BmDE BLAO.
Moeder en Martelares
R. K. Middenstands-
vereeniging
Markten.
Hiifegorascke Alledagjes.
Ongevallenverzekering
voor den landbonw.
OaniöifoÉ Buiteniandsche berichten
ZATERDAG 8 JAN, 8910.
aa
Mider patronaat van den H. Jozef,
te Haarlem,
afdeeling van „de Hanze", goed-
keurd bij Bisschoppelijk beslut van
26 October 1907 en bij Konink
lijk besluit van 9 Mei 1908.
FEUILLETON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
aan
De R.-K. Middenstandsvereeniging
'Balt zich ten doel, volgens art. 2 harer
Statuten, de zedelijke en stoffelijke be
langen vaa den handeldrijvende» en
*dustriëelen Middenstand in het alge
meen, en van hare leden in het bij-
^®°der te behartigen, overeenkomstig
de beginselen van den R.-K. Gods
dienst.
Nog slechts kort geleden opgericht
bracht zij reeds veel tot stand, en
monde op velerlei wijzen het nut van
haar bestaan.
Zij voerde o.a. eene krachtige actie
tegen het verleenen van al te lang cre-
diet en de z.g. vliegende winkels; in
haar vergaderingen werden belangrijke
onderwerpen, als coöperatie, inkom
stenbelasting, arbeidscontract, enz. be
handeld;
boekhoudcursussen werden door
haar opgericht;
door hare bemiddeling werden de
leesten der Alg. Ned. Wielr. Bond den
vorigen zomer hier ter stede gevierd;
eene onderlinge glasverzekering is
d*or haar tot stand gekomen, deze
biedt bij zeer lagepremiën, de
jrootst mogelijke voordeelen en keert
*/o der netto winst aan de verzeker
den. uit.
op haar verzoek werden de le H.
Qoinmuniedagen in de verschillende
parochieën, zooveel mogelijk op uiteen
lopende datums gesteld.
Dit en nog veel meer deed zij reeds
te het belang harer leden en van den
R--K. Middenstand in het algemeen;
aog veel meer zou zij kunnen doen,
tedien zij van de R.-K. Middenstan
ders krachtiger steun genoot, dan tot
dusver; indien nog meerderen zich bij
haar aansloten.
De betrekkelijk geringe contributie
van 1.30 per 3 maanden kan geen
beletsel zijn.
Daarvoor hebben de leden bovendien,
doordat de Vereeniging aangesloten ia
hij de Haarl. Handelsvereeniging, gra
de gelegenheid inlormatiën in te win
den; dubieuze posten ter incassen 'ng
te geven aan het bestuur der II- H.
on rechtskundige adviezen betreflende
hunne zaken te vragen bij de advocaten
deer H, fl. V.
Het bestuur spoort daarom hiermede
alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid
denstanders aan, als Lid dezer nuttige
.vereeniging toe te treden; zich niet
te laten weerhouden door de gedach
te, misschien onmiddellijk geen per
soonlijke winst te behalen, maar door
hun steun aan deze vereeniging te ge-
Ven, het goede doel der vereeniging
te helpen bevorderen en daardoor ook
middellijk hun eigen belangen beharti
gen.
Voor het Lidmaatschap kan men
aich aanmelden bij het Bestuur of bij
4en Secretaris
C. A. M. JONCKBLOEDT Lz.
Lange Heerenstraat 24.
P.S. Evenals de vorige jaren, wordt
<e gelegenheid tot deelname aan een
•ursus Boekhouden opengesteld, waar
voor men zich om inlichtingen tot uiter-
hik 15 December a.s. aan bovenge-
haemd adres kan vervoegen.
HET BESTUUR.
£n de week van 10 Jan. tot 15 Jan.
Maandag. Alkmaar, Amsterdam,
Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn,
Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster
Beverwijk, Purmerend. Woensdag Am
sterdam, Beemster, Enkhuizen, Haar
lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen,
Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar
lemmermeer, Hoorn, Purmerend, beha,
^en, Zaandam. Vrijdag. Alsmaar, Am-
sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden,
Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen.
ZaterdagAlkmaar, Amsterdam,Edam,
Hoorn, Leiden.
XVII.
E. K Leesbibliotheek.
Eendracht maakt macht, is een dier
gulden spreekwoorden, vreike vanouds
uitdrukking van beproefde waarheid
zijn.
Als eenmaal door een goed begin
het halve werk reeds gedaan is en
daarbij de sterkte van den pijlenbun
del meer blijkt, dan vraagt men zich
niet zelden af, hoe het toch mogelijk
kon zijn, dat zoolang ongedaan bleef,
wat toch werkelijk reeds lang geschied
had moeten zijn en gebeurd had kun
nen wezen.
