Vroolijk Allerlei. Wat anderen zeggen. Sport en Wedstrijden. Landbouw en Vis&cherij. m ËLOBKS Wetenschappelijke Berichten. Wetenswaardig Allerlei. Recb?&z.8fcer. werk zijn aaa malaria bezweken; vrn de overlevenden zijn de meeste geheel invalide geworden. Sultans-manieren. Nu de juweel en van Abd-ed-Azis bijna publiek verkocht zijn te Parijs, verhaalt een Fransch blad hoe Abd-ed-Azis indertijd zijn juweelen kocht. Ongeveer zeven jaren geleden liet Sultan Abd-el-Aizis van Marokko, toen nog in de volheid van zijn macht en belust op het koopen van allerlei Eu- ropeesche zaken, aan een Fransche maatschappij verzoeken, hem een partij juweelen ten huize te doen komen. Een groote juwediersfirma te Parijs, werd daarmede bedast. Zij zond terstond twee bedienden naar Marokko met een zwaar valies edelgesteenten van allerlei soort, voor een waarde van 3 millioen francs. Na een vermoeiende reis van acht Sagen, langs brandend heete wegen, kwamen de reizigers uitgeput te Fez aan Het was avond en na een een voudig maal gingen zij naar hed, ho pende in de koelte van den nacht eindelijk wat rust te genieten Daar wordt om 10 uur aan hun deur geklopt. De Sultan, die van hun komst had gehoord, wilde onmiddellijk hunne juweelen zien. Tegenspreken baatte niet; zij moesten voldoen aan den wensch van den vorst. In het paleis kwamen zij in een lan ge gang tusschen twee groote poorten. Bij het licht van een enkele lantaarn, zat de Sultan hen daar te wachjten op een steen en bank. Het valies werd voor; hem neergezet. Maar de sleutels der sloten, die door de douanebeambten te Tanger waren verzegeld, had men nog niet. Dat was echter geen bezwaar. Met een hamer en een beitel werden de sloten opengebroken. Het valies was vol zaagsel, waarin de fraaie juweelen door elkander gebor gen waren. Zij moesten in afzonder lijk meegebrachte étui's worden ge legd. Maar de Sultan kon daar niet op (wachten. Hij ging, te zamen met de) juweliers, met volle handen grabbelen in het zaagsel om de edelgesteenten er uit te halen. De steenen, die hem be vielen, verdwenen in zijn wijdte mouw; de andere legde hij naast zich neder op de steenen bank. Dat ging alles zwijgend in zijn werk, onder het groote, donkere gewelf, hij. het flauwe licht van een kaars in een groote geciseleerde lantaarn. Eindelijk is het zoeken afgeloopen. H,et valies ia omgekeerd op een tapijt, Ier is niets meer in. Toen stond Abd-el-Azis op, wenschte zijn bezoekers goeden nacht, en ver dween in de geheimzinnige gangen van zijn paleis met zijn opper-eunuch en de edelgesteenten, die hij had uitgekozen. Hij had niet naar den prijs gevraagd. Dat moest geregeld worden met den vizier, die met zulke zaken was be- lasit. Bij het nazien, thuis, bevonden de juweliers, dat de Sultan voor een be drag van ruim 1.500.000 francs aan edelgesteenten had behouden. De gedopte agent. Dr. Walford Bridge vertelt een aardige geschiede nis van buiksprekersvaardigheid. Bij zekere gelegenheid schrijft hij liep ik gevaar last te krijgen met de Glasgowsche politie door een proefje van buikspreken. Wij verlieten met een troepje vrij laat onze club en wan delden arm in arm voort, toen ik aan. de overzijde van een straat een agent zag naderen, die zeker erg nieuwsgierig was naar de oorzaak van onze aanwe zigheid in dat nachtelijk uur. „Stil!" fluisterde ik mijn vrienden toe, „we zullen een bak met hem heb ben. Volgt mij in alles en helpt mij goed. Blijft bij jLien winkel staan en beweert, dat je binnen stemmen hoortt. Wij hielden bij den winkel halt, dicht op elkaar gedrongen, en bogen ons voorover, als aandachtig luisterend. Een oogenblik daarna was de agent bij ons. „Wat is ar aan de hand? Waapom blijven julLie hier staan?" „Ssst!" deed ik, zijn arm aanrakend. „Er zijn dieven daarbinnen. Nu praten ze, luister!" De agent boog ook voorover en ik liet mijn stem schijnbaar binnen in den winkel het volgend gesprek tus schen twee inbrekers houden: „Pas op, Jim! Daar is iemand." ,,'k Geloof 't ook, David. Doe je lan taarn weg; misschien ziet hij ons niet!" „Als 't maar geen smeris is!" „We moeten dit karweitje toch af doen. 