DAGBLAD voor NOORD- en 7'IID-HOLLAND
jïïïïïp. Afin tynn icn inn «■?-m
Moeder en Martelares
Parlementaire Kroniek.
BUITENLAND.
ndterliiiisirMt 29»33-33y HaatHem
Gemengde Buitenlandsche berichten
ÖINSDAQ 7 DEC. <908.
34ste Jaargang No. 7061
A.
Bureaux van Redactie en Administratie i
Sntepcomanuiiflffll TeSdoosinuntmer' 1426*
Voor advertentiën en reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICAROO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, Int. Telefoon I02Ö.
DUITSCHLAND.
ENGELAND.
OOSTENRIJK.
AMERIKA.
FEUILLETON,
ABONNEMENTSPRIJS!
Per 8 maanden voor Haarlemt 1,86
Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1.35 s
Voor de overige plaatsen in Nederland franoo per post 1.80
Af«ou!}crl(jke nummert 0,08
PRIJS OER AOVERTENTl£N:
Van 16 regels 60 cent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant).
Alle betalende abonné» op dit blad, die In bet bezit eener verzekeringspolis zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor
schiktheid tot "VHl 21 overlijden. 3 S 11 ll
werken. 8
GULDEN b(j
verlies van éen
hand of voet
GULDEN bij
Verlies van
éen oog.
GULDEN bij
verbes van
éen il mm
één
wijsvinger.
15
GULDEN bf)
verlies van
éen anderen
vinger
De ultkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Orach* II.
V.
\'a heit sluiten der Algomeeine Bie-
scti omvingen. van den reusachtigen
schotel op den parlementairen disch,
'he Staatstbegrooting heet, zijn deze
^eek de begrootingen voor Buitenland
sche Zaken en Justitie onder den ba
bi er doorgegaan.
De beide betrokken ministers zijn ge
luksvogels van het Kabinet, - als men
dit zeggen mag zonder aan de verdien
den dej- twee Excellenties te kort Ito
doen.
Minister De Marees van Swinderen,
(>ni mat dezen te beginnen, had bij de
Verdediging van zijn begrooting een
dankbare, zoo al niet gemakkelijke
'aak. En de sympathie der Kamer
voor dezen bewindsman de minister
voerde het punt in zijn verdediging
zelf aan komt voor een niet gering
deel hieruit voort, dat hij zoovéél aan
hel oordeel der Kamer onderwerpt als
"p het doornige en met groote voor
zichtigheid te betreden veld der bui
tenlandsche staatkunde maar mo
gelijk is.
De behandeling der begrooting voor
Buitenlandsche Zaken heeft was het
log noodig aangetoond hoe volko
men minister Marees het vertrouwen
der Kamer bezit.
Dat is geruststellend voor heel het
volk in onzen tijd van telkens terug-
keerend oorlogsgevaar en diplomatieke
moeilijkheden.
Behalve een paar kwestiën van, sala
ris ver hoogingen voor twee diploma
ten, gaf bij Buitenlandsche Zaken alleen
de bespreking der Noordzee-entente
aanleiding tot breed debat. Ten. slotte
•daagde de minister er echter bijna
volkomen in, de Kamer te bevrijden
van haar vrees, dat uit die overeen
komst meerdere militaire verplichtin
gen omtrent kustverdediging zouden
Voortvloeien.
Ook dc Minister van Justitie kan hot
met de,Kamer bijzonder goed vinden.
Daar was alleen de heer Duys, die bij
de begroeting van Justitie als woord
voerder der socialisten optrad, en
het natuurlijk met Minister Nelissen
leelijk te kwaad kreeg. De minister be
handelde dezen socialistisch en schreeu
wer maar half au sérieux. Kort en
krachtig wees hij e enige dwaze eischen
van den Zaandamschcn afgevaardigde
af. Ook de heer Van Wijnbergen, gaf
het jeugdige Kamerlid een paar rake
vermaningen, die echter aan dezen af
gevaardigde voorloopig nog maar wei
nig besteed zijn. De anders tamelijk
lankmoedige voorzitter Van Bylandt
moest onzen vriend Duys na herhaalde
waarschuwing tot de orde roepen, toen
deze niet ophield met het spreken van
klasse-justitie en onze rechterlijke
macht het meten mot twee maten ver-
Weet.
