der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. ll alom verkrijgbaar. Naaml. Yenn. „Drukkerij de Spaarnestad." SCHOEN- EN LAARZENMAGAZIJN J. B. MöLLER êL MEER, LEER 018S BID0EH Raad bij den overgang van het Oude in 't Nieuwe jaar. Salomo's leerling. Boekhandel. Dit nummer behoort bij de „Nieuwe Haarl. Courant" van 31 Dec. KINDERHUISVEST No. 29—31—33. HAARLEM. Directeur: F. H. M. v. d. GBIENPT. ADVBBTENTIBN: Van 1 tot 8 regel» f L30. Hike regel meoi 0.20. Ingezonden meüodeelingen tusschen den tekst ten minste 6 regeis f L50; elke regel meer 0.30. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 'ill Juni 1881 (Staatsblad No, 124,) ZONDAG 2 Jan. Octaaf van het Feest van den H. Stephanus, Mar- tclsQr MAANDAG 3 Octaaf van het Feest van den H. &;Mè> Joannes Evange list. DINSDAG 4 Octaaf van het Feest van de H H. Onnoozele Kinde ren. WOENSDAG 5 Vigilie van Drie koningen. DONDERDAG 6 Feest van Drie koningen.Te wïe- y^.j ren aB® Zen- dag. VRIJDAG 7 Van het Octaaf van Driekoningen. ZATERDAG 8 Van het Octaaf van Driekoningen. FEKSTDAG VAN 'S HEEREN BESNIJDENIS. Les uit den brief van den H. apostel Paalu» aan Titus; II, 11— lö. Welbeminde! De genade.van God «nzen Zaligmaker is voor alle men- «chen verschenen en leert ons, dat wij met verzaking van de godde loosheid en de wereldsche begeer lijkheden, matig, rechtvaardig en godsdienstig leven in deze wereld, verwachtend de zalige hoop en de komst der heerlijkheid van onzen grooten God en Zaligmaker Jesus Christus, die Zich zeiven voor onn gegeven heeft om ons vrij te koo- pen van alle ongerechtigheid en voor Zich een welbekagelijk volk te reinigen, ijverig in goede werken. Spreek dit en vermaan, in Christus Jesus onzen Heer. Evaagetie volgens des H. Lceas; II, 21. In dien tijd, nadat de acht dageD vervuld waren, dat het Kind moest besneden worden, werd zijn naam genoemd Jeeus, die door den eDgel was genoemd geworden, eer Hij in •den moederschoot ontvangen werd. ZONDAG ONDER HET OCTAAF VAN KERSTMIS. Les ait den brief van den H. apostel Paalas mm de Gal&tiërs; IV, 1—7. BroedersZoo langen tjjd de erf genaam kind is, verschilt hij niets van een dienstknecht, ofschoon hij heer van allea is; maar hg staat onder voogdeD en verzorgers tot aan den tgd, door zijn vadar te voren bepaald. Zoo ook waren wij, zoo lang wij kinderen wareD, dienst baar onder de eerste beginselen der wereld. Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijnen Zoon, geworden uit eene vrouw, geworden onder de Wet, gezonden, opdat Hij hen dio onder de Wet waren, zoude vrijkoopen,!opdat wij de aanneming tot zonen zouden verwerven. En omdat gij zonen zgt, heeft God den Geest van zijnen Zoon in uwe harten gezonden,] die roeptAbba, Vader 1 Dus is het niet meer dienstknecht, maar zoon indien nu zoon, dan ook erfgenaam door God. Evangelie velgens den H. Lucas; II, 33—40. In dien tgd verwonderden aich Jozef en Maria, Jesus' Moeder, over betgeen van Hem gezegd werd. En Simeon zegende hen en sprak tot Maria zijne Moeder: Zie, deze is gesteld tot val en tot opstanding van velen in Israël, en tot. een tee- ken, dat zal worden tegengespro ken, (en door uwe eigen ziel zal een zwaard gaan)opdat uit vele harten de gezindheden openhaar worden. Er was ook eene profetes, Anna, dochter van Phanuel, uit den stam van Aser. Deze was ver op hare dagen gekomen en had, van haren maagdelijken staat af, zeven jaren met haren man geleefd. Eu zij was «ene weduwe van vier en tachtig jaren, die niet week uit den tem pel, in vasten en