De accijns-verhooging.
Van alles wat!
Gemengde Buitenlandsche berichten
Gemengd Nieuws.
BINNENLAND.
liii.
De koetsierskwestie ten lesten
male.
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
Da (Minister van financiën heef t de
verh.oG'ging van den aqcdjps op het
gedistilleerd jbteslist van pooide om
fret begroctingstekort te dekken.
ÏWjij hebben in een vorig1 artikel
betoogd, dat men zich daarbij zal
Bloeten neerleggen, maar dat men te
vens duidelijk moet doen uitkomen,
dat deze aeoijnsverliooging niet an
ders dan een fiscale maatregel is,
door de omstandigheden voorge
schreven, die met sociale wenseh.cn
als door de .drankbestrijding geuit,
Biets te maken heeft.
Sedert 'dien is men in verschillelnide
frladen om een passende beeld
spraak te gebruiken echter juist
•Bit dit laatste vaatje gaan tappen.
De aocijnsverhocging wordt, door
velen niet alléén meer verdedigd als
een fiscale uitredding, maar als een
Voortreffelijk, ja onfeilbaar- middel
dot bestrijding van het alcoholmis-
Biisbruik.
En in verhand daarmede wordt
aelfs 'voorgesteld, den accijns niet tot
190 maar tot f 100 per H.L. te vter-
froogen. Het gaat nu in één moeite
door
Ofschoon we niet veel hoop' heb
ben, dat het o>.i. gezonde e;n. zuivere
standpunt, dat ide verhooging van
den drankaccijns alléén maar als fis
cale maatregel is te verdedigen, al
gemeen za,l worden gedeeld, achten
wiji het toch niet overbodig, nogeehs
te betoogen waarom het mengen der
drankbestrijding in deze fiscale
kwestie naar onze meening voert tot
een onzuiver standpunt, en daaren
boven hoogst icnwensöheiijk is in het
belang" der drankhestrijlding-zelvc.
't Is zonderling, dat de meeuing
van tal Van autoriteiten in de drank
bestrijding, dat verhooging van den
drankaccijns geenszins de zaak der
drankbestrijding ten goede komt, in
tegendeel 'een bron zal .worden van
veel ellende en grooter nadeel,
nu opeens bijna geheel wordt voor
bijgegaan.
Wij herinneren aain de overtuigen
de wijze waarop vroeger door het
hoofdbestuur van den V olksboind te
gen Drankmisbruik is bewezen, dat
fret drankmisbruik door acicijns-
verhooging volstrekt niet wordt ver
minderd. Vroegere aceijnsverboogijn-
gen hebben dat herhaaldelijk eln
proef-ondervindelijk aangetoond, en
tegen deze duidelijke bewijzen voert
men nu aan, dat de verhooging' in
eens met een groote som tegen het
alcoholmisbruik wèl wat zal uitwer
ken.
Het is waar: het hoofdbestuur van
denzelfden Volksbond heeft in een
later adres zooals de beer Kooien
Maandag' j.l. in de Kamer uitvoerig
aanhaalde medegedeeld dat een
groete verhooging van den accijns
fret gebruik van alcohol naar
zijne meening wel wat zou doen ver
minderen.
Doch wij' stellen daartegenover,
dat oveT een vermindering van het
misbruik door den heer Kooien
niet is gesproken.
En daartegenover moet toch! im
mers, ook naar de onlangs 'geuite
meening van „De Tijd", de groote
strijd gaan?
Daarenboven de verschillelnde be
toogen die door andere drankbestrij
ders, met name. de „Nederlanidsche
vereeniging" e;n vele Katholieke
drankweermanlnen, zoowel vroeger
als nu zijn geleverd ter bestrijding
van de tot dusver door niets be
wezen uitspraak, dat aeoijnsverboo-
ging den strijd tegen denalcohol
zou ten goede komen, moeten
deze betoogen eenvoudig worden
doodgezwegen
De heer Kooien gaf hoog op van
ondervinding uit België. Ook de mi
nister van financiën in een vroeger
kabinet' wees daarop 'in zijn Memorie
van Toelichting, toen hij' op' de ge
wone wijze om het tekort te dekken,
ook zijnerzijds voorsloeg, den accijns
maar te verhoogen.