Meer dan de voorzitterlijkc verma
ningen, zal de weinige notitie, die Re
geering en Kamer van dezen heetge-
hakorden sociaal-democraat voorloopig
nog nemen, hem wel tot wat meer
kalmte e.nreserve brengen. Als je. staat
te schreeuwen en er wordt niet naar
geluisterd jongen, dat werkt zoo
verkoelend!
Een der meest vleiende huldebetui
gingen. aan, dc werkkracht van minister
Nelissen bracht de heer Van Wijnber
gen, toen deze afgevaardigde constateer
de dat omtrent bijna allo onderwerpen,
door den Minis,ter in, zijn Memorie van
Toelichting besproken, wetsontwerpen
in voorbereiding zijn.
De algemeene beschouwingen, over
het hoofdstuk Justitie er voerden ne
gentien sprekers het woord, behalve
nog de Minister duurden intusschen
lang genoeg. Zóólang, dat de voorzitter
dreigde met dagelijksche avondvergade
ringen en, zelfs vergaderingen op Za
terdag, wanneer de Kamer bij de de
batten zich niic-t wist te beperken.
Uit de lange rij van onderwerpen
brengen, we alleen, naar voren de be
spreking over het Neo-Malthusianisme,
dioor den heer Duys in het debat ge
bracht. Niet om hier aan het verhan
delde over dit ontzettende kwaad veel
aandacht te schenken, maar om aan te
loonen, hoe diep op dit gebied spe
ciaal dc kloof is vooral tussehen. de
socialisten en de christelijke partijen.
Wanl hoe kan.de rasechte sociaal-demo
craat, voor wien het woord „gods
dienst"' niets en het begrip „vader
land" slechts zeer weinig beteokenen,
ook maar eenig idee hebben, van den
afschuw, dien ieder goed christen en
staatsburger moet hebben van een leer,
even dood end voor een bloeiend volks
bestaan als strijdig met het varheven
doel der instelling van het huwelijk!
De anti-r e v ol u ti onna ire heer Brum-
melkamp sprak een uitnemend wooird,
toen hij nadat dit onderwerp een
maal ter sprake was gekomen in
het belang van godsdienst en vaderland
een krachtig protest deed liooren te
gen een vermetel ingrijpen in de rech
ten van den Schepper, als deze vree-
seljike leer bedoelt.
ii»
De Minister van Marine is Vrijdag
middag met de verdediging van zijn
begrooting niet klaar gekomen en heeft
deze heden moeten voortzetten.
Als het Vrijdags middags vier uur
wordt, krijgen de Kamerleden,, dieniet
in Den Haag wonen, haast om weg
te komen.
Overigens waren de marine-debatten
lang de ongezelligste niet. De ronde
zeemanstoom van den heer Wentholt en
de vele interrupties 'die de Minister
van Marine wel gaarne m:ag zullen
hier wel de oorzaak van zijn.
Van die vele interrupties moet de
voorzitter intusschen niemendal heb
ben. Maar de heer Van Bylandt heeft
nu eenmaal de Kamerleden niet zóó
aan het lijntje, of de interrupties nemen
voortdurend toe.
„Och, mijnheer de voorzitter, als het
u niet schelen kan, mij niet: anders
krijg ik het straks toch," zei de heer
Wentholt heel gemoedelijk.
En, de voorzitter erkende, dat inter
rupties het debat kunnen bekorten,
maar.... het moet geen onderlinge
conversatie worden.
Neen natuurlijk, dat is in strijd met
alle regels voor een ordelijk debat en
getuigt eindelijk al van heel weinig res
pect jegens den voorzitter. Maar
van zulke dingen heeft men niet enkel
in de Kaïn er last!
