TWEEDE BLAD. Moeder en Martelares R- K. Middenstands- vereeniging Markten. Esperanto-Cursus. Van alles wat! De tuinbouw-winterschoa! voor de bloembollencultuur besproken in de Tweede Kamer. Z4TERDAG II DEC. 1909, ^der patronaat van den H. Jozef, te Haarlem, ^eeling van „de Hanze", goed- wekeurd bij Bisschoppelijk beslu.t van 26 October 1907 en bij Kon nk- '<jk besluit van 9 Mei 1908. blauw LVL Hoe we geteld zullen worden. FEUILLETON. NIEUWE NAARLEMSCHE COURANT SM6 Middenstands vereeniging «t zich ten doel, volgens art. 2 harer 1 ®'u'ön, de zedelijke en stoffelijke be- van den handeldrijvendeo en düstriëelen Middenstand in het alge- een, en van hare leden in het bij- bder te behartigen, overeenkomstig beginselen van den R.-K. Gods- wenst. ^°g slechts kort geleden opgericht ra<ht zij reeds veel tot stand, en °°öde op velerlei wijzen het nut van bestaan. Zij voerde o.a. eene krachtige actie _^gen het verleanen van al te lang cre- diet - en de z.g. vliegende winkels; in aar vergaderingen werden belangrijke ®öderwerpen, als coöperatie, inkom- leflbelastins, arbeidscontract, enz. be- handeld; boekhoudcursussen werden door opgericht; door hare bemiddeling werden de eesten der Alg. Ned. Wielr. Bond den v°rigen zomer hier ter stede gevierd; eene onderlinge glasverzekering is haar tot stand gekomen, deze ledt bij zeer lage premiën, de «r°otst mogelijke voordeelen en keert der netto winst aan de verzeker den uit. °p haar verzoek werden de le H. ^önnuniedagen in de verschillende Parochieën, zooveel mogelijk op uiteen- opende datums gesteld. Dit en nog veel meer deed zij reeds j® bet belang harer leden en van den •"K. Middenstand in het algemeen; ®°g veel meer zou zij kunnen doen, 'bdien zij van de R.-K. Middenstan ds krachtiger steun genoot, dan tot ®®sver; indien nog meerderen zich bij "^r aansloten. De betrekkelijk geringe contributie d ƒ1.30 per 3 maanden kan geen "letsel zijn. Daarvoor hebben de leden bovendien, J^ordat de Vereeniging aangesloten is ®5 de Haarl. Handelsvereeniging, gra- gelegenheid informatiën in te win- dnbienze posten ter incdssei !ng 'e geven aan het bestnnr der H. H. rechtskundige adviezen betrelfende btinne zaken te vragen bij de advocaten H. H. V. Het bestuur spoort daarom hiermede "le, nog niet aangesloten R.-K. Mid denstanders aan, als Lid dezer nuttige v6reeniging toe te treden; zich niet laten weerhouden door de gedach- 'e, misschien onmiddellijk geen per- s°nnlijke winst te behalen, maar door bun steun aan deze vereeniging te ge- v®n, het goede doel der vereeniging helpen bevorderen en daardoor ook Middellijk hun eigen belangen beharti gen. Voor hei Lidmaatschap kan men "ch aanmelden bij het Bestuur of bij den Secretaris G. A. M. JONCKBLOEDT Lz. Lange Heerenstraat 24. R.S. Evenals de vorige jaren, wordt da gelegenheid tot deelname aan een ®Hrsus Boekhouden opengesteld, waar oor men zich om inlichtingen tot uiter- *ik 15 December a.s. aan bovenge noemd adres kan vervoegen. HET BESTUUR. In de week van 13 Dec. tot IS Dec. Maandag. Alkmaar, Amsterdam, deemster, Gouda, Haarlem, Hoorn, Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster beverwijk, Purmerend. Woensdag, Am sterdam, Beemster, Enkhuizen, Haar lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen, donderdag. Beverwijk, Edam, Haar lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scha den, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden», Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen Zaterdag, Alkmaar, Amsterdam, Edam Hoorn, Leiden. 