Moeder sn Martelares
Een rapport, dat niet
deugt.
Gemengde Buitenlandsche berichten
BINNENLAND.
FtUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
sonen werden strafrechtelijk vervolgd
wegens misdaden of misdrijven, tegen,
182.227 in 1907, het hoogste aantal
dat er nog in een jaar bereikt was^,
Van de vervolgden werden er 135.873
gestraft. Hert grootste aantal vervolg
den, n.l. 103.000, hadden zich schul
dig gemaakt aan openbare dronken
schap en wanordelijkheden. Van de ge
vallen van moord en doodslag, waar
voor een vervolging werd ingesteld,
kwamen er 80 pCt. uit dronkenschap
voort. De 589 gevallen van wreedheid
jegens kinderen waren ook meest daar
van het gevolg. Bij diefstallen bleek
het, dat in 60 pet. 9er gevallen da
bedrijvers niet nuchter waren.
Het nut van het schenen van
haard en snor.
„The Lancet" merkt op, dat „clean-
shaving" (glad scheren), zooals hert in
Engeland veelal geschiedt, een zekere
onvatbaarheid schijnt te geven tegen
verkoudheid en mogelijk ook tegen an
dere ziekten, die door besmettingskie-
men worden overgebracht. De snor
vooral zou tot infectie aanleiding kun
nen geven, omdat zulke kiemen ei- licht
in achter kunnen blijven en een afdoen
de reiniging niet zoo gemakkelijk is.
Naar het schijnt, zijn sommige perso
nen, die veel last van verkoudheden
hadden, door het weghalen van hun
snor en baard daarvan inderdaad voor
goed bevrijd.
Een Frunseh vonnis.
Te Logny, in het departement Orna,
woont 'n vrederechter, die uit z'n anti-
clericale hersenen het volgende vonnis
heeft weten te wringen.
„Overwegende, dat pastoor G. een
stille Mis met luider stemme heeft ge
lezen, en dat de woorden, gewisseld
tusscheu den priester en den misdie
naar een conferentie(!vormen....
„Veroordeelen wij tot 1 franc'boete
en de kosten, pastoor X...."
Hij is getikt, die vrederechter.
Van anti-clericalen waanzin.
Vliegers in dienst van het i
Pool-o nderzo-ek
Geen wetenschappelijke en ook geen
dierlijke vliegers, ofschoon wel vlie
gers met een staart, zijn de bedoelde.
Kapitein Amundsen is n.l. van plan
op zijn Noordpool-expeditie het vol
gend jaar vliegers te gebruiken, aan
welke een man naar boven kan wor
den getrokken. Kapitein Baden.Powell
heeft in den Boer en-oorlog al eens zoo
iets beproefd. Amundsen schijnt met
zijn proeven geheel en al klaar te
wezen. Een Vlieger is echter niet vol
doende om een mensch te dragen en
op te heffen, daarvoor is een samenstel
van zeven Vliegers noodig van uiteen
loopend draagvlak, een nuet een opper
vlakte van 5 M2. De vlieglers zijn ver
vaardigd van bamboe, met katoen of
zijde overspannen. Hiet touw is van
staaldraad ter dikte van een flinke
piano-snaar. Onder aan het Vliegerstel
hangt een mand. Bij oen windsterkte
van 8 M. in de seconde, zijn zes Vlie
gers al voldoende om een mensch tot
800 M. omhoog te doen stijgen. Zeven
vliegers kunnen twee personen tot
450 M. hoogte opheffen. De Vliegers
zullen in het poolgebied natuurlijk voor
allerlei opnemingen kunnen dienen.
Hooreiulievon iu Rome.
In de eeuwige stad werden kortge
leden eenige Amerikaansche dieven ge
arresteerd, die er bijzonder werk van
maakten, hun Rome bezoekende lands
lieden te plunderen. Vooral do exo
tisch uitziende bezoekers van den St.
Pietar, het Colosseum, het Forum, Pa-
latium en de museums werden onder
handen genomen. Met een beleefd
lachje nadert hen een elegante heer,
die zich als Landgenoot voorstelt. Sa
men gaat men dan naar een of ander
café, waar men „gentlemen" van de
zelfde soort treft, men drinkt het eene
glaasje na het andere, en het einde
van het liedje is, dat de goede Ameri
kaan of John Bull in zeer hooge re
gionen zweeft en in het geheel niet
merkt, dat de prettige vriend en te
vens zijn brieventasch verdwenen is.
