis Voerde, kreeg zijl een aanval
va.11 woede ein wanhoop, onbeschrijfe
lijk in zijp hevigheid. Zij balde de
vuisten tegiep de agenten, die haar
beletten het rijtuig: achterna te snel
len, worstelde om zich aan hun greep
te ontrukken en verweet hen onder
tranen en snikken, dat zij wreedaar
dig' handelden tegen een paar on
schuldige vrouwen.
„Juffrouw", sprak plotseling' een
der g'endapmein, „mag ik u een goe
den raad ge vein
Jeaninette kwam door den vriende
lijken toop. waarop deze woorden
gesproken waren, plotseling tot be
daren.
„{Wat wilt ge zeggen";, vroeg ze.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Aan de Zeer Eerw. Directeuren der
R K. Mi! Vwreenigingen in Nederland.
„Stand ophouden".