Moeder en Mtrtsliris
Spaarbank-Controle.
Nieuws uit de Bollen
streek en de Meer.
Gemengde Buitenlandsche berichten
In het Novembernummer van. He
Economist" komt eeu [belangwek
kend artikel van de hand des beereu
H. J. Hagelen te Arnhem voor, over
bovenstaand onderwerp handelend-:
Controle van Spaarbanken door
buitenstaanden komt mij zóó noodig
voor en zóózeer jn het belang van
publiek als van de bank zelf, dat
ik mij niet weerhouden kan om hier
en daar uit deze studie een greep
te doen.
De heer Hagelen, die een groot
voorstander van deskundige spaar-
bankcontröle is en, naar ik meen
hier geen oratio pro domo gehou
den heeft, wijl het nog zoo weinig
hier ten lande invoeren daarvan, aan
den tegenzin der bestuurders om de
gewone wegen te verlaten, uit hunne
liefde voor hun taak, welke lust
geworden is om alles zelf te doen,
om al het werk kosteloos te doen
geschieden en dap. door menschep,
die financieel zóó hoog staan( F) dat
gevaar voor fraude uitgesloten is.
Ook acht hij zeker een weinig
„regentendom" de [reden van het
tegenhouden van maatregelen, die
alom in de meeste zaken worden
ingevoerd, van verbeteringen, die
zeker allereerst bij zulke vertxou-
wensinrichtingen, als spaarbanken
zijn, moesten worden aangenomen.
Dat tegenhouden van „al die nieu
wigheden" heeft ook ten gevolge dat
piet alleen administratief, doch ook
technisch nog ,veel aan het spaar-
[bankbedrijf ten onzent ontbreekt en
terecht zegt de heer Hagelen dat
als men de blikken eens vestigde
op wat elders geschiedt, dit dan on
middellijk in hejjj oog zal vallen.
Dat dit geen overdrijving is, leert
het rapport „de [Rechtskundige vor
men van Spaarbanken enz. in Ne
derland" waarin wordt' getuigd dat
„de spaarbanken in het algemeen
nog te veel in eigen kringetje op
gesloten zijn en dat de voordeelen
veel grooter zouden zijn als méér
werd gedaan dan eens kennisnemen
van de rijksstatistiek eig soms, van
wederzijdsche verslagen."
Het stemt dan ook eenigszins wre
velig dat men zich weder tot het
Buitenland wenden moet om op eene
flinke, krachtige organisatie van dit
onderdeel der volkswelvaart te kun
nen wijzen. De schrijver haalt dan
ook als model, de spaarbank in het
kleine ambt Burgwedel met 12000
inwoners aan.
„"Wier den Pfennig nicht ehirt, ist
den Taler nicht wert" en „wo die
Henne picht sciharrt, so gut als der
Hahn, da ist alle Arbeit umsonst
ge than.staat als attribuut op het
eigen, heel mooie gebouw met eigen
[bibliotheek, lees en wachtkamer en
centrale verwarming, der, daar in
Ün 1870 opgerichte, spaarbank.
De inlage kan eiken werkdag van
93 geschieden. Het te goed der
inleggers bedraagt 6 millioen mark!
De heer Hagelen vraagt waar
men zich ten onzent een spaarbank
in eene gemeente van 12000 inwo
ners kgn voorstellen, w'aar men het
den spaarders zoo gemakkelijk
maakt en waar zulk een opgewekt
sp a ar b an kle ven bestaat 1
Spaarbanken in dergelijke plaat
sen ten onzent (doch ook in veel
grootere, getuige Haarlem zelf) zijn
om maar iets te noemen, slechts een
of een paar uur per week geopend.
E)n "bestaan er, zooals in Berg-
wedel, schoolspaaxbanken, spaar-
tmsjes en sub-kantoren, alles ten
einde de menschep bijna tot sparen
te dwingen F Men dénkt er immers
niet aan!
