De Lüie BrooMierij Smakelijk Brood A. VGN DER MÖHLEN Gr. Markt 25 Adverteert in de 1. far! Courant. Sotied Schoenwerk is No. f9. ANEGANG. n Mengelwerk, De Winter in Alaska. De Steelzuchtige. m uitsluitend priie kwaliteit. HERFST. x»x»xxfx x x«xfXf x4 XX Het goedkoopste adres voor H. PiSCAER. x x x*x«xtx»x x KERBVKI J. CARELS voorheen F&wl C. üCaﻩ8*, in WITTE en T8SBCQT GPEPEREIg. Telefoon Ho. S47I. -s HAARLEM s- Afdetliag BENNEBROEK en 0. Dinsdag 23 Nov., des avonds te half 8 bestuursvergadering. Aller op komst gewenscht. Onderafd. Bloemistwerkliedenver. „St. Jeroen". Huishoudelijke vergadering op Dins dag 23 Nov., 'sav. te half 8 uur. Pun ten van behandeling: Bespreking ten toonstelling 1910. Benoeming eener commissie voor de tentoonstelling. In gekomen stukken stukken. Ron'dvraag. Namens het Bestuur, J, v. Bak el, 2e Seer. Afdeeiing LISSE. BondsgebouwBondstraat C 115. Zaterdag 20 Nov., 'sav. van 7—8 uur, zitting Spaarkas. Zondag 21 Nov., leden verg. voor de leden der Propagandacub, om 5 uur. Aller opkomst gewenscht. D i n s d a g-avond repetitie Zang. Namens het Bestuur, A. H. Schrama, Seer Afdeeiing SASSENHEIM en O. Zondag 21 Nov.,. des avonds te 6 uur, vergadering van Land- en tuin- bouwknechts. Aller opkomst dringend gewenscht, daar er een bespreking plaats heeft aangaande het St. Nico- laasfeest. Namens het Bestuur, J. Zandvliet, Seer. Afdeeiing1 BEVERWIJK. BondsgebouwPeperstraat 15. Zaterdag 20 Nov., ,sav. van 7 tot 8 uur zitting der Spaarkas „St. Anto- nius"; van 8 tot 9 uur zitting Spaar kas „St. Nicolaas" en Communiefonds. Mededeelïngen. Op de eerstkomende maandvergade ring, in de maand December, moet de jaarlijksche bestuursverkiezing plaats hebben. Aftredende leden zijn: J. G. de Swart, J. de Goede, J. van der Hoorn, C. Kolsteeg en N. Tromp. Opgave van candidaten wordt inge wacht, op de bekende voorwaarden, bij den Secretaris, tot uiterlijk 5 Dec. a.s. Namens het Bestuur, J. de Goede, Seer. Afdeeiing UITGEEST. Zondag 21 Nov., algemeene verga dering, 's avonds te 7 uur. Punten van behandeling: Opening. Notulen. Ver slag Katholiekendag, door den Eerw. Adviseur. Mededeelingen (zeer belang rijke). Rondvraag. Opkomst dringend verzocht. Namens het Bestuur, P. Twaalfhoven, le Seer. HAARLEM. R. K. Militaire Vereeniging. Zoetestraat 18. Het gebouw is dagelijks geopend, des avonds van 610 uur en op Zon- en Feestdagen den geheelen dag. Sint Jozefsgezellen-Vereeniging. Vereenigingsgebouw Zoetestraat No. 3 Geopend des Zondags van 12-3 en van 5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 urn 's avonds. Liefdewerk: St. Josephs Amb&chts- leerüngen. Zoetestraat (voor jongens van 1317 jaar). Zondagavond van 56 uur Godsdienst onderricht, van 6 tot half 8 gelegenheid tot ontspanning. B. K. Vereeniging tot bescherming van meisjes, gen. „St. Martha. Het Bemiddelingsbureau der Vereeni ging is geopend eiken Dinsdagmiddag van 12- 2 uur, voor betrekkingen als dienstboden enz., Donkere Spnarne 22 alwaar voor R. K. dienstmeisjes wier ouders buiten de stad woonachtig zijn iederen Zondag- en Woensdagavon van 810 ure gelegenheid bestaat tegen de geringe vergoeding van 5 ct. per week haar vrijen tijd aangenaam en gezellig door te brengen. Aanmelding daartoe aan het „Te Hius" op bovengenoemde avonden. „St. Rosa-Veroeniging". Tijdelijk Zoetestraat 12rood. Het Bestuur is te spreken eiken 2en Vrijdag der maand, des avonds tusschen half acht en half negen. Het doel dezer vereeniging isMeisjes uit den dienstbaren stand van 1216- j&rigen leeftijd gratis in het naaien en aanverwante vakken, alsook het knippen, te onderrichten. Het onderwijs wordt gegeven eiken avond der