De accijns-verhooging. Van alles wat! Gemengde Buitenlandsche berichten Gemengd Nieuws. BINNENLAND. liii. De koetsierskwestie ten lesten male. NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT Da (Minister van financiën heef t de verh.oG'ging van den aqcdjps op het gedistilleerd jbteslist van pooide om fret begroctingstekort te dekken. ÏWjij hebben in een vorig1 artikel betoogd, dat men zich daarbij zal Bloeten neerleggen, maar dat men te vens duidelijk moet doen uitkomen, dat deze aeoijnsverliooging niet an ders dan een fiscale maatregel is, door de omstandigheden voorge schreven, die met sociale wenseh.cn als door de .drankbestrijding geuit, Biets te maken heeft. Sedert 'dien is men in verschillelnide frladen om een passende beeld spraak te gebruiken echter juist •Bit dit laatste vaatje gaan tappen. De aocijnsverhocging wordt, door velen niet alléén meer verdedigd als een fiscale uitredding, maar als een Voortreffelijk, ja onfeilbaar- middel dot bestrijding van het alcoholmis- Biisbruik. En in verhand daarmede wordt aelfs 'voorgesteld, den accijns niet tot 190 maar tot f 100 per H.L. te vter- froogen. Het gaat nu in één moeite door Ofschoon we niet veel hoop' heb ben, dat het o>.i. gezonde e;n. zuivere standpunt, dat ide verhooging van den drankaccijns alléén maar als fis cale maatregel is te verdedigen, al gemeen za,l worden gedeeld, achten wiji het toch niet overbodig, nogeehs te betoogen waarom het mengen der drankbestrijding in deze fiscale kwestie naar onze meening voert tot een onzuiver standpunt, en daaren boven hoogst icnwensöheiijk is in het belang" der drankhestrijlding-zelvc. 't Is zonderling, dat de meeuing van tal Van autoriteiten in de drank bestrijding, dat verhooging van den drankaccijns geenszins de zaak der drankbestrijding ten goede komt, in tegendeel 'een bron zal .worden van veel ellende en grooter nadeel, nu opeens bijna geheel wordt voor bijgegaan. Wij herinneren aain de overtuigen de wijze waarop vroeger door het hoofdbestuur van den V olksboind te gen Drankmisbruik is bewezen, dat fret drankmisbruik door acicijns- verhooging volstrekt niet wordt ver minderd. Vroegere aceijnsverboogijn- gen hebben dat herhaaldelijk eln proef-ondervindelijk aangetoond, en tegen deze duidelijke bewijzen voert men nu aan, dat de verhooging' in eens met een groote som tegen het alcoholmisbruik wèl wat zal uitwer ken. Het is waar: het hoofdbestuur van denzelfden Volksbond heeft in een later adres zooals de beer Kooien Maandag' j.l. in de Kamer uitvoerig aanhaalde medegedeeld dat een groete verhooging van den accijns fret gebruik van alcohol naar zijne meening wel wat zou doen ver minderen. Doch wij' stellen daartegenover, dat oveT een vermindering van het misbruik door den heer Kooien niet is gesproken. En daartegenover moet toch! im mers, ook naar de onlangs 'geuite meening van „De Tijd", de groote strijd gaan? Daarenboven de verschillelnde be toogen die door andere drankbestrij ders, met name. de „Nederlanidsche vereeniging" e;n vele Katholieke drankweermanlnen, zoowel vroeger als nu zijn geleverd ter bestrijding van de tot dusver door niets be wezen uitspraak, dat aeoijnsverboo- ging den strijd tegen denalcohol zou ten goede komen, moeten deze betoogen eenvoudig worden doodgezwegen De heer Kooien gaf hoog op van ondervinding uit België. Ook de mi nister van financiën in een vroeger kabinet' wees daarop 'in zijn Memorie van Toelichting, toen hij' op' de ge wone wijze om het tekort te dekken, ook zijnerzijds voorsloeg, den accijns maar te verhoogen. Evenwel zijn 'die gegevens allesbe halve