NU WORDT HET TIJD VISITEKAARTEN te bestellen 65 ct. p. 100 80 GEWONE KWALITEIT f formaat. BETERE 2 formaten EERSTE in luxe verpakking f 1,25 li. V. DRUKKERIJ „DE SPAARMESTAD" Kinderhuisvest 29-33. INTERCOMMUNAAL TELEFOON 1426. Vroolijk Allerlei. Gemengd Nieuws. Staten-Generaai. Wat anderen zeggen. aociale Berichten. Stadsnieuws. Wetenswaardig Allerlei, IJMUIDEN. - OM UW If Voor abonnementen en advertentiën wende men zich te IJmuiden tot den heer H. VAM DER WAL, Bloemstr. 118, IJmuiden. Gewisselde stukken. Onze Waterleiding. derde klasse, n.l. de ter-dood-veroor- deelden, een vonnis, waarvan nooit gra tie verleend wordt, wanneer het een Staffer geldt. Welke rijke vruchten de- aen arbeid afwerpt, blijkt wel uit het feit, dat pater Voltz alleen eens acht tien dezer misdadigers tot den dood voorbereidde en doopte tijdens de drie weken, die verliepen tusschen do uit spraak van hun vonnis en de terecht stelling. 1 Zelfs de protestantsche overheden kunnen zich vaak niet weerhouden, hun bewondering openlijk .te kennen te geven over de algeheeie verandering, die door den invloed van het Katholiek geloof in deze zedelijk' zoo laag staande lieden wordt teweeg gebracht, en over de kaifmte en de gela tenheid, waarmede zij hun schrikke- gotede uitwerking bespeuren van de lijk vonnis ondergaan. En daar zij de bemoeiingen der Katholieke priesters, en tevens hun eigen taak daardoor in niet geringe mate vergemakkelijkt zien, leggen zij hun voor hun bezoe ken in de gevangenis geen enkelen hin derpaal in den weg. Stofdichte winkelruiten. Door de glasruiten van winkelramen en kasten dringt wel geen stof van de straat door, des te meer heeft het evenwel toegang door de lnohtopeningen, die zich aan de benedenlijst der winkel kast en aan de bovenlijst ervan be vinden, om versche lacht toe en de, door de verlichting e.a. bedorvene, af te voeren. Deze openingen zijn de toegangs poorten van het stof der straat, het welk op drukke wegen ervoor zorgt, dat de inhoud van de winkelkast spoedig met een laag stof bedekt wordt. Bet binnendringen ervan kan intusschen op een tamelijk eenvoudige wijze verhinderd worden, welke door lederen winkelier zelf in orde gemaakt kan worden. De openingen worden n. 1. aan beide zijden met een laag metaalgaas bekleed en tusscben de beide gazen afschei dingen wordt de ontstane ruimte met wol, katoen of watten opgevuld, niet al te dicht, opdat de lucht er onge hinderd door kan trekken, terwijl toch de wol- of watienlaag het stof opvangt, ©enigermate als een lucht- filter werkt. Het filtieerend materiaal wórdt af en toe vernieuwd. De toepassing van zulk een stof- weerder moet in den winkel tevens een goed middel tegen het beslaan van de winkelruiten zijn. (Weekbl. v. d. H. en Ind. Middenst.) Memorie van Antwoord betreffende de Oor- logsbegrooting. 13 Lijk ens de Momorie van Antwoord sluit instemming van den Minister met het beleid van zijn. ambtsvoorganger, Minister Sabron, voor wat de toepas sing betreft, niet in zich geheele over eenstemming op allo punten, zelfs ook op die van meer ondergeschikt belang. In hoofdzaak kan de Minister zich ech ter geheel met diens plannen vereeni gen. Geheel sluit-hij zich aan bij diens denkbeeld tot eena niet onaanzienlijke uitbreiding van het tegenwoordig con tingent, dat gesteld dient op 23000 man, met 6 jaar diensttijd; met twee herha- Jjpgsoefeningen bij de militie, 5 land weerjaren, waarin een herhalingsoefe ning, kan worden volstaan. De Minis ter zal zich beijveren een op die be ginselen rustend wetsontwerp in ge reedheid te brengen. Evenwel hoopt Maar bij 's Ministers aanvragen, zal