week, uitgenomen den Zater dag, des avonds van half zeven tot half negen. Aangifte van leerlingen tweemaal per jaar op een steeds in dit blad te ver melden datum. St. Elisabethsvereeniging. Inleveren van ziekenbriefjes Maan dagavond tusschen 7 uur en half 9 Woensdag- en Vrijdagmiddag tusschen 1 en 2 uur, Jansstraat 49. Maria-vereeniging. R. K. Vereeniging tot bestrijding van het drankmisbruik vergadert elke twee maanden, hetwelk vooraf in de agenda dezer courant wordt bekend gemaakt. De Mariaver. heeft een onderafdea- ling, Meisjesbond, voor leden van 1116 jaar, die ook tweemaandelijks vergadert op Zondags 'snamidd. 4 uur in 't gebouw St. Bavo, Smedestraat. In de vergadering is gelegenheid zich voor het lidmaatschap te laten inschrij ven; tusschentijds bij het secretariaat der vereeniging Gr. Houtstraat 52. Thans nu er zooveel over de interessant boek verschenen, geti teld: Dwars door Amerika van New-Foundland naar Alaska, door pater Devine. Een boek van 270 b'z. geïllustreerd met talrijke pkotografiën. Als missionaris van Alaska beeft de schrijver twee jaar aan de Be- ringkust doorgebracht en bij ver baalt van zijn ontroerende reizen, wat bij gezien en geleerd heeft van die streek, waar Esquimo's en goud zoekers naast elkaar leven. Eenige bladzijde over „den Win ter in Alaska", ontleenen wij aan dit boek: De eerste felle winter ging zeer langzaam en eentonig voorbij. Men moet een persoonlijke ervaring van acht maanden isolement op de Be- ringkust achter den rug hebben en een kamp van mijnwerkers aan de Noordpool om te weten, wat het winterleven in dien verloren hoek van de wereld is. Drie van de acht maanden gaan in bijna totale duisternis voorbij, zonder in dien tijd over de vlakte en de zee iets anders te zien dan sneeuw en ijs ter dikte van tien a vijftien voet, zonder iets anders te hooren dan het gefluit van den wind en het gehuil der Esquimo- bonden. Tegen bet einde van October worden de nachten langer en zoo donker, dat wij reeds zeer vioeg in den namiddag tot kunstlicht onzen toevlucht moeten nemen. Naarmate bet seizoen vordert, ver korten de dagen zoo snel, dat wij ons met. an^st afvroegen, wanneer dat zou ophouden. In de maand December maakten de duisternissen zulk een bres in den morgen en den avond, dat wij nauwelijks 3 uur dag hadden. Bij het winterbegm op 21 De cember, komt de zon nauwelijks boven den gezichteinder en zinkt spoedig in de Beringzee terugdat was de avonuschemering voor deu Noord poolnacht. Te drie uur 's namiddags was de duisternis compleet, en niets gaf eenig leven aan deze verschrikke lijke eentonigheid tot tien uur in den ochtend, dan het groote elec- triscli verlichte kruis van de spits onzer kerk, welks armen hun glans over Nome verspreiden twintig ach tereenvolgende uren eiken dag. Wat verschrikkelijk lot zou bet zijn, als wij eens in een voortdurenden nacht moesten leven! Wat bet schiereiland Seward be treft, het klimaat is er zeker ruw, toch is het minder koud \Ian de pas aankomenden gelooven. Wanneer wij van een winter in Alaska spreken, laten wij natuurlyk het Zuid-Oostelijk Alaska geheel buiten bespreking. Langs de Yukon- vallei op punten gelegen op de zelfde breedte als Nome, is de tem peratuur zeer laag in den winter. Te Nulato wijst de thermometer 72° Fahrenheit benedpn het nulpunt. Maar iets dergelijks kwam te Nome gedurende mijn verblijf niet voor. In mijn eersten winter teekende de thermometer 44° beneden het vriespunt, slechts eenmaal, hoewel de temperatuur zeer veranderlijk was. Tusschen Kerstmis en Drieko ningen steeg het kwik geen enkele maal boven 30° P. beneden het vriespunt. Niemand scheen acht te slaan op de