Evenwel zijn 'die gegevens allesbe
halve volledig, en nog minder af
doende, Immers: het frauduleus fa-
bricee'ren van alcohol is i'n België
zeer toegenomen en bekend is het
ook, dat de kwaliteit van den drank
aldaar zeer is. verminderd na de ver
hooging van den accijps.
Maar ten slotte©ene zóó groote
verhooging al.s hier wordt voorge
steld, was dok de Belgische geens
zins! De onze is uniek.
Derhalve kan en mag men zich
toch! niet op' de Belgische verhooging
beroepen, waar de ondervinding' uit
ons land bewezen heeft, dat ©ene
gelijksoortige verhooging althans
ten onzent den omzet van alcohol
niet heeft verminderd.
Wij mogen dunkt ons daar
om eoncludeéren tot 't volgendewel
iswaar zal men door 'n groote ver
hooging van de;n acciijns waarschijn
lijk wèl komen tot eeniga verminde
ring van 't totale gebruik, doch
in plaats van het m i sbruik te ver
minderen, zal men dit ontwijfelbaar
erger en sehrikkelijker maken, door
knoeierijen, ve'rvalschingan, 't fabri-
ceeren van minderwaardige én, dus
veel schadelijker alcioiholproducten,
enz.
Want hierover j.s nu toch wel, ©e;n
ieder, drankbestrijder of niet, het
eens, dat de drankmisbruikier, en
zelfs de geregeld-gebruiker, geen
glas minder zal drinken als de dra;n,k
opslaat, maar dat ze in dat gev!al
zóó ze al hun gewoonten ietwat
veranderen, - alleen zullen .overgaan
tot het gebruik van goedkooperen,
dus slechter drank.
Wat elk hygiënist zal het hier
mee eens zijn oen onberekenbaar
nadeel voop: de volksgezondheid we
zen1 zal.
En in geval deze categorie vain
personen niet overgaat tot het drin
ken van foezel en minderwaardigen
alcohol, zal dan te grooter bedrag
van het weekloon aan drank wor
den besteed naarmate de acciijlnsver-
hooging des te grooter is. Wat nadeel
hieruit voor huisgezin, voor finan
cieel© en moreel© verhoudingen
volgt, is gemakkelijk te begrijpen.
Om dit, alles is het inroepen van
de drankbestrijding als argument
voor de aocijnsverbooging ons alles
behalve sympathiek. Integendeel
w:ij zijn van oordeel dat ide drankbe
strijders de fapatici uitgezonderd,
die .in eiken maatregel tegen het
alcoholgebruik een wielkom iets
zien de accijnsverhooging als
middel in de drank we er niet
kunnen e|n niet mogen aanvaarden
Neen, dat dooreen-warren van fis
cale overwegingen met sociale wen-
schen als de drankbestrijding voor
staat, is naar onze meepiing niet al
leen onsympathiek, maar ook' in de:n
grond opi onwaarheid ©n valscihheid
gegrond.
Immers al Ware 't juist, dat de ac
cijnsverhooging iets ih het voordeel
der drankweer doen zou, dan is het
doel van de verhooging toch zóó
vierkant tegenovergesteld aaln het
doel der drankbestrijding, dat de
naast-elkaar-stelling: va|n beide, piet
kan worden gedoogd.
Uit het bovenstaande zal, zij;n ge
bleken, dat wij ons, noodgedwongen
moeten nederleggem bij deze enorme
verhooging van den drankaccijns, als
fi'naneieelen maatregel.
Hoewel wij principieel het betreu
ren, dat de financiën van den Staiat
meer en meer van den jeneveraccijns
afhankelijk zijn.
Maar wij blijven e;r bij, dat die ver-
hocging dan ook alléén met finan-
cieele argumenten mag worden ver
dedigd, en dat in deze fiscale kwestie
elk argument, aan de drankbestrij
ding ontleend, misplaatst is.
Vooreerst omdat het uiterst twij
felachtig, ja volgens ons eln vele
anderen juist onwaar is, dat acrijins-
verhocging vermindering van, het
drankmisbruik zal ten gevolge
hebben.
«n ten tweede omdat bet doel der
drankbestrijding zooi vierkant tegen
overgesteld is aan het doel van elke
fiscale acicajnsverhoog'ing', dat me'n
de een© geheel afgescheiden moet
houden van de andere.