volledig, en nog minder af doende, Immers: het frauduleus fa- bricee'ren van alcohol is i'n België zeer toegenomen en bekend is het ook, dat de kwaliteit van den drank aldaar zeer is. verminderd na de ver hooging van den accijps. Maar ten slotte©ene zóó groote verhooging al.s hier wordt voorge steld, was dok de Belgische geens zins! De onze is uniek. Derhalve kan en mag men zich toch! niet op' de Belgische verhooging beroepen, waar de ondervinding' uit ons land bewezen heeft, dat ©ene gelijksoortige verhooging althans ten onzent den omzet van alcohol niet heeft verminderd. Wij mogen dunkt ons daar om eoncludeéren tot 't volgendewel iswaar zal men door 'n groote ver hooging van de;n acciijns waarschijn lijk wèl komen tot eeniga verminde ring van 't totale gebruik, doch in plaats van het m i sbruik te ver minderen, zal men dit ontwijfelbaar erger en sehrikkelijker maken, door knoeierijen, ve'rvalschingan, 't fabri- ceeren van minderwaardige én, dus veel schadelijker alcioiholproducten, enz. Want hierover j.s nu toch wel, ©e;n ieder, drankbestrijder of niet, het eens, dat de drankmisbruikier, en zelfs de geregeld-gebruiker, geen glas minder zal drinken als de dra;n,k opslaat, maar dat ze in dat gev!al zóó ze al hun gewoonten ietwat veranderen, - alleen zullen .overgaan tot het gebruik van goedkooperen, dus slechter drank. Wat elk hygiënist zal het hier mee eens zijn oen onberekenbaar nadeel voop: de volksgezondheid we zen1 zal. En in geval deze categorie vain personen niet overgaat tot het drin ken van foezel en minderwaardigen alcohol, zal dan te grooter bedrag van het weekloon aan drank wor den besteed naarmate de acciijlnsver- hooging des te grooter is. Wat nadeel hieruit voor huisgezin, voor finan cieel© en moreel© verhoudingen volgt, is gemakkelijk te begrijpen. Om dit, alles is het inroepen van de drankbestrijding als argument voor de aocijnsverbooging ons alles behalve sympathiek. Integendeel w:ij zijn van oordeel dat ide drankbe strijders de fapatici uitgezonderd, die .in eiken maatregel tegen het alcoholgebruik een wielkom iets zien de accijnsverhooging als middel in de drank we er niet kunnen e|n niet mogen aanvaarden Neen, dat dooreen-warren van fis cale overwegingen met sociale wen- schen als de drankbestrijding voor staat, is naar onze meepiing niet al leen onsympathiek, maar ook' in de:n grond opi onwaarheid ©n valscihheid gegrond. Immers al Ware 't juist, dat de ac cijnsverhooging iets ih het voordeel der drankweer doen zou, dan is het doel van de verhooging toch zóó vierkant tegenovergesteld aaln het doel der drankbestrijding, dat de naast-elkaar-stelling: va|n beide, piet kan worden gedoogd. Uit het bovenstaande zal, zij;n ge bleken, dat wij ons, noodgedwongen moeten nederleggem bij deze enorme verhooging van den drankaccijns, als fi'naneieelen maatregel. Hoewel wij principieel het betreu ren, dat de financiën van den Staiat meer en meer van den jeneveraccijns afhankelijk zijn. Maar wij blijven e;r bij, dat die ver- hocging dan ook alléén met finan- cieele argumenten mag worden ver dedigd, en dat in deze fiscale kwestie elk argument, aan de drankbestrij ding ontleend, misplaatst is. Vooreerst omdat het uiterst twij felachtig, ja volgens ons eln vele anderen juist onwaar is, dat acrijins- verhocging vermindering van, het drankmisbruik zal ten gevolge hebben. «n ten tweede omdat bet doel der drankbestrijding zooi vierkant tegen overgesteld is aan het doel van elke fiscale acicajnsverhoog'ing', dat me'n de een© geheel afgescheiden moet houden van de andere. 