Is het behoorlijk, dat een Kamerlid
van de spoorwegmaatschappijen oen
vrijkaart aanneemt?
Ziedaar een vraag, die aan het einde
der Algemeene Beschouwingen over de
Staatsibegrootiiig tot vrij heftige debat
ten aanleiding gegeven heeft.
Geen wonder dat die debatten heftig
en haast persoonlijk werden: - meer
dan tachtig Kamerleden hadden reeds
verklaard, zulk een vrijkaart „eventueel
wel te willen aannemen!"
En nu kwam daar opeens dc kwestie
van het al of niet-behoorlijke.
En had nu de heer Marchant midden
in de vergadering nog maar dat feit niet
verklapt, dat er onder de leden zoo'n
algemeene beweging naar die vrijkaar
ten ontstaan was!
De heer Schaper vond het „laf" om
een zaak, die „onder ons" had moeten
blijven, in het openbaar debat te bren
gen, en liet de liefelijkheid los, dat
de agitatie tegen dc vrijkaarten bijna uit
sluitend kwam van millionnairs of van
hen, die reeds, uit .anderen hoofde ee;n
vrijkaart hadden!
„Tegen zulk een argument zal ik mij
nooit verdedigen," zei de heer v. Nis
pen (Nijmegen), die de bevoegdheid der
spoorwegmaatschappijen, betwistte om
aan Kamerleden een vrijkaart te geven.
„Bovendien," aldus de Nijmeegsche
afgevaardigde, „zullen wij van de maat
schappijen een geschenk aannemen, dat
haar op tienduizenden guldens komit
te staan, terwijl nog zoovele rechtma
tige verlangens van het personeel af
stuiten op finantiëele bezwaren?"
De heer De Savornin Lobman ver
klaarde kortweg hel aannemen dezer
vrijkaarten beneden dc waardigheid der
Kamer. Hebben de leden ^dienstrei
zen," te maken, dan moet het Rijk
dat betalen. maar dat is heel iets
anders dan ecu vrijkaart accepteeren
van particuliere maatschappijen.
De Kamerleden, zijn in, deze heele
geschiedenis erg ondeugend geweest.
Naar aanleiding van. het groote aandeel,
dat de hear Lobman, gehad heeft in de
wijziging van het Reglement van Orde,
waaraan, de Kamer zich moet houden,
heeft men in, een dor vorige verga
deringen ticzen grijzen parlementariër
schertsend den geestelijken vader der
Kamerleden) genoemd.
Op deze scherts ingaande, nam de
geestelijke vader nu zijn kindertjes on
der handen, dat ze met hun tachtigen
heelemaal buiten, hem om deze bewe
ging voor vrijbiljetten hebben opgezet,
die hij zelf nu eerst uit het openbaar
debat, dus ongeveer tegelijk met heel
de wereld, vernemen moest.
Eigen schuld dat zo zich in den vin
ger sneden met hun achterhoudendheid.
Afloopen doet die vrijkaarten-kwestie
hiermee niet!
Wie dit uil dc debatten niet begrepen
heeft, kan het weten uit de groote
zorg, welke jh.r. Lobman steeds voor
de waardigheid der Kamer toont.
En voor het aanzien der Kamer
tegenover het volk is het, gelooven wc,
ook maar heter als cr vair die vrij
kaarten niets komt. Het „voor wat hoort
wat" zit nu eenmaal te diep in de volks
zeden en, volkisgedachte ingeroest, dan
dat men dat spreekwoord zelfs tegen
over de Kamer zou kunnen vergeten.
En, dat er op gezondigd zou worden,
staat wel vast!
VERANTW GODDELIJKHEID VAN
DEN RIJKSKANSELIER?
Hek Huitsohe Centrum heeft een
hoc.gstbel angrijk voorstel gedaan.
Het heeft ji.l. den Rijksdag voor
gesteld om de verbonden regeerin
gen te verzoeken den Rijksdag een
wetsvoorstel voor te leggen, waar
door de verantwoordelijkheid van
den rijkskanselier en van dan plaats
vervanger van den rijkskanselier, ge
regeld wordt.