Zoo is het ook met onze R. K. Latg-
bibliotheek gegaan.
Gepraat was er veel. Jaar in, jaar
uit werd o. a. in de Kiesvereenigicg
de wenech naar een R K. Leesbibli
otheek uitgesproken. Het nuttige, het
noodzakelijke zelfs werd beaamd in
heel warme bewoordingen, doch de
hand, die werken moest, bieef koud.
Maar met een forech begin en onder
den gunst van samenwerking wist het
Kruisveibond voor enkels jaren een
een daad te steden. Deze vereeniging
vooral, voelde da noodzakelijkheid
eener R. K. Leesbibliotheek. Zij heeft
geluk gehad op haar pogen, want
thans na enkele jaren bloeit deR R.
Leesbibliotheek, die nu reeds meer
dan 1400 banden telt. Zij bloeit vooral
door het groot aantal boeken, dat zij
uitreikt ep de eerste plaats aan Ka
iholieken, maar ook aan niet Katho
iiakec. Dit Teeds ia een pleit voor
haar degelijkheid, want men moet
niet vergeten, dat de boekerij van de
Maatschappij tot 't Nut van 't Alge
meen, in onze gemeente ook probeert
haar beste beentje voor te zetten, hoe
wel ook bier 't Nut, een aftaudsch
besje wordt.
Ontspanningslectuur, romanlectuur
is hoofdzaak in onze R. K. Leesbibli
otheek. Maar verschillende boeken en
boekjes op sociaal en apologetisch ter
rein meldt de catalogus toch ook,
zooals bijv. verschillende Futura uit
gaven. Daarnaast zou mij de laDge
serie van „Geloof en Wetenschap", die
bij de NaamloozeVeunootschap „Spaar
nestad" uitkwam, uitstekend staan
'tSaar nu keert men in gioote getale
zich tegsn mij: „Naar zulke lectuur is
weinig vraag in de R. K. Leesbiblio
theek, dus men heeft daarin geen
lust." Dat wordt uit den treure be
weerd. Ik ga er mee accoord, dat
in de R. K. Leesbibliotheek weinig
vraag naar zulke werkjes is, maar dat
is nog geen bewijs, dat ze er niet in
behooren.
Over 'tgeheel genomen moeten zulke
werkjes langer dan een week in leen
blijven, een maand zou ik zeggen.
Maar daar ze klein van omvang zijn,
en riet geregeld avond op avond ter
hand genomen kunnen worden, wordt
het lezen er van te duur. Dat is naar
mijn bescheiden meening een der oor
zaken. dat zulke werkjes weinig ge
vraagd worden. Laten bestuurders van
een bibliotheek er toa besluiten om
dergelijke boekjes pi r maand het lees-
geld te heffen, dat nu per week ge
vorderd wordt. Dan is er kans, dat de
R. K. Leesbibliotheek de leeslust, de
leerlust in deze richting helpt uit
sturen en dat is noodzakelijk, en zal
dunkt me geen bestrijding vinden.
Krantlezen.
Nu ik toch zoo over de lectuur bezig
ben, wil ifc even een episteltje over
het krantenlezen schryven.
Een krant moet veel en velerlei
critiek doorstaan. Merkwaardig is, dat
ze niet zelden verre van malsch is,
voldoening te geven is voor een krant
een heele toer.
Ligt dat aan de kraut? Zeker, ook
wei eens. Maar als regel ligt het aan
den lezer.
De krant komt. Gauw eeDS kijken,
of er wat instaat, Onder plaatselijke
berichten gezien, en jawel, de onge
lukjes en ongelukken mz uit de plaats
staan er ie. Maar de lezer wist er al
wat tsd. „Niks waard, zoo'n krent."
Hoe komt men tot dat oordeel? Wel,
men gaat niet geregeld lezen, alles wat
er in staat Men gaat niet met oor
deel lezen.
Hoe moet dat geschieden, lezsn met
oordeel?
Koning I.eopoid was overleden.
Welnu, de krant komt, en eerst kijk
ik eens onder België, Eaar het nieuws.
De krant bevredigt me al dadelijk. In
Azië is het tusschen Japan en Korea
ai eenigen tijd niet pluis, ik kijk van
zelf ook daar even. Ik sla't blad open.
Met groote letters trekt het bericht,
over het verblijf der Koningin in Den
Haag mijn aandacht en ik vind het
jammer, dat de Hagenaars zoo klein
steedsch doen. Omdat ik nog al een
beetje politiek aangelegd ben, heb ik
het Kruisbopje op de voorpagina al
lang te pekken gehad en ik verdiep
me nu even in bet Kamerverslag.
