Moeder en Martelares Gezonde Gemeentepolitiek.... en nog iets. Gemengd Nieuws. Gemengde Buitenlandsche berichten In het „Gereformeerd Eredikbèur- tenblad", dat w'e ©enigszins kunnen beschouwen als het orgaan van de AntL-revolutionadre partij ten on zent, komt deze week een beschou wing ivoor onder de wekelijksche kro niek „van rondom ep van verriet", die met oog; op de raadsverkiezing van a:s. Vrijdag1 Wel in ruimer kring dan dien van genoemd blad bekend heid verdient. De schrijver bespreekt daarin al lereerst het bericht der ontslagname van Mr. van Leeuwen als burgemees ter van Amsterdam, en zooals een ieder wijt de schrijver dat aan die omstandigheden, die langzamerhand in den Amsterdamschen Raad zijn gekomen en die de beste mannen uit het gemeentebestuur nop nh en te gaan. Als middel daartegen wijst de schrijver dan 'óók op' de nooidzakelijk- heid, dat we van on.s kiesrecht ge bruik maken En met het oog' op de a.s. raads verkiezing gaat de schrijver dan voort „"Waar een verkiezing voor onzen Raad zéér aanstaande is, en! er naar we ernstig1 vree zen, voor deze zaak niet die aandacht e:n ernst onder cnze mannen is, die zie werkelijk verdient, meenen 'we qp ©epi'g'© dezejr omstandigheden even 'ie aap|daic!h|t te moeten vestigen. Wlat met name in Amsterdam de taak van het Gemeentebestuur en van den Burgemeester en de Wethou ders vooral, zoo verbazend moeielijk, en voortdurend nóg1 moeieilijker maakt, zijn Under vele andere, voor al deze beide: lo. het steeds uitbreiden .van lie taak ider Gemeenten; en ook al in verhand daarmede, 2oi. fde verhouding van idle gemeen teambtenaren en wéirkliiedep tot de Gemeentekas (salaris en loonsverhoo- gingen) en tot de samepstellirg' van den Riaad, hu nfoptreden en invloed hij Gemeenteraadsverkiezingen. De Rijkswetten leggen aan de Ge meentebesturen voortdurend meer dn ernstiger verplichtingen op. Zelf dragen de gemeentebesturen, door het zelf exploiteeren en uitbrei den van bedrijven, vroegen door par ticuliere maatschappijen ondernomen en voortgezet, tot de uitbreiding van hun taak zeer veel hij. jMaar óók en niet het minst Door het Opdrijven van kosten voor Armenzorg' en Onderwijs vooral ko men de gemeente financiën hoe lan- gier hoe meer in het gedrang. Wat, op z.cih zelf genomen, mis schien wenschelijk zou zijn, staat het uitvoeren van wat allicht méér noodzakelijk zou 'zijn dikwijls in de;n 'Nemen we h.v. de steeds toene mende uitgaven tonder het Hoofdstuk „Onderwijs". Dat men, met name voor het olks- enderwijs, maar ook en niet min der ten behoeve van het qnderwijis dat de middenstand noodig'qheeft, cm nu en in de toekomst zijn po sitie te kunnen handhaven, dat men daarvoor niet schriel en karig is ma-ar (zij het dan ook met over leg; en betrachtende de zuinigheid) de gelden toestaat, die daarvoor wer kelijk noodig' zijn, zal bij' weinigen bezwaar ontmoeten. Anders wordt het echter, wanneer men met het onderwij's zaken gaat in verhand brengeP, die daarmede slechts in verwijderd, of zelfs 'in gansch geen verhand sta-ap. Schoolvoeding', schoolkleeding schoolbaden, schoolreizen, school artsen Eischen, waardoor eenerzijds de gémeentefinanciëp véél meer idan tem cpzichte van andere gemeente belan gen behoorlijk is, worden aangespro ken IMaar óók en vóópal, waardoor hce langer hoe meer het „onderwij;©", de school, wordt: overbelast en lie gezinstaak miskend, de, gezins landen losgemaakt en verzaakt. Niet dat wij Anti-revoiutionaireU, gieen hart, voor de kinderen opzes