1
TWEEDE BLAD.
0
s.
Wren Martelares
is
Gemengd Nieuws.
8.
I^ticuliere industrie of
^aatswerkplaatsen
Gemengde Buitenlandsche berichten
WOENSDAG 15 DEC. 1909,
S«
U
er
ev
tfi
er
ff'
i.
Wa
Nu
BINNENLAND.
FEUILLETON.
fat
1
I
nieuwe haarlemsche courant
i5^ei'Üit onderwerp kwam onlangs
Staoif tijdschrift, „De IJzer- en
jjJ^teniek" een artikel voor dat
is. raa>8'. wat beter en voordeeliger
k^B^icnlier© industrie^ of s taa ts-
°P belan gwekkende wijze be-
citeeren
T18 zooals we voorspeld heb-
r] Memorie van Antwoord
te|. minister van Marine op
fc"Q&lingsverslag verklaarde de
"vajl 0011 opheffing der
'dat- Amsterdam voorloopig geen
"en *s' omdat er geregeld zal kun-
fje gorden voortgowerkt. Echter
iii Mster blijft op bezuiniging in
j^hear der werven bedacht
4«>bb©n er geen oogenblik aan
w.hield dat dit antwoord zou
gegeven De rijkswerf zal,
VJt beperkt men zich voorloopiig
tsl lanbouw van kleiner materieel,
b aan den gang worden gehouden,
of onze marine aldus op de
wijae bediend wordt? JVÏij
het betwijfelen. De minister
LW op bezuiniging' in het be-
m,! bedankt, wij: hebben er echter
op gewezen hoe gemis aan
C^oroieel ontwikkelde leiders,
ttte a-hpd er toe zal leiden, dat men
tl4' zulke onder marlnebeheer
'ij t e werven duurder uit ;is„ dan
Ln5 hulp roeping van de particu-
>0j - industrie, tWje willen hiermee
^pjekt niet zeggen, dat in elk ge-
LJ*e staatsexploitatie van eenig
bij particulier© exploitatie
w Pioeten achterstaan. [Wie mee-
®tfeter wel, dat dit steeds het
zal zijn, waar dergelijke
^tshedriivcn niet zijn ingericht op
flken voet als particuliere bedrij-
dien aard. En met de rijks-
is dat dunkt ons niet het
'Aanwens het zou dan in ons land
ie-
ige
ijk
bi)
br
j
iP
q.zop zijn als in het buiten-
*3 (Wat er bij het proces te Kiel
w "Ot- licht kwam, spreekt bbek-
Jte aardig staaltje lazen we daar-
nog .dezer dagen. Er werkte
,r aan de werf te Kiel voor zeker
A^Ük karweitje een werkman van
'<«h ï^iohliere firma. Op een goe-
V1 dag kreeg diens patroon de bood-
een andenen werkman te zen-
C' ïht geschiedde, maar de ver-
deed eens bij 'den ingenieur,
jaej wiens leiding hij had gewerkt,
j^aag, waarom eigenlijk toch op
P verwijdering was aangedrongejn
mijn werk niet goed zoo vroeg
Cj Integendeel, was het antwoord,
k Werk was voortreffelijk Maar*
ijj Vf!(rzuimde® den commandant van
Werf te salueeren en dat ergerde
Op .het uitblijven van een
of saluut legde de militair na
^hjk groot gewicht, de kwestie
k?, bet werk kwam daarbij op den
artikel in de „Riavue des deux
K^des" (15 September) legt nu mis-
l^dea op Fransche werven bloot
v. den votrm van een uittreksel uit'
dagboek geeft hier een onbe-
schrijver een critiek op de
planden op de werf te Toulon
k vertelt hij de lijdensgeschiedenis
den bouw1 deir „d'Orvilliers."