gebeden dienend, nacht en dag. Ook zij, ter zelfder ure daarbij komend, loofde den H eer en sprak van Hem tot allen, die Israël's verlossing verwachtten. Eu toen zij alles volbracht had den volgens de Wet des Heeren, keerden zg terug naar Galilea, naar hunne stad Nazareth. HetKiudnu groeide op en werd gesterkt, vol zijnde van wijsheid; en de genade Gftds was in Hem. DRIE-KONINGEN. Les uit den profeet Isais; LX, 1—6. Sta op, word verlicht, Jeruzalem 1 want uw licht is gekomen en de glorie des Heeren is over u opge gaan. Want zie, duisternis zal de aarde bedekken en nacht de vol ken; maar over u zal de Heer opgaan, en zijne heerlijkheid zal in u verschijnen. En volken zullen wandelen in uw licht, koningen in den glans, die u is opgegaan. Hef uwe oogen op in het rond en ziel Deze allen verzamelen zich, komen tot ul van verre snellen uwe zonen aan, van alle kanten verrijzen uwe dochters. Dan zult gij het zien en overvloed hebben uw hart zal verbaasd zijn en zich verwijden, als der zeeën menigte zich tot u keert, ier heidenen ruacht tot u komt. Eene overstrooming van kameelen zal u bedekkenDrome clarissen uit Madian en Epha! Uit Saba zullen zij allen komen, goud en wierook aanbrengen en den Heer lofzingen. Evangelie volgens den 21. Mattheüs; II, 112. Toen Jesus in Bethlehem van Juda geboren was, iu de dagen van koning Herodes, zie, kwamen er Wijzen uit het Oosten te Jeruzalem aan, zeggende: Waar is de Koning der Joden, die geboren is? want wij hebben zijne ster in het Oosten gezien, en wij zijn gekomen om Hem te aanbidden ToeunukoniDg Herodes dit hoorde, werd hij ont steld, en geheel Jeruzalem met hem. En hg vergaderde al de op perpriesters en de schriftgeleerden des volks en deed hij hen onder zoek, waar de Christus moest ge boren worden. Zij nu zeiden tot hemIn Bethlehem van Juda. Want aldus is er door deu profeet ge schrevenEo gij, Bethlehem, land van Juda! zgt geenszins de gering ste onder Juda's vorsten; immers zal uit u voorttiedeu de Vorst, die mijn volk Israël regeeren zal. Toen ontbood Herodes de Wijzen in het geheim en vernam nauwkeurig van hen den tijd der ster, die hun ver schenen was; en hen naar Bethle hem zendend, zeide hgGaat en doet nauwkeurig onderzoek naar het Kinden wanneer gij het ge vonden hebt, boodschapt het mg dan, opdat ook ik kome en het aanbidde. Zij nu, den koning gehoord heb bende, gingen heen. En zie, de ster, die zij in het Oosten gezien hadden, ging voor hen uit, totdat zg kwam en staan bleef boven de plaats, waar het Kind was. Als zij nu de ster zagen, verheugden tij zich met eene zeer groote vreugde. En het hui» binnentredend, vonden tij het Kind met Maria, zgne Moeder; en zich nederwerpend aanbaden zg het, Ed, na hunne schatten geopend te hebben, offerden tg aan hetzelve geschenkengoud, wierook en mirre. En, in den slaap vermaand zijnde om niet weder naar Herodes te gaan, keerden zij langs een anderen weg naar hun land terug. Evangelieverklaring. OP DEN OCTAAFDAG VAN DEN H. STEPHANUS. Het Evangelie dat op dezen feest dag aan onze aandacht wordt voor gesteld, is zeer toepasselijk op den H. Stephanus. Immers ook hij werd door de Joden, evenals de oude propheten vervolgd en gedood, en zelfs zgn de woorden: „sommigen van hen zult gij steenigen", in let terlijken zin op hem van toepassing, daar hij zooals in het Epistel, aan de handelingen der Apostelen ont leend, verhaald wordt, buiten de stad Jerusalem door sleeniging werd omgebracht. Wat ons op dezen feest dag wordt voorgelezen is een ge deelte