Vroolijk Allerlei.
Wat anderen zeggen.
Sport en Wedstrijden.
Landbouw en Vis&cherij.
m ËLOBKS
Wetenschappelijke Berichten.
Wetenswaardig Allerlei.
Recb?&z.8fcer.
werk zijn aaa malaria bezweken; vrn
de overlevenden zijn de meeste geheel
invalide geworden.
Sultans-manieren. Nu de juweel en
van Abd-ed-Azis bijna publiek verkocht
zijn te Parijs, verhaalt een Fransch blad
hoe Abd-ed-Azis indertijd zijn juweelen
kocht.
Ongeveer zeven jaren geleden liet
Sultan Abd-el-Aizis van Marokko, toen
nog in de volheid van zijn macht en
belust op het koopen van allerlei Eu-
ropeesche zaken, aan een Fransche
maatschappij verzoeken, hem een partij
juweelen ten huize te doen komen.
Een groote juwediersfirma te Parijs,
werd daarmede bedast. Zij zond terstond
twee bedienden naar Marokko met een
zwaar valies edelgesteenten van allerlei
soort, voor een waarde van 3 millioen
francs.
Na een vermoeiende reis van acht
Sagen, langs brandend heete wegen,
kwamen de reizigers uitgeput te Fez
aan Het was avond en na een een
voudig maal gingen zij naar hed, ho
pende in de koelte van den nacht
eindelijk wat rust te genieten
Daar wordt om 10 uur aan hun deur
geklopt. De Sultan, die van hun komst
had gehoord, wilde onmiddellijk hunne
juweelen zien. Tegenspreken baatte
niet; zij moesten voldoen aan den
wensch van den vorst.
In het paleis kwamen zij in een lan
ge gang tusschen twee groote poorten.
Bij het licht van een enkele lantaarn,
zat de Sultan hen daar te wachjten op
een steen en bank. Het valies werd voor;
hem neergezet. Maar de sleutels der
sloten, die door de douanebeambten te
Tanger waren verzegeld, had men nog
niet. Dat was echter geen bezwaar.
Met een hamer en een beitel werden
de sloten opengebroken.
Het valies was vol zaagsel, waarin
de fraaie juweelen door elkander gebor
gen waren. Zij moesten in afzonder
lijk meegebrachte étui's worden ge
legd. Maar de Sultan kon daar niet op
(wachten. Hij ging, te zamen met de)
juweliers, met volle handen grabbelen
in het zaagsel om de edelgesteenten er
uit te halen. De steenen, die hem be
vielen, verdwenen in zijn wijdte mouw;
de andere legde hij naast zich neder
op de steenen bank.
Dat ging alles zwijgend in zijn werk,
onder het groote, donkere gewelf, hij.
het flauwe licht van een kaars in een
groote geciseleerde lantaarn. Eindelijk
is het zoeken afgeloopen. H,et valies ia
omgekeerd op een tapijt, Ier is niets
meer in.
Toen stond Abd-el-Azis op, wenschte
zijn bezoekers goeden nacht, en ver
dween in de geheimzinnige gangen van
zijn paleis met zijn opper-eunuch en de
edelgesteenten, die hij had uitgekozen.
Hij had niet naar den prijs gevraagd.
Dat moest geregeld worden met den
vizier, die met zulke zaken was be-
lasit.
Bij het nazien, thuis, bevonden de
juweliers, dat de Sultan voor een be
drag van ruim 1.500.000 francs aan
edelgesteenten had behouden.
De gedopte agent. Dr. Walford
Bridge vertelt een aardige geschiede
nis van buiksprekersvaardigheid.
Bij zekere gelegenheid schrijft hij
liep ik gevaar last te krijgen met de
Glasgowsche politie door een proefje
van buikspreken. Wij verlieten met een
troepje vrij laat onze club en wan
delden arm in arm voort, toen ik aan.
de overzijde van een straat een agent
zag naderen, die zeker erg nieuwsgierig
was naar de oorzaak van onze aanwe
zigheid in dat nachtelijk uur.
„Stil!" fluisterde ik mijn vrienden
toe, „we zullen een bak met hem heb
ben. Volgt mij in alles en helpt mij
goed. Blijft bij jLien winkel staan en
beweert, dat je binnen stemmen hoortt.
Wij hielden bij den winkel halt, dicht
op elkaar gedrongen, en bogen ons
voorover, als aandachtig luisterend.
Een oogenblik daarna was de agent
bij ons.
„Wat is ar aan de hand? Waapom
blijven julLie hier staan?"
„Ssst!" deed ik, zijn arm aanrakend.