volks zouden hebbendat we niets «zenden voelen voor het behoorlijk voeden en kleeden, voor ontspanning zelfs van de jeugd, voor het lichame lijk welzijn van het opkomend ge slacht. Maar wel daartegen glaat Ons be zwaar, dat men in en 'door de school wil late|n dóen wat uitsluitend in en door het gezin behoort te ge schieden. Ep piet het minst die averecht- sdhe opvatting- van lie taak der school, en daardoor der gemeente, draagt er toe bij, idat het bestuur der gemeente steeds omvangrijker en het beheer der financiën steeds moeilij ker {wondt. Ijn Uauwi Verhand met wat we hier boven schreven' over de uitbreiding van de bemoeiingen der Gemeenten staat het tweede pupt waarop wie de aandacht wilden vestigende ver houding' van gemeente-ambtenaren en werklieden tot de Gemeentekas en hun invloed op de samenstelling van de Gemeenteraden. Het grooter worden van hun aan tal immers het directe gevolg: van de uitbreiding' van de taak der ge meenten in "betrekking1 tot R ijks-wetr gevipg, gemeentebedrijven enz. zoowel als het strevep naar hooger salarissen en loopep, en naap ver betering' Van positie in menig an,iep opzicht, |ioe;n op die w'ijls een dub belen invloed opi de gemeentefinan- Cjiën geiden- Maar jvooiral ide wijze, waarop hier en daar ambtenaren ein werklieden (niet het minst de openbare onder wijzers) optreden, om invloed te oefe nen op ide samenstelling1 van ds Gemeenteraiien (omldat- ze daarbij' zelf groot persoonlijk direct belang hebbenmoet wel, een ongunstigen invloed op' den gang van zaken oefe nen. Epsdeels (en we denken daarbij terstopd aan de actie van onderwij zers en gemeen te-werklieden te Am sterdam tegen de herkiezing van W e the,u ier de Vriesdoor de val- sche piopities, waardoor zij zelf tot hup {hoogste chefs, en ideze op hun beurt tegenover hen komen, Alniderdeels door idat in de Gemeen teraden, ofnder dien machtigen in vloed vajn Idat deel, Idier kiezers; meer tijd en 'aandacht dap redelijkerwijze, ip verhouding tot apidere gemeente belangen, billijk ep gewenscht te achl- tep is, la'an werklieden en ambta- naai'sbelangem wordt geschoinken. Genoeg; Idunkt ons, om aan te too- nen het hoogste belang van elke ge meenteraadsverkiezing1- Oók Idus van die, welke in Haar lem aanstaapde is. Mannen zijp noodig', die, hoewel eeln óipeh 'oog' hebbepidei dn, ©en warm hart voor de belangen valn ambtepa ren en weir'klieidep, Van' onderwijs en gemeentebedrijf, 'toch, aan de an dere zijde het oog' voortdurend geves tigd {houden op de bclangeu der Ge meente, idie toch bovenal aan, hun zorg1 zijn toevertrouwd) Door al hun invloed daartoe a:ap te wenden mogen de Christelijke piartij-en 'in ops goede Haarlem er in slagen, in Mr. Monnik een man in den H,aaid te brengép, die e:r het element zal. versterken, dat waakt tegen te sterke uitbrei ling van Ge- meentezorg. Immers ook hier, niet minder dap elders, direigep de gevaren ten op zichte van de huishouding der ge- meepte, waarvan wij er hier enkele aanwezen." Het Paleis der Pausen te Avignon. Een der belangrijke historische res tauraties is wel die van het beroemde paleis der Pausen, te Avignon, dat ge durende de regaeringen van zes Pau sen om zoo- te zeggen het Eransehe Vatiicaan was. Het paleis is eane uitgestrekte bij eengroep eering van verschillende ge bouwen, die onderling zeer schoon har- mionieeren en een prachtig en indruk wekkend monument vormen van mid del eeuwsche bouwkunde. Het wonder lijkst is, dat zulk een in vele opzichten kostbaar meesterwerk