TWEEDE BLAD.
Moeder en Martelares
R- K. Middenstands-
vereeniging
Markten.
Esperanto-Cursus.
Van alles wat!
De tuinbouw-winterschoa! voor de
bloembollencultuur besproken in
de Tweede Kamer.
Z4TERDAG II DEC. 1909,
^der patronaat van den H. Jozef,
te Haarlem,
^eeling van „de Hanze", goed-
wekeurd bij Bisschoppelijk beslu.t van
26 October 1907 en bij Kon nk-
'<jk besluit van 9 Mei 1908.
blauw
LVL
Hoe we geteld zullen worden.
FEUILLETON.
NIEUWE NAARLEMSCHE COURANT
SM6 Middenstands vereeniging
«t zich ten doel, volgens art. 2 harer
1 ®'u'ön, de zedelijke en stoffelijke be-
van den handeldrijvendeo en
düstriëelen Middenstand in het alge-
een, en van hare leden in het bij-
bder te behartigen, overeenkomstig
beginselen van den R.-K. Gods-
wenst.
^°g slechts kort geleden opgericht
ra<ht zij reeds veel tot stand, en
°°öde op velerlei wijzen het nut van
bestaan.
Zij voerde o.a. eene krachtige actie
_^gen het verleanen van al te lang cre-
diet
- en de z.g. vliegende winkels; in
aar vergaderingen werden belangrijke
®öderwerpen, als coöperatie, inkom-
leflbelastins, arbeidscontract, enz. be-
handeld;
boekhoudcursussen werden door
opgericht;
door hare bemiddeling werden de
eesten der Alg. Ned. Wielr. Bond den
v°rigen zomer hier ter stede gevierd;
eene onderlinge glasverzekering is
haar tot stand gekomen, deze
ledt bij zeer lage premiën, de
«r°otst mogelijke voordeelen en keert
der netto winst aan de verzeker
den uit.
°p haar verzoek werden de le H.
^önnuniedagen in de verschillende
Parochieën, zooveel mogelijk op uiteen-
opende datums gesteld.
Dit en nog veel meer deed zij reeds
j® bet belang harer leden en van den
•"K. Middenstand in het algemeen;
®°g veel meer zou zij kunnen doen,
'bdien zij van de R.-K. Middenstan
ds krachtiger steun genoot, dan tot
®®sver; indien nog meerderen zich bij
"^r aansloten.
De betrekkelijk geringe contributie
d ƒ1.30 per 3 maanden kan geen
"letsel zijn.
Daarvoor hebben de leden bovendien,
J^ordat de Vereeniging aangesloten is
®5 de Haarl. Handelsvereeniging, gra-
gelegenheid informatiën in te win-
dnbienze posten ter incdssei !ng
'e geven aan het bestnnr der H. H.
rechtskundige adviezen betrelfende
btinne zaken te vragen bij de advocaten
H. H. V.
Het bestuur spoort daarom hiermede
"le, nog niet aangesloten R.-K. Mid
denstanders aan, als Lid dezer nuttige
v6reeniging toe te treden; zich niet
laten weerhouden door de gedach-
'e, misschien onmiddellijk geen per-
s°nnlijke winst te behalen, maar door
bun steun aan deze vereeniging te ge-
v®n, het goede doel der vereeniging
helpen bevorderen en daardoor ook
Middellijk hun eigen belangen beharti
gen.
Voor hei Lidmaatschap kan men
"ch aanmelden bij het Bestuur of bij
den Secretaris
G. A. M. JONCKBLOEDT Lz.
Lange Heerenstraat 24.
R.S. Evenals de vorige jaren, wordt
da gelegenheid tot deelname aan een
®Hrsus Boekhouden opengesteld, waar
oor men zich om inlichtingen tot uiter-
*ik 15 December a.s. aan bovenge
noemd adres kan vervoegen.
HET BESTUUR.
In de week van 13 Dec. tot IS Dec.