„Er zijn dieven daarbinnen. Nu praten
ze, luister!"
De agent boog ook voorover en ik
liet mijn stem schijnbaar binnen in
den winkel het volgend gesprek tus
schen twee inbrekers houden:
„Pas op, Jim! Daar is iemand."
,,'k Geloof 't ook, David. Doe je lan
taarn weg; misschien ziet hij ons
niet!"
„Als 't maar geen smeris is!"
„We moeten dit karweitje toch af
doen. 'tls te goed, om in den steek
te laten...."
De agent wachtte niet meer om tel
hooren; hij fluisterde ons driftig toe:
„Blijft hier en past op, dat ze niét
•ntsnappen!"
„Ja."
Hij liep zoo hard hij kon naar den
hoek van de straat en zwaaide met zijn
lantaarn, het sein aan collega's, die in
de nabijheid mochten zijn, om te hulp'
te komen. Het duurde niet lang of er
kwam assistentie; met z'n drieën draaf
den ze terug naar het winkelhuis. Toen
ze naderden, zei één der drie denkbeel
dige inbrekers hoorbaar:
„We zitten er in! Er zijn er drie."'
,,'tZou wat! Drie smerissen. Geef
ze hun portie."
Ik wendde mij tot de bedreigde agen
ten:
,,'tSchijnt een taai werkje voor jelui
te werden. Willen wij naar het bureau'
loopen om assistentie?".
„Ja, dat is goed. Gaat eilk een andep
ren kant op en stuurt alle politie, die
je tegen komt, hierheen."
Wij maakten, dat wij wegkwamen,
elk een kant uit in de richting om-
zer woningen. Er was politie genoeg
om de „inbrekers" baas te worden.
Wat er later gebeurd is, weet ik niet\
ik heb er nooit naar durven informeo-
ren. En ais ik te Glasgow ben, ont
wijk ik zorgvuilig eiken agent.
Jachtpartijen op den zeebodem.
Een nieuwe hartstocht heeft zich mees
ter gemaakt van Amerikaansojhe dollar-
mülionairs; een sport, die iets geheel
nieuws, wat nog nooit eerder ver
toond is, levert en in staat is aan de
geblaseerden een sterke zenuwprikko-
ling te bieden. In New-York heeft
zich een uitgelezen vereeniging van de
voornaamste jongelieden uit de
hooge finantiën-aristocratie ge
vormd, eeu jachtclub, waarvan de le
den af en toe jachtpartijen op den
bodem der zee organiseeren. Onlangs
ging een expeditie uit de club, bestaan
de uit zeven deelnemers, naar de Zuid
zee om in de nabijheid der Philippijnen
te gaan jagen. Een Amerikaansch jour
nalist ging ook mee en hij geeft een
beschrijving van hetgeen zij beleefden,
en doet daarbij hartklemmende verha
len. „Wij kregen allen nauwsluitende
duikerpakken aan uit caoutchouc, met
een koperen helm en op lie* dek van
ons jacht stelde meneen aantal lucht
pompen op, die iederen duiker de noo-
dige ademhalingsstof toevoerden. Bo
vendien kreeg ieder een geweer mee in
een waterdicht omhulsel, de munitie
bestond uit ontplofbare patronen, die
met .ecrassiet gevuld en van een bijzon
der sterke uitwerking zijn. Daar het
licht slechts tot hoogstens 20 M. onder
de oppervlakte van het water door
dringt, kreeg verder ieder der duikers
een eleetrische gloeipeer mee, voorzien
van een buitengewoon sterken schijn
werper, zoodat men altijd ongeveer 10
pas om zich heen kon zien. Wij wer
den nu een voor een naar beneden ge
laten en wel ongeveer 350 meter, dus
op een diepte, waar reeds lang geen
planten meer groeien, waar men ook
van het razen der golven niets meer
verneemt, waar eenzaamheid heerscht
en een doodelijke stilte, een stilte, die
men zich niet kan voorstellen, alamen
haar niet heeft meegemaakt. De wate
ren daar zijn rijk aan niet ongevaar
lijke dieren, waarvoor men wél op
zijn hoede mag zijn. Meer dan eens
kwamen jagers in levensgevaar, daar
een gevecht met een haai of degenvisch
in geen enkel opzicht aangenaam is en
men deZe ongedierten slechts met ',t
geweereenig letsel kan toebrengen. Een
knal is hier natuurlijk niet te hooren.
