DAGBLAD voor NOORD- en 7UID-H0LLAND. 411) jtji r lal! lllll rir Moederen Martelares maanoAO 20 dec. 1909. 34ste Jaargang No, 7072 Kinefa^huisiresf 20®3i-$3* Haari®» Parlementaire Kroniek. BUITENLAND. bureaux van Redactie en Administraties iRterconsnnumsal Telsfoonnummei1 I486. B. Voor advertoniiën on reclames buiten Haarlem en de agentschappen wende men zich uitsluitend tot RICARDO's Advertentie-Bureau, N. Z. Voorburgwal 242, Amsterdam, int. Telefoon 1020. BELGIË. FEUILLETON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ABONHKIMENTSRRIJSl Per V maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent la gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers f 1,85 1.88 1.80 ,0,08 PRIJS DER ADVERTERTIËN Van 16 regels60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer10 cent Buiten Haarlem en de Agentschappen 20 cent per regel. Reclames dubbel tarief. Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cents contant). Alle betalende abonné» op dit bl&d, die in bet Ml eeoer verzekeringspolis iQn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: GULDEN bij i| fl GULDEN bil 9 Üi «TOLDEN bij 1 |T §1 GULDEN bij f fl il GULDEN by GULDEN tij schiktheid tot werken. GULDEN bij overlijden. 300 00 verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN fe» verlies vati éen andere» vinger De uitkeerlng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem de Nederlandsche Credietbank Nieuwe Gracht II. VII. Drie avondvergaderingen en: dan *og een vergadering cp Zaterdag «urn kan niet anders zeggen of de Kamerleden hebben het in deze da gen druk! Maar zwaarder dan zij' beeft het deze week de Minister van Binnen in® dsche Zaken gehad De Kamerle den kunnen nog eens wegkropen en inaken van die vrijheid een zóó over vloedig gebruik, dat de mededeelin- gen in de verslagen omtrent het aan tal leden, dat de vergaderingen bij woonde, het tegendeel mogen heeten van een bruikbaren maatstaf voor de trouwe opkomst in deze hooge vergadering. Alleen als het tot stemming komt, of als er een stemming dreigt dan wonden de heeren soms inder haast zelfs van hui,ten Den Ha,ag opgetrommeld Het is echter ook waar dat bet bij wonen der e pen bare vergaderingen lang niet het ©enige is wat de Ka merleden als zoodanig te doen heb ben MIaar dat geldt evenzeer voor de Ministers. en die hebben toch-bij de behandeling hunner begroeting! maar voortdurend in de Kamer aan wezig te zijn en allerlei belangrijke en onbelangrijke. opmerkingen der boeren Kamerleden te beant woorde®:. Bij de behandeling van Biinnen- landëdhe Zaken :is minister Heems kerk deze Week niet. tuinder dan vier dagen achtereen in het vuur ge weest! En het ging er nu en dan warm toe. Zoo bij de aanvallen op den minister, omdat bij zooveel, raadsbesluiten aan de Koningin ter Vemioting .voordraagt en daar door, naar het oordeel van een deel der Kamer, te weinig respect toont voer de gemeentelijke autonomie Niet. minder onstuimig waren de aanvallen vooral van de socialisten; op minister Heemskerk, omdat hij: ..als een ijsklomp" blijft onder de vele klachten die deze heeren bij de openbare besprekingen in de Kamer te Ijerde lrengen. Men zou zoo meenen dat heel veel van die klachten schriftelijk moesten worden overgebracht of bij den Mi nister op zijn departement Maar dat lijkt den heeren minder Heel bet land moet weten hoe flink zij van zich af durven spreke®, en men kan zich dan ook maar moeilijk aan de gedachte ontworstelen, dat heel het aandeel der socialistische fractie in do openbare besprekingen der Kamer meer een opzettelijke groote propaganda- is voor de socia listische beginselen dan zorg voor het landsbelang In de Kamer wordt dan ook over het „propagandistisch element" in de redevoeringen van de zen of genen sociaal-democratische® afgevaardigde gesproken als de na tuurlijkste