Maandag. Alkmaar, Amsterdam,
deemster, Gouda, Haarlem, Hoorn,
Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster
beverwijk, Purmerend. Woensdag, Am
sterdam, Beemster, Enkhuizen, Haar
lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen,
donderdag. Beverwijk, Edam, Haar
lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scha
den, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am
sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden»,
Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen
Zaterdag, Alkmaar, Amsterdam, Edam
Hoorn, Leiden.
4e Les.
Lees aandachtig:
Mi promenos ik za 1 wandelen
vi lud os gij z u 11 spelen
li rakontos hij za 1 vertellen
si dir os zij z a 1 zeggen
ni vidos wij z u 11 en zien
tli leg o s zij z u 11 e n lezen
mi far os ik zal doen
vi devos gij zu 11 moeten
li est os hij z a 1 zijn
si kuros zij za 1 loopen
ni ven os wij zullen komen
ïli fiugos zij zu 11 en vliegen
Regel. Door achter den stam der
werkwoorden o s te plaat
sen, verkrijgt men den
toekomenden tijd. Ook
dit geldt voor alle werk
woorden, en alle perso
nen.
Lees aandachtig
La knabo estas ga j a
de jongen is v r o o 1 ij k
La knabo ridas ga j e
de jongen lacht vroolijk
La cevalo estas rapi d a
het paard is vlug
La cevalo kuras rapi d e
het paard loopt vlug
La suno estas be 1 a
de zon is mooi
La suno brilaB be 1 e
de zon schijnt mooi.
Regel. In Esperanto eindigen de
bijwoorden op E.
Lees en vertaal
La vetero estas bela, tial (daarom)
mi iros promeni en la gardeno. La
suno brilis, brilas kaj brilos. Si rakon
tas al vi pri la belaj gardenoj de la
granda uroo. La nova domo de la
bop&tro estos granda. Ni pensos al la
oelaj kokinoj kaj al la fortaj cevaloj
Li legis, legas kaj legos. La birdoj
flugis gaje kaj rapide. La knabinoj
iudos kontente en ia sablo. Li parolos
tre malkontente pri la malbelaj libroj
de la infano. La forta cevalo kuns
rapide sur la granda kampo. La suno
brilas varme. La patw.no gaje parolos
kun la infancj de ia najbarino. Dum
mi pensos al ia rakonto de la servis-
lino, li kantos bele. Li venos rapide.
Mi parolos tre amike kun li.
Lees aandachtig:
Mia hundo estas granda kaj forta
m ij n hond is groot en sterk.
Via libro estas bela kaj interesa
u w boek is mooi en interessant.
L i a avino estas sola
z ij n grootmoeder is alleen.
Sia patro estas maijuna
haar vader is oud.
N i a papero kusas sur la tablo
ons papier ligt op de tafel.
Via plumo skribas malbeie
u w pen schrijft leelijk.
Ilia domo staras en la urbo
hun huis staat in de stad.
Regel. De b e z i 11 e 1 ij k e voor
naamwoorden worden
verkregen door een A te
plaatsen achtei de per
soonlijke voornaam
woorden.
Leer van buiten,
la porno
la piro
la afero
la tempo
la leciono
la sukceso
la tero
la historio
la muro
ia etago
la rueolo
la kastelo
la spegulu
,a arbaro
de appel
de peer
de zaak
de tijd
de les
het succes
de aarde
de geschiedenis
de muur
dé verdieping
het meubel
het kasteel
de spiegel
het bosch
la aego
oportuna
konstrui
resti
lerni
havi
bruligi
porti
planti
konsigti
versajne
se
ordinare
Ier ba
inda
fldela
alba
largra
rica
suna
blua
de stoel
geriefelijk
bouwen
blijven
leeren
hebben
verbranden
dragen
planten
bestaan
waarschijnlijk
indien
gewoonlijk
handig
waardig
trouw
hoog
breed
rijk
zonnig
Lees aandachtig.