Niet alleen goede landslieden uit Pemi-
sylvanië liepen er in, maar zelfs gerou
tineerde handelaars uit New-York en
Chicago. De zwendel ging zoover, dat
de nieuwe questor van Rome er zich
mee ging bemoeien. Weldra gelukte
het, het nest uit te roeien. Grooten-
deels waren het personen die zicih ja
ren in de Vereenigde Staten hadden
opgehouden, daar door allerlei oplich
terijen slecht waren geworden, en in
de tuchthuizen de taal van Shake
speare hadden gedeerd. Het mooiste
is, dat het heele gezelschap geduren
de den iaatsten zomer in de mode-bad
plaats van Montevattini vertoefde, waar
ze een prachtig leventje leidden, het
geld op allerlei wijzen verkwistten en
zelfs het gezelschap van gedeputeer
de senatoren en ministers zochten. Ja,
het elegante gauwdievengezelschap had
zelfs de brutaliteit, zich met hun „da
mes" te daten fotografeeren, wat de
ontdekking van hun hoofdkwartier ten
gevolge had.
De wijnoogst in Frankrijk.
Het „Journal officiel" maakt de uit
komsten voor 1909 in de 26 wijnver-
bouwende departementen van Frankrijk
en Algerië openhaar. Ter vermijding
van knoeierij, is de aangifte van da
opbrengst bij de wet van 1907 ver
plicht gesteld. Het totaal beloopt
61.310.000 H.L. De uitkomsten uit eeni
ge departementen, die verleden jaar
om en bij de 2 millioen H.L. hebben
geoogst, zijn liier niet onder begrepen.
In ronde cijfers kan men dus de op
brengst voor Frankrijk en Algerië sa
men op 63 millioen H.L. stellen. In
1907, toen de aangifte voor het eerst
gedaan werd, bedroeg het totaal
66.070.273 H.L. in Frankrijk en 74 mil
lioen H.L. met Algerië mee; in 1908
60.120.903 H.L. en 68 millioen met
Algerië mee. De opbrengst zou dus dit
jaar 5 millioen H.L. minder zijn. Daar
aan den anderen kant de voorraad
bij de wijnboeren, die in 1908 9i/s mil
lioen H.L. bedroeg, tot 6i/» millioen
verminderd is, zijn er nu ongeveer
8 millioen H.L. minder aan dei markt
dan verleden jaar. In verband daar
mede is de prijs van den wijn sedert
October opgeloopen.
Ruskinds graanoogst in 1910.
In het loopende jaar heeft de graan-
export van Rusland een recordcijfer
bereikt; van 1 Jan. tot 17 Oct. j.l.
is 506 millioen poed graan uitgevoerd,
of tweemaal zooveel aLs in het vorige
jaar. Daarbij werden dit jaar goede
prijzen behaald, terwijl anders in goe
de oogstjaren het graan dikwijls bene
den den kostprijs moest worden ver
kocht.
Het herfstseizoen voor den graan
handel is tl Lans ten einde. De aanvoe
ren zijn reeds op een derde vermin
derd. De exporthandel is wel is waar
nog zeer levendig, doch ten uitvoer ko
men in hoofdzaak alleen de voorraden,
welke door de zuidelijke en zuid-oos
telijke spoorwegen niet eerder kondeu
worden vervoerd.
Gedurende de laatste maanden heeft
Rusland in ongeveer 3/4 gedeelte van
de behoefte aan graan in West-Europa,
en wel tegen goede prijzen, voorzien.
Veel is hiertoe bijgedragen door de
Rijksbank, die door het verleenen van
crediet op gemakkelijke voorwaarden
ook de kleine "producenten in staat
stelde eene afwachtende houding aan
te nemen hetgeen eene daling der
graanprijzen voorkomen heeft.
Het winterseizoen Iaat zich voor den
handel zeer goed aanzien.
Volksvoorlichting door de
Socialisten.
Het blijde en vreedzaam stemmende
Kerstteeet, wordt telken jare door de
sociaal democraten in de hoofdstad
aangegrepen om op een woelige ver
gadering de nieuwste exegese van den
Marxistischen bijbel en'teen en ander
over de naderende komst van den
heilstaat door hun leider te hooren
debiteeren. Dit jaar was er weinig stof,
getuige de holle reden, waartoe zich
turger Tioeletra genoodzaakt zag.
