Moeder en Martelares Gemengd Nieuws. Particuliere industrie of Staatswerkplaatsen Gemengde Buitenlandsche berichten Ht. ^Vjij eiteerea BINNENLAND. FEUILLETON, NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™f£°E. Over dit onderwerp kwam onlangs liet tijdschrift, „De IJzer- en ^aalkxoniek" een artikel voor dat ?e Vraag, wat beter en voordeeliger vb particuliere industrie, of staats media 0p belangwekkende wijze be- Het is zooals we voorspeld heb- In de Memorie van Antwoord J'an den minister van Marine op ^t afdeelingsverslag verklaarde de ^uister, dat „van een opheffing- der *erf te Amsterdam voorloopig geen sPr,ake ia omdat er geregeld zal kun nen worden voortgewerkt. Echter V' minister blijft op bezuiniging in ^et bekeer dei" werven bedacht AVe hebben er geen oogenblik aan betwijfeld dat dit antwoord zou Vorden gegeven De rijkswerf zal, °°k al beperkt men zich voorloopig T;°t aanbouw van kleiner materieel, v<-l aan den gang worden gehouden. Haar of onze marine a.ldus op de j'-uinigste wijze bediend wordt AV.ij Hijven het betwijfelen De minister Hij ft ,wel op bezuiniging in het be heer bedacht, wij hebben er echter (>nlangs op gewezen hoe gemis aan commercieel ontwikkelde leiders, toch altijd er toe zal leiden, dat men het zulke onder marine beheer ^taande werven duurder uit is„ dan hij te hulp roeping van de particu liere industrie. jWie willen hiermee Volstrekt niet zeggen, dat in elk ge val de staatsexploitatie van ©enig Wrijf bij particuliere exploitatie z.ou moeten achterstaan. iWje moe hen echter- wel, dat dit steeds het Se val zal zijn, waar dergelijke staatsbedrijven niet zijn ingericht op gelijken voet als particuliere bedrij ven van dien aard. En met de rijks- Werven is dat dunkt ons niet het Se val Trouwens het- zou dan in ons land al juist zoo zijn als in het buiten land [Wat er bij 'het proces te Kiel aan het licht kwam, spreekt boek doelen Een aardig staaltje lazen we daar omtrent nog.dezer dagen. Er werkte daar aan de werf te Kiel voor zeker tijdelijk karweitje een werkman van een particuliere firma. Op een goe den dag kreeg diens patroon de bood schap een anderen werkman te zen den. Dit geschiedde, maar de ver drevene deed eens bij den ingenieur, onder wiens leiding hij had gewerkt-, navraag, waarom eigenlijk toch op zijn verwijdering was aangedrongen Was mijn werk niet- goed zoo vroeg hij Integendeel, was het antwoord, uw werk was voortreffelijk Maar ze verzuimden den commandant van de werf te salueeren en dat ergerde dozen Op .het uitblijven van een groet of saluut legde de militair na tuurlijk groot gewicht, de kwestie van het werk kwam daarbij op den achtergrond .Een artikel in de „Revue des deux Mondes" (15 September) legt nu mis standen op Fransch© werven bloot In den vorm van een uittreksel uit een dagboek geeft hier eeu onbe kende schrijver een critiek op de toestanden op de werf te Toulon en vertelt hij de lijdensgeschiedenis van den bouw der „d'Orvilliers," Een lange lijdensgeschiedenis, waait al vertelt de schrijver een offi cier, belast met het toezicht op den bouw slechts van een deel van het werk, door hem bespied, acht jaren waren noodig eer de „d'Orvil liers," pa het besluit van den aan bouw, voltooid werd. Dat is een leerzaam artikel. Daar verneemt men van de overstelpen de bureaucratische werkzaamheden van de ingenieurs, die hen beletten persoonlijk op de uitvoering hun ner plannen en ontwerpen voldoende toezicht te houdenvan de laksheid der arbeiders, die geen al te