'k Heb eerst de gemoederen wat tot
rust laten komen. Want die waren, vuur
en. vlam, van weerszijden, en dat loopt
nooit op een goed resultaat uit! Daar
waren onder de koetsiers verschillen
den, die er nu maar opeens alles wil
den óp-zetten om.... weet ik het: be
ter loon, meer vrij, vrije Zondagen en
wat niet al, te krijgen! En onder de
stalhonderspatroons waren er, die klaar
stonden om den eersten den besten
koetsier die z'n mond durfde opendoen
over „lotsverbetering" (zoo heet het
immers?) de groote deur te wijzen!
Nu, dat er met de luidjes op die
manier niet te spreken valt, is begrij
pelijk, en omdat ik in mijn „Van alles
wat"-jes deze zaak heb aanhangig ge
maakt en. beloofd had een conclusie te
zullen geven op al het geschrijf en ge
praat dat over de koetsierskwestie is
opgegaan, leek het me in het beLang
van de zaak-zelve het best, om eerst
maar eens een poosje te wachten tot
het kalme beraad weer was bovengeko
men.
Hoe staan we dus nu, onbevooroor
deeld en onpartijdig gesproken, tegeiu
over deze zaak
Gebleken is, dat er veie grieven zijn
bij de koetsiers.
En die grieven zijn., naar ik met de
hand op het hart kan verklaren, dooi
de patroons tot nog toe niet alle on
gegrond verklaard.
Met name de grief, die ik in mijn,
eerste artikeltje heb aangevoerd: dat
de koetsiers niet behoorlijk des Zon
dags ter kerke kunnen gaan, en dat ze
zelfs op hooge feestdagen als Paschen
en Kerstmis b ij K a t h o 1 i e k e pa
troons geen gelegenheid hebben om
de H. Mis bij te wonen, die grief
bestaat nog altijd, en al hebben de pa
troons in een ingezonden stuk ver
klaard dat hiervan, niets aan is, de
mededeelingen die ik van verschillen
de belanghebbenden heb ontvangen, la-
ten. geen redetijken twijfel toe of werke
lijk is het bijwonen der H. Mis door tie
koetsiers op Zondag voor velen onmo
gelijk en voor anderen uiterst bezwaar
lijk zonder opoffering van geld.
Over andere grieven wil ik nu hier
niet spreken.
Maar dat er wat hapert, dat is nu
toch wel zonder meer aan te nemen,
te meer omdat de patroons, door de
klagers bij zich ter vergadering te noo-
digen, stilzwijgend erkend hebben dat
toch alles wel niet is zooals het wezen
moest.
Nu is die uitnoodiging aan onderge
schikten die klachten hébben,, om te
verschijnen voor de vierschaar van pa
troons, niet zeer gelukkig! 't Was te
begrijpen (en men moet daar ook de
toestanden van, het koetsiersvak eenigs-
zins voor kennen!) dal geen sterveling
zich daar het eerste als „de man die
klaagt" wilde presenteeren.
Als de koetsiers een vakvereeniging
hadden, ja, dan zou het bestuur
ervan de aangewezen personen zijn, die
de algemeene bestaande klachten onder
woorden konden brengen. Doch die
vakvereeniging bestaat helaas nog niet!
Te begrijpen was het dus dat wil
ik hiermede maar zeggen dat de
koetsiers zich op die vergadering van
de patroons niet hebben laten zien. De
patroons-zelf hebben dat natuurlijk ook
wel zóó begrepen ,te meer omdat ze
hun volkje kennen en omdat ik
moet het zeggen ook de koetsiers
zélf niet zonder schuld uitgaan.
Nu weet ik wel, dat vele dingen, die
aan de koetsiers met recht kunnen
verweten worden, een gevolg zijn van
de arbeidstoestanden in het vak-zelf.
Maardaar zijn de koetsiers nog
niet geheel mee verontschuldigd, en
de patroons zouden zeer terecht den
eersten, den besten, klager met 'n reeks
klachten van hun. kant kunnen overstel
pen.
De conclusie is dus, dat er gezondigd
wordt „binnen de muren, en daarbui
ten", met andere woorden, dat noch
de verhouding van de patroons tot hun
ondergeschikten, noch die van de koet
siers tot hun patroons, precies in
orde is.
Wat is hieraan te doen?
