De Lflxe Broodbakkerij
Smakelijk Brood
KRÜISSTEAAT 3,
Mulderf Roggebloem
Banketbakker,
Groote Houtstraat 102.
F. P. Maehielse,
Soiied ScluHWcrk is
No. 19.
a^EGASG. 1
A. VON DER MÖHLEN Gr. Markt 25 Z'ïlïïnÜfV:
BEST BROOD
Onderzoekalle
dingen.
R' v.d.WERF,
Spaarnwouderstraat 8
van uitsluitend prima kwaliteit.
Mengelwerk.
't KLOKSKE.
Gelukkig doof te zijn
Adverteniiên.
Brandverzekering
Maatschappij O O
J. P MAAS
Electrische luxe-broodbakkerij
J.SMIT, SMEDESTRAAT 45
Lood", Zink- en Leibedekking
Houtcement- en Mastikbedekking
Behangerij - Stoffeerderij
HYPOTHtEK- EN
CREDIETAANVRAGEN
HEBBRI J. CftRELS
voorheen Paul O- fC&aïaer,
LEVERT:
Het goedkoopste adres voor
ES. PISCAER. p
Specialiteit in WITTE en TRICOT GOEDEREN, ROKKEN en BLOUSES.
Beeldhouwer,
over de nieuwe Kath. St. Bavo.
Beelden, Kerkmeubelen,
Grafmonumenten, enz.
Hout, Steen- en Marmer.
BEKROOND MET
2 EEREPB1JZEN EN
3 GOUDEN ivïEDAiLLES
TELEFOON 876.
Gas- en Waterleiding. -
Electrische Schellen.
i. J. BONÜRIUS,
Zoetestraat 8, Telefoon 849.
HAARLEMSCHE
KANTOOR TE HAARLEM
Heomt proef met
16 cent per pakje van K.G., bij
ajle voornaamste winkeliers
verkrijgbaar.
Onder scheikundige controle van
Or. VAN HAMEL ROOS en HARMENS
FABRIKANT:
J. G. MULDERiJ ZAANDAM-
(Firma HOEKSEMA,)
Telefoon No. 137.
FRANS ERDTSIECK,
KRUISSTRAAT No. 2.
°ialisme en. hoe is het ontstaan?" Toe-
Sftng voor alle Katholieken, entrée 5 ct.
heden van den Ned. R.-K. Volksbond,
J Schoten en O. vrije toegang.
Leden van de Kath. Kiesveraeniging
c''oierkwartier hebben vrije toegang
•I3 vertoon van bewijs van lidmaat
schap der kiesvereeniging.
Namens het Bestuur,
R Burger, Secr,
Afdeeling VELSEN en O.
bondag 28 Nov., zal in do Kerk
Van den H. Joseph, te Wijkeroog, tot
Ylering van ons patroonsfeest de Vroeg-
""s, waaronder algemeene Communie,
v°or onze leden worden opgedragen.
Gegadigden worden er aan herinnerd,
~.at de inschrijvingsbiljetten, ter pach
ting
van het nieuwe BoncLsgebouw, be
paald vóór den len December a.s. bij
afdeellngs,secretaris moeten zijn in-
Seleverd.
Het bestellen van jaarboekjes 1910
*an alsnog geschieden vóór 1 December
a-s. bij de bestuursleden of bij den
■ode.
Namens het Bestuur,
TH. VERKOOIJEN, Secr.
Afdeeling LISSE.
bondsgebouw: Bondstraat C 115.
Zaterdag 27 Nov., 'sav. van 7—8
vnr, zitting Spaarkas en van; 7 tot kwart
▼oor 8 uur, zitting Spaarkas,
Dinsdag-avond repetitie Zang.
Binnenkort beginnen de ontwikke-
Httgsavonden. Vragen kunnen van
af in de bus worden geworpen,
door den Eerw. adviseur dan zoo
■hogelijk zullen beantwoord worden.