4e Les. Lees aandachtig: Mi promenos ik za 1 wandelen vi lud os gij z u 11 spelen li rakontos hij za 1 vertellen si dir os zij z a 1 zeggen ni vidos wij z u 11 en zien tli leg o s zij z u 11 e n lezen mi far os ik zal doen vi devos gij zu 11 moeten li est os hij z a 1 zijn si kuros zij za 1 loopen ni ven os wij zullen komen ïli fiugos zij zu 11 en vliegen Regel. Door achter den stam der werkwoorden o s te plaat sen, verkrijgt men den toekomenden tijd. Ook dit geldt voor alle werk woorden, en alle perso nen. Lees aandachtig La knabo estas ga j a de jongen is v r o o 1 ij k La knabo ridas ga j e de jongen lacht vroolijk La cevalo estas rapi d a het paard is vlug La cevalo kuras rapi d e het paard loopt vlug La suno estas be 1 a de zon is mooi La suno brilaB be 1 e de zon schijnt mooi. Regel. In Esperanto eindigen de bijwoorden op E. Lees en vertaal La vetero estas bela, tial (daarom) mi iros promeni en la gardeno. La suno brilis, brilas kaj brilos. Si rakon tas al vi pri la belaj gardenoj de la granda uroo. La nova domo de la bop&tro estos granda. Ni pensos al la oelaj kokinoj kaj al la fortaj cevaloj Li legis, legas kaj legos. La birdoj flugis gaje kaj rapide. La knabinoj iudos kontente en ia sablo. Li parolos tre malkontente pri la malbelaj libroj de la infano. La forta cevalo kuns rapide sur la granda kampo. La suno brilas varme. La patw.no gaje parolos kun la infancj de ia najbarino. Dum mi pensos al ia rakonto de la servis- lino, li kantos bele. Li venos rapide. Mi parolos tre amike kun li. Lees aandachtig: Mia hundo estas granda kaj forta m ij n hond is groot en sterk. Via libro estas bela kaj interesa u w boek is mooi en interessant. L i a avino estas sola z ij n grootmoeder is alleen. Sia patro estas maijuna haar vader is oud. N i a papero kusas sur la tablo ons papier ligt op de tafel. Via plumo skribas malbeie u w pen schrijft leelijk. Ilia domo staras en la urbo hun huis staat in de stad. Regel. De b e z i 11 e 1 ij k e voor naamwoorden worden verkregen door een A te plaatsen achtei de per soonlijke voornaam woorden. Leer van buiten, la porno la piro la afero la tempo la leciono la sukceso la tero la historio la muro ia etago la rueolo la kastelo la spegulu ,a arbaro de appel de peer de zaak de tijd de les het succes de aarde de geschiedenis de muur dé verdieping het meubel het kasteel de spiegel het bosch la aego oportuna konstrui resti lerni havi bruligi porti planti konsigti versajne se ordinare Ier ba inda fldela alba largra rica suna blua de stoel geriefelijk bouwen blijven leeren hebben verbranden dragen planten bestaan waarschijnlijk indien gewoonlijk handig waardig trouw hoog breed rijk zonnig Lees aandachtig. Miaj birdoj flugas en la pardeno Mijne vogels vliegen in den tuin viaj infanoj ludis en la cambro uwe kinderen speelden in de kamer liaj amik o j promenos en la urbo zijn vrienden zullen in de stad wan delen. siaj libroj kusis sur la tablo haar boeken lagen op de tafel niaj cevaloj kuras rapide onze paarden loopen vlug viaj bundoj ludos uwe honden zuilen spelen iliaj domoj estas oportunaj hun huizen zijn geriefelijk. Regel. Het bezittel ij kvoor naamwoord regelt zich evenals het bijvoegelijk voornaamwoord naar het zelfstandig naam woord. Lees en vertaal: Niaj amikoj kaj viaj amikoj pro menis gaje al la urbo. La arboj en la </ardeno de mia patro kreskas bone La birdoj de aia onklino flugis kaj kantis. Viaj bovoj estas fortaj kaj kuras sur la kampo de mia bo patro, En ilia lando (land) la cielo estas blua kaj suna. La cevaloj de niaj amikoj estas junaj, sid la cevaloj de iliaj onkloj estas malgrandaj kaj maljunaj. La cambroj en via domo estas oportunaj. Nia domo konsistae