Dan, weer terugkomend Cp hét ad
ministratief toezicht, betoogt het
artikel dat de vrees om veilige kosten
te maken plus het regentendom, oor
zaak is dat, toen het Hoofdbestuur
van het Nut, na de catastrofe van
Ide Spaarbank te Tenboer, aan de de
partementale spaarbanken in ons
land, het invoeren van deskundige
controle adviseerde, de daarop ont
vangen antwoorden meerendeels
hierop neerkwamen„dat men niet
over wilde gaan tot salarieering van
wien dan ook uit de fondsen der
spaarbank, die met geduld en jaren
lange toewijding tot heden gratis
Wordt .bediend", welke zinsnede, uit
ee!n der antwoorden genomen, eepje
prachtige illustratie is van een der
oorzaken van het kwijnend bestaan
van vele spaarbanken.
Zeker, heet het dan elders, als
mén het bedrijf op zich zelf be
schouwt, dan kan men het ,,tocli wel
aardig" vinden en zeer tevreden zijn
dan ook gewoonlijk de bestuurders
als het karretje langs de oude we
gen voortrolt, als men het beeld van
„voortrollen" tenminste voor den
feitelijken toestand mag bezigen.
[Maar om die genoegelijke tevre
denheid te behouden, moet men zich
dan ook maar bepalen tot het be
schouwen Vgn het bedrijf op zich zelf
en zich zorgvuldig onthouden va,n
vergelijkingen. Daarbij zou dan im
mers worden bemerkt dat de bestuur
ders niet hebben uitgezien dat de
taak der spaarbanken een veel om
vangrijker kan zijndat, behalve aan
het directe sparen, men ook in tal
van richtingen ter verbreiding der
spaaridee kan werkzaam zijn.
De Duitsche spaarbanken hebben
het van den aanvang af a,ls een'
hunner gewichtigste werkzaamhe
den, misschien wel als de gewich
tigste beschouwd, de regelmatig
weerkeerende vrijwillige controle te
bevorderen als zijnde de eenvoudig
ste weg om fraude te voorkomen, al
dus het vertrouwen in de spaarban
ken te bestendigen en eene verdere
ontwikkeling Van het spaarbankwe
zen in overeenstemming met de
eischen des tijds overal op gelijke
wijze mogelijk te maken.
De deskundige treedt hier dus niet
alleen als controleur doch ook als
adviseur op, wat- overeenstemt met
het oordeel vau den Voorzitter van
het Congres van afgevaardigden van
spaarbankbesturen in Nederland, op
3 Juni .1909 gehouden, die van mee
ning was, dat de accountant moet
optreden zoowel als controleur als
ock als adviseur.
Maar, is de waalrde van eene con
trole, op deze wijze ingericht, wel
in overeenstemming met de kosten
ervan
Ook hierop geeft de schrijver be
scheid, als jhij er op wijst dat in
Duitschland op de vergaderingen
der diverse Spaarbonden opgemerkt
werd dat bij de meerderheid der
banken de meénilng bestond, dat ha.re
inrichting volkomen goed was, om
dat de betreffende besturen en be
ambten ervan overtuigd Waren, ge-
streeft te hebben naar een zoo vol
maakt mogelijke inrichting hunner
bank.
Niet alleen echter bestondén' er
gebreken in het bekeer, doch ook in
het bedrijf en in de boekhouding.
Men staat er versteld van a;ls men
hoort in hoevele opzichten de admi
nistratie niet aan de eiscbein beant
woordde, die men aan een spaarbank-
bedrijf stellen moet.
Dat overigens het invoeren van
financieel® controle niet zoo mis-
plaatst was, blijkt wel uit het feit
dat in 1905 in Hannover 7 gevallen
van verduistering en vervalsdhing
werden ontdekt; doch ook daar
waar de controle alles riehtig vindt,
zal zij' zeker preventief werken en
zoodoende, heel wat ellende voorko
men en van het grootste gewicht
zijn voor de bestendiging van den
goeden naam der spaarbanken en
het vertrouwen dat het publiek in
die inrichtingen heeft.
Dat men niet bang behoeft te zijn
dat bij het invoeren van deskundige
controle direct zulke veranderingen
zullen worden ingevoerd, die „de
Belangstelling der bestuurders doetn
verminderen'^!) ook hierop wijst de
schrijver.
