De Lüie BrooMierij
Smakelijk Brood
A. VGN DER MÖHLEN Gr. Markt 25
Adverteert in de
1. far! Courant.
Sotied Schoenwerk is
No. f9.
ANEGANG.
n
Mengelwerk,
De Winter in Alaska.
De Steelzuchtige.
m uitsluitend priie kwaliteit.
HERFST.
x»x»xxfx x x«xfXf x4 XX
Het goedkoopste adres voor
H. PiSCAER.
x x x*x«xtx»x x
KERBVKI J. CARELS
voorheen F&wl C. üCaﻩ8*,
in WITTE en T8SBCQT GPEPEREIg.
Telefoon Ho. S47I.
-s HAARLEM s-
Afdetliag BENNEBROEK en 0.
Dinsdag 23 Nov., des avonds te
half 8 bestuursvergadering. Aller op
komst gewenscht.
Onderafd. Bloemistwerkliedenver.
„St. Jeroen".
Huishoudelijke vergadering op Dins
dag 23 Nov., 'sav. te half 8 uur. Pun
ten van behandeling: Bespreking ten
toonstelling 1910. Benoeming eener
commissie voor de tentoonstelling. In
gekomen stukken stukken. Ron'dvraag.
Namens het Bestuur,
J, v. Bak el, 2e Seer.
Afdeeiing LISSE.
BondsgebouwBondstraat C 115.
Zaterdag 20 Nov., 'sav. van 7—8
uur, zitting Spaarkas.
Zondag 21 Nov., leden verg. voor
de leden der Propagandacub, om 5
uur. Aller opkomst gewenscht.
D i n s d a g-avond repetitie Zang.
Namens het Bestuur,
A. H. Schrama, Seer
Afdeeiing SASSENHEIM en O.
Zondag 21 Nov.,. des avonds te 6
uur, vergadering van Land- en tuin-
bouwknechts. Aller opkomst dringend
gewenscht, daar er een bespreking
plaats heeft aangaande het St. Nico-
laasfeest.
Namens het Bestuur,
J. Zandvliet, Seer.
Afdeeiing1 BEVERWIJK.
BondsgebouwPeperstraat 15.
Zaterdag 20 Nov., ,sav. van 7 tot
8 uur zitting der Spaarkas „St. Anto-
nius"; van 8 tot 9 uur zitting Spaar
kas „St. Nicolaas" en Communiefonds.
Mededeelïngen.
Op de eerstkomende maandvergade
ring, in de maand December, moet de
jaarlijksche bestuursverkiezing plaats
hebben. Aftredende leden zijn: J. G.
de Swart, J. de Goede, J. van der
Hoorn, C. Kolsteeg en N. Tromp.
Opgave van candidaten wordt inge
wacht, op de bekende voorwaarden, bij
den Secretaris, tot uiterlijk 5 Dec. a.s.
Namens het Bestuur,
J. de Goede, Seer.
Afdeeiing UITGEEST.
Zondag 21 Nov., algemeene verga
dering, 's avonds te 7 uur. Punten van
behandeling: Opening. Notulen. Ver
slag Katholiekendag, door den Eerw.
Adviseur. Mededeelingen (zeer belang
rijke). Rondvraag. Opkomst dringend
verzocht.
Namens het Bestuur,
P. Twaalfhoven, le Seer.
HAARLEM.
R. K. Militaire Vereeniging.
Zoetestraat 18.
Het gebouw is dagelijks geopend, des
avonds van 610 uur en op Zon- en
Feestdagen den geheelen dag.
Sint Jozefsgezellen-Vereeniging.
Vereenigingsgebouw Zoetestraat No. 3
Geopend des Zondags van 12-3 en van
5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 urn
's avonds.
Liefdewerk: St. Josephs Amb&chts-
leerüngen.
Zoetestraat (voor jongens van 1317 jaar).
Zondagavond van 56 uur Godsdienst
onderricht, van 6 tot half 8 gelegenheid
tot ontspanning.