(ph lange lijdensgeschiedenis, want
(jj'ertelt de schrijVer een offi-
pp belast met het toezicht op den
lir.t slechts van een deel van
wterk, door hem bespied, acht
.ji wanen noodig eer de „d'Orvil-
C/f'' na het besluit van den aan-
kW, voltooid werd.
at, is een leerzaam artikel. Daar
föenxt men van de overstelpen
i^birreaucratische werkzaamheden
r do ingenieurs, die hen beletten
Jsoonlijk op de uitvoering' hun-
r Plannen en ontwerpen voldoende
Sicht te houdenvan de laksheid
arbeiders, die geen al te hoog
ij? ontvangen, maar op bepaalden
1,1 'ijd op een pensioentje 'kunnen
S^Pen, laksheid ook ten deele hier-
uit voortspruitend, dat een aantal
arbeiders ter verbetering van hun
inkomen, in hun vrijen tijd arbeid
verrichten voor particulieren en nu
eigenlijk den diensttijd op de werf
benutten om eens uit te rusten e|n
nieuwe kracht te vergaten voor den
komenden avond; van den invloed
der verpolitiseerde vakvereenigjng
van de zwaarwichtigheid van het
bureaucratisch© apparaat en van
zoovele andere misstanden meer.
Droevig is het relaas van die ver
knoeide werkuren, van die luierende,
pijlpjcsrookende arbeiders, zonder
toezicht en controle de ingenieurs
immers moeten brieven schrijven en
staten en tabellen opmaken valn
het gebrek aan discipline, nu door
politiek© invloeden van Parijs uit,
den beheerders der werf de noodige
middelen ter handhaving van de
tucht woorden onthouden, van het
gemis van moderne arbeidsmethoden,
van de gemoedelijkheid, waarmede
boeg en laag den arbeid op deze
staatswerf opvat. Van die gemoe
delijkheid geeft de schrijver een
prachtig staaltje. Hij verhaalt hoe
de dokter van het hospitaal heem
meedeelde, dat zoovele herstellend©
zieken weer snakken om aan „het
werk" te gaanDokter, zco heet het,
geef me ©en bewijs van hersteh Ik
zal me niet vermoeien. De baas zal
me wel in een hoek zetten waar
niets te doen is, en ik zal mijn
volle loon krijgen
Cook's betrouwbaarheid.
Het schijnt dat de deskundigen te
Kopenhagen weinig gewicht hechten
de z.g. onthullingen van Loose en
Duidde, in de „New-York Times". In
de Deensche hoofdstad houdt men deze
publicatie voor een truc van de Peary-
mannen. Over het algemeen wordt in
Denemarken en Scandinavië heel bitter
geoordeeld over de Amerikanen. En
men is er zeer ingenomen tegen de
Peary-partij. Trouwens de verbolgen
heid der Denen en Nor een op Peary
dateert reeds van jaren. her. Sverdrup
en Peary hebben indertijd eens een
ontmoeting gehad in Smithsond, en toen
heelt Peary zich erg aanmatigend en
onhebbelijk gedragen tegen Sverdrup.
Dat heeft men hem in Christiania en
Kopenhagen nooit recht vergeven.
Nog een typische bijzonderheid over
de Loose-Dunkle onthullingen. Wij
hebben, aldus de „N. R. Ct.", die „be-
eedigde verklaringen" niet in extenso,
enkel in uittreksel gelezen, maar er
schjjnt in te staan, dat Loose, de oud
zeekapitein, ergens aan Cook heeft la
ten vertellen, dat op een bepaalden dag
(15 Januari) Capella op een bepaald
uur „opkwam". Maar Capella be
hoort voor de plaats waar die waar-
heming heet te zijn gedaan, tot de
circumpolair-sterren, dus tot de ster
ren die wanneer de zon onder de
kim is steeds aan den hemel zicht
baar zijn en noch ocgaan noch onder
gaan. Indien Cook werkelijk dezen reu
zen-bok van Loose geslikt heeft, is
hij verloren, en onherstelbaar gebla
meerd.
De last van het zilvefr.
Sinds eenige dagen krijgen de geluk
kigen, die iets te vorderen hebben van
het Fransche Rijk ze zijn niet zoo
talrijk als die waarmee het omgekeer
de het geval is, maar er zijn er toch
volgens een ministerie el e beschik
king, minstens het tiende deel van het
hun toekomende bedrag uitbetaald in
zilver, in die logge stukken van cent
sous, die in grootte onze rijksdaalders
het meest nabijkomen.
Dat is nu niet heel erg voor de klei
nere ambtenaartjes en pensioen-trek-
k enden, die op hun paar honderd
francs een zes of acht van die stuk
ken mee te dragen krijgen, maar het
heeft zijn eigenaardige bezwaren voor
de groote leveranciers, aannemers van
rijkswerken en zoo meer, die een goe
den en dan wel een stevigen (en te
vens betrouwbaren!) kruier mogen
meebrengen om de kilo's zilver te tor
sen, die hun worden opgedrongen.
