Moeder en Mtrtsliris Spaarbank-Controle. Nieuws uit de Bollen streek en de Meer. Gemengde Buitenlandsche berichten In het Novembernummer van. He Economist" komt eeu [belangwek kend artikel van de hand des beereu H. J. Hagelen te Arnhem voor, over bovenstaand onderwerp handelend-: Controle van Spaarbanken door buitenstaanden komt mij zóó noodig voor en zóózeer jn het belang van publiek als van de bank zelf, dat ik mij niet weerhouden kan om hier en daar uit deze studie een greep te doen. De heer Hagelen, die een groot voorstander van deskundige spaar- bankcontröle is en, naar ik meen hier geen oratio pro domo gehou den heeft, wijl het nog zoo weinig hier ten lande invoeren daarvan, aan den tegenzin der bestuurders om de gewone wegen te verlaten, uit hunne liefde voor hun taak, welke lust geworden is om alles zelf te doen, om al het werk kosteloos te doen geschieden en dap. door menschep, die financieel zóó hoog staan( F) dat gevaar voor fraude uitgesloten is. Ook acht hij zeker een weinig „regentendom" de [reden van het tegenhouden van maatregelen, die alom in de meeste zaken worden ingevoerd, van verbeteringen, die zeker allereerst bij zulke vertxou- wensinrichtingen, als spaarbanken zijn, moesten worden aangenomen. Dat tegenhouden van „al die nieu wigheden" heeft ook ten gevolge dat piet alleen administratief, doch ook technisch nog ,veel aan het spaar- [bankbedrijf ten onzent ontbreekt en terecht zegt de heer Hagelen dat als men de blikken eens vestigde op wat elders geschiedt, dit dan on middellijk in hejjj oog zal vallen. Dat dit geen overdrijving is, leert het rapport „de [Rechtskundige vor men van Spaarbanken enz. in Ne derland" waarin wordt' getuigd dat „de spaarbanken in het algemeen nog te veel in eigen kringetje op gesloten zijn en dat de voordeelen veel grooter zouden zijn als méér werd gedaan dan eens kennisnemen van de rijksstatistiek eig soms, van wederzijdsche verslagen." Het stemt dan ook eenigszins wre velig dat men zich weder tot het Buitenland wenden moet om op eene flinke, krachtige organisatie van dit onderdeel der volkswelvaart te kun nen wijzen. De schrijver haalt dan ook als model, de spaarbank in het kleine ambt Burgwedel met 12000 inwoners aan. „"Wier den Pfennig nicht ehirt, ist den Taler nicht wert" en „wo die Henne picht sciharrt, so gut als der Hahn, da ist alle Arbeit umsonst ge than.staat als attribuut op het eigen, heel mooie gebouw met eigen [bibliotheek, lees en wachtkamer en centrale verwarming, der, daar in Ün 1870 opgerichte, spaarbank. De inlage kan eiken werkdag van 93 geschieden. Het te goed der inleggers bedraagt 6 millioen mark! De heer Hagelen vraagt waar men zich ten onzent een spaarbank in eene gemeente van 12000 inwo ners kgn voorstellen, w'aar men het den spaarders zoo gemakkelijk maakt en waar zulk een opgewekt sp a ar b an kle ven bestaat 1 Spaarbanken in dergelijke plaat sen ten onzent (doch ook in veel grootere, getuige Haarlem zelf) zijn om maar iets te noemen, slechts een of een paar uur per week geopend. E)n "bestaan er, zooals in Berg- wedel, schoolspaaxbanken, spaar- tmsjes en sub-kantoren, alles ten einde de menschep bijna tot sparen te dwingen F Men dénkt er immers niet aan! Dan, weer terugkomend Cp hét ad ministratief toezicht, betoogt het artikel dat de vrees om veilige kosten te maken plus het regentendom, oor zaak is dat, toen het Hoofdbestuur van het Nut, na de catastrofe van Ide Spaarbank te Tenboer, aan de de partementale spaarbanken in ons land, het invoeren van deskundige