der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen.
ll
alom verkrijgbaar.
Naaml. Yenn. „Drukkerij de Spaarnestad."
SCHOEN- EN LAARZENMAGAZIJN J. B. MöLLER
êL
MEER, LEER 018S BID0EH
Raad bij den overgang
van het
Oude in 't Nieuwe jaar.
Salomo's leerling.
Boekhandel.
Dit nummer behoort bij de
„Nieuwe Haarl. Courant" van 31 Dec.
KINDERHUISVEST No. 29—31—33. HAARLEM.
Directeur: F. H. M. v. d. GBIENPT.
ADVBBTENTIBN:
Van 1 tot 8 regel» f L30.
Hike regel meoi 0.20.
Ingezonden meüodeelingen tusschen den tekst ten
minste 6 regeis f L50; elke regel meer 0.30.
Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 'ill Juni 1881 (Staatsblad No, 124,)
ZONDAG 2 Jan. Octaaf van het
Feest van den H.
Stephanus, Mar-
tclsQr
MAANDAG 3 Octaaf van het
Feest van den H.
&;Mè> Joannes Evange
list.
DINSDAG 4 Octaaf van het
Feest van de H H.
Onnoozele Kinde
ren.
WOENSDAG 5 Vigilie van Drie
koningen.
DONDERDAG 6 Feest van Drie
koningen.Te wïe-
y^.j ren aB® Zen-
dag.
VRIJDAG 7 Van het Octaaf
van Driekoningen.
ZATERDAG 8 Van het Octaaf
van Driekoningen.
FEKSTDAG VAN 'S HEEREN
BESNIJDENIS.
Les uit den brief van den H. apostel
Paalu» aan Titus; II, 11— lö.
Welbeminde! De genade.van God
«nzen Zaligmaker is voor alle men-
«chen verschenen en leert ons, dat
wij met verzaking van de godde
loosheid en de wereldsche begeer
lijkheden, matig, rechtvaardig en
godsdienstig leven in deze wereld,
verwachtend de zalige hoop en de
komst der heerlijkheid van onzen
grooten God en Zaligmaker Jesus
Christus, die Zich zeiven voor onn
gegeven heeft om ons vrij te koo-
pen van alle ongerechtigheid en
voor Zich een welbekagelijk volk
te reinigen, ijverig in goede werken.
Spreek dit en vermaan, in Christus
Jesus onzen Heer.
Evaagetie volgens des H. Lceas; II, 21.
In dien tijd, nadat de acht dageD
vervuld waren, dat het Kind moest
besneden worden, werd zijn naam
genoemd Jeeus, die door den eDgel
was genoemd geworden, eer Hij in
•den moederschoot ontvangen werd.
ZONDAG ONDER HET OCTAAF
VAN KERSTMIS.
Les ait den brief van den H. apostel
Paalas mm de Gal&tiërs; IV, 1—7.
BroedersZoo langen tjjd de erf
genaam kind is, verschilt hij niets
van een dienstknecht, ofschoon hij
heer van allea is; maar hg staat
onder voogdeD en verzorgers tot
aan den tgd, door zijn vadar te
voren bepaald. Zoo ook waren wij,
zoo lang wij kinderen wareD, dienst
baar onder de eerste beginselen der
wereld. Maar toen de volheid des
tijds gekomen was, heeft God zijnen
Zoon, geworden uit eene vrouw,
geworden onder de Wet, gezonden,
opdat Hij hen dio onder de Wet
waren, zoude vrijkoopen,!opdat wij
de aanneming tot zonen zouden
verwerven. En omdat gij zonen zgt,
heeft God den Geest van zijnen
Zoon in uwe harten gezonden,] die
roeptAbba, Vader 1 Dus is het
niet meer dienstknecht, maar zoon
indien nu zoon, dan ook erfgenaam
door God.
Evangelie velgens den H. Lucas; II, 33—40.
In dien tgd verwonderden aich
Jozef en Maria, Jesus' Moeder, over
betgeen van Hem gezegd werd.
En Simeon zegende hen en sprak
tot Maria zijne Moeder: Zie, deze
is gesteld tot val en tot opstanding
van velen in Israël, en tot. een tee-
ken, dat zal worden tegengespro
ken, (en door uwe eigen ziel zal
een zwaard gaan)opdat uit vele
harten de gezindheden openhaar
worden.
