NU WORDT HET TIJD
VISITEKAARTEN te bestellen
65 ct. p. 100
80
GEWONE KWALITEIT f formaat.
BETERE 2 formaten
EERSTE in luxe verpakking f 1,25
li. V. DRUKKERIJ „DE SPAARMESTAD"
Kinderhuisvest 29-33.
INTERCOMMUNAAL TELEFOON 1426.
Vroolijk Allerlei.
Gemengd Nieuws.
Staten-Generaai.
Wat anderen zeggen.
aociale Berichten.
Stadsnieuws.
Wetenswaardig Allerlei,
IJMUIDEN.
- OM UW
If
Voor abonnementen en
advertentiën wende men
zich te IJmuiden tot den
heer
H. VAM DER WAL,
Bloemstr. 118, IJmuiden.
Gewisselde stukken.
Onze Waterleiding.
derde klasse, n.l. de ter-dood-veroor-
deelden, een vonnis, waarvan nooit gra
tie verleend wordt, wanneer het een
Staffer geldt. Welke rijke vruchten de-
aen arbeid afwerpt, blijkt wel uit het
feit, dat pater Voltz alleen eens acht
tien dezer misdadigers tot den dood
voorbereidde en doopte tijdens de drie
weken, die verliepen tusschen do uit
spraak van hun vonnis en de terecht
stelling. 1
Zelfs de protestantsche overheden
kunnen zich vaak niet weerhouden,
hun bewondering openlijk .te kennen
te geven over de algeheeie
verandering, die door den invloed van
het Katholiek geloof in deze zedelijk'
zoo laag staande lieden wordt teweeg
gebracht, en over de kaifmte en de gela
tenheid, waarmede zij hun schrikke-
gotede uitwerking bespeuren van de
lijk vonnis ondergaan. En daar zij de
bemoeiingen der Katholieke priesters,
en tevens hun eigen taak daardoor
in niet geringe mate vergemakkelijkt
zien, leggen zij hun voor hun bezoe
ken in de gevangenis geen enkelen hin
derpaal in den weg.
Stofdichte winkelruiten. Door de
glasruiten van winkelramen en kasten
dringt wel geen stof van de straat
door, des te meer heeft het evenwel
toegang door de lnohtopeningen, die
zich aan de benedenlijst der winkel
kast en aan de bovenlijst ervan be
vinden, om versche lacht toe en de,
door de verlichting e.a. bedorvene, af
te voeren.
Deze openingen zijn de toegangs
poorten van het stof der straat, het
welk op drukke wegen ervoor zorgt,
dat de inhoud van de winkelkast
spoedig met een laag stof bedekt
wordt. Bet binnendringen ervan kan
intusschen op een tamelijk eenvoudige
wijze verhinderd worden, welke door
lederen winkelier zelf in orde gemaakt
kan worden.
De openingen worden n. 1. aan beide
zijden met een laag metaalgaas bekleed
en tusscben de beide gazen afschei
dingen wordt de ontstane ruimte met
wol, katoen of watten opgevuld, niet
al te dicht, opdat de lucht er onge
hinderd door kan trekken, terwijl
toch de wol- of watienlaag het stof
opvangt, ©enigermate als een lucht-
filter werkt. Het filtieerend materiaal
wórdt af en toe vernieuwd.
De toepassing van zulk een stof-
weerder moet in den winkel tevens
een goed middel tegen het beslaan
van de winkelruiten zijn.
(Weekbl. v. d. H. en Ind. Middenst.)
Memorie van Antwoord
betreffende de Oor-
logsbegrooting.
13 Lijk ens de Momorie van Antwoord
sluit instemming van den Minister met
het beleid van zijn. ambtsvoorganger,
Minister Sabron, voor wat de toepas
sing betreft, niet in zich geheele over
eenstemming op allo punten, zelfs ook
op die van meer ondergeschikt belang.
In hoofdzaak kan de Minister zich ech
ter geheel met diens plannen vereeni
gen. Geheel sluit-hij zich aan bij diens
denkbeeld tot eena niet onaanzienlijke
uitbreiding van het tegenwoordig con
tingent, dat gesteld dient op 23000 man,
met 6 jaar diensttijd; met twee herha-
Jjpgsoefeningen bij de militie, 5 land
weerjaren, waarin een herhalingsoefe
ning, kan worden volstaan. De Minis
ter zal zich beijveren een op die be
ginselen rustend wetsontwerp in ge
reedheid te brengen. Evenwel hoopt
Maar bij 's Ministers aanvragen, zal de
onbereden korpsen, dat volgais de
plannen van rijn ambtsvoorganger op
den bestaanden voet behouden zou
blijven, in andere richting een bevre
digende oplossing te vinden.
