Moeder sn Martelares Een rapport, dat niet deugt. Gemengde Buitenlandsche berichten BINNENLAND. FtUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT sonen werden strafrechtelijk vervolgd wegens misdaden of misdrijven, tegen, 182.227 in 1907, het hoogste aantal dat er nog in een jaar bereikt was^, Van de vervolgden werden er 135.873 gestraft. Hert grootste aantal vervolg den, n.l. 103.000, hadden zich schul dig gemaakt aan openbare dronken schap en wanordelijkheden. Van de ge vallen van moord en doodslag, waar voor een vervolging werd ingesteld, kwamen er 80 pCt. uit dronkenschap voort. De 589 gevallen van wreedheid jegens kinderen waren ook meest daar van het gevolg. Bij diefstallen bleek het, dat in 60 pet. 9er gevallen da bedrijvers niet nuchter waren. Het nut van het schenen van haard en snor. „The Lancet" merkt op, dat „clean- shaving" (glad scheren), zooals hert in Engeland veelal geschiedt, een zekere onvatbaarheid schijnt te geven tegen verkoudheid en mogelijk ook tegen an dere ziekten, die door besmettingskie- men worden overgebracht. De snor vooral zou tot infectie aanleiding kun nen geven, omdat zulke kiemen ei- licht in achter kunnen blijven en een afdoen de reiniging niet zoo gemakkelijk is. Naar het schijnt, zijn sommige perso nen, die veel last van verkoudheden hadden, door het weghalen van hun snor en baard daarvan inderdaad voor goed bevrijd. Een Frunseh vonnis. Te Logny, in het departement Orna, woont 'n vrederechter, die uit z'n anti- clericale hersenen het volgende vonnis heeft weten te wringen. „Overwegende, dat pastoor G. een stille Mis met luider stemme heeft ge lezen, en dat de woorden, gewisseld tusscheu den priester en den misdie naar een conferentie(!vormen.... „Veroordeelen wij tot 1 franc'boete en de kosten, pastoor X...." Hij is getikt, die vrederechter. Van anti-clericalen waanzin. Vliegers in dienst van het i Pool-o nderzo-ek Geen wetenschappelijke en ook geen dierlijke vliegers, ofschoon wel vlie gers met een staart, zijn de bedoelde. Kapitein Amundsen is n.l. van plan op zijn Noordpool-expeditie het vol gend jaar vliegers te gebruiken, aan welke een man naar boven kan wor den getrokken. Kapitein Baden.Powell heeft in den Boer en-oorlog al eens zoo iets beproefd. Amundsen schijnt met zijn proeven geheel en al klaar te wezen. Een Vlieger is echter niet vol doende om een mensch te dragen en op te heffen, daarvoor is een samenstel van zeven Vliegers noodig van uiteen loopend draagvlak, een nuet een opper vlakte van 5 M2. De vlieglers zijn ver vaardigd van bamboe, met katoen of zijde overspannen. Hiet touw is van staaldraad ter dikte van een flinke piano-snaar. Onder aan het Vliegerstel hangt een mand. Bij oen windsterkte van 8 M. in de seconde, zijn zes Vlie gers al voldoende om een mensch tot 800 M. omhoog te doen stijgen. Zeven vliegers kunnen twee personen tot 450 M. hoogte opheffen. De Vliegers zullen in het poolgebied natuurlijk voor allerlei opnemingen kunnen dienen. Hooreiulievon iu Rome. In de eeuwige stad werden kortge leden eenige Amerikaansche dieven ge arresteerd, die er bijzonder werk van maakten, hun Rome bezoekende lands lieden te plunderen. Vooral do exo tisch uitziende bezoekers van den St. Pietar, het Colosseum, het Forum, Pa- latium en de museums werden onder handen genomen. Met een beleefd lachje nadert hen een elegante heer, die zich als Landgenoot voorstelt. Sa men gaat men dan naar een of ander café, waar men „gentlemen" van de zelfde soort treft, men drinkt het eene glaasje na het andere, en het einde van het liedje is, dat de goede Ameri kaan of John