De deelnemers aan de jacht .verdeel
den zich zoodat men niet al te ver
van elkander verwijderd was en mem
elkaar kon weernemen door de kijkga
ten in den koperen helm. Het verloop*
van de jacht was uiterst opwindend
en bood een werkelijk nog niet geken
de sensatie.
Twee dolfijnen, een haai en een wal
rus waren r eeds neergeschoten, toen
mr. Jeffris Gould, de neef van den
bekenden multimillionair met levendige
bewegingen wees op een donkere
massa, die wij niet terstond herkennen
konden. Zoo snel het water het ver
oorloofde, snelde men nader, ontzet
ting greep ons aan, wij hadden met
een poliep te doen. Zeven geweren
richtten zich tegen het reusachtige mon
ster en een serie schoten werd ge
lost. De uitwerking was dat de poliep
in kleine stukken geschoten werd. Na
vijf uren was de jacht geëindigd. Het
verloop heeft in New-York veel belang
stelling verwekt en de jacht zal spoe
dig navolging vinden."
Hoog tijd
(Wij lezen in het „Schoenmakers-
vakblad" het volgende:
De toestand wordt onhoudbaar.
Dagelijks melden ons de berichten,
dat de lederprijzen gedurig stijgen.
Steeds hooger worden de lederprijzen
opgeveerd, en met de meeste, beslist
heid kan worden gezegd, dat de
markt van heden de markt van vele
jaren zal hlijven
Binnen een kort tijdsverloop zijn
de prijzen van bijna alle ledersoor
ten gestegen met 10 tot 20 procejit.
Nog nooit is zulk eene renzonstij
ging geconstateerd. De oorzaak zul
len we heden |niet opzoeken, nog min
der daarover twisten, maar het ge
volg is groot. Met de gevolgen, daar
mede hebben we heden te doen
De toestand is onhoudbaar, zoo
kan het niet langer.
Verdiendet ge vroeger, zeg 30 pro
cent, na door de 20 pet. stijging, nog
maai* 10, soms nog minder.
Want, dit is een feit, de prijzen van
uw werk verhoogen, deedt ge niet.
Dat kon niet, dat was onmogelijk.
Vroeger kondet ge net rond komen,
ge verdiendet toen nog iets. Nu ver
liest ge. De mmscihen, nw klanten,
konden die verhooging niet betalen,
gij wel. Gij vondt het beter, dat één
man (en dat waart gij zelf) al die
schade op zich nam. Gij dacht zoo
„als ik mijn prijzen verhoog, dan
gaan mijn klainten naar een ander,
naar mijn collega." Dit was zeer wijs
van u gedacht, zeer scherp gezien.
Zoo dachten uw vader en uw groot
vader er pok over, en ze zijn zeer
wijs gestaiwen.
Hoeveel zijt ge nu gevorderd met
deze zienswijze Zooveelge hebt al
uw klanten behouden, zelfs nog nieu
we gewonnen, ge hebt het dus „ra
zend druk", ge werkt en laat wer
ken als razendein, en.ge betaalt
meer en hooger aan nw leerkooper
en ge ontvangt minder. Ge graaft
dus voor u zelf een kuil, ge gaat
er zelf in liggen ten nu wacht ge al
leen nog maar dat ze er u zullen
onderstoppen.
Hadt ge uw! prijzen verhoogd, dan
badt ge een aantel klanten behou
den, die vertrouwen :ita u stelden.
Dan had ge, zonder u te overwerken
nog iets verdiend.
Nn echter, nu ge al uw klanten
behieldt, nu werkt ge voor niets. Ge
zult het bemerken straks, misschien
nu al. reeds; dan komt de holnger bij
n aankloppen, en .de deurwaarder
komt hij n aankloppen, en zij zullen
blijven kloppen, totdat de deurwaar
der uw zaak failliet slaat en de hon
ger nw: maag.
Er onder dusEn waarom
Is het gemakkelijk om tot prijs-
verhooging te komen voor den be-
steldsehoenmaker en reparateur? M..
i. ja.
Van zeer veel belang is ook, dat de
stijging der grondstoffen .in de ge
wone dagbladen wordt vermeid.
Hieraan ontbreekt echter zeer veel.
Marktberichten lezen de menschen
niet- gaarne, of ze moeten er belang
bij; hebben. Misschien rust ten dezen
opzichte wel een taak op de vakver-
eenigingejn. De vereenigingen kon
den de pers inededeelingen doen, of
anderzins verslagen geven van ver
gaderingem waarop prijsverhoogkig
ter sprake is geweest. Zoodoende
werd ook door do pars het publiek
bekend gemaakt met dingen, die het
uit een schoenmakersmotnd bijna niet-
kan gelooveu.