gedurende bijna een geheele eeuw totaal verwaarloosd is geworden, en wat nog erger is, ge bruikt werd voor kazerne. De militairen werden voor het eerst gehuisvest in de reusachtige gebouwen in het jaar 1815. De ruime en hooge zalen werden verdeeld in drie verdie pingen, waartoe groote gaten wei-den gehakt in de muren om er de binten in aan te brengen. Een aantal kunst werken van hooge waarde weiden hier door aanmerkelijk beschadigd of geheel vernield. En om het werk der ver woesting zoo volledig mogelijk te maken, werden de muren met een laag witkalk bedekt, die meer dan negentig jaren lang geregeld vernieuwd werd, zoodait de muurschilderingen van vóór zes eeuwen onder do witkalk verdwe nen en ten laatste zelfs geheel ver geten werden. Op zekeren dag wilde het toeval, dat de burgemeester van Avignon met zijn wandelstok een weinig van de balk laag' afstootte en nu geraakte hij in groote verbazing op het gezicht van de heerlijke kleuren die onder de kalk te voorschijn kwamen. Op zijn verzoek werd vervolgens een grooter gedeelte van den muur van zijn balklaag ont daan en werden, er twee heerlijke fresco's aan het licht gebracht. Hij vestigde de aandacht van het Ministerie van Oorlog en van andere autoriteiten te Parijs op de zaak en wist ook 'ver schillende vereenigingen voor het be houd van oude paleizen en historische monumenten voor zijn plannen te inte- resseeren met bet gevolg, dat liet Paleis der Pausen spoedig daarop dooi de militairen, ontruimd werd en met het werk der restauratie, waaraan men nu ongeveer twee jaren gearbeid heeft, een aanvang werd gemaakt. De verdiepingen met haar bevloerin gen werden zorgvuldig verwijderd, de vensters, die toe,gemetseld waren, wer den geopend en sommige gewelven, gangen en deuren, die eveneens met met s el werk aangevuld waren, weder vrij gemaakt. En zoo werden nu kunstminnaars bijna dagelijks verrast door de ontdek king van nieuwe architecturale schoon heden, die tot nu toe in hot oude pa leis verborgen waren gebleven. De audiëntiezaal, de kapel en de portiek van, Clemens VI zijn reeds, geheel ge restaureerd. In een der zalen, bekend als de eetzaal van Paus Clemens VI, heeft men de kalk met die meeste zorg stukje voor is.tukje verwijderd en de prachtige fresco's met voorstellingen van landschappen en jachltooneclen ge heel blootgelegd. Wanneer eenmaal de restauratie ge heel voltooid zal zijn, en dit tijdstip is niet ver meer verwijderd zal het oude Pauselijke Paleis te Avignon een der schoonste en rijkste historische monumenten zijn in het Zuiden van Frankrijk. BINNENLAND. Men verzoekt ons opname van ihiet volgende Het is een paar jaar gieteden, dat in Arnhem ee;n vergadering plaats gehad van directeuren en prefecten van bovengenoemd© veraepiging (iin het diocees Utrecht. Het doel wasom door samenwer king' te verkrijgen, wat men alleen niet vermocht; welk voorstel^ uit ging" van het bestuur der R. K. M. V. te Deventer. Overwogen werd voornamelijk ihet nut dier samenwer king'. Ontkent werd dit trouwens in geenen deel©, ja zelfs Voelde men er Veel 'voor, om een soort van Bond opi te richten; vooploopige stappen wenden gedaan', ten naar ik vermeen het volgend 'jaar wederom vergaderd, welke ;ik tot m ijn spij t niet kon Hij - wonen. D:it Weet 'ik zeker, dat h!et daarbij gebleven is. LWiat daarvan de oor zaak is Ik meen het haast te wjeten. De oorzaak was mijns inziens, dat men het financieel© vraagstuk op- den voorgrond deed treden. Hoe het ook zij, te betreuren