De vermeerdering van kosten die de
verwezenlijking van deze plannen zal
medebrengen, is betrekkelijk niet groot.
Tot een verlaging van het budget
van Oorlog zul niet zijn le komen.
hMaar bij 's Ministers aanvragen zal de
meest mogelijke zuinigheid worden be
tracht.
De tegenwoordige viermaanders moe
ten hoe eer hoe liever uit onze or
ganisatie verdwijnen. Van ,de opkomst
in twee ploegen is de Minister nog
een beslist voorstander. Maar vrij al
gemeen wordt bezwaar gezien in het
betrekkelijk gering aantal manschappen
elke lichtingshelft. In contingents
uitbreiding en afschaffing der viertnaan
ders ligt hier het middel tot afdoende
verbetering.
Voorts ligt het bij de herziening der
Milltiewet in de bedoeling om te ko
men. tot vrijstelling van kostwinners
en tot verplichte keuring voor de lo
ting, beide zaken ook reeds door Mi
nister Sabron 'voorgestaan.
Bij de bereden korpsen dient de toe
stand niet belangrijk gewijzigd.
Alleen, dient oen proef genomen met
bekorting van het eerste verblijf on
der de wapenen.
Het voorbereidend militair onderricht
heeft na de opgedane ervaring, niet
meer 's Ministers sympathie. Bij de
vóóroefening der jeugd ligt een dank
bare taak weggelegd voor den burger-
onderwijzer. De drijfkracht daartoe
moet uitgaan van het Departement van
Binnenlandsche Zaken.
Met de totstandkoming van den land
storm wordt voldaan aan den eiscli
van art. 180 der Grondwet. In vredes
tijd zullen van de landstorm weerman
nen geen diensten worden gevorderd.
Ten opzichte van het vloeken en het
bezigen van ruwe taal, zal de Minister
niet schromen in te grijpen, wanneer
zulks noodig mocht blijken. Ook de
Zondagsrust zat hij zooveel doenlijk be
vorderen. De geldende bepalingen be
treffende het verrichten van diensten
op Zon- en Christelijke feestdagen
rijn echter voldoende te achten. Het
kerkbezoek door militairen, gaat hem
zeer ter harte, en in onderzoek is,
welke middelen nog ter aanmoediging
daarvan kunnen worden aangewend.
Met het verbod van sterkendrank-ver-
koop in de cantines zou het tegendeel
van wat men wensclit bereikt wor
den. Ook hjj het eindigen van eiken
maaltijd wordt, naar zulks mogelijk
wordt geacht, gelegenheid tot bidden
(danken) gegeven.
Wat de stelling van Amsterdam aan
gaat, dient allereerst cle klingsluiting
gesloten.
De Minister zal zich beperken tot
instandhouding van het reeds verkre
gen verdedigingsvermogen der Nieuwe
Hollandsche Waterlinie.
De Minister deelt ten aanzien van
de kader-quaestie mede dat meerdere
zijner ambtgenoot en zich, in beginsel,
bereid verklaard hebben, "mede te wer
ken .tot de invoering van een steLsel
(toekenning van burgerlijke betrekkin
gen van gewezen militairen) als be
pleit is in het rapport der betrokken
commissie.
Scheiding van de officieren der artil
lerie in twee afzonderlijke korpsen acht
de Min. niet aanbevelenswaardig, af
schaffing van hot wapen dei" genie,
met uitzondering van de technische
troepen, evenmin.
Het verwijt, dat op het punt van
een wezenlijk rechtvaardige behande
ling van officieren bij de hoogste auto
riteiten van het leger ergerlijke wan
begrippen zouden bestaan, wijst de Min.
met beslistheid terug.
Voor eenig ingrijpen in het vereeni-
gingsleven der mindere militairen be
staat thans geen reden. Een even
tueel verbod van militaire vereenigin-
gen zou langs wettelijken weg behooren
te worden uitgevaardigd.
De Min. is tegen afschaffing van den
ransel.