„De Stem des Volks" zong een aantal
s ocialistische liederen om wat „wij
ding" aan het koude feest te geveD,
waarbij handig van de christelijke
Een rapport moet den toestand weer
geven, niet de persoonlijke opinie van
den rapporteur.
Dat is een waarheid als een koe,
zal men zeggen!
Zeker, doch deze waarheid wordt toch
niet algemeen in acht genomen, zoo
als duidelijk blijkt uit hert onder-staan
de, dat wij (van de hand des heeren
G. Bulten te Zilk) vinden opgenomen
in het R.-K. Tuinbouwblad, officiëel or
gaan der R.-K. Tuinbouw-werklieden
in de Bloembollenstreek.
Bij Koninklijk Besluit van 20 Juni
1906 weid een Staatscommissie inge
steld met de opdracht een onderzoek
in te stellen
1. naaa- den oeconomischen toestand
der landbouwers in Nederland, mede
in vesrband met verschillende rechts
vormen, onder welke de grond wordt
gebruikt, en
2. omtrent den oeconomischen toe
stand der Jandarbeiders in Nederland,
mede in verband met het klein grond
bezit.
Over het tweede punt heeft de com
missie nog juist na het vertrek naar
Indië van den heer Lovink, in 5 lij
vige boekdoelen haar rapport gepubli
ceerd.
Voor zoover dit de bloembollenteelt
aanbelangt, is dit rapport bewerkt door
den heer ,t. IL Wentholt, bij Kon. Be
sluit van 2 April 1907 in een vaca
ture tot commissielid benoemd. De
heer Wentholt had n.l. te bewerken
het gedeelte van Noord-Holland ten
Zuiden van het Noordzeekanaal, Zuid-
Holland ten Noorden van den Rijm en
■de nieuwe polders in Utrecht.
Van dit gedeelte uit het rapport geef L
„Het Weekblad voor Bloembollencul
tuur" van 10 Dec. 1909 op Mz. 595
e.v. een beknopt overzicht en eenige
lange citaten. Hieruit blijkt reeds- de
groote lezenswaardighead van het rap
port. Maar dat het niet in alle op
zichten juist en zelfs niet van eenzij
digheid vrij is, blijkt evenzeer.
Over het vereenigingsleven geeft het
genoemde orgaan van bloembollencul
tuur een uitvoerig citaat. Ik neem dit
in zijn geheel over, daarbij enkele on
derstrepingen mij veroorlovende:
Het rapport zegt:
„In de streken, waarover dit rapport
handelt, komen enkele arbeiders-var-
eenigingen voor, doch uit de vragen
lijsten is den rapporteur niet gebleken,
dat onder eigenlijke landbouw- of boe
renarbeiders die vereenigingen worden
aangetroffen. In de bloembollenstreek
kent men ze wel en bestaan er
helaas reeds twee: de Algemee-
ne Vereeniging van /Arbeiders in het
"Bloenibollenbedrijf gevestigd te Haar
lem, met de afdeelingen over de ver
schillende plaatsen, en de Vereeniging
„St. Elisabeth", afd. van den R.-K.
Volksbond. Waaruit de behoefte aan
twee vereenigingen voor die streek is
gebleken, is den rapporteur onbe
kend, maai" wel durft hij zeggen, dat
indien men zich streng aan het ar
beidersvraagstuk houdt, aan
twee vereenigingen allerminst be
hoefte bestaat. Bij de oprichting ging
"inderdaad van de eerste vereeniging
eenige kracht uit, maar in de laatste
jaren hoort men van geen vam beiden
meer praten, noch op zedelijk, noch
op organisatorisch gebied. Het een
maal bestaan hebbende orgaan is ver-
b'wenen, en daarmede is schijnbaar ook
h et laatste sprankje levenskracht op
gedroogd.
„Afdeelingen van „Patrimonium" en
van den R.-K. Volksbond worden op
venwhillende plaatsen aangetroffen, b.v.
in Haarlemmermeer, in Hillegom,
in IJ-sse, in Sassenheini, in Voorscho
ten. De invloed »1ezer vereenigingen
niet hot oog op bevordering der stof
felijke welvaart is echter gering te
noemen en is den rapporteur van
hunne daadwerkelijke pogingen te de
zen opzichte weinig bekend. Ndar
het hem voorkomt, is zulks ook wel
bijzonder n >eilijk voor vereenigingen,
die hunne 'den niet alléén recrutee-
58
Rij de volgende zitting der recht
bank Werden 'ie getuigen a de
charge gehoor L
TLumoTid de Smtély was de eerste.