valt hét, dat uit deze kiem niets is voort gekomen Want mijn© gedachten gin gen verder en ik zag ook in mijn verbeelding' in de andere diocesen al soortgelijk© bonden op gericht, welke op hun beur t wederom kracht aan elkander zochten, ztoo- dat een stevige organisatie op til scheen. Niettemin, zoo dacht ik verder, waarom zou het noig! niet mogelijk zijp, idat zulk een federatie tot stand kwam Motieven te over zijn er voor, en wat meer zegt: gegronde motieven. Het is hier de plaats niet om de ze (motieven aan te wijzen, maar Idat het noodzakelijk 'is alleen uit moreel oogpunt, zal, geen enkel directeur betwisten. Om slechts één voorbeeld aan te halenIs het niet (noodzake lijk, dat uniformiteit verkregen wor de over het. giehedle land in het stellen van eischen voor het Ver krijgen van een diploma; zulten 'ze dan niet in w'aarde st'ijig'eg. Het is 'waar, men stelt in den regel hoog© eischen, maar toch, e;r mocht g'een verschil z;jn vooir ons lalnd in 'deze eischen. Zoo zijn er meer Voor beelden, waarin men verschilt. De éénheid 'moet ook hier niet versmaad wioirden, want„in éénheid ligt kracht." De bedoeling dan ook van Uit schrijven is niets anders dan. om het jammerlijk afgebroken werk we derom op 'te zetten, maar, op groo ter© sthaal. Het is namelijk wenschelijk voor de samenwerking', voor de éénheid, één Bond te stichten, één, bond Van RL E. Mil. vereenigingen in Neder land. Reeds lang' koesterde ik de hoop-, en ik ben er van over tuigd en meerderen met mij'deze wenschen vervuld te zien. Het is mij nog' onbekend opi welke bezwaren wij zullen komen als ze er zijn maar toch, nagegaan de groote voordeelen aan deze stich ting' .verbonden, neem ik hiermede de vrijheid, den directeuren te ver zoeken mij' mede te willen dealen, welke hunne gevoelens hierover zijin en tevens, of zij' genegen zijn een© .eventueel© uit te schrijven vergade ring' 1waar de belangen der Ri. K. M{iï. vereenigingen nader kunnen werden behandeld met hunne te genwoordigheid zullen willen ver eeren. En ib'et beroep; dat ik op uW© gewaardeerde welwillendheid doe ik ben ervan overtuigd bet zal niet tevergteefsch zijn, daar de be langen Ider R,. K. M.ih vereenigingen U ZeerEetrw. H.H. zeer ter harte giaat. 't Zand te Amersfoort, 12 NloV. '09. DE P'REEECT. NL B'. RI.-K; dagbladen worden dringend verzocht dit over te willen nemen. Naar aanleiding1 van het Stein- «heil-proces lazen wij in) het „Frie- sche Dagblad" „De Steinheils zagen veel man- schen. De Vermoorde man was, n.l. schil der en 'zijin Vrouw' zegt(Wlij moeisten menschep zien, als wij, wilden' ver knopen. Schilderijen kopten (natuurlijk vjeel g'eld. Het is een liefhebberij' van ld© rijken. Miaar wie Pu in die rijke kringen steun 'wil vindenkoopers, afnemers, die meet met hen meedoen. Dat schijnt een vaste Wet. fVViie niet meedoet, wordt niet g'e- telid'. En zal 'nu wellicht een' enkele ge nie er (toch' wel komen, ook zon 1 :(r den steun der hoogtelre kringenlie doorsnee-mensch moet (wel meedoen. Zoo kwam het dan ook, dat mad. Steinheil in haar salons, waar ze bekend istond als een alleraardiglste en allerinnemendste giastvrouw1, de uitgaande groote wereld van Plarijs ontving. Die was dan „veprukt," Zoo als daar alles „:in orde" was Zoo als mevrouw' wist .te, „ont vangen Maar nu moet ge haar hooren ver tellen, hoe ze om zoo te zeggen zich 't bloed hit de nagels wierken moest, oim dien staat te kunnen voeren „Ik Imaakte 'zelf mijn japonnen, ik maakte die van mijn dochter, ik