Zoo zijn er dus geheel buiten ons
vak twee belangrijk© factoren, waar
op wij ons zouden kunnen beroepen,
als men ons van onbillijkheid tracht
te te beschuldigen.
Maar toch van het meeste gewicht
is wel de verhocging der confectie-
artikelen. Fabrikanten en grossiers
hebben reeds een begin gemaakt met
de prijsverhooging, zoodanig, dat het
publiek het terdege zal bemerkt heb
ben en dieper in de beurs heeft moe
ten tasten. Voor de oude prijzen kan
niet één schoenwinkel blijven yer-
kocpen en alleen scharrelaars in on
geregeld goed bieden de menschen
nog koopjes aan.
iWaar nn het publiek van alle zij
den bekend is gemaakt met de en
orme prijsverhooging, daar valt het
voor ons niet moeilijk, hooger prijzen
te bedingen.
't Is waar en 't is treurigiWaar-
om komen wij' altijd achteraan
[Waarom, niet de koppen bij elkaar
gestoken, reeds veel eerder, en ge
zegd „Dat zijn onze prijzen
En als dat dan niet gaat, waarom
dan niet ieder schoenmaker voor zich
de prijzen verhoogd
„Wie het onderste uit de kan wil
hebben, dien valt het lid op dén
neus." maar die niets uit de kan wil
hebben, is erg onverstandig.
Prijsverhooging is billijk, plicht,
noodzaak en altijd te verdedigen-
Wie het niet doet, laat z'n tijd voor
bij gaan. .Wie [het wel doet is al reeds
te laat.
Vim»cher8!»()ja
In een Duitsch vakblad vindt
„Onze Zoetwatervisscherij" het vol
gend© medegedeeld over de vraat
zucht van den snoek.
In de Scheren vain Getmskoldsvik
(Zweden) werd eenige jaren geleden
een snoek gevangen, die een horloge
met ketting in zijn maag had. Blijk
baar waren deze bij een onvoorzich
tigheid van een hielngelaar in het wa
ter gevallen en door den snoek ge
grepen en ingeslikt.
Een in het Momeer gevangen snoek
had een steen, ter grootte van een
vuist in zijn maag.
In het Nafden-meer werden een
tweetal snoeken gevangen van twiee
pond ongeveer, waarvan de een een
theelepel in zijn maag had.
In zijn vraatzucht werpt de snoek
zich op alles, wat hem voor den bek
komt.
Zoo voeren eens twee persoinen
over het Gambod-meer. De een roeide
en de ander wiesdh zijln voetendoor
ze over boord in. het water te laten
hangen. Plotseling beet. z.ich een
snoek zoo vast in den voet dat de
man die zijn voet terugtrok, den
visch mee in de boot sleepte.
Twee jongens voeren het- vorige
jaar over hetzelfde, meer. De een
hield zijn hand in het water. Een
snoek beet hem zoo geweldig, dat de
jongen ita het ziekenhuis zijn hand
moest laten verbinden.
Wie durft na het lezen van boven
staande nog twijfelen aan de vraat
zucht van den slnoek? Of moeten wij
hier denken aan „visscherslatijn."
aviateur Delagrange verongeluk'.
Delagr»'g", eert der beroem«te v'.ie
pers van Frankrijk, dis meerdere bon
derdduizenden fia-- cc heeft gewonoer.
is giptertrdudag op het veldte Bordaux
hij het oefenan van een zijner ier-rHnger.
mat zijn vlieetoeste! v»n 12 meter
hoogte navr beneden gekomen t>
verongelukt.
Zijn toestel werd gegrepen door een
stormwind en teven den wond re-ding
erd. De ongelukkige kwam op het
hoofd terecht zoodat taretond schedel
breuk geconstateerd werd. Later hleek
ook. dat de wrrve)kolom gebroken
was
Hct bericht, komt plotseling, dooi
de vliegtechniek is nog zoo novo
maakt, dat nog telkens ernstige
ongelukken als dit nu weer, kunnen
voorkomen 1
Secuur is bet rog niet op 'n vlieg
tuig de lucht in t.e gaan, d^ is zaa>- 1
Een slecht bollen jaar!
Het zac-hte winterweder is den bloem
bollenkweekers niet naar den zin. De
bollen werken al flink -en, als het we
der zóó blijft, zal spoedig het dek moe
ten worden losgemaakt, omdat de bollen
anders te veel optrokken en zij vatbaar
dei* worden voor de nachtvorsten, wel
ke in het voor jaarongetwijfeld ook dit
maal niet achterwege zullen blijven.