Bull in zeer hooge re gionen zweeft en in het geheel niet merkt, dat de prettige vriend en te vens zijn brieventasch verdwenen is. Niet alleen goede landslieden uit Pemi- sylvanië liepen er in, maar zelfs gerou tineerde handelaars uit New-York en Chicago. De zwendel ging zoover, dat de nieuwe questor van Rome er zich mee ging bemoeien. Weldra gelukte het, het nest uit te roeien. Grooten- deels waren het personen die zicih ja ren in de Vereenigde Staten hadden opgehouden, daar door allerlei oplich terijen slecht waren geworden, en in de tuchthuizen de taal van Shake speare hadden gedeerd. Het mooiste is, dat het heele gezelschap geduren de den iaatsten zomer in de mode-bad plaats van Montevattini vertoefde, waar ze een prachtig leventje leidden, het geld op allerlei wijzen verkwistten en zelfs het gezelschap van gedeputeer de senatoren en ministers zochten. Ja, het elegante gauwdievengezelschap had zelfs de brutaliteit, zich met hun „da mes" te daten fotografeeren, wat de ontdekking van hun hoofdkwartier ten gevolge had. De wijnoogst in Frankrijk. Het „Journal officiel" maakt de uit komsten voor 1909 in de 26 wijnver- bouwende departementen van Frankrijk en Algerië openhaar. Ter vermijding van knoeierij, is de aangifte van da opbrengst bij de wet van 1907 ver plicht gesteld. Het totaal beloopt 61.310.000 H.L. De uitkomsten uit eeni ge departementen, die verleden jaar om en bij de 2 millioen H.L. hebben geoogst, zijn liier niet onder begrepen. In ronde cijfers kan men dus de op brengst voor Frankrijk en Algerië sa men op 63 millioen H.L. stellen. In 1907, toen de aangifte voor het eerst gedaan werd, bedroeg het totaal 66.070.273 H.L. in Frankrijk en 74 mil lioen H.L. met Algerië mee; in 1908 60.120.903 H.L. en 68 millioen met Algerië mee. De opbrengst zou dus dit jaar 5 millioen H.L. minder zijn. Daar aan den anderen kant de voorraad bij de wijnboeren, die in 1908 9i/s mil lioen H.L. bedroeg, tot 6i/» millioen verminderd is, zijn er nu ongeveer 8 millioen H.L. minder aan dei markt dan verleden jaar. In verband daar mede is de prijs van den wijn sedert October opgeloopen. Ruskinds graanoogst in 1910. In het loopende jaar heeft de graan- export van Rusland een recordcijfer bereikt; van 1 Jan. tot 17 Oct. j.l. is 506 millioen poed graan uitgevoerd, of tweemaal zooveel aLs in het vorige jaar. Daarbij werden dit jaar goede prijzen behaald, terwijl anders in goe de oogstjaren het graan dikwijls bene den den kostprijs moest worden ver kocht. Het herfstseizoen voor den graan handel is tl Lans ten einde. De aanvoe ren zijn reeds op een derde vermin derd. De exporthandel is wel is waar nog zeer levendig, doch ten uitvoer ko men in hoofdzaak alleen de voorraden, welke door de zuidelijke en zuid-oos telijke spoorwegen niet eerder kondeu worden vervoerd. Gedurende de laatste maanden heeft Rusland in ongeveer 3/4 gedeelte van de behoefte aan graan in West-Europa, en wel tegen goede prijzen, voorzien. Veel is hiertoe bijgedragen door de Rijksbank, die door het verleenen van crediet op gemakkelijke voorwaarden ook de kleine "producenten in staat stelde eene afwachtende houding aan te nemen hetgeen eene daling der graanprijzen voorkomen heeft. Het winterseizoen Iaat zich voor den handel zeer goed aanzien. Volksvoorlichting door de Socialisten. Het blijde en vreedzaam stemmende Kerstteeet, wordt telken jare door de sociaal democraten in de hoofdstad aangegrepen om op een woelige ver gadering de nieuwste exegese van den Marxistischen bijbel en'teen en ander over de naderende komst van den heilstaat door hun leider te hooren