der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. Naaml. Venn. „Drukkerij de Spaarnestad." ARME KLEINE. Dit nummer behoort bij de .Nieuwe Haarl, Courant" van 24 Dec. KINDERHUISVEST No. 29—31—33. - HAARLEM. Directeur: F. H. M. v, d. GBIENDT. ADVEBTEHTIlKi Van l tot 6 regels f i anr Elke regel meer 0.20. Ingezonden mededeelingen tusschen den tekst ten minste 5 regeis f 1.60; elke regel meer 0.30. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,) 20NDAS 26 Dec. "AANDAG 27 Rusdag 28 Woensdag 29 DONDERDAG 30 vRijdag 31 SATERDAG 2de Kerst dag. Feest van den H. Stepha- nus, den eersten Martelaar. H. Joannes, Apos tel en Evangelist, Dag van devotie. H. H. Onnoozele Kinderen, Marte laren. H. Thomas van Kantelberg, Bis schop en Marte laar. Van den Zondag onder het Octaaf van Kerstmis. H. Silvester I Paus en Belijder. 1910. Jan. Nieuwjaars dag. Feest v. d Besnijdenis Onzes Heeren. KERSTMIS. '-es uit den brief van den H apostel Paulus aan Titus; II, 11—15. Welbeminde! De genade van God onzen Zaligmaker is voor alle men leken verschenen en leert ons, dat met verzaking van de godde loosheid on de wereldsche begeer lijkheden, matig, rechtvaardig en godsdienstig leven in deze wereld, Verwachtend de zalige hoop en de komst der heerlijkheid van onzen grooten God en Zaligmaker Jesus Ohnstus, die Zich zeiven voor ons gegeven heeft om ons vrij te koo- peu van alle ongerechtigheid en voor Zich een welbehagelijk voik te reinigen, ijverig in goede werken. Spreek dit en vermaan, in Christus Jesus onzen Heer. Evangelie volgens den H. Lncas; II, 1-14. In dien tijd ging er een gebod Uit van keizer Augustus, dat de geheele wereld moest worden opge schreven. Deze eerste opschrijving is geschied door Cyrious, landvoogd Van Syrië. En allen gingen om zich san te geven, ieder naar zijne eigene stad. En ook Jozef trok op van Galilea uit de slad Nazareth naar Judea, naar David's stad, die Beth lehem genoemd wordt, dewijl hij uit het huis en geslacht van David Was, om zich aan te geven met Maria, zijne verloofde vrouw, die zwanger was. En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou. En zij baarde haren eerstgeborenen Zoon, en wikkelde Hem in doeken, «n legde Hem neder in eene kribbe Want er was voor hen geen plaats in de herberg. Er waren nu in dezelfde streek herders, die waakten en de nacht wachten bielden over hunue kudde. En zie, een engel des Heeren stond naast hen, en Gods heerlijkheid omstraalde henen zij vreesden met groote vreeze. En de engel zeide hun: Vieest niet! want zie, ik verkondig u eene groote blijd schap, die voor al het volk wezen zal: dat u heden geboren is de Zaligmaker, die Christus de Heer is, nu de stad van David. En dit zjj u ten teekengij zult vinden oen Kind, in doeken gewonden en uedergelegd in eene kribbe. Eu eens klaps vereenigde zich met den en gel eene menigte van het bemelsche beirleger, God lovend en zeggend: Glorie aan God in den allerhoogste en op aarde vrede aan de menschen van goeden wil! Les nit den brief van den H. apostel Panlus aan de Titus; III, 4—7. Welbeminde 1 De goedertierenheid en de menschlievendheid van God onzen Zaligmaker is verschenen; niet om reden van werken der ge rechtigheid, die wij gedaan hadden, maar volgens zijne barmhartigheid beeft Hij ons zalig gemaakt door hei had der wedergeboorte en der Vernieuwing des Heiligen Geestes, dien Hij overvloedignjk over ons beeft uitgestort door Jesus Christus onzen Zaligmaker, opdat wij, ge rechtvaardigd door zijne genade, in hoop, erfgenamen zouden zijn des eeuwigen levens, in Christus Jesus onzen Heer. Evangelie volgens den H. Lucas; II, 16—20. In dien tijd sprakeu de herders tot elkander: Laat ons heengaan naar Bethlehem en zien hetgeen geschied