De aanleiding tot dezen nieuwen
maatregel is de groote overvloed van
zilver, dien de Fransche bank heeft
liggen 900 millioen zegt men
en waarvan zij zich anders, niet kan
ontdoen. Dat is, gegeven de Fransche
munt-toestanden, zeer verklaarbaar.
Behalve de louis, goud-stukken ter
srootte van ons gouden tientje, die
daar onvergelijkelijk veel overvloedi
ger zijn dan bij ons, hebben ze de
halve louis, lichte .en gemakkelijke gou
den stukjes van tien francs. Het is dui
delijk, dat ieder die ergens geld ont
vangen of terugbetaald krijgen moet
liever zulk een goudstukje dan twee
groote, zware zilverschijven heelt, en
moppert als de winkelier ham daar
mee opscheept. Zoo komt het, dat de
stukken van cent sous voor betalingen
boven 10 francs slechts ter completee
ring van het bedrag gebruiks worden,
en dat de overtollige hoeveelheid tel
kens weer naar de bank terugvloeit.
In plaats dat nu de administratie
zich naar de eischen van het publiek
voegt en hen aan goud helpt, dwingt zij,
op instigatie van den minister en weer
juist als in het geval van Soep-Hein!
de menschen, zich met het lastige zil
ver te behelpen, en houdt ze zelf liet
nuftige, practische gdoud vast. Zelfs
vertelt minister Cochery met trots, dat
hij een dergelijken maatregel heeft ge-
edicteerd, toen hij vroeger eens mi
nister van financiën was. Hij moest
anders nu toch juist gemerkt hebben,
hoe weinig hij armee uitwerkt!
Het is waa/r, dat de heer Cochery,
zichzelf met zijn „admistrés" gelijk
stelt, en zich even goed als de nede
rigste pensioen-gerechtigde zijn tien
percent in zilver Iaat uitbetalen. Maar
zegt hij ik zorg, dat ik er gauw
weer afkom; ik breng ze dadelijk weer
in circulatie!Wel, monsieur 'lemi-
niskre, dat is juist wat iedereen doet,
en daarom slaagt ge er zoo slecht in de
zilveren schijven onder het publiek te
houden. Ze willen ze niet!.,.,
Het moet afgunst zijn bij dezen toch
anders zoo helderlioofdigen minister.
Nu zijn collega Viviani een paar jaar
geleden de lichten des hemels heeft
uitgedraaid, wil hij eens probeeren of
hij 't niet winnen kan van de econo
mische wetten!
Een ad veit eerd ers - j u h i 1
Een eigenaardig jubilé heeft te Lon
den de heer R. G. Edwards van, do
Harlene Company gevierd. Hij vierde
namelijk zijn vijf en twintigjarig jubilé
als.... adverteerder, en dat deze wijze
van reclamemaken hem winstgevend
was, zal wel niemand ontkennen, die
weet, dat Edwards in de, 25 jaren zes
millioen gulden besteedde, alleen aan
dagbladadvertenties. Dat de Pers dit
ook op prijs stelt, men kan het begrij
pen, toonde ze, door den heer Ed
wards in het Trocadero Restaurant een
groot diner aan te bieden, waaraan
vijftig persvertegenwoordigers aanzaten,
en waarbij den jubilaris een copie van
de beroemde Wjarwickvaas in prachtig
gedreven zilver, vergezeld van een al
bum, werd aangeboden.
Een onvoordeelige gast.
In een bekend café ter Berlijn wer
den al sinds verscheidene maanden de
zilveren zoutvaatjes van de tafeltjes ge
mist, en de handdoeken uit het toilett.
Ondanks alle onderzoekingen kon men
den dief niet te pakken krijgen en aan
de stamtafel van het café werd de worn
derLijke zaak natuurlijk druk bespro
ken. Een dagelijksch bezoeker, een be
kende wijnhandelaar, stelde zelfs 500
mark beschikbaar voor den ontdekker
van dezen handigen dief.