van de strafrede die Jesus hield over de boosheid en huiche larij der Phariseën, en waarin een achtvoudig wee over hen werd uit gesproken. Zonder aanzien van per sonen werden hier hunne misdaden aan de kaak gesteld, en met de vreeselijkste straffen werden zij he dreigd indien zij in hunne booze gezindheid volhardden. Het laats'e wee, tegen hen uitgesproken, luidde aldus: „wee u, huichelachtige Schrift geleerden en Phariseën, die de gra ven der propheten opbouwt, en de grafsteden der rechtvaardigen ver siert, en zegt: als wg geleefd had den in de dagen onzer vaderen dan zouden wij hunne deelgeuooten met geweest zijn in (het storten van) het bloed der Propheten. Gij maakt de maat uwer vaderen vol." Gg zijt even boos en hardnekkig als zij geweest zijn, ja zult hen nog over treffen iu boosheid als gij Mg en Mijne leerlingen zult vervolgen en ter dood brengen En dan gaat Jesus, om hunne boosheid in bijzonderheden te doen uitkomen, aldus voort: „Zie Ik zend tot u propheten en wijzen en schrift geleerden, en sommigen van ben zult gij dooden en kruisigen en som migen van hen zult gij geeselen iu uwe synagogen, en vervolgen van de eene stad naar de aDdere." Ja, Jesus, de Zoon van God, en zelf God, aan Wien het dus toekwam de propheten tot het volk te zeu- deu evenzeer als aan Zgn hemel- schen Vader, Hij zond reeds aan stonds na Zijne Verrijzenis zijne apostelen als ware propheten, zooals blijkt uit de vele voorspellingen van Joannes in het Boek der Openba ring en van Petrus en Paulas in de handelingen der Apostelen ver haald, als wijzen begaafd met de wijsheid waaraan, zooals de H. Lucas van Stephanus zegt, hunne tegen strevers niet konden wederstaan, en als schriftgeleerden, uitleggers der H. Schrift en der wet Gods. En sommigen van ben zouden zij doo den door steeniging, zooals Stepha nus, en door kruisiging zooals Simon den bisschop van Jerusalem, en geeselen iu hunne synagogen, zoo als zij Paulus deden. Maar daardoor zouden zij dan ook de maat hunner vaderen volmaken „zoodat over hen komen zou ai het rechtvaardig bloed dat vergoten is op de aarde, van het bloed van Abel, deu (eersteD) rechtvaardige, tot het bloed van /.ach arias, den zoon van Barachias, dien gij gedood hebt tusschen den tempel eo het altaar." Wie die Zacharias geweest is, wordt zeer betwist, het meest waarschijnlijk is de meening van den H. Hiero nymus dat bedoeld is Zacharias de zoon van den hoogepriester Jojada, die door koning Joas in het voor hof van den tempel, dus tusschen den tempel en het brandoffer-altaar gedood is. Hij wordt dan de zoon van Barachias genoemd, of wel omdat zijn vader Jojada eok dgn naam Barachias droeg, óf wel om dat bij als hoogepriester „de geze gende des Heeren", wat het woord Barachias betevkent, mocht ge noemd worden. Zacharias wordt ge noemd, niet omdat deze de laatste was die door de Joden gedood is, maar omdat hij de laatste is vau wien zulks in de heilige boekeu is opgeteekend. Al dat onrechtvaardig vergoten bloed zal over het Jood- sche volk komen en op hen gewro ken worden, omdat zij door het ter dood brengen van Christus en Zgne Apostelen toonden inderdaad te dre- len in de booze gezindheid hunner vaderen, en de maat hunner boos heid vol te maken. Nogmaals her haalt Jesus zoo uitdrukkelijk mo gelijk Zijne bedreiging: „voorwaar Ik zeg u dat alles zal komen over dit geslacht." Maar tegelijk met Zijne strenge Rechtvaardigheid deed ook Zijne oneindige Liefde zich hooren, en wilde hen nogmaals tot hekeering en berouw voeren. Daar