Miaj birdoj flugas en la pardeno
Mijne vogels vliegen in den tuin
viaj infanoj ludis en la cambro
uwe kinderen speelden in de kamer
liaj amik o j promenos en la urbo
zijn vrienden zullen in de stad wan
delen.
siaj libroj kusis sur la tablo
haar boeken lagen op de tafel
niaj cevaloj kuras rapide
onze paarden loopen vlug
viaj bundoj ludos
uwe honden zuilen spelen
iliaj domoj estas oportunaj
hun huizen zijn geriefelijk.
Regel. Het bezittel ij kvoor
naamwoord regelt zich evenals
het bijvoegelijk voornaamwoord
naar het zelfstandig naam
woord.
Lees en vertaal:
Niaj amikoj kaj viaj amikoj pro
menis gaje al la urbo. La arboj en la
</ardeno de mia patro kreskas bone
La birdoj de aia onklino flugis kaj
kantis. Viaj bovoj estas fortaj
kaj kuras sur la kampo de mia bo
patro, En ilia lando (land) la cielo
estas blua kaj suna. La cevaloj de
niaj amikoj estas junaj, sid la cevaloj
de iliaj onkloj estas malgrandaj kaj
maljunaj. La cambroj en via domo
estas oportunaj. Nia domo konsistae
el divertaj cambroj. <Sia onklino estie
bona kaj kontenta vi» ino. Liaj hundoj
estis fldelaj bestoj. La edzino de mia
frato kantas bele. La fenestroj de nia
domo estas altaj kaj larpaj. La infanoj
delia najbarino estas feiicaj kaj kon
tentaj. Sia onklino estas bona, sed mal
rica virino. La tabloj kaj segroj en ilia
domo estas maloportunaj
Vertaal
Uw huis is groot. Zijn huis is klein.
Ons paard is oud en loopt langzaam.
Hij zong vroolijk. Hare ooms zijn
lijke menschen. Hunne kamers zijn
klein maar geriefelijk. Uwe stoel is
hoog. Hare tafel is laag en breed
Mijne tante zal mooi zingen. De
schoonvader van mijn broeder wan
delde tevreden en verheugd ia den
kleinen tuin van onzen buurman. Het
weder was koud en tiiestig. Ons dorp
is klein maar mooi. De boomen in
hun tuin groeien zeer hoog. Onze
boomen zijn hoog. De vriend van
haar vader zal naar de stad gaan
Haar vader is een arm maar aange
naam mensch. De zon scheen onop
houdelijk. De hemel van ons land is
blauw en mooi. De straten van huD
stad zijn smal en kort. Hunne boekeD
en schriften liggen op ODze tafel.
Waar lint uw buis? De deur van
haar huis waB zeer hoog. Hij zal
morgen naar ons dorp komen. Onze
vertellingen zullen waar en interessant
zijn Hun huis zal uit verschillende
kamers bestaan. Uw hond is een trouw
dier. De paarden van haar oom zijn
sterke beesten. Waar is uw grootmoe
der? Zij is in den tuin van uw buur
man Mijne boeken, uw potlood, haar
schrift en zijn pennen lagen op de
tafel van hun buurman.
„En nu manen wij U aan zegt
de burgemeester in het stuk dat de
krant heeft publiek gemaakt en dat
daarenboven overal sta,at aange
plakt om behoorlijk en petjes
mee te werken dat de volkstelling
g o e dm ag: slage n
't Staat er natuurlijk wiel in een
beetje, andere woorden, maar zóó .is
het toch bedoeld.
JV© zullen dus allemaal weer eens
„geteld" worend.
'k (Wed dat er al vele lezers, als
ze die proclamatie van den burge
meester gielezen hebben, bij zich
zelf zullen gezegd hebben: waar
dient dat nu eigenlijk voor
Och, zoo'n volks,telling', die, eens
in de tien jaar plaats heeft, is een
administratieve maatregel. De sta
tistieken worden ermee onderhouden,
de registers, worden ermee vergele
ken, en de opgaven der tienjarige
volkstellingen kofnen voor tal van
doeleinden telkens te pas.