hoog loon ontvangen, maar op bepaalden leeftijd <>P een pensioentje kunnen rekenen, laksheid ook ten deele hier uit- voortspruitend, dat een aantal arbeiders ter verbetering van hun inkomen, in him vrijen tijd arbeid verrichten voor particulieren en nu eigenlijk den diensttijd op de werf benutten om eens uit te rusten en nieuwe kracht te vergaren voor den komenden avond; van den invloed der verpoli tiseerde vakvereeniging van de zwaarwichtigheid van het bureaucratisch© apparaat en van zoovel© andere misstanden meer. Droevig is het relaas van die ver knoeide werkuren, van die luierende, pijpjesrookende arbeiders, zonder toezicht en controle de ingenieurs immers moeten brieven schrijven en staten en tabellen opmaken van het gebrek aan discipline nu door politieke invloeden van Parijs uit, den beheerders der werf de noodige middelen ter handhaving van de tucht woorden onthouden, van liet gemis van moderne arbeidsmethoden, van de gemoedelijkheid, waarmede hoog en laag den arbeid op deze staatswerf opvat. Van die gemoe delijkheid geeft de schrijver een prachtig staaltje. Hij verhaalt hoe de dokter van het hospitaal hem meedeelde, dat zoovele herstellende zieken weer snakken om aan „het werk" te gaanDokter, zoo heet het, geef me een bewijs van herstel. Ik zal me niet vermoeien. De baas zal me wel in een hoek zetten waar niets te doen is, en ik zal mijn volle loon krijgen i Cook's betrouwbaarheid. Het schijnt dat de diskundigen te Kopenhagen weinig gewicht hechten de z.g. onthullingen van Loose en Dunkle, in de „New-York Times". In de Deensehe hoofdstad houdt men deze publicatie voor een truc van de Peary- mannen. Over het algemeen wordt in Denemarken en Scandinavië heel bitter geoordeeld over de Amerikanen. En men is er zeer ingenomen tegen de Peary-partij. Trouwens de verbolgen heid der Denen, en Nor een op Peary dateert reeds van jaren her. Sverdrup en Peary hebben indertijd eens een ontmoeting gehad in Smithsond, en loen heeft Peary zich erg aanmatigend en onhebbelijk gedragen legen Sverdrup. Dat heeft men hem in Christiania en Kopenhagen nooit recht vergeven. Nog een typische bijzonderheid over do Loose-Ounkle onthullingen. Wij hebben, aldus de „N. R. Cl.", die „be- eedigde verklaringen" niet in extenso, enkel in uittreksel gelezen, maar er schijnt in te staan, dat Loose, do oud zeekapitein, ergens aan Cook heeft la ten vertellen, dat op een bepaalden dag (15 Januari) Gapella op een bepaald uur „opkwam". Maar Capella be hoort voor de plaats waar die waar neming heet te zijn gedaan, tol de eircumpolair-sterren, dus tot de ster ren die wanneer de zon onder de kim is steeds aan den hemel zicht baar zijn en noch ocgaan noch onder gaan. Indien Cook werkelijk dezen reu- z.en-bok van Loose geslikt heeft, is hij verloren, en onherstelbaar gebla meerd. De last van hef zilvep*. Sinds eenige dagen krijgen de geluk kigen, die iets te vorderen hebben van het p'ransche Rijk ze zijn niet zoo (alrijk als die waarmee het omgekeer de het geval is, maar er zijn er toch volgens een ministeriëele beschik king, minstens het tiende deel van het hun toekomende bedrag uitbetaald in zilver, in die logge stukken van cent sous, die iu grootte onze rijksdaalders het meest nabijkomen. Dat is nu niet heel erg voor de klei nere ambtenaartjes en pensioen-trek- kenden, die op hun paar honderd francs een zes of acht van die stuk ken mee te dragen krijgen, maar het heelt zijn eigenaardige bezwaren voor de groote leveranciers, aannemers van rijkswerken