Des te grooter was daarom de verba
zing van den oberkellner, toen deze
Donderdag tot de ontdekking kwam,
dat de wijnhandelaar in het toilet den
handdoek afsneed met het zakmes en
dezen onder zijn klcereu verborg. De
ober vertelde den hoteleigenaar wat hij
gezien had, en deze riep den gast ter
verantwoording. Deze ontkende in den
beginne alles, maar later viel hij toch
door d e mand. Bij huiszoeking in de
woning van den wijnhandelaar, werden
500 zilveren zoutvaatjes en ruim 10 do
zijn handdoeken gevonden. Ongetwijfeld
heeft men hier te doen met een klep
tomaan en op aanraden van den dok
ter is de wijnhandelaar in een sanato
rium geplaatst.
Panama.
Panama, dat vroeger reeds door de
Vereenigde Staten van Columbia werd
losgemaakt, zal thans geheel en al wor
den ve-r-Americaniseerd. Althans de
correspondent van de „Morning Post"
stelt het voor, alsof de republiek Pa
nama mettertijd onder rechtstreeks ge
zag van de Vereenigde Staten zal ko
men. Het Amerikaansche departement
van buitenlandsche zaken zal binnen
kort bekend maken, dat het Ameri
kaansche gezantschap in Panama zal
worden opgeheven en daarna de diplo
matieke betrekkingen van de Ameri
kaansche regeering met Panama door
tu&schenkomst van den burgerlijken
gouverneur van de Kanaalstrook zullen
onderhouden worden. Dit zal de eerste
stap zijn van een staatkunde, die nog
niet in al hare bijzonderheden vastge-i
steld is, maar beoogende de republiek;
Panama onder de opperheerschappij
van de Vereenigde Staten te brengen,
zoo niet haar in allen vorm in te lij-j
ven. Het kan zijn, dat de eigenlijke in
lijving nog tot die voltooiing van het
kanaal over vier jaar zal uitgesteld
worden.
Sedert eenigen tijd is er groote wrij
ving tusschen Panama en de Vereenig
de Staten geweest. De regeering te
Washington is ontstemd over de wijze,
waarop de Pianamaansche regeering het
verdrag heeft trachten uit te leggen, dat
tusschen beide landen gesloten is, ten
tijde dat Roosevelt de republiek sticht
te.
Ofschoon de Amerikaansche regeering
geen gezag over de stad Panama heeft,
heeft zij vele millioenen dollars besteed
om daar den openbaren gezondheidstoe
stand te verbeteren, teneinde de ver
spreiding van gele koorts en andere
tropische ziekten te keeren onder hen,
die aan het kanaal werkzaam zijn. Pa
nama heeft zich voor die opofferingen
niet erkentelijk betoond.
En het is gevaarlijk, tegenover groote
heeren niet erkentelijk te zijn.
Voor het geiiac-
M(el merkwaardig- was de meeting
welk© Vrijdagavond door de Chris
telijke kiesvereeiugingen te Am
sterdam gehouden werd toft behoud
van burgemeester Vau Leeuwen.
Christelijke kiesvereenigingen toch
samenkomend om een liberalen bur
gemeester tot aanblijven te bewe
gen i
„Als 't niet d© tastbare realiteit
was, moest 't toch wel het ideaal
en d© toekomstdroom van da poli
tieke vrijzinnigheid zijn, zegt de
„Msbd." tereciht.
De vrijzinnigheid bleef echter
Weg! -
iJVaarom (Was. 't strijdig met een
of ander Vrijzinnig program, wat
de corporaties te za-am bracht
Mgr. Konings zei de 't dien avond
zoo volkomen juist, dat wel diepe
beginselen de reden zijn, waarom de
vergadering was bijeengeroepen
„In de ondermijning van het ge
zag zien Wij de grootste kwaal van
den tegenwoordigen tijd. En juist
omdat het een algemeen bekend feit
is, dat de burgemeester heen wil
gaan, omdat hij het gezag niet on
dermijnd, daarom willen wij hem
beh ouden
,,'t Is zeker ook de figuur van
onzen burgemeester die ons sympa
thiek is Maar de reden, waarom
wiji samen komen, is ons beginsel
Aan dat beginsel, dat orde en ge
zag wil hoog houden, willen de
libéralen en vrij zin i g-de mot -;r ate! :i
ditmaal geen deal hebben. Zij wa
ren wel uitgenoodigd mee te doen
maar meenden, dat de betooging te
veel een politiek karakter hebben
zou. Aldus deelde de voorzitter
mede
i\Vat 'n standpunt! Alsof niet het
politiek karakter geheel teloor zou
zijn gegaan, als ook de vrijzinni
gen hadden meegedaan Dan ware
't een betooging geweest van allen,
die het gezag wilden handhaven
De vrijzinnigen haddeta intusschem
nog ..een bezwaarook de socialis
ten hadden uitgenoodigd moetejn
worden Dit lijkt wel op een uit
vlucht, want vooreerst zouden de
roode heejren zeker bedankt hebben
zij! zijn op mr Van Leeuwen's be
houd allerminst gesteld. En twee-
dens: wi© gaat nu bij1 de socialisten
aankloppen als hij het gezag wil
hooghouden 't Lijkt er wel wat
op, alsof de Amsterdamsche vrijzin
nigheid bang is, de socialisten on
aangenaam t© wezen.