Maar nu zal menigeen vragenis
de burgerlijke' stand met z'n volle
dige registers ,nu niet voldoende
voor deze statistiek?
En dan antwoord ik met volle
overtuiging „meen", want1 als
de uitkomsten van een volkstelling
bekend worden, dan blijkt altijd dat
ze héél wat verschillen van de bij-
eengetelde cijfers der registers van
den burgerlijken standHoe dat mo
gelijk is,? Daarvoor heeft, men al
leen maar eens te bedenken hoeveel
opgaven bij den Burg. stand niet
inkomen, hoeveel Nederlanders
er in den vreemde overlijden b. v.
zonder dat opgave wordt gedaan hier
te lande,, hoeveel ingeschrevenen
in den Burg. Stand het land ver
laten zonder v.erhuisbiljet, en tal
van andere, mogelijkheden meer.
Daarenboven wil e,en volkstelling
niet uitmaken, hoeveel Nederlanders
zijn er, of hoeveel ingeschrevenen
in den Buig. Stand er in leven zijn,
maar: hoevfeel menschen bevinden
zich op een gegeven oogenblik bin
nen de grenzen des, lands, binnen
elke gemeente, en wat is hun betrek
king, hun godsdienst, hun burger
lijke staat enz.
Men ziet dat dit wat anders is
dan de Burgerlijke Stand geven kan.
Dus, zooais ik zeide, die „telling"
welke om de, tien jaar plaats heeft,
zal ditmaal weer eens gehouden wor
den op het einde van dit jaar, en
het „gegeven oogenblik" waarop het
c'jfer moat gebaseerd zijn, is mid
dernacht van den 31en December op
den ben Januari, van Vrijdag op
Zaterdag.
De vraag gaat nu voor: hoe zal
die telling plaats hebben
Het Rijkheeft dei uitvoering er
van opgedragen aan personeel dat
de gemeentebesturen moeten aan
wijzen. en de telling zelve geschiedt
met kaarten.
Na Kerstmis gaan de tellers rond:
huis aan huis, woning aan woning,
en z© geven dan de kaarten af, die
benocdigd zijn.
Be kaarten
Ja, voor ieder persoon één kaart.
Dat is gemakkelijk genoeg!
Het hoofd van het gezin, of de
alleenwonende persoon, of de be
stuurder van een gesticht of instel
ling, kortom degene die aansprake
lijk is volgens de wet voor de goede
opgave, moet z'n oogen eerst rond
slaan in den kring van de, zijlnen
en hij telt dan bij elkaar a,l degenen
die in den nacht van 31 December
op 1 Januari bij hem vast of tijdelijk
verblijven.
De logé, de inwonende meid of
inwonende knecht, de in den gezins
kring opgenomen vader of moeder
of een ander familielid, die allen
moeten even goed worden meegeteld
als de huisgenoote'n (vader, moeder
en kinderen) zelf.
Maaral moet ieder persoon
afzonderlijk op een kaart wor
den genoteerd (de kaarten zelf
bevatten nauwkeurige aanwijzi
gingen voor de beantwoording,
en hoe die geschieden moet),
daarom is het toch niet onverschil
lig, welke persoon op de kaarten
wiordt ingeschreven.
De kaarten verschillen namelijk
in kleur.
Mannen' (jongens) worden inge
schreven op een gele kaart.
Vrouwen (meisjes) op een witte
kaart.
Dat- wil zeggenvoor zoover ze
niet verblijf houden in gestichten
of instellingen. iWant voor die ca
tegorie zijn de kaarten respectieve
lijk blauw' en grijs.