is, hetgeen de Heer ons verkondigd heeft. En zjj kwamen, zich spoedend, en vonden Maria en Jozef en het Kind, dat in de kribbe lag. Toen zij het nu zagen, erken den zij het woord, dat hun over dit Kind gezegd was. En allen, die het hoorden, waren verwonderd, ook over hetgeen hun was gezegd door de herders. Maria echter be waarde al deze woorden en over woog ze in haar hart. En de her ders keerden terug, God verheer lijkend en lovend over al wat zij gehoord en gezien hadden, zooals tot hen gesproken was. Les uit een brief van den H apostel Paulus aan de Hebreen; I, 1 12. God, voorheen menigvuldige ma len en op vele wijzen gesproken hebbende tot de vaderen door de Profeten, heeft ten laatste in deze dagen tot ons gesproken door den Zoon, dien Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alles, door wien Hij ook de wereld gemaakt heeft; die, terwijl Hij de afglans zijner glorie en het evenbeeld zijns Wezens is en alles draagt door het woord zijner macht, na reiniging der zonden bewerkt te hebben, gezeten is aan de rechterhand der Majesteit in den hooge, zóó ver verheveu ge worden hoven de engelen als Hij uitstekender naam boven hen geërfd heeft. Tot wien immers de engelen heeft Hij ooit gezegd: Gij zijt mijn Zoon, Ik heb heden geteeld? en wederomIk zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn? Eu als hij andermaal den Eerstge borene in de wereld invoert, zegt HijEn dat Hem aanbidden alle engelen Gods! Aangaande de enge len nu zegt Hij wel: Die zijoe en gelen tot winden maakt en zijne dienaars tot eene vuurvlammaar aangaande den Zoon: Uw troon, o Godis in eeuwigheid der eevwig- heidEen schepter van gerechtig heid is de schepter uws koniugsrijks Gij hebt rechtvaardigheid beminc en onrecht gehaat; daarom, o God heeft uw God U gezalfd met olie van vreugde boven uwe genooteu En: Gij, o Heer! hebt in den be ginne de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn werken uwer banden Deze zullen vergaan, maar Gij zult blijven; en zij allen zullen als een kleed verouder), en als een maute zolt Gij ze veranderen, en zij zul len veranderd wordendoch Gij zijt dezelfde, en uwe jareu zullen niet eindigen. Evangelie volgens den H Joannes; In den begiune was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dn was in den beginne bij God. Alles is door het- zelfve gemaakt geworden, en zonder hetzelve is niets gemaakt wat ge maakt is. In hetzelve was het leven, en het leven was het licht der menschenen het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet aangenomen. Er was een mensch, van God gezonden, wiens naam Joannes was deze kwam tot getuigenis, om ge tuigenis te geven van het licht, opdat allen door hem gelooven zouden. Deze was niet het licht, maar om getuigenis te geven van het licht. Het ware licht was dat, hetwelk iederen mensch, die in de wereld komt, verlicht. Hij was iD de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt, en de wereld heeft Hem niet gekend. Fij kwam iu zijn eigendom, en de zjjueu namen Hem niet aan. Doch zoovelen als Hem hebben aangenomen, aan h6n heeft Hij macht gegeven om kin deren Gods te wordenaan hen, die in zijnen naam gelooven, die niet uit bloed, noch uit den wil des vleesches, nog uit den wil eens mans, maar uit God geboren zijn. En het Woord is vleesch geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijne glorie gezien, eene glorie als des Eeniggeboren van den Vader), vol van genade en waarheid. FEESTDAG VAN DEN H. STEFHANUS. Les uit de Handelingen der apostelen; VI, 8-10; VII, 54-59. In die dagen deed Stephanus, vol van genade en kracht, wonde ren en groote teekenen onder het volk. Eenigen nu uit de Synagoge, welke genoemd wordt die der Vrij gelatenen en der Cyreneërs