de onbereden korpsen, dat volgais de plannen van rijn ambtsvoorganger op den bestaanden voet behouden zou blijven, in andere richting een bevre digende oplossing te vinden. De vermeerdering van kosten die de verwezenlijking van deze plannen zal medebrengen, is betrekkelijk niet groot. Tot een verlaging van het budget van Oorlog zul niet zijn le komen. hMaar bij 's Ministers aanvragen zal de meest mogelijke zuinigheid worden be tracht. De tegenwoordige viermaanders moe ten hoe eer hoe liever uit onze or ganisatie verdwijnen. Van ,de opkomst in twee ploegen is de Minister nog een beslist voorstander. Maar vrij al gemeen wordt bezwaar gezien in het betrekkelijk gering aantal manschappen elke lichtingshelft. In contingents uitbreiding en afschaffing der viertnaan ders ligt hier het middel tot afdoende verbetering. Voorts ligt het bij de herziening der Milltiewet in de bedoeling om te ko men. tot vrijstelling van kostwinners en tot verplichte keuring voor de lo ting, beide zaken ook reeds door Mi nister Sabron 'voorgestaan. Bij de bereden korpsen dient de toe stand niet belangrijk gewijzigd. Alleen, dient oen proef genomen met bekorting van het eerste verblijf on der de wapenen. Het voorbereidend militair onderricht heeft na de opgedane ervaring, niet meer 's Ministers sympathie. Bij de vóóroefening der jeugd ligt een dank bare taak weggelegd voor den burger- onderwijzer. De drijfkracht daartoe moet uitgaan van het Departement van Binnenlandsche Zaken. Met de totstandkoming van den land storm wordt voldaan aan den eiscli van art. 180 der Grondwet. In vredes tijd zullen van de landstorm weerman nen geen diensten worden gevorderd. Ten opzichte van het vloeken en het bezigen van ruwe taal, zal de Minister niet schromen in te grijpen, wanneer zulks noodig mocht blijken. Ook de Zondagsrust zat hij zooveel doenlijk be vorderen. De geldende bepalingen be treffende het verrichten van diensten op Zon- en Christelijke feestdagen rijn echter voldoende te achten. Het kerkbezoek door militairen, gaat hem zeer ter harte, en in onderzoek is, welke middelen nog ter aanmoediging daarvan kunnen worden aangewend. Met het verbod van sterkendrank-ver- koop in de cantines zou het tegendeel van wat men wensclit bereikt wor den. Ook hjj het eindigen van eiken maaltijd wordt, naar zulks mogelijk wordt geacht, gelegenheid tot bidden (danken) gegeven. Wat de stelling van Amsterdam aan gaat, dient allereerst cle klingsluiting gesloten. De Minister zal zich beperken tot instandhouding van het reeds verkre gen verdedigingsvermogen der Nieuwe Hollandsche Waterlinie. De Minister deelt ten aanzien van de kader-quaestie mede dat meerdere zijner ambtgenoot en zich, in beginsel, bereid verklaard hebben, "mede te wer ken .tot de invoering van een steLsel (toekenning van burgerlijke betrekkin gen van gewezen militairen) als be pleit is in het rapport der betrokken commissie. Scheiding van de officieren der artil lerie in twee afzonderlijke korpsen acht de Min. niet aanbevelenswaardig, af schaffing van hot wapen dei" genie, met uitzondering van de technische troepen, evenmin. Het verwijt, dat op het punt van een wezenlijk rechtvaardige behande ling van officieren bij de hoogste auto riteiten van het leger ergerlijke wan begrippen zouden bestaan, wijst de Min. met beslistheid terug. Voor eenig ingrijpen in het vereeni- gingsleven der mindere militairen be staat thans geen reden. Een even tueel verbod van militaire vereenigin- gen zou langs wettelijken weg behooren te worden uitgevaardigd. De Min. is tegen afschaffing van den ransel. De Minister stelt voor