zaak ter wereld. O wee; als een sociaal-democraat hier of daar in het lands iets over komen is! Ontslag of ernstige bei- straf fing krijgen zulke lui niet om dat ze wat misdaan hebben, maar omdat men in hen dan socialist wil treffen, begrijpt ga. Zoo het geval met do drie sociaal-democratische! conducteurs te Barnevald. Zij zijn ontslagen, omdat ze zooveel ijver toonden voor hun socialistische pro paganda. dat ze er hun dienst voor verwaarloosden. Ma,ar daar behoeft ga b ij de heeren niet mee aan te komen. Het waren „heel fatsoenlijke menschen", in wie men alleen hun politieke gezindheid en hun lid maatschap der (socialistische) Neder landsche. vereeniging niet dulden kon Even giftig en fel waren de socia listen ten opzichte van do bezwaren, dio de propaganda voor hun partij in .onze Rotomsche provinciën ont moet. Dat daar in het zuiden ge- heele bevolkingen de socialisten on gaarne zien komen, is natuurlijk een moeilijk ding voor da heeren, en met hun bezwaren daarover vul len ze tientallen kolommen van de Handelingen. Pastoors en burge meesters spannen daar in het zuiden samen om d© socialisten te weren, en de rustverstoringen hier en daar uit deze oorzaak zijn dan ook een voudig- .de schuld v;an hen, dia aan de sociaal-dein oer aten hun grond wettige rechten en politieke vrijhe den pogen te onthoudenRelletjes en wanordelijkheden door de socia listen geprovoceerd Geen sprake van. [Wie zich verbeeldt dat iedere socialist iets Duys-achtig® in zich heeft, is de plank g-lad mis! En dat mannen als Van Voorst en Van den Brink juist vooraan stonden in de socialistische propaganda; in het Zuiden. dat kan die partij toch niet, hielpen, nietwaar Bij rte (tehatien over de ongeregeld heden te Maastricht bereikte de op gewondenheid haar toppunt. Het regende interrupties, maar de sociaal democraten vonden in den warmbloe- digen Ruys de Bserenbrouck -- die ten deze zoo sterk staat, omdat hij de groote bestrijder is van de wezenlijke misbruiken, die in Limburg nög be staan een tegenstander die hen ten volle aandurfde. Als de Ka-rer een zuinige bui heeft, mag er wel een krijtstreep aan den balk. In den regel praten de heeren erg over bezuiniging en komen in tusschen met heele reeksen wenschen aan, wier vervulling allemaal veel geld kost. Verzoeken om Balansverbe tering voor allerlei ambtenaren legio. Ook al weet men vooruit dat er niets van komt of komen kan. Maar deze week was de Kamer dan een# zuinig. Een post van f450000 voor een nieuwe kliniek te Groningen nam de minister op aandrang uit de Kamer terug om eerst een# te onder zoeken of bet niet goedkooper kan. Te Amsterdam heeft men een heel mooi ingerichte kliniek gebouwd voor nog geen drie ton, zei de anti-revo- iutionnaire heer de Vlugt, die aannemer is en er dus wat van weten kan. Verder wilde de Kamer wat naders weten over de Landsdrukkerij, waar alle jaren zoo wat twee ton bij moet De minister zeide een commissie van onderzoek toe. Ook de gevraagde f469.000 voorde verbouwing van het krankzinnigen gesticht te Medemblik ging er niet zonder moeite door. Men was bang dat na deze groots herstellingskosten later tdch weer gelden voor een nieuw gesticht gevraagd zouden worden. Ed niet minder bezwaren rezen tegen het eerste gedeelte van een bedrag van vijf millioen voor gebouwen ten behoeve der Leidsche hoogeschool. Bij de besprekingen over dezen post die ten slotte toch goedge keurd werd bleek hoe lang hoog noodige verbeteringen dikwijls worden uitgesteld, als de Kamer daarvoor de gelden moet toestaan. Reeds in 1903 merkte de beer de Visser op werd 5000 gulden gevraagd voor betere huisvesting van het verplegend personeel in het acade misch ziekenhuis. Toen reeds moet de toestand onhoudbaar geweest zijn. En al dien tijd heeft verbetering ten dezen gewacht op een principieele