debiteeren. Dit jaar was er weinig stof, getuige de holle reden, waartoe zich turger Tioeletra genoodzaakt zag. „De Stem des Volks" zong een aantal s ocialistische liederen om wat „wij ding" aan het koude feest te geveD, waarbij handig van de christelijke Een rapport moet den toestand weer geven, niet de persoonlijke opinie van den rapporteur. Dat is een waarheid als een koe, zal men zeggen! Zeker, doch deze waarheid wordt toch niet algemeen in acht genomen, zoo als duidelijk blijkt uit hert onder-staan de, dat wij (van de hand des heeren G. Bulten te Zilk) vinden opgenomen in het R.-K. Tuinbouwblad, officiëel or gaan der R.-K. Tuinbouw-werklieden in de Bloembollenstreek. Bij Koninklijk Besluit van 20 Juni 1906 weid een Staatscommissie inge steld met de opdracht een onderzoek in te stellen 1. naaa- den oeconomischen toestand der landbouwers in Nederland, mede in vesrband met verschillende rechts vormen, onder welke de grond wordt gebruikt, en 2. omtrent den oeconomischen toe stand der Jandarbeiders in Nederland, mede in verband met het klein grond bezit. Over het tweede punt heeft de com missie nog juist na het vertrek naar Indië van den heer Lovink, in 5 lij vige boekdoelen haar rapport gepubli ceerd. Voor zoover dit de bloembollenteelt aanbelangt, is dit rapport bewerkt door den heer ,t. IL Wentholt, bij Kon. Be sluit van 2 April 1907 in een vaca ture tot commissielid benoemd. De heer Wentholt had n.l. te bewerken het gedeelte van Noord-Holland ten Zuiden van het Noordzeekanaal, Zuid- Holland ten Noorden van den Rijm en ■de nieuwe polders in Utrecht. Van dit gedeelte uit het rapport geef L „Het Weekblad voor Bloembollencul tuur" van 10 Dec. 1909 op Mz. 595 e.v. een beknopt overzicht en eenige lange citaten. Hieruit blijkt reeds- de groote lezenswaardighead van het rap port. Maar dat het niet in alle op zichten juist en zelfs niet van eenzij digheid vrij is, blijkt evenzeer. Over het vereenigingsleven geeft het genoemde orgaan van bloembollencul tuur een uitvoerig citaat. Ik neem dit in zijn geheel over, daarbij enkele on derstrepingen mij veroorlovende: Het rapport zegt: „In de streken, waarover dit rapport handelt, komen enkele arbeiders-var- eenigingen voor, doch uit de vragen lijsten is den rapporteur niet gebleken, dat onder eigenlijke landbouw- of boe renarbeiders die vereenigingen worden aangetroffen. In de bloembollenstreek kent men ze wel en bestaan er helaas reeds twee: de Algemee- ne Vereeniging van /Arbeiders in het "Bloenibollenbedrijf gevestigd te Haar lem, met de afdeelingen over de ver schillende plaatsen, en de Vereeniging „St. Elisabeth", afd. van den R.-K. Volksbond. Waaruit de behoefte aan twee vereenigingen voor die streek is gebleken, is den rapporteur onbe kend, maai" wel durft hij zeggen, dat indien men zich streng aan het ar beidersvraagstuk houdt, aan twee vereenigingen allerminst be hoefte bestaat. Bij de oprichting ging "inderdaad van de eerste vereeniging eenige kracht uit, maar in de laatste jaren hoort men van geen vam beiden meer praten, noch op zedelijk, noch op organisatorisch gebied. Het een maal bestaan hebbende orgaan is ver- b'wenen, en daarmede is schijnbaar ook h et laatste sprankje levenskracht op gedroogd. „Afdeelingen van „Patrimonium" en van den R.