Er was ook eene profetes, Anna,
dochter van Phanuel, uit den stam
van Aser. Deze was ver op hare
dagen gekomen en had, van haren
maagdelijken staat af, zeven jaren
met haren man geleefd. Eu zij was
«ene weduwe van vier en tachtig
jaren, die niet week uit den tem
pel, in vasten en gebeden dienend,
nacht en dag. Ook zij, ter zelfder
ure daarbij komend, loofde den
H eer en sprak van Hem tot allen,
die Israël's verlossing verwachtten.
Eu toen zij alles volbracht had
den volgens de Wet des Heeren,
keerden zg terug naar Galilea, naar
hunne stad Nazareth. HetKiudnu
groeide op en werd gesterkt, vol
zijnde van wijsheid; en de genade
Gftds was in Hem.
DRIE-KONINGEN.
Les uit den profeet Isais; LX, 1—6.
Sta op, word verlicht, Jeruzalem 1
want uw licht is gekomen en de
glorie des Heeren is over u opge
gaan. Want zie, duisternis zal de
aarde bedekken en nacht de vol
ken; maar over u zal de Heer
opgaan, en zijne heerlijkheid zal
in u verschijnen. En volken zullen
wandelen in uw licht, koningen
in den glans, die u is opgegaan.
Hef uwe oogen op in het rond en
ziel Deze allen verzamelen zich,
komen tot ul van verre snellen
uwe zonen aan, van alle kanten
verrijzen uwe dochters. Dan zult
gij het zien en overvloed hebben
uw hart zal verbaasd zijn en zich
verwijden, als der zeeën menigte
zich tot u keert, ier heidenen ruacht
tot u komt. Eene overstrooming van
kameelen zal u bedekkenDrome
clarissen uit Madian en Epha! Uit
Saba zullen zij allen komen, goud
en wierook aanbrengen en den Heer
lofzingen.
Evangelie volgens den 21. Mattheüs; II, 112.
Toen Jesus in Bethlehem van
Juda geboren was, iu de dagen van
koning Herodes, zie, kwamen er
Wijzen uit het Oosten te Jeruzalem
aan, zeggende: Waar is de Koning
der Joden, die geboren is? want
wij hebben zijne ster in het Oosten
gezien, en wij zijn gekomen om
Hem te aanbidden ToeunukoniDg
Herodes dit hoorde, werd hij ont
steld, en geheel Jeruzalem met
hem. En hg vergaderde al de op
perpriesters en de schriftgeleerden
des volks en deed hij hen onder
zoek, waar de Christus moest ge
boren worden. Zij nu zeiden tot
hemIn Bethlehem van Juda. Want
aldus is er door deu profeet ge
schrevenEo gij, Bethlehem, land
van Juda! zgt geenszins de gering
ste onder Juda's vorsten; immers
zal uit u voorttiedeu de Vorst, die
mijn volk Israël regeeren zal. Toen
ontbood Herodes de Wijzen in het
geheim en vernam nauwkeurig van
hen den tijd der ster, die hun ver
schenen was; en hen naar Bethle
hem zendend, zeide hgGaat en
doet nauwkeurig onderzoek naar
het Kinden wanneer gij het ge
vonden hebt, boodschapt het mg
dan, opdat ook ik kome en het
aanbidde.
Zij nu, den koning gehoord heb
bende, gingen heen. En zie, de ster,
die zij in het Oosten gezien hadden,
ging voor hen uit, totdat zg kwam
en staan bleef boven de plaats,
waar het Kind was. Als zij nu de
ster zagen, verheugden tij zich met
eene zeer groote vreugde. En het
hui» binnentredend, vonden tij het
Kind met Maria, zgne Moeder; en
zich nederwerpend aanbaden zg
het, Ed, na hunne schatten geopend
te hebben, offerden tg aan hetzelve
geschenkengoud, wierook en mirre.
En, in den slaap vermaand zijnde
om niet weder naar Herodes te
gaan, keerden zij langs een anderen
weg naar hun land terug.
Evangelieverklaring.
OP DEN OCTAAFDAG VAN
DEN H. STEPHANUS.