Hoe 't zijde manifestatie bleef
nu een zuiver symbool van recjht-
sdhe verdraagzaamheid,
(Besid
Oud-Wavsemaer. Oyer het nieuwe
hotel Kasteel „Oud - Was s ena er' wordt
het volgende geschreven:
Wat natuurschoon betreft, is „Ou'd-
Wassenaer" wel de meest bevoorrech
te buitenplaatsen onder alle buiten
plaatsen in de omgeving der residentie.
Statige lanen en ruime vergezichten
biedt het in overvloed. Het plan van
het tegenwoordig kasteel werd in 1875
op verzoek van den heer C. J. van
der Oudermeulen door den architect
ingenieur G. Muijskens ontworpen. Vóór
alles was het diens streven, kasteel
en omgeving zooveel mogelijk met el
kaar in overeenstemming te brengen
Maar een moeilijke vraag was, welken
stijl te kiezen. Een modem gebouw
zou hier evenmin op zijn plaats zijn als
een Oud-Holland, waarom men be
sloot het in Renaissance-stij 1 op te
trekken.
Overal zijn fraaie betimmeringen aan
gebracht, terwijl door middel van ge
kleurde glasramen een prettig getem
perd licht wordt verkregen. Vermelding
verdient vooral de hal.
Dat zich bij deze inrichting groote
moeilijkheden voordeden, behoeft geen
betoog. Het getal beschikbare logeer
kamers stond in geen verhouding tot
dat gedeelte van het kasteel, dat men
voor ontvang en eetzalen moest in
richten; een verbouwing of een uit
bouw zou het aspect van het geheel
te loor doen gaan. De heeren Hoek
en Wouters, architecten, hebben echter
een bijgebouw weten te ontwerpen, dat
door een pverdekte gang verbonden
met het hoofdgebouw, noch het gezicht
op, noch het uitzicht van het kasteel
belemmert, de eenige oplossing die het
rustig mooi van het park geheel on
gedeerd laat.
Met het daarachter gelegen park
„Grooit-IIasebroek" bestaat het park
Ou d - Wa ss ena er" niet minder dan 300
H.A. Heeft het publiek alleen op de
hoofdwegen toegang, de directie van
het hotel heeft voor zijn gasten vrijheid
van wandeling gekregen over alle we
gen, die zich op terreinen van de ex
ploitatie-maatschappij van genoemde
parken bevinden.
De aantrekkelijkheid van het hotel
wordt niet weinig verhoogd door zijn
zeer gunstige ligging ten opzichte van
Den Haag en Schevcnigen. Op een
goed kwartier afstand gelegen van de
halte der Z. H. E, S., bereikt men
Schevenigen zoowel als het station Den
Haag van daar in vijf minuten, terwijl
de verbinding met deze halte en met
Den Haag bovendien onderhouden zal
worden door een geregelden autodienst.
Met de exploitatie van| dezen dienst
Den HaagWassenaer heeft zich de
bekende maatschappij Hf. A. T. Oi. be
last, welke daartoe nieuwe bussen laat
vervaardigen.
Daar het hotel zeer beschut is gele
gen brengt men ook in het bijgebouw
centrale verwarming aan, opdat zij, die
in het koude jaargetijde een rustig en
herbergzaam oord zoeken, hier een toe
vlucht kunnen vinden.
De geheel e meubileering en inrich
ting is opgedragen aan den ingenieur
J. A. Pöol, te Haarlem (onder den St.
Maarten).