'tls te goed, om in den steek te laten...." De agent wachtte niet meer om tel hooren; hij fluisterde ons driftig toe: „Blijft hier en past op, dat ze niét •ntsnappen!" „Ja." Hij liep zoo hard hij kon naar den hoek van de straat en zwaaide met zijn lantaarn, het sein aan collega's, die in de nabijheid mochten zijn, om te hulp' te komen. Het duurde niet lang of er kwam assistentie; met z'n drieën draaf den ze terug naar het winkelhuis. Toen ze naderden, zei één der drie denkbeel dige inbrekers hoorbaar: „We zitten er in! Er zijn er drie."' ,,'tZou wat! Drie smerissen. Geef ze hun portie." Ik wendde mij tot de bedreigde agen ten: ,,'tSchijnt een taai werkje voor jelui te werden. Willen wij naar het bureau' loopen om assistentie?". „Ja, dat is goed. Gaat eilk een andep ren kant op en stuurt alle politie, die je tegen komt, hierheen." Wij maakten, dat wij wegkwamen, elk een kant uit in de richting om- zer woningen. Er was politie genoeg om de „inbrekers" baas te worden. Wat er later gebeurd is, weet ik niet\ ik heb er nooit naar durven informeo- ren. En ais ik te Glasgow ben, ont wijk ik zorgvuilig eiken agent. Jachtpartijen op den zeebodem. Een nieuwe hartstocht heeft zich mees ter gemaakt van Amerikaansojhe dollar- mülionairs; een sport, die iets geheel nieuws, wat nog nooit eerder ver toond is, levert en in staat is aan de geblaseerden een sterke zenuwprikko- ling te bieden. In New-York heeft zich een uitgelezen vereeniging van de voornaamste jongelieden uit de hooge finantiën-aristocratie ge vormd, eeu jachtclub, waarvan de le den af en toe jachtpartijen op den bodem der zee organiseeren. Onlangs ging een expeditie uit de club, bestaan de uit zeven deelnemers, naar de Zuid zee om in de nabijheid der Philippijnen te gaan jagen. Een Amerikaansch jour nalist ging ook mee en hij geeft een beschrijving van hetgeen zij beleefden, en doet daarbij hartklemmende verha len. „Wij kregen allen nauwsluitende duikerpakken aan uit caoutchouc, met een koperen helm en op lie* dek van ons jacht stelde meneen aantal lucht pompen op, die iederen duiker de noo- dige ademhalingsstof toevoerden. Bo vendien kreeg ieder een geweer mee in een waterdicht omhulsel, de munitie bestond uit ontplofbare patronen, die met .ecrassiet gevuld en van een bijzon der sterke uitwerking zijn. Daar het licht slechts tot hoogstens 20 M. onder de oppervlakte van het water door dringt, kreeg verder ieder der duikers een eleetrische gloeipeer mee, voorzien van een buitengewoon sterken schijn werper, zoodat men altijd ongeveer 10 pas om zich heen kon zien. Wij wer den nu een voor een naar beneden ge laten en wel ongeveer 350 meter, dus op een diepte, waar reeds lang geen planten meer groeien, waar men ook van het razen der golven niets meer verneemt, waar eenzaamheid heerscht en een doodelijke stilte, een stilte, die men zich niet kan voorstellen, alamen haar niet heeft meegemaakt. De wate ren daar zijn rijk aan niet ongevaar lijke dieren, waarvoor men wél op zijn hoede mag zijn. Meer dan eens kwamen jagers in levensgevaar, daar een gevecht met een haai of degenvisch in geen enkel opzicht aangenaam is en men deZe ongedierten slechts met ',t geweereenig letsel kan toebrengen. Een knal is hier natuurlijk niet te hooren. De deelnemers aan de jacht .verdeel den zich zoodat men niet al te ver van elkander