Het Evangelie dat op dezen feest
dag aan onze aandacht wordt voor
gesteld, is zeer toepasselijk op den
H. Stephanus. Immers ook hij werd
door de Joden, evenals de oude
propheten vervolgd en gedood, en
zelfs zgn de woorden: „sommigen
van hen zult gij steenigen", in let
terlijken zin op hem van toepassing,
daar hij zooals in het Epistel, aan
de handelingen der Apostelen ont
leend, verhaald wordt, buiten de
stad Jerusalem door sleeniging werd
omgebracht. Wat ons op dezen feest
dag wordt voorgelezen is een ge
deelte van de strafrede die Jesus
hield over de boosheid en huiche
larij der Phariseën, en waarin een
achtvoudig wee over hen werd uit
gesproken. Zonder aanzien van per
sonen werden hier hunne misdaden
aan de kaak gesteld, en met de
vreeselijkste straffen werden zij he
dreigd indien zij in hunne booze
gezindheid volhardden. Het laats'e
wee, tegen hen uitgesproken, luidde
aldus: „wee u, huichelachtige Schrift
geleerden en Phariseën, die de gra
ven der propheten opbouwt, en de
grafsteden der rechtvaardigen ver
siert, en zegt: als wg geleefd had
den in de dagen onzer vaderen dan
zouden wij hunne deelgeuooten met
geweest zijn in (het storten van) het
bloed der Propheten. Gij maakt de
maat uwer vaderen vol." Gg zijt
even boos en hardnekkig als zij
geweest zijn, ja zult hen nog over
treffen iu boosheid als gij Mg en
Mijne leerlingen zult vervolgen en
ter dood brengen
En dan gaat Jesus, om hunne
boosheid in bijzonderheden te doen
uitkomen, aldus voort: „Zie Ik zend
tot u propheten en wijzen en schrift
geleerden, en sommigen van ben
zult gij dooden en kruisigen en som
migen van hen zult gij geeselen iu
uwe synagogen, en vervolgen van
de eene stad naar de aDdere." Ja,
Jesus, de Zoon van God, en zelf
God, aan Wien het dus toekwam
de propheten tot het volk te zeu-
deu evenzeer als aan Zgn hemel-
schen Vader, Hij zond reeds aan
stonds na Zijne Verrijzenis zijne
apostelen als ware propheten, zooals
blijkt uit de vele voorspellingen van
Joannes in het Boek der Openba
ring en van Petrus en Paulas in
de handelingen der Apostelen ver
haald, als wijzen begaafd met de
wijsheid waaraan, zooals de H. Lucas
van Stephanus zegt, hunne tegen
strevers niet konden wederstaan, en
als schriftgeleerden, uitleggers der
H. Schrift en der wet Gods. En
sommigen van ben zouden zij doo
den door steeniging, zooals Stepha
nus, en door kruisiging zooals Simon
den bisschop van Jerusalem, en
geeselen iu hunne synagogen, zoo
als zij Paulus deden. Maar daardoor
zouden zij dan ook de maat hunner
vaderen volmaken „zoodat over hen
komen zou ai het rechtvaardig bloed
dat vergoten is op de aarde, van
het bloed van Abel, deu (eersteD)
rechtvaardige, tot het bloed van
/.ach arias, den zoon van Barachias,
dien gij gedood hebt tusschen den
tempel eo het altaar." Wie die
Zacharias geweest is, wordt zeer
betwist, het meest waarschijnlijk
is de meening van den H. Hiero
nymus dat bedoeld is Zacharias de
zoon van den hoogepriester Jojada,
die door koning Joas in het voor
hof van den tempel, dus tusschen
den tempel en het brandoffer-altaar
gedood is. Hij wordt dan de zoon
van Barachias genoemd, of wel
omdat zijn vader Jojada eok dgn
naam Barachias droeg, óf wel om
dat bij als hoogepriester „de geze
gende des Heeren", wat het woord
Barachias betevkent, mocht ge
noemd worden. Zacharias wordt ge
noemd, niet omdat deze de laatste
was die door de Joden gedood is,
maar omdat hij de laatste is vau
wien zulks in de heilige boekeu is
opgeteekend. Al dat onrechtvaardig
vergoten bloed zal over het Jood-
sche volk komen en op hen gewro
ken worden, omdat zij door het ter
dood brengen van Christus en Zgne
Apostelen toonden inderdaad te dre-
len in de booze gezindheid hunner
vaderen, en de maat hunner boos
heid vol te maken. Nogmaals her
haalt Jesus zoo uitdrukkelijk mo
gelijk Zijne bedreiging: „voorwaar
Ik zeg u dat alles zal komen over
dit geslacht." Maar tegelijk met
Zijne strenge Rechtvaardigheid deed
ook Zijne oneindige Liefde zich
hooren, en wilde hen nogmaals tot
hekeering en berouw voeren. Daar
om liet Jesus op den toon der in
nigste liefde er aanstonds op volgen:
„Jerusalem, Jerusaleu, dal de pro
pbeteu doodt en hen steenigt die
tot u gezonden zijn, hoe dikwijls
heb Ik u willen vergaderen, gelijk
eene hen hare kiekens verzamelt
ouder hare vleugelen (om ze te ver
dedigen en te beschermen) maar gij
hebt niet gewild." De straf daar
voor, voor dat niet willen luisteren
naar Jesu9. zich niet aan Zijne leer
willen onderwerpeu, zou dan ook
spoedig over hen komen. „Zie uw
huis zal u ledig gelaten worden."
