der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen.
Naaml. Venn. „Drukkerij de Spaarnestad."
ARME KLEINE.
Dit nummer behoort bij de
.Nieuwe Haarl, Courant" van 24 Dec.
KINDERHUISVEST No. 29—31—33. - HAARLEM.
Directeur: F. H. M. v, d. GBIENDT.
ADVEBTEHTIlKi
Van l tot 6 regels f i anr
Elke regel meer 0.20.
Ingezonden mededeelingen tusschen den tekst ten
minste 5 regeis f 1.60; elke regel meer 0.30.
Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,)
20NDAS 26 Dec.
"AANDAG 27
Rusdag 28
Woensdag 29
DONDERDAG 30
vRijdag 31
SATERDAG
2de Kerst
dag. Feest van
den H. Stepha-
nus, den eersten
Martelaar.
H. Joannes, Apos
tel en Evangelist,
Dag van devotie.
H. H. Onnoozele
Kinderen, Marte
laren.
H. Thomas van
Kantelberg, Bis
schop en Marte
laar.
Van den Zondag
onder het Octaaf
van Kerstmis.
H. Silvester I
Paus en Belijder.
1910.
Jan. Nieuwjaars
dag. Feest v. d
Besnijdenis Onzes
Heeren.
KERSTMIS.
'-es uit den brief van den H apostel Paulus
aan Titus; II, 11—15.
Welbeminde! De genade van God
onzen Zaligmaker is voor alle men
leken verschenen en leert ons, dat
met verzaking van de godde
loosheid on de wereldsche begeer
lijkheden, matig, rechtvaardig en
godsdienstig leven in deze wereld,
Verwachtend de zalige hoop en de
komst der heerlijkheid van onzen
grooten God en Zaligmaker Jesus
Ohnstus, die Zich zeiven voor ons
gegeven heeft om ons vrij te koo-
peu van alle ongerechtigheid en
voor Zich een welbehagelijk voik
te reinigen, ijverig in goede werken.
Spreek dit en vermaan, in Christus
Jesus onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Lncas;
II, 1-14.
In dien tijd ging er een gebod
Uit van keizer Augustus, dat de
geheele wereld moest worden opge
schreven. Deze eerste opschrijving
is geschied door Cyrious, landvoogd
Van Syrië. En allen gingen om zich
san te geven, ieder naar zijne eigene
stad. En ook Jozef trok op van
Galilea uit de slad Nazareth naar
Judea, naar David's stad, die Beth
lehem genoemd wordt, dewijl hij
uit het huis en geslacht van David
Was, om zich aan te geven met
Maria, zijne verloofde vrouw, die
zwanger was. En het geschiedde,
toen zij daar waren, dat de dagen
vervuld werden dat zij baren zou.
En zij baarde haren eerstgeborenen
Zoon, en wikkelde Hem in doeken,
«n legde Hem neder in eene kribbe
Want er was voor hen geen plaats
in de herberg.
Er waren nu in dezelfde streek
herders, die waakten en de nacht
wachten bielden over hunue kudde.
En zie, een engel des Heeren stond
naast hen, en Gods heerlijkheid
omstraalde henen zij vreesden met
groote vreeze. En de engel zeide
hun: Vieest niet! want zie,
ik verkondig u eene groote blijd
schap, die voor al het volk wezen
zal: dat u heden geboren is de
Zaligmaker, die Christus de Heer
is, nu de stad van David. En dit
zjj u ten teekengij zult vinden
oen Kind, in doeken gewonden en
uedergelegd in eene kribbe. Eu eens
klaps vereenigde zich met den en
gel eene menigte van het bemelsche
beirleger, God lovend en zeggend:
Glorie aan God in den allerhoogste
en op aarde vrede aan de menschen
van goeden wil!
Les nit den brief van den H. apostel
Panlus aan de Titus; III, 4—7.