De krant krijgt op di« manier in
houd en geef', voldoening Is begin
niet vooraan en ik lees en lees tot
den ïaatsten letter van de laatste ad
vertentie- Neen. ik keer mijn krant,
ik zoek in mijn krant, ik leef een stuk
van mijn eigen gedschtenleven. Ik lees
mijn krant gstaeei, maar niet van voor
naar achter. Ik ltes haar, zooals zij
mij heelt leeren iezen door het wekken
van belangstelling. En belangstelling
wekt zij voor de dirgen, die aan de
orde zijn. Voor eenige dagen was de
dood van KoniDg Leopold II aan de
orde. Maar als er nu iets van in de
krant staat, ie dat niet meer bet eerste
wat ik lees, de eereraad van Dr. Kuy-
per, pakt je nu veel gkhwer
Over krantlezen is nog heel wat te
zeggeD, 't is een zaak, die m#n verstaan
moet.
Ik n een daarvan eenigjidee te heb
ben gegeven. Misschien doet het zijn
nutl
VAN DORP.
Op 1 Januari is de „CeDtrale
Landbouw-Onderiirge" begonnen te
functioneeren.
Zoo eenvoudig als die enkele woor
den klinken, zoo gewiohtig is hun
beteekenis.
Immers, ze geven te kennen dat
van af den eersten dag van het
nieuwe jaar duizenden arbeiders in
het landbouwbedrijf thans verzekerd
zijn tegen de geldelijke nadeden,
welke hen anders te wachten staan
wanneer hun eenig bedrijfsongeval
mocht overkomen. Eu die verzekering
kost hun niets, maar ze wordt be
kostigd door de landbouwers dis zien
bij de organisatie hebben aaogesloten
Dat zijn er reeds heel velen, in
alle provinciën des lauds En hut
aantal zal ongetwijfeld gestaag toene
men. Met goed vertrouwen mag
worden verwacht dat binnen afzien
baren tijd alle Nederlandeche land
bouwers tot de organisatie zullen.zijn
toegetreden. Want het ligt in <JeD
aard der zaak. dat een arbeider of
arbeidster op 't platteland zich heel
wat liever zal verhuren bij een baas
die zijn volk heeft verzekerd, dan bij
een patroon die niet den waarborg
verschaft van geldelijke hulp na esD
bedrijfsongeval.
De verzekering omvat allen die
voor loon bij een landbouwer werken;
inwonende knechts en dienstboden,
vaste en losse arbeiders, alsmede sijD
kinderen, wanneer ze ouder dan twaalf
jaar en in het bedrijf behulpzaam
zijc.
Verschaft worden
vrije genees- en heelkundige bebnn
deling en wat daarbij behoort, dus
ook vrij medicijnen;
een tijdelijke uitkeering wanneer
de gevolgen van het ongeval slechts
van tijdelijken duur zijn gedurende
de gehtele ongesteldheid;
een blijvende uitkeering wanneer
de getroffene voor een deel of «n-heel
voor zijn geheele
invalide wordt
leven lmg.
Is een getroffene tengevolge v-n
een bedrijfsongeval gestorven en het ft
bij nagelaten betrekkingen (vrouw,
kinderen, in sommige gevallen oudere
of' grootouders) die door zijn loon
werden onderhouden, dan krijgen die
nagelaten betrekkingen ook een blij
vende uitkeering.
Evenals bij de lijksonge vallen ver
zekering voor bij de industrie be
trokken a-beiders, wordt 70 pCt. v»d
bet loon uitgekeerd.
Het groote verschil is echter, dal
voor de landbouwoiigevalleuverze-
kering geen duizend ambtenaren
noodïg zijn, de kans op een vier
millioen tekort is uitgesloteu en de
verzekering aan de werkgevers heel
wat minder zal kosten aan geld en
aan omslag.
BELGIË NIEUWE KONING.
Over den nieuwen Koning is men üi
België nog altijd zeer geestdriftig ge
stemd Aardig zijn een paar bijzonder
heden omtrent den Koning door Belgi
sche Maden medegedeeld.
De „Eventail" vertelt van den eersten
ministerraad, dien da Koning met zijn
kabinet gehouden heeft. De ministers
waren diep onder den indruk van de
beslistheid van den Koning, do helder
heid, waarmede hjj zijn denkbeelden
ontwikkelde en de diepe kennis van
zaken, die hij toonde te bezitten.
Toen de ministers weggingen, nam
de Koning afscheid met het volgende
tcekenende woord:
„Nu, he eren, wid -er om denken, dat
ik altijd tot uw beschikking ben van
'smorgens 6 uui' tot 's avond 11....!"