el divertaj cambroj. <Sia onklino estie bona kaj kontenta vi» ino. Liaj hundoj estis fldelaj bestoj. La edzino de mia frato kantas bele. La fenestroj de nia domo estas altaj kaj larpaj. La infanoj delia najbarino estas feiicaj kaj kon tentaj. Sia onklino estas bona, sed mal rica virino. La tabloj kaj segroj en ilia domo estas maloportunaj Vertaal Uw huis is groot. Zijn huis is klein. Ons paard is oud en loopt langzaam. Hij zong vroolijk. Hare ooms zijn lijke menschen. Hunne kamers zijn klein maar geriefelijk. Uwe stoel is hoog. Hare tafel is laag en breed Mijne tante zal mooi zingen. De schoonvader van mijn broeder wan delde tevreden en verheugd ia den kleinen tuin van onzen buurman. Het weder was koud en tiiestig. Ons dorp is klein maar mooi. De boomen in hun tuin groeien zeer hoog. Onze boomen zijn hoog. De vriend van haar vader zal naar de stad gaan Haar vader is een arm maar aange naam mensch. De zon scheen onop houdelijk. De hemel van ons land is blauw en mooi. De straten van huD stad zijn smal en kort. Hunne boekeD en schriften liggen op ODze tafel. Waar lint uw buis? De deur van haar huis waB zeer hoog. Hij zal morgen naar ons dorp komen. Onze vertellingen zullen waar en interessant zijn Hun huis zal uit verschillende kamers bestaan. Uw hond is een trouw dier. De paarden van haar oom zijn sterke beesten. Waar is uw grootmoe der? Zij is in den tuin van uw buur man Mijne boeken, uw potlood, haar schrift en zijn pennen lagen op de tafel van hun buurman. „En nu manen wij U aan zegt de burgemeester in het stuk dat de krant heeft publiek gemaakt en dat daarenboven overal sta,at aange plakt om behoorlijk en petjes mee te werken dat de volkstelling g o e dm ag: slage n 't Staat er natuurlijk wiel in een beetje, andere woorden, maar zóó .is het toch bedoeld. JV© zullen dus allemaal weer eens „geteld" worend. 'k (Wed dat er al vele lezers, als ze die proclamatie van den burge meester gielezen hebben, bij zich zelf zullen gezegd hebben: waar dient dat nu eigenlijk voor Och, zoo'n volks,telling', die, eens in de tien jaar plaats heeft, is een administratieve maatregel. De sta tistieken worden ermee onderhouden, de registers, worden ermee vergele ken, en de opgaven der tienjarige volkstellingen kofnen voor tal van doeleinden telkens te pas. Maar nu zal menigeen vragenis de burgerlijke' stand met z'n volle dige registers ,nu niet voldoende voor deze statistiek? En dan antwoord ik met volle overtuiging „meen", want1 als de uitkomsten van een volkstelling bekend worden, dan blijkt altijd dat ze héél wat verschillen van de bij- eengetelde cijfers der registers van den burgerlijken standHoe dat mo gelijk is,? Daarvoor heeft, men al leen maar eens te bedenken hoeveel opgaven bij den Burg. stand niet inkomen, hoeveel Nederlanders er in den vreemde overlijden b. v. zonder dat opgave wordt gedaan hier te lande,, hoeveel ingeschrevenen in den Burg. Stand het land ver laten zonder v.erhuisbiljet, en tal van andere, mogelijkheden meer. Daarenboven wil e,en volkstelling niet uitmaken, hoeveel Nederlanders zijn er, of hoeveel ingeschrevenen in den Buig. Stand er in leven zijn, maar: hoevfeel menschen bevinden zich op een gegeven oogenblik bin nen de grenzen des, lands, binnen elke gemeente, en wat is hun betrek king, hun godsdienst, hun burger lijke staat enz. Men ziet dat dit wat anders is dan de Burgerlijke Stand geven kan. Dus, zooais ik zeide, die „telling" welke om de, tien jaar plaats heeft, zal ditmaal weer eens gehouden wor den op het einde van dit jaar, en het „gegeven oogenblik" waarop het c'jfer moat gebaseerd zijn, is mid