DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND.
411) jtji r lal! lllll rir
Moederen Martelares
maanoAO 20 dec. 1909.
34ste Jaargang No, 7072
Kinefa^huisiresf 20®3i-$3* Haari®»
Parlementaire Kroniek.
BUITENLAND.
bureaux van Redactie en Administraties
iRterconsnnumsal Telsfoonnummei1 I486.
B.
Voor advertoniiën on reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, int. Telefoon 1020.
BELGIË.
FEUILLETON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONHKIMENTSRRIJSl
Per V maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent la gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
f 1,85
1.88
1.80
,0,08
PRIJS DER ADVERTERTIËN
Van 16 regels60 cent (contant 50 cent).
Iedere regel meer10 cent
Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant).
Alle betalende abonné» op dit bl&d, die in bet Ml eeoer verzekeringspolis iQn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
GULDEN bij i| fl GULDEN bil 9 Üi «TOLDEN bij 1 |T §1 GULDEN bij f fl il GULDEN by GULDEN tij
schiktheid tot
werken.
GULDEN bij
overlijden.
300
00
verlies van
één
wijsvinger.
15
GULDEN fe»
verlies vati
éen andere»
vinger
De uitkeerlng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II.
VII.
Drie avondvergaderingen en: dan
*og een vergadering cp Zaterdag
«urn kan niet anders zeggen of de
Kamerleden hebben het in deze da
gen druk!
Maar zwaarder dan zij' beeft het
deze week de Minister van Binnen
in® dsche Zaken gehad De Kamerle
den kunnen nog eens wegkropen en
inaken van die vrijheid een zóó over
vloedig gebruik, dat de mededeelin-
gen in de verslagen omtrent het aan
tal leden, dat de vergaderingen bij
woonde, het tegendeel mogen heeten
van een bruikbaren maatstaf voor
de trouwe opkomst in deze hooge
vergadering.
Alleen als het tot stemming komt,
of als er een stemming dreigt
dan wonden de heeren soms inder
haast zelfs van hui,ten Den Ha,ag
opgetrommeld
Het is echter ook waar dat bet bij
wonen der e pen bare vergaderingen
lang niet het ©enige is wat de Ka
merleden als zoodanig te doen heb
ben
MIaar dat geldt evenzeer voor de
Ministers. en die hebben toch-bij
de behandeling hunner begroeting!
maar voortdurend in de Kamer aan
wezig te zijn en allerlei belangrijke
en onbelangrijke. opmerkingen
der boeren Kamerleden te beant
woorde®:.
Bij de behandeling van Biinnen-
landëdhe Zaken :is minister Heems
kerk deze Week niet. tuinder dan vier
dagen achtereen in het vuur ge
weest! En het ging er nu en dan
warm toe. Zoo bij de aanvallen op
den minister, omdat bij zooveel,
raadsbesluiten aan de Koningin ter
Vemioting .voordraagt en daar
door, naar het oordeel van een deel
der Kamer, te weinig respect toont
voer de gemeentelijke autonomie
Niet. minder onstuimig waren de
aanvallen vooral van de socialisten;
op minister Heemskerk, omdat hij:
..als een ijsklomp" blijft onder de
vele klachten die deze heeren bij de
openbare besprekingen in de Kamer
te Ijerde lrengen.
Men zou zoo meenen dat heel veel
van die klachten schriftelijk moesten
worden overgebracht of bij den Mi
nister op zijn departement Maar
dat lijkt den heeren minder Heel
bet land moet weten hoe flink zij
van zich af durven spreke®, en
men kan zich dan ook maar moeilijk
aan de gedachte ontworstelen, dat
heel het aandeel der socialistische
fractie in do openbare besprekingen
der Kamer meer een opzettelijke
groote propaganda- is voor de socia
listische beginselen dan zorg voor
het landsbelang In de Kamer wordt
dan ook over het „propagandistisch
element" in de redevoeringen van de
zen of genen sociaal-democratische®
afgevaardigde gesproken als de na
tuurlijkste zaak ter wereld.