Welbeminde 1 De goedertierenheid
en de menschlievendheid van God
onzen Zaligmaker is verschenen;
niet om reden van werken der ge
rechtigheid, die wij gedaan hadden,
maar volgens zijne barmhartigheid
beeft Hij ons zalig gemaakt door
hei had der wedergeboorte en der
Vernieuwing des Heiligen Geestes,
dien Hij overvloedignjk over ons
beeft uitgestort door Jesus Christus
onzen Zaligmaker, opdat wij, ge
rechtvaardigd door zijne genade,
in hoop, erfgenamen zouden zijn
des eeuwigen levens, in Christus
Jesus onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Lucas;
II, 16—20.
In dien tijd sprakeu de herders
tot elkander: Laat ons heengaan
naar Bethlehem en zien hetgeen
geschied is, hetgeen de Heer ons
verkondigd heeft. En zjj kwamen,
zich spoedend, en vonden Maria en
Jozef en het Kind, dat in de kribbe
lag. Toen zij het nu zagen, erken
den zij het woord, dat hun over
dit Kind gezegd was. En allen, die
het hoorden, waren verwonderd,
ook over hetgeen hun was gezegd
door de herders. Maria echter be
waarde al deze woorden en over
woog ze in haar hart. En de her
ders keerden terug, God verheer
lijkend en lovend over al wat zij
gehoord en gezien hadden, zooals
tot hen gesproken was.
Les uit een brief van den H apostel
Paulus aan de Hebreen; I, 1 12.
God, voorheen menigvuldige ma
len en op vele wijzen gesproken
hebbende tot de vaderen door de
Profeten, heeft ten laatste in deze
dagen tot ons gesproken door den
Zoon, dien Hij gesteld heeft tot
erfgenaam van alles, door wien Hij
ook de wereld gemaakt heeft; die,
terwijl Hij de afglans zijner glorie
en het evenbeeld zijns Wezens is en
alles draagt door het woord zijner
macht, na reiniging der zonden
bewerkt te hebben, gezeten is aan
de rechterhand der Majesteit in
den hooge, zóó ver verheveu ge
worden hoven de engelen als Hij
uitstekender naam boven hen geërfd
heeft. Tot wien immers de engelen
heeft Hij ooit gezegd: Gij zijt mijn
Zoon, Ik heb heden geteeld? en
wederomIk zal Hem tot Vader
zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn?
Eu als hij andermaal den Eerstge
borene in de wereld invoert, zegt
HijEn dat Hem aanbidden alle
engelen Gods! Aangaande de enge
len nu zegt Hij wel: Die zijoe en
gelen tot winden maakt en zijne
dienaars tot eene vuurvlammaar
aangaande den Zoon: Uw troon, o
Godis in eeuwigheid der eevwig-
heidEen schepter van gerechtig
heid is de schepter uws koniugsrijks
Gij hebt rechtvaardigheid beminc
en onrecht gehaat; daarom, o God
heeft uw God U gezalfd met olie
van vreugde boven uwe genooteu
En: Gij, o Heer! hebt in den be
ginne de aarde gegrondvest, en de
hemelen zijn werken uwer banden
Deze zullen vergaan, maar Gij zult
blijven; en zij allen zullen als een
kleed verouder), en als een maute
zolt Gij ze veranderen, en zij zul
len veranderd wordendoch Gij
zijt dezelfde, en uwe jareu zullen
niet eindigen.
Evangelie volgens den H Joannes;
In den begiune was het Woord,
en het Woord was bij God, en het
Woord was God. Dn was in den
beginne bij God. Alles is door het-
zelfve gemaakt geworden, en zonder
hetzelve is niets gemaakt wat ge
maakt is. In hetzelve was het leven,
en het leven was het licht der
menschenen het licht schijnt in
de duisternis, en de duisternis heeft
het niet aangenomen.