verwijderd was en mem elkaar kon weernemen door de kijkga ten in den koperen helm. Het verloop* van de jacht was uiterst opwindend en bood een werkelijk nog niet geken de sensatie. Twee dolfijnen, een haai en een wal rus waren r eeds neergeschoten, toen mr. Jeffris Gould, de neef van den bekenden multimillionair met levendige bewegingen wees op een donkere massa, die wij niet terstond herkennen konden. Zoo snel het water het ver oorloofde, snelde men nader, ontzet ting greep ons aan, wij hadden met een poliep te doen. Zeven geweren richtten zich tegen het reusachtige mon ster en een serie schoten werd ge lost. De uitwerking was dat de poliep in kleine stukken geschoten werd. Na vijf uren was de jacht geëindigd. Het verloop heeft in New-York veel belang stelling verwekt en de jacht zal spoe dig navolging vinden." Hoog tijd (Wij lezen in het „Schoenmakers- vakblad" het volgende: De toestand wordt onhoudbaar. Dagelijks melden ons de berichten, dat de lederprijzen gedurig stijgen. Steeds hooger worden de lederprijzen opgeveerd, en met de meeste, beslist heid kan worden gezegd, dat de markt van heden de markt van vele jaren zal hlijven Binnen een kort tijdsverloop zijn de prijzen van bijna alle ledersoor ten gestegen met 10 tot 20 procejit. Nog nooit is zulk eene renzonstij ging geconstateerd. De oorzaak zul len we heden |niet opzoeken, nog min der daarover twisten, maar het ge volg is groot. Met de gevolgen, daar mede hebben we heden te doen De toestand is onhoudbaar, zoo kan het niet langer. Verdiendet ge vroeger, zeg 30 pro cent, na door de 20 pet. stijging, nog maai* 10, soms nog minder. Want, dit is een feit, de prijzen van uw werk verhoogen, deedt ge niet. Dat kon niet, dat was onmogelijk. Vroeger kondet ge net rond komen, ge verdiendet toen nog iets. Nu ver liest ge. De mmscihen, nw klanten, konden die verhooging niet betalen, gij wel. Gij vondt het beter, dat één man (en dat waart gij zelf) al die schade op zich nam. Gij dacht zoo „als ik mijn prijzen verhoog, dan gaan mijn klainten naar een ander, naar mijn collega." Dit was zeer wijs van u gedacht, zeer scherp gezien. Zoo dachten uw vader en uw groot vader er pok over, en ze zijn zeer wijs gestaiwen. Hoeveel zijt ge nu gevorderd met deze zienswijze Zooveelge hebt al uw klanten behouden, zelfs nog nieu we gewonnen, ge hebt het dus „ra zend druk", ge werkt en laat wer ken als razendein, en.ge betaalt meer en hooger aan nw leerkooper en ge ontvangt minder. Ge graaft dus voor u zelf een kuil, ge gaat er zelf in liggen ten nu wacht ge al leen nog maar dat ze er u zullen onderstoppen. Hadt ge uw! prijzen verhoogd, dan badt ge een aantel klanten behou den, die vertrouwen :ita u stelden. Dan had ge, zonder u te overwerken nog iets verdiend. Nn echter, nu ge al uw klanten behieldt, nu werkt ge voor niets. Ge zult het bemerken straks, misschien nu al. reeds; dan komt de holnger bij n aankloppen, en .de deurwaarder komt hij n aankloppen, en zij zullen blijven kloppen, totdat de deurwaar der uw zaak failliet slaat en de hon ger nw: maag. Er onder dusEn waarom Is het gemakkelijk om tot prijs- verhooging te komen voor den be- steldsehoenmaker en reparateur? M.. i. ja. Van zeer veel belang is ook, dat de stijging der grondstoffen .in de ge wone dagbladen wordt vermeid. Hieraan ontbreekt echter zeer veel. Marktberichten lezen de menschen niet- gaarne, of ze moeten er belang bij; hebben. Misschien rust ten dezen opzichte wel een taak op de vakver- eenigingejn. De vereenigingen kon den de pers inededeelingen doen, of anderzins verslagen geven van ver gaderingem waarop prijsverhoogkig ter sprake is geweest. Zoodoende werd ook door do pars het publiek bekend gemaakt met dingen, die het uit een