temperatuur, misschien, om dat er te veel over te zeggen viel. Behalve de breedtegraad zijn er nog andere physieke voorwaarden, die invloed uitoefenen op het kli maat. Verscheidene mijnwerkers hebben mij gezegd, dat de koude van 60° beneden het nulpunt, die zij voel den op de Jukon eu te Kotzbue- Sound, niet meer hygiënische voor zorgen vorderderde dan een koude van 55° of 20° te Quebec en iu de aan zee gelegen provincies noodig maakte. Mm voelt de waarheid van deze bewering, wanneer men de inwo ners confortabel gedurende een lan gen winter ziet leven onder linnen tenten en in hutten alleen verwarmd met kleine gegoten kachels. Te Nome speelden de kinderen in de straten, zelfs wanneer de ther mometer S0® beneden het nulpunt aanwees. Een wandeling in den avond over de toendra op sneeuw- schoenen of skis, bij een tempe ratuur van 30 of 40° en bij kalmen en helderen hemel is tegelijkertijd aangenaam en heilzaam. Van tijd lot tijd slaat men de hand aan zijn neus en aan zijne ooren, om te weten of zij nog op hun gewone nog op hun gewone plaats staan, maar dat is een gevolg van de ge woonte. In 'tkort: er zijn weinig zieken in dit land; de Alaskabewoners zijn er fier op en ik geloof dat het waar is te herhalen, dat Iiud winterklimaat het meest verster kende van de wereld is. Er bestaat slechts gevaar te be vriezen, wanneer die intense koude vergezeld wordt door wind en sneeuwvlagen. Dan moet men eeni ge voorzorgsmaatregelen nemen, want de sneeuwstormen zijn het grootste gevaar van Noordwest Alas ka. De mijnwerkers, die van koude zijn omgekomen onder deze om standigheden, zijn onvoorzichtigen of geheel en al menschen zonder ervaring, die zich gewaagd hebben op paden of heuvels, terwijl zij slechts het voorbeeld van de inboor lingen hadden moeten volgen en in hun schuilplaats hadden moeten blijven; men hoort zeldzaam dat een Esquimo doodgevroren is. De dampkring is zoo droog, dat na een storm er altijd een zeer groote hoe veelheid fijne sneeuwstof is, die op de heuvels opgehoopt blijft. Wan neer de wind blaast, jaagt hij deze sneeuw met een verbazende snel heid voort, vult de lucht met zijn wervelstormen, verblindt de voor bijgangers en bedekt in een oog wenk de voetpaden. Op 50 voet afstand worden de dingen onzichtbaar en onder zulke omstandigheden behoeft de duister nis daartoe niet mede te werken. Men moet zich niet verwonderen, dat alsdan een mijnwerker zijn spoor kwijt raakt, zelfs als hij maar 20 voet van het pad is verwijderd. Na gedurende eenige uren doel loos te hebben rondgedoold in vree- selijken angst want hij weet dat hij verloren is worden zijn voe ten en beenen stijf, en dat is het begin van bet einde. Na een oogenblik valt hij neer om nooit weer op te staan, door den slaap overmand en uitgeput. Ik heb verscheidene mijnwerkers ontmoet, die de verschijnselen van dezen doodsangst hadden onder vonden en die bezweken zouden zijn, als men hun niet ter hulp was gesneld. Zij zullen hun leven lang de herinnering van dien doods angst in die verschrikkelijke oogen- blikken bij zich houden. Zij zagen lichten voor hunne oogen voorbij gaan, maar deze misleidden hen wat den afstand betreft, zij hoorden klokkengelui en soms een heerlijke muziek, die hun het gevaar deed vergeten. Deze aangename gewaarwordin gen vreemd genoeg zijn het gevolg van honger eu uitputting. Wanneer het einde nabij is, ge lijkt de smart van den dood door koude zegt men, op die welke men ondervindt door te sterven door het vuur. Maar deze gewaarwordingen zijn van korten duur: de mijnarbeider valt weldra in slaap en sterft zon der lijden. Ieder jaar zijn er tra gische voorbeelden van zulk om komen