'k Heb eerst de gemoederen wat tot rust laten komen. Want die waren, vuur en. vlam, van weerszijden, en dat loopt nooit op een goed resultaat uit! Daar waren onder de koetsiers verschillen den, die er nu maar opeens alles wil den óp-zetten om.... weet ik het: be ter loon, meer vrij, vrije Zondagen en wat niet al, te krijgen! En onder de stalhonderspatroons waren er, die klaar stonden om den eersten den besten koetsier die z'n mond durfde opendoen over „lotsverbetering" (zoo heet het immers?) de groote deur te wijzen! Nu, dat er met de luidjes op die manier niet te spreken valt, is begrij pelijk, en omdat ik in mijn „Van alles wat"-jes deze zaak heb aanhangig ge maakt en. beloofd had een conclusie te zullen geven op al het geschrijf en ge praat dat over de koetsierskwestie is opgegaan, leek het me in het beLang van de zaak-zelve het best, om eerst maar eens een poosje te wachten tot het kalme beraad weer was bovengeko men. Hoe staan we dus nu, onbevooroor deeld en onpartijdig gesproken, tegeiu over deze zaak Gebleken is, dat er veie grieven zijn bij de koetsiers. En die grieven zijn., naar ik met de hand op het hart kan verklaren, dooi de patroons tot nog toe niet alle on gegrond verklaard. Met name de grief, die ik in mijn, eerste artikeltje heb aangevoerd: dat de koetsiers niet behoorlijk des Zon dags ter kerke kunnen gaan, en dat ze zelfs op hooge feestdagen als Paschen en Kerstmis b ij K a t h o 1 i e k e pa troons geen gelegenheid hebben om de H. Mis bij te wonen, die grief bestaat nog altijd, en al hebben de pa troons in een ingezonden stuk ver klaard dat hiervan, niets aan is, de mededeelingen die ik van verschillen de belanghebbenden heb ontvangen, la- ten. geen redetijken twijfel toe of werke lijk is het bijwonen der H. Mis door tie koetsiers op Zondag voor velen onmo gelijk en voor anderen uiterst bezwaar lijk zonder opoffering van geld. Over andere grieven wil ik nu hier niet spreken. Maar dat er wat hapert, dat is nu toch wel zonder meer aan te nemen, te meer omdat de patroons, door de klagers bij zich ter vergadering te noo- digen, stilzwijgend erkend hebben dat toch alles wel niet is zooals het wezen moest. Nu is die uitnoodiging aan onderge schikten die klachten hébben,, om te verschijnen voor de vierschaar van pa troons, niet zeer gelukkig! 't Was te begrijpen (en men moet daar ook de toestanden van, het koetsiersvak eenigs- zins voor kennen!) dal geen sterveling zich daar het eerste als „de man die klaagt" wilde presenteeren. Als de koetsiers een vakvereeniging hadden, ja, dan zou het bestuur ervan de aangewezen personen zijn, die de algemeene bestaande klachten onder woorden konden brengen. Doch die vakvereeniging bestaat helaas nog niet! Te begrijpen was het dus dat wil ik hiermede maar zeggen dat de koetsiers zich op die vergadering van de patroons niet hebben laten zien. De patroons-zelf hebben dat natuurlijk ook wel zóó begrepen ,te meer omdat ze hun volkje kennen en omdat ik moet het zeggen ook de koetsiers zélf niet zonder schuld uitgaan. Nu weet ik wel, dat vele dingen, die aan de koetsiers met recht kunnen verweten worden, een gevolg zijn van de arbeidstoestanden in het vak-zelf. Maardaar zijn de koetsiers nog niet geheel mee verontschuldigd, en de patroons zouden zeer terecht den eersten, den besten, klager met 'n reeks klachten van hun. kant kunnen overstel pen. De conclusie is dus, dat er gezondigd wordt „binnen de muren, en daarbui ten", met andere woorden, dat noch de verhouding van de patroons tot hun ondergeschikten, noch die van de koet siers tot hun patroons, precies in orde is. Wat is hieraan te doen? Ik weet een