dernacht van den 31en December op den ben Januari, van Vrijdag op Zaterdag. De vraag gaat nu voor: hoe zal die telling plaats hebben Het Rijkheeft dei uitvoering er van opgedragen aan personeel dat de gemeentebesturen moeten aan wijzen. en de telling zelve geschiedt met kaarten. Na Kerstmis gaan de tellers rond: huis aan huis, woning aan woning, en z© geven dan de kaarten af, die benocdigd zijn. Be kaarten Ja, voor ieder persoon één kaart. Dat is gemakkelijk genoeg! Het hoofd van het gezin, of de alleenwonende persoon, of de be stuurder van een gesticht of instel ling, kortom degene die aansprake lijk is volgens de wet voor de goede opgave, moet z'n oogen eerst rond slaan in den kring van de, zijlnen en hij telt dan bij elkaar a,l degenen die in den nacht van 31 December op 1 Januari bij hem vast of tijdelijk verblijven. De logé, de inwonende meid of inwonende knecht, de in den gezins kring opgenomen vader of moeder of een ander familielid, die allen moeten even goed worden meegeteld als de huisgenoote'n (vader, moeder en kinderen) zelf. Maaral moet ieder persoon afzonderlijk op een kaart wor den genoteerd (de kaarten zelf bevatten nauwkeurige aanwijzi gingen voor de beantwoording, en hoe die geschieden moet), daarom is het toch niet onverschil lig, welke persoon op de kaarten wiordt ingeschreven. De kaarten verschillen namelijk in kleur. Mannen' (jongens) worden inge schreven op een gele kaart. Vrouwen (meisjes) op een witte kaart. Dat- wil zeggenvoor zoover ze niet verblijf houden in gestichten of instellingen. iWant voor die ca tegorie zijn de kaarten respectieve lijk blauw' en grijs. Daarenboven zijn er nu nog kaar ten voor de,., tijdelijk-verblij fhou- denden (logé's dus) die niet voor vast in huis zijn en die eigenlijk elders, hun domicilie, hebben. Deze zullen worden ingeschreven op oranje kaarten als, 't mannen of jongens, en bp rose kaarten als het meisjes of vrouwen zijn. Men ziet, het systeem is niet zoo moeilijk, .als men die, zes kleuren maar uit elkaar houdt, en onthoudt, voer welke personen elke kleur die nen moet. Uit het bovenstaande, zal mien hoop ik -ook begrijpen dat er personen zijn voor wie t w ee kaarten zullen worden ingevuld: één op de plaats waar ze gedomicilieerd zijn, en eene op de plaats waar ze in den nacht van 31 December toeval lig verblijven. Loge's, reizigers en dergelijke vallen hier onder. Als nu na Kerstmis de, „teller" aan do deur komt, zal hij de kaar ten ter invulling afgeven. Iedelr hoofd van een gezin of in het al gemeen voor de, goede telling aan sprakelijk persoon, is dan verplicht den teller het aantal kaarten op te geven dat zal worden ingevuld. Na Nieuwjaar worden die inge vulde kaarten teruggehaald, en dan begint hief sorteeren, bijeenzoeken, uitwerken en tellen...; waarvan we den uitslag zoo tegen October van hef volgend jaar tegemoet kunnen zien! Ja, zoo'n volkstelling heeft heel wat in! F. Zooals in ons Tweede Kamer-ver slag deze week is medegedeeld, heb ben de heeren. Van Wichen en Jhr. Mr. Frank van Lennep, afgevaardigden voor Haarlemmermeer en Haarlem, deze week in de Kamen- bovenstaand onder werp, voor onze streek zoo uiterst be langrijk, besproken. 't Was de eerste maal tevens, dat de wakkere afgevaardigde voor Haarlem in de Kamen* het woord voerde, en hij deed dat naar unaniem getuigenis op de meesit voortreffelijke wijze. Wij geven hier uit de officiëele „Han delingen," der Tweede Kamer het door beide heeren gesprokene letterlijk weer, benevens het antwoord van Minister Talma. De heer Van Wichen: „Mijnheer de Voorzitter! In het Voor loop ig Verslag is op bladz. 