Daarenboven zijn er nu nog kaar
ten voor de,., tijdelijk-verblij fhou-
denden (logé's dus) die niet voor
vast in huis zijn en die eigenlijk
elders, hun domicilie, hebben. Deze
zullen worden ingeschreven op
oranje kaarten als, 't mannen of
jongens, en bp rose kaarten als
het meisjes of vrouwen zijn.
Men ziet, het systeem is niet zoo
moeilijk, .als men die, zes kleuren
maar uit elkaar houdt, en onthoudt,
voer welke personen elke kleur die
nen moet.
Uit het bovenstaande, zal mien
hoop ik -ook begrijpen dat er
personen zijn voor wie t w ee kaarten
zullen worden ingevuld: één op de
plaats waar ze gedomicilieerd zijn,
en eene op de plaats waar ze in
den nacht van 31 December toeval
lig verblijven. Loge's, reizigers en
dergelijke vallen hier onder.
Als nu na Kerstmis de, „teller"
aan do deur komt, zal hij de kaar
ten ter invulling afgeven. Iedelr
hoofd van een gezin of in het al
gemeen voor de, goede telling aan
sprakelijk persoon, is dan verplicht
den teller het aantal kaarten op te
geven dat zal worden ingevuld.
Na Nieuwjaar worden die inge
vulde kaarten teruggehaald, en dan
begint hief sorteeren, bijeenzoeken,
uitwerken en tellen...; waarvan we
den uitslag zoo tegen October van hef
volgend jaar tegemoet kunnen zien!
Ja, zoo'n volkstelling heeft heel
wat in!
F.
Zooals in ons Tweede Kamer-ver
slag deze week is medegedeeld, heb
ben de heeren. Van Wichen en Jhr. Mr.
Frank van Lennep, afgevaardigden voor
Haarlemmermeer en Haarlem, deze
week in de Kamen- bovenstaand onder
werp, voor onze streek zoo uiterst be
langrijk, besproken.
't Was de eerste maal tevens, dat de
wakkere afgevaardigde voor Haarlem
in de Kamen* het woord voerde, en hij
deed dat naar unaniem getuigenis
op de meesit voortreffelijke wijze.
Wij geven hier uit de officiëele „Han
delingen," der Tweede Kamer het door
beide heeren gesprokene letterlijk weer,
benevens het antwoord van Minister
Talma.
De heer Van Wichen:
„Mijnheer de Voorzitter! In het Voor
loop ig Verslag is op bladz. 6 gevraagd,
waar de in de Memorie van Toelich
ting bedoelde tuinbouwwinterschool ten
behoeve der bloembollencultuur in de
bollenstreek gevestigd zal worden. De
Minister heeft in zijn Memorie van Ant
woord op bladz. 10 daarop geantwoord,
dat de onderhandelingen met de ge
meentebesturen daarover nog niet zijn
afgeloopen en dus nog geen beslissing
daarover kan worden genomen.
Mijnbeer de Voorzitter! Veel wijzer
is men daardoor nu niet geworden,
maar ik geef toe, dat, hangende de on
derhandelingen, nog geen bepaalde be
slissingen kunnen worden medegedeeld.
Toch zou ik Zijn Excellentie gaarne
willen verzoeken om, indien de onder
handelingen met de betrokken gemeen
tebesturen daartoe ook maar eenigszins
aanleiding kunnen geven, die tuinbouw
winterschool nu niet te doen. vestigen in
een der steden, aan de bloembollen
streek gelegen, ma,ar haar liever te
doen oprichten in een der groote platte
landsgemeenten, die als voornaamste
eentra voor de bloembollenstreek te be
schouwen zijn. Als ik daarvoor een
aanwijzing mocht doen, zou ik willen
noemen de gemeenten Hillegom of Lis-
se. Vooral de eerstbedoelde plaats, Hil
legom, die als voornaamste centrum
der bloembollenstreek van alle zijden
gemakkelijk te bereiken is en alwaar
het gemeentebestuur, naar ik meen, de,
oprichting gaarne zou willen bevorde
ren^ zou daarvoor mijns inziens ten
zeerste in aanmerking komen.