middel. Dat middel heet: organisatie. Een goede organisatie toch werkt naar twee kauten,:. vooreerst kan ze veel doen om de arbeiderstoestanden te verbeteren, maar van den anderen kant doet ze ook ontzaglijk veel nut in het vak-zelf, heft ze den arbeider op, zoowel zedelijk als stoffelijk, brengt ze hem orde en lucht en regel en sociaal verantwoordelijkheidsgevoel bij, werkt ze 'direct op de houding der gezellen tegenover de patroons. Let wel, dat ik spreek van een goéd© organisatie! Niet van eene, die speculeert enkel en alleen op de ontevredenheid, en die strijd wil, den klassenstrijd! Dat geeft harrewarren, en voortdurende ge schillen, en zoo'n organisatie doet kwaad in plaats van goed. Zoowel de patroons als de gezellen in het voer- liedenvak hebben dat vroeger onder vonden, toen die socialist Hugenholtz achter zoo'n organisatie zat! Een goede organisatie noem ik eene, die steunt op orde, recht en gezag. Die zorgen wil niet alléén voor de stoffelijke, maar óók en wel degelijk voor de geestelijke belangen! En. nu wil het geval, dat ik juist dezer dagen kennis kreeg ervan, dat zoo'n goede organisatie staat opgericht te worden voor alle Katholieke koet siers, voerlieden, enz. Donderdagnacht a.s. om 12 uur, zijn, naar ik verneem, onze Katholieke voerlieden bijeengeroe pen in het Volksbondgebouw, om de oprichting van een Roomsche vakver eeniging te* bespreken. Ik kan niet anders, dan mijn groote vreugde uitspreken over dit feit: 't ligt precies op den weg, dien ze, naar mijn meiening moeten gaan. die zelf de handen uif de mouwen steken, en handelend optreden, confe- reeren uit naam van allen met de pa troons, en tot verbeteringen komen. Met gerustheid zal ik dan ook de „koetsierskwestie" verder overlaten, aan deze voortreffelijke vakvereeniging, waartoe naar ik hoop alle Katholie ke koetsiers zullen, toetreden! Dat ik dus om te beginnen wensch, dal geen enkele van hen de vergadering van Donderdagnacht zal verzuimen, dat spreekt wel vanzelf! F. Als zoo'n organisatie ejj is, dan kan Een guillotine te koop. In de volgende maand zal te Parijs een „echte" guillotine, welke gewerkt heeft tijdens het schrikbewind te Feurs in het Loire Departement, in het open baar verkocht worden. Het werktuig, dat drie en een halve meter hoog is, werd gemaakt op bevel van .favogues, afgevaardigde bij: de con ventie, in het jaar II der republiek, zooals blijkt uit een opschrift, in de bovenste dwarsbalk gegrift. Sedert jaren was de machine het eigendom van een verzamelaar van oudheden,. Castro en hot Vene/.olaanseh© Congres. Het verslag der bijzondere commis sie, door het Venezolaansche Congres belast met het onderzoek en de beant woording van Castro's „Verklaring", uit Santander, tot het Congres gericht, is, naar de „Amigoe di Curasao" schrijft, thans volledig openbaar gemaakt en is bijtend scherp niet alleen teh opzich te van. Castro's financieele praktijken, maar ook van. zijn persoon. Tegenover Castro's zelfverheerlijking stelt het verslag de verbeteringen die het nieuwe bewind heeft gebracht. Het merkt op dat in hel korte tijdsverloop van zeven maanden, waarin het tegen woordig bestuur is opgetreden, „de diplomatieke betrekkingen met de Vereenigde Stalen en met onzer zus- terkolonie Colombia hersteld zijn; dat er evenzeer een vriendschappelijke ver houding is ontstaan ten opzichte van Engeland. Dat er gezantschappen in Spanje en op Cuba gesticht werden; dat de diplomatieke betrekkingen met Frankrijk en Nederland op weg zijn geregeld te worden; dat van de hangen de kwjestiës met de Vereenigde Sta ten de Bermuda-kwestie is