en zoo meer, die een goe den en dan wel een stevigen (en te vens betrouwbaren!) kruier mogen meebrengen om de kilo's zilver te tor sen, die hun worden opgedrongen. De aanleiding tot dezen nieuwen maatregel is de groote overvloed van zilver, dien de Fransche bank heeft liggen 900 millioen zegt men en waarvan zij zich anders, niet kan ontdoen. Dat is, gegeven de Fransche munt-toestanden, zeer verklaarbaar. Behalve de louis, goud-stukken ter srootte van ons gouden t lent ie, die daar onvergelijkelijk veel overvloedi ger zijn dan bij ons, hebben ze de halve louis, lichte en gemakkelijke gou den stukjes van tien l'rancs. Het is dui delijk, dat ieder die ergens geld ont vangen of terugbetaald krijgen moet liever zulk een goudstukje dan twee groote, zware zilversehijven heeft, en moppert als de winkelier hem daar mee opscheept. Zoo komt het, dat de stukken van cent sous voor betalingen boven 10 francs slechts ter completee- ring van het bedrag gebruiks worden, en dat de overtollige hoeveelheid tel kens weer naar de bank terugvloeit. In plaats dat nu de administratie zich naar de eischeai van het publiek voegt en hen aan goud helpt, dwingt zij, op instigatie van den minister en weer juist als in het geval van Soep-Hein! de menschen, zich met het lastige zil ver te beltelpen, en houdt ze zelf het nuj.tige, praetisehe gdoud vast. Zelfs vertelt minister Cochery met trots, dat hij een dergelijk en maatregel heelt ge- edicteerd, toen hij vroeger eens. mi nister van financiën was. Hij moest anders nu toch juist gemerkt hebben, hoe weinig hij ermee uitwerkt! Het is waar, dat de heer Cochery, zichzelf met zijn „admistrés" gelijk stelt, en zich even goed als de nede rigste pensioen-gerec.htigdo zijn tien percent in zilver laat uitbetalen. Maar zegt hij ik zoirg, dat ik er gauw ween- afkom; ik breng ze dadelijk weer in circulatie!Wel, monsieur lemi- nistre, dat is juist wat iedereen doet, en daarom slaagt ge er zoo slecht in de zilveren schijven onder het publiek te houden. Ze willen ze niet!.... Het moet afgunst zijn bij dezen toch anders zoo helderhoofdigen -minister. Nu zijn collega Viviani een paar jaar geleden de lichten des hemels heeft uitgedraaid, wil hij eeus probeeren of hij 't niet winnen kan van de econo mische wetten! Ben advertoerders-jiibilé. Hen eigenaardig jubilé heeft te Lon den de heer R. G. Edwards van de Harlene Company gevierd. Hij vierde namelijk zijn vijf en twintigjarig jubilé als.... adverteerder, en dat deze wijze van reclamemaken hem winstgevend wgs, zal wel niemand ontkennen, die weel, (fat Edwards in de 25 jaren zes millioen gulden besteedde, alleen aan dagbladadvertenties. Dat de Pers dit ook op pi-ijs stelt, men kan het begrij pen, toonde ze, door deni heer Ed wards in het Troeadero Restaurant een groot diner aan te bieden, waaraan vijftig persvertegenwoordigers aanzaten, en waarbij den jubilaris een copie van de beroemde Wiarwickvaas in prachtig gedreven zilver, vergezeld van een al bum, werd aangeboden. Beu onvoordelig© gast. In een bekend café ter Berlijn wer den al sinds verscheidene maanden de zilveren zoutvaatjes van de tafeltjes ge mist, en de banddoeken uit het toilelt. Ondanks alle onderzoekingen kon men den dief niet te pakken krijgen en aan de stamtafel van hel café werd de w on derlijke zaak natuurlijk druk bespro ken. Een dagelijksch bezoeker, een be kende wijnhandelaar, stelde zelfs 500 mark beschikbaar voor den ontdekker van dezen handigen dief. Des te grooter was daarom de