Een beleefd verzoek, om hiervan
zooveel mogelijk gebruik te maken.
Namens het Bestuur,
A. H, S c h r a m a, Secr
HAARLEM.
8. K. Militaire Vereeniging.
Zoetestraat 13.
Het gebouw is dagelijks geopend, dei
Avonds van 610 uur en op Zon- en
feestdagen den geheelen dag.
Sint jozefsgezellen-VereeEiglng.
Vereerigingsgebouw Zoetestraat No. 3
Geopend des Zondags van 12-3 en van
5-10 uur. Op werkdagen van 6 tot 10 uui
avonds.
Liefdewerk: St. Josepli's-Ambachts-
leeu-lingen.
Patronaat voor jongens van 1216 jaar.
Zondagavond van 671/2 ontspanning
**1 gelegenheid voor inleg op de Spaar
bank.
Maandagavond van 71/09 uur, les in
schrijven en rekenen, voor da jongens
▼an 12—14 jaar.
Dinsdagavond van 71/29 uur, les in,
lezen en godsdienstonderricht, voor jon
gens van 1214 jaar.
Woensdagavond van 71/29 uur, tee
kenen voor alle jongens.
Donderdagavond van 7i/29 uur, les
in. lezen en godsdienstonderricht, voor
jongens van 1416 jaar.
Vrijdagavond van 71/2-9 uur, les in
schrijven en rekenen ,voor jongens van
14iö jaar.
De ontspanning en de teekenlessen
worden gehouden in het gebouw der
St. Vincentius-vereeniging, Zoetestr. 11.
De overige lessen worden gegeven in
«en der lokalen van de R.-K. Parochi
ale School, Gortesteeg.
Het bestuur is iederen Zondagavond
te spreken in het St. Vinceutiushuis,
Nieuwe Groenmarkt 22, van 67i/2 uur.
B. K. Vereeniging tot bescherming
van meisjes, gen. „St. Martha."
Het Bemiddelingsbureau der Vereeni
ging is geopend eiken Dinsdagmiddag
Van 12- 2 uur, voor betrekkingen ah
dienstboden enz., Donkere Spnarne 22
alwaar voor R. K. dienstmeisjes wier
ouders buiten de stad woonachtig zijn
iederen Zondag- en Woensdagavon van
810 ure gelegenheid bestaat tegen de
geringe vergoeding van 5 ct. per week
haar vrijen tijd aangenaam en gezellig
door te brengen.
Aanmelding daartoe aan het „Te Huis"
op bovengenoemde avonden.
„St. Roaa-V ereeniging".
Tijdelijk Zoetestraat 12rood.
Het Bestuur is te spreken eiken 2en
Vrijdag der maand, des avonds tusschen
half acht en half negen.
Het doel dezer vereeniging is: Meisjes
uit den dienstbaren stand van 1216-
jarigen leeftijd gratis in het naaien
en aanverwante vakken, alsook het
knippen, te onderrichten.
Het onderwijs wordt gegeven eiken
avond der week, uitgenomen den Zater
dag, des avonds van half zeven tot
half negen.
Aangifte van leerlingen tweemaal per
jaar op een steeds in dit blad te ver
melden datum.
Maria-vereeniging.
R. K. Vereeniging tot bestrijding van
het drankmisbruik vergadert elke twee
maanden, hetwelk vooraf in de agenda
dezer courant wordt bekend gemaakt.
De Mariaver. heeft een onderafdeet-
ling, Meisjesbon d, voor leden van
1116 jaar, die ook tweemaandelijks
vergadert op Zondags 's namidd. 4 uur
in 't gebouw St. Bavo, Smedestraat.
In de vergadering is gelegenheid zich
.voor het lidmaatschap te laten inschrij
ven; tusschentijds bij het secretariaat
der vereeniging Gr. Houtstraat 52.
R.-K. Gem. Zangvereeniging
„ARTI ET RELIGIONIE".