en der Alexaudrijneu en dergenen, die van Cilicië en Azië waren, stonden op en hielden twistredenen met Step hanus; doch zij konden aan de wijsheid en den Geest, die sprak, niet wederstaan. Zij nu, dit hoorende, werden ver scheurd in hunne harten en knert- sten met de tanden tegen hem. Daar hij echter vol was van den Heiligen Geest, zag hij, ten hemel starend, de heerlijkheid Gods en Jesus, staande aan Gods rechterhand. En hij zeide: Zie, ik zie de heme len geopend en den Zoon des men schen staande aan de rechterband Gods! Maar zij, met luide stem schreeuwend, stopten hunne ooren en vielen eenparig op hem aan. En zij wierpen hem buiten de stad en 8teenigden hem. En de getuigen legden hunne kleederen neder aan de voeten van een jongen man, die Saulus heette. Zij nu stenigden Step hanus, terwijl hij bad en zeide: Heer Jesus, ontvang mijnen geest! En op zijne knieën vallend, riep hij met luide slemH*er, reken hun deze zonde niet toe! En na dit gezegd te^hebben,^ ontsliep hij in den Heer. Evangelie volgens den H Mattheüs; XXIII, 34-39, In dien tijd sprak Jesus tot de schriflgeleerden en Pharizeën: Zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerdenen van hen zult gij er dooden en kruisigen, en van hen zult gij er geeselen in uwe Synagogen en vervolgen van stad tot stad opdat op u kome al het rechtvaardig bloed van Abel, den rechtvaardigen af, tot het bloed van Zacharias, Barachias' zoon, dien gij gedood hebt uisschen den tempe en het altaar. Voorwaar, Ik zeg u dat alles zal komen op dit geslacht Jeruzalem, Jeruzalem, dat de pro feten doodt en hen steenigt, die tot u gezonden zijn Hoe dikwijls heb Ik uwe kinderen willen vergaderen, gelijk eene hen hare kiekens'ver gadert onder hare vleugelenEn gij liebt niet gewild. Zie, uw huis zal u woest gelaten worden! Want Ik zeg u: gij zult Mij van nu af niet meer zien, totdat gij zeggen zult: Gezegend Hij, die komt in den naam des Heeren! Evangelieverklaring. ZONDAG ONDER HET OCTAAF VAN KERSTMIS. Nog kÜDkea de vreugdegezangen van het Kerstfeest iu onze ooren, nog weergalmt het „vrede op uarde voor de menschen van goeden wil" door onze tempels, en nu hooren wij reeds gaasch audere woorden, nu wordt in het Evangelie tot Maria gezegd dat een zwaard van droef heid hare ziel doorboren zal. Zoo gaat het altijd in deze wereld dagen van vreugde zijn er zoo weinig, en worden zoo spoedig door dageu van droefheid gevolgd. Maria en Joseph hadden volgens het voorschrift der wet Jesus naar den tempel te Jeruzalem gebracht, om daar hun eerstgeborene aan God op te dragen, en vrij te koopen voor het offer der armen, een paar jonge duiven. Toen zij dien heiligen plicht vervuld hadden en den tem pel wilden verlaten, vonden zij daar den grijzen Simeon, die door een ingeving van den H. Geest wist dat hij niet sterven zou vóórdat hij den Christus gezien had, en een prophetes met name Anna, die dag en nacht iu den tempel vertoefde. Simeon jubelde en juichte toen hij Jesus niet alleen mocht zien, maar zelfs in zijn armen mocht dragen. Hij erkende ten aauboorc van allen die daar aanwezig waren het kind Jesus als den beloofden Verlosser, het licht voor zijn volk Israël. Maar zijn hooggestemd loflied ging weldra over in een voorspel ling van het smartelijkst lijden. Heilige blijdschap moest plaats maken voor pijnigende droefheid^ „Zie, zeide de heilige grijsaard zijne woorden tot Maria richtend, „zie Deze is gesteld tot val en op standing van velen in Israël, dat wil zeggen: tot geestelijk heil of onheil van veleD. Maar hoe kou Jesus, gezonden om gansch Israël zielig te maken, voor velen van dat volk ten ondergang wezen? Door hun ongeloof waardoor zij }weiger- den Hem te e» kennen. Dat ongeloof ■»as de oorzaak van