Zeer terecht zegt hij dat het voor
een ervaren controleur vrij1 onver
schillig is, welke wijze van beschou
wing hij vindt, want zoo gemakke
lijk als hij in de nieuwe boeken
met hun nieuwe getallen den weg
vindt, zoo gauw1 voelt hij ziéh. ook
in de oude systemen thuis, alleen
dan ook als hij bevindt dat het oude
totaal niet aan de eischen beant
woordt, dan zal hij voorstellen tot
wijziging doen.
Dat deskundige controle dan ook
een reusachtig suclcies heeft, leert het
verslag over 1908, waarbij wordt op
gemerkt „dat overal met sympathie
wordt ingegaan op. de voorslagen
van den [Revisor en hét is teeke
nend misschien hog wel het meest
daar, w'aar bijzonder goede spaar -
bankmannen zitten
Tot zoover het artikel van den
heer Hagelen.
(Weinig is hier m.i. aan toe te
voegen. (Wjaar de Staat waarborgt
„zonder eenig voorbehoud" de te
ruggave van alle in de Eijkspost
spaarbanken gedaine inlagen, én dit
menschelijkerw'ijs gesproken ook al
tijd kan nakome|n, daar is het een
dure plicht van alle bijzondere spaar
banken zich met alle mogelijke
waarborgen te omringen opdat het
publiek daarin, eene zelfde garantie
vinde.
Dat hieraan te,n onzent nog heel
wat ontbreekt, zal voor een ieder,
die slechts even om zich ziet, vol
komen duidelijk zijn.
J. O®. LUCAS.
Apachen in het leger.
Er is in den laatsten tijd sterk ge
klaagd over het gehalte van de man
schappen, die in de laatste jaren in
het Fransche leger werden ingelijfd.
Niet minder dan 10.000 individuen, die
wegens ernstige vergrijpen zijn veroor
deeld, hebben dit jaar hun burger
pakje verwisseld met de uniform en
met gerechtvaardigde bezorgdheid vra
gen tal van ouders zich af, of de dage-
lijksche omgang met het schuim der
maatschappij, niet van noodlottigen in
vloed zal zijn op hun zoons, die even
eens do uniform dragen en aan wier
opvoeding zij zooveel zorg en moeite
hebben besteed. Dat die vrees niet on
gegrond is, blijkt weder uit hetgeen
Maandag j.l. te Brest is geschied. Vijf
soldaten van het Ge regemiment kolo
niale infanterie, waarbij er een was,
die reeds vijf veroordeelingen achter
den rug had, waren 's nachts over den
muur der kazerne te Pontanezen ge
klommen» en hadden zich naar Brest
begeven. Daar ontmoetten zij een an
deren soldaat, die eenige dagen bij zijn
familie had doorgebracht, en dus, zoo-
als zij vermoedden, met een goed ge-
spekten buidel was teruggekomen.
Zij drongen er bij dezen makker op
aan hen te trakteeren, hetgeen hij dan
ook na eenig aarzelen deed. Samen be
zochten zij nip verschillende herber
gen, en werden natuurlijk hoe langer
hoe luidruchtiger. Het werd den ver
lofganger ten slotte te kras; hij wei
gerde verder te betalen, en toen de
kastelein nu zag, dat er niets meer te
verdienen was, wist hij de soldaten
met een. zacht lijntje naar buiten te
krijgen. Buiten gekomen haalde plot
seling een der woestelingen een scheer
mes voor den dag en gaf den soldaat,
die den geheel en avond de vertering
had betaald, een diepe snede over het
gelaat, waarop de anderen den gewon
de aangrepen, ter aarde wierpen en
leegschudden. Toen namen zij! de vlucht.
Eenige straten verder ontmoetten zij
een schoenmaker, die een vergadering
had bijgewoond. Zij grepen "den niets
kwaads vermoedenden man aan en een
der soldaten sneed hem met een scheer
mes den neus af. Gelukkig voorkwam
toen de politie verdere wandaden van
de apachen, door hen zoo spoedig mo
gelijk achter slot en grendel te bren
gen.
Misdaad.
In het Posensche dorpje Boguslawiec
is een schrikkelijke misdaad gepleegd
op een hoeve, die het gezin van den
landbouwer Waschilewski hewoonde.