controle adviseerde, de daarop ont vangen antwoorden meerendeels hierop neerkwamen„dat men niet over wilde gaan tot salarieering van wien dan ook uit de fondsen der spaarbank, die met geduld en jaren lange toewijding tot heden gratis Wordt .bediend", welke zinsnede, uit ee!n der antwoorden genomen, eepje prachtige illustratie is van een der oorzaken van het kwijnend bestaan van vele spaarbanken. Zeker, heet het dan elders, als mén het bedrijf op zich zelf be schouwt, dan kan men het ,,tocli wel aardig" vinden en zeer tevreden zijn dan ook gewoonlijk de bestuurders als het karretje langs de oude we gen voortrolt, als men het beeld van „voortrollen" tenminste voor den feitelijken toestand mag bezigen. [Maar om die genoegelijke tevre denheid te behouden, moet men zich dan ook maar bepalen tot het be schouwen Vgn het bedrijf op zich zelf en zich zorgvuldig onthouden va,n vergelijkingen. Daarbij zou dan im mers worden bemerkt dat de bestuur ders niet hebben uitgezien dat de taak der spaarbanken een veel om vangrijker kan zijndat, behalve aan het directe sparen, men ook in tal van richtingen ter verbreiding der spaaridee kan werkzaam zijn. De Duitsche spaarbanken hebben het van den aanvang af a,ls een' hunner gewichtigste werkzaamhe den, misschien wel als de gewich tigste beschouwd, de regelmatig weerkeerende vrijwillige controle te bevorderen als zijnde de eenvoudig ste weg om fraude te voorkomen, al dus het vertrouwen in de spaarban ken te bestendigen en eene verdere ontwikkeling Van het spaarbankwe zen in overeenstemming met de eischen des tijds overal op gelijke wijze mogelijk te maken. De deskundige treedt hier dus niet alleen als controleur doch ook als adviseur op, wat- overeenstemt met het oordeel vau den Voorzitter van het Congres van afgevaardigden van spaarbankbesturen in Nederland, op 3 Juni .1909 gehouden, die van mee ning was, dat de accountant moet optreden zoowel als controleur als ock als adviseur. Maar, is de waalrde van eene con trole, op deze wijze ingericht, wel in overeenstemming met de kosten ervan Ook hierop geeft de schrijver be scheid, als jhij er op wijst dat in Duitschland op de vergaderingen der diverse Spaarbonden opgemerkt werd dat bij de meerderheid der banken de meénilng bestond, dat ha.re inrichting volkomen goed was, om dat de betreffende besturen en be ambten ervan overtuigd Waren, ge- streeft te hebben naar een zoo vol maakt mogelijke inrichting hunner bank. Niet alleen echter bestondén' er gebreken in het bekeer, doch ook in het bedrijf en in de boekhouding. Men staat er versteld van a;ls men hoort in hoevele opzichten de admi nistratie niet aan de eiscbein beant woordde, die men aan een spaarbank- bedrijf stellen moet. Dat overigens het invoeren van financieel® controle niet zoo mis- plaatst was, blijkt wel uit het feit dat in 1905 in Hannover 7 gevallen van verduistering en vervalsdhing werden ontdekt; doch ook daar waar de controle alles riehtig vindt, zal zij' zeker preventief werken en zoodoende, heel wat ellende voorko men en van het grootste gewicht zijn voor de bestendiging van den goeden naam der spaarbanken en het vertrouwen dat het publiek in die inrichtingen heeft. Dat men niet bang behoeft te zijn dat bij het invoeren van deskundige controle direct zulke veranderingen zullen worden ingevoerd, die „de Belangstelling der bestuurders doetn verminderen'^!) ook hierop wijst de schrijver. Zeer terecht zegt hij dat het voor een ervaren controleur vrij1 onver schillig is, welke wijze van beschou wing