Pansch ten toonstelling te Purmjerend.
De „Vereeniging tot het houden van
jaariijksche Paaschtentoonslellingem van
vee te Pürmcrend", hield haar 15de
jaariijksche a lg cm eene vergadering. De
datum der tentoonstelling werd, wegens
bijkomende omstandigheden, voorloopig
vastgesteld op Dinsdag 15 Maart, en
de verloting 14 dagen later.
Besloten werd deze 15de jaariijksche
tentoonstelling tevens feestelijk te vie
ren.
Failliet verklaard:
30.Dec. C. Barnhoorn, koopman te
Hoogcarspel.
31 Dec. A. Centen, timmerman en
aannemer, te Wanroy.
A. Allemans, kantoorbediende, Rot
terdam.
J. Vettewinkel, 's-Gravenhage.
3 Jan. 1. Hegt, koopman in ongeregel
de goederen, Amsterdam.
24 Dec. Wi. Houtman, zonder beroep,
te Scheveningen.
3 Jan. A .A. Somer, koopman te
Goes.
Geëindigd het faillissement C. v.
Dongen Ruysterburg, machineJ'abrikant
te Roosendaal.
'A\ luaurassiqrej mq u 3 a 9 q 3 8 d q
Heymans, lederhandtelaar te Weert.
Geëindigd: door homologatie van
het accoord het faillissement-M. J. Gou-
vée, boekhandelaar te Delft; door het
verbindend worden der uitdeélingslijst
de faillissementen H. Deckers, te "Eys-
den; F. Dorren, te Berg en Terblijt; J.
Garis, te Heerlen; H. Ramaekers, bier
brouwer te Eysden; A. Rooderkerk,
timmerman en aannemer* te Rotterdam
T. J. Vermaak, koopman, vroeger* wo
nende te Utrecht, tlians te Zwartsluis;
en J. P. Wilmer, schoenmaker te Delft.
Opgeheven de faillissementen A.
Meexpoel te 's-Gravenhage; H. J.
Knaap en, te 's-Gravenhage, en, A. Ai-
semgeesit, te Delft.
V er n i e t i g dhet faillissement van
C. W. Hoenkamp, boekhandelaar, Je
's-Gravenhage.
Geen kanalen op Mars
Uit Londen- wordt bericht: De fan
tastisch* beschouwingen over levende
bewoners van Mars en bun systeem
van geweldige kanalen, zijn tot niets
vervluchtigd.
in de j >ngste vergadering der Astro
nomical Sucie'y heeft de directeur
van bet etser vatotium te Greenwich,
E W. Maunder, de nieuwe Mara-
fotografiën laten zien. die de Ameri-
kaanscbe sterrenkundige. prof. Hale,
thans in rijn observatorium op den
Wilaonbers: in Caltfornië met behulp
v*u zijn groote 60 duims teleakoop
verkregen beeft en waarop die kanalen
niet, voorkomen.
Waarom -iet
Omdat, zootis Maunder opmerkt,
de teleakoop te sterk was \oor het
optisch bedrog dat tot, heden aan
leiding heeft gegeven om van Mars-
kenalen en MersOewonera te s preken.
Er i» eenvoudig niets van aan. nocb
vsn het een noch van het andt-r!
Wat zullen Loweil erj bciaparelli,
de groote maturen van de kanalen
hypothese, van dezen nieuwen kijk
op Mars wei zeggen?
He voortzetting van den
B a g d a d-s poorweg.
He tegenstand van den gevallen sfïl-
tan Abdul Hamid, 'heeft het tot nu toe
onmogelijk gemaakt de Bagdad-spoor-
lijn van den zuidelijken voet van het
Taurus-gebergte langs den natuurlijken
en uit handels-politiek oogpunt eenigen
juisten weg via de groote handelsste
den Alexandrette en Aleppo in oostelij
ke richting verder te leiden. De tegen
woordige Jong-Turksche regeering heeft
de strategische gronden, waarop deze
tegenstand werd gebouwd, niet erkend
en hare toestemming tot aanleg van het
nieuwe baanvak over de genoemde ste
den verleend.