Dit in verhand met de bekende
feiten, die zich in de laatste jaren
hebben afgespeeld.
De bedoeling van het voorstel is
duidelijk genoeg, en den keizer zal
het wel niet zeer naar den zin zijin
zien toepassen, dreigen deze met pro
cessen.
De verwarring is overgrootL,
BURGEMEESTER LUEGER.
Der Katholieke partij in Wieenen
en in geheel Oostenrijk dreigt een
groot verlies.
Dr. Lueger, de wakkere burge
meester v:ain Wieenen, en de voor
vechter der Katholieke partij, ver
liest door een .ongeneeslijke ziekte
het gebruik zijner oogen.
Hij heeft dezer dagen verklaard
„Ik zie bijna niets meer en vrees
gieheel blind te zullen worden. Zoo
moet spoedig den tijd komen, dat
ik mijn vrienden voor hun medewer
king zal kunnen danken en hun zal
moeten mededeelen, dat ik mij ge
dwongen zie, mijn plaats op te ge
ven, en mijn mandaat ter beschik
king te stellen."
VERWARRING.
De verwarring in Engeland, met
dein door de groot© crisis geschapen
toestand, is enorm,
Dat zit zóó: het Lagerhuis heeft
nieuwe en zeer verhoogde belastin
gen (óók invoerrechten) goedge
keurd, en de meerderheid zegt, dat
na die goedkeuring dóór het Lager
huis nu ook feitelijk de nieuwe wet
er (is elngehoorzaamd moet
worden.
De wet is dan ook in werking,
maar één „formaliteit" .ontbreekt er
alleen nog aande goedkeuring van
het Hoogerhuis, diegewei
gerd .is.
Vandaar dat nu rechtens niet vast
staat en totdat de „formaliteit" ook
vervuld is jniet kan vaststaan, dat
de nieuwie belastingen werkelijk zijn
verschuldigd.
Men snapt nu dan rarem toestand
De regieering heeft bekend gemaakt,
dat meln gerust de nieuwe belastin-
gein kan betalen, en de Bank of Eng-
la'nd berekent die ook. Men zal dan
later, als de goedkeuring- wegblijft,
het te veel betaalde terug krijgen.
Maar.men kan niet verplicht
worden de nieuwe belasting te beta.-
1© ;nen zoo zijn nu de invoerrechten
op .de schrikkelijkste manier in de
war.
De invoerders betalen natuurlijk
de hooge rechten niet, en de Beurs
mannen, dia door de Bank of Eng
land de nieuw© inkomstenbelasting
NICARAGUA EN DE VER. STATEN.
President Zelaya, van Nicaragua»
wiens macht al sterk afgebrokkeld
was door h©t succes van de opstande
lingen onder generaal Estrada, en
die, onid>e;r deze onaangename om
standigheden nog het hoofd had te
bieden aan een ultimatum van de
Vereenigde Staten, heeft zich ver
dekt opgesteld.
Hij heeft afstand van de regecring
gedaan ten behoeve van Senor Jose
Madrizaman, een va.n zijn creaturen-
Vermoedelijk zal hem deze truc
niet veel batenhet departement
van buitenlandsche zaken te .Was
hington, maakt reeds een krachtig
protest gereed, waarhij het zijn ei
schen handhaaft, en is bovendien
voornemens aan zijn optreden bijzon
dere kracht bij te zetten, door de
opstandelingen te erkennen a.ls oor
logvoerende partij.
Ook zijln er Amerikaansche oor
logsschepen naar Midden-Amerika
gezonden.
Koning Alfonso van Spanjo ziek?
Uit Madrid is te Parijs bericht ont
vangen, dat koning Alfons een operatic
moet ondergaan voor een middenoor
ontsteking. Geen van de Spaansche
specialisten durft hot aan, zoodat er
naar alle waarschijnlijkheid een buiten-
landseh geneesheer bij gehaald zal wor
den..