Een buurman ging, toen de bewoners
niet te voorschijn kwamen, op het erf
kijken en deed de deur open. Toen hij
de deur van de huiskamer opende, zag
hij overal bloedsporen en lijken liggen
esn ook een bijl, waarmede het misdrijf
blijkbaar gepleegd was. De wachtmees
ter van de gendarmerie werd ijlings
gehaald en nu ontdekte men, dat in
het geheel acht menschen vermoord
warende man, ide vrouw, de vader
van de vrouw en vijf kinderen. Zater
dag ontbood de justitie ijlings twee
politiehonden met een speurder uit
Graudenz. De eene politie-hond werd
vastgehouden, 'de andere liep dadelijk
het veld in, maar verloor het spoor
weer, daar hot veld pas was omge
ploegd. Bij ,een ploeg, met welken een
van de twee broeder Soltysiak, zwagers
van den vermoorden boei', gewerkt had,
vond de hond het spoor terug en daar
na liep hij op een van de Soltysiak's
toe. De andere Soltysiak was in de
naburige stad Pleschen. Beiden zijn
als de vermoedelijke moordenaars van
hun eigen vader, hun zwager, hun zus
ter en vijf neefjes en nichtjes in hech
tenis genomen.
Men, had dadelijk gemeend, da,t de
moordenaars goede bekenden waren
geweest, omdat geen van de buren den
bandrekel had hooren aanslaan. De
twee broeders Soltysiak hadden tegen
hun vader en hun zwager een proces
gevoerd en verloren. Uit wraak daar
over hebben zij het geheele gezin in
zijn slaap verrast en omgebracht. De
kinderen, die van 4 tot 14 jaar oud
waren,, moeten de booswichtera eerst
met de bijl bewusteloos geslagen en
hun daarna het hoofd afgehouwen heb
ben.
,Een opzienbarende vergiftigingszaak
heeft zich te Ween en voorgedaan. Door
een onbekende zijn postpakketten met
cyankalium-pillen gezonden aan veertig
officieren. Er was een gebruiksaanwij
zing bij, waarin aan de pillen een
krachtgevende werking werd toegekend
De; pillen waren tienmaal zoo sterk als
noodig is om een mensch te doodem.
Alleen de kapitein van dan generalen
staf Mader heeft van de pillen gebruik
gemaakt en hij is dan ook overleden.
Men denkt dat het een daad van een
krankzinnige of een daad van een niet
bevorderde is.
Gerechte straf.
De Senaat van de Bonnsche hooge-
school, heeft besloten, het bekende stu
dentencorps „Borussia", waarvan alle
Hohenzollernsche prinsen in hun stu
die-tijd deel uitmaken en dat alleen de
bloem van den Pruisischcm adel onder
zijne leden opneemt, voor het loopendo
stemester te „schorsen". Dit beteekcnt
natuurlijk, dat het corps zich bij aca
demische plechtigheden en andere ge
legenheden niet mag laten vertegen
woordigen. In Juni had een lid van het
corps zich bij een feestelijkheid te
Mehlen, zeer ruw tegen eeai ambtenaar
van de politie gedragen. Dientengevolge
ontving het corps een strenge waarscliu
wing, waaraan de bedreiging geknoopt
was, dat het corps geschorst zou wor-
zou worden, wanneer weer iets derge
lijks mocht voorkomen. Eenige dagen
geleden gaven de Bprussen nieuwen
aanstoot. Borussen en „eemjarigen" van
het Bonnsche regiment huzaren dron
gen 's nachts met geweld de woning
van den onder-officier Feitli binnen en
mishandelden hem. Was dit ergerlijke
voorval niet zoo kort pp de waarschu
wing gevolgd, dan zou men nog goe
dertierenheid jegens het corps betracht
hebben. Maar nu vond de Senaat de
maat vol en achtte het oogenblik ge
komen, om het corps, dat zelfs den
Keizer onder zijne „oude heeren" telt,
op voorbeeldige wijze te straffen. Ver
dere onaangename gevolgen heeft de
mishandeling van Feith echter noch
voor de Borussen), noch voor de met
hen verbonden „eenjarigen" gehad. De
krijgsraad heeft de beklaagden vrijge
sproken, omdat de getuigen te vaag
ini hun verklaringen waren.
Volgeps de „Lokal-Anzeiger", is de
reden, voor Feith's mishandeling ge
weest, dat hij als lid van. een Katho
liek studentencorps niet had willen
duelleer era
Do kerkvervolging in Frankrijk.