Op dit oogenblik zijn de ingenieurs
reeds met de voorafgaande werkzaam
heden bezig en binnen enkele jaren
zal de Bagdad-spoorweg met het voor
naamste gedeelte der 12400 kilometer
lange lijn van Konia tot aan de Perzi
sche golf zijn verlengd. De eerste twee
honderd kilometer van deze wereld-
verkeerslijn van Konia tot Bulguriu
aan <fen noordwestelijken voet van het
Taurusgebergte, zijn reeds sedert eenige
jaren voor liet verkeer geopend. Van
daar uit wordt nu aan de overschrij
ding van het Ta|urusgebergte naar het
door de jongste grqwelen tot een treu
rige vermaardheid geraakte Adana ge
werkt, en dit gedeelte der lijn zal niet
alleen wat de omgeving betreft het
mooiste, maar t evens ook het kost
baarste worden. De daling naar de Ci-
Iicische vlakte moet langs stoute via
ducten en door talrijke tunnels vol
gen, wier gezamenlijke lengte 9 K.M.
bedraagt, dus meer dan de helft van
den geheeden afstand en de kosten van
den aanleg zullen dientengevolge op on
geveer f 600.000 voor den kilometer ko
men. In Adana, een oiide, weinig in
teressante plaats van ongeveer 25.000
inwoners, zal de Bagdad-lijn reeds aan
sluiting met de zeekust vinden, wat
den verderen bouw naar Alexandrette
veel zal vergemakkelijken.
Voor jaren is namelijk door een En-
gelsche maatschappij een spoorlijn tus
schen de gewichtige haven Mersina en
het 67 K.M. verder landwaarts gelegen
Adana aangelegd en de Duitsch e-Anato-
lische spoorweg heeft deze lijn onlangs
aangekocht.
Van Adana zal de Bagdadlijn verder
in direct oostelijke richting om de golf
van Iskanderun (Alexandrette) heen-
buigende naar de-stad van dien zelfden
naam worden geleid, die de natuurlijke
havenplaats van de groote handelsstad
Aleppo, een der gewichtigste van ge-
heel Syrië is.
Alexandrette vertoont geheel en al
karakter, of beter gezegd de karakter
loosheid van Smyrna en Beiroet met
dezelfde lialf-Europeesche volks-typen
in de zonnige straten, Europeesche wa
ren in de interessante bazars en weinig
schoone omgeving, waar het oog slechts
te gast kan gaan aan de omtrekken, en
het frissche groen van het naburige ge
bergte. Ofschoon reeds in het jaar 333
vóór Christus door Alexander, na zijn
groote overwinning bij Issus bevochten,
gesticht heeft Alexandrette, wal oude
gedenkteekenen betreft, niets aan te
wijzen. De lage, met tegels bedekte
huizen van slechts een enkele ver
dieping, reien zich langs het lage strand
om de diep ingesneden bocht heen en
verspreidden zich over de vlakte, daar
achter uit, zonder eenige schilderachtig
heid of architectonische schoonheid.
Des te rijker is echter de verdere
omgeving van Iskanderun aan groote
historische herinneringen; want daar
bevinden zich drie zeer interessante ste
den uit de oudheidSeleucia, Antiochië,
en vooral Aleppo. Zij alle zullen in de
toekomst door den Bagdad-spoorweg
nog gemakkelijker zijn te bereiken,
want de lijn gaat oostelijk van'Alexan
drette over de hoogten van den Dsche-
bel Musa, en van het bekoorlijke berg
plaatsje Beiian is de weg naar Antio-
chië verscheidene uren "korter, terwijl
aan den anderen kant van Beiian de
spoorlijn direct Aleppo zal aandoen.
Beiian op een helling langs den ou-
den Romeïnschen weg gelegen, omge-1
ven door een krans van wijn- ©n ooft-
tuinen, is de meest gezochte zomer
verblijfplaats van de Europeesche ko
lonie in Aleppo en Alexandrette. Hotels
op Westersche wijze ingericht zijn er
wel is waar nog niet te vinden, en wie
niet een der oude houten terrasvor
mige boven elkander gebouwde Turk-
sche huizen wil huren, kan alleen in
de groote „Chan" (Turksche pleister-
(plaats voor karavanen) aan den ingang
van het dorp, een zeer bescheiden on
derkomen vinden. Doch alles rekent
daar hoopvolt-verheugd op de opening
van de Bagdadhaan. Met haar zullen
ook hotels komen en de romantische
streek, de koelte der bergen, de overal
door het dorp kabbelende beekjes uit
de bergen, de tuinen en bosséhart zul- j
len Beiian zeer zeker aan een druk bél-
zoek helpen.
Van Beiian naar Antiochië is onder
normale omstandigheden toch altijd nog
een rit van zes uren; doch men orndeïL
neemt dien gaarne, want die stad was
een der beroemdste uit de oudheid en
vertoont heden ten dage in de overblijf
selen van haren koLossaien, zoo over
vloedig trdjk aan torens zijnden ring
muur, welken omvang zij eens moet
hebben gehad.