Secretariaat: Jansstr. 29. Roosveldstr. 45
Dinsdag 30 November a.s., zal de
buitengewone Algemeene Vergadering
gehouden worden in. de bovenachter-
«aal van het Café Brinkmaan.
Door de buitengewone belangrijkheid
van deze vergadering, verwachten, wij
t«n stelligste, dat da leden van hunne
warme belangstelling voor de belangen
der Vereeniging zullen blijk geven door
hunne tegenwoordigheid.
Punten van behandeling.'
1. Voorlezing der notulen.
2. Mededeelingen van het Bestuur.
3. Voorziening in de vacature van
Directeur.
HET BESTUUR.
St. Elisabethsvereeniging.
Inleveren van ziekenbriefjes Maan
dagavond tusschen 7 uur en half 9.
Woensdag- en Vrijdagmiddag tusschen
1 en 2 uur, Jansstraat 49.
vroeg Hein ang-
Door Willem Boelaars.
Zou jij het durven wagen?
.Wat?
Dat klokkie tegen den grond te
smijten.
'k Zou je danken.
Nou, dan doe ik het op 'ngoeien
dag.... Hoor nou 's aan. Dat.ding heeft
de baas al een dag of acht daar han
gen, nooit heeft-ie het opgewonden en
toch blïjit 't maar tikken. Zeg, Hein,
ik geloof nooit, dat daar binnen 'n uur
werk zit.... 't Lijkt wel of alle heigees
ten er 01 wonen.... Ik snap niet dat
zoo'n lamlendig, nutteloos en vervloekt
klokske het hart in zijn lijf durft heb
ben, om zóó hard te tikken. Hoor nou
s aan.... Is 't niet om uit je vel te
springen
Ja, Van Bakkum, gelijk heb je,
da's zeker; sedert 't ding daar hangt
te pruttelen, ben ik elk oogenblik van
de wijs.... ALs 'r vandaag aan den dag
een fout in de boeken komt, dan is
het de schuld van dat helsch machien.
Bovenstaand gesprek werd gevoerd
tusschen een tweetal klerken v,an het
kassierskantoor der firma Koersen en
Co.
De directeur had 't geluk gehad op
een landbouwtentoonstelling een klokje
te loten. De kast was van licht-blauw
tin, de wijzerplaat van 't zelfde me
taal. Het uurwerk maakte zoo'n bar-
baarsch-vervelend kabaal, dat de pa
troon het al zeker de straat op had
gedeponeerd, ware diens gehoororgaan
in normalen toestand geweest.
Thans echter hing het tot groote er
gernis der heeren Van Bakkum en Kie-
pers, hoven het bureau-minister van
den „baas", die er af en toe met wel
behagen en rechtmatige» trots het tin
nen, tik-takkende voorwerp tegen het
rood behang bekeek, niet zoozeer om
zich te vergewissen aangaande het juis
te uur, dan wel, er op starend, te
overpeinzen, dat dat klokske hem
slechts één kwartje had gekost. Elk
lot van de loterij kostte n.l. slechts
één maffie en hij had er maar één
genomen
Toen tusschen twaalf en één uur
meneer Koersen naar huis was om
koffie te drinken, zou de heer Van
Bakkum, de boekhouder, zijn snood,
slecht overdacht plan, dat alleen bekend
was aan zijn jong,sten collega Hein
Kiepers, ten uitvoer brengen.
In minder dan geen tijd was een der
hooge kantoorkrukken op de plaats
van den bureaustoel van meneer gezet
en hat immer-tik-takkende dingetje van
den muur gewipt.
Thans stak de verroeste spijker als
een venijnige spies het rood-verscho
ten behangsel uit. Hein keek met een
grijnslach naar den cirkel stof, hetgeen
ook gezien werd door Van Bakkum,
die zich niet kon weerhouden, om uit
te roepen: Lieve Sint Juttemis,
wat 'n slordige schoonmaakster hebben
wij. 't Wordt tijd dat het behang ook
eens een beurt krijgt!