-K. Volksbond worden op venwhillende plaatsen aangetroffen, b.v. in Haarlemmermeer, in Hillegom, in IJ-sse, in Sassenheini, in Voorscho ten. De invloed »1ezer vereenigingen niet hot oog op bevordering der stof felijke welvaart is echter gering te noemen en is den rapporteur van hunne daadwerkelijke pogingen te de zen opzichte weinig bekend. Ndar het hem voorkomt, is zulks ook wel bijzonder n >eilijk voor vereenigingen, die hunne 'den niet alléén recrutee- 58 Rij de volgende zitting der recht bank Werden 'ie getuigen a de charge gehoor L TLumoTid de Smtély was de eerste. Hij deelde 1 de ziekte verschijn - 3elen mee, die i had waargenomen. „Hebt ge bij ie behandeling van den zieke aan vergiftiging gedacht," werd hem. gevraagd. En hij antwoored met do meeste openhartigheid „In het begin. ja. Lat was zelfs de eerste gedachte, die de ziektever schijnselen in mijn geen deden opko men. Maar naderhand htb ik bij mij zelf gezegd, dat dit toci volslagen oniric gelijk was: dat iu etn zoo, ach tenswaardige familie ais dj® v&n den markies de Cypières een van opzettelijke vergiltiging niet tot de mogidijkheden gerekend moiht wor den." „Zijl gij er bji U^vnwooa-Ls- ge weest toon dje markies zijn vTju\' be schuldigde „Ja, daar was ik bij tfigenwoffljg ik heb zelfs kunnen opmerken \loo de achterdocht bij den zieike wort durend sterke®" werd- Maar ik ren uit de arbeiders, maar wier sa menstelling van gemengd.en aard is; zelfs al is het ledental hoofdzakelijk uit arbeiders bestaande, dan nog heb ben de bijkomende omstandigheden bij het nemen van besluiten veel te veel invloed en doet het zich menigmaal voor, dat de beste bedoeling daardoor wordt miskend. „Resumeerende mag men dus zeg gen: dat op enkele uitzonderingen na het vereenigingsleven alsnog ligt in hert verschiet, dat hertgeen bestaat beslist onvoldoende is om daadmerkelijk te steunen, en dat de coöperatie nog niet van bert eek en end en, invloed is op de stoffelijke welvaart der landarbeiders. Wanneer echter eenmaal de voordeelen van het vereenigingsleven door de ar beiders zijn begrepen, "dan gaat het er mede als met de kweek in hert land, langéaam gaat het voort om nimmer te verdwijnen." Iedere bollen jongen, die dit leest, zal direct zeggen: dat is een rapporteur, die 't niet weet en die van eenzijdig heid in zijn rapport niet is vrij tq pleiten. Door een tusschengevoegd „a e- I a a s" drukt hij er zijn spijt over uit, dat de z.g. neutrale Bond van bloemist- werklieden niét meer de eenige orga,- nisatie is. Hij zegt er bestaan twee vereenigingen en noemt als tweede de Vereeniging St. Elisabeth, waarbij hij blijkbaar onze Haarlemscbe afdeeling bedoelt. De rapporteur schijnt dus van den „Ned. Bond van R. K. Tuinlieden en Bloemisten" geen kennis te dragon.. Dat hij in dit gedeelte van het rap port over dingen spreekt, die hij' dood gewoon niet weet, en waardoor hij' tot groote onjuistheden komt, blijkt o.m. ook hieruit, dat hij in Hillegom een R. IC. Volksbond laat bestaan, ter-wijl daar- een zuivere R. K. bloemist-werk lieden „Eensgezindheid" werkt, csn van de vakafdeelingen in den R. K. Volks bond elders geen begrip schijnt te heb ben. Voorts acht de rapporteur de heer Wentholt, indertijd voorzitter van de Algemeen© Vereeniging voor Bloembol lencultuur, het laatste sprankje levens kracht der organisatie opgedroogd met het verdwijnen van het eenmaal be staand hebbende orgaan der neutrale organisatie. De rapporteur bedoelt hier natuurlijk „De Propagandist", die door zijn socialistische tendenzen zeer zeker het afsterven der in 't begin meer be- teekenende neutrale organisatie "heeft verhaast. Dat blad is een der doorslaande be wijzen, dat nooit een flinke, krachtige vereeniging opgericht en in stand, ge houden kan warden, als mem tracht, allen onder één hoedje te vangen, on der liet hoedje der neutraliteit. Ik zal op dit punt niet doorgaan, maar ben toch zoo vrij te verwijzen naar