verba zing van den oberkellner, toen deze Donderdag tot de ontdekking kwam, dat de wijnhandelaar in het toilet den handdoek afsneed met "net zakmes en dezen onder zijn klecren verborg. De ober vertelde den hoteleigenaar wat hij gezien had, en deze riep den gast ter verantwoording. Deze ontkende in den beginne alles, maar later viel hij toch door d e mand. Bij huiszoeking in de woning van den wijnhandelaar, werden 500 zilveren zoutvaatjes eu ruim 10 do zijn handdoeken gevonden. Ongetwijfeld heeft men hier te doen met oen klep tomaan en op aanraden van den dok ter is de wijnhandelaar in een sanato rium geplaatst. Panama. Panama, dat vroeger reeds door de Vereenigde Staten van Columbia werd 'losgemaakt, zal thans geheel en al wor den ver-Americaniseerd. Althans de correspondent van de „Morning Post" stelt het voor, aLsof de republiek Pa nama mettertijd onder rechtstreeks ge zag van de Vereenigde Staten zal ko men. Het Amerikaansche departement van buitenlandsche zaken zal binnen kort bekend maken, dat het Amesri- kaansche gezantschap in Panama zal worden opgeheven en daarna de diplo matieke betrekkingen van de Ameri kaansche regeering met Panama door tusschenkomst van den burgerlijken gouverneur van de K.anaalstrook zullen onderhouden worden. Dit zal de eerste stap zijn van een staatkunde, die nog niet in al hare bijzonderheden vastge^ steld is, maar beoogende de republiek Panama onder de opperheerschappij van de Vereenigde Staten te brengen,, zoo niet haar in allen vorm in te lij-s ven. Het kan zijn, dat de eigenlijke in lijving nog tot die voltooiing van het kanaal over vier jaar zal uitgesteld worden. Sedert eenigen tijd is er groote wrij ving tusschen Panama en de Vereenig de Staten geweest. De regeering te Washington is ontstemd over de wijze, waarop de Panamaansehe regeering het verdrag heeft trachten uit te leggen, dal tusschen beide landen gesloten is, ten tijde dat Roosevelt de republiek sticht te. Ofschoon de Amerikaansche regeering geen gezag over de stad Panama heeft, heeft zij vele millioenen dollars besteed om daar den openbaren gezondheidstoe stand te verbeteren, teneinde de ver spreiding van gele koorts en andere tropische ziekten te keeren onder hen, die aan het kanaal werkzaam zjjn. Pa nama heeft zich voor die opofferingen niet erkentelijk betoond. En het is gevaarlijk, tegenover groote heeren niet erkentelijk te zijn. De vrijzinnigen haddep intusscheoi nog .een bezwaarook de socialis ten hadden uitgenoodigd moetejn worden Dit. lijkt wel op een uit vlucht, want vooreerst zouden de roode heeren zeker bedankt hebben; zij' zijn op mr Van Leeuwen's be houd allerminst gesteld. En twee- dens wie gaat nu bij de socialisten aankloppen als hij het gezag wil hooghouden 't Lijkt er wel wat op, alsof de Amsterdamsche vrijzin nigheid bang1 is, de socialisten op- aangenaam te wezen. Hoe 't zijde manifestatie bleef nu een zuiver symbool van recht- schè verdraagzaamheid (Resid "Voor het gezag. AVel merkwaardig was de meeting, welke Vrijdagavond door de Chris telijk© kiesvereenigingen te Am sterdam gehouden werd tot behoud van burgemeester Van Leeuwen. Christelijke kiesvereenigingen toch samenkomend om een liberalen bur gemeester tot aanblijven te bewe geni „Al» 't niet de tastbare realiteit was, moest 't toch wel het ideaal en de toekomstdroom van de poli tieke vrijzinnigheid zijn, zegt. de „Msbd." terecht. De vrijzinnigheid bleef echter weg...,. AVaarom jWas 't strijdig met een of ander vrijzinnig program, wat