beslissing over het geheele groote plan I 4- Bij Oorlog is de kwestie van het Krupp monopolie voor gesehut-leve ring weer ter sprake gekomen. En de heer van den Berch van Heemstede heeft daarbij dingen verteld, die het den schijn geven, alsof wij ook op dit stuk weer de Cbineezen van uropa zijn 1 Ofschoon het Fransche geschut naar het oordeel van erkende deskundigen veel beter moet zijn. hebben we hier nog niet eens behoorlijke proeven ter vergelijking genomen 1 Eu dat in een k westie, waarmee niet alleen honderd duizenden guldens gemoeid zijn, maar waarvaD zelfs het succes in een even tueelen oorlog voor een groot deel afhankelijk is I Minister Heemskerk heeft zich te verdedigen gehad tegen bet algemeen wordende praatje, alsof hij zich van allerlei ernstige dingen maar met een grapje afmaakte. Hoe lastig men het den minister op dit stuk maakt, kan blijken uit het antwoord, dat de heer Heemskerk aan den socialistischen afgevaardigde Vliegen zich verplicht zag te geven. „Indien" aldus de heer Heemskerk „indien ik een enkele maal ant woorden geef in schertsenden vorm, is het niet om mij van de zaak af te makeD, maar om op de meest aan gename en minst kwetsende wijze een zaak te behandelen. Ik kan niet toelaten, dat men mij blijft kwellen en taquineeren, als ik tracht op de meest aangename wijze met de Kamer om te gaan." Over de houding van den heer Vliegen verklaarde de minister de meest ernstige reden tot klacht te hebben. Zóó kras drukt een bewindsman zich niet licht uit Trouwens, ook aan de rechterzijde hapert het in de debatten van dit jaar meer dan eens aan de noodige wel willendheid en toeschietelijkheid jegens de regeering. Zou 'm dat in hei getal zestig zitten De weelde is nu eenmaal niet gemakkelijk te dragen, zelfs niet door een Kamermeerder heid I KONING LEOPOLD'S LAATSTE REIZE NAAR BRUSSEL.... Leopold II, van wien bijna elke -week in de Brusseische couranten stond te lezen: „1© Rod est arrivé", die maar heen en weer reisde tusschen zijn hoofdstad en zijn kas- teelen of zijn geliefd Parijs, ko ning Leopold is nu voor de laatste maal nog eens in zij® hoofdstad bin nengetrokken In z'n paleis, pas met uitgave van vele millioenen verfraaid, heeft meu zijn lijk gebracht op het praal bed, .om het [Woensdag! weer terug te brengen naar La eken, naar den grafkelder der koningen valn België, onder de precieuze kerk die ieder bezoeker van Brussel en omstreken kent. i 't [Was een plechtige1 stoet, dié overbrenging van 's koping lijk in den avond van Zaterdag. Heel Brus sel was op de been en de straten; waardoor do lijkstoet zou trekken, waren overvol., temeer daar het we der gunstig was. De lantaarns waren met een dun rouwfloers om hangen en men verdrong zich voor de vensters1. Te half acht werden de regimen ten van de lijfwacht en de cavalerie van den burgerwacht voor het pa leis ,van Laeken opgesteld. Om acht uur precies verlaat het lijk, gedragen door onderofficieren, het Pavilion des palmiers. De troe pen presenteer en het geweer en de kist Wordt op den lijkwagen ge plaatst, die getrokken wordt door zes paarden, met zwarte dekklceden In de werta branden de kainonne® los. De menigte ontbloot zeer eer biedig' het hoofd, terwijl de stoet, met indrukwekkend décor, door de duisternis van het park gaat...i®» Met getrokken sabel trekken eerst de gendarmen voorbij', dan volgefn drie esca-drons van de lijfwacht. De lijkwagen wordt Voorafgegaan door vier voorrijders :in grijze livrei, die hoeden dragen met crêpe afgezet Sommige ruiters dragen fakkels in de hand, die een trillend licht wer pen op den stoet De lijkkist is bedekt doop een groote, zwarte lijkwade, waarop een met rouwfloers omhulde konings kroon jis geplaatst. Dan volgen de rijtuigen va® de hofhouding, waarin plaats genome® hebben prins Albert, en alle waar- digheidsbekleeders