het artikel „Organisatie in het Bloembollen vak" welke bij drage ik in „het Katholiek Sociaal Weekblad" van 3 Sept. 1904 blz. 922 e.v. publiceerde. Merkwaardig is, dat aan den Rap porteur geheel is voorbij gegaan, en dat ia in een Rapporteur en in een kenner van toestanden in, het Bloem- bollenvak wel zeer opvallend, dat liet „Ned. R. K. Tuinbouwblad" reeds zijn 5en jaargang beleeft. Men hoort van de vereenigingen wei nig meer praten, zegt het rapport. Maar waar het rapport besluiten o.a. van de Patiroonsvereeniging' te Hillegom aanhaalt, moest het toch de oorzaak van die besluiten, in dit geval de ar beidersvereenigingen, en van deze zeker niet de Katholieke arbeidersver- eeniging te vergeten, kennen. Maar dat gaat den rapporteur alweer voorbij. Op zedelijk werk, op organisa torisch gebied en ook voor bevordering van stoffelijke belangen is er niets of weinig van arbeidersvereenigingen te bespeuren. Dus de loonactie dei- R. K. Arbei dersvereenigingen, de enquête naar vrouwenarbeid door alweer de R. K. Arbeidersvereenigingen gehouden, het onderzoek naar het landbouwverlof in gevolge art. 13 der Leerplichtwet, al weer ingesteld door de R. K. Arbei- dersvereeniging, en waarover diezelfde ook .de antwoorden van mijn nicht gehoerd, waaruit zoo gJash.elder bleek, dat zij niets begreep van de verdenking, die haar echtgenoot te gen haar voedde- Ik heb haar eer lijke oogen gezien, die ze- altijd even open en trouw naar ieder opsloeg N ooit jhab ik haar in de verwarring gezien, die de misdaad zoo licht ver oor zaakL" „De markies heeft u in zijn brief beschuldigd van medeplichtig to zijn aan de gepleegde misdaad," ging de president voert. „Rij' gebrek aan be wijs heeft do rechter intusschen uwe akte van invrijteidssteiling moeitejn t-ee kenen." „klaar dat wats geen gewoon amb telijk stuk," liet advocaat Aubry zich hooren. „Zijn onschuld ein recht schapmheid worden er formeel in erkend, en de acte lijkt bijna een. ver ontschuldiging voor de betreurens waardige dwaling waarvan hij een ocgenblik het slachtoffer is ge weest," Koon, kom, een verontschuldi ging," sprak de procureur-generaal bijna spottend. „Met verlof van den president zal ik het stuk even voorlezen," hernam de advocaat, „de heeren gezworenen zullen dan erkennen dat ik gelijk had." En met heldere, duidelijke stem las hij de akte voor, in het bijzonder den nadruk liggend op die zinsne den waarin over Eiaymcnd de Sin- Ned, Bond van R:. KI Tuinlieden en Bloemisten een uitvoerig en in, de bla den luim besproken rapport uitbrach ten, de krachtige medehulp door R. K. Arbeidersvereenigingen aan de tot stand koming van tuinbouwcursussen, de op meerdere plaatsen goed geslaagde ten toonstellingen van in de kamer ge- kweekte bolgewassen door arbeiders, met en heLaas ook zonder medewer king van patroons, dat alles en veel meer nog bestaat heel eenvoudig niet voor den Rapporteur, het is onbe- ke nd. Maar aan een Rapporteur mo gen zulke zaken en feiten, die zoo pu bliek behandeld zijn, niet onbekend we zen. En als bij er kennis van genoment had, dan zou in zijn pen gebleven zijn, dat aan twee vereenigingen al lerminst behoefte is als men zich streng aan het arbeidersvraag stuk houdt. Dat arb eid er s vra a'gs tuk is in zich oorzaak dat er niet een neutrale vereeniging alleen kan zijn, want dan gaat de oplossing in socialistische rich ting. Het arbeidersvraagstuk houdt in nig verband met godsdienstige en zede lijke motieven, terwijl de oeconomische redenen bovendien meespreken. De Rapporteur heeft natuurlijk een begrip over het arbeidersvraagstuk, maar zijn begrip is nog