hij vindt, want zoo gemakke lijk als hij in de nieuwe boeken met hun nieuwe getallen den weg vindt, zoo gauw1 voelt hij ziéh. ook in de oude systemen thuis, alleen dan ook als hij bevindt dat het oude totaal niet aan de eischen beant woordt, dan zal hij voorstellen tot wijziging doen. Dat deskundige controle dan ook een reusachtig suclcies heeft, leert het verslag over 1908, waarbij wordt op gemerkt „dat overal met sympathie wordt ingegaan op. de voorslagen van den [Revisor en hét is teeke nend misschien hog wel het meest daar, w'aar bijzonder goede spaar - bankmannen zitten Tot zoover het artikel van den heer Hagelen. (Weinig is hier m.i. aan toe te voegen. (Wjaar de Staat waarborgt „zonder eenig voorbehoud" de te ruggave van alle in de Eijkspost spaarbanken gedaine inlagen, én dit menschelijkerw'ijs gesproken ook al tijd kan nakome|n, daar is het een dure plicht van alle bijzondere spaar banken zich met alle mogelijke waarborgen te omringen opdat het publiek daarin, eene zelfde garantie vinde. Dat hieraan te,n onzent nog heel wat ontbreekt, zal voor een ieder, die slechts even om zich ziet, vol komen duidelijk zijn. J. O®. LUCAS. Apachen in het leger. Er is in den laatsten tijd sterk ge klaagd over het gehalte van de man schappen, die in de laatste jaren in het Fransche leger werden ingelijfd. Niet minder dan 10.000 individuen, die wegens ernstige vergrijpen zijn veroor deeld, hebben dit jaar hun burger pakje verwisseld met de uniform en met gerechtvaardigde bezorgdheid vra gen tal van ouders zich af, of de dage- lijksche omgang met het schuim der maatschappij, niet van noodlottigen in vloed zal zijn op hun zoons, die even eens do uniform dragen en aan wier opvoeding zij zooveel zorg en moeite hebben besteed. Dat die vrees niet on gegrond is, blijkt weder uit hetgeen Maandag j.l. te Brest is geschied. Vijf soldaten van het Ge regemiment kolo niale infanterie, waarbij er een was, die reeds vijf veroordeelingen achter den rug had, waren 's nachts over den muur der kazerne te Pontanezen ge klommen» en hadden zich naar Brest begeven. Daar ontmoetten zij een an deren soldaat, die eenige dagen bij zijn familie had doorgebracht, en dus, zoo- als zij vermoedden, met een goed ge- spekten buidel was teruggekomen. Zij drongen er bij dezen makker op aan hen te trakteeren, hetgeen hij dan ook na eenig aarzelen deed. Samen be zochten zij nip verschillende herber gen, en werden natuurlijk hoe langer hoe luidruchtiger. Het werd den ver lofganger ten slotte te kras; hij wei gerde verder te betalen, en toen de kastelein nu zag, dat er niets meer te verdienen was, wist hij de soldaten met een. zacht lijntje naar buiten te krijgen. Buiten gekomen haalde plot seling een der woestelingen een scheer mes voor den dag en gaf den soldaat, die den geheel en avond de vertering had betaald, een diepe snede over het gelaat, waarop de anderen den gewon de aangrepen, ter aarde wierpen en leegschudden. Toen namen zij! de vlucht. Eenige straten verder ontmoetten zij een schoenmaker, die een vergadering had bijgewoond. Zij grepen "den niets kwaads vermoedenden man aan en een der soldaten sneed hem met een scheer mes den neus af. Gelukkig voorkwam toen de politie verdere wandaden van de apachen, door hen zoo spoedig mo gelijk achter slot en grendel te bren gen. Misdaad. In het Posensche dorpje Boguslawiec is een schrikkelijke misdaad gepleegd op een hoeve, die het gezin van den landbouwer Waschilewski hewoonde. Een buurman ging, toen de bewoners niet te voorschijn