En door tikte het klokske. 't Was
alsof iemand met verbazende snelheid
met een ijzeren voorwerp tegen een
gebarsten ruit tikte.
Daar hebben w'oe! grijnsde Van
Bakkum, de blauw-tirmen rand stevig
omklemd houdend. Ha! daar heb
ben w'oc! Hou je snuit, of je laatste
uur is geslagen.
Maar 't klokske luisterde niet naar
deze bedreigingen. Gestadig tikte het
door. En al schudde en rammelde
beurtelings van Bakkum en Kiepers,
ophouden deed het niet.
Wat zou'en we er nou mee doen?
vroeg Kiepers op angstig-spottenden
toon.
Er mee doen? herhaalde Van Bak
kum. Er mee doen?! In een hoek
gooien, dan zal 't misschien tot grui-
selementen kapot vallen.
Zou je denken?
Natuurlijk. Daar kan geen enkel
uurwerk tegen....
Durf jij 't probeeren?
Ik niet.
Lieve hemel, wat 'n moed!
Doe jij 't dan.
Van Bakkum, die al te goed wist,
dat hij, als oudste in jaren zich niet
laf kon gedragen, nam het klokske, dat
nog altijd het helsch lawaai maakte,
en slingerde het, gelijk eertijds do dis
cuswerpers hun zware schijven, in den
hoek.
Stukjes verf vlogen tegen 't behang.
Do rand had, door enkele deuken, de
onregelmatigheid verkregen van een
omtrek van een pannekoek.
Goddank! zei Van Bakkum zege
vierend, terwijl hij de kruk weer voor
ziin lessenaar wilde zetten.
Wat. Goddank
£tig verbaasd.
'tls nu met eeuwige stomheid
geslagen.
Dat denk je maarHoor! 't
Tikt alsof er niets met 'm gebeurd is....
Nou geloof ik ook, dat 't ding onver
woestbaar is....
Tikt het! OjéHein, jongen!
Hadden we 't nou maar niet gedaan!
Je zult zien, we krijgen mot met
den baas.... Let er op wat 'k zeg....
Dat loopt verkeerd af....
Als we 'ns zeiden, dat 't van den
muur was gevallen?
Nog zoo'n stom idee niet.... Maar
dan moet jij de stukjes verf, die er ,of
zijn gesprongen op zijn lessenaar leg
gen.... Snap-ie?
Natuurlijk, zei Hein en raapte
met de grootste voorzichtigheid de
blauwe verfschilletjes van., den vloer
op en lei ze zorgvuldig op do boeken
en brieven van zijn patroon.
Aanstonds, nadat de baas aan zijn bu
reau had plaats genomen, en bij de
stukjes verf, die gleur-vloekend met de
helderheid van 't vlekkeloos papier had
bemerkt, richtte hij tot Hein de vraag:
Zeg, Kiepers, wat beteekent dat
hier
Wat, meneer? Haastig liep hij
naar 't bureau, dat aan het raam stond,
niet durvende kijken naar Van Bak
kum, die, veelheteekend-kuchend,
even ophield met schrijven.
Zie je die stukjes verf?
Ja ,meneer, zei Kiepers op mee-
lijwekkenden toon.
Die komen van 't klokje, niet
waar
Dat denk ik ook, zei Hein, die 't
aanstonds eens bleek te zijn met de
ontdekking, zoo even door den direc
teur gedaan.
Wat is er met dad'klokje gebeurd
Van den muur gevallen, meneer.
Meneer Van Bakkum en ik zaten van
middag koffie te drinken.... een zware
kar ging voorbij, en eensklaps, 'k be
grijp 't zelf niet hoe, viel liet ding
naar beneden.
't Is een wondei*, dat 't ding ïnog
loopt.