Sommigen verstaan deze woorden
van den tempel, die door Christus
verlaten zal worden, maar de mees
ten van de geheele stad eu het ge
heels land, dat verwoest eu ver
laten zou worden. En omdat de
reden van die verwoesting ten laatste
zou zijn dat zij niets van Christus
wilden weten, daarom voegt, Hg in
heilige verontwaardiging er bij: „Ik
ZIJLSTRAAT 53
RUlf&E KEUZE. B—
TELEPHOON 769.
:S» BILLIJKE PRIJZEN.
zeg u, gij zult Mij niet meer zieD
van nu af (binnen weinige dagen
zou Christus sterveu en noch met.
de oogen des licbaams. noch door
hun ongeloof met de oogen der ziel
voor hen zichtbaar zijn), totdat gij
zeggen zult: Gezegend Hij die komt
in den naam des Heeren." Door
deze woorden wordt volgens de ge
wone verklaring voorspeld, dat vóór
het einde der wereld de Joodsehe
natie har»hardnekkigheid zal inzien
en tot Christus terugkeeren, en Hem
dat beroemde door de propheten
van den Messias gezegde woord zal
toezingen „gezegend Hij die komt
in den naam des Heeren."
Het Evangelie van dezen feestdag
leert ons dat Jesus, zoo lang wij
nog op deze wereld zijn, altijd be
reirt is ons onder Zijue bescher
mende vleugelen te nemen, dat Hij,
de voor ons meschgewordert Hei
land, ons altijd met de grootste
liefde wil ontvangen, als wij maar
met geloof en vertrouwen tot Hem
komen.
Laat oude twisten rusten,
Dat spaart U nieuw verdriet
Dood oude kwade lusten
En voed de nieuwe niet;
Waardeer Uw oude vrienden,
Beproef de nieuwe goed
Zorg voor Uw oude dienstboon,
Dat geeft deu nieuwen moed
Blijf niet bij 't oude zweren,
Noch huldig 't nieuwe blind,
Vergooi geen oude kleeren,
Voordat ge nieuwe wint;
Ontsluit gsen oude wonden,
Zij gi ven nieuwe smart
Leg af Uw oude zonden,
Nieuw zij U w geest en hart I
Gaf 't oude jaar Uw zegen.
Vang ,t nieuwe dankbaar aan;
Liep het in 't oude U tegen,
Iu 't nieuwe kan het beter gaan
Jan Dopper behoord© tot d© meest
welgesteld© boeren van het dorp Da-
lu.ni Ook st-ond hij goed aangeschre
ven bij zijn mededorpelingen wegens
zijn groote geleerdheid en uitgebrei
de kennis van verschillende toestan
den in binnen- en buitenland Vooral
op de laatst© kwaliteit was Dopper
recht trotscih en als hem weer ge
ruchten van dien aard ter oor© wa
ren gekomen, wanneer hij gehoord
had, dat men hem in do herberg
en voor d© kerk geprezen had, dan
zwol zijn borst van vreugde en
streelde hij liefkozend de beide boek-1
deelen, waaruit hij een groot deel
van zijn wijsheid had geput Ver
tellingen over den Ocstenrijkschen
sultan Haroen-til-RsiSchid (voor de
jeugd bewerkt) en De (Wijsheid van
Koning Salomo.