Er was een mensch, van God
gezonden, wiens naam Joannes was
deze kwam tot getuigenis, om ge
tuigenis te geven van het licht,
opdat allen door hem gelooven
zouden. Deze was niet het licht,
maar om getuigenis te geven van
het licht. Het ware licht was dat,
hetwelk iederen mensch, die in de
wereld komt, verlicht. Hij was iD
de wereld, en de wereld is door
Hem gemaakt, en de wereld heeft
Hem niet gekend. Fij kwam iu
zijn eigendom, en de zjjueu namen
Hem niet aan. Doch zoovelen als
Hem hebben aangenomen, aan h6n
heeft Hij macht gegeven om kin
deren Gods te wordenaan hen,
die in zijnen naam gelooven, die
niet uit bloed, noch uit den wil
des vleesches, nog uit den wil eens
mans, maar uit God geboren zijn.
En het Woord is vleesch geworden
en heeft onder ons gewoond (en
wij hebben zijne glorie gezien, eene
glorie als des Eeniggeboren van
den Vader), vol van genade en
waarheid.
FEESTDAG VAN DEN
H. STEFHANUS.
Les uit de Handelingen der apostelen;
VI, 8-10; VII, 54-59.
In die dagen deed Stephanus,
vol van genade en kracht, wonde
ren en groote teekenen onder het
volk. Eenigen nu uit de Synagoge,
welke genoemd wordt die der Vrij
gelatenen en der Cyreneërs en der
Alexaudrijneu en dergenen, die van
Cilicië en Azië waren, stonden op
en hielden twistredenen met Step
hanus; doch zij konden aan de
wijsheid en den Geest, die sprak,
niet wederstaan.
Zij nu, dit hoorende, werden ver
scheurd in hunne harten en knert-
sten met de tanden tegen hem.
Daar hij echter vol was van den
Heiligen Geest, zag hij, ten hemel
starend, de heerlijkheid Gods en
Jesus, staande aan Gods rechterhand.
En hij zeide: Zie, ik zie de heme
len geopend en den Zoon des men
schen staande aan de rechterband
Gods! Maar zij, met luide stem
schreeuwend, stopten hunne ooren
en vielen eenparig op hem aan.
En zij wierpen hem buiten de stad
en 8teenigden hem. En de getuigen
legden hunne kleederen neder aan
de voeten van een jongen man, die
Saulus heette. Zij nu stenigden Step
hanus, terwijl hij bad en zeide:
Heer Jesus, ontvang mijnen geest!
En op zijne knieën vallend, riep
hij met luide slemH*er, reken
hun deze zonde niet toe! En na dit
gezegd te^hebben,^ ontsliep hij in
den Heer.
Evangelie volgens den H Mattheüs;
XXIII, 34-39,
In dien tijd sprak Jesus tot de
schriflgeleerden en Pharizeën: Zie,
Ik zend tot u profeten en wijzen
en schriftgeleerdenen van hen
zult gij er dooden en kruisigen, en
van hen zult gij er geeselen in uwe
Synagogen en vervolgen van stad
tot stad opdat op u kome al het
rechtvaardig bloed van Abel, den
rechtvaardigen af, tot het bloed van
Zacharias, Barachias' zoon, dien gij
gedood hebt uisschen den tempe
en het altaar. Voorwaar, Ik zeg u
dat alles zal komen op dit geslacht
Jeruzalem, Jeruzalem, dat de pro
feten doodt en hen steenigt, die tot
u gezonden zijn Hoe dikwijls heb
Ik uwe kinderen willen vergaderen,
gelijk eene hen hare kiekens'ver
gadert onder hare vleugelenEn
gij liebt niet gewild. Zie, uw huis
zal u woest gelaten worden! Want
Ik zeg u: gij zult Mij van nu af
niet meer zien, totdat gij zeggen
zult: Gezegend Hij, die komt in
den naam des Heeren!
Evangelieverklaring.
ZONDAG ONDER HET OCTAAF
VAN KERSTMIS.