hun val en ondergang. De zwakheid en nede righeid van Christus, de armoede en geringheid die Hij Zich had uitgekozen, waren voor zeer velen uit Israëel een struikelblok waar óver zij vielen. Zij ergerden zich aan Hem en weigerden Hem te erkennen en verdienden zoo liet vonnis hunner verwerping. Niet allen eenter verwierpen den uede- rigen Jesus van Nazareth, ^eenigen geloofden en voor hen werd Hij de opstanding. Hun geloof bleek be stand tegen de beproeving die in Jesus armoede en geringheid lag opgesloten en daardoor werd Jesus voor hen het leven en de verrijze nis. Jesus is ook, ging Simeon voort, „een teeken dat weersproken zal worden." Hij die voor alle menschen den toegang tot den hemel kwam openen, Hij vond bijna overal onder zijn volk tegénkautmg en verzet. Hij richtte Zijn koninklijken stan daard op in het midden van een grootendeels ongeloovige wereld. Hij riep zijne volgelingen op om feich aan Zijue zijde te scharen maar velen stelden zich vijandig- tegenover Hem. Voor velen is Zijn kruis een dwaasheid eu een ergenis. dat zij zoo niet door hunne woorden dan toch door hun gedrag weer spreken. „Opdat uit vele harten de gedachteu zich openbaren." God liet toe dat Jesus tegenspraak en vervolging leed opdat duidelijk zou blijken met- welke gezindheic een ieder der Joden den Messias ontviug. Jesus was de proefsteen waaraan elks geloof getoetst war 1 Allen werden gedwongen de geheimen hunner ziel te openbaren zich voor of tegen Hem te ver klaren. Wie Hem beleden werden met zijne hulp Zalig, wie Hem ver wierpen gingen door eigen schulc verloren. Maar ook tot Maria wendde zich Simeon en voegde haar de woorden toe „Ook door uwe eigene ziel zal een zwaard van droefheid gaan." De tegenwerking en vervol ging door Jesus te ouder vinden, zullen als scherpe zwaarden het hart van Marie folteren, de Mes-nas zal niet weersproken worden zonder dat zij lijdt, al wie zich tegen Jesus vijandig toont zal ook haar uit wie Hij geboren is grieven. Een zwaar kruis zoude van nu af reeds op de schouders van Maria gelegd worden, en zij in hooge mate deelen in alles wat het leven van haren goddelijkeu Zoon tot een schier niet onderbrokeu kwelling maakte. Een zwaard zoude door hare ziel gaan. De aard van haar martelaarschap is daarmede aangegeven. Van eeu lichamelijk lijden, van een pijnlijken dood is geen sprake, maar een zielelijden zal haar deel zijn, niet voor een korten tijd, maar van het oogenblik af waarop de woorden van deD heiligen grijsaard tot haar gesproken werden tot aan haar zaligen dood een zielelijden zoo hevig, dat zij met volle rechtdoor de H. Kerk <le Koningin der Mar telaren genoemd wordt. Ook Anna, een heilige vrouw van hoogen leef tijd „loofde den Heer en sprak van Hem (als van den afgebeden Emmanuel) tot allen die Israëls verlooning verwachtten". Uit deze woorden van het Evangelie maken wg met. recht de gevolgtrekking dat die vrome vrouw in Jesus den beloofden Meuias erkende. Maar die erkenning alleen voldeed aan haar minnend hart niet. Wat. de H. Geest haar geleerd had, wilde zij aan anderen mededeelen. Hoe hoog ook in jaren, de laatste dagen die haar nog overbleven wilde zij wijden aan het verkondigen van Israëls hoogen troost. Tot allen die goed gezind waren, die de vertroos ting van Israël verwachten, die een Meuias verwachtten zooals de pro- pbeten Hem voorspeld hadden, tot hen allen sprak zij over het kind Jesus en wat zij in den tempel gehoord en gezien had. Leeren w.ij uit het Evangelie vau dezen Zondag dat Jesus ook voor ons tot vol- of tot opstanding zal zijn, naarmate wij Zijne leer ge volgd of ons daartegen verzet hebben, dat Hij ook de gedachten van onze harten zal openbaren, dat wil zeggen, dat door ons volgen of