Hij deelde 1 de ziekte verschijn -
3elen mee, die i had waargenomen.
„Hebt ge bij ie behandeling van
den zieke aan vergiftiging gedacht,"
werd hem. gevraagd.
En hij antwoored met do meeste
openhartigheid
„In het begin. ja. Lat was zelfs de
eerste gedachte, die de ziektever
schijnselen in mijn geen deden opko
men. Maar naderhand htb ik bij mij
zelf gezegd, dat dit toci volslagen
oniric gelijk was: dat iu etn zoo, ach
tenswaardige familie ais dj® v&n den
markies de Cypières een van
opzettelijke vergiltiging niet tot de
mogidijkheden gerekend moiht wor
den."
„Zijl gij er bji U^vnwooa-Ls- ge
weest toon dje markies zijn vTju\' be
schuldigde
„Ja, daar was ik bij tfigenwoffljg
ik heb zelfs kunnen opmerken \loo
de achterdocht bij den zieike wort
durend sterke®" werd- Maar ik
ren uit de arbeiders, maar wier sa
menstelling van gemengd.en aard is;
zelfs al is het ledental hoofdzakelijk
uit arbeiders bestaande, dan nog heb
ben de bijkomende omstandigheden bij
het nemen van besluiten veel te veel
invloed en doet het zich menigmaal
voor, dat de beste bedoeling daardoor
wordt miskend.
„Resumeerende mag men dus zeg
gen: dat op enkele uitzonderingen na
het vereenigingsleven alsnog ligt in hert
verschiet, dat hertgeen bestaat beslist
onvoldoende is om daadmerkelijk te
steunen, en dat de coöperatie nog niet
van bert eek en end en, invloed is op de
stoffelijke welvaart der landarbeiders.
Wanneer echter eenmaal de voordeelen
van het vereenigingsleven door de ar
beiders zijn begrepen, "dan gaat het er
mede als met de kweek in hert land,
langéaam gaat het voort om nimmer
te verdwijnen."
Iedere bollen jongen, die dit leest, zal
direct zeggen: dat is een rapporteur,
die 't niet weet en die van eenzijdig
heid in zijn rapport niet is vrij tq
pleiten.
Door een tusschengevoegd „a e-
I a a s" drukt hij er zijn spijt over uit,
dat de z.g. neutrale Bond van bloemist-
werklieden niét meer de eenige orga,-
nisatie is. Hij zegt er bestaan twee
vereenigingen en noemt als tweede de
Vereeniging St. Elisabeth, waarbij hij
blijkbaar onze Haarlemscbe afdeeling
bedoelt.
De rapporteur schijnt dus van den
„Ned. Bond van R. K. Tuinlieden en
Bloemisten" geen kennis te dragon..
Dat hij in dit gedeelte van het rap
port over dingen spreekt, die hij' dood
gewoon niet weet, en waardoor hij' tot
groote onjuistheden komt, blijkt o.m.
ook hieruit, dat hij in Hillegom een
R. IC. Volksbond laat bestaan, ter-wijl
daar- een zuivere R. K. bloemist-werk
lieden „Eensgezindheid" werkt, csn van
de vakafdeelingen in den R. K. Volks
bond elders geen begrip schijnt te heb
ben.
Voorts acht de rapporteur de heer
Wentholt, indertijd voorzitter van de
Algemeen© Vereeniging voor Bloembol
lencultuur, het laatste sprankje levens
kracht der organisatie opgedroogd met
het verdwijnen van het eenmaal be
staand hebbende orgaan der neutrale
organisatie. De rapporteur bedoelt hier
natuurlijk „De Propagandist", die door
zijn socialistische tendenzen zeer zeker
het afsterven der in 't begin meer be-
teekenende neutrale organisatie "heeft
verhaast.
Dat blad is een der doorslaande be
wijzen, dat nooit een flinke, krachtige
vereeniging opgericht en in stand, ge
houden kan warden, als mem tracht,
allen onder één hoedje te vangen, on
der liet hoedje der neutraliteit.
Ik zal op dit punt niet doorgaan,
maar ben toch zoo vrij te verwijzen
naar het artikel „Organisatie in
het Bloembollen vak" welke bij
drage ik in „het Katholiek Sociaal
Weekblad" van 3 Sept. 1904 blz. 922
e.v. publiceerde.