leerde ze haar zelf maken, ik maak te mijn hoeden, ik maakte zelfs de kleeren voor mijn man, e|n al het lijf linnen van mijn man ein van mij...." ik deed alles in huis, ik dead zelfs de waseh, ik deed' alles ter wereld om maar te bezuinigen. O; die vrouwen uit de werelii, die me benijdden als ik ze ontving, als ze, eens geweten hadden -wat ik' alle maal doen moest als ik een diner gaf! Ze hadden er niet hiet minste vermoeden van." LM aai' zouden velen niet met me vrouw Steinheil kunnep. klagien, om dat ze hiet de tering1 naar de nering zetten en grooter doen, dan z;e fei telijk kunnen? De wereld zou er wel mede gteb'aat zijn, wanneer met grooter eenvoud ook de wijsheid wederkeerde bij alle mensehen, zélfs in dei arbeiders klassen worden ep opgemerkt, die leven boven 'hun stand. Zij Wisten niet, zij, die allen tijd hadden om 'zich voor haar spiegel te kleeden, die er een coiffeur op na hielden, ze wisteln Piet dat me vrouw Steinheil in dien tijd voolr haar keukenkachel stond en kookte. „Tegen etenstijd had ik maar juist tijd, om naar boven te vliegen; ik kleedde mij in vijf minuten, deed mijn guirlandes" aan, die klaar la- gien, en ik kwam 'dadelijk weer paar beneden om te maken dat Ide tafel er mooi zou uitzien. Dei vrouwen vrouwen Vermoedden 'niet; dat ik het was, die 'zoo juist voor zie binnen kwamen. ide kaarsen had aangestor ken, en dat ik mij zooveel moeite g'a,f omdat het moest, want alleen als men ontvangt, kan (men geld ma ken voor zijn schilderij en. .„Schulden? Nooit heb ik er glemaakt. Integendeel, ik heb zelfs studies van mezelf verkocht mijn heer 'Obiepljn, een groot industrieel uit Riennes, zou hier kiuhnein ver tellen idat'ik aquarellen g emaakt heb die zijn aangtononielnik hiehl 'ze gle maakt, op naam van mijln main, en mi.jh man maakte er ook...." Het is 'gemakkelijk te begrijpen, dat zulk een leven van schijn en onwaarheid diep ongelukkig moet zijn en tot diep ongeluk leiden. Slinlme kraaien. Uit de streken, waar mossels gekweekt worden, vindt men meermalen vermeld, dat, zoodra het voedsel op veld en akker sterk ver mindert, de kraaien gaarne gei)ruik ma ken van de gelegenheid om bij ebbe van de droogvallende mosselbanken een enorm getal van deze schelpdieren, te rooven; d,e kraai gaat er mede de hoogte in en laat de mossel van groo te hoogte neervallen op de steenen langs de zeedijken of op de verharde wegen; daardoor breekt de schelp en is de zwarte dame in de gelegenheid den inhoud te verorberen. Do mossel- kwfeekers haten dan ook het zwarte en bonte gespuis, want dat de roof niet onbeduidend is, blijkt voldoende uit het verbazende getal gebroken schelpen., dat de wegen soms bedekt. Dat overigens dit verschijnsel wel meer waargenomen is, vonden wij vermeld in een natuur kundig werk voor ruim een eeuw uil- gegeven, waarin vermeld wordt, dat een bonte kraai in de nabijheid van Zut- phen den kop van een konijn vond en daarbij bemerkte, dat onder den harden schedel nog de weake hers.encn zalen. Hpe deze te krijgen? De IJsel was met een harde Ijskorst bevloerd; de kraai nam den kop in den snavel, vloog' in de hoogte en liet hem opj het ijs neerploffen, om hem zoo schie lijk na te snellen, dat ze bijna gelijk- tijdig het ijs bereikte. De kop werd nauwkeurig bekeken en nog niet ge barsten zijnde, werd andermaal in de hoogte gevlogen en dit werd tot twin tig malen herhaald, tot ten slotte de gedane moeite met succes werd be kroond. In een der Z.eeuwsche stroomen lag op een zandplaat een groote