6 gevraagd, waar de in de Memorie van Toelich ting bedoelde tuinbouwwinterschool ten behoeve der bloembollencultuur in de bollenstreek gevestigd zal worden. De Minister heeft in zijn Memorie van Ant woord op bladz. 10 daarop geantwoord, dat de onderhandelingen met de ge meentebesturen daarover nog niet zijn afgeloopen en dus nog geen beslissing daarover kan worden genomen. Mijnbeer de Voorzitter! Veel wijzer is men daardoor nu niet geworden, maar ik geef toe, dat, hangende de on derhandelingen, nog geen bepaalde be slissingen kunnen worden medegedeeld. Toch zou ik Zijn Excellentie gaarne willen verzoeken om, indien de onder handelingen met de betrokken gemeen tebesturen daartoe ook maar eenigszins aanleiding kunnen geven, die tuinbouw winterschool nu niet te doen. vestigen in een der steden, aan de bloembollen streek gelegen, ma,ar haar liever te doen oprichten in een der groote platte landsgemeenten, die als voornaamste eentra voor de bloembollenstreek te be schouwen zijn. Als ik daarvoor een aanwijzing mocht doen, zou ik willen noemen de gemeenten Hillegom of Lis- se. Vooral de eerstbedoelde plaats, Hil legom, die als voornaamste centrum der bloembollenstreek van alle zijden gemakkelijk te bereiken is en alwaar het gemeentebestuur, naar ik meen, de, oprichting gaarne zou willen bevorde ren^ zou daarvoor mijns inziens ten zeerste in aanmerking komen. Zeer gewenscht zou het zijn, Mijn heer de Voorzitter, indien de Minister hieromtrent iets naders kon inededee- len Mocht de Minister hiertoe nog niet kunnen overgaan, dan verzoek ik Zijn Excellentie beleefd mijn aanbeve ling wel in ernstige overweging te wil len nemen. De heer Van Lennep „Mijnheer de Voorzitter! Door den nood gedrongen moet ik njij in deze debatten mengen. Het is dus geen mai denspeech, maar een maidenwoord, al kan het dan ten aanzien y.an de rede van den geachten afgevaardigde uit Haarlemmermeer geen ja-woord zijn. Bij al de vraag- en klaag toornen, in het Voorloop ig Vesrlag en al de daarin uit gesproken teleurstelling en de epitheta ornantia, waarmede deze Minister ge huldigd is, als te zijn: „halsstarrig", en daartegenover „wankelbaar,, of „niet genoeg weerstand biedend", zich zelf overschattend", terwijl aan de an dere zijde zooveel gevraagd wordt dat de Minister, indien hij meende daaraan te kunnen te gemoet komen, zich zelf zou moeten overschatten, lijdend aan gemis van zuinigheid, te groote karig heid, waarbij ik den Minister in paren- thesi zou willen herinneren aan het woord van den groote,n Engelschen mi- santhroop: „menschen zijn als eilanden^ die elkaar onwaarheden toeroepen over zeeën van misverstand", betreur ik het, dat in het Voorloopig Verslag den Jdi- nister geen dank is gebracht, dat hij een post op de bagrooting heeft ge bracht, om aan het bloembollendistrict een Itijkstuinbouwwinterschool te ge ven. In alle bescheidenheid wensch ik dit alsnog te doen. Allereerst merk ik op, dat ik mij volkomen kan vereenigen mot het standpunt der Regeering, die de plaats bepaling der school aan zich wil hou den. Ik mag wei herinneren aan de debat ten in de Kamer gehouden op 13 De cember 1900. De Regeering had op de begrooting een post van f 2000 ge bracht voor kosten voortvloeiende uit de oprichting en instandhouding eener Rijksvakzuivelschool in Friesland. De Kamer besliste toen na ampele discussie met 75 tegen 12 stemgmen, dat de school te BoLsward zou geplaatst worden. Of deze keuze thans nog zou verdedigd worden, wensch ik niet te onderzoeken. Ik meen, dat het bier een quaestie van uitvoering geldt, die wij bij andere gelegenheden overlaten