"Prinses Marie van Denemarken, f
Prinses Marie van Orleans, echtge-
noote van prins Waldimar van De
nemarken, broeder des konings, is Ie
Kopenhagen overleden. Zij zou in
Januari 46 jaar worden. Gelijk men
weeft, is haar echtgenoot met drie zonen
in Engelsch-Indië. Zaterdagavond laat
is de hertogin van Chart res, de moeder
der prinses, te Kopenhagen aangeko
men. Zij vond haar dochter niet meer
bij kennis
De dood van prinses Marie wordt
in Denemarken oprechtelijk betreurd.
Zij was zeer gezien. Het was een
vrouw van vele gaven en van een
sterken wil. Ook in staatszaken was
haar invloed merkbaar. Dc prinses was
Katholiek gebleven. Haar dochter is
o<Ac Katholiek.
Esperanto.
Zooals men weet, heeft dc Parijsche
politie-perfect Lépine eenigen tijd ge
leden ten gerieve van het vreemde
lingen-publiek vreemde talen en espe-
ranto-sprekende agenten in dienst ge
steld. Thans feit de Fransehe hoofd
stad op dit gebied weer een nieuwig
heid: een taxi-auto met een kennisge
ving, dat de bestuurder Esperanto
sprcekt.f
Handige oplichterij.
Tc Argeniteuil, in Frankrijk, woont
een boer. die meer dan oen millioen
francs vermogen bezit. Een Ameri-
kaansehe gauwdief. Goldsmith gehee-
ten, praatte den braven man voor, dat
de uiterwaarden der Oise zeer veel
goud bevatten, en dat er slechts een
bagatel van 100.000 francs noodig was,
om een rationecle exploitatie te kun
nen toepassen.
Eerst was het Fransehe boortje wel
wat huiverig, cn weinig geneigd om dit
fabeltje fc gelooven, maar de Yankee
praatte met veel overredingskracht en
overtuiging, en, wist hem werkelijk over
te halen. Hetgeen hij op de volgende
manier deed.
Beiden begaven zich naar de oevers
van de rivier, •namen een paar handen
vol zand en vulden daar een flesch
mede. Zonder dat de boer het merkte,
liet Goldsmith een aantal goudkorrel
tjes mee naar binnen glijden, en toen
nu het zand ter analiseering aan een
chemicus werd opgezonden, kon deze
natuuriijk niet anders doen, dan een
vrij hoog percentage goud in het ri
vierzand vaststellen.
Het verrukte boertje aarzelde nu
geen «ogenblik meer om Goldsmith
80.000 francs in handen te geven, ten
einde de Oise te exploiteeren, met welk
bedrag de lóoze Amerikaan den vol
genden dag spoorloos verdween.
Verachikkelijk
Toen de kruidenier Wirth, Ie Och-
senfurt, Zaterdag in zijn kelder bezig
was met het aftappen van spiritus,
kwam hij met het onbeschermde licht
te dicht bij het spiritusvat. De spiritus
ontplofte en onmiddellijk stond Wirth
in lichtelaaie. Zijn gehuwde dochter,
die op het ontzettend hulpgeroep van
haar vader kwam toesnellen, en hem
trachtte te redden, werd zelve door
de Vlammen aangegrepen en zoo zwaar
gewond, dat zij een paar uur later
stierf. De ongelukkige Wirth verteer
de letterlijk tol asch, in den overal
hcenvloeienden. brandenden spiritus.
Een spoor van Andrée?
Men denkt thans een spoor gevonden
te hebben van den zoo jammerlijk om-
43)
Reine had deze 1 aatste woonden
up een toon van diep© waarheid en
niet minder diepe smart gesproken.
En ondanks ai haar verdriet voel
de Jeannette op dit oogenblik dat
Reine Penhoët evengoed het slacht
offer der vioomtesse was als zij.