niet het be grip, de eenig gangbare gedachte. Het komt mij voor, dat dit gedeel te van het rapport, aldus critisch ge lezen, zeer eenzijdig zal blijken. Het staat doodgewoon mert den rug naar de Christelijke vakorganisatie. En dat de Rapporteur zich nog al sterk interesseert voor neutraliteit, blijkt uit het volgende citaat: „Zoo zijn b.v. in de bloembollen streek arbeiders, die goed lezen en schrijven kunnen, aangewezen voor liet. aangenamere lichte werk, terwijl de analphabeten in de eerste plaats in aanmerking komen voor den, zwa- ren groven arbeid. „Deze algemeene vooruitgang en verstandelijke ontwikkeling is verkre gen, dank zij de gewone openbare school; moge de toekomst leerendat de tegenwoordig sterk neerschende meening ten gunste van de bijzondere inrichtingen van onderwijs, onze lan delijke bevolking mede in dit opzicht vooruit 'helpt." Ik zal niet verder commentarieeren. Wellicht dat ik nog gelegenheid vind, nader op dit rapport terug te komen. Voor het ©ogenblik meen ik wel te mogen zeggen: het rapport leert over de onderwerpen uit het aangehaalde gedeelte wel hoe de heer Wentholt er over denkt, maar niet hoe het nu werkelijk ten dezen geschapen is. En dat is toch het doel. Het rappoijt deugS: op dit stuk absoluut niet. Aan den dood ontsnapt. Bij de vele verhalen van wonderda dige redding tijdens de scheepsramp in Straat Riouw, komt nu nog het volgende, medegedeeld door de „Sin gapore Free Press". De heer Francis Rodrigues en zijn twee dochters, die vermoed werden om gekomen te zijn bij de scheepsramp van „La Seyne" zijn in goeden wel stand aangekomen met het stoomschip „Koningin Wilhelmina". Hun redding was te danken aan een droom.' De heer Rodrigues had op „La Seyne" passage besproken voor zichzelf, twee dochters, een baboe en een Chineesche kok. Den nacht vóór het vertrek van „La Seyne" had hij echter een droom, waarin zijn eerste vrouw aan hem verscheen en die hem waarschuwde niet op de „Sey ne" de reis te maken. Wilde hij het toch doen, dan verbood zij ham haar twee dochters mede te nemen. Den volgenden morgen vertelde hij zijn te genwoordige vrouw wat hij gedroomd had en zei de twee bedienden ook maar een boot over te blijven. Doch deze twee wilden niet hooren, gingen met „La Seyne" mee en verloren het leven. De heer Rodrigues geloofde zoo, sterk in zijn droom dat hij er niet. tegen opzag 15 pCt. van de passage te verliezen (welke aan de maatschap- tély's vlekkeloos leven gesproken had.; „Mij dunkt dat het voor een be klaagde al moeilijk vleiender en gun stiger kan luiden," besloo-t Aubry". Op het gelaat der gezworenen kooi men duidelijk lezen, dat zij het allen met- den advocaat volkomen eens wa ren „De markies de Cypières heeft mij beschuldigd," zoo ging Raymond nu verder, „maar de vreeselijke ziekte waaraan hij leed. bracht hem er toe bijna voortdurend argwaan te koeste ren tegen iedereen in zijn omgeving. Bovendien was de markies uit zijn aard reeds ergdenl-cend. Als genees heer was ik herhaaldelijk gedwongen hem tegen te spreken. En wat ik op zijh vragen antwoordde, antwoorden moest, was niet altijd even vleiend voer hem." „Hoe bedoelt u dat?" „Hij beraidde zijn echtgenoote, schoon hij haar liefhad en vereerde, toch een waar martelaarschap door zijn voortdurende achterdocht." „Maar Raymond" viel Madeleine hem op smeekenden toon im de rede. De geneesheer scheen haar niet te hoeren. Hij ging voort „Dikwijls, als ik zoo openhartig mijn meening gezegd had. was de markies zeer boos op mij." „En wat deed u dan „Meermalen verzocht ik hem drin gend, zich door een anderen genees heer te laten