de corporaties te zaam bracht Mgr. Konings zeide 't dien avond zoo volkomen juist, dat wel diepe beginselen de reden zijn, waarom de vergadering was bijeengeroepen „in de ondermijning" van het ge zag zien wij de grootste kwaal van den tegen woordigen tijd. En juist omdat het een algemeen bekend feit is, dat de burgemeester heen wil gaan, omdat hij het gezag- niet on dermijnd, daarom willen wij hem behouden ,,'t Is zeker ook de figuur van onzen burgemeester die ons sympa thiek is Maar de reden, waarom wfj samen komen, is ons beginsel Aan dat beginsel, dat orde en ge zag wil hoog houden, willen de liberalen en vrijzinig-democratein. ditmaal geen deel hebben. Zij wa ren wel uitgenoodigd nice te doen maar meenden, dat do betooging te veel een politiek karakter hebben zou. Aldus deelde de voorzitter mede [Wat 'n standpunt! Alsof niet het politiek karakter geheel teloor zou zijn gegaan, als oolc de vrijzinni gen hadden meegedaan Dan ware 't een bctocging geweest van allen, die het gezag wilden handhaven Oad-Wassjanper. Oyer het nieuwe hotel Kasteel „Oud-Wassenaer" wordt het volgende geschreven: Wat natuurschoon betreft, is „Oud- Wassenaer" wel de meest bevoorrech te buitenplaatsen onder alle buiten plaatsen in de omgeving der residentie. Statige 1 anen. en ruime vergezichten biedt het in overvloed. Het plan van het tegenwoordig kasteel werd in 1875 op verzoek van den heer C. J. van der Oudermeulen door den architect ingenieur C. Muijskens ontworpen. Vóór alles was het diens streven, kasteel eu omgeving zooveel mogelijk met el kaar in overeenstemming te brengen. Maar een moeilijke vraag was, welken stijl te kiezen. Een modem gebouw zou hier evenmin op zijn plaats zijn als een Oud-Holland, waarom men 'be sloot het in Renaissance-stijl op te trekken. Overal zijn fraaie betimmeringen aan gebracht, terwijl door middel van ge kleurde glasramen een prettig getem perd licht wordt verkregen. Vermelding verdient vooral de hal. Dat zich bij deze inrichting groote moeilijkheden voordeden, behoeft geen betoog. Het getal beschikbare logeer kamers stond in geen verhouding tot dat gedeelte van het kasteel, dat men voor ontvang en eetzalen moest in richten; een verbouwing of een uit bouw zou het aspect van het geheet te loor doen gaan. De heeren Hoek en Wouters, architecten, hebben echter een bijgebouw weten te ontwerpen, dat door een overdekte gang verbonden met het hoofdgebouw, noch het gezicht op, noch het uitzicht van het kasteel belemmert, de eenige oplossing die het rustig mooi van het park geheel on gedeerd laat. Met het daarachter gelegen park „Groot-Hasebroek" bestaat het park „Oud-Wassenaer" niet minder dan 300 H.A. Heeft het publiek alleen op de hoofdwegen toegang, de directie van het hotel heeft voor zijn gasten vrijheid van wandeling gekregen over alle'wo gen, die zich op terreinen van de ex ploitatie-maatschappij van genoemde parken bevinden. De aantrekkelijkheid van het hotel wordt niet weinig verhoogd door zijn zeer gunstige ligging ten opzichte- van Den Haag en Schcvenigen. Op een goed kwartier afstand gelegen van de halte der 'JL. H. E. S., bereikt men Schevenigen zoowel als het station Den Haag van daar in vijl minuten, terwijl de verbinding met deze halte en met Den Haag bovendien onderhouden zal worden door een geregelden autodienst. Met de exploitatie van| dezen dienst Den Haag—Wassenaer heeft zich de bekende maatschappij JU. A. T. O*, be last, welke daartoe nieuwe bussen laat vervaardigen. Daar het hotel zeer