door de koude; gedurende de twee winters die ik daar ginds doorbracht, vroren er vier of vijf op het pad dook. Wanneer men door ervaring het klimaat eenmaal kent, dan is daar voor geen gevaar meer. Een ervaren mijnwerker, onder weg verrast, blijft niet tegen den sneeuwstorm kampen. Wanneer bij geen hut of schuilplaats kan be reiken, graaft hij een gat in een sneeuwhoop en wacht tot de storm heeft uitgewoed. Soms moet hij twee of drie dagen in zijn sneeuw-omhulsel blijven, en heeft al den tijd om over de onmacht van den mensch tegenover de woede der natuur na te denken. Alles gaat goed, als hij voedsel bij zich heeft in voldoende hoeveelheid voor dezen tijd van werkeloosheid; maar soms wordt hij overvallen en verrast. Een mijnwerker van Kotzebue- Sound, die ook geneesheer is, ver haalde mij dat'hij door een sneeuw storm was overvallen toen hij zieken be-ocht. Hij groef zich een gat in een lioop sneeuw en bieef er 72 ureD inzitten. De honger drong hem een deel van zijn pels en van zijn schoei sel op te* peuzelen; naar zijn mee ning, had geen voedsel zijn verhe melte zoo aangenaam gestreeld als dit. Een andere mijnwerker was twee jaren later het voorwerp van een nog meer tragisch avontuur. Hij had een beer gedood en diens huid afgestroopt. Een storm brak los, bij rolde zich in de plooien van zijn nieuwe pels; maar hij moest zijn onvoorzichtigheid duur betalen. In enkele uren bevroor de huid van den beer, die pas afgestroopt was, en werd een compacte massa, die den ongeluk kigen arbeider dreigde te verstikken. Zijne makkers vonden hem ge vangen in een ijzerhard rugsenüd en waren gedwongen een bijl -te gebruiken om zijn bijna ontzield lichaam los te hakken. Dokter Sex las is een specialiteit voor steelzuchtigen. Hij heeft met de groot ste nauwgezetheid de zieken bestu deerd, door deze zonderlinge kwaal speelzucht of kleptomanie geheeten, aangetast. De kleptomanie met al haar verscheidenheden, heeft voor hem geen geheimen meer, hij heeft er groote er- ring in verkregen. In een huis, dat hij' te Saint Mande bezit, neemt hij de zieken in pension die men hem toevertrouwt, hij ver laat hen niet, hij slaat hen voortdu rend gade en tracht hen te genezen van hun noodlottigem hartstocht. Hij is een zeer zachte, geduldige dokter, die belang in zijn zieken stelt, die liefde en hart voor hen heeft, hij houdt voor hen een boetepreek of geeft hen vader lijke vermaningen. Hij heeft groot vertrouwen in zijn kunst, hij verricht wonderen. Als de zieken beter worden, gaat hij met hen uit, stelt hen bloot aan beko ringen om hen te beproeven; indien zij nog bezwijken treedt hij tusschen.- beide, neemt hun het gestolen voor werp af, geeft het den eigenaar terug en berispt met zachtheid den schul dige. Hij telt een zeker aantal genezingen. Zijn roem is ver verbreid, uit alle landen komen zieken naar hem toe. Onlangs ontving hij bezoek van een huisvader, die er treurig uitzag. Dokter, zei de bezoeker tot hem. Ik ben markies Lina Croz, ik kom uit Madrid om u te spreken, ik heb uw groote geleerdheid en bèkwaamheiid hooren roemen. Mijn geleerdheid! is zeer gering, onderbrak hem de dokter nederig. Gij zijt een meester in uw' kunst. Ik doe wat ik kan. Gij ziet hier voor u een armen vader, bijna tot wanhoop gebracht; ik heb een dochter, die door de vreese- lijke kwaal is aangetast, waarvan gij studie hebt gemaakt. Het is onbegrijpe lijk, hoe mijn dochter met die vreese- lijke kwaal behept is; zij heeft steeds niets dan goede voorbeelden voor oogen gen gehad, zij heeft een goede opvoe ding genoten, zij is voortdurend be waakt en. nagegaan, iik kan niet be grijpen, hoe die hartstocht in haar