om liet Jesus op den toon der in nigste liefde er aanstonds op volgen: „Jerusalem, Jerusaleu, dal de pro pbeteu doodt en hen steenigt die tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik u willen vergaderen, gelijk eene hen hare kiekens verzamelt ouder hare vleugelen (om ze te ver dedigen en te beschermen) maar gij hebt niet gewild." De straf daar voor, voor dat niet willen luisteren naar Jesu9. zich niet aan Zijne leer willen onderwerpeu, zou dan ook spoedig over hen komen. „Zie uw huis zal u ledig gelaten worden." Sommigen verstaan deze woorden van den tempel, die door Christus verlaten zal worden, maar de mees ten van de geheele stad eu het ge heels land, dat verwoest eu ver laten zou worden. En omdat de reden van die verwoesting ten laatste zou zijn dat zij niets van Christus wilden weten, daarom voegt, Hg in heilige verontwaardiging er bij: „Ik ZIJLSTRAAT 53 RUlf&E KEUZE. B— TELEPHOON 769. :S» BILLIJKE PRIJZEN. zeg u, gij zult Mij niet meer zieD van nu af (binnen weinige dagen zou Christus sterveu en noch met. de oogen des licbaams. noch door hun ongeloof met de oogen der ziel voor hen zichtbaar zijn), totdat gij zeggen zult: Gezegend Hij die komt in den naam des Heeren." Door deze woorden wordt volgens de ge wone verklaring voorspeld, dat vóór het einde der wereld de Joodsehe natie har»hardnekkigheid zal inzien en tot Christus terugkeeren, en Hem dat beroemde door de propheten van den Messias gezegde woord zal toezingen „gezegend Hij die komt in den naam des Heeren." Het Evangelie van dezen feestdag leert ons dat Jesus, zoo lang wij nog op deze wereld zijn, altijd be reirt is ons onder Zijue bescher mende vleugelen te nemen, dat Hij, de voor ons meschgewordert Hei land, ons altijd met de grootste liefde wil ontvangen, als wij maar met geloof en vertrouwen tot Hem komen. Laat oude twisten rusten, Dat spaart U nieuw verdriet Dood oude kwade lusten En voed de nieuwe niet; Waardeer Uw oude vrienden, Beproef de nieuwe goed Zorg voor Uw oude dienstboon, Dat geeft deu nieuwen moed Blijf niet bij 't oude zweren, Noch huldig 't nieuwe blind, Vergooi geen oude kleeren, Voordat ge nieuwe wint; Ontsluit gsen oude wonden, Zij gi ven nieuwe smart Leg af Uw oude zonden, Nieuw zij U w geest en hart I Gaf 't oude jaar Uw zegen. Vang ,t nieuwe dankbaar aan; Liep het in 't oude U tegen, Iu 't nieuwe kan het beter gaan Jan Dopper behoord© tot d© meest welgesteld© boeren van het dorp Da- lu.ni Ook st-ond hij goed aangeschre ven bij zijn mededorpelingen wegens zijn groote geleerdheid en uitgebrei de kennis van verschillende toestan den in binnen- en buitenland Vooral op de laatst© kwaliteit was Dopper recht trotscih en als hem weer ge ruchten van dien aard ter oor© wa ren gekomen, wanneer hij gehoord had, dat men hem in do herberg en voor d© kerk geprezen had, dan zwol zijn borst van vreugde en streelde hij liefkozend de beide boek-1 deelen, waaruit hij een groot deel van zijn wijsheid had geput Ver tellingen over den Ocstenrijkschen sultan Haroen-til-RsiSchid (voor de jeugd bewerkt) en De (Wijsheid van Koning Salomo. 