van het konink lijk huls. De stoet wordt gesloten door een regiment van 'de lijf'waeht:. Om negen uur was men liet ko ninklijk paleis genaderd, Cn de troe pen presenteerden wederom het ge weer. In de vestibule van het konink lijk paleis werd het lijk ontvangen door de voorzitters der heide Ka mers, de ministers, alle hoogere dig ®itarissen en door hen, die1 de acte van overlijden onderteekenden. Op een groote katafalk werd de kist neergezet. Het lijk zal tot den dag der be grafenis bewjaakt worden door de kolonels van het Brusseische gfa.r- nizoen Do proclamatie. De proclamatie, die do Belgische ministers tot de natie gericht heb ben, luidt als volgt: „De Belgische natie komt haren koning te verliezen Zoon van een doorlucjitigen vorst, waarvan 'het aandenken voort durend als een vereerd symbool van 't grondwettelijk koningschap zal blij ven, bezwijkt Leopold II, na eene regeering van 44 jaar, in volle werk zaamheid, terwijl hij tot zijn laat ste uur helt beste van zijn leven en van zijne kracihte'n gewijd heelt aan de grootheid en den voorspoed van het vaderland. Op ,17 December 1865 sprak de koning .voor de vereenigde Kamers deze merkwaardige woorden uit, wilke sinds dien herhaaldelijk mat voldoening herinnerd werden: „Indien ik aan België gee® schit terende r egeering beloef, gelijk deze welke zijne onafhankelijkheid heeft gegrondvest, noch een groote® ko ning, gelijk Hij dien wij beweejien, ik beloof ten minste een Belgischen Koning ,te wezen va® hart en ziel, wiens ganse he leven den lande toe behoort." [Wij Weten' met welke machtige wilskracht deze heilige belofte ge houden m overtroffen werd. Het vestigen van den Afrikaa®- schen Staat, welke heden de Bel gische kolonie van Cöngo uitmaakt, en welke het persoonlijk werk des komings was. :is een feit, ee®ig in de jaarboeken der geschiedenis. Het nageslacht zal zeggen dat het een gïocte regeering en een groot ko®ing was. Het in rouw gedompeld vaderland moet waardig Hem vereeren, die hij zijn verdwijnen zulk werk achter laat. Het stelt al 'zijne hoop in de trou- Wo en reeds zoo dikwijls bekomen medewerking van den prins, die ge roepen is om voortaan de lotsbe stemming van België in handen te nemen Hij1 zal zich weten te richten naar de uitstekende voorbeelden van hen die, met behulp der Voorzienigheid, de weldoeners waren van het Belgi sche volk" .s'Wereld's oordeel. Nog een paar oordeelvel tinge® over Leopold II mogen hier .volgen Het Parijsche „JournaL" geeft over 's konings optreden en zijn na gedachtenis de volgende zeer juiste oo rdeelvel ling' „Toen hij stierf heeft Leopold II kunnen zegge®, dat België gereed is om waardig zijn weg te vervol gen naar de grootsche toekomst die de koning voor het- land goope®d| hoeft Daarom zal de geschiedenis, die streng is voor den mensch Leo pold, onverschillig voor den parle mentairen yorst, een groote herin nering bewiaren aan den wonderbaar- lijken zakenman, den stichter van een rijk De historie zal aan zijn naam, tusschen do namen van de groote werkers met menschen en geld van onzen tijd. Rockefeller, Pier pont Morgan, een benijdenswaardi.- gen levensduur verzekeren." De Fransche oud-ministor Robot liet zich als volgt uit: „Wanneer Frankrijk in de kritieke periodes van zijn nieuwe geschiedenis een of twee vorsten had mogen bezitten van do gelukkige energie van koning Leopold, dan zon de republikeinseh© staatsvorm voor ons land oyerbodig zijn geweest," Deschanel. oud-president van del Kamer zeide: „Ik .ben geboren op Belgischen bodem, waar mijn vader als Franseh balling vriendelijk op name had gevonden Met volle over tuiging .mag men herhalen wat de vroegere president Grévy van Leo pold II heeft gezegd„Wanneer het lot hem aan het hoofd van een groo- ten Staat had geplaatst dan zou hij: buitengewoon grooteu i®vloed| hebben