Als directeur van het hotel zal op
treden de heer M. C. Yermaat, thans
directeur van het bekende Hotel de
1a Promenade.
Voor hen, die behalve rust ook af
wisseling wenschen, diene nog deze
mededeeling, dat de directeur voorne
mens is in overleg met de directie
van het park „Groot-HLasebroek" ge
legenheid te geven tot het uitoefenen
van verschillende soorten van sport,
als lawn-tennis, criket, schieten op
kleiduiven (tir 5 pigeons.)
Maar niet alleen voor logeergasten,
ook yoor de Hagenaars belooft het
hotel-restaurant „Kasteed Oud-Wasse-
naer" een vervulling te geven van tot
nu toe onvervulde wenschena. De goede
verbinding met Den Haag zal het voor
menigeen aantrekkelijk maken om in
zulk een omgeving zijn maaltijden te
genieten. Ook is thans voor Den Haag
de gelegenheid geopend tot het geven
van garden-party's waarvan het tot nu
toe verstoken was.
Natuurlijk beseft de directie, dat zij
vóór alles er voor heeft te waken, dat
de exploitatie in overeenstemming zal
moeten zijn met het mooie park, waar
van het hotel in het vervolg het mid
denpunt zal zijn.
De offideele opening van het hotel-
restaurant zal nader bekend gemaakt
worden; vermoedelijk zal het 15 April
1910 zijn.
Langs de straat. Prachtig na-
Hérfstweer met, bij-frisscherkou een
koesterend zonnetje aan den hier en
daar mat-blauw plekkenden hesmei. De
modderige-regenstraten worden langza
merhand met een vettiger en dikker
papje geplaveid....
Op het Koningsplein, het is in t
koffieuurtje lijn 2 natuurlijk vol....
geen groote bijwagen, geen kleine bij
wagen. Als je niet aan het begin of
het eind van het traject op lijn 2 stapt,
dan kun je or in de drukke uren stel
lig op rekenen, dat je eerst, nadat drie
of vier Wagens zijn voorbij gesnord
met een grijnzend bordje „vol", kans
hebt op een heel klein staanplaats je.
„Lijn 2" dus.... neen, niet volmaai'.
op één na vol. Achter nog een staan-,
plaats.... Stapt een dame op.... met lila-
costuum, lila-hoed, lila-vliegvlei^en,
lila-voile.... en, zooals het daardoor
lijkt, ook lila-gelaatskleur. Of ook üe
schoeuen lila waren, weet ik niet.—
„Binnen vol, dame," medelijdigt de
conducteur, nog eens de tram van bin
nen monsterend, hoewel hij wist, dat
het hopeloos was.
Een klaaglijk „Oh'? van de lila-dame.
Maar een corpulent heer komt tot
verademing van de buurlui binnen en
verzuchting van de staan-lui buitere
te hulp. Meit een stom gebaar aan
den hoed en ©en „O, dank u beleefd,
mijnheer," wordt lila met corpulent, en
omgekeerd, verwisseld.
Glundere gezichten van de menschen
binnen en buiten en een blazend ge
luid van den galanten ouden heer...„
Ja, galanterigheid behoeft nu niet juist
alleen bij de jongeren te worden ge
zocht t..i,
De tram is intusschen da Leidsche
straat ingebomberd. Op het Leidsche
plein wordt het achterhalcon één lich
ter en,... een groote dame stapt er op.
„Binnen vól, dame!" zucht da con
ducteur, zich stij!f tegen de benauwd!
staande achterbalcon-passagiers aan
drukkend en met in den nek gebo
gen hoofd.
Het was nu een „groene" dame....
met een vliegmachine-hoed van het
grootste model. Naar links en rechts
twee kolossale steekveeren.... naar ach
teruit, aan den boeg, een veerpiek,
sierlijk kromgebogen, een halve meter
nawuivend en bovenop dien driekwart
doorsnee-grooten hoed nog wuivend#
pluimen, die onder de zoldering van
het balcon in verdrukking lagen....
De conducteur wurmt zijn neus uit da
onmiddellijke nabijheid van de kittel-
veeren eii weet na veel moeite het
Sein tot vertrek te gerven.... In dien
tijd monstert de daine den tramingang.
„Vol!" buldert nog eens de conduc
teur.