schoenmakersmotnd bijna niet- kan gelooveu. Zoo zijn er dus geheel buiten ons vak twee belangrijk© factoren, waar op wij ons zouden kunnen beroepen, als men ons van onbillijkheid tracht te te beschuldigen. Maar toch van het meeste gewicht is wel de verhocging der confectie- artikelen. Fabrikanten en grossiers hebben reeds een begin gemaakt met de prijsverhooging, zoodanig, dat het publiek het terdege zal bemerkt heb ben en dieper in de beurs heeft moe ten tasten. Voor de oude prijzen kan niet één schoenwinkel blijven yer- kocpen en alleen scharrelaars in on geregeld goed bieden de menschen nog koopjes aan. iWaar nn het publiek van alle zij den bekend is gemaakt met de en orme prijsverhooging, daar valt het voor ons niet moeilijk, hooger prijzen te bedingen. 't Is waar en 't is treurigiWaar- om komen wij' altijd achteraan [Waarom, niet de koppen bij elkaar gestoken, reeds veel eerder, en ge zegd „Dat zijn onze prijzen En als dat dan niet gaat, waarom dan niet ieder schoenmaker voor zich de prijzen verhoogd „Wie het onderste uit de kan wil hebben, dien valt het lid op dén neus." maar die niets uit de kan wil hebben, is erg onverstandig. Prijsverhooging is billijk, plicht, noodzaak en altijd te verdedigen- Wie het niet doet, laat z'n tijd voor bij gaan. .Wie [het wel doet is al reeds te laat. Vim»cher8!»()ja In een Duitsch vakblad vindt „Onze Zoetwatervisscherij" het vol gend© medegedeeld over de vraat zucht van den snoek. In de Scheren vain Getmskoldsvik (Zweden) werd eenige jaren geleden een snoek gevangen, die een horloge met ketting in zijn maag had. Blijk baar waren deze bij een onvoorzich tigheid van een hielngelaar in het wa ter gevallen en door den snoek ge grepen en ingeslikt. Een in het Momeer gevangen snoek had een steen, ter grootte van een vuist in zijn maag. In het Nafden-meer werden een tweetal snoeken gevangen van twiee pond ongeveer, waarvan de een een theelepel in zijn maag had. In zijn vraatzucht werpt de snoek zich op alles, wat hem voor den bek komt. Zoo voeren eens twee persoinen over het Gambod-meer. De een roeide en de ander wiesdh zijln voetendoor ze over boord in. het water te laten hangen. Plotseling beet. z.ich een snoek zoo vast in den voet dat de man die zijn voet terugtrok, den visch mee in de boot sleepte. Twee jongens voeren het- vorige jaar over hetzelfde, meer. De een hield zijn hand in het water. Een snoek beet hem zoo geweldig, dat de jongen ita het ziekenhuis zijn hand moest laten verbinden. Wie durft na het lezen van boven staande nog twijfelen aan de vraat zucht van den slnoek? Of moeten wij hier denken aan „visscherslatijn." aviateur Delagrange verongeluk'. Delagr»'g", eert der beroem«te v'.ie pers van Frankrijk, dis meerdere bon derdduizenden fia-- cc heeft gewonoer. is giptertrdudag op het veldte Bordaux hij het oefenan van een zijner ier-rHnger. mat zijn vlieetoeste! v»n 12 meter hoogte navr beneden gekomen t> verongelukt. Zijn toestel werd gegrepen door een stormwind en teven den wond re-ding erd. De ongelukkige kwam op het hoofd terecht zoodat taretond schedel breuk geconstateerd werd. Later hleek ook. dat de wrrve)kolom gebroken was Hct bericht, komt plotseling, dooi de vliegtechniek is nog zoo novo maakt, dat nog telkens ernstige ongelukken als dit nu weer, kunnen voorkomen 1 Secuur is bet rog niet op 'n vlieg tuig de lucht in t.e gaan, d^ is zaa>- 1 Een slecht bollen jaar! Het zac-hte winterweder is den bloem bollenkweekers niet naar den zin. De bollen werken al flink -en, als het we der zóó blijft, zal spoedig het dek moe ten worden losgemaakt, omdat de bollen anders te veel optrokken en zij vatbaar dei* worden voor de nachtvorsten, wel ke in het voor jaarongetwijfeld ook dit maal niet achterwege zullen blijven. Pansch ten toonstelling te Purmjerend. De „Vereeniging tot het houden van jaariijksche Paaschtentoonslellingem van vee te Pürmcrend", hield haar 15de jaariijksche a lg cm eene vergadering. De datum der tentoonstelling werd, wegens bijkomende omstandigheden, voorloopig vastgesteld op Dinsdag 15 Maart, en de verloting 14 dagen later. Besloten werd deze 15de jaariijksche tentoonstelling tevens feestelijk te vie ren. Failliet verklaard: 30.Dec. C. Barnhoorn, koopman te Hoogcarspel. 