De Fransche minister-president, heeft
in het debat over de Begrooting den
schoolstrijd te pas brengende, verklaard
bij de verdediging van de staatsschool
de kinderen des volks zóó te zullen
beschermen, dat Üe regeering daarbij
ook „voorzorgen zal nemen in het be
lang der kinderen op de bijzondere
scholen", dat zij tot in die „bijzonde
re scholen zal „doordringen".
Ziedaar, hetgeen de „Univers* te
recht noemt een „oorlogsverklaring aan
de bijzondere scholen"! „Hij (Briand),
zal in de bijzondere scholen doordrin
gen om er huiszoeking te doen, om er
materiaal te verzamelen, hetwelk, ver
wrongen en vervalscht, zal moeten die
nen om een reeks van lasteringen en
vervolgens een acte van beschuldiging
op te maken. Dan zal men de bijzon
dere scholen gaan sluiten, eerst hier
en daar, en later in het groot. Briand'
heeft beloofd „documenten" te zullen
overleggen, waarmede men een groot
schandaal zal organiseeren. De regee
ring is, wat dergelijke werkjes betreft,
zeer handig. Zij houdt ervan en heeft
die wijzja tegen de bijzondere scholen
alle!en dfiarvan slag. Briand hoopt or
hetgeen hij „waarborgen" noemt. Dit
woord in zijn mond bevat alle bedrei
gingen en alle laagheden. De kalmee
ring der geesten neemt inderdaad een
fraaie wending! Het verbluffende hier
bij is dat de minister van dezen uitval
tegen de bijzondere scholen niet eens
voldoende rekenschap heeft gegeven.
Het ging immers over iets geheel an
ders. Over de belastingen. Doch
Briand zat in de verlegenheid. Hij
moest zich een meerderheid verzeke
ren en nam daarom zijn toevlucht tot
het opwekken van den stompzinnigen
anti-godsdienstigen hartstocht. Het mid
del heeft onfeilbaar gewerkt. De vrij
denkers-politiek kan zich slechts staan
de houden door de prikkeling der meest
lage hartstochten, waarvan de tegen
woordige ministers de slaven zijn.
LiaSB.
Bu-K. Kiesvereeniging.
Maandagavond (men zie ons kort be
richt van gisteren) hield de R.-K. Kies
vereeniging een algemeen® ledetnverga
dering. De groote bovenachterzaal van
het hotel „De Witte Zwaan", was tot
in de uiterste hoeken gevuld. Nadat
de vergadering met den gewonen Chris
telijken groet was geopend, deelde de
Voorzitter' het doel der vergadering
mede en zeide dat deze belegd was
in verband met het besluit der laat
ste vergadering, weshalve hij voorstel
de, direct over te gaan tot het kiezen
van een nieuw bestuur.
De heer Pluger stelde voor om voor-
loopig maar een bestuur te kiezen van
vijf leden welke dan onderling de
functiën zouden verdeden en dan later
er nog vier bij te kiezen. Dit kon ech
ter volgens het laatst genomen besluit
niet, zeide de voorzitter, weshalve men
overging tot stemmen. Van de gele
genheid om eenige namen te noemen
als candidaten werd geen gebruik ge
maakt. Uitgebracht werden 157 stem
men. Dat uit deze stemming een men
gelmoes van namen te voorschijn
kwam laat zich begrijpen, temeer, daar
de oude bestuursleden opnieuw hadden
verklaard in géén geval een nieuwe
benoeming te zullen aanvaarden.
Uitgebracht werden op de heeren L.
Onderwater 95 stemmen, Plluger 85 st.,
N. Dames 84 st., J. A. Wensveen 81
st., J. Pijnakker 80 st., zoodat bij eerste
stemming deze vijf met een overgroote
meerderheid waren gekozen. De hee
ren Onderwater en Dames maakten
bezwaar tegen deze benoeming. De
voorzitter stelde voor dat de gekozen
leden als voorloopig bestuur zouden
fungeeren en dan later het bestuur
aangevuld zou worden. De voorzitter
wenschte direct het nieuwe bestuur zit
ting te doen nemen om de leiding op
zich te nemen en de agenfclh verder
al te werken.