aan de Regeé- ring, die niet zal handelen in het be lang van de een of andere gemeente, Lisse, Sassenheim of Haarlem, waar voor geachte afgevaardigden zouden wensehen op te komen, maar in bet be lang van het geheele" bloembollendis trict." De heer Va,n Heemstra: „Juist!" De heer Van Lennep: „Mijnheer de Voorzitter! Deze in terruptie is mij hoogst aangenaam, want ik sprak volstrekt niet over mijn buur-' man naast mijdan zou ik den geach ten afgevaardigde uit Hilversum heb ben genoemd; maar ik sprak naar aan leiding van de rede van den geach ten afgevaardigde uit Haarlemmermeer, die Lisse en Hillegom noemde, waarbij fk toen ik weet niet wie hoorde zeggen: Sassenheim. Toch meen ik mij niet te mogen onthouden van het aangeven van eenigie algemeene factoren, waarnaar, of met 46) „Moet ik naast ha,ar gaan zitten, Vroeg .Joseph, .toen men de arme Jeanmett© er in gedragen had. „Neen, Segonde kan meegaan, da.t ïs voldoende." Zonder een antwoord af te wach ten, sprong Clemens op den bok, en het volgende oogenblik reed het rij tuig in snelle vaart weg. Toen Joseph 'het kasteel weer bin nentrad, voelde hij op eens een hand Op zijn schouder. Donatie,n stond ach ter hem. „is het waar dat de jongejuffrouw flocd is," vroeg deze met bevende stem „Ja. een paar uur geleden is de arme kleine gestorven," was het ant- tvoerd. „En is gisterenavond de dokter Uit Bordeaux nog geweest," ging Do nation voort. „Hij is er nofe, bij de vicomtessa, die als wanhopig is van smart." „Maar als de dokter er pog is, Me is er dan zooeven teruggereden in dat rijtuig, waar Clemens op den bok zat?" „De dokter niet." „Wie dan?" „Dat weet ik niet." „Kunt ge tegen uw ouden vriend niet eens de waarheid spreken, Jo seph? Dat is niet aardig van je." „Ik herhaal je dat ik er niets, van weet." „Nu, wees 'anders maar niet bang dat ik je zal verraden. Ik ken het consigne, maar aan een ouden man als ik hen „Hoor eens, als ge mij dan belooft het aan niemand te vertellen," sprak de ander, wiien het geheim reeds op tong brandde. „Welnu, wie< was het dan?" ..Jean nel te de Séverac, van Boche- Morte." i i „Zij? Verliet z;j per rijtuig hier het kasteel Magalas Onmogelijk „Het is zooals ik je zeg. Jcannette heeft hier vannacht in den omtrek de wacht gehouden, en toen ik het kas teel verliet, vroeg ze mij hoe het met de kleine was. En toen moest ik haar natuurlijk het droevige nieuws van den dood der freule meedeelen Dat trof !h aar zco, dat ze bewusteloos neerzonk, zcodat Clemens net te rechter tijd kwam om haar te helpen en haar naar Roche-Mcrte terug te brengen." Donation wendde zich, na dit al les gehoord te hébben, haastig om en wild© het park verlaten „Denk er aan." waarschuwde Jo seph hem nog, „dat ge aan niemand iets van dit alles zegt. Anders hen ik verloren." „Wees maar gerust, sprak Dona.- tien, ,,er zal u niets overkomen. En hij haastte zich naar St Justin om André Bascou en de S.intely s in te licthtsn. Terwijl Je.annette, te Roche-Morte teruggebracht, daar in een zware koorts nederlag. luisterden André Baseou en da Sintély's ademloos naar hetgeen Don,a,tien hun kwam vertellen. Nadat de kamerdienaar hun alles, had medegedeeld, begaven de drie heieren zich naar Roche-Mor te, maar daar bleek hun, dat van een onderhoud met de arme Jcan nette niets komen kon. De tijding van liet sterven der kleine Leonie had ook over het ove rige personeel van Rcche-Morte de diepste verslagenheid gebracht, An dré Bascou was wanhopig over den treurigen toestand, waarin zijn ver loofde daar neder lag, en toch moest h;i haar aan de zorgen der andere dienstboden overlaten, want meer