Ik weet een middel.
Dat middel heet: organisatie.
Een goede organisatie toch werkt
naar twee kauten,:. vooreerst kan ze
veel doen om de arbeiderstoestanden
te verbeteren, maar van den anderen
kant doet ze ook ontzaglijk veel nut
in het vak-zelf, heft ze den arbeider
op, zoowel zedelijk als stoffelijk, brengt
ze hem orde en lucht en regel en
sociaal verantwoordelijkheidsgevoel bij,
werkt ze 'direct op de houding der
gezellen tegenover de patroons.
Let wel, dat ik spreek van een goéd©
organisatie!
Niet van eene, die speculeert enkel
en alleen op de ontevredenheid, en
die strijd wil, den klassenstrijd! Dat
geeft harrewarren, en voortdurende ge
schillen, en zoo'n organisatie doet
kwaad in plaats van goed. Zoowel de
patroons als de gezellen in het voer-
liedenvak hebben dat vroeger onder
vonden, toen die socialist Hugenholtz
achter zoo'n organisatie zat!
Een goede organisatie noem ik
eene, die steunt op orde, recht en
gezag.
Die zorgen wil niet alléén voor de
stoffelijke, maar óók en wel degelijk
voor de geestelijke belangen!
En. nu wil het geval, dat ik juist
dezer dagen kennis kreeg ervan, dat
zoo'n goede organisatie staat opgericht
te worden voor alle Katholieke koet
siers, voerlieden, enz. Donderdagnacht
a.s. om 12 uur, zijn, naar ik verneem,
onze Katholieke voerlieden bijeengeroe
pen in het Volksbondgebouw, om de
oprichting van een Roomsche vakver
eeniging te* bespreken.
Ik kan niet anders, dan mijn groote
vreugde uitspreken over dit feit: 't ligt
precies op den weg, dien ze, naar mijn
meiening moeten gaan.
die zelf de handen uif de mouwen
steken, en handelend optreden, confe-
reeren uit naam van allen met de pa
troons, en tot verbeteringen komen.
Met gerustheid zal ik dan ook de
„koetsierskwestie" verder overlaten, aan
deze voortreffelijke vakvereeniging,
waartoe naar ik hoop alle Katholie
ke koetsiers zullen, toetreden! Dat ik
dus om te beginnen wensch, dal geen
enkele van hen de vergadering van
Donderdagnacht zal verzuimen, dat
spreekt wel vanzelf!
F.
Als zoo'n organisatie ejj is, dan kan
Een guillotine te koop.
In de volgende maand zal te Parijs
een „echte" guillotine, welke gewerkt
heeft tijdens het schrikbewind te Feurs
in het Loire Departement, in het open
baar verkocht worden.
Het werktuig, dat drie en een halve
meter hoog is, werd gemaakt op bevel
van .favogues, afgevaardigde bij: de con
ventie, in het jaar II der republiek,
zooals blijkt uit een opschrift, in de
bovenste dwarsbalk gegrift. Sedert
jaren was de machine het eigendom
van een verzamelaar van oudheden,.
Castro en hot Vene/.olaanseh©
Congres.
Het verslag der bijzondere commis
sie, door het Venezolaansche Congres
belast met het onderzoek en de beant
woording van Castro's „Verklaring", uit
Santander, tot het Congres gericht, is,
naar de „Amigoe di Curasao" schrijft,
thans volledig openbaar gemaakt en is
bijtend scherp niet alleen teh opzich
te van. Castro's financieele praktijken,
maar ook van. zijn persoon.
Tegenover Castro's zelfverheerlijking
stelt het verslag de verbeteringen die
het nieuwe bewind heeft gebracht. Het
merkt op dat in hel korte tijdsverloop
van zeven maanden, waarin het tegen
woordig bestuur is opgetreden,
„de diplomatieke betrekkingen met
de Vereenigde Stalen en met onzer zus-
terkolonie Colombia hersteld zijn; dat
er evenzeer een vriendschappelijke ver
houding is ontstaan ten opzichte van
Engeland. Dat er gezantschappen in
Spanje en op Cuba gesticht werden;
dat de diplomatieke betrekkingen met
Frankrijk en Nederland op weg zijn
geregeld te worden; dat van de hangen
de kwjestiës met de Vereenigde Sta
ten de Bermuda-kwestie is opgelost, en
de Manoa-kwestie de oplossing nabij
is; en dat dit alles tot stand is ge
bracht door den goeden wil en het hel
der inzicht van het bestuur, zonder
schade van ons nationaal decorum, en
zonder dat de souvereiniteit der Repu
bliek werd omlaaggehaald, dan zal men
gemakkelijk kunnen begrijpen, dat, wat
wij gezegd hebben, steunde op goede
gronden."