Nog kÜDkea de vreugdegezangen
van het Kerstfeest iu onze ooren,
nog weergalmt het „vrede op uarde
voor de menschen van goeden wil"
door onze tempels, en nu hooren
wij reeds gaasch audere woorden,
nu wordt in het Evangelie tot Maria
gezegd dat een zwaard van droef
heid hare ziel doorboren zal. Zoo
gaat het altijd in deze wereld
dagen van vreugde zijn er zoo
weinig, en worden zoo spoedig door
dageu van droefheid gevolgd.
Maria en Joseph hadden volgens
het voorschrift der wet Jesus naar
den tempel te Jeruzalem gebracht,
om daar hun eerstgeborene aan
God op te dragen, en vrij te koopen
voor het offer der armen, een paar
jonge duiven. Toen zij dien heiligen
plicht vervuld hadden en den tem
pel wilden verlaten, vonden zij
daar den grijzen Simeon, die door
een ingeving van den H. Geest wist
dat hij niet sterven zou vóórdat hij
den Christus gezien had, en een
prophetes met name Anna, die dag
en nacht iu den tempel vertoefde.
Simeon jubelde en juichte toen hij
Jesus niet alleen mocht zien, maar
zelfs in zijn armen mocht dragen.
Hij erkende ten aauboorc van allen
die daar aanwezig waren het kind
Jesus als den beloofden Verlosser,
het licht voor zijn volk Israël.
Maar zijn hooggestemd loflied
ging weldra over in een voorspel
ling van het smartelijkst lijden.
Heilige blijdschap moest plaats
maken voor pijnigende droefheid^
„Zie, zeide de heilige grijsaard
zijne woorden tot Maria richtend,
„zie Deze is gesteld tot val en op
standing van velen in Israël, dat
wil zeggen: tot geestelijk heil of
onheil van veleD. Maar hoe kou
Jesus, gezonden om gansch Israël
zielig te maken, voor velen van dat
volk ten ondergang wezen? Door
hun ongeloof waardoor zij }weiger-
den Hem te e» kennen. Dat ongeloof
■»as de oorzaak van hun val en
ondergang. De zwakheid en nede
righeid van Christus, de armoede
en geringheid die Hij Zich had
uitgekozen, waren voor zeer velen
uit Israëel een struikelblok waar
óver zij vielen. Zij ergerden zich
aan Hem en weigerden Hem te
erkennen en verdienden zoo liet
vonnis hunner verwerping. Niet
allen eenter verwierpen den uede-
rigen Jesus van Nazareth, ^eenigen
geloofden en voor hen werd Hij de
opstanding. Hun geloof bleek be
stand tegen de beproeving die in
Jesus armoede en geringheid lag
opgesloten en daardoor werd Jesus
voor hen het leven en de verrijze
nis. Jesus is ook, ging Simeon voort,
„een teeken dat weersproken zal
worden." Hij die voor alle menschen
den toegang tot den hemel kwam
openen, Hij vond bijna overal onder
zijn volk tegénkautmg en verzet.
Hij richtte Zijn koninklijken stan
daard op in het midden van een
grootendeels ongeloovige wereld.
Hij riep zijne volgelingen op om
feich aan Zijue zijde te scharen
maar velen stelden zich vijandig-
tegenover Hem. Voor velen is Zijn
kruis een dwaasheid eu een ergenis.
dat zij zoo niet door hunne woorden
dan toch door hun gedrag weer
spreken. „Opdat uit vele harten de
gedachteu zich openbaren."
God liet toe dat Jesus tegenspraak
en vervolging leed opdat duidelijk
zou blijken met- welke gezindheic
een ieder der Joden den Messias
ontviug. Jesus was de proefsteen
waaraan elks geloof getoetst war 1
Allen werden gedwongen de
geheimen hunner ziel te openbaren
zich voor of tegen Hem te ver
klaren. Wie Hem beleden werden
met zijne hulp Zalig, wie Hem ver
wierpen gingen door eigen schulc
verloren. Maar ook tot Maria wendde
zich Simeon en voegde haar de
woorden toe „Ook door uwe eigene
ziel zal een zwaard van droefheid
gaan." De tegenwerking en vervol
ging door Jesus te ouder vinden,
zullen als scherpe zwaarden het
hart van Marie folteren, de Mes-nas
zal niet weersproken worden zonder
dat zij lijdt, al wie zich tegen Jesus
vijandig toont zal ook haar uit wie
Hij geboren is grieven.