kwamen, op het erf kijken en deed de deur open. Toen hij de deur van de huiskamer opende, zag hij overal bloedsporen en lijken liggen esn ook een bijl, waarmede het misdrijf blijkbaar gepleegd was. De wachtmees ter van de gendarmerie werd ijlings gehaald en nu ontdekte men, dat in het geheel acht menschen vermoord warende man, ide vrouw, de vader van de vrouw en vijf kinderen. Zater dag ontbood de justitie ijlings twee politiehonden met een speurder uit Graudenz. De eene politie-hond werd vastgehouden, 'de andere liep dadelijk het veld in, maar verloor het spoor weer, daar hot veld pas was omge ploegd. Bij ,een ploeg, met welken een van de twee broeder Soltysiak, zwagers van den vermoorden boei', gewerkt had, vond de hond het spoor terug en daar na liep hij op een van de Soltysiak's toe. De andere Soltysiak was in de naburige stad Pleschen. Beiden zijn als de vermoedelijke moordenaars van hun eigen vader, hun zwager, hun zus ter en vijf neefjes en nichtjes in hech tenis genomen. Men, had dadelijk gemeend, da,t de moordenaars goede bekenden waren geweest, omdat geen van de buren den bandrekel had hooren aanslaan. De twee broeders Soltysiak hadden tegen hun vader en hun zwager een proces gevoerd en verloren. Uit wraak daar over hebben zij het geheele gezin in zijn slaap verrast en omgebracht. De kinderen, die van 4 tot 14 jaar oud waren,, moeten de booswichtera eerst met de bijl bewusteloos geslagen en hun daarna het hoofd afgehouwen heb ben. ,Een opzienbarende vergiftigingszaak heeft zich te Ween en voorgedaan. Door een onbekende zijn postpakketten met cyankalium-pillen gezonden aan veertig officieren. Er was een gebruiksaanwij zing bij, waarin aan de pillen een krachtgevende werking werd toegekend De; pillen waren tienmaal zoo sterk als noodig is om een mensch te doodem. Alleen de kapitein van dan generalen staf Mader heeft van de pillen gebruik gemaakt en hij is dan ook overleden. Men denkt dat het een daad van een krankzinnige of een daad van een niet bevorderde is. Gerechte straf. De Senaat van de Bonnsche hooge- school, heeft besloten, het bekende stu dentencorps „Borussia", waarvan alle Hohenzollernsche prinsen in hun stu die-tijd deel uitmaken en dat alleen de bloem van den Pruisischcm adel onder zijne leden opneemt, voor het loopendo stemester te „schorsen". Dit beteekcnt natuurlijk, dat het corps zich bij aca demische plechtigheden en andere ge legenheden niet mag laten vertegen woordigen. In Juni had een lid van het corps zich bij een feestelijkheid te Mehlen, zeer ruw tegen eeai ambtenaar van de politie gedragen. Dientengevolge ontving het corps een strenge waarscliu wing, waaraan de bedreiging geknoopt was, dat het corps geschorst zou wor- zou worden, wanneer weer iets derge lijks mocht voorkomen. Eenige dagen geleden gaven de Bprussen nieuwen aanstoot. Borussen en „eemjarigen" van het Bonnsche regiment huzaren dron gen 's nachts met geweld de woning van den onder-officier Feitli binnen en mishandelden hem. Was dit ergerlijke voorval niet zoo kort pp de waarschu wing gevolgd, dan zou men nog goe dertierenheid jegens het corps betracht hebben. Maar nu vond de Senaat de maat vol en achtte het oogenblik ge komen, om het corps, dat zelfs den Keizer onder zijne „oude heeren" telt, op voorbeeldige wijze te straffen. Ver dere onaangename gevolgen heeft de mishandeling van Feith echter noch voor de Borussen), noch voor de met hen verbonden „eenjarigen" gehad. De krijgsraad heeft de beklaagden vrijge sproken, omdat de getuigen te vaag ini