Die ontdekking bracht haar tot
die diepste verslagenheid. Zij had er
zoo op gerekend Reine Penhoët tot
medelijden te brengen en dan alles
van haar te verkrijgen wat zij
wensehte.
„Maar dan is de kleine Leonie
verloren," fluisterde, zij'.
Nog eens brachten ba,ar smart en
haar wanhoop de kamenier de tranen
in de oogen
„Luister," sprak ze, „en laat u
niet. verschrikken door hersenschim
men. Er is voor het kind niets te
vreezen, nmar dat beloof ik jewan
neer eenig gevaar de kleine Leonie
zou bedreigen, gte zult u niet ver
geefs tot mij gewtend hebben. Ik
zweer u da.t ik .haar desnoods ten
koste van mijn leven zal beschermen
cn verdedigen."
„Ik geloof u, juffrouw," snikte
Jeannette, „ik geloof u en ik dank
u."
Maar Reine, die de. laatste ©ogen
blikken al angstig* naar de vensters
van h©t kasteel had gekeken, wendde
zich plotseling om.
„De blinden worden gesloten,"
sprak ze, ..mevrouw de Mondragon
gaat naar haar kamer. Wat zal ze
zeggen als ze taij daiar niet vindt om
haar te helpen
„Welnu, maar zeg me dan nog
even hoe de kleine het maakt."
„Uitstekend, ze is heel goed ge
zond, maar laat mij nu gaan."
En met een krachtige beweging
maakte ze zich los en verdween in
de richting v;a;n het kasteel.
André Biascou had Donation ein
delijk gevonden en hem meegenomen
naar een plekje., w,aar niemand/ hen
kon beluisteren.
De kamerdienaar was woedend.
Het toch al niet aangename humeur
der vioomtesse was in den la,atste,n
tijd voortdurend erger geworden. Ze
was onverdraaglijk en prikkelbaar
in den hoogs ten graad.
Dien avond nog had ze om; niets
een scène gemaakt dat heel het per
soneel er van buiten zich zelf was.
„En dan te denken dat je je leven
lang bij zulk ©en feeks in dienst mocf
blijven." eindigde Donatien zijn ont
boezeming.
„Nu, daar dwingt toch niemand je
toe, zou ik zeggen," sprak de jonge
commissaris koeltjes. 3
„Niet? Dat's gemakkelijk gezegd.
„Welnu, waarom zou je op Maga-
las blijven
„Een mooii ding! Waar elders vind
ik zulk .een goede betrekking?"
„Ik weet een betere voor je, en die
je krijgen kunt zoodra je maar wilt,"
„Je steekt er den gek mee!"
„Neen, op mijn woord van e'er."
„Welnu, waar dan
„Op Roche-Morte."
„Een mooi ding! De markies is
dood, en de markiezin in de. gevan
genis."
„Ói daar zal ze niet lang meer
blijven
„Denkt je dat?"
„Ik w:e©t. het zelfs zeker."
„Nu, gij als commissaris kunt er
meer van weten dan ik. En 't is
waar, dat de markiezin zeer rijk
is.."
„Niét omdat ze zoo rijk is, zal ze
spoedig' ..in vrijheid gesteld worden,
jmaar omdat ze onschuldig is."
„Dat kaai wel. Men zegt dat zo
door mevrouwt de Mondragon be
schuldigd wordt, en bij die komt liet
er op een leugen meer of minder niet
op aan. Ze is best in staat ©en
onschuldige te doen vcroordeelen.'
„Zoo denk .ik er ook over," sprak.
André.
„En je zegt dus dat ik op Roche-
fMorte kan komen zoodra; de markie
zin weer vrij is?"
„Ik beloof het je, maar op één
voorwaarde."
„En die is
„Dat je mij helpt om haar on
schuld te bewijzen. Ik doe daar alles
voqr wat ik kan. Je weet dat ik aan
den vader der markiezin heel voel
te danken 'heb gehad."
„En dat je ©en bra.vo kerel bent,
André. Welnu, ik ben je map. En
als ik tegelijk die mooie vioomtesse
eens kan dwarsboomen, zal me dat
zooveel te liever zijn."