Een zwaar kruis zoude van nu
af reeds op de schouders van Maria
gelegd worden, en zij in hooge
mate deelen in alles wat het leven
van haren goddelijkeu Zoon tot een
schier niet onderbrokeu kwelling
maakte. Een zwaard zoude door
hare ziel gaan.
De aard van haar martelaarschap
is daarmede aangegeven. Van eeu
lichamelijk lijden, van een pijnlijken
dood is geen sprake, maar een
zielelijden zal haar deel zijn, niet
voor een korten tijd, maar van het
oogenblik af waarop de woorden
van deD heiligen grijsaard tot haar
gesproken werden tot aan haar
zaligen dood een zielelijden zoo
hevig, dat zij met volle rechtdoor
de H. Kerk <le Koningin der Mar
telaren genoemd wordt. Ook Anna,
een heilige vrouw van hoogen leef
tijd „loofde den Heer en sprak van
Hem (als van den afgebeden
Emmanuel) tot allen die Israëls
verlooning verwachtten". Uit deze
woorden van het Evangelie maken
wg met. recht de gevolgtrekking
dat die vrome vrouw in Jesus den
beloofden Meuias erkende. Maar die
erkenning alleen voldeed aan haar
minnend hart niet. Wat. de H.
Geest haar geleerd had, wilde zij
aan anderen mededeelen. Hoe hoog
ook in jaren, de laatste dagen die
haar nog overbleven wilde zij
wijden aan het verkondigen van
Israëls hoogen troost. Tot allen die
goed gezind waren, die de vertroos
ting van Israël verwachten, die een
Meuias verwachtten zooals de pro-
pbeten Hem voorspeld hadden, tot
hen allen sprak zij over het kind
Jesus en wat zij in den tempel
gehoord en gezien had.
Leeren w.ij uit het Evangelie vau
dezen Zondag dat Jesus ook voor
ons tot vol- of tot opstanding zal
zijn, naarmate wij Zijne leer ge
volgd of ons daartegen verzet
hebben, dat Hij ook de gedachten
van onze harten zal openbaren, dat
wil zeggen, dat door ons volgen
of verlaten vau Jtsus blijken zal
hoedanig onze ziel gesteld is, en
bidden wij Hem dat Hij toch voor
ons nooit een teeken van tegen
spraak moge zijn, dat Hij voor ons
nooit een aanleiding tot val moge
wezen, maar dat Hij voor ons de
oorzaak onzer glorievolle verrijzenis,
van ons eeuwig geluk moge zijn.
(Een Vlaamscbe vertelling
'De gevallen sneeuw, 's morgens
nog zoo hagelblank, had bij 't val
len van den avond de straten een
vuil en droefgeestig uitzicht be
zorgd De voorbijgangers; liepen!
haastig voort Sommigen waren op
getogen, omdat een lekker feestmaal
hen thuis wachtte, anderen waren
ingetogen, den geest vervuld met de
plechtigheid, die zij straks zouden
bijwonende geboorte des Verlos
sers
In den menschelnstroom bewoog-
zich ook een kind, omtrent acht ja
ren ond, misschien meer, misschien
minder, want de afgematte gelaats
trekken gaven het gelaat een veel
onder voorkomen dan het lichaam
in werkelijkheid, scheen te zijn Het
knaapje poogde van tijd tot tijd,
met zichbare krachtsinspanning het
rumoer der menigvuldige en ge
ruchtmakende gesprekken te beheer-
scihen
Het Nieuwsblad!...,,.. Raad
pleegt het Nieuwsblad!.Leest!