hun verklaringen waren. Volgeps de „Lokal-Anzeiger", is de reden, voor Feith's mishandeling ge weest, dat hij als lid van. een Katho liek studentencorps niet had willen duelleer era Do kerkvervolging in Frankrijk. De Fransche minister-president, heeft in het debat over de Begrooting den schoolstrijd te pas brengende, verklaard bij de verdediging van de staatsschool de kinderen des volks zóó te zullen beschermen, dat Üe regeering daarbij ook „voorzorgen zal nemen in het be lang der kinderen op de bijzondere scholen", dat zij tot in die „bijzonde re scholen zal „doordringen". Ziedaar, hetgeen de „Univers* te recht noemt een „oorlogsverklaring aan de bijzondere scholen"! „Hij (Briand), zal in de bijzondere scholen doordrin gen om er huiszoeking te doen, om er materiaal te verzamelen, hetwelk, ver wrongen en vervalscht, zal moeten die nen om een reeks van lasteringen en vervolgens een acte van beschuldiging op te maken. Dan zal men de bijzon dere scholen gaan sluiten, eerst hier en daar, en later in het groot. Briand' heeft beloofd „documenten" te zullen overleggen, waarmede men een groot schandaal zal organiseeren. De regee ring is, wat dergelijke werkjes betreft, zeer handig. Zij houdt ervan en heeft die wijzja tegen de bijzondere scholen alle!en dfiarvan slag. Briand hoopt or hetgeen hij „waarborgen" noemt. Dit woord in zijn mond bevat alle bedrei gingen en alle laagheden. De kalmee ring der geesten neemt inderdaad een fraaie wending! Het verbluffende hier bij is dat de minister van dezen uitval tegen de bijzondere scholen niet eens voldoende rekenschap heeft gegeven. Het ging immers over iets geheel an ders. Over de belastingen. Doch Briand zat in de verlegenheid. Hij moest zich een meerderheid verzeke ren en nam daarom zijn toevlucht tot het opwekken van den stompzinnigen anti-godsdienstigen hartstocht. Het mid del heeft onfeilbaar gewerkt. De vrij denkers-politiek kan zich slechts staan de houden door de prikkeling der meest lage hartstochten, waarvan de tegen woordige ministers de slaven zijn. LiaSB. Bu-K. Kiesvereeniging. Maandagavond (men zie ons kort be richt van gisteren) hield de R.-K. Kies vereeniging een algemeen® ledetnverga dering. De groote bovenachterzaal van het hotel „De Witte Zwaan", was tot in de uiterste hoeken gevuld. Nadat de vergadering met den gewonen Chris telijken groet was geopend, deelde de Voorzitter' het doel der vergadering mede en zeide dat deze belegd was in verband met het besluit der laat ste vergadering, weshalve hij voorstel de, direct over te gaan tot het kiezen van een nieuw bestuur. De heer Pluger stelde voor om voor- loopig maar een bestuur te kiezen van vijf leden welke dan onderling de functiën zouden verdeden en dan later er nog vier bij te kiezen. Dit kon ech ter volgens het laatst genomen besluit niet, zeide de voorzitter, weshalve men overging tot stemmen. Van de gele genheid om eenige namen te noemen als candidaten werd geen gebruik ge maakt. Uitgebracht werden 157 stem men. Dat uit deze stemming een men gelmoes van namen te voorschijn kwam laat zich begrijpen, temeer, daar de oude bestuursleden opnieuw hadden verklaard in géén geval een nieuwe benoeming te zullen aanvaarden. Uitgebracht werden op de heeren L. Onderwater 95 stemmen, Plluger 85 st., N. Dames 84 st., J. A. Wensveen 81 st., J. Pijnakker 80 st., zoodat bij eerste stemming deze vijf met een overgroote meerderheid waren gekozen. De hee ren Onderwater en Dames maakten bezwaar tegen deze benoeming. De voorzitter stelde voor dat de