Ja, dat is 't, gaf Hein toe. Intus-
schen was Van Bakkum; in een onbe
daarlijke lachbui losgebarsten, waar
door ook Hein zijn lachspieren niet
langer kon beteugelen.
Waarom lachen de heeren? vroeg
meneer Koersen.
- O, ik dacht plotseling aan '11 mop,
die Kiepers me straks verteld heeft.
O, bronkle de baas wrevelig.
Den volgenden middag werd hetzelf
de spelletje herhaald.
't Ding is nou toch eenmaal uit
zijn fatsoen, redeneerde Van Bakkum,
en als 't nou zijn bakkes houdt,
dan zijn we gered.
Rein, aangemoedigd door het minder-
succasvol werken van collega Van
Bakkum, herhaalde de manoeuvre en
nauwelijks was het worp-geluid verstor
ven, of ook het getiktak verstomde...
Van Bakkum sprong in de lucht van
blijdschap. Hein Kiepers echter keek
met leede oogen naar 't stomme uur
werk.
Geenszins trotsch op hetgeen door
hem was verricht, vroeg Hein: Wat
moeten we nou zeggen?.... Als de
baas 't weet....
Laat 't maar aan mij over, Hein
tje. Als de baas sti*aks komt, zal ik
wel antwoorden.
Toen de heer Koersen op zijn ge-
makkelijken stoel had plaats genomen,
keek hij al aanstonds bevreemd naar
't zwijgend uurwerk, dat, vermeerderd
met een paar deuken, geluidloos tegen
het behang hing.
Zou 't klokje afgeloopen zijn, me
neer Van Bakkum? vroeg de directeur.
Afgdoopen? Och tikt het niet
meer.... Ja, ik zou 't wel denken....
Zie jij ergens de plaats waar je
Jiet op moet draaien?
Van Bakkum boog zich over de bu
reau om ergens een zwart plekje op
de wijzerplaat te vinden.
'k Zie niks, zei hij.
Dan in Godsnaam maar een hor
logemaker laten aanrukken, zei de pa
troon en zich tot Hein richtend, be
val hij: Zeg Kiepers, loop jij eens
als een hazewind naar dm horlogema
ker.!.. zeg dat-ie aanstonds moet ko
men.
Met een bewonderenwaardige snel
heid had Hein zijn manchetten aange
trokken, den hoed opgezet, en de straat
als 'n aangename wandelplaats geko
zen.
'11 Kwartiertje later stapte Hein met
blijd dat er niet meer gegooid zou
moeten worden.
We duwen er bakkersbeesten in...
Wacht eens, ik zal er erven 'n paar
gaan halen in de bakkerij hier over....
Zijn er daar?
Wablief!.... 't Krioelt er van.
'n Kwartiertje later kwam van Bak
kum met een lucifersdoosje vol glim
mende torren het kantoor zegevierend
binnengestapt.... Hein maakte de dolste
sprongen van pleizier.
En nou? vroeg-ie.
Wel, we stoppen ze er in.
In minder dan geen tijd waren een
aantal van die glimmende torren van
het lucifersdoosje naar het uurwerk-
klokske verhuisd. Nog even tikte het
klokje nog even, en dan.... Stil was het,
voor de tweede maal was het in zijn
vaart gestuit.
Onnoodig te zeggen, dat de patroon
geweldig uit zijn humeur was tn de
horlogemaker het mikpunt van zijn drift
was, toen hij 's middags bemerkte-, dat
het klokje stilstond.
We-1 van m'n leven, toornde hij.
Nu, maar, dat loopt de spuigaten uit...
Ik betaal 'm niet, al gaat ie op z'n
kop staan. Hij heeft dat ding heele-
maal bedorven.
Ja, meneer, zei Van Bakkum,
ik wou niks zeggen, toen u Slinger
als reparateur naamt. U hadt Veer
moeten nemen.
Kiepers! Naar Veer met de klok
en als de bliksem! commandeerde
Koersen aanstonds.