O wee; als een sociaal-democraat
hier of daar in het lands iets over
komen is! Ontslag of ernstige bei-
straf fing krijgen zulke lui niet om
dat ze wat misdaan hebben, maar
omdat men in hen dan socialist wil
treffen, begrijpt ga. Zoo het geval
met do drie sociaal-democratische!
conducteurs te Barnevald. Zij zijn
ontslagen, omdat ze zooveel ijver
toonden voor hun socialistische pro
paganda. dat ze er hun dienst voor
verwaarloosden. Ma,ar daar behoeft
ga b ij de heeren niet mee aan te
komen. Het waren „heel fatsoenlijke
menschen", in wie men alleen hun
politieke gezindheid en hun lid
maatschap der (socialistische) Neder
landsche. vereeniging niet dulden
kon
Even giftig en fel waren de socia
listen ten opzichte van do bezwaren,
dio de propaganda voor hun partij
in .onze Rotomsche provinciën ont
moet. Dat daar in het zuiden ge-
heele bevolkingen de socialisten on
gaarne zien komen, is natuurlijk
een moeilijk ding voor da heeren,
en met hun bezwaren daarover vul
len ze tientallen kolommen van de
Handelingen. Pastoors en burge
meesters spannen daar in het zuiden
samen om d© socialisten te weren,
en de rustverstoringen hier en daar
uit deze oorzaak zijn dan ook een
voudig- .de schuld v;an hen, dia aan
de sociaal-dein oer aten hun grond
wettige rechten en politieke vrijhe
den pogen te onthoudenRelletjes
en wanordelijkheden door de socia
listen geprovoceerd Geen sprake
van. [Wie zich verbeeldt dat iedere
socialist iets Duys-achtig® in zich
heeft, is de plank g-lad mis! En
dat mannen als Van Voorst en Van
den Brink juist vooraan stonden in
de socialistische propaganda; in het
Zuiden. dat kan die partij toch
niet, hielpen, nietwaar
Bij rte (tehatien over de ongeregeld
heden te Maastricht bereikte de op
gewondenheid haar toppunt. Het
regende interrupties, maar de sociaal
democraten vonden in den warmbloe-
digen Ruys de Bserenbrouck -- die
ten deze zoo sterk staat, omdat hij
de groote bestrijder is van de wezenlijke
misbruiken, die in Limburg nög be
staan een tegenstander die hen ten
volle aandurfde.
Als de Ka-rer een zuinige bui heeft,
mag er wel een krijtstreep aan den
balk.
In den regel praten de heeren
erg over bezuiniging en komen in
tusschen met heele reeksen wenschen
aan, wier vervulling allemaal veel
geld kost. Verzoeken om Balansverbe
tering voor allerlei ambtenaren
legio. Ook al weet men vooruit dat
er niets van komt of komen kan.
Maar deze week was de Kamer dan
een# zuinig. Een post van f450000
voor een nieuwe kliniek te Groningen
nam de minister op aandrang uit de
Kamer terug om eerst een# te onder
zoeken of bet niet goedkooper kan.
Te Amsterdam heeft men een heel
mooi ingerichte kliniek gebouwd voor
nog geen drie ton, zei de anti-revo-
iutionnaire heer de Vlugt, die aannemer
is en er dus wat van weten kan.
Verder wilde de Kamer wat naders
weten over de Landsdrukkerij, waar
alle jaren zoo wat twee ton bij moet
De minister zeide een commissie van
onderzoek toe.
Ook de gevraagde f469.000 voorde
verbouwing van het krankzinnigen
gesticht te Medemblik ging er niet
zonder moeite door. Men was bang
dat na deze groots herstellingskosten
later tdch weer gelden voor een
nieuw gesticht gevraagd zouden
worden.
Ed niet minder bezwaren rezen tegen
het eerste gedeelte van een bedrag van
vijf millioen voor gebouwen ten
behoeve der Leidsche hoogeschool.
Bij de besprekingen over dezen
post die ten slotte toch goedge
keurd werd bleek hoe lang hoog
noodige verbeteringen dikwijls worden
uitgesteld, als de Kamer daarvoor de
gelden moet toestaan.
Reeds in 1903 merkte de beer
de Visser op werd 5000 gulden
gevraagd voor betere huisvesting van
het verplegend personeel in het acade
misch ziekenhuis. Toen reeds moet de
toestand onhoudbaar geweest zijn. En
al dien tijd heeft verbetering ten dezen
gewacht op een principieele beslissing
over het geheele groote plan I
4-
Bij Oorlog is de kwestie van het
Krupp monopolie voor gesehut-leve
ring weer ter sprake gekomen. En de
heer van den Berch van Heemstede
heeft daarbij dingen verteld, die het
den schijn geven, alsof wij ook op
dit stuk weer de Cbineezen van uropa
zijn 1
Ofschoon het Fransche geschut naar
het oordeel van erkende deskundigen
veel beter moet zijn. hebben we hier
nog niet eens behoorlijke proeven ter
vergelijking genomen 1 Eu dat in een
k westie, waarmee niet alleen honderd
duizenden guldens gemoeid zijn, maar
waarvaD zelfs het succes in een even
tueelen oorlog voor een groot deel
afhankelijk is I
Minister Heemskerk heeft zich te
verdedigen gehad tegen bet algemeen
wordende praatje, alsof hij zich van
allerlei ernstige dingen maar met een
grapje afmaakte.