De laatste uitgave!-
Maar niemand sloeg eenige a.cht
op de kreten van den erbarmelijken
kleinen stumperd, verloren in aller
vroolijklieid, en het pakje dagbla
den verminderde niet in de armen
van het kind.
Het vervolgde zijn weg, ongevoe
lig aan de bekoring, die da rijke en
schitterende uitstallingen achter de
winkelramen op elk ander kijnd ver
wekten.
Tocjh onderbrak het eensklaps het
weifelende en werktuigelijke gaan
Zijn blik rustte met welgevallen op
ongewone onverwachte en prachtige
speelgoederen Het waren, in groote
kartonnen dooziejn, bakkerijen, slage
rijen, branderijen, een geheele op-
hocping van kunstmatige ejn schijn
baar smakelijke voedingsstoffen
Lieflijke goudgele broodjes, lekkere
koeken, verleidelijke taarten waren
hier op den .toog der bakkerij uit
gestald daarnaast hingen, aah tin
nen haken, hammen, worsten aan de
deur der vleeschhouwerijverder in
een helder vuur, braadden kippen,
eenden, kal koenen en ganzen, vette
met truffels toebereide Kerstmis-
ganzen.
Een groote zucht klom op uit
knaapjes borst; pijnlijk getroffen
hervatte hij zijn weg, nog moede-
lo-czer stiet het zijn kreet uit:
Het Nieuwsblad!.Raad
pleegt het Nieuwsblad!De
laatste uitgave
Het gewoel nam stilaan af, de
menschen hadden, de eeine voor, de
anderen na, de straa.t voor dien dag
verlaten, terwijl in de winkels de
lichten werden uitgedoofd.
Rechts bevond zich in den nacht
eene donkere steenmassa, links flik
kerden de verlokkende lichten der
hotels.
Eene zijdeur van het donkere ge
bouw, werd geopend en eene groote
menigte daalde de trappen afhet
H. Middernacht-misoffer Was geëin
digd en de kerk ontruimd.
Het NieuwsbladRaad
pleegt het Nieuwsblad.De
laatste uitgave!.
Aldus hief hot kind nog jmmer
zijn eentonig geroep aan Het weer
was guur, een ijskoude wind waaide
aan het kruispunt der straten en de
menschen stapten in do voorgekomen
rijtuigen of snelden weg, de handen
diep in de zakken gedompeld Een
jonge vrouw echter had eenig mede-
ijden en wilde haar geldbeugel te
voor-schijn halen, maar hare gezel
lin, van rijperen leeftijd, sprak:
Laat dit! Het zou voor hem
niet wezen Het-is niet noodig, dat
de ouders aangemoedigd wordcu
Gij hebt gelijk. Maar ik vraag
u of er geen© wet zou moeten be
staan, ten einde die ouders te ver
bieden hunne kinderen op een dei--
gelijk uur nog langs de straten te
laten dolen...).
En bijl een dergelijk weder!
Het is een schande.
Een ergernis!
Na deze woorden namen de twee
vrouwen in de koets plaats.
Eene- lachende bende o verschreed
het ijzeren hek der kerk en richtte
zich naar een nabijgelegen hotel.
Het kind volgde deze jonge lie
den.
Het Nieuwsblad!...).. Het
Nieuws,
't Is wel, 't is wel, 't is vol-
d oen de,
Dan durfde de knaap zeggen, hij
durfde het bijna schreeuwen op een
toon, waarin de gansche uitdruk
king der ontreddering zijne, ledige
maag opgesloten lag:
Ik heb honger!
Dat kennen wijGij hebt in
acht dagen niet gegetenzei een der
jongelingen.