31 Dec. A. Centen, timmerman en aannemer, te Wanroy. A. Allemans, kantoorbediende, Rot terdam. J. Vettewinkel, 's-Gravenhage. 3 Jan. 1. Hegt, koopman in ongeregel de goederen, Amsterdam. 24 Dec. Wi. Houtman, zonder beroep, te Scheveningen. 3 Jan. A .A. Somer, koopman te Goes. Geëindigd het faillissement C. v. Dongen Ruysterburg, machineJ'abrikant te Roosendaal. 'A\ luaurassiqrej mq u 3 a 9 q 3 8 d q Heymans, lederhandtelaar te Weert. Geëindigd: door homologatie van het accoord het faillissement-M. J. Gou- vée, boekhandelaar te Delft; door het verbindend worden der uitdeélingslijst de faillissementen H. Deckers, te "Eys- den; F. Dorren, te Berg en Terblijt; J. Garis, te Heerlen; H. Ramaekers, bier brouwer te Eysden; A. Rooderkerk, timmerman en aannemer* te Rotterdam T. J. Vermaak, koopman, vroeger* wo nende te Utrecht, tlians te Zwartsluis; en J. P. Wilmer, schoenmaker te Delft. Opgeheven de faillissementen A. Meexpoel te 's-Gravenhage; H. J. Knaap en, te 's-Gravenhage, en, A. Ai- semgeesit, te Delft. V er n i e t i g dhet faillissement van C. W. Hoenkamp, boekhandelaar, Je 's-Gravenhage. Geen kanalen op Mars Uit Londen- wordt bericht: De fan tastisch* beschouwingen over levende bewoners van Mars en bun systeem van geweldige kanalen, zijn tot niets vervluchtigd. in de j >ngste vergadering der Astro nomical Sucie'y heeft de directeur van bet etser vatotium te Greenwich, E W. Maunder, de nieuwe Mara- fotografiën laten zien. die de Ameri- kaanscbe sterrenkundige. prof. Hale, thans in rijn observatorium op den Wilaonbers: in Caltfornië met behulp v*u zijn groote 60 duims teleakoop verkregen beeft en waarop die kanalen niet, voorkomen. Waarom -iet Omdat, zootis Maunder opmerkt, de teleakoop te sterk was \oor het optisch bedrog dat tot, heden aan leiding heeft gegeven om van Mars- kenalen en MersOewonera te s preken. Er i» eenvoudig niets van aan. nocb vsn het een noch van het andt-r! Wat zullen Loweil erj bciaparelli, de groote maturen van de kanalen hypothese, van dezen nieuwen kijk op Mars wei zeggen? He voortzetting van den B a g d a d-s poorweg. He tegenstand van den gevallen sfïl- tan Abdul Hamid, 'heeft het tot nu toe onmogelijk gemaakt de Bagdad-spoor- lijn van den zuidelijken voet van het Taurus-gebergte langs den natuurlijken en uit handels-politiek oogpunt eenigen juisten weg via de groote handelsste den Alexandrette en Aleppo in oostelij ke richting verder te leiden. De tegen woordige Jong-Turksche regeering heeft de strategische gronden, waarop deze tegenstand werd gebouwd, niet erkend en hare toestemming tot aanleg van het nieuwe baanvak over de genoemde ste den verleend. Op dit oogenblik zijn de ingenieurs reeds met de voorafgaande werkzaam heden bezig en binnen enkele jaren zal de Bagdad-spoorweg met het voor naamste gedeelte der 12400 kilometer lange lijn van Konia tot aan de Perzi sche golf zijn verlengd. De eerste twee honderd kilometer van deze wereld- verkeerslijn van Konia tot Bulguriu aan <fen noordwestelijken voet van het Taurusgebergte, zijn reeds sedert eenige jaren voor liet verkeer geopend. Van daar uit wordt nu aan de overschrij ding van het Ta|urusgebergte naar het door de jongste grqwelen tot een treu rige