Hoe lastig men het den minister
op dit stuk maakt, kan blijken uit
het antwoord, dat de heer Heemskerk
aan den socialistischen afgevaardigde
Vliegen zich verplicht zag te geven.
„Indien" aldus de heer Heemskerk
„indien ik een enkele maal ant
woorden geef in schertsenden vorm,
is het niet om mij van de zaak af te
makeD, maar om op de meest aan
gename en minst kwetsende wijze een
zaak te behandelen. Ik kan niet
toelaten, dat men mij blijft kwellen
en taquineeren, als ik tracht op de
meest aangename wijze met de Kamer
om te gaan."
Over de houding van den heer
Vliegen verklaarde de minister de
meest ernstige reden tot
klacht te hebben.
Zóó kras drukt een bewindsman
zich niet licht uit
Trouwens, ook aan de rechterzijde
hapert het in de debatten van dit jaar
meer dan eens aan de noodige wel
willendheid en toeschietelijkheid jegens
de regeering. Zou 'm dat in hei getal
zestig zitten De weelde is nu
eenmaal niet gemakkelijk te dragen,
zelfs niet door een Kamermeerder
heid I
KONING LEOPOLD'S LAATSTE
REIZE NAAR BRUSSEL....
Leopold II, van wien bijna elke
-week in de Brusseische couranten
stond te lezen: „1© Rod est arrivé",
die maar heen en weer reisde
tusschen zijn hoofdstad en zijn kas-
teelen of zijn geliefd Parijs, ko
ning Leopold is nu voor de laatste
maal nog eens in zij® hoofdstad bin
nengetrokken
In z'n paleis, pas met uitgave
van vele millioenen verfraaid, heeft
meu zijn lijk gebracht op het praal
bed, .om het [Woensdag! weer terug
te brengen naar La eken, naar den
grafkelder der koningen valn België,
onder de precieuze kerk die ieder
bezoeker van Brussel en omstreken
kent. i
't [Was een plechtige1 stoet, dié
overbrenging van 's koping lijk in
den avond van Zaterdag. Heel Brus
sel was op de been en de straten;
waardoor do lijkstoet zou trekken,
waren overvol., temeer daar het we
der gunstig was. De lantaarns
waren met een dun rouwfloers om
hangen en men verdrong zich voor
de vensters1.
Te half acht werden de regimen
ten van de lijfwacht en de cavalerie
van den burgerwacht voor het pa
leis ,van Laeken opgesteld.
Om acht uur precies verlaat het
lijk, gedragen door onderofficieren,
het Pavilion des palmiers. De troe
pen presenteer en het geweer en de
kist Wordt op den lijkwagen ge
plaatst, die getrokken wordt door
zes paarden, met zwarte dekklceden
In de werta branden de kainonne®
los. De menigte ontbloot zeer eer
biedig' het hoofd, terwijl de stoet,
met indrukwekkend décor, door de
duisternis van het park gaat...i®»
Met getrokken sabel trekken eerst
de gendarmen voorbij', dan volgefn
drie esca-drons van de lijfwacht. De
lijkwagen wordt Voorafgegaan door
vier voorrijders :in grijze livrei, die
hoeden dragen met crêpe afgezet
Sommige ruiters dragen fakkels in
de hand, die een trillend licht wer
pen op den stoet
De lijkkist is bedekt doop een
groote, zwarte lijkwade, waarop een
met rouwfloers omhulde konings
kroon jis geplaatst.
Dan volgen de rijtuigen va® de
hofhouding, waarin plaats genome®
hebben prins Albert, en alle waar-
digheidsbekleeders van het konink
lijk huls. De stoet wordt gesloten
door een regiment van 'de lijf'waeht:.
Om negen uur was men liet ko
ninklijk paleis genaderd, Cn de troe
pen presenteerden wederom het ge
weer.