beschut is gele gen brengt men ook in het bijgebouw centrale verwarming aan, opdat zij, die in het koude jaargetijde een rustig en herbergzaam oord zoeken, hier een toe vlucht kunnen vinden. i De geheele meubileering en inrich ting is opgedragen aan den ingenieur J. A. Pool, te Haarlem (onder den St. Maarten). Als directeur van het hotel zal op treden. de heer M. C. Vermaat, thans directeur van het bekende Hotel de la Promenade. Voor hen, die behalve rust ook af wisseling wenschen, diene nog deze mededeeling, dat de directeur voorna mens is in overleg met de directie van het park „Groot-Hasebroek" ge legenheid te geven tot het uitoefenen van verschillende soorten van sport, als iawn-tennis, criket, schieten op kleiduiven (tir a pigeons.) Maar niet alleen voor logeergasten, ook voor de Hagenaars belooft het hotel-restaurant „Kasteel Oud-Wasse naer" een vervulling te geven van tot nu toe onvervulde wenschen. De goede verbinding met Den Haag zal het voor menigeen aantrekkelijk maken om ax zulk een omgeving zijn maaltijden te genieten. Ook is thans voor Den Haag de gelegenheid geopend tot het geven van garden-party's waarvan het tot nu toe verstoken was. Natuurlijk beseft de directie, dat zij vóór alles er voor heeft te waken, dat de exploitatie in overeenstemming zal moeten zijn met het mooie park, waar van het hotel in het vervolg hert mid denpunt zal zijn. De officieele opening van het hotel restaurant zal nader bekend gemaakt worden; vèrmoedelijk zal het 15 April 1910 zijn. Langs de straat. Prachtig na- Herfstweer niet, bij-frissche-ikou een koesterend zonnetje aan den hier en daar mat-blauw plekkenden hemel. De modderige-regenstraten worden langza merhand met een vettiger en dikker papje geplaveid.... Op het Koningsplein, bet is in 't koffieuurtje lijn 2 natuurlijk vol.... geen groote bijwagen, geen kleine bij wagen. .Als je niet aan hert begin óf het eind van het traject op lijn 2stapt, dan kun je er in de drukke uren stel lig op rekenen, dat je eerst, nadat drie of vier wagens zijn voorbij gesnord met een grijnzend bordje vvot", kans hebt op een heel klein .staanplaatsje- „Lijn 2"'dus.... neen, niet volmaar op één na vol. Achter nog een staan plaats.... Stapt een dame op.... met liLa- costuiun, lila-hoed, lila-vliegvle^eij, lila-voile.... en, zooals het daardoor lijkt, ook lila-gelaatskleur. Of ook de schoenen lila waren, weet ik niet.... „Binnen vol, dame," medelijdigt de conducteur, nog eens de tram van bin nen monsterend, hoewel hij wist, dat het hopeloos was. Een klaaglijk „Oh" van de lila-dame. Maar een corpulent heer komt tot verademing van de buurlui binnen en verzuchting van de staan-iui bui tear te hulp. Met een stom gebaar aan den hoed en een „O, dank u beleefd, mijnheer," wordt lila met corpulent, en omgekeerd, verwisseld. Glundere gezichten van de menschen binnen en buiten en een blazend ge luid van den galanten ouden heer Ja, galanterigheid behoeft nu niet juist alleen' bij de jongeren, te wordan ge zocht!.... De tram is intusschen de Leidsche straat ingebomberd. Op het Leidsche plein wordt het achterbalcon één lich ter en.... een groote dame stapt er op. „Binnen vol, dame!" zucht de con ducteur, zich stijl! tegen de benauwd staande achterbalcon-passagiers aan drukkend en met in den nek gebo gen hoofd. Het was, nu een „groene" dame.... met een vliegmachine-hoed van het grootste model. Naar links en rechts twee kólossale steekveeren.... naar ach teruit, aan den boeg, een veorpiek, sierlijk