Hiertegen had het nieuwe bestuur
echter bezwaren.
Na een breedvoerige discussie stalde
de Zeereerw. heer Pastoor voor, dat het
de taak was van hot oude bestuur, de
agenda af le werken. Hiertoe werd
besloten.
Ingekomen was een schrijven van d«
A. R. Kiesvereeniging om medewerking
van onze vereeniging bij de gemeente
raadsverkiezing voor hun candidaat des
heer ,W. v. Aalst.
Een candidaatlijst was ingekomen
voor den Hoogedelgeboren heer Graaf
J. van Lijnden.
In afwijking met het reglamrenï werd
nog gelegenheid gegeven alsnog candi
daten in te leveren waarvan echter
geen gebruik werd gemaakt zoodat een
stemming plaats had tusschen de hee
ren \V. J. van Aalst en Graaf J. van
Lijnden.
Aan deze stemming mochten enkel
zij maar deelnemen die kiezers waren
voor de Gemeenteraad.
Er werden uitgebracht 114 geldige
stemmen, waarvan verkregen Graaf van
Lijnden 89 en W. van Aalst 25 stem
men, zoodat gekozen was Graaf van
Lijnden.
Met een verpletterende meerderheid
is dus Graaf van Lijnden de candidaat
der R. K. Kiesvereeniging.
De voorzitter verzocht tevens dat de
vereeniging zou toonen bij de verkie
zing dat het haar ernst was met deze
canididaatstelling.
Na zijn medebestuursleden bedankt
te hebben- voor de prettige samenwer
king en na tevens de hoop te hebben
uitgesproken, dat de vereeniging moge
groeien en bloeien onder het nieuwe
bestuur, sloot de voorzitter op de ge
bruikelijke wijze de vergadering.
Gemeenteraad.
Door een als gewoonlijk beknopte
agenda bijeengeroepen, waren de
B,aadsleden gisterenmorgen bijeenge
komen voor een lange zitting, waar
de gemeentebegrooting de hoofdscho
tel der op te disschen spijzen zou
vormen.
[W ij maakten reeds gisteren va' i
een ideel der zitting beknopt melding
langs tele grafische n weg in dit blad.
Hieronder volgt een gedetailleerd
verslag.
Behoudens de vacature [Waren allen
aanwezig.
Al dadelijk, zonder lezing der no
tulen, ging mén over tot behandeling
der gemeentebegrooting.
Deze begroeting is reeds door eeh
Commissie nagezien.
Hui s v;ergoedin g voor veld
wachters.
Ingevolge hun verzoek stellen BI
en' [Wj. voor, aan de veld wachters
Kaas en jWjllemse f130 te geven
voor vergoeding van woninghuur.
Vermolen evenwel niet, daar deze
vrije woning heeft.
De Commissie zag liever, om een
jnisten toestand te krijgen, dat Ver
molen ook de woningvergoeding
krijgt en dat hij dan de huur aan de
gemeente teruggeeft.
De heer Prins vindt dit onbil
lijk. Aan Vermolen is de woning
verhuurd voor f 100. Moet die huur
nu in eens f 30 hooger worden Dat
de andere veldwachters nu iin een
duurdere woning gaan wonen, moet
daarom Vermolen daar de dupe van
worden Spr. vindt het in strijd met
de wét, nu in eens de huur van f 100
op f 130 te brengen. Men zegge dan
eerst Vermolen de huur op en be-
pale daarna de huur op f 130.
De heer Lefèbre meent dat de
heer Prins te ver gaat. De huur
van 't huis is nog niet bepaald.
De heer v. Graven zag liever
't salaris verhoogd.
De Voorzitter vond dit biet
wenschelijk. i
De heer Veldhuizen v. Zan
ten vond het niets erg. TUat is er
tegen om de huur te brengen van
f 100 op f130 F
De V o o- r z i t, t e r wilde dan lie
ver de f130 als maximum vastge
steld zien en het verschil in huur
en toelage aan Vermeulen uitkeeren.
De heer v. d. H e y vond de verhoo
ging ongelijk. Kaas en iWillemse
krijgen dus f 55 verhooging en Ver
malen niets of f30.