Voorts over de binnenlandsche staat
kunde:
Geheel Venezuela kent de reeks mo-
nopoliek, waardoor de nationale bedrij
ven te gronde werden gericht; de be
lemmeringen den handel in dan weg ge
legd; hoe d'e bestaande belastingen tel
kens hooger werden en nieuwe belas
tingen werden ingevoerd; hoe onze
spoorweg nog met geen duim werd
bevorderd, oók hoe de handel met onze
zuster Colombia werd gedood, en ten
slotte hoe de nationale rijkdom en wel
vaart is. verminderd.
Tegenover de verklaring van Castro,
dat hij door de conversie aan Vene
zuela's buitenlandsche schuld en, in
1905 aan Venezuela een voordeel van
200 millioen bolivars zou hebben be
zorgd, stelt de commissie het feit, dat
de emissie in 1905 de geconverteerde
schuld verre overtrof.
Ook ten aanzien van de nationale
schuld beging Castro een, onjuistheid
met de bewering, dat hij hiervan 55
millioen. bolivars zou hebben afbei-
taald, daar die schuld nog even groot
is als toen Castro aan het bewind
kwam.
Maar wel stelt het rapport in het
licht, dat blijkens de door den minis
ter van Financiën overgelegde herwijzen
door Castro van 1 Januari 1906 tot 30
Juni 1908 onwettige geldtrekkingen ten
nadeele van de schatkist zijn gedaan,
tot een totaal bedrag-van omstreeks 6.5
millioen bolivars.
Onzin wordt wijders de bewering van
Castro genoemd, dat hij een bedrag
van 340 millioen bolivars voor Vene
zuela zou hebben gered van de buiten
landsche vorderingen, die in 1903 door
de gemengde arbitrage-commissie wer
den behandeld. Het financieele bank
roet van generaal Castro's bestuur,
wordt overduidelijk bewezen door het
feit, dat het Congres zelf zich onthield
de verslagen van Financiën, behoorend
tot de laatste* 4 jaar van Castro's re
geering, goed te keuren.
Ten slotte stelt de commissie voor:
„Dat de Verklaring door den heer
generaal Cipriano Castro aan het Con
gres gegeven, als zijnde geheel zonder
eenig nut, niet zal 'worden erkend, maar
dat terzelfdertijd het Congres dit ver
slag der Commissie in zijn geheel goed-
keure, als een bewijs van vertrouwen,
door de volksvertegenwoordigers gege
ven aan den vice-president, belast met
presidentschap der Republiek, generaal
Juan Vicente Gomez', voor zijn vrij
zinnige en vaderlandlievende politiek,
door hem sinds 19 December 1908 ge
volgd.
Een Mooren-schat.
In Madrid heeft het publiek den
mond vol van de ontdekking van den
Moorenschat in Ronda.
De Amerikaan Perin had eenig en, tijd
geleden een oud paleis gekocht, waarin
achter de kalk der muren prachtige
arabesken gevonden werden.
Perin liet vervolgens opgravingen
doen in den tuin van het paleis, waarbij'
onderaardsche vertrekken werden
blootgelegd. Een groot aantal antieke
vazen, gevuld met Romelnsche, Moor-
sche en. Christelijke munten, werden
daarin gevonden.
De vondst moet archaeologisch van
onschatbare waande zijn, terwijl voor
millioenen aan edele metalen reeds te
voorschijn is gebracht. Niet minder dam
1000 arbeiders zijn bij dc opgravingen
aan het werk.
De kooper van .het paleis beweert
een nieuw Aihambra ontdekt te hebben.
De platte grond van het paleis moet
zich bevinden in de archieven van Fez.
Het gerucht gaat, dat Perin het paleis
verkoopen wii aan den Marokkaan-
schcn sultan.