't (Was een uitgemaakte zaak, dat na het overlijden - van den burger vader, Jan Dopper diens plaats moest innemen Door de dorpelingen werd een a ©te in dien zin opgezet en het duurde gaen twee maanden of bij koninklijk besluit was de wet houder Jan Dopper, burgemeester van Dalum Nu eerst gevoelde hij zich in zijn element, als heerscher kon hij al zijn plannefn ten uitvoer brengen, die hij al in stilte gesmeed had en in de eerste plaats behoorde hij daar toe, cp het voorbeeld van zijn groo ten meester Haroen-al Raschid, zich te overtuigen van het welzijn vUn zijn onderdaneln en te waken voor hunne belangen.; Ja, te waken, dat had de groot© Haroen ook gedaan, en een week na, zijn feestelijke installatie kroop Jan des avonds klokslag elf uur het bed uit zonder zijn vrouw te wekken Even voorzichtig begaf hij zich. naai den stal om zich te vermommen iWeldra sloop hij, gekleed in de schunnige dagelijksche plunje van een zijner knechts, de deur uit, het dorp in. Omzichtig langs de huizen gaande, bereikte hij weldra de hoofdstraat Dalum was niet groot en ont waarde heel spoedig voor het raad huis op een bank den nachtwaker Teunis Dat viel tegen, de man sliep niet Blijkbaar echter had hij den sul tan pardon den burgemeester niet gezien, want hij bleef kalm zitten Dat was al niet zooals het behoorde, meende Dopper-Haroen en daarover zou hij Teunis morgen eens duchtig onder handen nemen. Zijn weg vervolgend, kwam de ge bieder aan de herberg. Hier zou hij wel meer succes hebben, want hij twijfelde er niet aan, of de noodige drinkebroers zouden hier aan het opscheppen zijn, niettegenstaande het sluitingsuur op tien uur bepaald was Hij: giuurde dus door de ruiten, maar moest bekennen, dat hij in de gelagkamer niets meer zag (Wel voelde hij iets, want plotseling werd hij in den nek gegrepen en met de woorden: „Ha, leelijke dief, heb ik je eindelijk", aeihteruitgerukt Het was Teunis de nachtwaker, die terdege waakte en het verdachte individu had zien passeeren en stil letjes achterna geslopen was Toen de man zijn baas herkend© keek hij wel wat beteuterd, doch weldra hersteld© hij zich, in het be sef van zijn plicht te hebben ge daan. Dapper Haroen ging eerst tegen Teunis aan het uitpa kken, doch hield bij nader inzien zij n mond. Met een beteekenisvollen blik stopte hij Teu nis een guiden in de hand en deze snapte, dat hij' inoest zwijgen Van het sultannotje-spelein had Dopper al dadelijk genoeg en hij be greep, dat hij meer bij daglicht zou kunnen praesteerein, wanneer de menschan dadelijk kondein zien, wien men voor zich had. Het duurde niet lang, of Jan kola zijn wijsheid op een andere manier luchten. Een paar dagen na zijn nachtelijke excursie zat hij aan het middagmaal, toen een luid geschreeuw op het erf van zijn woning zijn aandacht trok Hij1 snelde er heen, en zag twee man nen van ongunstig uiterlijk, die een kalf aan een touw meevoerden e|n om het hardst ieder aan een eind van het touw trokken, zoodat hetj arme dier bijna stikte In het volle besef van zijn waar- digheid gelastte J an Dopper den mannen, die wel eeïi pa,ar boeren- j knechts leken en niet van Dalem waren, zich kalm te houden, en te vertellen, wat er aan de hand was, dat zij zoo'n lawaai maakten en om het kalf vochten Alvorens hij echter de kerels ging aanhooren, liet hij een dienstbode hem het ambtsteeken reiken, en nam daarop heel gewichtig plaa.ts in een groeten drmstoel In deemoedige houding,- met de pet in de hand, vertelde een der vreem delingen, dat hij een kalf op de markt had gekocht en het den ander toevertrouwd had om het te bren gen naar een dorp op een paar uur af stands, waar er goed geld aan t© verdienen was bij een boer, dien hij kende Hij was den veedrijver echter achterna gegaan, daar hij hem op 't laatste oogenblik niet meer ver trouwde en had gezien, dat de man op het punt was het dier voor een appel en een ei te verkoopen, waar om hij het hem wilde afnemen Daar