verlaten vau Jtsus blijken zal hoedanig onze ziel gesteld is, en bidden wij Hem dat Hij toch voor ons nooit een teeken van tegen spraak moge zijn, dat Hij voor ons nooit een aanleiding tot val moge wezen, maar dat Hij voor ons de oorzaak onzer glorievolle verrijzenis, van ons eeuwig geluk moge zijn. (Een Vlaamscbe vertelling 'De gevallen sneeuw, 's morgens nog zoo hagelblank, had bij 't val len van den avond de straten een vuil en droefgeestig uitzicht be zorgd De voorbijgangers; liepen! haastig voort Sommigen waren op getogen, omdat een lekker feestmaal hen thuis wachtte, anderen waren ingetogen, den geest vervuld met de plechtigheid, die zij straks zouden bijwonende geboorte des Verlos sers In den menschelnstroom bewoog- zich ook een kind, omtrent acht ja ren ond, misschien meer, misschien minder, want de afgematte gelaats trekken gaven het gelaat een veel onder voorkomen dan het lichaam in werkelijkheid, scheen te zijn Het knaapje poogde van tijd tot tijd, met zichbare krachtsinspanning het rumoer der menigvuldige en ge ruchtmakende gesprekken te beheer- scihen Het Nieuwsblad!...,,.. Raad pleegt het Nieuwsblad!.Leest! De laatste uitgave!- Maar niemand sloeg eenige a.cht op de kreten van den erbarmelijken kleinen stumperd, verloren in aller vroolijklieid, en het pakje dagbla den verminderde niet in de armen van het kind. Het vervolgde zijn weg, ongevoe lig aan de bekoring, die da rijke en schitterende uitstallingen achter de winkelramen op elk ander kijnd ver wekten. Tocjh onderbrak het eensklaps het weifelende en werktuigelijke gaan Zijn blik rustte met welgevallen op ongewone onverwachte en prachtige speelgoederen Het waren, in groote kartonnen dooziejn, bakkerijen, slage rijen, branderijen, een geheele op- hocping van kunstmatige ejn schijn baar smakelijke voedingsstoffen Lieflijke goudgele broodjes, lekkere koeken, verleidelijke taarten waren hier op den .toog der bakkerij uit gestald daarnaast hingen, aah tin nen haken, hammen, worsten aan de deur der vleeschhouwerijverder in een helder vuur, braadden kippen, eenden, kal koenen en ganzen, vette met truffels toebereide Kerstmis- ganzen. Een groote zucht klom op uit knaapjes borst; pijnlijk getroffen hervatte hij zijn weg, nog moede- lo-czer stiet het zijn kreet uit: Het Nieuwsblad!.Raad pleegt het Nieuwsblad!De laatste uitgave Het gewoel nam stilaan af, de menschen hadden, de eeine voor, de anderen na, de straa.t voor dien dag verlaten, terwijl in de winkels de lichten werden uitgedoofd. Rechts bevond zich in den nacht eene donkere steenmassa, links flik kerden de verlokkende lichten der hotels. Eene zijdeur van het donkere ge bouw, werd geopend en eene groote menigte daalde de trappen afhet H. Middernacht-misoffer Was geëin digd en de kerk ontruimd. Het NieuwsbladRaad pleegt het Nieuwsblad.De laatste uitgave!. Aldus hief hot kind nog jmmer zijn eentonig geroep aan Het weer was guur, een ijskoude wind waaide aan het kruispunt der straten en de menschen stapten in do voorgekomen rijtuigen of snelden weg, de handen diep in de zakken gedompeld Een jonge vrouw echter had eenig mede- ijden en wilde haar geldbeugel te voor-schijn halen, maar hare gezel lin, van rijperen leeftijd, sprak: Laat dit! Het zou voor hem niet wezen Het-is niet noodig, dat de ouders aangemoedigd wordcu Gij hebt gelijk. Maar ik vraag u of er geen© wet zou moeten be staan, ten einde die ouders te ver bieden hunne kinderen op een dei-- gelijk uur nog langs de straten te laten dolen...). En bijl een dergelijk weder! Het is een schande. Een ergernis! Na deze woorden namen de twee vrouwen in de koets plaats. Eene- lachende bende o verschreed het ijzeren hek der kerk en richtte zich naar een nabijgelegen hotel. Het