Een binnen-zittende heer schrikt op
en ziet de groene dame onder dan
„statigen" hoed. Een enkel oogenblik
van oogflikkering...; en galant reeda
staat hij voor het groen en de veer-
massa.
„Gaat u binnen, dame!"
De dame monsters weer de deur, en
in gedachten haar hoed....
„Dank u, mijnheer, neen, heusch.
<9)
i'jj' fejnt gp© dit, Madeleine", vroeg
<j ^Jles om, haar gedachten van haar
Laf te leiden En hij reikte
lrtr het kaartje van Richard de
Aièree to©.
tjAuwelijks had d© arme gevan-
1 er een blik op geworpen of
i, heele uitdrukking' van haar ge-
J veranderde; eenige oogenbllk-
lang wist ze niet wat er om
(M* heen gebeurdeHet was
Richard die haar deze regelen
A Richard de Clavières, dien
l het diepst van haar ziel altijd
'p. hijjven liefhebben
^'ihdedijk kou ze er to© komen de
t dlge regelen te lezen, die het
fplde genegenheid i
tl), h kwlani haar dus verdedigen
L altijd nog dezelfde toewijding',
/''de genegenheid
L sloot de o ogen. ze vergat de
;*htyoo,rdigh©jd van Charles en
'Attid vergat voor een oogenblik
k' ©lleakligen toestand, haar mar-
t^cbap. alles..,,
Thajxl was dus hier, in ditzelfde
'h waarvan ze ujt haar cel 'de
„Herinnert ge u Richard de Cla
vières nog", vroeg Charles de Sin-
tély, eindelijk het stilzwijgen ver
brekende,
„Of ik hem mij herinner," sprak
ze langzaam, „De Clavières waren
immers in Indië onze beste vrien
den. Maar wat be teek ent die zwaire
rouwrand otm dat kaartje?"
,,Ik geloof dat zijn vader dood
is," hernam Charles „Maar Ri
chard de Clavières komt van avond
bij' ons om eenig bericht v,an u.
Zoudt ge hem niet een paar jvoor-
den schrijven, Madeleine? Al was
het maar om hem t© bemoedigen in
de pogingen die hij gaat doen om
uwe onschuld te bewijzenHij heeft
het geloof dat bergen verzet en op
alle hinderpalen weet hij' raad- Hij
zal ons. niet helpen oim u te red
den, hij zal alleen wiel slagen
Madeleine keek Charles met een
dankbaren blik aan.
„Dank je Charles," sprak ze. „Ge
zijt een heilige Mijn moeder zal
u uit den hemel zegenen."
„Maar schrijf nu eenig©' regels,"
drong de priester aan. „Ik zelf zal
ze aan Rüeihard de Clavières ter
hand stellen."
De arm© vrouw scheurde: een blad
uit een schrift dat men haar ge
geven had om de verklaringen op
te teekenen, die haar advocaat haar
gevraagd had, en schreef met be
vende hand het volgende:
„Ik dank u dat ge aan mijn on
schuld gelooft, In mijn smarten en
verlatenheid zegen ik u. Maar waar
om schrijft ge niets van uw vader?
Zou hij' dood zijn evenals de mijne?
En moet de breede rouwrand betee-
kenen dat ge alleen staa.t op de
wereld
Zij1 zette er haar naam onder, en
zonder een blik te werpen op het
geen Madeleine geschreven had,
vouwde Charles de Sintély het brief
je toe en stak het in zijn porte
feuille
Een uur later had Richard de
Clavières hef in handen. Met klop
pend hart zette hij' zich aan de tafel
van den priester en schreef eenige
regels. Ditmaal sloot hij' zijn brief
en 'reikte hem toen aan Charles
over.
„Wilt ge .dit nog aan Madeleine
geven en haar zeggen dat ze nu
niets meer van mij hoeren zal tot
aan den dag' der openbare terecht
zitting," vroeg hiji. „Op dien dag
zult ge mij aan uw zijde vinden
maar ik heb verder ook geen minuut
tijd te verliezen om te ontdekken
wat ik sinds eenige uren vermoed
„En wat is dat," vroeg de pries
ter verbaasd
„Natuurlijk het bewijs yoor Made
leine's onschuld," antwoordde Rai-
mond onstuimig
Richard legde zijn hand op den
schouder van den jongen geneesheer.