vermaardheid geraakte Adana ge werkt, en dit gedeelte der lijn zal niet alleen wat de omgeving betreft het mooiste, maar t evens ook het kost baarste worden. De daling naar de Ci- Iicische vlakte moet langs stoute via ducten en door talrijke tunnels vol gen, wier gezamenlijke lengte 9 K.M. bedraagt, dus meer dan de helft van den geheeden afstand en de kosten van den aanleg zullen dientengevolge op on geveer f 600.000 voor den kilometer ko men. In Adana, een oiide, weinig in teressante plaats van ongeveer 25.000 inwoners, zal de Bagdad-lijn reeds aan sluiting met de zeekust vinden, wat den verderen bouw naar Alexandrette veel zal vergemakkelijken. Voor jaren is namelijk door een En- gelsche maatschappij een spoorlijn tus schen de gewichtige haven Mersina en het 67 K.M. verder landwaarts gelegen Adana aangelegd en de Duitsch e-Anato- lische spoorweg heeft deze lijn onlangs aangekocht. Van Adana zal de Bagdadlijn verder in direct oostelijke richting om de golf van Iskanderun (Alexandrette) heen- buigende naar de-stad van dien zelfden naam worden geleid, die de natuurlijke havenplaats van de groote handelsstad Aleppo, een der gewichtigste van ge- heel Syrië is. Alexandrette vertoont geheel en al karakter, of beter gezegd de karakter loosheid van Smyrna en Beiroet met dezelfde lialf-Europeesche volks-typen in de zonnige straten, Europeesche wa ren in de interessante bazars en weinig schoone omgeving, waar het oog slechts te gast kan gaan aan de omtrekken, en het frissche groen van het naburige ge bergte. Ofschoon reeds in het jaar 333 vóór Christus door Alexander, na zijn groote overwinning bij Issus bevochten, gesticht heeft Alexandrette, wal oude gedenkteekenen betreft, niets aan te wijzen. De lage, met tegels bedekte huizen van slechts een enkele ver dieping, reien zich langs het lage strand om de diep ingesneden bocht heen en verspreidden zich over de vlakte, daar achter uit, zonder eenige schilderachtig heid of architectonische schoonheid. Des te rijker is echter de verdere omgeving van Iskanderun aan groote historische herinneringen; want daar bevinden zich drie zeer interessante ste den uit de oudheidSeleucia, Antiochië, en vooral Aleppo. Zij alle zullen in de toekomst door den Bagdad-spoorweg nog gemakkelijker zijn te bereiken, want de lijn gaat oostelijk van'Alexan drette over de hoogten van den Dsche- bel Musa, en van het bekoorlijke berg plaatsje Beiian is de weg naar Antio- chië verscheidene uren "korter, terwijl aan den anderen kant van Beiian de spoorlijn direct Aleppo zal aandoen. Beiian op een helling langs den ou- den Romeïnschen weg gelegen, omge-1 ven door een krans van wijn- ©n ooft- tuinen, is de meest gezochte zomer verblijfplaats van de Europeesche ko lonie in Aleppo en Alexandrette. Hotels op Westersche wijze ingericht zijn er wel is waar nog niet te vinden, en wie niet een der oude houten terrasvor mige boven elkander gebouwde Turk- sche huizen wil huren, kan alleen in de groote „Chan" (Turksche pleister- (plaats voor karavanen) aan den ingang van het dorp, een zeer bescheiden on derkomen vinden. Doch alles rekent daar hoopvolt-verheugd op de opening van de Bagdadhaan. Met haar zullen ook hotels komen en de romantische streek, de koelte der bergen, de overal door het dorp kabbelende beekjes uit de bergen, de tuinen en bosséhart zul- j len Beiian zeer zeker aan een druk bél- zoek helpen. Van Beiian naar Antiochië is onder normale omstandigheden toch altijd nog een rit van zes uren; doch men orndeïL neemt dien gaarne, want die stad was een der beroemdste uit de oudheid en vertoont heden ten dage in de overblijf selen van haren koLossaien, zoo over vloedig trdjk aan torens zijnden ring muur, welken omvang zij