behandelen." pij vervallen, ingeval de reis niet door gaat) liever dan de reis met „La Sey ne" te doen. Cook do bedrieger. Nadere berichten uit Kopenhagen moeten nu toch wel doen ge too ven, dat dr. Cook niet veel meer is dan een handige oplichter. De voorzitter der Cook-commi&sie, prof. Strömgren en het oudste lid, com mandant Holm, zijn volkomen eenstem mig in hun oordeel over de Cook-ca- tastrophe, en zij spreken het onom wonden uit, dat zij hem voor een be drieger aanzien. De gezamenlijke commissie-leden hebben van den eersten, dag af, dat zij zich tot het z.g. onderzoek zetten, de overtuiging gekregen, dat hert „materi aal" gewoon maakwerk is, en althans niet de minste wetenschappelijke waar de bezit. „Observaties" waren er in het geheel niet bij te vinden. Hiet leek de uitkomst vau een rekensom zonder de berekening. De astronomische deskundigen der commissie hebben dan ook bij het „on derzoek" geen diensten behoeven te. bewijzen. Cook heeft niets anders genoteerd, dan dat hij op dezen of genen dag zus, of zoo ver was gekomen, en op dien dag zooveel mijlen had afgelegd, enz. De afstanden mat hij door middel van een schredenteller, die om den hals van een der honden werd gehangen. In de poolstreken, waar men geen vas ten grond ondèr de voeten heeft, is deze manier van afstandmeten echter absoluut ondeugdelijk. Cook deelt ove rigens nergens mede, hoe hij de waar neming van den afstand deed; ofschoon hij er wel voor zorgde, dat de cijfers van de afstanden met zijn „observaties" klopten. Het geheel is zoo kinderlijk, dus getuigen de vakmannen., dat men de zaak onmogelijk ernstig nemen kan. De astronomie-proiessor Strömgen had zooals bekend, met dr. Cook tijdens zijn verblijf in Kopenhagen een onder houd. Dr. Cook beantwoordde toen kort en precies de hem voorgelegde vra gen; maar het bleek toen reeds, dat Cook geen diepgaande kennis der astronomie bezit, en zelfs niet bijzon der ontwikkeld is Cook's secretaris, de heer Lonsdale, verklaart, tot nu toe in Cook geloofd te hebben. Zijn gedragingen ten zij nen opzichte waren als van een com pleet gentleman. Wat hert origineel der dagboeken betreft, Cook had aanvanke lijk de bedoeling dit ook aan Lonsdale mede te geven. Maar door een blijkbaar gefantaseerd bericht werd Cook beangst, en besloot tot de „krijgs list" om Lonsdale slechts de afschriften mee te geven. Mevr. Cook zou later de tcchte manuscripten naar Europa brengen. Natuurlijk wacht de heer Lonsdale nog op dé documenten. Dr. Cook heeft overigens den lieer Lonsdale voor diens vertrek meege deeld, dat hij (Cook) en zijn echtgenoo- te, beiden langs verschillende wegen naar Europazouden reizen. Hij zelf zou in Frankrijk landen. D,e lieer Lons dale heeft inmiddels een brief "van tlr. Cook ontvangen, met het poststempel van Marseille, gedateerd 14 December 1909. Hoogstwaarschijnlijk heeft Cook deze maatregelen getroffen om nu in alle stilte te kunnen verdwijnen. Het is niet onwaarschijnlijk, dat hij zich van Marseille naar de een of andere haven buiten Europa zal laten bren gen -oi imssëmen „streng incognito'" er gens in ,een Europeesche groot-stad vertoeft. De doctor heeft immers geld genoeg ter beschikking. Een Ncw-Yorksche voordrachten-agentschap moet hem een voorschot van 50.000 pond sterling heb ben gegeven. De uitgeversfirma's ko men -er beter af. Zij hadden wel voor schot willen geven, maar onder beding, dat eerst de observaties worden over gelegd -of op andere wijze dr. Cook's bewering werd bewezen. Die voorzich- tigheid-smaatr-egel heeft deze fiima's voor niet geringe schade gevrijwaard. Drankzucht