opgelost, en de Manoa-kwestie de oplossing nabij is; en dat dit alles tot stand is ge bracht door den goeden wil en het hel der inzicht van het bestuur, zonder schade van ons nationaal decorum, en zonder dat de souvereiniteit der Repu bliek werd omlaaggehaald, dan zal men gemakkelijk kunnen begrijpen, dat, wat wij gezegd hebben, steunde op goede gronden." Voorts over de binnenlandsche staat kunde: Geheel Venezuela kent de reeks mo- nopoliek, waardoor de nationale bedrij ven te gronde werden gericht; de be lemmeringen den handel in dan weg ge legd; hoe d'e bestaande belastingen tel kens hooger werden en nieuwe belas tingen werden ingevoerd; hoe onze spoorweg nog met geen duim werd bevorderd, oók hoe de handel met onze zuster Colombia werd gedood, en ten slotte hoe de nationale rijkdom en wel vaart is. verminderd. Tegenover de verklaring van Castro, dat hij door de conversie aan Vene zuela's buitenlandsche schuld en, in 1905 aan Venezuela een voordeel van 200 millioen bolivars zou hebben be zorgd, stelt de commissie het feit, dat de emissie in 1905 de geconverteerde schuld verre overtrof. Ook ten aanzien van de nationale schuld beging Castro een, onjuistheid met de bewering, dat hij hiervan 55 millioen. bolivars zou hebben afbei- taald, daar die schuld nog even groot is als toen Castro aan het bewind kwam. Maar wel stelt het rapport in het licht, dat blijkens de door den minis ter van Financiën overgelegde herwijzen door Castro van 1 Januari 1906 tot 30 Juni 1908 onwettige geldtrekkingen ten nadeele van de schatkist zijn gedaan, tot een totaal bedrag-van omstreeks 6.5 millioen bolivars. Onzin wordt wijders de bewering van Castro genoemd, dat hij een bedrag van 340 millioen bolivars voor Vene zuela zou hebben gered van de buiten landsche vorderingen, die in 1903 door de gemengde arbitrage-commissie wer den behandeld. Het financieele bank roet van generaal Castro's bestuur, wordt overduidelijk bewezen door het feit, dat het Congres zelf zich onthield de verslagen van Financiën, behoorend tot de laatste* 4 jaar van Castro's re geering, goed te keuren. Ten slotte stelt de commissie voor: „Dat de Verklaring door den heer generaal Cipriano Castro aan het Con gres gegeven, als zijnde geheel zonder eenig nut, niet zal 'worden erkend, maar dat terzelfdertijd het Congres dit ver slag der Commissie in zijn geheel goed- keure, als een bewijs van vertrouwen, door de volksvertegenwoordigers gege ven aan den vice-president, belast met presidentschap der Republiek, generaal Juan Vicente Gomez', voor zijn vrij zinnige en vaderlandlievende politiek, door hem sinds 19 December 1908 ge volgd. Een Mooren-schat. In Madrid heeft het publiek den mond vol van de ontdekking van den Moorenschat in Ronda. De Amerikaan Perin had eenig en, tijd geleden een oud paleis gekocht, waarin achter de kalk der muren prachtige arabesken gevonden werden. Perin liet vervolgens opgravingen doen in den tuin van het paleis, waarbij' onderaardsche vertrekken werden blootgelegd. Een groot aantal antieke vazen, gevuld met Romelnsche, Moor- sche en. Christelijke munten, werden daarin gevonden. De vondst moet archaeologisch van onschatbare waande zijn, terwijl voor millioenen aan edele metalen reeds te voorschijn is gebracht. Niet minder dam 1000 arbeiders zijn bij dc opgravingen aan het werk. De kooper van .het paleis beweert een nieuw Aihambra ontdekt te hebben. De platte grond van het paleis moet zich bevinden in de archieven van Fez. Het gerucht gaat, dat Perin het paleis verkoopen wii aan den Marokkaan- schcn sultan. Spanje zal dat echter waarschijnlijk