De Minister stelt voor handhaving
van de bestaande organisatie der mu
ziekkorpsen met vervanging van het
tegenwoordige subsidiestelsel door eenie
soldij regeling. Tot dit doel vraagt de
Min. bij nota van wijziging f 39.000 aan,
die jaarlijks meer noodig zullen zijn.
Voorts krijgen de leden der muziek
korpsen een dagelijksche kleedingtoe- I
lage en oen toelage voor eerste uit- j
rusting (de kapelmeesters krijgen dil 1
niet.)
Voorts geeft het Rijk vaste bijdra- j
gen voor aankoop van instrumenten
enz. (f 675 per jaar aan de Kon. Mil.
Kapel en. f300 voor elk der muziek
korpsen bij de 'infanterie.)
Het ligt in 's Ministers voornemen
aan de Koningin voor te stellen in
1910 een garnizoen wielrijders voor-
loopig in garnizoen te brengen.
Het terugbrengen van den dienst
tijd van 8 tot 4Va jaar bij de cavalerie
verdient geen aanbeveling.
In overweging is de invoering van
een broodzak tevens goeiÖerenzak
waarmede thans een proef wordt ge
nomen.
In den loop van 1910 zal hot 3de
regiment huzaren geoefend worden bui
ten het polderterrcin en bovendien
deelnemen aan cavalerie-oefeningen in
groot er verbond.
Jaarlijks zal worden nagegaan of de
omstandigheden toelaten gedurende de
wintermaanden den gezam en lijken, ar
beidstijd en rusttijd aan de Hembrug
op ethische gronden op 8»/a uur per dag
vast te stellen.
Erkennende*, dat de vereeniging
„Trouw aan Koning en Vaderland" den
steun van Rijkswege nog niet geheel
kan missen, handhaaft de Minister den
suhsidiepost van f 1000 van 1910.
Het ligt in de bedoeling, aan de
zes kinderen van de militairen, die
bij het ongeluk te Katwijk zijn omge
komen, eene uitkeering ineens voor
elk ad f 1000 toe te kennen, zulks
ten dienste van hunne opvoeding.
Bij afzonderlijk wetsontwerp zullen
voor-stellen worden gedaan ten aanzien
van de positie^, de huisvesting en de
opleiding c.a. van het personeel der
Kon. Marechaussee.
Te Nijmegen is de stichting van een
nieuw kazernement noodig, voor welks
bouw f 53.350 noodig is, welk bedrag
door de gemeente Nijmegen in 's Rijks
schatkist wordt gestort.
Als gevolg van een uitgebreid onder
zoek zijn thans maatregelen deels in
overweging, deels in voorbereiding, wel
ke het vooruitzicht openen, dat, wan
neer de tijdsomstandigheden daartoe
aanleiding geven, aanzienlijke hoeveel
heden levensmiddelen üi de Stelling
van Amsterdam kunnen worden bijeen
gebracht. Te zijner tijd zullen de noo-
dige voorstellen ten deze aan de Sta
ten-Generaai worden onderworpen.
pot., dpch hei'haalde malen bleek, dat
dit gehalte lang niet bereikt werd. Zoo
werden o.a. monsters aangetroffen,, die
slechts even 70 pet. bevatten en zelfs
die slechts 60 pet. hadden.
Dat deze essences, na verdunning in
da verhouding zooals die op de fles-
schen was aangegeven, een voor ver
schillende doeleinden veel te slappen
azijn, geven, laat zich begrijpen. Men
zij derhalve op zijn hoede, daar nie
mand water als arijn-essence zal wil
len betalen.
Een haarkleurmiddcl, dat onderzocht
werd, daar de inzender wenschte te
weten, dat het schadelijk was, bleek
een oplossing van een gekleurd zout
in water te rijn, welke middel als on
schadelijk was te beschouwen en dat
ook vrij algemeen bekend is. Het be
langrijke van dit geval was echten,
dat de geheele inhoud van hetflesch-
je een waarde had van nog geen hal?
van cent, terwijl hot verkocht werd
voor de som van f 1.50. Inderdaad een
aardige winst voor den fabrikant.
Een meelsoort, die verkocht werd
onder den schoonen naam van vanille-
chêmepoeder, en die vooral voor ban
kethakkers van waarde zou zijn, daar
de daarmede bereide lekkernijen lang
goed zouden blijven, bleek dit conir
serveerend vermogen te danken te heb
ben aan een flinke hoeveelheid boor-
zuur. Verder zou dit poeder, volgens
opgave aan de hakkers, eieren in ge-
droogden toestand bevatten en nog al
lerlei moois meer. Dart het duur be
taald moest worden, spreekt vanzelf.