In de vestibule van het konink
lijk paleis werd het lijk ontvangen
door de voorzitters der heide Ka
mers, de ministers, alle hoogere dig
®itarissen en door hen, die1 de acte
van overlijden onderteekenden. Op
een groote katafalk werd de kist
neergezet.
Het lijk zal tot den dag der be
grafenis bewjaakt worden door de
kolonels van het Brusseische gfa.r-
nizoen
Do proclamatie.
De proclamatie, die do Belgische
ministers tot de natie gericht heb
ben, luidt als volgt:
„De Belgische natie komt haren
koning te verliezen
Zoon van een doorlucjitigen vorst,
waarvan 'het aandenken voort durend
als een vereerd symbool van 't
grondwettelijk koningschap zal blij
ven, bezwijkt Leopold II, na eene
regeering van 44 jaar, in volle werk
zaamheid, terwijl hij tot zijn laat
ste uur helt beste van zijn leven
en van zijne kracihte'n gewijd heelt
aan de grootheid en den voorspoed
van het vaderland.
Op ,17 December 1865 sprak de
koning .voor de vereenigde Kamers
deze merkwaardige woorden uit,
wilke sinds dien herhaaldelijk mat
voldoening herinnerd werden:
„Indien ik aan België gee® schit
terende r egeering beloef, gelijk deze
welke zijne onafhankelijkheid heeft
gegrondvest, noch een groote® ko
ning, gelijk Hij dien wij beweejien,
ik beloof ten minste een Belgischen
Koning ,te wezen va® hart en ziel,
wiens ganse he leven den lande toe
behoort."
[Wij Weten' met welke machtige
wilskracht deze heilige belofte ge
houden m overtroffen werd.
Het vestigen van den Afrikaa®-
schen Staat, welke heden de Bel
gische kolonie van Cöngo uitmaakt,
en welke het persoonlijk werk des
komings was. :is een feit, ee®ig in
de jaarboeken der geschiedenis. Het
nageslacht zal zeggen dat het een
gïocte regeering en een groot ko®ing
was.
Het in rouw gedompeld vaderland
moet waardig Hem vereeren, die hij
zijn verdwijnen zulk werk achter
laat.
Het stelt al 'zijne hoop in de trou-
Wo en reeds zoo dikwijls bekomen
medewerking van den prins, die ge
roepen is om voortaan de lotsbe
stemming van België in handen te
nemen
Hij1 zal zich weten te richten naar
de uitstekende voorbeelden van hen
die, met behulp der Voorzienigheid,
de weldoeners waren van het Belgi
sche volk"
.s'Wereld's oordeel.
Nog een paar oordeelvel tinge®
over Leopold II mogen hier .volgen
Het Parijsche „JournaL" geeft
over 's konings optreden en zijn na
gedachtenis de volgende zeer juiste
oo rdeelvel ling'
„Toen hij stierf heeft Leopold II
kunnen zegge®, dat België gereed
is om waardig zijn weg te vervol
gen naar de grootsche toekomst die
de koning voor het- land goope®d|
hoeft Daarom zal de geschiedenis,
die streng is voor den mensch Leo
pold, onverschillig voor den parle
mentairen yorst, een groote herin
nering bewiaren aan den wonderbaar-
lijken zakenman, den stichter van
een rijk De historie zal aan zijn
naam, tusschen do namen van de
groote werkers met menschen en geld
van onzen tijd. Rockefeller, Pier
pont Morgan, een benijdenswaardi.-
gen levensduur verzekeren."
De Fransche oud-ministor Robot
liet zich als volgt uit: „Wanneer
Frankrijk in de kritieke periodes
van zijn nieuwe geschiedenis een
of twee vorsten had mogen bezitten
van do gelukkige energie van koning
Leopold, dan zon de republikeinseh©
staatsvorm voor ons land oyerbodig
zijn geweest,"
Deschanel. oud-president van del
Kamer zeide: „Ik .ben geboren op
Belgischen bodem, waar mijn vader
als Franseh balling vriendelijk op
name had gevonden Met volle over
tuiging .mag men herhalen wat de
vroegere president Grévy van Leo
pold II heeft gezegd„Wanneer het
lot hem aan het hoofd van een groo-
ten Staat had geplaatst dan zou
hij: buitengewoon grooteu i®vloed|
hebben uitgeoefend op de staal
kundige en sociale ontwikkeling van
Europa."
Clemcnoeau velde het volgende
oordeel: „'Leopold bezat scheppende
kracht en. wat misschien nog hoo-
gcr staat, den geest en de phantasie
van een grooten schepper."