Maar m'eneer, was de uitroep,
waarmee Veer 'n uurtje later het kan-
tooir kwam binnenstormen. 'r Zitten
kakkerlakken in 't klokske'k
Schrok me bekant 'n ongeluk.
Wat?
Kakkerlak ken, meneer.
Kakkerlakken?!.Van Bakkum!
Ja, meneer!
Snap je dat!
Jawel, meneer, die zullen achter
't behang gezeten hebben
Ja maar, meneer, hoor is bier,
philosofeerde Veer. Die kruipen toch
niet in tin.
Daar heb ik geen verstand van
Dat moet jij weten, brutaalde Van Bak
kum guitig
Enkele daagjes later stond er in het
locaal blad de volgende advertentie te
lezen
Hat kantoor der firma Koersen en
Co. is morgen en overmorgen gesloten.
Deze meedeeling, die natuurlijk den
heeren Van Bakkum en Kiepers te
voren, was bekend, werd door hen met
groote vreugde begroet.
De heer Koersen achtte het nood
zakelijk het kantoor opnieuw te laten
laten behangen, terwijl hij zich niet
stoorde aan het gezegde van Veer dat
luidde: Meneer, die moeten er in
zijn gestopt.
Daarop had Koersen, geraakt over
de beleediging Veer doelde natuur
lijk op het personeel den heeren
Van Bakkum en Kiepers aangedaan,
den horlogemaker de deur gewezen m-et
toornige uitroepen: Je bent 'n prul...
Mijn personeel te beschuldigen! Ga
we_g, gauw!
Na de prettige vacantiedagen, zoo- on
verwacht gekomen en waardoor Van
Bakkum en Kiepers in de gelegenheid
waren om een ieder de uitgehaalde
moppen te vertellen, zaten zij weer op
het nieuwbehangen kantoor, waar het
klokske echter, als was er niets ge
beurd, tikte, tikte, zonder ophouden...
een gebrilden horlogemaker 't kantoor
binnen.
Ha! was de uitroep, waarmee
Koersen den uurwerkmaker begroette.
G'n morgen, 't was middag
meneer, wat is er van uw verlangen?
Ivij's man, ik heb daar een klokje
hangen. Het ding liep altijd goed en
sinds van middag staat het stil.
Nou, dan zullen we even kijken,
als meneer even op zij zou willen
gaan, dan kan Ik 'r beter bij.
'nPaar dagen later tiktakte het kloks
ke, ontdaan van zijn deuken en van 'n
aantal nieuwe radertjes en veeren voor
zien 't ding kostte een kwanje, de
onkosten beliepen een achterwiel
lustig door het kassierskantoor, tot
groote ergernis der heeren klerken.
Daar vinden we wat anders op,
zei Van Bakkum.
Wat? vroeg Hein, inwendig ver-
Dat is mijn hoek, mevrouw
Pardon, mevirouw, 't is, mijn
hoek!
't Was in een der coupe's van een
trein, die op het punt stand een nog
al verren tocht te ondernemen, dat
het instinct van het eigendomsrecht
zich zou in alle kracht toonde.
Maar toch, mevrouw!
Kijkt u dan maar naar mijn
kaartjeu kunt 't controileereln,.
Wat een lastig mensch. Nu
heb .ik voor miju man, die ziek is,
een'hoekje gevraagd, zoodat hij voor
uit zou rijden.... En nu O, daar
heb ik hem! Deze hoek is het....
Ga zitten, beste, zoo-.... Ik zal tegen
over je gaan zitten. Dan rijd ik wel
achteruit, maar dit is zoo erg niet.
Ik kan er tegen.... Hèhè Goddank!..
A-dèle, hier naast mijnheer. Jij, Mau
rice, naast mij1.... Zoo-, dat gaat goed -
Wij zijn maar met ons vijve|n.
Pardon, mevirouw1!