Het bleek echter niets anders te zijn
dan maïsmeel, dat vermengd was met
gele iteerkleur,stof en wat vanillereuk-
sitof, behalve het genoemde boorzuur.
De eieren werden hierin voorgesteld
door de gele teerkleurstof, en het is
wel bekend, dat maismeel behoort tot
de goedkoopste meelsoorten.
Verder werden nog een paar meef-
soonlen voor .suikerzieken onderzocht,
die niets anders dan gewoon tarwemeel
bleken te rijn; alleen werd hert tegen
abnormaal hooge prijzen verkocht. Dat
het met dergelijk meel gebakken brood
voor lijders aan suikerziekte even na-
deelig as als gewoon brood, behoeft
wol niet gezegd te worden.
Herhaalde maLen werden monsters
bijenwas ter onderzoek ingezonden, en,
herhaalde malen werd ook geconsta
teerd dat deze met minderwaardige sur
rogaten. vervalscht was. Aan het uiter
lijk der was, of door eenvoudig pro-
beepen of het monster wel geheel iiï
ter'pentijn oplost, wat wel door som
mige handelaren geschiedt, is volstrekt
niet le constateeren of vervalsching
heeft plaats gevonden; dit cischt steeds
een chemisch onderzoek.
Vervalsching van handelswaren.
Het weekblad „De Middenstands
bond" bevat de volgende' mededeelin-
gen van het rijksbureau tot onderzoek
van. handelswaren, to Leiden.
In den laatsten tijd téerden aan het
I bureau nog al eens ter onderzoek aan-
I geboden, monsters van azijnzuur van 80
f>ie socialistische Ben
jamin in de Tweede
Kamer.
In onze jongste „Parlementaire Kro
niek" is de heer Duys, de socialistische
Benjamin der Tweede Kamer, al duch
tig te pakken genomen.
Ook in „De Voorhoede" wordt de
heer Duys er door gehaald en naar
verdienste afgestraft. Wij kunnen den
lust niet wederstaan, dit rake stukje
hier over te nemen.
Wie er bij de behandeling van de
Tweede Kamer bekaaid afkwam, dat
was wel de jeugdige afgevaardigde van
Zaandam, de sociaal-democraat Duys.
Vroeger was 't de gewoonte dat zelfs
oudere, pas gekozen Kamerleden, in de
eerste jaren een groote mate van be
scheidenheid aan den dag legden, cn
slechts over zulke onderwerpen het
woord voerden, waarin ze buitenge
woon goed thuis waren. En dan nog
trad men zeer kalm cn voorzichtig op.
Niet aldus do heer Duys.
Hij schijnt door rijn fractie aangewe
zen te rijn als juridische specialiteit.
Nu, dit is wel gebleken, dat in dit
opzicht zijn brutaliteit heel wat grooter
is dan rijn kennis.
Niemand bracht hem dit zoo spoedig
aan 't verstand als mr. Regout, de
hoogst bekwame afgevaardigde van Hel
mond.
Hij betrapte Duys op talrijke „on
juistheden". Telkens interrumpeerde
deze, om zijn figuur te redden. Maar
onder daverend gelach der Kameij
klonk steeds weer het antwoord van
mr. Regout: „Dit is wederom een on
juistheid, mijnheer Duys!"
En het slot was vernietigend. Mr.
Regout concludeerde:
„Ik meen, dat mag worden geconsta
teerd, evenals dit bij do behandeling
der begrooting van Koloniën geschied
is, dat de verkiezingen een zekere wij
ziging in de constellatie van de fractie
der S. D. A. P. in deze Kamer héb
ben gebracht, cn daarmede namen van
nieuwe specialiteiten, maar dat de heer
Duys, zoo hij met vrucht de juridi
sche specialiteit van zijn fractie wil
zijn ,nog een, en and ca* zal hebben, te
leer en, om met meer juistheid in debat
te kunnen treden."
Nog zelden werd in de Tweede Ka-
mor een afgevaardigde zóó over do knie
gelegd! Het klonk werkelijk van, klets,
klets, kLanderDe rest is bekend!
Den volgenden dag werd Duys nog
eens weer heerlijk te grazen genomen
door Mr. Van Wijnbergen.