gekozen leden als voorloopig bestuur zouden fungeeren en dan later het bestuur aangevuld zou worden. De voorzitter wenschte direct het nieuwe bestuur zit ting te doen nemen om de leiding op zich te nemen en de agenfclh verder al te werken. Hiertegen had het nieuwe bestuur echter bezwaren. Na een breedvoerige discussie stalde de Zeereerw. heer Pastoor voor, dat het de taak was van hot oude bestuur, de agenda af le werken. Hiertoe werd besloten. Ingekomen was een schrijven van d« A. R. Kiesvereeniging om medewerking van onze vereeniging bij de gemeente raadsverkiezing voor hun candidaat des heer ,W. v. Aalst. Een candidaatlijst was ingekomen voor den Hoogedelgeboren heer Graaf J. van Lijnden. In afwijking met het reglamrenï werd nog gelegenheid gegeven alsnog candi daten in te leveren waarvan echter geen gebruik werd gemaakt zoodat een stemming plaats had tusschen de hee ren \V. J. van Aalst en Graaf J. van Lijnden. Aan deze stemming mochten enkel zij maar deelnemen die kiezers waren voor de Gemeenteraad. Er werden uitgebracht 114 geldige stemmen, waarvan verkregen Graaf van Lijnden 89 en W. van Aalst 25 stem men, zoodat gekozen was Graaf van Lijnden. Met een verpletterende meerderheid is dus Graaf van Lijnden de candidaat der R. K. Kiesvereeniging. De voorzitter verzocht tevens dat de vereeniging zou toonen bij de verkie zing dat het haar ernst was met deze canididaatstelling. Na zijn medebestuursleden bedankt te hebben- voor de prettige samenwer king en na tevens de hoop te hebben uitgesproken, dat de vereeniging moge groeien en bloeien onder het nieuwe bestuur, sloot de voorzitter op de ge bruikelijke wijze de vergadering. Gemeenteraad. Door een als gewoonlijk beknopte agenda bijeengeroepen, waren de B,aadsleden gisterenmorgen bijeenge komen voor een lange zitting, waar de gemeentebegrooting de hoofdscho tel der op te disschen spijzen zou vormen. [W ij maakten reeds gisteren va' i een ideel der zitting beknopt melding langs tele grafische n weg in dit blad. Hieronder volgt een gedetailleerd verslag. Behoudens de vacature [Waren allen aanwezig. Al dadelijk, zonder lezing der no tulen, ging mén over tot behandeling der gemeentebegrooting. Deze begroeting is reeds door eeh Commissie nagezien. Hui s v;ergoedin g voor veld wachters. Ingevolge hun verzoek stellen BI en' [Wj. voor, aan de veld wachters Kaas en jWjllemse f130 te geven voor vergoeding van woninghuur. Vermolen evenwel niet, daar deze vrije woning heeft. De Commissie zag liever, om een jnisten toestand te krijgen, dat Ver molen ook de woningvergoeding krijgt en dat hij dan de huur aan de gemeente teruggeeft. De heer Prins vindt dit onbil lijk. Aan Vermolen is de woning verhuurd voor f 100. Moet die huur nu in eens f 30 hooger worden Dat de andere veldwachters nu iin een duurdere woning gaan wonen, moet daarom Vermolen daar de dupe van worden Spr. vindt het in strijd met de wét, nu in eens de huur van f 100 op f 130 te brengen. Men zegge dan eerst Vermolen de huur op en be- pale daarna de huur op f 130. De heer Lefèbre meent dat de heer Prins te ver gaat. De huur van 't huis is nog niet bepaald. De heer v. Graven zag liever 't salaris verhoogd. De Voorzitter vond dit biet wenschelijk. i De heer Veldhuizen v. Zan ten vond het niets erg. TUat is er tegen om de huur te brengen van f 100 op f130 F De V o o- r z i t, t e r wilde dan lie ver de f130 als maximum vastge steld zien en het verschil in huur en toelage aan Vermeulen uitkeeren. De heer v. d. H e y vond de verhoo ging ongelijk. Kaas en iWillemse krijgen dus f 55 verhooging en Ver malen niets of f30. 