„Die zal toch wel aan den dag
komen,"- sprak hij1, „maar- er is nog
iets anders, iets nog meer ingewik
keld, en dat ik toch met Gods
hulp hoop te ontwarren. Vraag' mij
echter niet wtat liet its, ik kan u
toch niet antwoorden. Zult ge aan
mijn brief denken, Charles?"
„Morgenochtend zal ik er voor
zorgen, zoo vroeg mogelijk."
Welnu dan vaarwel, en gij die
een heilig© zijt, Charles, bid voor
Madeleine en voer mij. Morgen heel
vroeg! begin ik aan mijn taak. Ik
ga nu advocaat Aubry nog raadple
gen. Gij hebt mij gezegd dat er op
hem te rekenen valt."
„Ja, onvoorwaardelijk."
„Welnu dan, tot ziens!"
„Vaarwel," sprak Charles, „en
God zegenen uwie pogingen."
Het was laat in den nacht toeJn
de heer Aubry zijn bezoeker uitliet
Op den drempel van zijn woning
drukte hij lang ©n hartelijk de hand
van den Iadischen graaf ©n sprak
bewogen„Als u dat gelukt, zult
ge de markiezin bewaren voor vree-
selijker ongeluk dan zelfs een ver-
ocrdeeling haar brengen kan
„Ik zal slagen," antwoerdda Ri
chard de Clavières, „maar herinner
u dat gh gezworen hebt te verge
ten hetgeen ik u toevertrouwde
„Ik heb maar één woord, mijn
heer," sprak de advocaat op waar
diger toon
De Indiër verwijderde zLeh haas
tig Aubry keek hem na tot hij'
aan een hoek van de straat uit het
gezicht verdween Toen de advo
caat weer op zijn kamer zat, sprak
hij tot zichzelf: „Hij mo©t haar
liefhebbenalleen een groote liefde
heeft zulke voorgevoelens! Ja,
het moet zoo zijn, maar we© de arme
markiezin, als haar beschuldigers
van die liefde eenig vermoeden kriji
genAls dat gebeurde, zou niets
of niemand ter wereld haar meer
kunnen redden!"
Den volgenden morgen bezocht
Charles de Sintély zijn arme nicht
weder i;n de gevangenis
„Ik heb maar even tijd, Miade-
leine," sprak hij, „ik moet mij da
delijk met uw belangen bezig gaan
houden Ook de heer de Clavières
Is vertrokken en laat u weten dat
hij eerst op den dag der openbare
terechtzitting terug zal zijn Hier
is een brief van hem, dien hij mij
verzocht u te geven. Ik zal de be
waakster een oogenblik ophouden,
lees hem terwijl ge nog alleen zijt."
Hij ging heen, en Madeleine ver
scheurd© haastig de enveloppe, die
de haar zoo dierbare regelen be
vatte
Ziehier wat het briefje inhield:
„Madeleine, uit uw briefje heb ik
de liefde gelezen, die gij1 voor mij
gevoelt Houd moedik heb u nooit
meer liefgehad dan nu gij zoo diep
ongelukkig zijt, en hoop dat onze
genegenheid u in staat zal stellen
zoo noodig alles te verdragen,
zelf het ergste
Riehard"
Madeleine verontrustte zich wei
nig over die onheilspellende laat
ste woorden
Alles verdragen
Dat moest zeker de gevangen
schap, de onrechtvaardige beschul
diging, de onverdiende schande zijh
Ze vermoedde niet dat die vree-
seliike laatste woorden op haar kind
doelden
De hoofdzaak was dat hij haar
nog steeds liefhad „O Richard."
fluisterde ze, „gij hebt een Wereld
doorreisd om mij te redden, maar
toch zult ge nooit kunnen begrij
pen hoezeer ik je bemin
MIL Heine's eed.
Riehard de Clavières had gezegd,
dat hij .van zijn reis maar juist,
tjjdig genoeg terug zou wezen om
de openbare terechtzitting bij te
wonen-
Hij had zich vergist.
Vijf dagen na zijn vertrek bevond
hij1 zich weer te St. Justin.
Op zijh apders zoo koud gelaat
lag een uitdrukking van buitenge
wone tevredenheid, en een zegepra
lende glans schitterde in zijn hel
dere oogen.
Wordt vervolgd
I
t'