Van Pompejus af tot Trojan us maak
ten de Romeinsche keizers Antiochië j
van tijd tot tijd hun residentie en sticht- j
ten daar heerlijke gebouwen, die helaas
door de veelvuldige aardbevingen wer
den vernield. Heden ten dage zijn de
dertigduizend inwoners in de gebrek-1
kige huizen der nauwe, bochtige straat- j
jes samengedrongen en slechts hier en
daar op de binnenplaats van het oude
serail of in particuliere huizen, vindt
men steenen sarcophagen, kapiteelen
van zuilen, reliefbeelden of grafmonu
menten uit den groóten, ouden tijd.
Aleppo daarentegen heeft zijn vroe
gere beteekenis door alle tijden heen
tot op den huidigen dag bewaard. Reeds
op Egyptische monumenten uit de
twintigste eeuw voor Christus, wordt
het vermeld, en sindsdien is het een
hoofdzetel van den karavaanhandel tus
schen de Middellandsche Zee en de
landen van den Indischen Oceaan ge
bleven.
Een mooie stad kan Aleppo niet wor
den genoemd, doch zij is tenminste
zindelijke.r, beter geplaveid en heeft
breedere straten dan de overige Syri
sche steden. Merkwaardigheden en mo
numenten uit zijn vierduizendjarige ge
schiedenis zijn er slechts weinige voor
handen, waaronder voornamelijk de in
het hart van het stratenlabyrinlh hoog
zich verheffende citadel met zijn ge
weldige ringmuren en bijna onverwoest
bare massieve ingangspoort. Even oud
moet ook de synagoge in het Joden-
kwartier zijn, die op dezelfde wijze als
de Arabische is gebouwd, met een door
zuilengangén omgeven voorplein. De
Joodsche bevolking van Aleppo telt on
geveer twaalfduizend zielen, even zoo
sterk is de Grieksche, terwijl de Katho
lieke Syriërs, de Armeniërs en de Mo-
ranieten, tezamen nauwelijks dit ge
tal bereiken. Twee derden der bevol
king zijn Mohammedanen.
Iedere godsdienstige gezindie bezit
haar eigen godshuizen en scholen, de
E.E. P.P. Franciscanen bezitten er zelfs
een druk bezochte school voor hooger
onderwijs.
Aleppo verheugt zich in een reusach
tig handelsverkeer; vooral de uitvoer
handel is zeer belangrijk. Tot voor kor
ten tijd geschiedde het voornaamste ge
deelte van het handelsverkeer met het
oostelijk achterland zoowel als met de
kust op kameelruggen. Wel is waar
staat Aleppo door middel van een
spoorweg reeds in verbinding met de
kust, dat wil zeggen met Beiroet, doch
die weg daarheen is zoo lang en het
vervoer zoo kostbaar, dat het goederen
vervoer steeds nog door middel van
karavanen naar het nabijgelegen, ten
minste betrekkelijk dichterbij gelegen,
Alexandrette gaat, geheel en al als in
den voor-Christelijken tijd.
De groote handel der stad tegen
woordig ongeveer 60 millioen bedra
gend was ook de oorzaak, waarom
Aleppo in den loop der tijden steeds
zijn beteekenis heeft behouden, of
schoon het wel een dozijn malen zoo
wel door vijanden als door aardbevin
gen is verwoest geworden.
Is de Bagdadspoorweg eenmaal tot
aan het dal van den Euphraat aange
legd, dan zal de handel aeer zek«r
spoedig het dubbele bedragen en Alep
po zal op den geheelen 3000 kilome
ier langen weg van den Bosporus naar
de Perzische golf, misschien met de
eenige uitzondering van Bagdad, zi}*
voorrang van voornaamste handelsstad
behouden. De tusschen Aleppo e*
Alexandrette gelegen baan ran den Bag-
dadspoorweg zal èn voor den handel èm
voor de nijverheid van het hoogste nwt.
in de toekomst zijn en ongetwijfeld
rijke winsten afwerpen. Het is der
halve een verheugend besluit, dat dc
Turksche regeering heeft genomen, door
toe te staan, dat het traject der Bag-
daglijn in dien zin werd veranderd,
dat ook Alexandrette en Aleppo thans
in het internationaal verkeer worde*
opgenomen.