B. K. Vereeniging tot bescherming
van meisjes, gen. „St. Martha.
Het Bemiddelingsbureau der Vereeni
ging is geopend eiken Dinsdagmiddag
van 12- 2 uur, voor betrekkingen als
dienstboden enz., Donkere Spnarne 22
alwaar voor R. K. dienstmeisjes wier
ouders buiten de stad woonachtig zijn
iederen Zondag- en Woensdagavon van
810 ure gelegenheid bestaat tegen de
geringe vergoeding van 5 ct. per week
haar vrijen tijd aangenaam en gezellig
door te brengen.
Aanmelding daartoe aan het „Te Hius"
op bovengenoemde avonden.
„St. Rosa-Veroeniging".
Tijdelijk Zoetestraat 12rood.
Het Bestuur is te spreken eiken 2en
Vrijdag der maand, des avonds tusschen
half acht en half negen.
Het doel dezer vereeniging isMeisjes
uit den dienstbaren stand van 1216-
j&rigen leeftijd gratis in het naaien
en aanverwante vakken, alsook het
knippen, te onderrichten.
Het onderwijs wordt gegeven eiken
avond der week, uitgenomen den Zater
dag, des avonds van half zeven tot
half negen.
Aangifte van leerlingen tweemaal per
jaar op een steeds in dit blad te ver
melden datum.
St. Elisabethsvereeniging.
Inleveren van ziekenbriefjes Maan
dagavond tusschen 7 uur en half 9
Woensdag- en Vrijdagmiddag tusschen
1 en 2 uur, Jansstraat 49.
Maria-vereeniging.
R. K. Vereeniging tot bestrijding van
het drankmisbruik vergadert elke twee
maanden, hetwelk vooraf in de agenda
dezer courant wordt bekend gemaakt.
De Mariaver. heeft een onderafdea-
ling, Meisjesbond, voor leden van
1116 jaar, die ook tweemaandelijks
vergadert op Zondags 'snamidd. 4 uur
in 't gebouw St. Bavo, Smedestraat.
In de vergadering is gelegenheid zich
voor het lidmaatschap te laten inschrij
ven; tusschentijds bij het secretariaat
der vereeniging Gr. Houtstraat 52.
Thans nu er zooveel over de
interessant boek verschenen, geti
teld: Dwars door Amerika
van New-Foundland naar Alaska,
door pater Devine. Een boek van
270 b'z. geïllustreerd met talrijke
pkotografiën.
Als missionaris van Alaska beeft
de schrijver twee jaar aan de Be-
ringkust doorgebracht en bij ver
baalt van zijn ontroerende reizen,
wat bij gezien en geleerd heeft van
die streek, waar Esquimo's en goud
zoekers naast elkaar leven.
Eenige bladzijde over „den Win
ter in Alaska", ontleenen wij aan
dit boek:
De eerste felle winter ging zeer
langzaam en eentonig voorbij. Men
moet een persoonlijke ervaring van
acht maanden isolement op de Be-
ringkust achter den rug hebben en
een kamp van mijnwerkers aan de
Noordpool om te weten, wat het
winterleven in dien verloren hoek
van de wereld is.
Drie van de acht maanden gaan
in bijna totale duisternis voorbij,
zonder in dien tijd over de vlakte
en de zee iets anders te zien dan
sneeuw en ijs ter dikte van tien a
vijftien voet, zonder iets anders te
hooren dan het gefluit van den
wind en het gehuil der Esquimo-
bonden.
Tegen bet einde van October
worden de nachten langer en zoo
donker, dat wij reeds zeer vioeg
in den namiddag tot kunstlicht
onzen toevlucht moeten nemen.
Naarmate bet seizoen vordert, ver
korten de dagen zoo snel, dat wij
ons met. an^st afvroegen, wanneer
dat zou ophouden.
In de maand December maakten
de duisternissen zulk een bres in
den morgen en den avond, dat wij
nauwelijks 3 uur dag hadden.