't Voorstel werd verworpen met 6 tegen 3 stemmen. Het voorstel van [B. én jWl werd daarna aangenomen. Vermeerdering van looh FEUILLETON 33) „En a,an die bedreiging zou dan ock Eeine Pehhoët, de kamepter, me deplichtig geweest moeten zijn, niet waar F" „Juist". „Welnu, laat ik je een raad ge ven." „Heel graag." „Ben je voornemens terstond je praetijk weer te hervatten F" „Neen. Ik heb behoefte om mij eens flink te ontspannen en ga Pa rijs voor eenigen tijd verlaten." „Welnu, ga dan naar Gaseogne. [Op Mauvezin zult ge, nu Madeleine er niet meer is, een ka,lme gastvrij heid kunnen genieten. Wij zijn er beiden opgevoed, en je aanwezigheid daar ter plaatse zal bij niemand ver wondering wekken. La,at bovendien iedereen weten dat ge komt om Ma deleine's onschuld aan het licht te brengen. Stel u in verbinding met de justitie aldaar, maar in het ge heim en zonder er iemand iets van te zeggen, moet ge een onderzoek instellen riaar hetgeen mevrouw de Mondragon in de laatste dagen ge daan heeft. Ge moet te weten trach ten te komen, op welken dag zij het kasteel Magalas verlaten heeft om naar Parijs te gaan; en als bewezen kan worden dat zij dagen vóór haar schijnbare aankomst te Parijs uit Magalas vertrokken is, moet gij on derzoeken waar zij' dien tijd heeft doorgebracht. André Basoou zal je helpen. Ge kunt dan verder een bekwaam advocaat raadplegen of ge niet een tegen beschuldiging kunt in brengen, waardoor althans de moge lijkheid da,t een ander dan Madeleine de schuldige is, wordt aangetoond." Balmond stond op. „Binnen een uur ben ik' op 'wieg naar Gaseogne", sprak hij. „De express naar het Zuiden ver trekt pas van avond om acht uur", antwoordde Charles, en hield zijn broeder bij den arm terug. „Er blijft dus nog tijd genoeg over om u a.an den aartsbisschop v<?or te stellen. Ge moet hem bedanken voor de levendige belangstelling, die hij in uw lot getoond heeft en voor al hetgeen hij deed om je invrijheid stelling te bevorderen. Daarna moet ge hem uw plannen blootleggen en hem om raad vragen. Met zijn helder oordeel en zijn ondervinding zal hij je nog menigen nuttigen wenk kun nen geven." „Ge hebt gelijk," antwoordde Bui- mond, „maar ik verlang er zoo naar Madeleine te hulp te snellen, mij te gaan wijden aan het groote werk van haar bevrijding." „Doe het zonder overijling," ried Charles, „en ga nu eerst mee naar den aartsbisschop." DEEDE DEELl I. In eenzame afzonde ring- Madeleine de C'ypières scheen in haar ongeluk dagelijks grooter en verhevener te worden. Al werd de beproeving dagelijks zwaarder, nooit kwam er een hard woord over haar lippen, geen enkele ma,al kreeg zij een' aanval van toorn of wraakzucht. Wél schreide zij dikwijls en her haaldelijk vond men haar in diepe, bittere overpeinzingen verzonken. „Jai, uw1 toestand is inderdaad ver schrikkelijk, mevrouw; de markie zin," sprak op zekeren dag een der verpleegsters, toen ze haar zoo schreiend vond zitten. Madeleine sidderde en keek naar de spreekster op. Zon die vrouw met ha,ar strenge gelaat haar óók schuldig achten F „Ik ben inderdaad diep ongeluk kig," antwoordde ziji, „mijn echtge noot gestorven, mijn kindje ver van mij', en dan die afschuwelijke beschuldiging „En drukt u dan niets anders F" „Zeg1 mij of het niet genoeg, niet duizendmaal te veel is voor wie haar geweten zuiver weet!" De groote Waardigheid, maar ook de 'diepe smart, die uit deze woor den spraken, brachten de verpleeg ster in verwarring, en ook bij