Duys had namelijk een advertentie
uti een in Zaandam verschijnend
Christelijk blad voorgelezen, aldus lui
dende: „Een eenvoudige juffrouw met
kapitaal wenscht in kennis te komen
met een heer, om een huwelijk aan te
gaan." En verontwaardigd had hij uit
geroepen: wat is nu toch het ver
schil tusschen dit huwelijk en prosti
tutie?
Onder luid gelach der Kamer ant
woordde Mr. van Wijnbergen:
„Ik heb ca- gisteren werkelijk een
oogenblik over gedacht, óf ik op die
vraag antwoord zou geven.
„Mijnheer de President, ik heb het
7? 77
77
77
ernstig overwogen, doch ik ben tot de
conclusie gekomen, dat ik het niet moet
doen. En wel om deze reden: nu
ons uit die onnoozele vraag van den
heer Duys werkelijk blijkt, dat wij hier
te doen hebben met iemand, die van
de prostitutie nog alleen maar den
naam kent, meen ik mij te mogen ver
blijden over die kinderlijke naïeviteit,
en meen ik, dat het niet op den weg
van de Kamer- ligt, zoo iemand, wijzen
te maken, dan hij is. Ik zal dus dó
vraag niet beantwooi-den."
't Was een kwartje waard, om bij,
deze geestige afstraffing het gezicht van
Jen jongeheer Duys te zien!
Nu is 't waar, de verwachtingen om
trent den veel en luid pratenden afge
vaardigde van Zaandam konden moei
lijk hoog gespannen zijn. Misschien is
hij' in Zaandam een li eel e Piet, en
in volksvergaderingen breng ja 't met
een dosis brutaliteit, ais waarover Duys
blijkt te beschikken, een heel eind.
Maar in de Tweede Kamer maakt
iemand, die zulk een flap-uit is als
Duys, zich zelf zeer spoedig af. Hij
wordt niet meer voor vol aangezien.
Men luistert niet meer naar hem, of,
doet men 't nog wel eens, clan alleen
om zich ten koste van den spreker
te vermaken.
Tol het soort leden, wien dit lot be
schoren is, schijnt de afgevaardigde
van Zaandam te behooren.
En dat viel vooruit wel te voorspel
len.
Niemand zal zeggen, dat de debatten
op de Congressen van do S. D. A. P.
erg hoog staan, 't Is gewoonlijk een
voortdurende scheldpartij'.
Maar toch, toen op 't Congres van
1907 Duys zijn lieve mondje geroerd
had, ongeveer op de wijze, als hij 't nu
in de Tweedo Kamer schijnt te willen
gaan doen, verklaarde een van zijn ei
gen partijgenooten:
„De manier, waarop Duys optrad, is
het peil van het Congres verlagen".
(Verslag van „Het Volk", 4 April '07).
Ziet, zóó oordeelen zijn eigen partij
genooten over hem, toen hij gespro
ken had op de op laag peil staande
Duys in de Tweede Kamer gedacht
debatten van het S. D. A. P.-Congres.
Men kan er uit afleiden, hoe over
Duys in de Tweede Kamer gedacht
wordt.
Waar-lijk, het district Zaandam is ge
luk te wenschen met zulk een afge
vaardigde, die weldra een reusachti-
gen invloed in de Tweede Kamer zal
hebben!
Wat zeg je? Invloed?
Zekerop de lachspieren.
Maar verder niet!
O zoo!
De heer Pennink, Directeur der
AmsterdamBche waterleiding, schrijft
in de „Oprechte H. C." den volgenden
open brief (die in one Eerste Blad
nader wordt besproken) aan professor
Eug. Dubois.
Amsterdam, 15 Dec. 1909.
Hooggeleerde Heerl
Ik heb in 't openbaar eenige vragen
tot u te riohten, naar aanleiding van
wat door u j.l. Maandagavond gespro
ken is in de vergadering, belegd door
de Vereeniging voor industriëele en
aanverwante vakken te Haarlem:
Ten aanhoore van vele belangstel
lenden ie in die bijeenkomst door
u besproken de Haarlemsche Water
leiding in verband met de Bloemen-
daalsche duinen, en ik zal mij niet
nader behoeven te verklaren, als ik
uwe meening, zoo over die waterleiding
als over die duinen, niet tot onderwerp
kies voor dit openlijk schrijven.