ont staan is. De oorzaken zijn vaak ondoor grondelijk, zei de dokter ernstig. Er is iets in haar sterker dan haar wil, dat haar onophoudelijk aan zet, zich voorwerpen toe te eigenen, die haar nieit toebehooren. Zij spreidt daarbij ongelooflijke slimheid, verwonderlijke handigheid en groote vermetelheid ten toon; zij' jaagt mij onophoudelijk schrik aan. Niets kan haar verbeteren, noch verwijten, noch zachtheid, noch geweld. Ik heb alles beproefd. Het geval is ernstig, merkte de docter op. Zij gaat nooit alleen uit, hernam de markies, zij is steeds vergezeld door een Engelsche gouvernante, een zeer ernstige en vertrouwde persoon, die haar voortdurend gadeslaat en bewaakt, en ondanks die voorzorgen, slaat mijne ongelukkige dochter nog vaak haar slag, en dikwijls word ik daardoor in moeilijke en zeer onaangename zaken gewikkeld. In één woord, het is niet langer uit te houden. Ik zou haar in het huwelijk doen treden, maar dit is onmogelijk, zoolang zij niet van haar vreeselijke ziekte genezen is. Men heeft mij aangeraden, naar u te gaan, gij alleen kunt haar redden, naar men mij verzekert. Mijn kind, zeide hij tjot den zieke, gij hebt mijn horloge ontvreemd. Het jonge meisje keek hem met ver wonderd gezicht aan. Ik? Ik heb het niet gezien. Geef het mij terujg, hernam de dokter. Gij vergist u,- zeide zij. Gij alleen hebt hot kunnen doen, gij hebt echter onwetend gehandeld, gehoorzamend aan uw ziekelijke natuur. Ik heb het niet, zoek maar. Spaar mij die moeite. Mylady heeft het horloge ont vreemd, zei hat jonge meisje, het handvaliesje van haar gouvernante openend, kijk maar, voegde zij er bij. Het horloge lag er werkelijk in. Höt is slecht van u, mij te be schuldigen, zei de Engelsche, gij hebt helt horloge in mijn valiesje geborgen. Ja, ik heb hert gedaan, bevestigde hert jonge meisje triomfantelijk, nie mand heeft er iets van gemerkt. Ze zal moeilijker te genezen zijn dan ik dacht, mompelde de dokter. Den volgenden dag ging hij met zijn pensionnai.res uit. Zijn patiënte drukte het verlangen uit, eenige inkoopen te doen in een parfumeriewinkel. Zij trad binnen en vroeg eenige fla cons reukwater. Een bediende legde er eenige op de •toonbank, de dokter sloeg Tie minste beweging der zieke gade. Eensklaps zag hij,dat zij een flacon in haar zak liet glijden. Hij nam haar ter zijde en verweet haar op vaderlijken toon haar fout. Ze ontkende eerst. De dokter haalde toen het fleschje uit haar zak. Het is maar een grap, zei ze een beetje beschaamd. Betaal het en ge kunt het behou den, hernam de dokter. De prijs is zes francs, zei de be diende. De dokter betaalde en gaf het fleschje aan het jonge meisje terug. Neen, zeide zij geheel treurig, nu geef ik er niets meer om. De dokter hield aan. Het is vergeefs,, hernam zij, nu het betaald is», heb ik er gqen pleizier meer in. Om zijne patiënte niet meer aan d.e be koring bloot te stellen, verbood de doktor haar, eenige dagen het huis te verlaten. Toen hij oordeelde/, dat hij het weer kon wagen,, stemde hij er .in. toe haar te laken Uitgaan. De dokter vergezelde haar,, en sloeg haar nauwkeurig gade. Zij gedroeg zich goed. Toen zij thuis gekomen waren, open de zij haar valiesje^ en zei: Kijk eens,, ik heb dat alles we|g- g en om en. Het valiesje was gevuld met allerlei gestolen voorwerpen: kant, juweel ai en andere snuisterijen. Men heeft er niets van gezien, zei zij,, ik ben slim. De dokter was verbaasd. Ge moet alles teruggeven), zei hij. Teruggeveti,, riep zij uit, waarom Ik geef niets tejrug. De dokter belrispite haar. ,Wees verstandig, zei hij, men moet zich nooit dingen toeëigenen die ons niet toebehooren. Dat is strijdig