Het lichtste hout
Over een merkwaardige houtsoort,
die wel het Lichtste hopt ter wereld
is en het eigenaardig gebruik dat me*
daarvan maakt, worden in een Fransch
tijdschrift interessante mededeelinge*
gedaan. De merkwaardige boom groeit
aan de zandige oevers van het oos
telijke deel van het Tsjadmeer, eem
der grootste meren in het midden va*
Afrika; bij de inboorlingen heeft d*
heestexachtige boom verscheiden name*
en speelt in het leven dar bevolking
een groote rol. De Koeri's noeme*
hem Marea, de Boedoema's Fogoe, de
Arabieren Ambach in de botanie is
als Hexminiora elaphroxylon bekend.
Hij bereikt een hoogte van 4 tot 5
meter, de stam een doorsnede van 20
30 meter aan den wortel. Het loot
vertoont het karakter van de mimosa,
de bloesems zijn geel en tamelijk groot.
Een kapitein, Tiiho, die vrij lange»
tijd in een streek nabij het Tsjad-niee*
gewoond heeft, heeft stukken van he*
hout meegebracht, die aantoonen dat 't
gewicht en de dichtheid zelfs nog min
der zijn dan dat van kurk. De inboor
lingen bedienen zich van het Marea-
hout om het verkeer over het meer
te bewerkstelligen. De Koeri's make*
n.i. van het hout een soort zweüs-
apparaat, dat bestaat uit een lange*
boomstam, welke in doorsnee 1219
c.M. is, en ongeveer 2.20 M. lang. Hei
hout wordt dan in boogvorm gekromd.
Op dit zwemapparaat rijdt de inboorling
in het watea* als op een paard, oati
te zwemmen gebruikt hf handen
voeten.
De punt van het zwemhout steekt
3040 c.M. boven den waterspiegel uit
en kan nog wel een. klein, kind dxage*.
Op deze zwemhouten staken de Koerij*
zonder moeite watermassa's van 120#
—1500 meter breedte over; gedurend*
de vaart draagt de strijder zijn wapens
en kleedingstukken op het hoofd. Op
het land draagt men het xwemhout
den schouder, ruiters binden het aan.
den zadel vast; het geringe gewicjhi
van het hout, maakt het transport gex
makkelijk. Als ruiters over het watew
moeten, rijden ze op hun zwemhoul
en voeren het paard aan den teugel
o faan den staart met zich. Ook wordt!
het hout gebruikt voor het maken ram
oorlogsschilden, terwijl de construct»*
van het hout aan het indringen ra*
lanspunten en zwaarden een verrassend
grooten tegenstand biedt.
GROOTHEERLIJK.
Rechter: „Beklaagde, hoe aijt ge m
toe gekomen, een valschen naam og
te geven?"
Chevalier d'industrie: „N*,
wij mogen toch óók wel eens incognito
reizen!"
ONNOODIG.
Mevrouw: „Nam mevrouw S. je
maar zóó dadelijk, Mietje wou
geen getuigschriften van jo hebben?"
Dienstmeisje: „Dat was ntol
noodig, zei ze; als ik bij u f drie
maanden uitgehouden had, dan was ik
'n engel."
S
DE VERKEERDE WERELD.
,,'t Is toch gek," zei kleine Kees, com
wijsgeer in den dop, „dat je van lekkeke
dingen ziek wordt en van ie olijke
drankjes beter, 'tMoest aet anders**»
zijn."
HOFTAAL.
Vorst: „Zeg eens, Peter, héb ik
eigenlijk dien reebok wei getroffe*?*'
L ij f j a g e r„Het behaagde Uvv*
Hoogheid hem genade te ach en km."
BIJ DEN DOKTER.
„Dokter, een enkel woord.
„Zoo dadelijk, mijnheer. Wil e«u
oogenblik vertoeven in deze wachtme*.
„Maar het is minder dan een toi-
nuut
„Ik zal u zoodra mogelijk ontvaat-
gen, mijnheer, wees zoo goed, inmid
dels plaats te nemen."
En de dokter verlaat mejeslueus 1*1
vertrek, zijn bezoeker in de wachtka
mer achterlatende.
Deze laatste begint de gravures ara
den wand te bestudeeren, leest tw«»
tijdschriften van A tot Z uit, speel!
een weinig met den hond van d<*
arts, telt al ruiten van het behaag
en doet een dutje van een half uw
lang.
Eensklaps Wordt de deur van k«t
aangrenzend vertrek geopend, en dft
dokter verschijnt.
„Het is uwe beurt, mijnheer, wat
is er van uw verlangen?"
„O niets, dokter. Ik wou u allee»
even komen zeggen, dat de twee koele*
van uw buurman bij u in den tuin g*-
drongen zijn en er een gruwelijke v**-
woesting aanrichten."