Zeer gewenscht zou het zijn, Mijn
heer de Voorzitter, indien de Minister
hieromtrent iets naders kon inededee-
len Mocht de Minister hiertoe nog
niet kunnen overgaan, dan verzoek ik
Zijn Excellentie beleefd mijn aanbeve
ling wel in ernstige overweging te wil
len nemen.
De heer Van Lennep
„Mijnheer de Voorzitter! Door den
nood gedrongen moet ik njij in deze
debatten mengen. Het is dus geen mai
denspeech, maar een maidenwoord, al
kan het dan ten aanzien y.an de rede
van den geachten afgevaardigde uit
Haarlemmermeer geen ja-woord zijn.
Bij al de vraag- en klaag toornen, in het
Voorloop ig Vesrlag en al de daarin uit
gesproken teleurstelling en de epitheta
ornantia, waarmede deze Minister ge
huldigd is, als te zijn: „halsstarrig",
en daartegenover „wankelbaar,, of
„niet genoeg weerstand biedend", zich
zelf overschattend", terwijl aan de an
dere zijde zooveel gevraagd wordt dat
de Minister, indien hij meende daaraan
te kunnen te gemoet komen, zich zelf
zou moeten overschatten, lijdend aan
gemis van zuinigheid, te groote karig
heid, waarbij ik den Minister in paren-
thesi zou willen herinneren aan het
woord van den groote,n Engelschen mi-
santhroop: „menschen zijn als eilanden^
die elkaar onwaarheden toeroepen over
zeeën van misverstand", betreur ik het,
dat in het Voorloopig Verslag den Jdi-
nister geen dank is gebracht, dat hij
een post op de bagrooting heeft ge
bracht, om aan het bloembollendistrict
een Itijkstuinbouwwinterschool te ge
ven.
In alle bescheidenheid wensch ik dit
alsnog te doen.
Allereerst merk ik op, dat ik mij
volkomen kan vereenigen mot het
standpunt der Regeering, die de plaats
bepaling der school aan zich wil hou
den.
Ik mag wei herinneren aan de debat
ten in de Kamer gehouden op 13 De
cember 1900. De Regeering had op
de begrooting een post van f 2000 ge
bracht voor kosten voortvloeiende uit
de oprichting en instandhouding eener
Rijksvakzuivelschool in Friesland.
De Kamer besliste toen na ampele
discussie met 75 tegen 12 stemgmen,
dat de school te BoLsward zou geplaatst
worden. Of deze keuze thans nog zou
verdedigd worden, wensch ik niet te
onderzoeken.
Ik meen, dat het bier een quaestie
van uitvoering geldt, die wij bij andere
gelegenheden overlaten aan de Regeé-
ring, die niet zal handelen in het be
lang van de een of andere gemeente,
Lisse, Sassenheim of Haarlem, waar
voor geachte afgevaardigden zouden
wensehen op te komen, maar in bet be
lang van het geheele" bloembollendis
trict."
De heer Va,n Heemstra:
„Juist!"
De heer Van Lennep:
„Mijnheer de Voorzitter! Deze in
terruptie is mij hoogst aangenaam, want
ik sprak volstrekt niet over mijn buur-'
man naast mijdan zou ik den geach
ten afgevaardigde uit Hilversum heb
ben genoemd; maar ik sprak naar aan
leiding van de rede van den geach
ten afgevaardigde uit Haarlemmermeer,
die Lisse en Hillegom noemde, waarbij
fk toen ik weet niet wie hoorde
zeggen: Sassenheim.
Toch meen ik mij niet te mogen
onthouden van het aangeven van eenigie
algemeene factoren, waarnaar, of met
46)
„Moet ik naast ha,ar gaan zitten,
Vroeg .Joseph, .toen men de arme
Jeanmett© er in gedragen had.