kind volgde deze jonge lie den. Het Nieuwsblad!...).. Het Nieuws, 't Is wel, 't is wel, 't is vol- d oen de, Dan durfde de knaap zeggen, hij durfde het bijna schreeuwen op een toon, waarin de gansche uitdruk king der ontreddering zijne, ledige maag opgesloten lag: Ik heb honger! Dat kennen wijGij hebt in acht dagen niet gegetenzei een der jongelingen. Ehwelbracht Keen schoon) meisje in het midden, g-a zoo voort, best© jongen, dat moet gij reeds lang gewoon zijn Zorgeloos verdween de bende jonge lieden in ee|n sierlijk hotel,, welks deur- achter hen met hevig heid dichtviel Het ijzeren hek der kerk werd ge sloten en liet kind stond verlaten op ,het gaanpad, roerloos, angstig en geheel alleen Het gevoeld© in al zijne ledematen, verkleumd onder de dunne stof van een bijna tot op den draad versle ten kleedingstuk, opeens zulke ver moeidheid Het bespeurde eene rustbank en zette er zich op neer. En, ver van allen, ver van alles, in de smart van zijn verbitterd© en oprechte ziel, peinsde het. Zijn nog maar kort bestaan was niet geschikt, noch in het vericdene, noch in het tegenwoordige), om het liefde tot het leven in te boezemen; Rondom hem niets dan ellende, niets dan ziekte Zijn vader, dien hij nauwelijks gekend heeft, was bezwe ken aan een kw,aal, die hem geen enkel handwerk ter uitoefening ver oorloofde, en hem alleen veel cn lang deed lijden. Zijne moeder, de eenig© vlam, die ooit zijn teeder en minnend liart verwarmde, was tij dens de laatste lente heengegaan, af gesloofd, de wijd opengesperde oogen, tranenvol, met bekommernis gericht op de toekomst van haal- zoon. De snikken, bedwingende, die haar in de keel opwelden, had ziji haar kind aan den jageinden boezem gedrukt. Luister, kleine, zeide zij, ik ga uwi vader halen, daar boven bijl den kleinen Jezus ih een pl aats waar" het zeer warm is, waar men nooit honger heeft, in een heerlijk, zeer schoon land, waar gij ons ook eens zult weervinden. Gij moet dus niet weenen, wanneer gij mij hier niet meer zult zien. En dan moet gijl braaf, zeer braaf zijn, en onderdanig en gehoorzaam aan de buurvrouw..), de goede buurvrouw, .iwaar gij voortaan zult wonen, tot op het oogenblik, dat gij terug bij uw© oud er-s komt..i.. En zij had haar jongen nogmaals omhelsd met de driftjglueid eener onmachtige liefde, de buurvrouw had hem verwijderd van het doods bed, en hij zag zijne moeder nooit meer weer. Sindsdien was hij door de buur vrouw ingenomen, maar deze was ook al niet rijk en om haar het be staan niet onmogelijk te maken, moest hij aan 't werk. 's Avonds, terwijl de oude vrouw zich de orogen terwijl de oude vrouw zich de ooigen bedierf met naaiwerk, ventte hij met dagbladen. En niettegeinstaande dit blijk van moed, vanwege den kleine, ondanks de volharding zijner tweeda moeder, wilde beider broodwinning maar geen genoegzame vruchten af werpen. De dag te voren hadden zij slechts een harde, droge korst brood genuttigd, vandaag a.ten zij ih 't geheel niets. En op de bank bad liet kind, klap pertandend in de nachtelijke stilte, de handen samengevouwen; het be woog bijna onmerkbaar do blauw achtige lippen. Jestus! murmelde het, Jesus, lieve kleine JesUsMoeder zeide mij; eertijds, dat Kerstmisdag .uw feest dag is en dat gij dien dag niets weigert aan bra.vo jongens. Ik, ik ben heel braaf geweest, kleine Jesus. Gij ziet, het is zeer kond en ik heb grooiten honger-, kleine Jesus. O. zulke honger, indien gü wist? (Welnu, nog ben ik op straat. Men zeide mij dagbladen t© verkoopeti. Ik haalde er met een geleende frank. En niemand kocht een blad van mij- OFFICIEELE KERKLIJST UITGAVE VAN DE IN DE EERSTE MIS. IN DE TWEEDE MIS. IN DE DEEDE MIS. 1, 1-14

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 13