Bij het winterbegm op 21 De
cember, komt de zon nauwelijks
boven den gezichteinder en zinkt
spoedig in de Beringzee terugdat
was de avonuschemering voor deu
Noord poolnacht.
Te drie uur 's namiddags was de
duisternis compleet, en niets gaf
eenig leven aan deze verschrikke
lijke eentonigheid tot tien uur in
den ochtend, dan het groote elec-
triscli verlichte kruis van de spits
onzer kerk, welks armen hun glans
over Nome verspreiden twintig ach
tereenvolgende uren eiken dag. Wat
verschrikkelijk lot zou bet zijn, als
wij eens in een voortdurenden nacht
moesten leven!
Wat bet schiereiland Seward be
treft, het klimaat is er zeker ruw,
toch is het minder koud \Ian de
pas aankomenden gelooven.
Wanneer wij van een winter in
Alaska spreken, laten wij natuurlyk
het Zuid-Oostelijk Alaska geheel
buiten bespreking. Langs de Yukon-
vallei op punten gelegen op de
zelfde breedte als Nome, is de tem
peratuur zeer laag in den winter.
Te Nulato wijst de thermometer 72°
Fahrenheit benedpn het nulpunt.
Maar iets dergelijks kwam te
Nome gedurende mijn verblijf niet
voor.
In mijn eersten winter teekende
de thermometer 44° beneden het
vriespunt, slechts eenmaal, hoewel
de temperatuur zeer veranderlijk
was.
Tusschen Kerstmis en Drieko
ningen steeg het kwik geen enkele
maal boven 30° P. beneden het
vriespunt.
Niemand scheen acht te slaan
op de temperatuur, misschien, om
dat er te veel over te zeggen viel.
Behalve de breedtegraad zijn er
nog andere physieke voorwaarden,
die invloed uitoefenen op het kli
maat.
Verscheidene mijnwerkers hebben
mij gezegd, dat de koude van 60°
beneden het nulpunt, die zij voel
den op de Jukon eu te Kotzbue-
Sound, niet meer hygiënische voor
zorgen vorderderde dan een koude
van 55° of 20° te Quebec en iu de
aan zee gelegen provincies noodig
maakte.
Mm voelt de waarheid van deze
bewering, wanneer men de inwo
ners confortabel gedurende een lan
gen winter ziet leven onder linnen
tenten en in hutten alleen verwarmd
met kleine gegoten kachels.
Te Nome speelden de kinderen
in de straten, zelfs wanneer de ther
mometer S0® beneden het nulpunt
aanwees. Een wandeling in den
avond over de toendra op sneeuw-
schoenen of skis, bij een tempe
ratuur van 30 of 40° en bij kalmen
en helderen hemel is tegelijkertijd
aangenaam en heilzaam. Van tijd
lot tijd slaat men de hand aan zijn
neus en aan zijne ooren, om te
weten of zij nog op hun gewone
nog op hun gewone plaats staan,
maar dat is een gevolg van de ge
woonte.
In 'tkort: er zijn weinig zieken
in dit land; de Alaskabewoners zijn
er fier op en ik geloof dat het
waar is te herhalen, dat Iiud
winterklimaat het meest verster
kende van de wereld is.
Er bestaat slechts gevaar te be
vriezen, wanneer die intense koude
vergezeld wordt door wind en
sneeuwvlagen. Dan moet men eeni
ge voorzorgsmaatregelen nemen,
want de sneeuwstormen zijn het
grootste gevaar van Noordwest Alas
ka.
De mijnwerkers, die van koude
zijn omgekomen onder deze om
standigheden, zijn onvoorzichtigen
of geheel en al menschen zonder
ervaring, die zich gewaagd hebben
op paden of heuvels, terwijl zij
slechts het voorbeeld van de inboor
lingen hadden moeten volgen en
in hun schuilplaats hadden moeten
blijven; men hoort zeldzaam dat
een Esquimo doodgevroren is. De
dampkring is zoo droog, dat na een
storm er altijd een zeer groote hoe
veelheid fijne sneeuwstof is, die op
de heuvels opgehoopt blijft. Wan
neer de wind blaast, jaagt hij deze
sneeuw met een verbazende snel
heid voort, vult de lucht met zijn
wervelstormen, verblindt de voor
bijgangers en bedekt in een oog
wenk de voetpaden.