Spanje zal dat echter waarschijnlijk
verbieden en het paleis, in welks on
deraardsche gewelven verschillende
MMorsche vorsten begraven liggen, tot
nationaal eigendom verklaren.
Stormen overal.
Uit verschillende deelen van, Frank
rijk komen berichten over hevigen
storm, sneeuwval en mist. De visschers,
van Brest zien angstig uit naar ©enige
pinken, die op zee door den storm
overvallen zijn. Een. groote hoeveel
heid aangespoelde wrakstukken doet
ook daar het ergste vreezen,.
Uit Cannes wordt gemeld, dat de
temperatuur aan de Miiddellandschc
Zeekust plotseling voor dozen tijd van
het jaar ongewoon laag gedaald is. De
omstreken van het stadje zijn. met een
sneeuwlaag bedekt. De ongewone koude
zal waarschijnlijk groote schade be
rokkenen aan dc vruchtboom en.
Rijssel is in oen dichten mist ge:
huid, waardoor het verkeer ernstig be
lemmerd wordt.
Te Belfort en, Toulon is het volko
men, winter.
Staking van kiezers en gekozenen.
De Fransche gemeente Teillet, 13 ki
lometer van Montlucon gelegen, is uit
electoraal oogpunt verdeeld in twee sec
ties: die van Teillet en die van liet
dorp d'Argenty. Die splitsing nu is de
oorzaak van talrijke kampen in den
boezem van den Gemeenteraad, want
wijl elke der secties recht heeft op zes
raadsleden, hebben de gekozenen van
Teillet hun ontslag genomen, omdat hun
gemeente, zeggen zij, de belangrijkste
is, en, 172 kiezers tellende, terwijl
d'Argenty er 162 heeft, eigenlijk zeven
raadsleden moest kiezen. Wat meer is:
zij vorderen dat voortaan Teillet en
d'Argenty voortaan twee afzonderlijke
gemeenten zullen uitmaken, ieder met
een eigen gemeenteraad. Sedert het
genomen ontslag der raadsleden, van
Teillet, heeft het prefectorale gezag
viermaal gepoogd aanvullende verkie
zingen te honden, maar telkens waren
.er noch kiezers, noch gekozenen.
Revolver heldert.
De noodlottige Amerikaansche ge
woonte om dadelijk met een revolver
klaar te staan, heeft weder aan drie
menschen het leven gekost. Twee zoons
van den Methodistischen geestelijke te
Pioneer in Louisiana, hadden een grief
tegen een rijken planter, wien zij ver
weten aan hun zuster niet den noodigen
eerbied te hébben betoond. Bij! gele
genheid van een ontmoeting beschuldig
den zij den planter openlijk hun zuster
hebben, beleedigd en eischten van hem
voldoening. De planter trok twee re-
.volvers, maar ook de broeders stonden
onmiddellijk met hun wapens gereed.
Alras vielen er schoten. De vrouw en
de dochter van den planter, die tus-
schenbeiden wilden komen, en de man
zelf werden gedood. De beide broeders
zijn in hechtenis genomen.
Vrffdenkers-mameron.
In de laatste dagen werd aan school
kinderen in. Luzern. op straat een ge
drukt biljet in handen gegeven, getiteld:
„Geconfiskeerd". Daarin stond het vol
gende fraais te lezen: „Negen tiende
van hetgeen men u bij het godsdienst
onderwijs vertelt, is bewezen onwaar
te zijn. Het bestaan van een God is
onmogelijk. Reeds als klein kind heeft
men u geweld aangedaan toen men u,
tegen uw wil,d oor den zoogenaamden
doop in den schoot der kerk opgeno
men heeft, enz."
Zoo trachten de vrijdenkers hun gif
reeds in het kinderhart ingang te doen
vinden.
Eien: prinses ini een gasthuis.
Het pleit wel voor den gezonden en
practischen zin van de Britsche aristo
cratie, dat een lid van het koninklijk
huis nie.t heeft g eschroomd geneeskun
dige hulp in een gasthuis te vragen in
een spoedeischend geval.
Prinses Louise van Battenberg was
Zaterdag bij den maaltijd een visch-
graat in de. keel blijven steken. Haar
vader begaf zich met haar naar een
gasthuis in de nabijheid van zijn wo
ning, waar beiden in de vestibule
wachtten met andere loopende patiën
ten. Toen de beurt aan de prinses was,
begaf hij zich naar binnen, waar de
wachthebbende geneesheer haar hielp.