Merkwaardig is, dat aan den Rap
porteur geheel is voorbij gegaan, en
dat ia in een Rapporteur en in een
kenner van toestanden in, het Bloem-
bollenvak wel zeer opvallend, dat liet
„Ned. R. K. Tuinbouwblad" reeds zijn
5en jaargang beleeft.
Men hoort van de vereenigingen wei
nig meer praten, zegt het rapport.
Maar waar het rapport besluiten o.a.
van de Patiroonsvereeniging' te Hillegom
aanhaalt, moest het toch de oorzaak
van die besluiten, in dit geval de ar
beidersvereenigingen, en van deze
zeker niet de Katholieke arbeidersver-
eeniging te vergeten, kennen.
Maar dat gaat den rapporteur alweer
voorbij. Op zedelijk werk, op organisa
torisch gebied en ook voor bevordering
van stoffelijke belangen is er niets of
weinig van arbeidersvereenigingen te
bespeuren.
Dus de loonactie dei- R. K. Arbei
dersvereenigingen, de enquête naar
vrouwenarbeid door alweer de R. K.
Arbeidersvereenigingen gehouden, het
onderzoek naar het landbouwverlof in
gevolge art. 13 der Leerplichtwet, al
weer ingesteld door de R. K. Arbei-
dersvereeniging, en waarover diezelfde
ook .de antwoorden van mijn nicht
gehoerd, waaruit zoo gJash.elder
bleek, dat zij niets begreep van de
verdenking, die haar echtgenoot te
gen haar voedde- Ik heb haar eer
lijke oogen gezien, die ze- altijd even
open en trouw naar ieder opsloeg
N ooit jhab ik haar in de verwarring
gezien, die de misdaad zoo licht ver
oor zaakL"
„De markies heeft u in zijn brief
beschuldigd van medeplichtig to zijn
aan de gepleegde misdaad," ging de
president voert. „Rij' gebrek aan be
wijs heeft do rechter intusschen uwe
akte van invrijteidssteiling moeitejn
t-ee kenen."
„klaar dat wats geen gewoon amb
telijk stuk," liet advocaat Aubry
zich hooren. „Zijn onschuld ein recht
schapmheid worden er formeel in
erkend, en de acte lijkt bijna een. ver
ontschuldiging voor de betreurens
waardige dwaling waarvan hij een
ocgenblik het slachtoffer is ge
weest,"
Koon, kom, een verontschuldi
ging," sprak de procureur-generaal
bijna spottend.
„Met verlof van den president zal
ik het stuk even voorlezen," hernam
de advocaat, „de heeren gezworenen
zullen dan erkennen dat ik gelijk
had."
En met heldere, duidelijke stem las
hij de akte voor, in het bijzonder
den nadruk liggend op die zinsne
den waarin over Eiaymcnd de Sin-
Ned, Bond van R:. KI Tuinlieden en
Bloemisten een uitvoerig en in, de bla
den luim besproken rapport uitbrach
ten, de krachtige medehulp door R. K.
Arbeidersvereenigingen aan de tot stand
koming van tuinbouwcursussen, de op
meerdere plaatsen goed geslaagde ten
toonstellingen van in de kamer ge-
kweekte bolgewassen door arbeiders,
met en heLaas ook zonder medewer
king van patroons, dat alles en veel
meer nog bestaat heel eenvoudig niet
voor den Rapporteur, het is onbe-
ke nd. Maar aan een Rapporteur mo
gen zulke zaken en feiten, die zoo pu
bliek behandeld zijn, niet onbekend we
zen.
En als bij er kennis van genoment
had, dan zou in zijn pen gebleven
zijn, dat aan twee vereenigingen al
lerminst behoefte is als men zich
streng aan het arbeidersvraag
stuk houdt.
Dat arb eid er s vra a'gs tuk is in
zich oorzaak dat er niet een neutrale
vereeniging alleen kan zijn, want dan
gaat de oplossing in socialistische rich
ting. Het arbeidersvraagstuk houdt in
nig verband met godsdienstige en zede
lijke motieven, terwijl de oeconomische
redenen bovendien meespreken.
De Rapporteur heeft natuurlijk een
begrip over het arbeidersvraagstuk,
maar zijn begrip is nog niet het be
grip, de eenig gangbare gedachte.