Op 50 voet afstand worden de
dingen onzichtbaar en onder zulke
omstandigheden behoeft de duister
nis daartoe niet mede te werken.
Men moet zich niet verwonderen,
dat alsdan een mijnwerker zijn spoor
kwijt raakt, zelfs als hij maar 20
voet van het pad is verwijderd.
Na gedurende eenige uren doel
loos te hebben rondgedoold in vree-
selijken angst want hij weet dat
hij verloren is worden zijn voe
ten en beenen stijf, en dat is het
begin van bet einde.
Na een oogenblik valt hij neer
om nooit weer op te staan, door den
slaap overmand en uitgeput.
Ik heb verscheidene mijnwerkers
ontmoet, die de verschijnselen van
dezen doodsangst hadden onder
vonden en die bezweken zouden
zijn, als men hun niet ter hulp
was gesneld. Zij zullen hun leven
lang de herinnering van dien doods
angst in die verschrikkelijke oogen-
blikken bij zich houden. Zij zagen
lichten voor hunne oogen voorbij
gaan, maar deze misleidden hen
wat den afstand betreft, zij hoorden
klokkengelui en soms een heerlijke
muziek, die hun het gevaar deed
vergeten.
Deze aangename gewaarwordin
gen vreemd genoeg zijn het
gevolg van honger eu uitputting.
Wanneer het einde nabij is, ge
lijkt de smart van den dood door
koude zegt men, op die welke men
ondervindt door te sterven door
het vuur.
Maar deze gewaarwordingen zijn
van korten duur: de mijnarbeider
valt weldra in slaap en sterft zon
der lijden. Ieder jaar zijn er tra
gische voorbeelden van zulk om
komen door de koude; gedurende
de twee winters die ik daar ginds
doorbracht, vroren er vier of vijf
op het pad dook.
Wanneer men door ervaring het
klimaat eenmaal kent, dan is daar
voor geen gevaar meer.
Een ervaren mijnwerker, onder
weg verrast, blijft niet tegen den
sneeuwstorm kampen. Wanneer bij
geen hut of schuilplaats kan be
reiken, graaft hij een gat in een
sneeuwhoop en wacht tot de storm
heeft uitgewoed.
Soms moet hij twee of drie dagen
in zijn sneeuw-omhulsel blijven, en
heeft al den tijd om over de onmacht
van den mensch tegenover de woede
der natuur na te denken. Alles gaat
goed, als hij voedsel bij zich heeft
in voldoende hoeveelheid voor dezen
tijd van werkeloosheid; maar soms
wordt hij overvallen en verrast.
Een mijnwerker van Kotzebue-
Sound, die ook geneesheer is, ver
haalde mij dat'hij door een sneeuw
storm was overvallen toen hij zieken
be-ocht.
Hij groef zich een gat in een
lioop sneeuw en bieef er 72 ureD
inzitten. De honger drong hem een
deel van zijn pels en van zijn schoei
sel op te* peuzelen; naar zijn mee
ning, had geen voedsel zijn verhe
melte zoo aangenaam gestreeld
als dit.
Een andere mijnwerker was twee
jaren later het voorwerp van een
nog meer tragisch avontuur. Hij
had een beer gedood en diens huid
afgestroopt. Een storm brak los, bij
rolde zich in de plooien van zijn
nieuwe pels; maar hij moest zijn
onvoorzichtigheid duur betalen.
In enkele uren bevroor de huid
van den beer, die pas afgestroopt
was, en werd een compacte massa,
die den ongeluk kigen arbeider
dreigde te verstikken.
Zijne makkers vonden hem ge
vangen in een ijzerhard rugsenüd
en waren gedwongen een bijl -te
gebruiken om zijn bijna ontzield
lichaam los te hakken.