uitgeoefend op de staal kundige en sociale ontwikkeling van Europa." Clemcnoeau velde het volgende oordeel: „'Leopold bezat scheppende kracht en. wat misschien nog hoo- gcr staat, den geest en de phantasie van een grooten schepper." Minister Rich on noemde Leopold een yorst dien men te kort doet door hem slechts modem te noemen, wiant hij' was iemand, die zich moe dig aan de s pi te van zijn tijd gen oo ien stelde. Prinses Louise. Prinses Louise zou giaterenochtend in Brussel aangekomen zijn. Doch er is weer een kink in de kabel. De prinses had n. 1. den Oostenrijkschen oud luitenant Matacbichin baargevog en het Belgische Hof wecscht met dezen heer geen kennis te maken. Zoo is de prinses „wegens vermoeid heid" te Keulen uitgestapt en werd er onderhandeld met Brussel I 't Begint nd al, het gehaspel met deze rumoerige dochter van den .3) ftidhard stond verslagen Dat meisje had gelijk. [Wat 'T ook zou gebeuren, hij moest woord boude». Maar zij had ook genoeg gezegd. [Was het al niet zeer veel, te wierten dat, het kind nog ju leven Was! En met die zekerheid zou hij zoe- ka®, zoeken totdat hij de kleine ge vonden had. Dat zou moeilijk zijn, maar waar toe diende andeirs zijn liefde tot Ma- deJaim® als hij niet bijna wonderen kon doen om haar gelukkig te ma- hen! i „Dc kan er dus op Jrekenen dat ge twijgen zult," vroeg Reine vóór /ij hern verliet. „Onvoorwaardelijk, -behalve tegenover de markiezin zelf. Dat ?-ou al te wreed zijn, en dat zult ite ooik niet etiscken, nietwaar? Zeg «Bf alleen nog: wie heeft het kind ■Garxi r „Ik," pprak Reine kortaf. „Maai* telos» er niet op dat ge haar ooit terug zult vinden. Ik heb het leven b«r kleine kunne® redden, maar zie daar pok alles De meest stipte voor zorgen zijn genome® om ontdekking- van haar- verblijf te voorkomen, on al zoudt ge haar ooit terugvinden, alle maatregelen zijn zoó geno men, dat wanneer ge zoudt beproe ven haar haar naam of fortuin terug te doen krijgen, ge eenvoudig als een krankz:in®ige of een bedrieger zoudt worden behandeld." Richard haalde de schouders op, „Wat doet dat er toe," sprak hij, „als ze maar in leven is, in Leve® voor Madeleine en voor mij VIII, D e ge tui gen. Eindelijk was de door beide par tijen zoo gevreesde dag der openbare terechtzitting aangebroken Ondanks de drukkende warmte vulde een groote menigte al van den vroegen morgen af het plein, dat zich voor het paleis van justitie te St. Justin uitstrekte, en alle bij zonderheden der acte van beschuldi ging, voorzoover die bekend gewor den was, werden druk besproken. Het was juist marktdag, maar cle boeren vergaten hun zake® om! te spreken over die èene z;aak, die ieders belangstelling wekte en die even vreemd als geheimzinnig bleef. Geheimzinnig, ja, want ondanks de verklaringen der getuigen, ondanks den beslisten toon in de acte van be schuldiging en de zoo nauwkeurige aanduiding van markies de Cypiè res, bleef er toch' een groote mate van twijfel aan de schuld dezer arme beklaagde bestaan, van die beschul digde, wier energie noch door de pij nigende verhoeren, noch door de lange uren van eenzame verlatenheid gebroken was. Geen oogenblikhad zij opgehouden voor haar onschuld te getuigen, en dat steeds in de meest kalme en klare bewoordingen. Giftmengers zijn meestal lafaards Maar Madeleine dc Cypières was allerminst laf. Allen die haar in haar gevangenschap hadden bijge woond, getuigden dit. Ondanks haai' zacht en engelachtig karakter kw:am iedere® dag en zelfs bij de kleinere dingen des levens haai* groote wils kracht, en moed aan den dag. Twee strocmingen Ijeistonde® er dan ook in de publieke opinie. De eene noemde bet een schande zonder voorbeeld dat deze jonge vrouw met haar bekenden vlekkeloozen levens wandel van zulk een afschuwelijke misdaad kon worden beschuldigd Die dit van oordeel Waren, spraken