Immers ook hetgeen, voor zoover ik
heb nagegaan, de dagbladen er zeer
in het kort van hebben meegedeeld,
sou mij daartoe geen aanleiding geven,
terwijl ik bovendien niets met die
onderwerpen, op zichzelf beschouwd,
te maken heb.
Dit schrijven bedoelt dus aller
minst vragen af te leiden uit wat
door u besproken is, maar wel uit
wat u gesproken hebt.
Laat ik u vooraf iets in herinne
ring mogen brengen.
Nadat uw rapport over de prise
d'eau der Haarlemsche Waterleiding
in druk was verschenen, vond u aan
leiding mij te bezoeken ter verkrijging
van eenige inlichtingen, waarvoor u
geïntroduceerd waart door een daartoe
alleszins bevoegd persoon
Ik heb u toen, op Maandag 29
November j.l., welwillend te woord
geBtaan en, ten einde u alle door u
gewenschte inlichtingen te bezorgen,
heb ik u, met uw goedvinden, naar
een mijner, volkomen met het onder
werp vertrouwde, ingenieurs verwezen.
Het onderhoud van dien ingenieur
met u heeft op dien Maandagochtend
geduurd van tien tot één uur.
Nu komt mijn eerste vraag, n.l.:
Hoe kunt u binnen veertien dagen
vergeten, wat u toen aan dien ingenieur
hebt toegezegd, en wel, dat u omtrent
de Amsterdamsche duinwaterleiding
niet meer in publieke beschouwing
»oudt treden?
Het kon niet anders of tijdens die
conferentie is uw rapport over de prise
d'eau der Haarlemsche waterleiding
even ter sprake gekoman en is u daar
bij medegedeeld, dat daarin eenige
cardinals fouten voorkomen, die de
waarde van het rapport tot in het hart
aantasten.
In verband met een en ander en
ingevolge uw verzoek, werd u de toe
zending toegezegd van alle door u
gewenschte waarnemingsuitkomsten,
o.a. die dercblooranaljees,natuurlijk
in de veronderstelling, dat u daarvan
slechts een bescheiden gebruik zoudt
maken.
Mijn tweede vraag luidt daarom
Waarom hebt u nu 1.1. Maandagavond
de Amsterdamsche duinwaterleiding
toch over den hekel gehaald?
En mijn derde vraag is; Wat gaf
u j 1. Maandagavond het recht te zeg
gen, dat onze uitkomsten op fouten
in de waarneming berusten
Is 'tu dan waarlijk ook hierbij ont
gaan, hoe u, en niet voor de eerste
maal, u waagt op voor u zoo bijster
glad ijs?
Mijn vierde vraag is nuHoe kunt
u, zonder zeer nauwgezette kennis
neming van onderzoeks-uitkomsten,
die u nog niet zijn toegezonden, in
bet openbaar zulk een gewaagde,
immers door niets waar gemaakte
beschuldiging uitspreken
Myn vyfde vraag hou' ik in de pen,
omdat daarbij onvermijdelijk een
adjectief zou passen, dat door de
redactie van elk ordelijk persorgaan
zou moeten worden geschrapt
zooiets fluistert men misschien, als 't
ernstige zaken geldt.
Ik zal 't kort maken en u niet meer
vragen doen, al liggen er nog vele
voor de hand, maar dezen open brief
besluiten met u mede te deelen, dat,
na uwe Haarlemsche voordracht, de
noodzakelijkheid is geboren, uw rap
port over de prise d'eau der Haarlem
sche waterleiding in het openbaar aan
oritiek te onderwerpen.
In hoeverre daarbij uw professorale
toga zal kunnen worden ontzien, kan
ik op dit oogenblik onmogelijk zeggen;
dit zal eerst blijken, wanneer uw ge
schrijf ten volle aan de waarheid is
getoetst, waarmede uit den aard der
zaak eenige tijd gemoeid zal zijn.
Inmiddels zal ik mij over deze zaak
niet in eenig debat begeven, hoe ook
genaamd, juist zooals u op j.l. Maan
dagavond elk debat hebt afgewezen.
Met gebruikelijke gevoelens enz.
J. M. K. Pexnikk.
niet zonder mouwen, maar draagt <1®
mouwen, door een vernuftig mecha
niek van eigen vinding aan de schou
ders bevestigd, en beweert, dat d®
kleeding aldus veel gemakkelijker if-
Zijn broeken zijn eveneens zeer eigen
aardig, want er zitten geen knoop®®
aan en hij draagt ze ook niet aan bre
tels doch ook aan toestellen van eigen
vinding.