handhaving van de bestaande organisatie der mu ziekkorpsen met vervanging van het tegenwoordige subsidiestelsel door eenie soldij regeling. Tot dit doel vraagt de Min. bij nota van wijziging f 39.000 aan, die jaarlijks meer noodig zullen zijn. Voorts krijgen de leden der muziek korpsen een dagelijksche kleedingtoe- I lage en oen toelage voor eerste uit- j rusting (de kapelmeesters krijgen dil 1 niet.) Voorts geeft het Rijk vaste bijdra- j gen voor aankoop van instrumenten enz. (f 675 per jaar aan de Kon. Mil. Kapel en. f300 voor elk der muziek korpsen bij de 'infanterie.) Het ligt in 's Ministers voornemen aan de Koningin voor te stellen in 1910 een garnizoen wielrijders voor- loopig in garnizoen te brengen. Het terugbrengen van den dienst tijd van 8 tot 4Va jaar bij de cavalerie verdient geen aanbeveling. In overweging is de invoering van een broodzak tevens goeiÖerenzak waarmede thans een proef wordt ge nomen. In den loop van 1910 zal hot 3de regiment huzaren geoefend worden bui ten het polderterrcin en bovendien deelnemen aan cavalerie-oefeningen in groot er verbond. Jaarlijks zal worden nagegaan of de omstandigheden toelaten gedurende de wintermaanden den gezam en lijken, ar beidstijd en rusttijd aan de Hembrug op ethische gronden op 8»/a uur per dag vast te stellen. Erkennende*, dat de vereeniging „Trouw aan Koning en Vaderland" den steun van Rijkswege nog niet geheel kan missen, handhaaft de Minister den suhsidiepost van f 1000 van 1910. Het ligt in de bedoeling, aan de zes kinderen van de militairen, die bij het ongeluk te Katwijk zijn omge komen, eene uitkeering ineens voor elk ad f 1000 toe te kennen, zulks ten dienste van hunne opvoeding. Bij afzonderlijk wetsontwerp zullen voor-stellen worden gedaan ten aanzien van de positie^, de huisvesting en de opleiding c.a. van het personeel der Kon. Marechaussee. Te Nijmegen is de stichting van een nieuw kazernement noodig, voor welks bouw f 53.350 noodig is, welk bedrag door de gemeente Nijmegen in 's Rijks schatkist wordt gestort. Als gevolg van een uitgebreid onder zoek zijn thans maatregelen deels in overweging, deels in voorbereiding, wel ke het vooruitzicht openen, dat, wan neer de tijdsomstandigheden daartoe aanleiding geven, aanzienlijke hoeveel heden levensmiddelen üi de Stelling van Amsterdam kunnen worden bijeen gebracht. Te zijner tijd zullen de noo- dige voorstellen ten deze aan de Sta ten-Generaai worden onderworpen. pot., dpch hei'haalde malen bleek, dat dit gehalte lang niet bereikt werd. Zoo werden o.a. monsters aangetroffen,, die slechts even 70 pet. bevatten en zelfs die slechts 60 pet. hadden. Dat deze essences, na verdunning in da verhouding zooals die op de fles- schen was aangegeven, een voor ver schillende doeleinden veel te slappen azijn, geven, laat zich begrijpen. Men zij derhalve op zijn hoede, daar nie mand water als arijn-essence zal wil len betalen. Een haarkleurmiddcl, dat onderzocht werd, daar de inzender wenschte te weten, dat het schadelijk was, bleek een oplossing van een gekleurd zout in water te rijn, welke middel als on schadelijk was te beschouwen en dat ook vrij algemeen bekend is. Het be langrijke van dit geval was echten, dat de geheele inhoud van hetflesch- je een waarde had van nog geen hal? van cent, terwijl hot verkocht werd voor de som van f 1.50. Inderdaad een aardige winst voor den fabrikant. Een meelsoort, die verkocht werd onder den schoonen naam van vanille- chêmepoeder, en die vooral voor ban kethakkers van waarde zou zijn, daar de daarmede bereide lekkernijen lang goed zouden blijven, bleek dit conir serveerend