Het komt mij voor, dat dit gedeel
te van het rapport, aldus critisch ge
lezen, zeer eenzijdig zal blijken. Het
staat doodgewoon mert den rug naar de
Christelijke vakorganisatie.
En dat de Rapporteur zich nog al
sterk interesseert voor neutraliteit,
blijkt uit het volgende citaat:
„Zoo zijn b.v. in de bloembollen
streek arbeiders, die goed lezen en
schrijven kunnen, aangewezen voor
liet. aangenamere lichte werk, terwijl
de analphabeten in de eerste plaats
in aanmerking komen voor den, zwa-
ren groven arbeid.
„Deze algemeene vooruitgang en
verstandelijke ontwikkeling is verkre
gen, dank zij de gewone openbare
school; moge de toekomst leerendat
de tegenwoordig sterk neerschende
meening ten gunste van de bijzondere
inrichtingen van onderwijs, onze lan
delijke bevolking mede in dit opzicht
vooruit 'helpt."
Ik zal niet verder commentarieeren.
Wellicht dat ik nog gelegenheid vind,
nader op dit rapport terug te komen.
Voor het ©ogenblik meen ik wel te
mogen zeggen: het rapport leert over
de onderwerpen uit het aangehaalde
gedeelte wel hoe de heer Wentholt
er over denkt, maar niet hoe het nu
werkelijk ten dezen geschapen is. En
dat is toch het doel. Het rappoijt deugS:
op dit stuk absoluut niet.
Aan den dood ontsnapt.
Bij de vele verhalen van wonderda
dige redding tijdens de scheepsramp
in Straat Riouw, komt nu nog het
volgende, medegedeeld door de „Sin
gapore Free Press".
De heer Francis Rodrigues en zijn
twee dochters, die vermoed werden om
gekomen te zijn bij de scheepsramp
van „La Seyne" zijn in goeden wel
stand aangekomen met het stoomschip
„Koningin Wilhelmina". Hun redding
was te danken aan een droom.' De heer
Rodrigues had op „La Seyne" passage
besproken voor zichzelf, twee dochters,
een baboe en een Chineesche kok. Den
nacht vóór het vertrek van „La Seyne"
had hij echter een droom, waarin zijn
eerste vrouw aan hem verscheen en
die hem waarschuwde niet op de „Sey
ne" de reis te maken. Wilde hij het
toch doen, dan verbood zij ham haar
twee dochters mede te nemen. Den
volgenden morgen vertelde hij zijn te
genwoordige vrouw wat hij gedroomd
had en zei de twee bedienden ook
maar een boot over te blijven. Doch
deze twee wilden niet hooren, gingen
met „La Seyne" mee en verloren het
leven. De heer Rodrigues geloofde zoo,
sterk in zijn droom dat hij er niet.
tegen opzag 15 pCt. van de passage
te verliezen (welke aan de maatschap-
tély's vlekkeloos leven gesproken
had.;
„Mij dunkt dat het voor een be
klaagde al moeilijk vleiender en gun
stiger kan luiden," besloo-t Aubry".
Op het gelaat der gezworenen kooi
men duidelijk lezen, dat zij het allen
met- den advocaat volkomen eens wa
ren
„De markies de Cypières heeft mij
beschuldigd," zoo ging Raymond nu
verder, „maar de vreeselijke ziekte
waaraan hij leed. bracht hem er toe
bijna voortdurend argwaan te koeste
ren tegen iedereen in zijn omgeving.
Bovendien was de markies uit zijn
aard reeds ergdenl-cend. Als genees
heer was ik herhaaldelijk gedwongen
hem tegen te spreken. En wat ik op
zijh vragen antwoordde, antwoorden
moest, was niet altijd even vleiend
voer hem."
„Hoe bedoelt u dat?"
„Hij beraidde zijn echtgenoote,
schoon hij haar liefhad en vereerde,
toch een waar martelaarschap door
zijn voortdurende achterdocht."
„Maar Raymond" viel Madeleine
hem op smeekenden toon im de rede.
De geneesheer scheen haar niet te
hoeren. Hij ging voort „Dikwijls,
als ik zoo openhartig mijn meening
gezegd had. was de markies zeer boos
op mij."
„En wat deed u dan
„Meermalen verzocht ik hem drin
gend, zich door een anderen genees
heer te laten behandelen."
pij vervallen, ingeval de reis niet door
gaat) liever dan de reis met „La Sey
ne" te doen.