Dokter Sex las is een specialiteit voor
steelzuchtigen. Hij heeft met de groot
ste nauwgezetheid de zieken bestu
deerd, door deze zonderlinge kwaal
speelzucht of kleptomanie geheeten,
aangetast. De kleptomanie met al haar
verscheidenheden, heeft voor hem geen
geheimen meer, hij heeft er groote er-
ring in verkregen.
In een huis, dat hij' te Saint Mande
bezit, neemt hij de zieken in pension
die men hem toevertrouwt, hij ver
laat hen niet, hij slaat hen voortdu
rend gade en tracht hen te genezen
van hun noodlottigem hartstocht. Hij is
een zeer zachte, geduldige dokter, die
belang in zijn zieken stelt, die liefde
en hart voor hen heeft, hij houdt voor
hen een boetepreek of geeft hen vader
lijke vermaningen.
Hij heeft groot vertrouwen in zijn
kunst, hij verricht wonderen.
Als de zieken beter worden, gaat hij
met hen uit, stelt hen bloot aan beko
ringen om hen te beproeven; indien
zij nog bezwijken treedt hij tusschen.-
beide, neemt hun het gestolen voor
werp af, geeft het den eigenaar terug
en berispt met zachtheid den schul
dige.
Hij telt een zeker aantal genezingen.
Zijn roem is ver verbreid, uit alle
landen komen zieken naar hem toe.
Onlangs ontving hij bezoek van een
huisvader, die er treurig uitzag.
Dokter, zei de bezoeker tot hem.
Ik ben markies Lina Croz, ik kom uit
Madrid om u te spreken, ik heb uw
groote geleerdheid en bèkwaamheiid
hooren roemen.
Mijn geleerdheid! is zeer gering,
onderbrak hem de dokter nederig.
Gij zijt een meester in uw' kunst.
Ik doe wat ik kan.
Gij ziet hier voor u een armen
vader, bijna tot wanhoop gebracht; ik
heb een dochter, die door de vreese-
lijke kwaal is aangetast, waarvan gij
studie hebt gemaakt. Het is onbegrijpe
lijk, hoe mijn dochter met die vreese-
lijke kwaal behept is; zij heeft steeds
niets dan goede voorbeelden voor oogen
gen gehad, zij heeft een goede opvoe
ding genoten, zij is voortdurend be
waakt en. nagegaan, iik kan niet be
grijpen, hoe die hartstocht in haar ont
staan is.
De oorzaken zijn vaak ondoor
grondelijk, zei de dokter ernstig.
Er is iets in haar sterker dan
haar wil, dat haar onophoudelijk aan
zet, zich voorwerpen toe te eigenen,
die haar nieit toebehooren.
Zij spreidt daarbij ongelooflijke
slimheid, verwonderlijke handigheid en
groote vermetelheid ten toon; zij' jaagt
mij onophoudelijk schrik aan. Niets
kan haar verbeteren, noch verwijten,
noch zachtheid, noch geweld. Ik heb
alles beproefd.
Het geval is ernstig, merkte de
docter op.
Zij gaat nooit alleen uit, hernam
de markies, zij is steeds vergezeld door
een Engelsche gouvernante, een zeer
ernstige en vertrouwde persoon, die
haar voortdurend gadeslaat en bewaakt,
en ondanks die voorzorgen, slaat mijne
ongelukkige dochter nog vaak haar
slag, en dikwijls word ik daardoor in
moeilijke en zeer onaangename zaken
gewikkeld. In één woord, het is niet
langer uit te houden. Ik zou haar in
het huwelijk doen treden, maar dit is
onmogelijk, zoolang zij niet van haar
vreeselijke ziekte genezen is. Men heeft
mij aangeraden, naar u te gaan, gij
alleen kunt haar redden, naar men
mij verzekert.
Mijn kind, zeide hij tjot den zieke,
gij hebt mijn horloge ontvreemd.
Het jonge meisje keek hem met ver
wonderd gezicht aan.