begon de aangeklaagde luid te roepen, dat het een leugen was en dat hot kalf hem persoonlijk toe behoorde, dat hij zelf het beest op do markt gekocht had en dat de an der een giemcenc bedrieger was Burgemeester krabbe zich het hoefd. Dat was een verduiveld las- tig geval om te berechten. Op eens gleed een triomfantelijk lachje over zijn gelaat. Hij had het gevonden. Salomo had een dergelijk geval aan de liand gehad, toen twee vrou wen voor den wijzen koning elkan der het recht op het kind betwis ten. Salomo had een rechtvaardig vonnis geveld. Salomo's leerling;zou een niet min der [rechtvaardig vonnis vellen. Plechtig opstaand en de rechter hand naai* het kalf uitstekend, zei Dopper: „Mannen, daar ge beiden recht meent te hebben op het kalf' en het niet uit te maken valt, wie van u gelijk heeft, zeg- ik u, ga naar den slager van het dorp. laat het dier slachten en vraag ieder de helft Zoo. zij het Verheugd dankten de beide man nen den wijzen man, vroegen hem nog een schriftelijk bewijs voor den slager en vertrokken j Verheugd wreef Dopper zich in de handen en haastte zich in geuren en kleuren aan huisgenooten en per soneel van zijn wijs besluit te ver- tellen i Het was een half uur later, toen de slager van het dorp werd aange diend i „Burgemeester" zei de man, „ik kom u den strik van het kalf te rugbrengen De mannen wilden lie ver geld hebben dan ieder de helft van het beest en ik heb hun ieder twintig gulden uitbetaald." „De strik?" vroeg Dopper, die verbaasde oogen opzette. Onwillekeurig nam hij het voor werp in zijn handen en herkende het tot zijn niet geringe ontzetting als zijn eigendom. De kerels hadden het uit zijn stal gestolen. Een zonderling testament. Een zeer zonderling testament liet te New-York een bakker aan zijn kleinzoon na Niet minder dan 25,000 dollar zullen den nu pas 3-jarigen knaap Greveil (Wilfred Edw Aoker op zijn 25en verjaar dag ten deel vallen, als hij tot dien tijd geen sigaret, een nagel aan de doodkist der menschheid, rookt en tevens moet hij een deugdzaam leven leiden Hij kan zich echter altijd met sigaren en pijpen troosten. Een probate behandeling! In een kleine garnizoensplaats in Engeland, waar een aantal recruten tijdelijk lagen, werd vóór ©enigen tijd aan een ouden sergeant-majoor opgedragen, na te gaan, tot welke godsdienst gezindte elk der mannen behoord© en er op .te letten, da,t ieder de verplichtingen van zijn godsdienst goed nakwam Een paar van de mannen hadden niet veel lust, naar de kerk te gaan en verklaarden daarom godloocbec naars te zijn Maar de scrgeant-majocr was een slimme kwant en een man van men schenkennis „Nu, ook goed", zei hij, „dan be hoef' jelui den sabbath ook niet to heiligen, en da stallen mogen wel eens schoon gemaakt worden," En hij zette ze aan het schoonmaken van de stallen Dat nam den gehealen dadf'in be slag en van het gewone /.c^nd agmid- dag-verlof bleef voor hcu.jffiets over Den volgenden Zcadsg vloog een behagelijk glimlachjA'bVer het ge zicht van den sergeant-majoor, toen hij1 hoorde, dat godloochenaar» tot de landskcrk ufan Engeland wa ren toegetreden K RK BE RICH TEN. Kathedrale Kerk St. Bavo. ZONDAG, de H.H. Missen te half 7, 8 en 9 uur en te half 11 de Hoogmis, f 0,85, f 1,10, f !,5Q, f 1,75, Gebedenboek voor Roomsch-Katholieken. Oorspronk. samengesteld doorM. B. LEIJTEN, Pr f2,25, f2,75, f3,50. DE OFFICIEELE KERKLIJST ÜITÖAVS VAN DE SIPKES' jms )o(— Ul Auteursrecht vooibehourlen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1909 | | pagina 9