Cook do bedrieger.
Nadere berichten uit Kopenhagen
moeten nu toch wel doen ge too ven,
dat dr. Cook niet veel meer is dan
een handige oplichter.
De voorzitter der Cook-commi&sie,
prof. Strömgren en het oudste lid, com
mandant Holm, zijn volkomen eenstem
mig in hun oordeel over de Cook-ca-
tastrophe, en zij spreken het onom
wonden uit, dat zij hem voor een be
drieger aanzien.
De gezamenlijke commissie-leden
hebben van den eersten, dag af, dat zij
zich tot het z.g. onderzoek zetten, de
overtuiging gekregen, dat hert „materi
aal" gewoon maakwerk is, en althans
niet de minste wetenschappelijke waar
de bezit. „Observaties" waren er in
het geheel niet bij te vinden. Hiet leek
de uitkomst vau een rekensom zonder
de berekening.
De astronomische deskundigen der
commissie hebben dan ook bij het „on
derzoek" geen diensten behoeven te.
bewijzen.
Cook heeft niets anders genoteerd,
dan dat hij op dezen of genen dag zus,
of zoo ver was gekomen, en op dien
dag zooveel mijlen had afgelegd, enz.
De afstanden mat hij door middel van
een schredenteller, die om den hals
van een der honden werd gehangen.
In de poolstreken, waar men geen vas
ten grond ondèr de voeten heeft, is
deze manier van afstandmeten echter
absoluut ondeugdelijk. Cook deelt ove
rigens nergens mede, hoe hij de waar
neming van den afstand deed; ofschoon
hij er wel voor zorgde, dat de cijfers
van de afstanden met zijn „observaties"
klopten. Het geheel is zoo kinderlijk,
dus getuigen de vakmannen., dat men
de zaak onmogelijk ernstig nemen kan.
De astronomie-proiessor Strömgen had
zooals bekend, met dr. Cook tijdens
zijn verblijf in Kopenhagen een onder
houd. Dr. Cook beantwoordde toen kort
en precies de hem voorgelegde vra
gen; maar het bleek toen reeds, dat
Cook geen diepgaande kennis der
astronomie bezit, en zelfs niet bijzon
der ontwikkeld is
Cook's secretaris, de heer Lonsdale,
verklaart, tot nu toe in Cook geloofd
te hebben. Zijn gedragingen ten zij
nen opzichte waren als van een com
pleet gentleman. Wat hert origineel der
dagboeken betreft, Cook had aanvanke
lijk de bedoeling dit ook aan Lonsdale
mede te geven. Maar door een
blijkbaar gefantaseerd bericht werd
Cook beangst, en besloot tot de „krijgs
list" om Lonsdale slechts de afschriften
mee te geven. Mevr. Cook zou later
de tcchte manuscripten naar Europa
brengen. Natuurlijk wacht de heer
Lonsdale nog op dé documenten.
Dr. Cook heeft overigens den lieer
Lonsdale voor diens vertrek meege
deeld, dat hij (Cook) en zijn echtgenoo-
te, beiden langs verschillende wegen
naar Europazouden reizen. Hij zelf
zou in Frankrijk landen. D,e lieer Lons
dale heeft inmiddels een brief "van tlr.
Cook ontvangen, met het poststempel
van Marseille, gedateerd 14 December
1909. Hoogstwaarschijnlijk heeft Cook
deze maatregelen getroffen om nu in
alle stilte te kunnen verdwijnen. Het
is niet onwaarschijnlijk, dat hij zich
van Marseille naar de een of andere
haven buiten Europa zal laten bren
gen -oi imssëmen „streng incognito'" er
gens in ,een Europeesche groot-stad
vertoeft.
De doctor heeft immers geld genoeg
ter beschikking. Een Ncw-Yorksche
voordrachten-agentschap moet hem een
voorschot van 50.000 pond sterling heb
ben gegeven. De uitgeversfirma's ko
men -er beter af. Zij hadden wel voor
schot willen geven, maar onder beding,
dat eerst de observaties worden over
gelegd -of op andere wijze dr. Cook's
bewering werd bewezen. Die voorzich-
tigheid-smaatr-egel heeft deze fiima's
voor niet geringe schade gevrijwaard.