't (Was een uitgemaakte zaak, dat
na het overlijden - van den burger
vader, Jan Dopper diens plaats
moest innemen Door de dorpelingen
werd een a ©te in dien zin opgezet
en het duurde gaen twee maanden
of bij koninklijk besluit was de wet
houder Jan Dopper, burgemeester
van Dalum
Nu eerst gevoelde hij zich in zijn
element, als heerscher kon hij al
zijn plannefn ten uitvoer brengen,
die hij al in stilte gesmeed had en
in de eerste plaats behoorde hij daar
toe, cp het voorbeeld van zijn groo
ten meester Haroen-al Raschid, zich
te overtuigen van het welzijn vUn
zijn onderdaneln en te waken voor
hunne belangen.;
Ja, te waken, dat had de groot©
Haroen ook gedaan, en een week na,
zijn feestelijke installatie kroop Jan
des avonds klokslag elf uur het bed
uit zonder zijn vrouw te wekken
Even voorzichtig begaf hij zich. naai
den stal om zich te vermommen
iWeldra sloop hij, gekleed in de
schunnige dagelijksche plunje van
een zijner knechts, de deur uit, het
dorp in.
Omzichtig langs de huizen gaande,
bereikte hij weldra de hoofdstraat
Dalum was niet groot en ont
waarde heel spoedig voor het raad
huis op een bank den nachtwaker
Teunis
Dat viel tegen, de man sliep niet
Blijkbaar echter had hij den sul
tan pardon den burgemeester
niet gezien, want hij bleef kalm
zitten Dat was al niet zooals het
behoorde, meende Dopper-Haroen en
daarover zou hij Teunis morgen eens
duchtig onder handen nemen.
Zijn weg vervolgend, kwam de ge
bieder aan de herberg. Hier zou hij
wel meer succes hebben, want hij
twijfelde er niet aan, of de noodige
drinkebroers zouden hier aan het
opscheppen zijn, niettegenstaande
het sluitingsuur op tien uur bepaald
was
Hij: giuurde dus door de ruiten,
maar moest bekennen, dat hij in de
gelagkamer niets meer zag (Wel
voelde hij iets, want plotseling werd
hij in den nek gegrepen en met de
woorden: „Ha, leelijke dief, heb ik
je eindelijk", aeihteruitgerukt
Het was Teunis de nachtwaker,
die terdege waakte en het verdachte
individu had zien passeeren en stil
letjes achterna geslopen was
Toen de man zijn baas herkend©
keek hij wel wat beteuterd, doch
weldra hersteld© hij zich, in het be
sef van zijn plicht te hebben ge
daan.
Dapper Haroen ging eerst tegen
Teunis aan het uitpa kken, doch hield
bij nader inzien zij n mond. Met een
beteekenisvollen blik stopte hij Teu
nis een guiden in de hand en deze
snapte, dat hij' inoest zwijgen
Van het sultannotje-spelein had
Dopper al dadelijk genoeg en hij be
greep, dat hij meer bij daglicht zou
kunnen praesteerein, wanneer de
menschan dadelijk kondein zien, wien
men voor zich had.
Het duurde niet lang, of Jan kola
zijn wijsheid op een andere manier
luchten.
Een paar dagen na zijn nachtelijke
excursie zat hij aan het middagmaal,
toen een luid geschreeuw op het erf
van zijn woning zijn aandacht trok
Hij1 snelde er heen, en zag twee man
nen van ongunstig uiterlijk, die een
kalf aan een touw meevoerden e|n
om het hardst ieder aan een eind
van het touw trokken, zoodat hetj
arme dier bijna stikte
In het volle besef van zijn waar-
digheid gelastte J an Dopper den
mannen, die wel eeïi pa,ar boeren- j
knechts leken en niet van Dalem
waren, zich kalm te houden, en te
vertellen, wat er aan de hand was,
dat zij zoo'n lawaai maakten en om
het kalf vochten
Alvorens hij echter de kerels ging
aanhooren, liet hij een dienstbode
hem het ambtsteeken reiken, en nam
daarop heel gewichtig plaa.ts in een
groeten drmstoel
In deemoedige houding,- met de pet
in de hand, vertelde een der vreem
delingen, dat hij een kalf op de
markt had gekocht en het den ander
toevertrouwd had om het te bren
gen naar een dorp op een paar uur
af stands, waar er goed geld aan t©
verdienen was bij een boer, dien hij
kende Hij was den veedrijver echter
achterna gegaan, daar hij hem op
't laatste oogenblik niet meer ver
trouwde en had gezien, dat de man
op het punt was het dier voor een
appel en een ei te verkoopen, waar
om hij het hem wilde afnemen
Daar begon de aangeklaagde luid
te roepen, dat het een leugen was
en dat hot kalf hem persoonlijk toe
behoorde, dat hij zelf het beest op
do markt gekocht had en dat de an
der een giemcenc bedrieger was
Burgemeester krabbe zich het
hoefd. Dat was een verduiveld las-
tig geval om te berechten. Op eens
gleed een triomfantelijk lachje over
zijn gelaat. Hij had het gevonden.