vermogen te danken te heb ben aan een flinke hoeveelheid boor- zuur. Verder zou dit poeder, volgens opgave aan de hakkers, eieren in ge- droogden toestand bevatten en nog al lerlei moois meer. Dart het duur be taald moest worden, spreekt vanzelf. Het bleek echter niets anders te zijn dan maïsmeel, dat vermengd was met gele iteerkleur,stof en wat vanillereuk- sitof, behalve het genoemde boorzuur. De eieren werden hierin voorgesteld door de gele teerkleurstof, en het is wel bekend, dat maismeel behoort tot de goedkoopste meelsoorten. Verder werden nog een paar meef- soonlen voor .suikerzieken onderzocht, die niets anders dan gewoon tarwemeel bleken te rijn; alleen werd hert tegen abnormaal hooge prijzen verkocht. Dat het met dergelijk meel gebakken brood voor lijders aan suikerziekte even na- deelig as als gewoon brood, behoeft wol niet gezegd te worden. Herhaalde maLen werden monsters bijenwas ter onderzoek ingezonden, en, herhaalde malen werd ook geconsta teerd dat deze met minderwaardige sur rogaten. vervalscht was. Aan het uiter lijk der was, of door eenvoudig pro- beepen of het monster wel geheel iiï ter'pentijn oplost, wat wel door som mige handelaren geschiedt, is volstrekt niet le constateeren of vervalsching heeft plaats gevonden; dit cischt steeds een chemisch onderzoek. Vervalsching van handelswaren. Het weekblad „De Middenstands bond" bevat de volgende' mededeelin- gen van het rijksbureau tot onderzoek van. handelswaren, to Leiden. In den laatsten tijd téerden aan het I bureau nog al eens ter onderzoek aan- I geboden, monsters van azijnzuur van 80 f>ie socialistische Ben jamin in de Tweede Kamer. In onze jongste „Parlementaire Kro niek" is de heer Duys, de socialistische Benjamin der Tweede Kamer, al duch tig te pakken genomen. Ook in „De Voorhoede" wordt de heer Duys er door gehaald en naar verdienste afgestraft. Wij kunnen den lust niet wederstaan, dit rake stukje hier over te nemen. Wie er bij de behandeling van de Tweede Kamer bekaaid afkwam, dat was wel de jeugdige afgevaardigde van Zaandam, de sociaal-democraat Duys. Vroeger was 't de gewoonte dat zelfs oudere, pas gekozen Kamerleden, in de eerste jaren een groote mate van be scheidenheid aan den dag legden, cn slechts over zulke onderwerpen het woord voerden, waarin ze buitenge woon goed thuis waren. En dan nog trad men zeer kalm cn voorzichtig op. Niet aldus do heer Duys. Hij schijnt door rijn fractie aangewe zen te rijn als juridische specialiteit. Nu, dit is wel gebleken, dat in dit opzicht zijn brutaliteit heel wat grooter is dan rijn kennis. Niemand bracht hem dit zoo spoedig aan 't verstand als mr. Regout, de hoogst bekwame afgevaardigde van Hel mond. Hij betrapte Duys op talrijke „on juistheden". Telkens interrumpeerde deze, om zijn figuur te redden. Maar onder daverend gelach der Kameij klonk steeds weer het antwoord van mr. Regout: „Dit is wederom een on juistheid, mijnheer Duys!" En het slot was vernietigend. Mr. Regout concludeerde: „Ik meen, dat mag worden geconsta teerd, evenals dit bij do behandeling der begrooting van Koloniën geschied is, dat de verkiezingen een zekere wij ziging in de constellatie van de fractie der S. D. A. P. in deze Kamer héb ben gebracht, cn daarmede namen van nieuwe specialiteiten, maar dat de heer Duys, zoo hij met vrucht de juridi sche specialiteit van zijn fractie wil zijn ,nog een, en and ca* zal hebben, te leer en, om met meer juistheid in debat te kunnen treden." Nog zelden werd in de Tweede Ka- mor een afgevaardigde zóó over do knie gelegd! Het klonk werkelijk van, klets, klets, kLanderDe rest is