Ik? Ik heb het niet gezien.
Geef het mij terujg, hernam de
dokter.
Gij vergist u,- zeide zij.
Gij alleen hebt hot kunnen doen,
gij hebt echter onwetend gehandeld,
gehoorzamend aan uw ziekelijke natuur.
Ik heb het niet, zoek maar.
Spaar mij die moeite.
Mylady heeft het horloge ont
vreemd, zei hat jonge meisje, het
handvaliesje van haar gouvernante
openend, kijk maar, voegde zij er bij.
Het horloge lag er werkelijk in.
Höt is slecht van u, mij te be
schuldigen, zei de Engelsche, gij hebt
helt horloge in mijn valiesje geborgen.
Ja, ik heb hert gedaan, bevestigde
hert jonge meisje triomfantelijk, nie
mand heeft er iets van gemerkt.
Ze zal moeilijker te genezen zijn
dan ik dacht, mompelde de dokter.
Den volgenden dag ging hij met zijn
pensionnai.res uit.
Zijn patiënte drukte het verlangen
uit, eenige inkoopen te doen in een
parfumeriewinkel.
Zij trad binnen en vroeg eenige fla
cons reukwater.
Een bediende legde er eenige op de
•toonbank, de dokter sloeg Tie minste
beweging der zieke gade. Eensklaps
zag hij,dat zij een flacon in haar
zak liet glijden.
Hij nam haar ter zijde en verweet
haar op vaderlijken toon haar fout.
Ze ontkende eerst. De dokter haalde
toen het fleschje uit haar zak.
Het is maar een grap, zei ze een
beetje beschaamd.
Betaal het en ge kunt het behou
den, hernam de dokter.
De prijs is zes francs, zei de be
diende.
De dokter betaalde en gaf het fleschje
aan het jonge meisje terug.
Neen, zeide zij geheel treurig,
nu geef ik er niets meer om.
De dokter hield aan.
Het is vergeefs,, hernam zij, nu het
betaald is», heb ik er gqen pleizier
meer in.
Om zijne patiënte niet meer aan d.e be
koring bloot te stellen, verbood de
doktor haar, eenige dagen het huis te
verlaten. Toen hij oordeelde/, dat hij
het weer kon wagen,, stemde hij er .in.
toe haar te laken Uitgaan.
De dokter vergezelde haar,, en sloeg
haar nauwkeurig gade. Zij gedroeg zich
goed.
Toen zij thuis gekomen waren, open
de zij haar valiesje^ en zei:
Kijk eens,, ik heb dat alles we|g-
g en om en.
Het valiesje was gevuld met allerlei
gestolen voorwerpen: kant, juweel ai
en andere snuisterijen.
Men heeft er niets van gezien, zei
zij,, ik ben slim.
De dokter was verbaasd.
Ge moet alles teruggeven), zei hij.
Teruggeveti,, riep zij uit, waarom
Ik geef niets tejrug.
De dokter belrispite haar.
,Wees verstandig, zei hij, men moet
zich nooit dingen toeëigenen die ons
niet toebehooren. Dat is strijdig met
door gure w indvlagen tusschen lie
rozenstruikjes heen onbewust dat ze
zoo mal aandoen tegen het zacht-
kleurige der late bloemen, met him
homngschat, waar geen gonzende bij
tjes meer op azen.
De kille wind kreunt een eentonig-
ruischend afscheidslied tot den voor
bijen zomer door de ritselende, ver
wrongen bladeren, die straks bij den
feilen ruk zullen neerkomen in wei
lenden gang op d'aard, op de smalle
geharkte grintpaadjes van ons stille,
knusse tuintje, waar ze vertrapt
worden door onverschillige voeten
of tusschen de rozenstruikjes, waar
ze worden weggewipt door 'n hark
telkens weer, telkens opnieuw, tot
dat er geen dooide blaadjes meer zijn
en de boom zal rijzen in de Wolketn-
hichtejx, qjntdaan van 't loof, onver
schillig' in zijn wiir-war van zwie
pende twijgen.