kromgebogen, een halve meter nawuivend en bovenop dien driekwart doorsnee-grooten hoed nog wuivende pluimen, die onder de zoldering van het baleon in verdrukking lagen.... De conducteur wurmt zijn neus uit de onmiddellijke nabijheid van de kittel- veeren en weet na veel moeite het sein tot vertrek te geven.... In dien tijd monster! de dame den tramingang. „Vol!" buldert nog eens de conduc teur. Eeu binncn-zitteude heer schrikt op en ziet de groene dame onder den „statigen" hoed. Een enkel oogenblik van oogflikkering.... en galant reeds staat hij voor hel groen en de veer- massa. „Gaat u binnen, dame!" De dame monsters weer de dour, en in gedachten haar hoed.... ,Dank u, mijnbeer, neen, housed, 49) „Kent ge dit, Madeleine", vroeg Charles om haar gedachten van haar kind af te leiden En hij reikte haar het kaartje van Richard de Clavières toe. Nauwelijks had de arme gevan gen© er een blik op geworpen of de heel© uitdrukking van haar ge laat veranderde; eenige ocgenblik- ken lang wist z© niet ,wat er om haar h,een gebeurdeHet was dus Ricliard die haar deze regelen zond, Richard de Clavières, dien ze in het diepst van haar ziel altijd was blijven liefhebben Eindelijk kon ze ei- toe- komen de weinige regelen te lezen, die het dezelfde genegenheid Hij kwam haar dus verdedigen En altijd nog dezelfde toewijding, dezelfde genegenheid Ze sloot de oogeai. ze vergat de tegenwoordigheid van Charles eu Raimond, vergat voor een oogenblik haar ellendigen toestand, haar mar telaarschap, alles. Richard was dus hier, in ditzelfde „Herinnert ge u Richard de Cla vières nog", vroeg Charles de Sin- tély, eindelijk het stilzwijgen ver brekende. „Of ik hem mij herinner," sprak ze langzaam. „De Clavières waren immers in Indië onze beste .vrien den Maar wat betaekent die zware rouwrand om dat kaartje?" ..Ik geloof dat zijn vader dood is," hernam Charles „Maar Ri chard de Clavières komt van a.vond bij ons om eenig bericht van u. Zoudt ge hem niet een paar woor den schrijven, Madeleine? Al was het maar om hem te bemoedigen in de pogingen die hij gaat doen om uwe onschuld t© bewijzenHij heeft het geloof dat bergen verzet en op alle hinderpalen weet hij raad. Hij za.1 ons niet- helpen oin u te red den, hij zal alleen we! slagen Madeleine keek Charles met. een dankbaren blik aan. „Dank je Charles," sprak ze. „(Ie zijt een heilige Mijn moeder zal u uit den hemel zegenen." „Maar schrijf nu ©enige reg-els," drong dc. priester aan. „Ik zelf zal ze aan .Richard de Clavières ter hand stellen." De arme vrouw scheurde, een blad uit een schrift dat men haar ge geven had om de verklaringen cp te teekenen, die haar advocaat haar gevraagd had, en schreef met be schuld gelooft. In mijn smarten en verlatenheid zegen ik u. Maar waar om. schrijft ge niets van uw vader? Zou hij dood zijn evenals de mijne? En moet de breede rouwrand betee- kenen dat ge alleen staa.t op de wereld Zij' zette er haar naaui. onder, en zonder een blik te werpen op het geen Madeleine geschreven had, vouwde Charles de Sintély het brief je toe en stak het in zijn porte feuille Een uur later had Richard de Clavières hot in handen. Met klop pend hart- zette hij zich aan de. tafel van den priester en schreef eenige regels. Ditmaal sloot- hij zijn brief en reikte, hem toen aan Charles over. Wilt ge dit nog aan Madeleine geven en haar zeggen dat ze nu niets meer van mij. hooren zal tot aan den dag der openbare terecht zitting-," vroeg hij. „Op dien dag zult ge mij' aan uw zijde vinden maar ik