eens moet hebben gehad. Van Pompejus af tot Trojan us maak ten de Romeinsche keizers Antiochië j van tijd tot tijd hun residentie en sticht- j ten daar heerlijke gebouwen, die helaas door de veelvuldige aardbevingen wer den vernield. Heden ten dage zijn de dertigduizend inwoners in de gebrek-1 kige huizen der nauwe, bochtige straat- j jes samengedrongen en slechts hier en daar op de binnenplaats van het oude serail of in particuliere huizen, vindt men steenen sarcophagen, kapiteelen van zuilen, reliefbeelden of grafmonu menten uit den groóten, ouden tijd. Aleppo daarentegen heeft zijn vroe gere beteekenis door alle tijden heen tot op den huidigen dag bewaard. Reeds op Egyptische monumenten uit de twintigste eeuw voor Christus, wordt het vermeld, en sindsdien is het een hoofdzetel van den karavaanhandel tus schen de Middellandsche Zee en de landen van den Indischen Oceaan ge bleven. Een mooie stad kan Aleppo niet wor den genoemd, doch zij is tenminste zindelijke.r, beter geplaveid en heeft breedere straten dan de overige Syri sche steden. Merkwaardigheden en mo numenten uit zijn vierduizendjarige ge schiedenis zijn er slechts weinige voor handen, waaronder voornamelijk de in het hart van het stratenlabyrinlh hoog zich verheffende citadel met zijn ge weldige ringmuren en bijna onverwoest bare massieve ingangspoort. Even oud moet ook de synagoge in het Joden- kwartier zijn, die op dezelfde wijze als de Arabische is gebouwd, met een door zuilengangén omgeven voorplein. De Joodsche bevolking van Aleppo telt on geveer twaalfduizend zielen, even zoo sterk is de Grieksche, terwijl de Katho lieke Syriërs, de Armeniërs en de Mo- ranieten, tezamen nauwelijks dit ge tal bereiken. Twee derden der bevol king zijn Mohammedanen. Iedere godsdienstige gezindie bezit haar eigen godshuizen en scholen, de E.E. P.P. Franciscanen bezitten er zelfs een druk bezochte school voor hooger onderwijs. Aleppo verheugt zich in een reusach tig handelsverkeer; vooral de uitvoer handel is zeer belangrijk. Tot voor kor ten tijd geschiedde het voornaamste ge deelte van het handelsverkeer met het oostelijk achterland zoowel als met de kust op kameelruggen. Wel is waar staat Aleppo door middel van een spoorweg reeds in verbinding met de kust, dat wil zeggen met Beiroet, doch die weg daarheen is zoo lang en het vervoer zoo kostbaar, dat het goederen vervoer steeds nog door middel van karavanen naar het nabijgelegen, ten minste betrekkelijk dichterbij gelegen, Alexandrette gaat, geheel en al als in den voor-Christelijken tijd. De groote handel der stad tegen woordig ongeveer 60 millioen bedra gend was ook de oorzaak, waarom Aleppo in den loop der tijden steeds zijn beteekenis heeft behouden, of schoon het wel een dozijn malen zoo wel door vijanden als door aardbevin gen is verwoest geworden. Is de Bagdadspoorweg eenmaal tot aan het dal van den Euphraat aange legd, dan zal de handel aeer zek«r spoedig het dubbele bedragen en Alep po zal op den geheelen 3000 kilome ier langen weg van den Bosporus naar de Perzische golf, misschien met de eenige uitzondering van Bagdad, zi}* voorrang van voornaamste handelsstad behouden. De tusschen Aleppo e* Alexandrette gelegen baan ran den Bag- dadspoorweg zal èn voor den handel èm voor de nijverheid van het hoogste nwt. in de toekomst zijn en ongetwijfeld rijke winsten afwerpen. Het is der halve een verheugend besluit, dat dc Turksche regeering heeft genomen, door toe te staan, dat het traject der Bag- daglijn in dien zin werd veranderd, dat ook Alexandrette en Aleppo thans in het internationaal verkeer worde* opgenomen. Het lichtste hout Over een merkwaardige houtsoort, die wel het Lichtste hopt ter wereld is en het eigenaardig gebruik