Een stijfkop.
De in 1900 gestorven afgevaardigde
Villiers, de „vader van het Engelsche
parlement", is steeds ongehuwd geble
ven. Toch was hij eens verloofd en
wel met %en zeer rijke jonge dame
van den besten Engelschen stand, miss
Mellish, die op den toen nog jongen
parlementair verliefd was.
Daags voor de bruiloft verweet zij
hem schertsend, dat hij haar slechts
nam om haar geld.
Villiers haalde diep adem en ant
woordde:
„Meen je dat? Nu, dan wil ik je
bewijzen, dat je me onrecht aandoet,
al zal ik er ook door ten gronde gaan
Daarmee ging hij heen en zijn bruid
Iachtte hartelijk om den, tragischen toon
en den ernst, waarmee haar bruidegom
hare geheel onschuldige opmerking op
gevat had.
Maar Villiers kwam niet terug. Alles
werd gedaan om de zaak weer in orde
te brengen, maar alle bemoeiingenstuit-
ten af op Villiers onwil.
„Het is onmogelijk!" zei hij, „zij 'zal
mij nooit gelooven, dat ik haar alleen
om haar zelfs wille beminde en be
minnen zal, totdat ik de oogen sluit.
Ik zal haar nooit kunnen overtuigen
dat niet haar geld mee in 't spel
was."
En, daarbij bleef het. Beiden, Vil
liers en zijn bruid, bleven ongehuwd.
Hij werkte zich spoedig omhoog en
werd beroemd en zij werd ten slotte
een, knorrige en Vergeten oude jonge
juffrouw. Zij stierf een paar maan
den vóór Villiers ,dien zij tot erfge
naam van haar meer dan een mil
lioen pond sterling groot vermogen
maakte.
Maar ook nu nam de 97-jarige par
lementair er niets van aan, maar ver
maakte het geld in, zijn geheel aan
zijn vaderstad Wolverhampton, welke
stad hij langer dan twee menschenle-
vens in het parlement vertegenwoor
digde.
aanzienlijke politieke personen van
de Republiek en het geheele land
hebben met eenstemmigheid de can-
didatuur van generaal Gomez uit
geroepen voor hst presidentschap
van de .Republiek voor de komende
grondwettige periode welke den
19den April 1910 hau vangt, om vier
jaren te duren.
„De huidige regeering heeft een
vasten grondslag j:n de openbare
meening. He regeering wepscht, de
toepassing va.n de vrijheid te grond
vesten en de Republiek op den weg
van den vooruitgaing te sturen. De
candidatuur Gomez zal in het geheel
geen tegenstand, geen discussie ont
moeten.
„Venezuela opent zijn poorten
rniin voor de vreemdelingen en wil
dat dezen in de Republiek rustig
welzijn en welvaren zullen, kunnen
vinden.
„Mijn zending en taak in Neder
land is, de diplomatieke betrekkin
gen tusschen Nederland en Vene
zuela nauwer te maken. Ik ga naar
Nederland met het groote vertrou
wen, 'mijn zending tot een goed einde
te brengen. Ik breng de hartelijke
gevoelens van mijn regeering en
van m;i persoonlijk. Ik twijfel niet,
bij de Nederlandsche regeering ge
lijke gevoelens te zullen vinden-
„Wat de bijzondere punten van!
mijn zending j,n Nederland betreft,
hieromtrent kan ik geen verklarin
gen afleggen alvorens met de. Neder
landsche regeering gesproken te heb
ben. Het is, mijn plicht omtrent deze
punten het stilzwijgen ts bewaren."
Omtrent de positie en het lot vaU
Castro zeide de heer Grisanti opi
mijn vraag nog Woordelijk het vol
gende „Generaal Castro is volstrekt
impopulair en zelfs gehaat; er is
geen kans dat hij weder aan het
bewind komt; hij is ook onmachtig
den vrede in de Republiek te sto
ren."
De nieuwe onderhandelaar van
Venezuela b\i onze Hegeering.
Een correspondent van de, „N. Ri
Ct." heeft den pas te Parijs hearri-
veerden Venezolaansehein onderhan
delaar Grisanti gesproken.