't Voorstel werd verworpen met 6
tegen 3 stemmen.
Het voorstel van [B. én jWl werd
daarna aangenomen.
Vermeerdering van looh
FEUILLETON
33)
„En a,an die bedreiging zou dan
ock Eeine Pehhoët, de kamepter, me
deplichtig geweest moeten zijn, niet
waar F"
„Juist".
„Welnu, laat ik je een raad ge
ven."
„Heel graag."
„Ben je voornemens terstond je
praetijk weer te hervatten F"
„Neen. Ik heb behoefte om mij
eens flink te ontspannen en ga Pa
rijs voor eenigen tijd verlaten."
„Welnu, ga dan naar Gaseogne.
[Op Mauvezin zult ge, nu Madeleine
er niet meer is, een ka,lme gastvrij
heid kunnen genieten. Wij zijn er
beiden opgevoed, en je aanwezigheid
daar ter plaatse zal bij niemand ver
wondering wekken. La,at bovendien
iedereen weten dat ge komt om Ma
deleine's onschuld aan het licht te
brengen. Stel u in verbinding met de
justitie aldaar, maar in het ge
heim en zonder er iemand iets van
te zeggen, moet ge een onderzoek
instellen riaar hetgeen mevrouw de
Mondragon in de laatste dagen ge
daan heeft. Ge moet te weten trach
ten te komen, op welken dag zij het
kasteel Magalas verlaten heeft om
naar Parijs te gaan; en als bewezen
kan worden dat zij dagen vóór haar
schijnbare aankomst te Parijs uit
Magalas vertrokken is, moet gij on
derzoeken waar zij' dien tijd heeft
doorgebracht. André Basoou zal je
helpen. Ge kunt dan verder een
bekwaam advocaat raadplegen of ge
niet een tegen beschuldiging kunt in
brengen, waardoor althans de moge
lijkheid da,t een ander dan Madeleine
de schuldige is, wordt aangetoond."
Balmond stond op.
„Binnen een uur ben ik' op 'wieg
naar Gaseogne", sprak hij.
„De express naar het Zuiden ver
trekt pas van avond om acht uur",
antwoordde Charles, en hield zijn
broeder bij den arm terug. „Er
blijft dus nog tijd genoeg over om
u a.an den aartsbisschop v<?or te
stellen. Ge moet hem bedanken voor
de levendige belangstelling, die hij
in uw lot getoond heeft en voor
al hetgeen hij deed om je invrijheid
stelling te bevorderen. Daarna moet
ge hem uw plannen blootleggen en
hem om raad vragen. Met zijn helder
oordeel en zijn ondervinding zal hij
je nog menigen nuttigen wenk kun
nen geven."
„Ge hebt gelijk," antwoordde Bui-
mond, „maar ik verlang er zoo naar
Madeleine te hulp te snellen, mij te
gaan wijden aan het groote werk
van haar bevrijding."
„Doe het zonder overijling," ried
Charles, „en ga nu eerst mee naar
den aartsbisschop."
DEEDE DEELl
I. In eenzame afzonde
ring-
Madeleine de C'ypières scheen in
haar ongeluk dagelijks grooter en
verhevener te worden. Al werd de
beproeving dagelijks zwaarder, nooit
kwam er een hard woord over haar
lippen, geen enkele ma,al kreeg zij
een' aanval van toorn of wraakzucht.
Wél schreide zij dikwijls en her
haaldelijk vond men haar in diepe,
bittere overpeinzingen verzonken.
„Jai, uw1 toestand is inderdaad ver
schrikkelijk, mevrouw; de markie
zin," sprak op zekeren dag een der
verpleegsters, toen ze haar zoo
schreiend vond zitten.
Madeleine sidderde en keek naar
de spreekster op. Zon die vrouw
met ha,ar strenge gelaat haar óók
schuldig achten F
„Ik ben inderdaad diep ongeluk
kig," antwoordde ziji, „mijn echtge
noot gestorven, mijn kindje ver van
mij', en dan die afschuwelijke
beschuldiging
„En drukt u dan niets anders F"
„Zeg1 mij of het niet genoeg, niet
duizendmaal te veel is voor wie haar
geweten zuiver weet!"