het luide uit dat men de misdadig ster elders moest zoeken en vragen moest, voor wie de vergiftiging voor deel opleverde Mgdeleine de Cypiè res had het niet noodig, een mis daad to bedrijven om te genieten Va® de millioenen haars echt gen on ts. Hij was immers jegens haar do edelmoe digheid zelf! Daarentegen waren er anderen, voor wie het wèl van belang was, dat de markies uit den weg werd ge ruimd En sedert den vermeenden dood van de kleine Leonie aarzelde men zelfs niet meer hardop den naam te noemen van de vieomtesse de Mon- dragon In Gaseogne weegt men zij® woor den niet zoozeer. Mén zegt datgene waarvan men overtuigd is, ook al kan men het naar de letter der wet niet bewijzen. De andere partij verkondigde Ma deleine's schuld van de daken, en ontzag zich niet de afschuwelijkste verhalen omtrent haar in omloop te brengen Hét gedrang op het plein voor het gerechtsgebouw nam nog toe En geen Wonder er waren voor de en kel© honderden beschikbare kaarten niet minder dan tie®duizend aanvra gen ingekomen I® de zaal zelf was het nog erger Daar stonden de men schen eenvoudig- opgepakt als harin gen Dicht bij do bank der beklaagden za:t advocaat Aubry aan een tafel vol stukken Hij zag er ernstig en streng, een weinig bleek, uit. leder oogenhlik kwam. een vriend of col lega ham begroeten, hem de hand drukken en ©enige vriendelijke woor den toespreken. Maar Aubry ant woordde nauwelijks; diep onder den indruk van de zware verantwoorde lijkheid dio op hem rustte.. Opeens verstomde het geraas in de zaal, aller blikken richten zich naar den ingang: - de familieleden der beschuldigde traden binnen en na men de voor hem gereserveerde plaat sen ïin'. Eerst de belde Sintély's daarna de vieomtesse da Mondragon, ge volgd door haar twee bedienden, die zoo vreeset ijk een getuigenis tegen de markiezin hadden afgelegd, eindelijk graaf Richard de Claviè- res. üp de licht ontvlambare ge moederen der Gaseogners maakte de verschijning: van dezen laatste; wien do roep van zijn vorstelijke edelmoe digheid ook hierheen was voorge gaan, den meesten indruk Nieuwe opschudding hij het bin nentreden der rechters. Achter hen kwamen de gezwore nen en namen hun plaatsen tegen over de bank der beschuldigden in Eindelijk gaf de president der rechtbank bevel, de markiezin de Cypières binnen te leide® Daar verscheen zij'. Ze Was geheel in' het zwart gekleed. Langzaam ging' zo voort naar haar plaats Daar aangekomen, sloeg ze haar Weduwen- sluier op en wierp een rustigen blik om zich heen En toen trilde het opeens dcor heel de zaal heen. en een kreet van bewondering ging door alle rij'S® Maar Ricliard de Clavières, wiel verre van daarmee in te stemmen, weerhield maar nauwelijks een kreet van smart en wanhoep. Ginds in In- dië was ze zoo gelukkig en vroolijk geweest. En nu wat had men van haar .gemaakt Een martelares!! De tranon vloeiden hem over de wangen, en Charles de Simtély, die naast 'hem zat moest hem moed in spreken. „Ach, wat heeft zij moeten lijden [Wat is zij vreeselijk veranderd," zuchtte Richard Nadat het oproepen der getuigen is afgelocpen en deze in een aangren zende kamer zijn geleid om daar te wachten tot het hun beurt zal zijn om mee te deelen wajtl izij weten, richt do president der rechtbank zich eindelijk tot de beschuldigde „Uw naam en voornamen," vroeg hij! .Marie Madeleine de Bram. mar kiezin de Cypières," is het kalme antwoord „Ga zitten," antwoordde de rech ter, „en luister aandachtig naar het geen u ten laste wordt gelegd Zij gehoorzaamde, en de griffier las met eentonige maar heldere stem de acte van besehuldiging voer Ze was eenvoudig, maar vreese lijk De brief van den markies en de verklaringen van Clemens Gaubc en Reine Penhoët vormden er den grondslag ,van (Wo-di vervolg#)'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 1