verbieden en het paleis, in welks on deraardsche gewelven verschillende MMorsche vorsten begraven liggen, tot nationaal eigendom verklaren. Stormen overal. Uit verschillende deelen van, Frank rijk komen berichten over hevigen storm, sneeuwval en mist. De visschers, van Brest zien angstig uit naar ©enige pinken, die op zee door den storm overvallen zijn. Een. groote hoeveel heid aangespoelde wrakstukken doet ook daar het ergste vreezen,. Uit Cannes wordt gemeld, dat de temperatuur aan de Miiddellandschc Zeekust plotseling voor dozen tijd van het jaar ongewoon laag gedaald is. De omstreken van het stadje zijn. met een sneeuwlaag bedekt. De ongewone koude zal waarschijnlijk groote schade be rokkenen aan dc vruchtboom en. Rijssel is in oen dichten mist ge: huid, waardoor het verkeer ernstig be lemmerd wordt. Te Belfort en, Toulon is het volko men, winter. Staking van kiezers en gekozenen. De Fransche gemeente Teillet, 13 ki lometer van Montlucon gelegen, is uit electoraal oogpunt verdeeld in twee sec ties: die van Teillet en die van liet dorp d'Argenty. Die splitsing nu is de oorzaak van talrijke kampen in den boezem van den Gemeenteraad, want wijl elke der secties recht heeft op zes raadsleden, hebben de gekozenen van Teillet hun ontslag genomen, omdat hun gemeente, zeggen zij, de belangrijkste is, en, 172 kiezers tellende, terwijl d'Argenty er 162 heeft, eigenlijk zeven raadsleden moest kiezen. Wat meer is: zij vorderen dat voortaan Teillet en d'Argenty voortaan twee afzonderlijke gemeenten zullen uitmaken, ieder met een eigen gemeenteraad. Sedert het genomen ontslag der raadsleden, van Teillet, heeft het prefectorale gezag viermaal gepoogd aanvullende verkie zingen te honden, maar telkens waren .er noch kiezers, noch gekozenen. Revolver heldert. De noodlottige Amerikaansche ge woonte om dadelijk met een revolver klaar te staan, heeft weder aan drie menschen het leven gekost. Twee zoons van den Methodistischen geestelijke te Pioneer in Louisiana, hadden een grief tegen een rijken planter, wien zij ver weten aan hun zuster niet den noodigen eerbied te hébben betoond. Bij! gele genheid van een ontmoeting beschuldig den zij den planter openlijk hun zuster hebben, beleedigd en eischten van hem voldoening. De planter trok twee re- .volvers, maar ook de broeders stonden onmiddellijk met hun wapens gereed. Alras vielen er schoten. De vrouw en de dochter van den planter, die tus- schenbeiden wilden komen, en de man zelf werden gedood. De beide broeders zijn in hechtenis genomen. Vrffdenkers-mameron. In de laatste dagen werd aan school kinderen in. Luzern. op straat een ge drukt biljet in handen gegeven, getiteld: „Geconfiskeerd". Daarin stond het vol gende fraais te lezen: „Negen tiende van hetgeen men u bij het godsdienst onderwijs vertelt, is bewezen onwaar te zijn. Het bestaan van een God is onmogelijk. Reeds als klein kind heeft men u geweld aangedaan toen men u, tegen uw wil,d oor den zoogenaamden doop in den schoot der kerk opgeno men heeft, enz." Zoo trachten de vrijdenkers hun gif reeds in het kinderhart ingang te doen vinden. Eien: prinses ini een gasthuis. Het pleit wel voor den gezonden en practischen zin van de Britsche aristo cratie, dat een lid van het koninklijk huis nie.t heeft g eschroomd geneeskun dige hulp in een gasthuis te vragen in een spoedeischend geval. Prinses Louise van Battenberg was Zaterdag bij den maaltijd een visch- graat in de. keel blijven steken. Haar vader begaf zich met haar naar een gasthuis in de nabijheid van zijn wo ning, waar beiden in de vestibule wachtten met andere loopende