„Neen, Segonde kan meegaan, da.t
ïs voldoende."
Zonder een antwoord af te wach
ten, sprong Clemens op den bok, en
het volgende oogenblik reed het rij
tuig in snelle vaart weg.
Toen Joseph 'het kasteel weer bin
nentrad, voelde hij op eens een hand
Op zijn schouder. Donatie,n stond ach
ter hem.
„is het waar dat de jongejuffrouw
flocd is," vroeg deze met bevende
stem
„Ja. een paar uur geleden is de
arme kleine gestorven," was het ant-
tvoerd.
„En is gisterenavond de dokter
Uit Bordeaux nog geweest," ging Do
nation voort.
„Hij is er nofe, bij de vicomtessa,
die als wanhopig is van smart."
„Maar als de dokter er pog is,
Me is er dan zooeven teruggereden
in dat rijtuig, waar Clemens op
den bok zat?"
„De dokter niet."
„Wie dan?"
„Dat weet ik niet."
„Kunt ge tegen uw ouden vriend
niet eens de waarheid spreken, Jo
seph? Dat is niet aardig van je."
„Ik herhaal je dat ik er niets, van
weet."
„Nu, wees 'anders maar niet bang
dat ik je zal verraden. Ik ken het
consigne, maar aan een ouden man
als ik hen
„Hoor eens, als ge mij dan belooft
het aan niemand te vertellen," sprak
de ander, wiien het geheim reeds op
tong brandde.
„Welnu, wie< was het dan?"
..Jean nel te de Séverac, van Boche-
Morte." i i
„Zij? Verliet z;j per rijtuig hier
het kasteel Magalas Onmogelijk
„Het is zooals ik je zeg. Jcannette
heeft hier vannacht in den omtrek de
wacht gehouden, en toen ik het kas
teel verliet, vroeg ze mij hoe het
met de kleine was. En toen moest ik
haar natuurlijk het droevige nieuws
van den dood der freule meedeelen
Dat trof !h aar zco, dat ze bewusteloos
neerzonk, zcodat Clemens net te
rechter tijd kwam om haar te helpen
en haar naar Roche-Mcrte terug te
brengen."
Donation wendde zich, na dit al
les gehoord te hébben, haastig om
en wild© het park verlaten
„Denk er aan." waarschuwde Jo
seph hem nog, „dat ge aan niemand
iets van dit alles zegt. Anders hen ik
verloren."
„Wees maar gerust, sprak Dona.-
tien, ,,er zal u niets overkomen.
En hij haastte zich naar St Justin
om André Bascou en de S.intely s in
te licthtsn.
Terwijl Je.annette, te Roche-Morte
teruggebracht, daar in een zware
koorts nederlag. luisterden André
Baseou en da Sintély's ademloos
naar hetgeen Don,a,tien hun kwam
vertellen. Nadat de kamerdienaar
hun alles, had medegedeeld, begaven
de drie heieren zich naar Roche-Mor
te, maar daar bleek hun, dat van
een onderhoud met de arme Jcan
nette niets komen kon.
De tijding van liet sterven der
kleine Leonie had ook over het ove
rige personeel van Rcche-Morte de
diepste verslagenheid gebracht, An
dré Bascou was wanhopig over den
treurigen toestand, waarin zijn ver
loofde daar neder lag, en toch moest
h;i haar aan de zorgen der andere
dienstboden overlaten, want meer
dan ooit was het noodig, het kasteel
Magalas te bewaken en op de hoogte
te hl ij yen van hetgeen daar omging.