Ziehier wat deze heer verklaarde:
„Venezuela's grootste wensch .is
zijn goede betrekkingen met Neder
land, evenals met alle natiën, te be
houden. Het heeft een tijdperk van
vrede en' welvaart ingewijd. Alle
Nog steeds de Utrechtse he oplich
ter. Over den. oplichter, alias jhr.
Loenhard, deelt het „U. D." nog het
volgende mede.
Op tienjarigen leeftijd viel hij uit
een raam van de derde verdieping op
straat en men dacht niet anders of
het kind zou er mee heen gaan, z'n
hoofd was vreeselijk verwond en een
hersenschudding bleef niet uit. Wonder
boven wonder herstelde hij, en hoewel
hij ais' andere knapen van z'n leeftijd
normaal verstand had, was hij buiten
gewoon driftig en opvliegend, op andere
tijden buitengemeen onverschillig, niets
kon hem dan schelen.
Toen hij later verkeering kreeg, wa
ren zijn ouders daar zeer op tegen,,
men vond hem met z'n eigenaardige na
tuur niet geschikt om zich ahn. een
vrouw te binden en werkten het enga
gement tegen, omdat men er voor la
ter toch niets goeds van, verwachtte.
Werkelijk schreef het meisje hern in
die dagen af en van die daad heeft Ide
jonge man zéér veel geweten; hij trok
zich hét geval hevig aan en beloofde
wraak te zullen nemen op z'n ouders.
Van dat oogenblik af aan ging hij
den, slechten weg op, hij stal, meldde
zichzelf bij de politie aan en kreeg
gevangenisstraf. De straf liet 'm vol
maakt koud, twee jaar opsluiting vond
hij volstrekt niets. Toen hij in. Haar
lem Werd ontslagen, had hij ruim f 100
op zak; binnen de drie dagen pleegde
hij een nieuw misdrijf, wetende van
daag of morgen toch weer geknipt te
zullen worden. 'tKan hem heelemaal
niet schelen ze hebben z ij n leven
bedorven, nu zal hij dat van z'n familie
bederven,. Hij zat in UU'echt in z'n cel
al te berekenen: pas twee jaar gehad
voor diiefstal, nu krijg ik een veroor
deel ing wegens oplichting, ze geven me
negen maanden extra omdat ik recidi
vist ben, zit er das 2 ja-ar en 9 [maan
den voor me op, óók goed. Komt hijt,
weer vrij, dan stelt hij zich voor op-
nijeuw te beginnen. Hij had zich dit
maal tevreden gesteld met f2500, maar
dan zou hij z'n slag eens beter slaan.
Hij had er pleizier van, dat men te
Utrecht met z'n vijven voor 'm had
staan buigen, het zou niet moeilijk zijn
de menschen voor f 10.000 op te lich
ten Gevangenisopsluiting vindt hij zeer
gemoedelijk; hij is onverschillig voor
alles en van. die onverschilligheid!
zou hij nog wel eens laten blijken,
De gezonken, boot. Men meldt
uit Enkhuizen, dat op aanwijzing van
de equipage van, den veerdienst tus
schen Stavoren en Enkhuizen, die reeds
eenige keeren meenden op hun reis
iets boven water te hebben zien uitste
ken, visschers uit Enkhuizen gisteren
morgen de gezonken stoomboot „Han
del en Nijverheid" ontdekt hebben, be
noorden Énkhuizen, tusschen de zand-
plaatsen, Kreupel en Hofstede, op 15
voet water.
De zonderlinge logeergasten. Gis
terenmorgen zijn de beide jeugdige
Duitschers, die in een hotel op het
Damrak te Amsterdam logeerden, zon
der er hun rekening te betalen, voor
den Officier van Justitie geleid. Het
vermoeden, dat. men hier met een paar
op avontuur beluste jongelui zou te
doen. hebben, is, na het verhoor dat
beiden op het politiebureau W.armoes-
s'raal hebben ondergaan, niet versterkt,
integendeel, men meent thans dat de
aangehoudenen een paar internationale
hoteldieven zijn, die er hun wérk van
maken „gratis" in verschillende hotels
te logeeren en dan, als 't kan, hun
slag te slaan. Hier was hun buit in elk
geval heel pover: een paar brieven,
waarvan d© inbond absoluut geen waar
de had, en... een eindje kaars!