Ehwelbracht Keen schoon)
meisje in het midden, g-a zoo voort,
best© jongen, dat moet gij reeds
lang gewoon zijn
Zorgeloos verdween de bende
jonge lieden in ee|n sierlijk hotel,,
welks deur- achter hen met hevig
heid dichtviel
Het ijzeren hek der kerk werd ge
sloten en liet kind stond verlaten
op ,het gaanpad, roerloos, angstig
en geheel alleen
Het gevoeld© in al zijne ledematen,
verkleumd onder de dunne stof van
een bijna tot op den draad versle
ten kleedingstuk, opeens zulke ver
moeidheid
Het bespeurde eene rustbank en
zette er zich op neer.
En, ver van allen, ver van alles,
in de smart van zijn verbitterd©
en oprechte ziel, peinsde het.
Zijn nog maar kort bestaan was
niet geschikt, noch in het vericdene,
noch in het tegenwoordige), om het
liefde tot het leven in te boezemen;
Rondom hem niets dan ellende, niets
dan ziekte Zijn vader, dien hij
nauwelijks gekend heeft, was bezwe
ken aan een kw,aal, die hem geen
enkel handwerk ter uitoefening ver
oorloofde, en hem alleen veel cn
lang deed lijden. Zijne moeder, de
eenig© vlam, die ooit zijn teeder en
minnend liart verwarmde, was tij
dens de laatste lente heengegaan, af
gesloofd, de wijd opengesperde
oogen, tranenvol, met bekommernis
gericht op de toekomst van haal-
zoon. De snikken, bedwingende, die
haar in de keel opwelden, had ziji
haar kind aan den jageinden boezem
gedrukt.
Luister, kleine, zeide zij, ik
ga uwi vader halen, daar boven bijl
den kleinen Jezus ih een pl aats waar"
het zeer warm is, waar men nooit
honger heeft, in een heerlijk, zeer
schoon land, waar gij ons ook eens
zult weervinden. Gij moet dus niet
weenen, wanneer gij mij hier niet
meer zult zien. En dan moet gijl
braaf, zeer braaf zijn, en onderdanig
en gehoorzaam aan de buurvrouw..),
de goede buurvrouw, .iwaar gij
voortaan zult wonen, tot op het
oogenblik, dat gij terug bij uw©
oud er-s komt..i..
En zij had haar jongen nogmaals
omhelsd met de driftjglueid eener
onmachtige liefde, de buurvrouw
had hem verwijderd van het doods
bed, en hij zag zijne moeder nooit
meer weer.
Sindsdien was hij door de buur
vrouw ingenomen, maar deze was
ook al niet rijk en om haar het be
staan niet onmogelijk te maken,
moest hij aan 't werk. 's Avonds,
terwijl de oude vrouw zich de orogen
terwijl de oude vrouw zich de ooigen
bedierf met naaiwerk, ventte hij met
dagbladen. En niettegeinstaande dit
blijk van moed, vanwege den kleine,
ondanks de volharding zijner tweeda
moeder, wilde beider broodwinning
maar geen genoegzame vruchten af
werpen. De dag te voren hadden zij
slechts een harde, droge korst brood
genuttigd, vandaag a.ten zij ih 't
geheel niets.
En op de bank bad liet kind, klap
pertandend in de nachtelijke stilte,
de handen samengevouwen; het be
woog bijna onmerkbaar do blauw
achtige lippen.
Jestus! murmelde het, Jesus,
lieve kleine JesUsMoeder zeide mij;
eertijds, dat Kerstmisdag .uw feest
dag is en dat gij dien dag niets
weigert aan bra.vo jongens. Ik, ik
ben heel braaf geweest, kleine Jesus.
Gij ziet, het is zeer kond en ik
heb grooiten honger-, kleine Jesus.
O. zulke honger, indien gü wist?
(Welnu, nog ben ik op straat. Men
zeide mij dagbladen t© verkoopeti.
Ik haalde er met een geleende frank.
En niemand kocht een blad van mij-
OFFICIEELE KERKLIJST
UITGAVE VAN DE
IN DE EERSTE MIS.
IN DE TWEEDE MIS.
IN DE DEEDE MIS.
1, 1-14