steen, wel ke eenmaal bij de belonning dienst had gedaan; een schipper verwonderde er zich over-, dat op die zandbank tel kens zooveel kraaien zaten en er over vlogen. Eenmaal daarop de aandacht gevestigd, voer de schipper er heen en wat was het geval? Hier op deze eenzame bank was de steen het eenige voorwerp, waarop mosselschelpên kon den gebroken worden en dat van deze gelegenheid gebruik werd gemaakt, bleek niet alleen uit de aanwezige kraaien, maar ook door de schelpen, die er uitgestrooid lagen, 'of ze er ge zaaid waren. Werkelijk slimmerds, die kraaien! Het bedje in brand! Het is ge lukkig afgeloopen; weinig scheelde het echter of te Edam was een kind ver brand. In het gezin van J. M. had moeder het bedje uit de krib bij de kachel gedroogd en het ver-volgens weer op zijn plaats gebracht. De kleine werd te bed gelegd en de deu ren der bedstede, waarin de krib stond, zorgvuldig dicht gedaan opdat heit kind rustig zou kunnen slapen. Niet lang duurde het echter of men meende een brandlucht waar te nemen. En wie be schrijft de ontsteltenis der moeder toen bleek, dat de brandlucht uit de bedstede kwam. Het bedje, waarop het kind sliep, was blijkbaar tengevolge van het drogen bij de kachel in brand ge raakt. Wonder boven wonder het kind kwam er ongedeerd af. Met ©enig© emmers water gelukte het voorts den brand in het kribje te blusscben. {Uit een geineentcraadsverslag. „B. en W. komen tot de overtuiging, dat liet overweging verdient, in afwij king van wat eerst was voorgesteld, met de gemeentevoorloopig in 'zee te gaan, zonder tusschenpompstation en urinewaterreservtoir". Verder: „Wij willen nog even resu- meeren wat de schaduw- en de lichtzij den zijn .van een toren en een reinwa- terkelder." En: „Vele menschen zijn daar reeds in het water geraakt, moet men dan wachten tot het kalf verdronken is. Wat is do mensch....? In „De Courant" vonden we de volgende ei genaardige opsomming van stoffen, die in het menschelijke lichaam aanwezig zijn. Een ballon, opgeblazen met 't gas uit 'it mensch el ijk lichaam, heeft een hef vermogen, van bijna 90 kilo's. Als de hoeveelheid koolstof uit het mensohelijk lichaam, gebruikt werd om potlooden van te maken, zou men er 65 gros van kunnen vervaardigen. Niet minder dan 35.6 liter water vindt men in 's menschen lichaam genoeg voor 't wekelijksch bad van. een hond. Als ge gezond zijt, hebt ge genoeg 5ijzer in uw lichaam om zeven flinke nagels van te maken. Een getvoon mensch heeft genoeg vet in zijn lichaam om 61/2 kilo kaarsen van te maken of zoo groot als deze. Ons lichaam bevat genoeg suiker voor 59 flinke klontjes, zooals men wel in thee pf koffie gebruikt. Om in goede conditie te zijn heeft men twintig theelepels zout noodig, ge noeg om een halve mand aardappelen mee te koken. Herziening van het Gemeentelijk Belastingstelsel. De commissie van hoofdambtenaren, door de Nederland- sehe Vereeniging van Gemeentebelan gen benoemd ter bestudeering van het ontwerp van wet tot herziening van het gemeentelijk belastingstelsel (wijziging van eenige artikelen der gemeentewet tot verruiming van het plaatselijk be lastinggebied), waarin o.m. zitting had de heer Th. Pels, gemeentesecretaris te Breda, is met haar taak gereed ge- FEU1LLETON. 