Minister Rich on noemde Leopold
een yorst dien men te kort doet
door hem slechts modem te noemen,
wiant hij' was iemand, die zich moe
dig aan de s pi te van zijn tijd gen oo
ien stelde.
Prinses Louise.
Prinses Louise zou giaterenochtend
in Brussel aangekomen zijn. Doch
er is weer een kink in de kabel. De
prinses had n. 1. den Oostenrijkschen
oud luitenant Matacbichin baargevog
en het Belgische Hof wecscht met
dezen heer geen kennis te maken.
Zoo is de prinses „wegens vermoeid
heid" te Keulen uitgestapt en werd er
onderhandeld met Brussel I
't Begint nd al, het gehaspel met
deze rumoerige dochter van den
.3)
ftidhard stond verslagen
Dat meisje had gelijk. [Wat
'T ook zou gebeuren, hij moest woord
boude». Maar zij had ook genoeg
gezegd. [Was het al niet zeer veel,
te wierten dat, het kind nog ju leven
Was!
En met die zekerheid zou hij zoe-
ka®, zoeken totdat hij de kleine ge
vonden had.
Dat zou moeilijk zijn, maar waar
toe diende andeirs zijn liefde tot Ma-
deJaim® als hij niet bijna wonderen
kon doen om haar gelukkig te ma-
hen! i
„Dc kan er dus op Jrekenen dat ge
twijgen zult," vroeg Reine vóór /ij
hern verliet.
„Onvoorwaardelijk, -behalve
tegenover de markiezin zelf. Dat
?-ou al te wreed zijn, en dat zult
ite ooik niet etiscken, nietwaar? Zeg
«Bf alleen nog: wie heeft het kind
■Garxi r
„Ik," pprak Reine kortaf. „Maai*
telos» er niet op dat ge haar ooit
terug zult vinden. Ik heb het leven
b«r kleine kunne® redden, maar zie
daar pok alles De meest stipte voor
zorgen zijn genome® om ontdekking-
van haar- verblijf te voorkomen, on
al zoudt ge haar ooit terugvinden,
alle maatregelen zijn zoó geno
men, dat wanneer ge zoudt beproe
ven haar haar naam of fortuin terug
te doen krijgen, ge eenvoudig als
een krankz:in®ige of een bedrieger
zoudt worden behandeld."
Richard haalde de schouders op,
„Wat doet dat er toe," sprak hij,
„als ze maar in leven is, in Leve®
voor Madeleine en voor mij
VIII, D e ge tui gen.
Eindelijk was de door beide par
tijen zoo gevreesde dag der openbare
terechtzitting aangebroken
Ondanks de drukkende warmte
vulde een groote menigte al van
den vroegen morgen af het plein,
dat zich voor het paleis van justitie
te St. Justin uitstrekte, en alle bij
zonderheden der acte van beschuldi
ging, voorzoover die bekend gewor
den was, werden druk besproken.
Het was juist marktdag, maar cle
boeren vergaten hun zake® om! te
spreken over die èene z;aak, die ieders
belangstelling wekte en die even
vreemd als geheimzinnig bleef.
Geheimzinnig, ja, want ondanks de
verklaringen der getuigen, ondanks
den beslisten toon in de acte van be
schuldiging en de zoo nauwkeurige
aanduiding van markies de Cypiè
res, bleef er toch' een groote mate
van twijfel aan de schuld dezer arme
beklaagde bestaan, van die beschul
digde, wier energie noch door de pij
nigende verhoeren, noch door de
lange uren van eenzame verlatenheid
gebroken was.
Geen oogenblikhad zij opgehouden
voor haar onschuld te getuigen, en
dat steeds in de meest kalme en klare
bewoordingen.
Giftmengers zijn meestal lafaards
Maar Madeleine dc Cypières was
allerminst laf. Allen die haar in
haar gevangenschap hadden bijge
woond, getuigden dit. Ondanks haai'
zacht en engelachtig karakter kw:am
iedere® dag en zelfs bij de kleinere
dingen des levens haai* groote wils
kracht, en moed aan den dag.
Twee strocmingen Ijeistonde® er
dan ook in de publieke opinie. De
eene noemde bet een schande zonder
voorbeeld dat deze jonge vrouw met
haar bekenden vlekkeloozen levens
wandel van zulk een afschuwelijke
misdaad kon worden beschuldigd
Die dit van oordeel Waren, spraken
het luide uit dat men de misdadig
ster elders moest zoeken en vragen
moest, voor wie de vergiftiging voor
deel opleverde Mgdeleine de Cypiè
res had het niet noodig, een mis
daad to bedrijven om te genieten Va®
de millioenen haars echt gen on ts. Hij
was immers jegens haar do edelmoe
digheid zelf!