Weer een ander, een tooneelspeier,
draagt uitsluitend jassen van vlecht
werk en bovendien vesten met hand
schilderingen. Als stof voor zijn vest®®
kiest hij alleen leder en als eenig mo
tief voor de schilderingen er op duldt
hij vergfet-mij-nietjes.
Een sportlievende gentleman laat
door den kleermaker dikwijls rijbroe
ken met inzetsels van leder maken-
Dat zou nu op zichzelf niets buitenge
woons zijn, maar hij draagt uitsluitend
geruite stoffen en verlangt daarbij-
dat de lederen inzetsels niet van de
stof zijn te onderscheiden. Ook hier
moet dus de schilder met den kleer
maker samengaan.
Aan spleen grenst de modedwaas
heid van een anderen sportsman, die
zich in 't hoofd heeft gezet, uitslui-
t®nd vesten van meDschennaar te dra
gen. De vrouwelijke leden zijner fami
lie de gelukkige heeft vijf doch*
t®rs moeten daartoe met alle kracht
bijdragen, en als vervaardiger voor
deze vesten kiest de kleermaker ge
woonlijk een pruikenmaker.
THEORIE EN FRACTUK.
„Uw man heeft onlangs een prach
tige voordracht gehouden over de stel-
ling, dat in de natuur niets verloren-
gaat."
Pr o f ess or s vr ou w: „Zoo?
En'
iedere week raakt hij een parapfluie
of een paar overschoenen kwijt.'
DE DRIE GEBREKEN.
Men had het over een redenaar, dia
slecht voldaan had.
„Hij1 heeft maar drie gebreken,*
merkte eender aanwezigen aan, „voor
eerst leest hij rijne redevoering, ten
tweede leest hij haar slecht, en ten der
de is ze niet waard te worden voorde-'
lezen."
GEDURENDE HET EXAMEN.
Professor: „Is ivoor elastisch?'
De examinandus bewaart het stilzwij
gen.
Professor (om hem op weg 'te hel
pen): „Speelt u biljart?"
Examinandus (blijmoedig)„Nu?
als u liever een partij biljart speelt,
ik ook!"
DE SLIMME OOM.
Student: „Och, beste oom, wees
zoo goed, en help me uit den nood
en leen me honderd gulden anders
moet ik ze ieenen van een woekeraar,
die voor een maand nota bene 10 gul-*
den rente vraagt."
Oom: „Weet je wat, neof, hier heS
je tien gulden leön ze nu maar van"
dien woekeraar."
Modegekken.
Door bet zoogenaamd sterke geslacht
wordt gemeenlijk druk de spot ge
dreven met de buitensporigheden,
welke iedere nieuwe damesmode ver
toont. Dat de heeren in dat opzieht
zelf in een Rlazsn huis wonen, blijkt
uit de uitlatingen van een Engelschen
kleermaker in een Engelsch weekblad.
Hij onthuld daarbij allerlei interesante
beroepsgeheimen en als zijn mede-
deelingen werkelijk in overeenstem
miDg zijn met de waarheid, houdt hy
er merkwaardige klanten op na.
Eén hunner bijvoorbeeld, laat jaar
lijks, jaar in jaar uit, uitsluitend cos
tuums van een bepaalde bruine kleur
maken, die precies in overeenstem
ming moet zijn met de kleur van het
baar zijner vrouwiederen keer brengt
bij daartoe een lok van heur haar
mee.
Een ander, een beursspeculant, draagt
uitsluitend jaseen zonder mouwen van
eigen vinding. Hy loopt natuurlijk
EERLIJK OPGEBIECHT.
Vreemdeling: „Hier ketlner, is
een kwartje voor jou. Zeg me nu eens,
wat je met een genist geweten mij»
kunt recommandeeren."
Kei ln er (fluistert vertrouwelijk
hem toe): „Ga naar een. andere restau
ratie!"
TRIUMF.
President van het Hof: „Be-
schuldigde, bekent gij uw schuld
Beklaagde: „Neen."
President: „En voor den rech
ter van instructie hebt gij: eene volle
dige bekentenis afgelegd."
Beklaagde: „De rede van mijn
verdediger heeft ook mij van mijn®
onschuld overtuigd."
OP DE JACHT.
„.Amice, hoevoel hazen gatoo! j®
wel, dat ik vandaag geschoten heb?l
„De helft."*