patiën ten. Toen de beurt aan de prinses was, begaf hij zich naar binnen, waar de wachthebbende geneesheer haar hielp. Een stijfkop. De in 1900 gestorven afgevaardigde Villiers, de „vader van het Engelsche parlement", is steeds ongehuwd geble ven. Toch was hij eens verloofd en wel met %en zeer rijke jonge dame van den besten Engelschen stand, miss Mellish, die op den toen nog jongen parlementair verliefd was. Daags voor de bruiloft verweet zij hem schertsend, dat hij haar slechts nam om haar geld. Villiers haalde diep adem en ant woordde: „Meen je dat? Nu, dan wil ik je bewijzen, dat je me onrecht aandoet, al zal ik er ook door ten gronde gaan Daarmee ging hij heen en zijn bruid Iachtte hartelijk om den, tragischen toon en den ernst, waarmee haar bruidegom hare geheel onschuldige opmerking op gevat had. Maar Villiers kwam niet terug. Alles werd gedaan om de zaak weer in orde te brengen, maar alle bemoeiingenstuit- ten af op Villiers onwil. „Het is onmogelijk!" zei hij, „zij 'zal mij nooit gelooven, dat ik haar alleen om haar zelfs wille beminde en be minnen zal, totdat ik de oogen sluit. Ik zal haar nooit kunnen overtuigen dat niet haar geld mee in 't spel was." En, daarbij bleef het. Beiden, Vil liers en zijn bruid, bleven ongehuwd. Hij werkte zich spoedig omhoog en werd beroemd en zij werd ten slotte een, knorrige en Vergeten oude jonge juffrouw. Zij stierf een paar maan den vóór Villiers ,dien zij tot erfge naam van haar meer dan een mil lioen pond sterling groot vermogen maakte. Maar ook nu nam de 97-jarige par lementair er niets van aan, maar ver maakte het geld in, zijn geheel aan zijn vaderstad Wolverhampton, welke stad hij langer dan twee menschenle- vens in het parlement vertegenwoor digde. aanzienlijke politieke personen van de Republiek en het geheele land hebben met eenstemmigheid de can- didatuur van generaal Gomez uit geroepen voor hst presidentschap van de .Republiek voor de komende grondwettige periode welke den 19den April 1910 hau vangt, om vier jaren te duren. „De huidige regeering heeft een vasten grondslag j:n de openbare meening. He regeering wepscht, de toepassing va.n de vrijheid te grond vesten en de Republiek op den weg van den vooruitgaing te sturen. De candidatuur Gomez zal in het geheel geen tegenstand, geen discussie ont moeten. „Venezuela opent zijn poorten rniin voor de vreemdelingen en wil dat dezen in de Republiek rustig welzijn en welvaren zullen, kunnen vinden. „Mijn zending en taak in Neder land is, de diplomatieke betrekkin gen tusschen Nederland en Vene zuela nauwer te maken. Ik ga naar Nederland met het groote vertrou wen, 'mijn zending tot een goed einde te brengen. Ik breng de hartelijke gevoelens van mijn regeering en van m;i persoonlijk. Ik twijfel niet, bij de Nederlandsche regeering ge lijke gevoelens te zullen vinden- „Wat de bijzondere punten van! mijn zending j,n Nederland betreft, hieromtrent kan ik geen verklarin gen afleggen alvorens met de. Neder landsche regeering gesproken te heb ben. Het is, mijn plicht omtrent deze punten het stilzwijgen ts bewaren." Omtrent de positie en het lot vaU Castro zeide de heer Grisanti opi mijn vraag nog Woordelijk het vol gende „Generaal Castro is volstrekt impopulair en zelfs gehaat; er is geen kans dat hij weder aan het bewind komt; hij is ook onmachtig den vrede in de Republiek te sto ren." De nieuwe onderhandelaar van Venezuela b\i onze Hegeering. Een correspondent van de, „N. Ri Ct." heeft den pas te Parijs hearri- veerden Venezolaansehein onderhan delaar Grisanti gesproken. Ziehier wat deze heer verklaarde: „Venezuela's