26) Den velgenden morgen, :na een da,g en een naciht, vreesieilijker da,n ihij ooit Rad doorgebracht, Was zijn be sluit genomen. „Na mijn H. Mis zal 1 ik 'den aartsbisschop' ga-an bezoeken sprak hij tot zich zelf, „en beun mijn besluit meedeelen om voor altijd bet j vaderland te verlaten. Want ik kan wel 'mijn leven en dat mijns broeders 1 aan God ten offer brengen, maa r hier blijven en tegenwoordig" zijn bij_Rai- mcnd's veroordeeling'dat is te veel." Hij wierp nog een blik in het rond door het kleine vertrek, waar hij In zoo 'zoeten zfielevrede geleefd had, en richtte zijh schreden naar de kerk. Op den hoek van dei rue de M artig'nac ontmoette hij den hertog' de Sallanes, die met een zijner vrienden in ge sprek was. Ze kenden den jongqln priester béiden kenden ook zijn eerbiedwaardig en {heilig loven. „Arme jongen", fluisterde de heir- ticg: „hoe vreeselijk moet hij lijden." „En dat des te meer", sprak de ander, „daar zijn broeder zeker on- sdhuldig' is. Niemand twijfelt er aan." ©ffelk een, balsem zou het voor hét zoo diep gewonde hart van den jon-1 gen priester z>jn, als hij deze wooir- j den gehoord had. De vreeselijke iramp; die den be minden priester getroffen had, was reeds door de gieheele wijk bekend. I Al zijn vrielnden, van de aanzienlijk- sten tot de armstein, waren in de kerk, om hem doojr hun tegieinwoor- digheid hun achting' en genegenheid te bewijzen. Toen hij |na de H. Mis naar de sacristie terugkeerde, sprak de pas toor: „Beste Sintély, ik heb, j© gis teren iniet willen laten storen, maar het heeft niet stil gestaan van be zoekers, die u bun deelneming wil den kom ein betuigen." Charles wilde zijn vaderlijken vriend bedanken, maar1 kon bijna geen w'oord uitb|re|ngien. „Op het oioigenblik wacht er iemand op u in den kleinen salon", ging de pastoor voort, „ga maar mee." Bijna werktuigelijk volgde Charles; aan het vertrek gekomen, waar de bezoeker zich bevond, duw de de pastoor den jongen priester zacht liaar binnen en trok zich daar na 'bescheiden terug. Toen Charles de Sintély binnen trad, wendde de bezoeker zich plot seling' om, het was de aartsbis schop'. „U, momseiglneur", riep Charlie© met een door tranen onderbroken stem, „u hebt dus nog aa|n mij, ge dacht „Maar mij'n zoon", klonk het har telijk, „hoe zou dat anders kunnen! Ik heb zelfs bijna aan niets anders gedacht dan aaln uw ongeluk en uw zware bepiroevingi „Ik dank ïi, monseigneur", stamel de Charles. „Als ik u hier niet o|nt- moet had, zou ik mij' toch, binnen weinige ooge|nblikken bij u hebben laten aapdienem. Ik heb u een gunst te vragen." „Spreek, mijn zooin!" „Monseigneur, u weet dat ik den zWaren plicht zal vervullen dien God mij oplegt. Maar Raimond nóg eens te h.ooren smeeken, gelijk hij gisteren gedaan heeft, zwijgend en machteloos te moeten tegenwoor dig' zijn bij zijp verhoor, misschien bij zijn veroordeeling; dat kan 'ik niet." „En wat wilt gij da(n", vroeg de aartsbisschop. „Laat mij' .naaf de buitenlands,ch» missiën g'aaln, monseigneur. Mis schien zal God medelijdeU hebben en mij daa.r vergetelheid sicihe'nken of mij tot zich roepen." De aartsbisschop schudde het hoofd en sprak droevig): „Misschien zult ge mij hard vinden, Sintély, maar ik kan u dait iniet toestaan." Charles sidderde, „Maar monseigneur", splrak hij1, „moet ik u dan zeggein dat er noig een andere (reden is', waarom ik ver trekken moet!" En welke is die da(n „{Wilt u dat men valn een priester uit uw' dioicees zal zeggen, dat hij een moordenaar, een giftmenger tot broeder heeft?" Een toegevende glimlach kwam op het gelaat van den kerkvorst. „Dat is mijn zaak, Sintély", sprak hij. „bekommer u daarover niet. Ik zal u een pllaats govern zóó hoog, ik zal 11 zoozeer aan mijlU pelrsoon verbinden