heb verder ook geen minuut tijd te verliezen om te ontdekken wat ik sinds eenige uren vermoed „En wa.t is dat," vroeg de pries ter verbaasd „Natuurlijk het bewijs yoor Made leine's onschuld," antwoordde Ray mond onstuimig R.iehard legde zijn hand op den schouder van den jongen geneesheer. iets anders, iets nog meer ingewik keld, en dat ik toch met Gods hulp hoop te ontwarren. Vraag mij echter niet wat het jg, ik kan u toch niet antwoorden. Zult ge aan mijn brief denken, Charles?" „Morgenochtend zal ik er voor zorgen, zoo vroeg mogelijk-" Welnu dan vaarwel, en gij die een heilige zijt, Charles, bid voor Madeleine en voer mij. Morgen heel vroeg' begin ik aan mijn taak- Ik ga nu advocaat Aubry nog raadple gen Gij hebt mij gezegd dat er op hem te rekenen valt." „Ja, onvoorwaardelijk." „Welnu dan, tot ziens!" „Vaarwel," sprak Charles, „en God zegenon uwe pogingen," Het was laat in den nacht toen de heer Aubry zijn bezoeker uitliet Op den drempel van zijn woning drukte hij lang en hartelijk de hand van den Indischen graaf en sprak bewogen„Als u dat gelukt, zult ge de markiezin bewaren voor vree- se 1 ijker ongeluk dan zelfs een ver- ocrdeeling haar brengen kan „Ik zal slagen," antwoordde Ri chard de Clavières, „maar herinner u dat gij gezworen hebt te verge ten hetgeen ik u toevertrouwde „Ik heb maar één woord, mijn heer," sprak de advocaat, op waar- digen toon aan een hoek van da straat, uit het gezicht verdween Toen de advo caat weer op zijn kamer zat, sprak hij tot zichzelf: „Hij moet haar liefhebben: alleen een groote liefde heeft zulke voorgevoelens! Ja, het moet zoo zijn, maar wee- de arme markiezin, als haar beschuldigers van die liefde eenig vermoeden krij gen Als dat gebeurde; zou niets of niemand ter wereld haar meer kunnen redden Den volgenden morgen bezocht Charles de Sintély zijn arme nicht wéder j,n do gevangenis ,.Ik heb maar even tijd, Made leine-" sprak hij, „ik moet mij da delijk met uw belangen bezig gaan houden Ook de heer de Clavières is vertrokken en laat u weten dat hij eerst op den dag* der openbare terechtzitting terug zal zijn Hier is een brief van hem, dien hij mij verzocht u te geven. Ik zal de be waakster een oogenblik ophouden, lees hem terwijl ge nog alleen zijt." Hij ging heen, en Madeleine ver scheurd© haastig de enveloppe, die de haar zoo dierbare regelen be vatte Ziehier wat het briefje inhield: „Madeleine, uit uw briefje heb ik de liefde gelezen, die gij voor mij gevoelt Houd moedik 'heb u nooit meer liefgehad dan nu gij zoo diep zoo noodig alles te verdragen, zelf het ergste Richard" Madeleine verontrustte zich wei nig over di© onheilspellende laat ste woorden Alles verdragen? Dat moest, zeker de gevangen schap, de onrechtvaardige beschul diging, de onverdiende schande zijn Ze vermoedde niet dat die vree- selijke laatste woorden op haar kind doelden De hoofdzaak was dat hij' haar nog steeds liefhad „O Richard," fluisterde., ze, „gij hebt een wereld doorreisd om mij te redden, maar toch zult ge nooit kunnen begrij pen hoezeer ik je bemin!" VII. Rei n e's eed. Richard de Clavières had gezegd, dat hij van zijn reis maar juist tijdig genoeg .terug zou wezen om de openbare terechtzitting bij te wonen. Hi.j had zich vergist. Vijf dagen na zijn vertrek bevond hij1 zich weer te St. Justin. Op zijn apders zoo koud gelaat lag een uitdrukking van buitenge wone tevredenheid, en een zegepra lende glans schitterde jn zijn hel dere oogen. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 11