en mlsdhad. i De gerechtelijke statistiek van Schot land over 1908 toont weer eens het nauwe v-erband tusschen drankzucht en misdaad aan. In 't geheel 179.904 per- „En gaf hij aan dit verzoek geen gehoor „Nooit- Hij scheen groot vertrou wen te hebben in mijn geneeskundig© kennis en ik mocht mij steeds ver heugen in zijn onbegrensde hoogach ting," Wanneer lie-bt u het eerst de vCTgiftigingsversehijnselen opge merkt „Bij de eerste crisis na 'het herstel van den markies." „En wat hebt u toen gedaan om zekerheid te hebben'?" „Ik heb persoonlijk bijna voortdu rend den zieke opgepast. Hij ver klaarde een vrouw, dié hij' voor Mar deleine gehouden had, mi dden in den nacht aan zijn bed te hebben gezien. En de vreesdijke pijnen waxetn geko men nadat zij hein had laten drin ken. In d,ie periode van zijtn ziekte had de markies geen koorts meer, en hij had nooit ernstig aan zinsbe goocheling geleden. Wanneer hij; dus verklaarde een vrouw aan zijn bed gezien te hebben, moeten wij aanne men dat er ock werkelijk een vrouw aan zijn bed geweest was. Doe vrouw droeg echter een manteltje met open- staanden kraag, die haar hoofd bijna geheel verborg, ön in de halve duis ternis .van het ziekenvertrek, dat door een nachtlichtje maar even ver licht werd. heeft hij de gelaatstrek ken dier vrouw onmogelijk kunnen kerkennen. Ook haar stem heeft hij niet duidelijk gehoord. „Zijt g-ij het, Madeleine," had de markies gevraagd. En de vrouw had toen op zeer zaehten toon geantwoord: „Ja, ik ben het. Drink eens" „Anders was er niets gebeurd." „Hoe weet gij al die bijzonderhe den," vroeg de- president. „Toen de markies overtuigd was dat hij zich vergist en Madeleine valsehëlijk beschuldigd had en begon te overdenken wie dan toch de gift- m engs ter geweest kon zijn heeft hij mij alles heel nauwkeurig verteld., „Zijt gij de eenige, dien de zieke in zijn vertrouwen genomen heeft?" „Neen, ook aan mijn broeder heeft hij dit alles meegedeeld, en onge lukkig zelfs ook no-g iets, dat hij mij niet gezegd heeft., Wat dan „Den naam van de gift-meggster. Maar mijn broeder is priester en zijn lippen zijn verzegeld door het ge heim der biecht. iWat mij zelf be treft, overtuigd als ik was dat mijn nicht de misdaad niet gepleegd had, maar ook dat de markies de Cypières zich de zaak maar niet had verbeeld, ben ik aan het hoofdeinde van zijn bed gaan zitten, vastbesloten de mis dadigster te ontdekken." „En zijt g© daar dan niet in ge slaagd „Den eersten nacht heb ik gpen ocgenblik geslapen, maar toen kwam er niemand. Den tweeden avond was ik echter, na een buitenge won© druk ken dag, ©ven ingeslapen, uitgeput als ik was van vermoeienis. En teen moet er iemand langs mij heen ge gaan zijn, die zelfs mijn kleenen aan raakte." In de ruime zaal had men op dit ocgenblik een speld kunnen hooren vallen. Niemand twijfelde aan de oprechtheid van dezen getuige. „Eer ik goed wakker was," ging Rajmond voort, „waren er- echter eenige minuten verloopen. En toen ik in de kamer rondkeek, was ei' niemand te zien. Eeln blik op den zieke overtuigde mij echter dat ik mij niet vergist had. -Men had den markies laten drinken; er vloeide nog een druppel langs zijh wang." „Op welken datum is dit alles gebeurd," vroeg een der gezworene, „In den nacht vain den 7en op den 8sten ApriL" „En de vicomtesse de Miondragon is den tienden te Parijs aangekomen, nietwaar „Ja, den tienden," antwoordde de procureur-generaal. Clara de Mondragon en Clemens Gaube, die naast elkander zaten op do getuigenbank, bleven onbeweeg lijk als standbeelden. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 5