bekend! Den volgenden dag werd Duys nog eens weer heerlijk te grazen genomen door Mr. Van Wijnbergen. Duys had namelijk een advertentie uti een in Zaandam verschijnend Christelijk blad voorgelezen, aldus lui dende: „Een eenvoudige juffrouw met kapitaal wenscht in kennis te komen met een heer, om een huwelijk aan te gaan." En verontwaardigd had hij uit geroepen: wat is nu toch het ver schil tusschen dit huwelijk en prosti tutie? Onder luid gelach der Kamer ant woordde Mr. van Wijnbergen: „Ik heb ca- gisteren werkelijk een oogenblik over gedacht, óf ik op die vraag antwoord zou geven. „Mijnheer de President, ik heb het 7? 77 77 77 ernstig overwogen, doch ik ben tot de conclusie gekomen, dat ik het niet moet doen. En wel om deze reden: nu ons uit die onnoozele vraag van den heer Duys werkelijk blijkt, dat wij hier te doen hebben met iemand, die van de prostitutie nog alleen maar den naam kent, meen ik mij te mogen ver blijden over die kinderlijke naïeviteit, en meen ik, dat het niet op den weg van de Kamer- ligt, zoo iemand, wijzen te maken, dan hij is. Ik zal dus dó vraag niet beantwooi-den." 't Was een kwartje waard, om bij, deze geestige afstraffing het gezicht van Jen jongeheer Duys te zien! Nu is 't waar, de verwachtingen om trent den veel en luid pratenden afge vaardigde van Zaandam konden moei lijk hoog gespannen zijn. Misschien is hij' in Zaandam een li eel e Piet, en in volksvergaderingen breng ja 't met een dosis brutaliteit, ais waarover Duys blijkt te beschikken, een heel eind. Maar in de Tweede Kamer maakt iemand, die zulk een flap-uit is als Duys, zich zelf zeer spoedig af. Hij wordt niet meer voor vol aangezien. Men luistert niet meer naar hem, of, doet men 't nog wel eens, clan alleen om zich ten koste van den spreker te vermaken. Tol het soort leden, wien dit lot be schoren is, schijnt de afgevaardigde van Zaandam te behooren. En dat viel vooruit wel te voorspel len. Niemand zal zeggen, dat de debatten op de Congressen van do S. D. A. P. erg hoog staan, 't Is gewoonlijk een voortdurende scheldpartij'. Maar toch, toen op 't Congres van 1907 Duys zijn lieve mondje geroerd had, ongeveer op de wijze, als hij 't nu in de Tweedo Kamer schijnt te willen gaan doen, verklaarde een van zijn ei gen partijgenooten: „De manier, waarop Duys optrad, is het peil van het Congres verlagen". (Verslag van „Het Volk", 4 April '07). Ziet, zóó oordeelen zijn eigen partij genooten over hem, toen hij gespro ken had op de op laag peil staande Duys in de Tweede Kamer gedacht debatten van het S. D. A. P.-Congres. Men kan er uit afleiden, hoe over Duys in de Tweede Kamer gedacht wordt. Waar-lijk, het district Zaandam is ge luk te wenschen met zulk een afge vaardigde, die weldra een reusachti- gen invloed in de Tweede Kamer zal hebben! Wat zeg je? Invloed? Zekerop de lachspieren. Maar verder niet! O zoo! De heer Pennink, Directeur der AmsterdamBche waterleiding, schrijft in de „Oprechte H. C." den volgenden open brief (die in one Eerste Blad nader wordt besproken) aan professor Eug. Dubois. Amsterdam, 15 Dec. 1909. Hooggeleerde Heerl Ik heb in 't openbaar eenige vragen tot u te riohten, naar aanleiding van wat door u j.l. Maandagavond gespro ken is in de vergadering, belegd door de Vereeniging voor industriëele en aanverwante vakken te Haarlem: Ten aanhoore van vele belangstel lenden ie in die bijeenkomst door u besproken de Haarlemsche Water leiding in verband met de Bloemen- daalsche duinen, en ik zal mij niet nader behoeven te verklaren, als ik uwe meening, zoo over die waterleiding als over die duinen, niet tot onderwerp kies voor