[W-at is dat Hier kan nicmanc
meer .bij
Een kruier komt met een reus
achtig valies aansjouwen. Hij geelt
zelfs geen antwoord, weet niet wat
hij -doet. De 4de hoek, want er zijn
vier hoeken in de compartimenten
van toch maar zes plaatsen, wordt
kalm in beslag geno-me|n. Eerst het
valies, dan parasols, parapluies, een
deken, een kussen.
In den corridor komt lalngzaam
aanschommelen, een dame van zeke
ren leeftijd en bovendien van zeke
ren! omvang.
De dame, die sprak, kan niets meer
zeggen. De corpulente reizigster
richt zich naar den hoek, die door
het valies bekroond wordt.
De groote waggons van den snel
trein zijn tegen veel bestand. Toch
verneemt men een dof gekreun onder
het gewicht van de omvangrijke rei
zigster, die uitgeput is van inspan
ning. De natuur heeft haar* te veel
te dragen gegevenzij kap er maar
niet aan gewennen.
Ziji is maar alleen. Zij hijgt, blaast.
Dan, zonder maar even om zich heen
te kijken, zonder iemands goedkeu
ring te Vragen, laat zij met een-
doffen smak waar men haar be
drevenheid in ziet het coupé
raampje aan haar kant zakken-
Hè, eindelijk kan zij eens adem
halen. Ja, zij glimlacht
Mevrouw er is hier een zieke.
Voor dat u hem zoo aan den tocht
blootstelt, mocht u eerst wel eens
vragen.... Daar is mijn man, die
De dokter heeft .bevolen.... Verstaat
u, wat ik zeg....
De omvangrijke dame ziet de
spreekster aan en... glimlacht, glim
lacht....
Deze keer lacht ze toch werkelijk,
want do oogleden plooien zich, de
mond, geen leelijke mond, gaat een
weinig open, maar uit niet het min
ste woord.
De sprekende dame herneemt haar
scherpe alleenspraak
,0, neemt u het zoo op? [Wel,
ik waarschuw u, mevrouw, dat u
m!et een geduchte tegenstandster te
doen hebt. ."Wanneer ik iets eenmaal
in mijn hoofd heb gezet, zal geen
vrouw er mij van af brengen. De
mannep zelfs moeten de vlag strij
ken
Zij, kijkt niet naar dep kant van
haar- echtgenoo-t -haar ineenge
bogen man maakt piet de minste be
weging maar toch haar bedoe
ling is allerduidelijkst.
De eerste reizigster de dame,
die den hoek, welke haar door de
sprekende dame betwist werd, kalm
in bezit had gehouden beproeft
eene afleiding.
MevrouwU zo-udt het raam
pje aan uw kant kunnen sluiten. Uw
man zal dan slechts een frisch koel
tje hebben door....
Maar deze oplossing is ve-el te
eenvoudig voor de sprekende dame.
Haar man zit bij de deur. Die deur,
wat men ook mocht bedenken, zal
telkens opengaan ep een „moorden
de" tocht zal er waaien. Neen, dat
is onmogelijk! Daarenboven wil zij
liever den strijd. Haai- armen kruist
^-.ij over haar smalle borst en recht
tegenover haar kersversche vijandin
staande
Ik waarschuw u, mevrouw. Zoo
U niet onmiddellijk dat raampje sluit,
zal ik mij bij den chef beklagen. U
z-egt niets.... Dat is misschien zoo
uw gewoonte.... Maar goed- Ah,
daar zie 'k een gegaloneelrde pet-
Mijnheer!.... Mijnheer!,.. Ik heb een
zieke bij me, weet u, mijn man, die
rust noodig heeft, gelijkmatige
warmte en—
[Wat;, mevrouw
Ja, ziet u, mijnheer, hier is
een dame van slechte opvoeding, die
niettegenstaande mij'ne aanmerkin
gen, het raampje aa,n haar kant toch
open blijft houden.... Heeft zij daar
het recht toe?—
Pardon, mev'ro-uw, ik wist niet,
waar u heen wildet. Dat gaat mij
niet aan. He ben voor den restauratie-
waggon....