O, vergankelijkheid.
Enkele maanden geledein begroet
ten en bejubelden wij uwe herleving"
gij! ongekunstenaarde boom»ml, fon
teinen van zacht groen, bouquetten
van zachten bloesemgeur, concertza
len vol hemelsche klanken. Ba
nu? Nu beklagen wij u. -^.Nu ligt
dat gebladerte als onnut Vuil op
het grint, dat gebladerte, waardoor
gouden zomerzonnelicht heeft ge
stoeid in zorgeloos gedartel, waar
de luwe avond op is neergezegen met
héél hoog Gods-lieve, troostende
sterrekens.
Nu ljgt gij daar, bladeren, waar
van de groote Gezelle zingt:
Daar valt er nog een blad
daar nog een, uit de bogen
der hooge hemelbalken,
en 't idwenscht den onbewogen
Oatobermist
't en roert geen wind, geen een,
maar 't leken, leken tranen,
die men gevallen zou
uit weeuende oogen wanen
één kerkhof is 't.
Met, uw! loof, o hoornen, hebt gij,
uw zangers verloren. Zij orgelan nu
hun blijden liederen door de verre
landen en zij beuren daar ginds m-en-
sehenzielen op.
In ons stille tuintje, met zijn vier
grijze muren, dat brokje natuur- tus
schen die huizen en straten is de
herfst gfekomen, die is de zachte
overgang van den lieven zomer naai
den norschen winter.
Als 'n fee is de zomer heengegaan»
weggevoerd als 't ware door de zil
veren draden, waar de lucht mee
LEVERT:
Ik kan het tenminste beproeven,
zei de dokter, ik mag mij gedurende
mijne jarenlange practijk op eenig suc
ces beroemen; die ziekte is niet altijd
ongeneeslijk.
Gij laat mij dus nog eenige hoop
vroeg de markies verheugd.
Ik kan u niets beloven, ik moet
haar eerst wat hebben gadegeslagen.
Ik zal haar morgen met haar gou
verneur bij u zenden, ik zal haar bij
u itn pension laten, totdat zij genezen
is.
'c zal haar vertrekken laten ge
reed \ken, zei de dokter.
Wat mij betreft, zei de markies,
ik zal mij zoolang te Parijs vestigen,
ik zal haar dikwijls komen, opzoeken.
I)e markies en de dokter bespraken
daarna den prijs van het pension, men
kwam overeen, dat in geval van suc
ces de markies twaalfhonderd francs
aan den dokter zou geven.
Den volgenden morgen bracht de on
gelukkige vader zijn dochter, een zeer
mooi meisje van achttien jaar. De
gouvernante vergezelde haar.
Bij het zien van zijn patiënte kromp
het hart van den goeden tokter van
medelijden ineen. Hoe jammer daéht
hij, dat zoo iemand met die vreeselijke
kwaal behebt is.
Na het vertrek van 'den markies
stailecrde de dokter zijn pension-
naire; daarna onderhield hij1 zich met
het jonge meisje.
Toen het onderhoud geëindigd was,
bemerkte de dokter, dat zijn horloge
verdwenen was.
de eierste voorschriften der moraal; gij veren oraae:
stelt u bloot aan vervolaina. aii weet. doorsponnen en doorwebi is, naar
het diepe, groote verleden, naar de
oneindige vergetelheid.
Heengevlogen is de zomer, be
stelt n bloot aan vervolging,, gij weet,
dat de diefstal door de wetten gestraft,
wojrdt; men zal u met moordenaars
en dieven opsluiten, gijj zult voor het
gerecht gedaagd en veroordeeld wor,-
den tot een onteerenda straf, dat zal
een se), de voor u en u,w familie zijn.
Niei "Icn,, niet gesnapt, zei het
jonge meis,
Men hete. M ditmaal niet verrast,
een andermaal men u echter op
heetordaad betrappen.
Welnu, mijn vader zal betalen.