Salomo had een dergelijk geval
aan de liand gehad, toen twee vrou
wen voor den wijzen koning elkan
der het recht op het kind betwis
ten. Salomo had een rechtvaardig
vonnis geveld.
Salomo's leerling;zou een niet min
der [rechtvaardig vonnis vellen.
Plechtig opstaand en de rechter
hand naai* het kalf uitstekend, zei
Dopper:
„Mannen, daar ge beiden recht
meent te hebben op het kalf' en het
niet uit te maken valt, wie van u
gelijk heeft, zeg- ik u, ga naar den
slager van het dorp. laat het dier
slachten en vraag ieder de helft
Zoo. zij het
Verheugd dankten de beide man
nen den wijzen man, vroegen hem
nog een schriftelijk bewijs voor den
slager en vertrokken
j Verheugd wreef Dopper zich in
de handen en haastte zich in geuren
en kleuren aan huisgenooten en per
soneel van zijn wijs besluit te ver-
tellen
i Het was een half uur later, toen
de slager van het dorp werd aange
diend
i „Burgemeester" zei de man, „ik
kom u den strik van het kalf te
rugbrengen De mannen wilden lie
ver geld hebben dan ieder de helft
van het beest en ik heb hun ieder
twintig gulden uitbetaald."
„De strik?" vroeg Dopper, die
verbaasde oogen opzette.
Onwillekeurig nam hij het voor
werp in zijn handen en herkende
het tot zijn niet geringe ontzetting
als zijn eigendom.
De kerels hadden het uit zijn stal
gestolen.
Een zonderling testament.
Een zeer zonderling testament liet
te New-York een bakker aan zijn
kleinzoon na Niet minder dan
25,000 dollar zullen den nu pas
3-jarigen knaap Greveil (Wilfred
Edw Aoker op zijn 25en verjaar
dag ten deel vallen, als hij tot dien
tijd geen sigaret, een nagel aan de
doodkist der menschheid, rookt en
tevens moet hij een deugdzaam leven
leiden Hij kan zich echter altijd
met sigaren en pijpen troosten.
Een probate behandeling!
In een kleine garnizoensplaats in
Engeland, waar een aantal recruten
tijdelijk lagen, werd vóór ©enigen
tijd aan een ouden sergeant-majoor
opgedragen, na te gaan, tot welke
godsdienst gezindte elk der mannen
behoord© en er op .te letten, da,t
ieder de verplichtingen van zijn
godsdienst goed nakwam
Een paar van de mannen hadden
niet veel lust, naar de kerk te gaan
en verklaarden daarom godloocbec
naars te zijn
Maar de scrgeant-majocr was een
slimme kwant en een man van men
schenkennis
„Nu, ook goed", zei hij, „dan be
hoef' jelui den sabbath ook niet to
heiligen, en da stallen mogen wel
eens schoon gemaakt worden," En
hij zette ze aan het schoonmaken van
de stallen
Dat nam den gehealen dadf'in be
slag en van het gewone /.c^nd agmid-
dag-verlof bleef voor hcu.jffiets over
Den volgenden Zcadsg vloog een
behagelijk glimlachjA'bVer het ge
zicht van den sergeant-majoor, toen
hij1 hoorde, dat godloochenaar»
tot de landskcrk ufan Engeland wa
ren toegetreden
K RK BE RICH TEN.
Kathedrale Kerk St. Bavo.
ZONDAG, de H.H. Missen te half 7,
8 en 9 uur en te half 11 de Hoogmis,
f 0,85,
f 1,10, f !,5Q, f 1,75,
Gebedenboek voor Roomsch-Katholieken.
Oorspronk. samengesteld doorM. B. LEIJTEN, Pr
f2,25, f2,75, f3,50.
DE OFFICIEELE KERKLIJST
ÜITÖAVS VAN DE
SIPKES' jms
)o(—
Ul
Auteursrecht vooibehourlen.