met door gure w indvlagen tusschen lie rozenstruikjes heen onbewust dat ze zoo mal aandoen tegen het zacht- kleurige der late bloemen, met him homngschat, waar geen gonzende bij tjes meer op azen. De kille wind kreunt een eentonig- ruischend afscheidslied tot den voor bijen zomer door de ritselende, ver wrongen bladeren, die straks bij den feilen ruk zullen neerkomen in wei lenden gang op d'aard, op de smalle geharkte grintpaadjes van ons stille, knusse tuintje, waar ze vertrapt worden door onverschillige voeten of tusschen de rozenstruikjes, waar ze worden weggewipt door 'n hark telkens weer, telkens opnieuw, tot dat er geen dooide blaadjes meer zijn en de boom zal rijzen in de Wolketn- hichtejx, qjntdaan van 't loof, onver schillig' in zijn wiir-war van zwie pende twijgen. O, vergankelijkheid. Enkele maanden geledein begroet ten en bejubelden wij uwe herleving" gij! ongekunstenaarde boom»ml, fon teinen van zacht groen, bouquetten van zachten bloesemgeur, concertza len vol hemelsche klanken. Ba nu? Nu beklagen wij u. -^.Nu ligt dat gebladerte als onnut Vuil op het grint, dat gebladerte, waardoor gouden zomerzonnelicht heeft ge stoeid in zorgeloos gedartel, waar de luwe avond op is neergezegen met héél hoog Gods-lieve, troostende sterrekens. Nu ljgt gij daar, bladeren, waar van de groote Gezelle zingt: Daar valt er nog een blad daar nog een, uit de bogen der hooge hemelbalken, en 't idwenscht den onbewogen Oatobermist 't en roert geen wind, geen een, maar 't leken, leken tranen, die men gevallen zou uit weeuende oogen wanen één kerkhof is 't. Met, uw! loof, o hoornen, hebt gij, uw zangers verloren. Zij orgelan nu hun blijden liederen door de verre landen en zij beuren daar ginds m-en- sehenzielen op. In ons stille tuintje, met zijn vier grijze muren, dat brokje natuur- tus schen die huizen en straten is de herfst gfekomen, die is de zachte overgang van den lieven zomer naai den norschen winter. Als 'n fee is de zomer heengegaan» weggevoerd als 't ware door de zil veren draden, waar de lucht mee LEVERT: Ik kan het tenminste beproeven, zei de dokter, ik mag mij gedurende mijne jarenlange practijk op eenig suc ces beroemen; die ziekte is niet altijd ongeneeslijk. Gij laat mij dus nog eenige hoop vroeg de markies verheugd. Ik kan u niets beloven, ik moet haar eerst wat hebben gadegeslagen. Ik zal haar morgen met haar gou verneur bij u zenden, ik zal haar bij u itn pension laten, totdat zij genezen is. 'c zal haar vertrekken laten ge reed \ken, zei de dokter. Wat mij betreft, zei de markies, ik zal mij zoolang te Parijs vestigen, ik zal haar dikwijls komen, opzoeken. I)e markies en de dokter bespraken daarna den prijs van het pension, men kwam overeen, dat in geval van suc ces de markies twaalfhonderd francs aan den dokter zou geven. Den volgenden morgen bracht de on gelukkige vader zijn dochter, een zeer mooi meisje van achttien jaar. De gouvernante vergezelde haar. Bij het zien van zijn patiënte kromp het hart van den goeden tokter van medelijden ineen. Hoe jammer daéht hij, dat zoo iemand met die vreeselijke kwaal behebt is. Na het vertrek van 'den markies stailecrde de dokter zijn pension- naire; daarna onderhield hij1 zich met het jonge meisje. Toen het onderhoud geëindigd was, bemerkte de dokter, dat zijn horloge verdwenen was. de eierste voorschriften der moraal; gij veren oraae: stelt u bloot aan vervolaina. aii weet. doorsponnen en doorwebi is, naar het diepe, groote verleden, naar de oneindige vergetelheid. Heengevlogen is de zomer, be stelt n bloot aan vervolging,, gij weet, dat de diefstal door de wetten gestraft, wojrdt; men zal u met moordenaars en