dan ooit was het noodig, het kasteel Magalas te bewaken en op de hoogte te hl ij yen van hetgeen daar omging. VI. L'refd© en trouw. .leannotte's krachten keerden spoe dig genoeg terug, maar haar ver stand bileek door den vreesel ijken schok van Leonie's sterven zeer ern stig getroffen. Slechts door haar in de nabijheid van Magalas te brengen, kon men haar kalmte bezorgen, en zelfs als ze daar in de omgeving me,t Segonde rondzwierf, herhaalde zo nog .voortdurend met de oogen vol tranen: „Men heeft haar mij ontstolen Op zekeren morgen had Segonde haar ©enige oogen blikken alleen moetep laten. Daar trad bij een kromming van den weg opeens een vreemdeling1 op de arme krankzin nige toe. Het was iemand met een zeer nadenkend voorkomen en ee;n energiek gelaat, waarin groote blau we oogen schitterden. De vreemdeling keek Jeannetta eeniga oog,emhlikken met doordrin gende blikken aan en zijn erinstiig ge laat kreeg, terwijl hij haar aanstaar de, een uitdrukking van diep mede lijden H ij deed een paar stappen vooruit, raakte den aim van het jong©meisje aan en sprak: „Je an nette Die zachte en toch gebiedend klin kende, stem, scheen het meisje te doen entwaken uit den half droo menden toestand, waarin zij zi,c;h se dert e,enige1 o,ogenblikken bevond En terwijl zij haar oogen, die in tranen zwemmen, op den vreemde ling richtte, herhaalde zij: op diep- droevigen toon„Men heeft haar mij ontstolen Wie," vroeg de vreemde. Jeannette scheen een oogenblik te denken. Toen bracht zij de handen aan het hoofd en antwoordde met een gebaar, dat zeggen moest: „Ikweet het niet De onbekende keek haar eenigo oogenblikken vast aan. „Wie heeft men u ontstolen," v'roeg hij, teen. E,n Jeannette stamelde„Leonie In tranen uitbarstend, herhaalde ze den naam der kleine, wier sterven haar zoo vreeselijk diep geschokt had. De vreemde g ing naast haar zitten en sprak op kalmeerenden toon Wees bedaard en tracht mij te be grijpen. Ik ben van heel ver geko men, om als ik kan. uw© meesteres te redden (Wilt ge, mij niet helpen Jeannette, scheen te luisteren, en er kwam meer uitdrukking jn haar straks nog zoo starende oogen Door dit eerste, succies aangemoe digd, ging de onbekende voort„Ik moet, cm de markiezin te kunnen redden, eenige ophelderingen hebben, die gij alleen mij kunt geven. Zijt ge daartoe, in staat Jeannette liet droevig het hoofd zinken en antwoordde niet. Wilt g!e Madeleine niet redden," vroeg de onbekende dreigend Alles te vergeefs. Het verstand der arme, dienstbare bleef omneveld. en de vreemde moest er van afzien 'haar te ondervragen. „En ik had zoozeer op haar gere kend," mompelde, de onbekende, „wat nu? Beproeven om haar te ge nezen Dat zou maanden duren, en' de openbar© terechtzitting is over twaalf dagen 1" Hij bleef ©e;n oogenblik in diepe ge dachten zitten en er vormde zich een diepe p'ooii tusschen zijn wienkb'rau- wen. 1 Maar spoedig kwam de uitdruk king van groote wilskracht, die op zlijn gelaat de o verkeersellende was, terug Zijn Mogen schitterden en hij sprak op .vasten toon: „Welnu, dan zal ik het alleen doen, maar sla gen zal ik Hij verwijderde zich zonder dat Jeannette er iets van bemerkte Een uur later liet hij zich aanmelden by de,n president der rechtbank te Sint Justin. Hij gaf zijn kaartje af, waarop de hooge ambtenaar de volgende woor den las „Graaf Richard de Claviè- res, Colombo, Ceylon." „Laat dien heer binnenkomen, sprak de rechter ten hoogste ver baasd. En eenige oogenblikken later trad Richard de Olavières het studeerver trek v,an den president binnejn. Wordtcervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5