dit openlijk schrijven. Immers ook hetgeen, voor zoover ik heb nagegaan, de dagbladen er zeer in het kort van hebben meegedeeld, sou mij daartoe geen aanleiding geven, terwijl ik bovendien niets met die onderwerpen, op zichzelf beschouwd, te maken heb. Dit schrijven bedoelt dus aller minst vragen af te leiden uit wat door u besproken is, maar wel uit wat u gesproken hebt. Laat ik u vooraf iets in herinne ring mogen brengen. Nadat uw rapport over de prise d'eau der Haarlemsche Waterleiding in druk was verschenen, vond u aan leiding mij te bezoeken ter verkrijging van eenige inlichtingen, waarvoor u geïntroduceerd waart door een daartoe alleszins bevoegd persoon Ik heb u toen, op Maandag 29 November j.l., welwillend te woord geBtaan en, ten einde u alle door u gewenschte inlichtingen te bezorgen, heb ik u, met uw goedvinden, naar een mijner, volkomen met het onder werp vertrouwde, ingenieurs verwezen. Het onderhoud van dien ingenieur met u heeft op dien Maandagochtend geduurd van tien tot één uur. Nu komt mijn eerste vraag, n.l.: Hoe kunt u binnen veertien dagen vergeten, wat u toen aan dien ingenieur hebt toegezegd, en wel, dat u omtrent de Amsterdamsche duinwaterleiding niet meer in publieke beschouwing »oudt treden? Het kon niet anders of tijdens die conferentie is uw rapport over de prise d'eau der Haarlemsche waterleiding even ter sprake gekoman en is u daar bij medegedeeld, dat daarin eenige cardinals fouten voorkomen, die de waarde van het rapport tot in het hart aantasten. In verband met een en ander en ingevolge uw verzoek, werd u de toe zending toegezegd van alle door u gewenschte waarnemingsuitkomsten, o.a. die dercblooranaljees,natuurlijk in de veronderstelling, dat u daarvan slechts een bescheiden gebruik zoudt maken. Mijn tweede vraag luidt daarom Waarom hebt u nu 1.1. Maandagavond de Amsterdamsche duinwaterleiding toch over den hekel gehaald? En mijn derde vraag is; Wat gaf u j 1. Maandagavond het recht te zeg gen, dat onze uitkomsten op fouten in de waarneming berusten Is 'tu dan waarlijk ook hierbij ont gaan, hoe u, en niet voor de eerste maal, u waagt op voor u zoo bijster glad ijs? Mijn vierde vraag is nuHoe kunt u, zonder zeer nauwgezette kennis neming van onderzoeks-uitkomsten, die u nog niet zijn toegezonden, in bet openbaar zulk een gewaagde, immers door niets waar gemaakte beschuldiging uitspreken Myn vyfde vraag hou' ik in de pen, omdat daarbij onvermijdelijk een adjectief zou passen, dat door de redactie van elk ordelijk persorgaan zou moeten worden geschrapt zooiets fluistert men misschien, als 't ernstige zaken geldt. Ik zal 't kort maken en u niet meer vragen doen, al liggen er nog vele voor de hand, maar dezen open brief besluiten met u mede te deelen, dat, na uwe Haarlemsche voordracht, de noodzakelijkheid is geboren, uw rap port over de prise d'eau der Haarlem sche waterleiding in het openbaar aan oritiek te onderwerpen. In hoeverre daarbij uw professorale toga zal kunnen worden ontzien, kan ik op dit oogenblik onmogelijk zeggen; dit zal eerst blijken, wanneer uw ge schrijf ten volle aan de waarheid is getoetst, waarmede uit den aard der zaak eenige tijd gemoeid zal zijn. Inmiddels zal ik mij over deze zaak niet in eenig debat begeven, hoe ook genaamd, juist zooals u op j.l. Maan dagavond elk debat hebt afgewezen. Met gebruikelijke gevoelens enz. J. M. K. Pexnikk. niet zonder mouwen, maar draagt <1® mouwen, door een vernuftig mecha niek van eigen vinding aan de schou ders bevestigd, en beweert, dat d® kleeding aldus veel gemakkelijker if- Zijn broeken zijn eveneens zeer eigen aardig, want