De dokter vietrbood opnieuw zijn pa
tiënte het huis te verlaten'. Hij ver
maande haar etn trachtte haar te doen
begrijpen, dat haar ongelukkige harts
tocht noodlottige gevolgefn zou hebben'.
Zij luisterde zwijgend toe.
Hij deed haar beloven niet weer
opnieuw te hegmnen en Wletcf haar
verbieden uit te gaa'n. Op een namid
dag moest hij de stad uif, hij ven-
trouwde zijn pati'nëta aan de gouver
nante toe en b'evall haar ed over haar
te waken. Toie'n de d er des avonds
terugkeerde, was h' /eer verbaasd te
hooren, dat de .e, ondanks zijn
verbod, met haai ,uv,ernante was uit
gegaan'.
Toen hij echter zijn kantoor binnen
trad, was hij echter nog meer verwon
derd hier alles ten onderste boven te
vinden; verscheidene voorwerpen van
waarde waren verdwenen; zijn secre
taire was opengebroken en een bedrag
van dertig duizend francs, die hij er
onlangs in gelegd had, was er uit ont
vreemd.
Do dokter begaf zich aanstonds naar
den markies Lina-Croz, naar het adres
dat hij had gegeven; hij was er echter
onbekend.
De markies, zijn dochter en de
gouvernante waren een trio geraffineer
de oplichters.
Thuis komend vond de dokter een
brief van den volgenden inhoud;
„Waarde dokter!
Ik neem mijn dochter terug, neem
het mij niet kwalijk, dat ik de twaalf
honderd francs niet betaal, zij' is niet
genezen."
In ons stille stadstuintje met zijin
schaarsche roode en witte roo&ktens
en zijn laaggekronkelde begonia's
van vreemde kleuren met hun goud
gele harten waart iets weemoedigs,
iets droefgeestigs, iets pijnlijk-droo-
meruds
Over de lage muren der naburige
tuinen ritselen en huppelen ie brons
kleurige bladeren der beomen hun
treurd'lijk 'n yein kinderzieltje» dat
is uitverkoren om nu reeds te wonen
in het land der eeuwige lente, in
het land van den grooten Schepper*
De herfst is gekomen, zwaait zijn'
scepter met gedruisch en gebulder
door de stervende natuur.
Herfst.
De weiden dorren..,, 't .Wordt
koud.Het vee gaat naar de warme
muffe stallen, \vaar de luwe lucht
hangt van melk en mest, waar vonk-
spattende kannen van koper staan
op vale 'planken, wat even eigenaar
dig en vreemd staat als 'n breedte
gouden ring aain de gore hand van
een zwerver.
Het leven is heengegaan van eiken
boom, elke struik. Grijze nevelen
warrelen, rijzen op uit de leeggewor
den hoven. Zij zijn wreed, d- ne
velen. Do-oden zij niet de 1. te
lichten van den zomer?
Alles lijkt een droom, een vag
een ijle droom
Door den teeren, geheimzinn igen
avondstond dwalen! onbestemde geu
ren
In een verre schuur loeit af en,
toe schor en ruw "het gevangen vee,
wordt geknars van kettingen verno*
men.
Dan is 't weer stil.'. wonderstiB
Soms komt een nijvere vrouw vafi
eenen drempel dalen om witte doeken,'
weg .te nemen en dan weer te ver
dwijnen als een heilige figuur.
Alleen nog' hier en daar, achtetri
een leegte haag hangen magere ran
ken, gele 'peulen. Maar daar rond
om heen heeft zich de zwarte aarde
blootgewoeld.
Langs den slijkerigen straatweg
komen bange stappen van eenzame
menschen.
En in de verte, door de bonte
schemering1 zakt de avondhemel al-
lengskens open
Alleen ging ik alleen zonder
wensch, door 't wreed© schoon van
die neveltijden.
Toen zag' ik dat de herfst mooi
was, dat elk jaargetijde zijn bekoring
niet mist. Dat de herfst je stemt
tot vrome gedachten.