dat me* daarvan maakt, worden in een Fransch tijdschrift interessante mededeelinge* gedaan. De merkwaardige boom groeit aan de zandige oevers van het oos telijke deel van het Tsjadmeer, eem der grootste meren in het midden va* Afrika; bij de inboorlingen heeft d* heestexachtige boom verscheiden name* en speelt in het leven dar bevolking een groote rol. De Koeri's noeme* hem Marea, de Boedoema's Fogoe, de Arabieren Ambach in de botanie is als Hexminiora elaphroxylon bekend. Hij bereikt een hoogte van 4 tot 5 meter, de stam een doorsnede van 20 30 meter aan den wortel. Het loot vertoont het karakter van de mimosa, de bloesems zijn geel en tamelijk groot. Een kapitein, Tiiho, die vrij lange» tijd in een streek nabij het Tsjad-niee* gewoond heeft, heeft stukken van he* hout meegebracht, die aantoonen dat 't gewicht en de dichtheid zelfs nog min der zijn dan dat van kurk. De inboor lingen bedienen zich van het Marea- hout om het verkeer over het meer te bewerkstelligen. De Koeri's make* n.i. van het hout een soort zweüs- apparaat, dat bestaat uit een lange* boomstam, welke in doorsnee 1219 c.M. is, en ongeveer 2.20 M. lang. Hei hout wordt dan in boogvorm gekromd. Op dit zwemapparaat rijdt de inboorling in het watea* als op een paard, oati te zwemmen gebruikt hf handen voeten. De punt van het zwemhout steekt 3040 c.M. boven den waterspiegel uit en kan nog wel een. klein, kind dxage*. Op deze zwemhouten staken de Koerij* zonder moeite watermassa's van 120# —1500 meter breedte over; gedurend* de vaart draagt de strijder zijn wapens en kleedingstukken op het hoofd. Op het land draagt men het xwemhout den schouder, ruiters binden het aan. den zadel vast; het geringe gewicjhi van het hout, maakt het transport gex makkelijk. Als ruiters over het watew moeten, rijden ze op hun zwemhoul en voeren het paard aan den teugel o faan den staart met zich. Ook wordt! het hout gebruikt voor het maken ram oorlogsschilden, terwijl de construct»* van het hout aan het indringen ra* lanspunten en zwaarden een verrassend grooten tegenstand biedt. GROOTHEERLIJK. Rechter: „Beklaagde, hoe aijt ge m toe gekomen, een valschen naam og te geven?" Chevalier d'industrie: „N*, wij mogen toch óók wel eens incognito reizen!" ONNOODIG. Mevrouw: „Nam mevrouw S. je maar zóó dadelijk, Mietje wou geen getuigschriften van jo hebben?" Dienstmeisje: „Dat was ntol noodig, zei ze; als ik bij u f drie maanden uitgehouden had, dan was ik 'n engel." S DE VERKEERDE WERELD. ,,'t Is toch gek," zei kleine Kees, com wijsgeer in den dop, „dat je van lekkeke dingen ziek wordt en van ie olijke drankjes beter, 'tMoest aet anders**» zijn." HOFTAAL. Vorst: „Zeg eens, Peter, héb ik eigenlijk dien reebok wei getroffe*?*' L ij f j a g e r„Het behaagde Uvv* Hoogheid hem genade te ach en km." BIJ DEN DOKTER. „Dokter, een enkel woord. „Zoo dadelijk, mijnheer. Wil e«u oogenblik vertoeven in deze wachtme*. „Maar het is minder dan een toi- nuut „Ik zal u zoodra mogelijk ontvaat- gen, mijnheer, wees zoo goed, inmid dels plaats te nemen." En de dokter verlaat mejeslueus 1*1 vertrek, zijn bezoeker in de wachtka mer achterlatende. Deze laatste begint de gravures ara den wand te bestudeeren, leest tw«» tijdschriften van A tot Z uit, speel! een weinig met den hond van d<* arts, telt al ruiten van het behaag en doet een dutje van een half uw lang. Eensklaps Wordt de deur van k«t aangrenzend vertrek geopend, en dft dokter verschijnt. „Het is uwe beurt, mijnheer, wat is er van uw verlangen?" „O niets, dokter. Ik wou u allee» even komen zeggen, dat de twee koele* van uw buurman bij u in den tuin g*- drongen zijn en er een gruwelijke v**- woesting aanrichten."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 10