Daarentegen waren er anderen,
voor wie het wèl van belang was,
dat de markies uit den weg werd ge
ruimd En sedert den vermeenden
dood van de kleine Leonie aarzelde
men zelfs niet meer hardop den naam
te noemen van de vieomtesse de Mon-
dragon
In Gaseogne weegt men zij® woor
den niet zoozeer. Mén zegt datgene
waarvan men overtuigd is, ook al
kan men het naar de letter der wet
niet bewijzen.
De andere partij verkondigde Ma
deleine's schuld van de daken, en
ontzag zich niet de afschuwelijkste
verhalen omtrent haar in omloop te
brengen
Hét gedrang op het plein voor het
gerechtsgebouw nam nog toe En
geen Wonder er waren voor de en
kel© honderden beschikbare kaarten
niet minder dan tie®duizend aanvra
gen ingekomen I® de zaal zelf was
het nog erger Daar stonden de men
schen eenvoudig- opgepakt als harin
gen
Dicht bij do bank der beklaagden
za:t advocaat Aubry aan een tafel
vol stukken Hij zag er ernstig en
streng, een weinig bleek, uit. leder
oogenhlik kwam. een vriend of col
lega ham begroeten, hem de hand
drukken en ©enige vriendelijke woor
den toespreken. Maar Aubry ant
woordde nauwelijks; diep onder den
indruk van de zware verantwoorde
lijkheid dio op hem rustte..
Opeens verstomde het geraas in de
zaal, aller blikken richten zich naar
den ingang: - de familieleden der
beschuldigde traden binnen en na
men de voor hem gereserveerde plaat
sen ïin'.
Eerst de belde Sintély's daarna
de vieomtesse da Mondragon, ge
volgd door haar twee bedienden, die
zoo vreeset ijk een getuigenis tegen
de markiezin hadden afgelegd,
eindelijk graaf Richard de Claviè-
res. üp de licht ontvlambare ge
moederen der Gaseogners maakte de
verschijning: van dezen laatste; wien
do roep van zijn vorstelijke edelmoe
digheid ook hierheen was voorge
gaan, den meesten indruk
Nieuwe opschudding hij het bin
nentreden der rechters.
Achter hen kwamen de gezwore
nen en namen hun plaatsen tegen
over de bank der beschuldigden in
Eindelijk gaf de president der
rechtbank bevel, de markiezin de
Cypières binnen te leide®
Daar verscheen zij'. Ze Was geheel
in' het zwart gekleed. Langzaam
ging' zo voort naar haar plaats Daar
aangekomen, sloeg ze haar Weduwen-
sluier op en wierp een rustigen blik
om zich heen En toen trilde het
opeens dcor heel de zaal heen. en
een kreet van bewondering ging door
alle rij'S®
Maar Ricliard de Clavières, wiel
verre van daarmee in te stemmen,
weerhield maar nauwelijks een kreet
van smart en wanhoep. Ginds in In-
dië was ze zoo gelukkig en vroolijk
geweest. En nu wat had men
van haar .gemaakt Een martelares!!
De tranon vloeiden hem over de
wangen, en Charles de Simtély, die
naast 'hem zat moest hem moed in
spreken.
„Ach, wat heeft zij moeten lijden
[Wat is zij vreeselijk veranderd,"
zuchtte Richard
Nadat het oproepen der getuigen is
afgelocpen en deze in een aangren
zende kamer zijn geleid om daar te
wachten tot het hun beurt zal zijn
om mee te deelen wajtl izij weten,
richt do president der rechtbank zich
eindelijk tot de beschuldigde
„Uw naam en voornamen," vroeg
hij!
.Marie Madeleine de Bram. mar
kiezin de Cypières," is het kalme
antwoord
„Ga zitten," antwoordde de rech
ter, „en luister aandachtig naar het
geen u ten laste wordt gelegd
Zij gehoorzaamde, en de griffier
las met eentonige maar heldere stem
de acte van besehuldiging voer
Ze was eenvoudig, maar vreese
lijk De brief van den markies en
de verklaringen van Clemens Gaubc
en Reine Penhoët vormden er den
grondslag ,van
(Wo-di vervolg#)'.