VI. L'refd© en trouw.
.leannotte's krachten keerden spoe
dig genoeg terug, maar haar ver
stand bileek door den vreesel ijken
schok van Leonie's sterven zeer ern
stig getroffen. Slechts door haar in
de nabijheid van Magalas te brengen,
kon men haar kalmte bezorgen, en
zelfs als ze daar in de omgeving me,t
Segonde rondzwierf, herhaalde zo
nog .voortdurend met de oogen vol
tranen:
„Men heeft haar mij ontstolen
Op zekeren morgen had Segonde
haar ©enige oogen blikken alleen
moetep laten. Daar trad bij een
kromming van den weg opeens een
vreemdeling1 op de arme krankzin
nige toe. Het was iemand met een
zeer nadenkend voorkomen en ee;n
energiek gelaat, waarin groote blau
we oogen schitterden.
De vreemdeling keek Jeannetta
eeniga oog,emhlikken met doordrin
gende blikken aan en zijn erinstiig ge
laat kreeg, terwijl hij haar aanstaar
de, een uitdrukking van diep mede
lijden
H ij deed een paar stappen vooruit,
raakte den aim van het jong©meisje
aan en sprak: „Je an nette
Die zachte en toch gebiedend klin
kende, stem, scheen het meisje te
doen entwaken uit den half droo
menden toestand, waarin zij zi,c;h se
dert e,enige1 o,ogenblikken bevond
En terwijl zij haar oogen, die in
tranen zwemmen, op den vreemde
ling richtte, herhaalde zij: op diep-
droevigen toon„Men heeft haar mij
ontstolen
Wie," vroeg de vreemde.
Jeannette scheen een oogenblik te
denken. Toen bracht zij de handen
aan het hoofd en antwoordde met een
gebaar, dat zeggen moest: „Ikweet
het niet
De onbekende keek haar eenigo
oogenblikken vast aan.
„Wie heeft men u ontstolen,"
v'roeg hij, teen.
E,n Jeannette stamelde„Leonie
In tranen uitbarstend, herhaalde
ze den naam der kleine, wier sterven
haar zoo vreeselijk diep geschokt
had.
De vreemde g ing naast haar zitten
en sprak op kalmeerenden toon
Wees bedaard en tracht mij te be
grijpen. Ik ben van heel ver geko
men, om als ik kan. uw© meesteres
te redden (Wilt ge, mij niet helpen
Jeannette, scheen te luisteren, en er
kwam meer uitdrukking jn haar
straks nog zoo starende oogen
Door dit eerste, succies aangemoe
digd, ging de onbekende voort„Ik
moet, cm de markiezin te kunnen
redden, eenige ophelderingen hebben,
die gij alleen mij kunt geven. Zijt
ge daartoe, in staat
Jeannette liet droevig het hoofd
zinken en antwoordde niet.
Wilt g!e Madeleine niet redden,"
vroeg de onbekende dreigend
Alles te vergeefs.
Het verstand der arme, dienstbare
bleef omneveld. en de vreemde moest
er van afzien 'haar te ondervragen.
„En ik had zoozeer op haar gere
kend," mompelde, de onbekende,
„wat nu? Beproeven om haar te ge
nezen Dat zou maanden duren, en'
de openbar© terechtzitting is over
twaalf dagen 1"
Hij bleef ©e;n oogenblik in diepe ge
dachten zitten en er vormde zich een
diepe p'ooii tusschen zijn wienkb'rau-
wen. 1
Maar spoedig kwam de uitdruk
king van groote wilskracht, die op
zlijn gelaat de o verkeersellende was,
terug Zijn Mogen schitterden en hij
sprak op .vasten toon: „Welnu, dan
zal ik het alleen doen, maar sla
gen zal ik
Hij verwijderde zich zonder dat
Jeannette er iets van bemerkte Een
uur later liet hij zich aanmelden by
de,n president der rechtbank te Sint
Justin.
Hij gaf zijn kaartje af, waarop de
hooge ambtenaar de volgende woor
den las „Graaf Richard de Claviè-
res, Colombo, Ceylon."
„Laat dien heer binnenkomen,
sprak de rechter ten hoogste ver
baasd.
En eenige oogenblikken later trad
Richard de Olavières het studeerver
trek v,an den president binnejn.
Wordtcervolgd