en zóó i|n mijn onmiddellijke nabij heid doen arbeiden, dat iedereen zal begrijpen, hde- wieilnig' ik aan die dwa ze, afschuwelijke beschuldiging- ge loof sla. De wereld meet inzien, dat ik naar mijln vermogen de gruwelijke engerechtigiheid tracht goed te ma ken, die aan u en uwen broeder be gaan wordt. Gij zult mijln particulier secretaris en de vertrouwde vain mijn geheimste gedachten worden giji zult mijl troosten iln de zware beproevin gen die ook mijd deel' zijn, mij: op beuren als mijln krachten dreigen te bézwijken. Ejn de wereld zal zeggen „Ziet ge twel dat Raimond die Siintély onschuldig' is!" Anders zou He aarts bisschop toch zijn broeder niet 'zoo eeren 1" De jonge priester antwoordde niet. Op nog' ernstiger toon ging de aartsbisschop' voort„Bovendien hebt gij' 'nog' ee|n andere zending1 te vervullen, Siintély, ©en heilige e;n eerbiedwaardige opdracht, Waartoe alleen uw' hart e|n uwe kiescihheid in Maat zijp, en waarvoor uw moed niet mag! bezwijken. „Wat bedoelt u, monseigneur", vrceg' de priester, zijns ondanks te rugschrikkend voor nieuwe beproe vingen. „Ge hebt zoo even gezegd dat ge niet in staat zoudt zijn nog' eens de smeekingep van uw broeder, zijn wanhoopsklachten en angistgeschrei aan te hooreln. En toch moot ge dat. Wiant er is maalr één man, die genoeg zielegrooiheid bézit om hem in deze vreeselijke dagen te troosten, en dat zijt gij." „Ik zal het niet kunnen, monseig neur", mompelde de ongelukkige, „ik ben er niet to©' in staat." „Zeker zult 'gij het kuunen. En tot uwen broeder zult gij zeggen, dat g'eheel nw nieuwe positie, heel uw volgend leven er aan gewijd zullen zijn om Ide bewijzen: van 'zijn onschuld te zoeken. Ik' zal u daarbij: helpen. Gods wegen zijn onnaspeurlijk, en wie weet oif Hij; als g'ij rondgaat om in (mijln naam aalmoezen uit te doe len, de 'bedroiefdeln te vertroosten en de zondaren te vermanen, u niet de g'enade schep kt van de béwijzfen votor uw' broeders onschuld te ont dekken." „Mtonseiglneur, ik zal blindelings opvolgen, Wat Uw goedheid u ingeeft mij oip te dragen, maar ik vrees dat in de ontmoeting' ein het gesprek met mijn broedeir mijn moed bezwij ken zal." „Dat is verkeerd. Mlaar alls g|e Voortcaat met uw' plicht tc doen zult ge wel weer meester van n zei ven worden. Ge hebt gezegd mij blin delings te zullen gehoorzamen, ik houd u aan uw' woord. Ga met mij mee, nog vapdaag aanvaardt g© uw betrekking' van particulier secre taris. En noig dezen avond zal ik eenige machtige vrienden bezoeken, die ik misschien ten gunste van uw broeder kan doep bandelen. Houd moed en blijf hopen." VIII. Het gestolen kipd. Toen J e an niette het rijtuig had zien wegrijden, dat Madeleipe naar de ge- vangepis Voerde, kreeg zijl een aanval va.11 woede ein wanhoop, onbeschrijfe lijk in zijp hevigheid. Zij balde de vuisten tegiep de agenten, die haar beletten het rijtuig: achterna te snel len, worstelde om zich aan hun greep te ontrukken en verweet hen onder tranen en snikken, dat zij wreedaar dig' handelden tegen een paar on schuldige vrouwen. „Juffrouw", sprak plotseling' een der g'endapmein, „mag ik u een goe den raad ge vein Jeaninette kwam door den vriende lijken toop. waarop deze woorden gesproken waren, plotseling tot be daren. „{Wat wilt ge zeggen";, vroeg ze. Wordt vervolgd.) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Aan de Zeer Eerw. Directeuren der R K. Mi! Vwreenigingen in Nederland. „Stand ophouden".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5