grootste wensch .is zijn goede betrekkingen met Neder land, evenals met alle natiën, te be houden. Het heeft een tijdperk van vrede en' welvaart ingewijd. Alle Nog steeds de Utrechtse he oplich ter. Over den. oplichter, alias jhr. Loenhard, deelt het „U. D." nog het volgende mede. Op tienjarigen leeftijd viel hij uit een raam van de derde verdieping op straat en men dacht niet anders of het kind zou er mee heen gaan, z'n hoofd was vreeselijk verwond en een hersenschudding bleef niet uit. Wonder boven wonder herstelde hij, en hoewel hij ais' andere knapen van z'n leeftijd normaal verstand had, was hij buiten gewoon driftig en opvliegend, op andere tijden buitengemeen onverschillig, niets kon hem dan schelen. Toen hij later verkeering kreeg, wa ren zijn ouders daar zeer op tegen,, men vond hem met z'n eigenaardige na tuur niet geschikt om zich ahn. een vrouw te binden en werkten het enga gement tegen, omdat men er voor la ter toch niets goeds van, verwachtte. Werkelijk schreef het meisje hern in die dagen af en van die daad heeft Ide jonge man zéér veel geweten; hij trok zich hét geval hevig aan en beloofde wraak te zullen nemen op z'n ouders. Van dat oogenblik af aan ging hij den, slechten weg op, hij stal, meldde zichzelf bij de politie aan en kreeg gevangenisstraf. De straf liet 'm vol maakt koud, twee jaar opsluiting vond hij volstrekt niets. Toen hij in. Haar lem Werd ontslagen, had hij ruim f 100 op zak; binnen de drie dagen pleegde hij een nieuw misdrijf, wetende van daag of morgen toch weer geknipt te zullen worden. 'tKan hem heelemaal niet schelen ze hebben z ij n leven bedorven, nu zal hij dat van z'n familie bederven,. Hij zat in UU'echt in z'n cel al te berekenen: pas twee jaar gehad voor diiefstal, nu krijg ik een veroor deel ing wegens oplichting, ze geven me negen maanden extra omdat ik recidi vist ben, zit er das 2 ja-ar en 9 [maan den voor me op, óók goed. Komt hijt, weer vrij, dan stelt hij zich voor op- nijeuw te beginnen. Hij had zich dit maal tevreden gesteld met f2500, maar dan zou hij z'n slag eens beter slaan. Hij had er pleizier van, dat men te Utrecht met z'n vijven voor 'm had staan buigen, het zou niet moeilijk zijn de menschen voor f 10.000 op te lich ten Gevangenisopsluiting vindt hij zeer gemoedelijk; hij is onverschillig voor alles en van. die onverschilligheid! zou hij nog wel eens laten blijken, De gezonken, boot. Men meldt uit Enkhuizen, dat op aanwijzing van de equipage van, den veerdienst tus schen Stavoren en Enkhuizen, die reeds eenige keeren meenden op hun reis iets boven water te hebben zien uitste ken, visschers uit Enkhuizen gisteren morgen de gezonken stoomboot „Han del en Nijverheid" ontdekt hebben, be noorden Énkhuizen, tusschen de zand- plaatsen, Kreupel en Hofstede, op 15 voet water. De zonderlinge logeergasten. Gis terenmorgen zijn de beide jeugdige Duitschers, die in een hotel op het Damrak te Amsterdam logeerden, zon der er hun rekening te betalen, voor den Officier van Justitie geleid. Het vermoeden, dat. men hier met een paar op avontuur beluste jongelui zou te doen. hebben, is, na het verhoor dat beiden op het politiebureau W.armoes- s'raal hebben ondergaan, niet versterkt, integendeel, men meent thans dat de aangehoudenen een paar internationale hoteldieven zijn, die er hun wérk van maken „gratis" in verschillende hotels te logeeren en dan, als 't kan, hun slag te slaan. Hier was hun buit in elk geval heel pover: een paar brieven, waarvan d© inbond absoluut geen waar de had, en... een eindje kaars!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5