haar kwam de gedachte op als bij zooveel apderen„Een vrouw met zulk een edel gelaat en van zoo edele openhartigheid kan toch geen giftmengster zijn De rechter van instructie, door Ma deleine's grootheid van ziel buiten zich zelve gebracht, .besloot einde lijk tot iederen prijs zijn slag te slaan. „Dus gij weigert uwe misdaad te bekennen", vroeg hij. „Ik heb geen misdaad begaan", was het eenvoudige rustige ant woord. „Een openhartige bekentenis is het eenige wat uw toestand nog ver beteren .kan", drong Grenter aan. „Wje onschuldig is, heeft niets te bekennen", hield de jonge vrouw vol. „En mijnheer de C'ypières heeft u aangeklaagd in een brief, die ge heel door hem zelf geschreven is!" „Die afschuwelijke beschuldiging hebt ge reeds op den dag mijner ge vangenneming uitgesproken, maar ik geloof u niet, nu niet en nooit!" Buiten zich zelf van ongeduld, haalde de rechter nu den brief te voorschijn en reikte haar dien zon der een woord te spreken over. Ma deleine doorliep het schrijventwee groote tranen rolden o ver haar wan gen, en zij! gaf den brief aan den rechter terug, fluisterend„Wat heeft hij! veel moeten lij de» om zulk een onwaarheid te kunnen sehirij ven De hechter Van instructie verliet haai-, en Madeleine zonk uitgeput op een stoel neder. Maar eensklaps ver anderde de uitdrukking y,an haar gelaat» „Ei- echuiLt een geheim onder dit alles", zeide ze b;j zichzelf. „Maar wie zal mij den sleutel er toe geven F Als ik er tijdens het leven van Ho- race maar eenig vermoeden van ge had had, zou ik nu niet hier zijn, machteloos, bijna onteerd en geschei den van mijn kind!" Door een geweldige inspanning Van haai- geheugen trachtte ze tot de geringste voorvallen toe uit de laatste dagen van het leven van den markies- zich weer voor den geest te brengen. Ze herinnerde zich hoe Horace, van den aanval zijner lever ziekte hersteld, voornemens was naar Gaseogne te vertrekken, en den volgenden dag plotseling weer zieker was dan ooit. Van dat oogenblik af wist ze zich alles weer te bin nen te brengen tot a,an de komst van Clara en het vreesielijke oogen blik da.t ze haar echtgenoot koud en als verstijfd te bed vond liggen. Met wat een liefde had zij toen getracht, hem tot het leven terug te roepen! En zelfs nog vóór hij de spraak weer terug gekregen had, had immers de innige druk van zijn hand haar ge zegd dat heel zijn vertrouwen, zijn achting en liefde voor haar weer te ruggekeerd waren. Keen, op dat ocgenblik had hij stellig niet meer a,an haar schuld geloofd. Integendeel, want zijn eerste woor den, toen hij Baimond en haar over zich heen gebogen had gezien, wa ren immers geweest; „O beminde vrouw, verlaat mij toch niet meer!" Maar vanwaar die plotselinge, als om bescherming vragende tecderheid toen. Vanwaar die rauwe schrik- en angstkreetEn Madeleine voelde bij die ernstige overpeinzingen de ze kerheid in zich toenemen, dat de markies wezenlijk de giftmengster gezien had. En voor de eerste maal kwam er een gevoel van groote bitterheid bij haar op, toen ze er over nadacht, dat de schuldige in vrijheid rondging en haar wetens en willens onschuldig in de gevangenis liet zuchten Maar als de markies de giftmeng ster gezien had, als hij dus de schul dige kende, waarom had hij haar naam dan niet bekend gemaaktHij' 'moést toch begrepen hebben, in hoe groot gevaar hij vrouw en kind bracht door dien naam te verzwij gen.! (Wordt vervolgd NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™f.!P5J!£D

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5