dieven opsluiten, gijj zult voor het gerecht gedaagd en veroordeeld wor,- den tot een onteerenda straf, dat zal een se), de voor u en u,w familie zijn. Niei "Icn,, niet gesnapt, zei het jonge meis, Men hete. M ditmaal niet verrast, een andermaal men u echter op heetordaad betrappen. Welnu, mijn vader zal betalen. De dokter vietrbood opnieuw zijn pa tiënte het huis te verlaten'. Hij ver maande haar etn trachtte haar te doen begrijpen, dat haar ongelukkige harts tocht noodlottige gevolgefn zou hebben'. Zij luisterde zwijgend toe. Hij deed haar beloven niet weer opnieuw te hegmnen en Wletcf haar verbieden uit te gaa'n. Op een namid dag moest hij de stad uif, hij ven- trouwde zijn pati'nëta aan de gouver nante toe en b'evall haar ed over haar te waken. Toie'n de d er des avonds terugkeerde, was h' /eer verbaasd te hooren, dat de .e, ondanks zijn verbod, met haai ,uv,ernante was uit gegaan'. Toen hij echter zijn kantoor binnen trad, was hij echter nog meer verwon derd hier alles ten onderste boven te vinden; verscheidene voorwerpen van waarde waren verdwenen; zijn secre taire was opengebroken en een bedrag van dertig duizend francs, die hij er onlangs in gelegd had, was er uit ont vreemd. Do dokter begaf zich aanstonds naar den markies Lina-Croz, naar het adres dat hij had gegeven; hij was er echter onbekend. De markies, zijn dochter en de gouvernante waren een trio geraffineer de oplichters. Thuis komend vond de dokter een brief van den volgenden inhoud; „Waarde dokter! Ik neem mijn dochter terug, neem het mij niet kwalijk, dat ik de twaalf honderd francs niet betaal, zij' is niet genezen." In ons stille stadstuintje met zijin schaarsche roode en witte roo&ktens en zijn laaggekronkelde begonia's van vreemde kleuren met hun goud gele harten waart iets weemoedigs, iets droefgeestigs, iets pijnlijk-droo- meruds Over de lage muren der naburige tuinen ritselen en huppelen ie brons kleurige bladeren der beomen hun treurd'lijk 'n yein kinderzieltje» dat is uitverkoren om nu reeds te wonen in het land der eeuwige lente, in het land van den grooten Schepper* De herfst is gekomen, zwaait zijn' scepter met gedruisch en gebulder door de stervende natuur. Herfst. De weiden dorren..,, 't .Wordt koud.Het vee gaat naar de warme muffe stallen, \vaar de luwe lucht hangt van melk en mest, waar vonk- spattende kannen van koper staan op vale 'planken, wat even eigenaar dig en vreemd staat als 'n breedte gouden ring aain de gore hand van een zwerver. Het leven is heengegaan van eiken boom, elke struik. Grijze nevelen warrelen, rijzen op uit de leeggewor den hoven. Zij zijn wreed, d- ne velen. Do-oden zij niet de 1. te lichten van den zomer? Alles lijkt een droom, een vag een ijle droom Door den teeren, geheimzinn igen avondstond dwalen! onbestemde geu ren In een verre schuur loeit af en, toe schor en ruw "het gevangen vee, wordt geknars van kettingen verno* men. Dan is 't weer stil.'. wonderstiB Soms komt een nijvere vrouw vafi eenen drempel dalen om witte doeken,' weg .te nemen en dan weer te ver dwijnen als een heilige figuur. Alleen nog' hier en daar, achtetri een leegte haag hangen magere ran ken, gele 'peulen. Maar daar rond om heen heeft zich de zwarte aarde blootgewoeld. Langs den slijkerigen straatweg komen bange stappen van eenzame menschen. En in de verte, door de bonte schemering1 zakt de avondhemel al- lengskens open Alleen ging ik alleen zonder wensch, door 't wreed© schoon van die neveltijden. Toen zag' ik dat de herfst mooi was, dat elk jaargetijde zijn bekoring niet mist. Dat de herfst je stemt tot vrome gedachten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 11