De groote Waardigheid, maar ook
de 'diepe smart, die uit deze woor
den spraken, brachten de verpleeg
ster in verwarring, en ook bij
haar kwam de gedachte op als bij
zooveel apderen„Een vrouw met
zulk een edel gelaat en van zoo
edele openhartigheid kan toch geen
giftmengster zijn
De rechter van instructie, door Ma
deleine's grootheid van ziel buiten
zich zelve gebracht, .besloot einde
lijk tot iederen prijs zijn slag te
slaan.
„Dus gij weigert uwe misdaad te
bekennen", vroeg hij.
„Ik heb geen misdaad begaan",
was het eenvoudige rustige ant
woord.
„Een openhartige bekentenis is
het eenige wat uw toestand nog ver
beteren .kan", drong Grenter aan.
„Wje onschuldig is, heeft niets
te bekennen", hield de jonge vrouw
vol.
„En mijnheer de C'ypières heeft
u aangeklaagd in een brief, die ge
heel door hem zelf geschreven is!"
„Die afschuwelijke beschuldiging
hebt ge reeds op den dag mijner ge
vangenneming uitgesproken, maar ik
geloof u niet, nu niet en nooit!"
Buiten zich zelf van ongeduld,
haalde de rechter nu den brief te
voorschijn en reikte haar dien zon
der een woord te spreken over. Ma
deleine doorliep het schrijventwee
groote tranen rolden o ver haar wan
gen, en zij! gaf den brief aan den
rechter terug, fluisterend„Wat
heeft hij! veel moeten lij de» om zulk
een onwaarheid te kunnen sehirij
ven
De hechter Van instructie verliet
haai-, en Madeleine zonk uitgeput op
een stoel neder. Maar eensklaps ver
anderde de uitdrukking y,an haar
gelaat»
„Ei- echuiLt een geheim onder dit
alles", zeide ze b;j zichzelf. „Maar
wie zal mij den sleutel er toe geven F
Als ik er tijdens het leven van Ho-
race maar eenig vermoeden van ge
had had, zou ik nu niet hier zijn,
machteloos, bijna onteerd en geschei
den van mijn kind!"
Door een geweldige inspanning
Van haai- geheugen trachtte ze tot
de geringste voorvallen toe uit de
laatste dagen van het leven van den
markies- zich weer voor den geest
te brengen. Ze herinnerde zich hoe
Horace, van den aanval zijner lever
ziekte hersteld, voornemens was naar
Gaseogne te vertrekken, en den
volgenden dag plotseling weer zieker
was dan ooit. Van dat oogenblik
af wist ze zich alles weer te bin
nen te brengen tot a,an de komst
van Clara en het vreesielijke oogen
blik da.t ze haar echtgenoot koud en
als verstijfd te bed vond liggen. Met
wat een liefde had zij toen getracht,
hem tot het leven terug te roepen!
En zelfs nog vóór hij de spraak weer
terug gekregen had, had immers de
innige druk van zijn hand haar ge
zegd dat heel zijn vertrouwen, zijn
achting en liefde voor haar weer te
ruggekeerd waren. Keen, op dat
ocgenblik had hij stellig niet meer
a,an haar schuld geloofd.
Integendeel, want zijn eerste woor
den, toen hij Baimond en haar over
zich heen gebogen had gezien, wa
ren immers geweest; „O beminde
vrouw, verlaat mij toch niet meer!"
Maar vanwaar die plotselinge, als
om bescherming vragende tecderheid
toen. Vanwaar die rauwe schrik- en
angstkreetEn Madeleine voelde bij
die ernstige overpeinzingen de ze
kerheid in zich toenemen, dat de
markies wezenlijk de giftmengster
gezien had. En voor de eerste
maal kwam er een gevoel van groote
bitterheid bij haar op, toen ze er over
nadacht, dat de schuldige in vrijheid
rondging en haar wetens en willens
onschuldig in de gevangenis liet
zuchten
Maar als de markies de giftmeng
ster gezien had, als hij dus de schul
dige kende, waarom had hij haar
naam dan niet bekend gemaaktHij'
'moést toch begrepen hebben, in hoe
groot gevaar hij vrouw en kind
bracht door dien naam te verzwij
gen.!
(Wordt vervolgd
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™f.!P5J!£D