Tot wien moet ik mij dan Wen
den
Tot den stationschef. Daar
ginds in de verte— Maar de trein
vertrekt.
In dat geval vertrekt de trein
niet— Mijnheer, mijnheer! Daar zie
ik ee;n witte pet.... nu weet ik het -
Ja, bent u- de stationschef Maar
wat is dat? Hij; fluit.... Help!,..
Mijnheer!— Ik zal mij bij de maat
schappij beklagen. Ik zal u doen
ontslaan.... Mijn main:.. De dokter.,.
Wat gebeurt er
De trein heeft zich langzaam in
beweging gezet. Hij verlaat het sta
tion. Men ziet zakdoeken wuiven op
het perron.... De vertoornde dame,
buiten het raampje geleund, dreigt
met beide vuisten de menigte ginds,
die glimlacht.
In den coupé' wacht men de ko
mende gebeurtenissen af. De zieke
echtgenoot ziet gelaten voor zich
heen. Hij kent vanouds de scènes
van zijn vrouw. Geheel hun leven
heeft hij die meegemaakt, drama of
blijspel.
De zoon heeft ©en krant gelnomen
de gouvernante haar boek.
In den couloir van den waggon
kijkt men, luistert men. Goed zoo,
men zal zich deze reis niet vervelen-
Er is eene gek in den trein.
In den coupé zelf is het tooneel
veranderd. De volumineuze dame
heeft het naampje opgetrokken en
heeft uit haar zak een klein zwaren
hoornen instrument te voorschijn ge
haald. Na een hoofdknik naar de
dame tegenover haar, vraagt zij
[Weet u, mevrouw, hoe laat
wij te V. aankomen Ik heb nog
nooit dezen nachttrein genomen.
Om vijf uur vijftien, mevrouw.
Misschien
Om, vijf uur vijftien, vijf uu'r
twintig.
- Vijf uur -twintig— Ah, dank
u wel, mevrouw... Ik ben een beetje
doof, excuseer mij—
Tot uw dienst, mevrouw.
Op dit oogenblik komt de licht
ontvlambare dame binnen, met oogen
als een furie en een gelaat, als had
zij een congestie.
Waar is de noodrem
Mama, weest toch stil, roept
haar zoop. i
Mevrouw, u moest gaan zitten!
raadt de gouvernante aan.
De vertoornde dame bemerkt op
eens het gesprek der twee dames:
Dat is toch een beetje sterk!
Nu spreekt ze wel!....
De echtgenoot schudt het hoofd,
heft met moeite zijn beide verma
gerde handen op-, die aanstonds we
der op de knieën terugzinken, eni
lacht.
Wat is er, beste? vraagt zijn!
vrouw, weinig gewoon te zien, dat
haar man voldaan is.
Wat is zij gelukkig! zegt
zachtjes de zieke.
Wié dan
Die dame ginds! Zij heeft er
niets van gehoord! Zij heeft er niets
van gehoord!
Maar de sprekende dame begrijpti
hem niet. Zij ziet wel, dat haar
vijandin doof is, maar zij begrijpt
niet, dat haar man er zoo voldaan
over kan zijn, zij begrijpt niet, dat
liij dat gelukkig kan vinden—.
OPGERICHT 1846.
verzekert tegen vaste en billijke
premiën alle Onroerende en Roe
rende Goederen biunen het Ko
ninkrijk der Nederlanden tegen
schade, ontstaan door brand,door
het inslaan van den bliksem en
het ontploffen van lichtgas, ook
al heeft dit inslaan of dit ont
ploffen geen brand tengevolge
gehad.
(waaronder ook Bouwcredieten) wor
den in behandeling genomen door
den Makelaar