„Nu, ik heb zoo'n idee dat dat er
wel bij zal komen.
Herinner je je of de vioomtesse
op den zevenden April fles avonds
hier op Magnlas was? Op dien dag'
heeft de markies zijnen eersten nieu
wen aanval gekregen."
„Den zevenden April Laat ik
eens kijken. Dat is al twjee maanden
geleden, en cr is in dien tijd zóóveel
gebeurd
Eenige oogen blikken dacht hij;
na; daarna riep hij plotseling: uit:
„Wacht, ik herinner het mij. •••ft.
En .nog even later Idomk het op
zoer beslisten toon:
„Neen,, toen was zij niet hier!"
André werd doodsbleek.
„Verklaar je nader," sprak bij',
„en denk er vooral om: dat ieder
woerd van het grootste gewicht is."
„Wellnu. op dien tijd waarvan je
spreekt, ging mevrouw herhaaldelijk
uit en kort achter elkander, zonder
dat wij ooit wisten Waarheen ze ging,
e;n heel dikwijls zelfs Wisten we niet
eens of ze op het kasteel wias ja dan
neen- Alleen de keukenmeid en Reine
Penhoët waren altijd op de hoogte."
„Maar bedient gij dan niet altijd
aan tafel?"
„Niét altijd. ,0p haar eiigen kamers
kom ik nooit, en in die,n tijd ge
bruikte ze daar heel dikwijls het
middagmaal. In het begin van April
'nu begon ik te vermóeden dat men
ons een beetje voor den gek hield,
en dat terwijl iedereen verkla,ar
de dat de vicomtessé eenigszins on
gesteld was, zij inderdaad het kasteel
voor eenigen tijd verlaten had."
„Welk© redenen had je om lat
te detnken
„Wel, op de eerste plaats hoorde ik
in de vertrekken, die juist benoien
die va,n de vioomtesse lagen cn die ik
in orde moest houden, nooit voet
stappen boven mijn hoofd in de eer
ste dageln. van April. En de schotels,
die Reine bij de vicomtessé binnen
bracht, gingen ong-evlecr onaange
roerd weer terug*."
„Mevrouw is immers afwezig,"
vroeg ik Reine op een avond plotse
ling, om haar te overvallen.
De kamenier schrikte blijkbaar, en
sprak eerst een oogen blik later
„Wat ee;u dwaze vraag is dat nu! Je
weet immers dat mevrouw ongesteld
!is en haar kamer moet houden."
Ik drong uiet verder aan, maar
'.toen ik dien avend wat moest in
pakken, gaven ze mij de allernieuw
ste couranten met de strooken ei- nog
om heen, zoodat ze blijkbaar heele
maal niet gelezen waren. T,oen ver
dween mijn laatste twijfel, want
mevrouw leest zoo dolgraag couran-
ranten, dat ze nooit ©en enkele over
slaat."
„En ben je wel zeker er v,an, dat
dat alles juist in liet begin van
April gebeurd is
„Zoo zeker mogelijk."
„Zou je me ook nog- den juisten
dalum kunnen zeggen van dat ge
val met die couranten
„Uit mijn hoofd niet, maar wel
als ik het pak voor den dag haal, dat
ik toen opgeborgen heb. Het bevat
een kleedje van vossenvel, dat in
den zomer goed bewaard moet wor
den. Ik heb er een aantal couranten
voor gebruikt en zooals ik reeds zei-
de, gavetn ze me juist de laatste.
Daaraam kunnen we dus bijna, met
zekerheid zeggen op welken dag het
geweest is."
„En wanneer kunt ge mij die cou
ranten laten zien," vroeg André.
„Morgan ochtend, zoo vroeg ge
maar wilt."
„Neen, we moeten de zaken heel
ongemerkt behandelen. Liever» kom
ik morgenavond op hetzelfde uur
als Hm."
„Uitstekend."
Wordt vervolgd.)