Drankzucht en mlsdhad. i
De gerechtelijke statistiek van Schot
land over 1908 toont weer eens het
nauwe v-erband tusschen drankzucht en
misdaad aan. In 't geheel 179.904 per-
„En gaf hij aan dit verzoek geen
gehoor
„Nooit- Hij scheen groot vertrou
wen te hebben in mijn geneeskundig©
kennis en ik mocht mij steeds ver
heugen in zijn onbegrensde hoogach
ting,"
Wanneer lie-bt u het eerst de
vCTgiftigingsversehijnselen opge
merkt
„Bij de eerste crisis na 'het herstel
van den markies."
„En wat hebt u toen gedaan om
zekerheid te hebben'?"
„Ik heb persoonlijk bijna voortdu
rend den zieke opgepast. Hij ver
klaarde een vrouw, dié hij' voor Mar
deleine gehouden had, mi dden in den
nacht aan zijn bed te hebben gezien.
En de vreesdijke pijnen waxetn geko
men nadat zij hein had laten drin
ken. In d,ie periode van zijtn ziekte
had de markies geen koorts meer,
en hij had nooit ernstig aan zinsbe
goocheling geleden. Wanneer hij; dus
verklaarde een vrouw aan zijn bed
gezien te hebben, moeten wij aanne
men dat er ock werkelijk een vrouw
aan zijn bed geweest was. Doe vrouw
droeg echter een manteltje met open-
staanden kraag, die haar hoofd bijna
geheel verborg, ön in de halve duis
ternis .van het ziekenvertrek, dat
door een nachtlichtje maar even ver
licht werd. heeft hij de gelaatstrek
ken dier vrouw onmogelijk kunnen
kerkennen. Ook haar stem heeft hij
niet duidelijk gehoord.
„Zijt g-ij het, Madeleine," had de
markies gevraagd.
En de vrouw had toen op zeer
zaehten toon geantwoord: „Ja, ik
ben het. Drink eens"
„Anders was er niets gebeurd."
„Hoe weet gij al die bijzonderhe
den," vroeg de- president.
„Toen de markies overtuigd was
dat hij zich vergist en Madeleine
valsehëlijk beschuldigd had en begon
te overdenken wie dan toch de gift-
m engs ter geweest kon zijn heeft hij
mij alles heel nauwkeurig verteld.,
„Zijt gij de eenige, dien de zieke
in zijn vertrouwen genomen heeft?"
„Neen, ook aan mijn broeder heeft
hij dit alles meegedeeld, en onge
lukkig zelfs ook no-g iets, dat hij mij
niet gezegd heeft.,
Wat dan
„Den naam van de gift-meggster.
Maar mijn broeder is priester en zijn
lippen zijn verzegeld door het ge
heim der biecht. iWat mij zelf be
treft, overtuigd als ik was dat mijn
nicht de misdaad niet gepleegd had,
maar ook dat de markies de Cypières
zich de zaak maar niet had verbeeld,
ben ik aan het hoofdeinde van zijn
bed gaan zitten, vastbesloten de mis
dadigster te ontdekken."
„En zijt g© daar dan niet in ge
slaagd
„Den eersten nacht heb ik gpen
ocgenblik geslapen, maar toen kwam
er niemand. Den tweeden avond was
ik echter, na een buitenge won© druk
ken dag, ©ven ingeslapen, uitgeput
als ik was van vermoeienis. En teen
moet er iemand langs mij heen ge
gaan zijn, die zelfs mijn kleenen aan
raakte."
In de ruime zaal had men op dit
ocgenblik een speld kunnen hooren
vallen. Niemand twijfelde aan de
oprechtheid van dezen getuige.
„Eer ik goed wakker was," ging
Rajmond voort, „waren er- echter
eenige minuten verloopen. En toen
ik in de kamer rondkeek, was ei'
niemand te zien. Eeln blik op den
zieke overtuigde mij echter dat ik
mij niet vergist had. -Men had den
markies laten drinken; er vloeide
nog een druppel langs zijh wang."
„Op welken datum is dit alles
gebeurd," vroeg een der gezworene,
„In den nacht vain den 7en op
den 8sten ApriL"
„En de vicomtesse de Miondragon
is den tienden te Parijs aangekomen,
nietwaar
„Ja, den tienden," antwoordde de
procureur-generaal.
Clara de Mondragon en Clemens
Gaube, die naast elkander zaten op
do getuigenbank, bleven onbeweeg
lijk als standbeelden.
Wordt vervolgd).