er zitten geen knoop®® aan en hij draagt ze ook niet aan bre tels doch ook aan toestellen van eigen vinding. Weer een ander, een tooneelspeier, draagt uitsluitend jassen van vlecht werk en bovendien vesten met hand schilderingen. Als stof voor zijn vest®® kiest hij alleen leder en als eenig mo tief voor de schilderingen er op duldt hij vergfet-mij-nietjes. Een sportlievende gentleman laat door den kleermaker dikwijls rijbroe ken met inzetsels van leder maken- Dat zou nu op zichzelf niets buitenge woons zijn, maar hij draagt uitsluitend geruite stoffen en verlangt daarbij- dat de lederen inzetsels niet van de stof zijn te onderscheiden. Ook hier moet dus de schilder met den kleer maker samengaan. Aan spleen grenst de modedwaas heid van een anderen sportsman, die zich in 't hoofd heeft gezet, uitslui- t®nd vesten van meDschennaar te dra gen. De vrouwelijke leden zijner fami lie de gelukkige heeft vijf doch* t®rs moeten daartoe met alle kracht bijdragen, en als vervaardiger voor deze vesten kiest de kleermaker ge woonlijk een pruikenmaker. THEORIE EN FRACTUK. „Uw man heeft onlangs een prach tige voordracht gehouden over de stel- ling, dat in de natuur niets verloren- gaat." Pr o f ess or s vr ou w: „Zoo? En' iedere week raakt hij een parapfluie of een paar overschoenen kwijt.' DE DRIE GEBREKEN. Men had het over een redenaar, dia slecht voldaan had. „Hij1 heeft maar drie gebreken,* merkte eender aanwezigen aan, „voor eerst leest hij rijne redevoering, ten tweede leest hij haar slecht, en ten der de is ze niet waard te worden voorde-' lezen." GEDURENDE HET EXAMEN. Professor: „Is ivoor elastisch?' De examinandus bewaart het stilzwij gen. Professor (om hem op weg 'te hel pen): „Speelt u biljart?" Examinandus (blijmoedig)„Nu? als u liever een partij biljart speelt, ik ook!" DE SLIMME OOM. Student: „Och, beste oom, wees zoo goed, en help me uit den nood en leen me honderd gulden anders moet ik ze ieenen van een woekeraar, die voor een maand nota bene 10 gul-* den rente vraagt." Oom: „Weet je wat, neof, hier heS je tien gulden leön ze nu maar van" dien woekeraar." Modegekken. Door bet zoogenaamd sterke geslacht wordt gemeenlijk druk de spot ge dreven met de buitensporigheden, welke iedere nieuwe damesmode ver toont. Dat de heeren in dat opzieht zelf in een Rlazsn huis wonen, blijkt uit de uitlatingen van een Engelschen kleermaker in een Engelsch weekblad. Hij onthuld daarbij allerlei interesante beroepsgeheimen en als zijn mede- deelingen werkelijk in overeenstem miDg zijn met de waarheid, houdt hy er merkwaardige klanten op na. Eén hunner bijvoorbeeld, laat jaar lijks, jaar in jaar uit, uitsluitend cos tuums van een bepaalde bruine kleur maken, die precies in overeenstem ming moet zijn met de kleur van het baar zijner vrouwiederen keer brengt bij daartoe een lok van heur haar mee. Een ander, een beursspeculant, draagt uitsluitend jaseen zonder mouwen van eigen vinding. Hy loopt natuurlijk EERLIJK OPGEBIECHT. Vreemdeling: „Hier ketlner, is een kwartje voor jou. Zeg me nu eens, wat je met een genist geweten mij» kunt recommandeeren." Kei ln er (fluistert vertrouwelijk hem toe): „Ga naar een. andere restau ratie!" TRIUMF. President van het Hof: „Be- schuldigde, bekent gij uw schuld Beklaagde: „Neen." President: „En voor den rech ter van instructie hebt gij: eene volle dige bekentenis afgelegd." Beklaagde: „De rede van mijn verdediger heeft ook mij van mijn® onschuld overtuigd." OP DE JACHT. „.Amice, hoevoel hazen gatoo! j® wel, dat ik vandaag geschoten heb?l „De helft."*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 6