Een ander blad, de „Nieuwe Gazet",
deelt de volgende bijzonderheden mede
over 's Konings begroeting in de Sainte)
Guaule bij gelegenheid van het plechtig
„Te Deum". Toen Kardinaal Mercier
zijn rede had gehouden, bevfond de Ko
ning, verledt het blad, dat hij het pa
pier vergeten had, waarop hij het ant
woord had geschreven. Do Koning
sprak nu voor de vuist, en zijn ant
woord was zeer goed. Na de plech
tigheid werd den secretaris dos Ko
nings door een afgevaardigde van het
Staatsblad de tekst van het antwoord
gevraagd, om het in dat officiëole blad
te drukken. Men zocht naar het ge
schreven antwoord; het was niet te
vinden. Op de hoogte gebracht van
de verlegenheid, waarin Zijn secretaris
verkeerde, schreef de Vorst eenvoudig
met eigen hand de woorden die hij
,<utg esprok en had, en 't was deze kopy,
die naar )iet Staatsblad gebracht werd.
De letterzetters hebben dit Koninklijk
handschrift laten inlijsten; het prijkt
nu in hun werkhuis.
Nog een andere schoone Lek wordt
van Koning Albert verteld. Hij houdt er
van, incognito uit te gaan om een
tochtje te paard of pea- auto te maken.
Zoo reed hij, vertelt een Parijs blad,
eens op een weg in Touraine, toen
hij een priester bemerkte, die vooraf
werd gegaan door een misdienaar, een
lantaarn en een klokje in de hand
houdende. Aanstonds bleef de Koning
stilhouden, nam de pet af en knielde
op den rand van den stoffige» weg.
•Hij vertrok eerst langen tijd daarna,
omdat hij den priester, die het H.
Sacrament naar een zieke bracht, niet
wilde voorbijrijden.
DE ARMEN BEROOFD DOOR DB
.WET.
Onder dim titel vinden we in een
der Fransch© bladen, dat al Ier minst
van clericalism© is te verdenken,
deze bijtende critiek op een dezer
dagen uitgesproken vonnis door de
Eerste Kamer van het civiele ge
rechtshof der Seine.
Ziehier- wat er van de zaak is. In
1904. sterft een beer, zijn vermogen
nalatend aan dm aartsbisschop van
Darijs, met opdracht aan dezen, het
geld te verdeelen onder de armen en
daarvoor eenige H. Missen te lezen
voor zijne zielerustJa, maar
niet u, middelerwijl is de Schei-
djngswet aangenomen. De bisschop
pelijke inkomsten vajn dm Staat zijn
afgeschaft. De wet vergunt den
aartsbisschop niet meer tussehenpejr-
socn te zijn tusschen een edelmoedjr
gen gever en de armen.
„Dat is een erbarmelijke chinee
zerij," roept het bewuste blad uit...
„doch laten we dat overstappen!....
N'u komt- de wettelijke vertegenwoor
digster der armen, het openbaar
armbestuur, tusschen bei de en zegt:
„Geef mij: dat legaat; ik belast er
mij1 mede., den laats ten wil van den
testeerder uit te voeren."
Het gerechtshof antwoordt echter
„Onmogelijk, de Scheidingswet ver
biedt formeel aan de openbare in
stellingen eenige cultueele taak te
vervullen. Gij kunt de door den over
ledene verlangde Missen niet laten
lezenDerhalve wijzen wij u af."
- Tweede chineezerij, niet minder
erbarmelijk dan de eerste!
!„Wat gebeurt er nu Krach
tens de wet, die geen artsbisschop
meer kent en niet toelaat, dat het
openbaai* armbestuur het geld aan-
neme van een heer, die als vergel
ding voor zijn legaat Misseln ver
langt, zal dit: de armen worden
verstoken van de sommen, die hun
rechtens behoorden, en de erfenis
komt aan de natuurlijke erfgena
men, d.w.z. aan degejnm, die de over
ledene kort m goed had onterfd.
„Maar 't mooiste nog van de zaak
is een considerans van het vonnis,
tekstelijk verklarende, dat het de
plicht is der gerechtshoven dm door
den overledene uitgesproken laat-
sten wil te doen eerbiedigen, en niet
te gedoogen, dat die (de laatste wil)
miskend of vervalscht worde...."
„Vindt gij; niet, dat de rechters;
die dezen considera|ns (overweging)
opmaakten, na het vonnis te hebben
geveld, waarvan sprake is, onverbe
terlijke grappenmakers zijn
Men zou van de grap kunnen smul
len, maar dat zou ten koste van de
armen geschiedenvan de armen,
die daarhij; een vermogen verliezen,
alle voor-den-gek-houderij zou dus
misplaatst wezenMien kam al
leen betreuren, dat er in Frankrijk
een zoo ongerijmde en wreede wet
bestaat, waarvan alleen het feit der
toepassing iïitloopt op een miskem-
ning van den uitersten wil van een
overledene m een ernstige schade
aan de armen berokkent."
De zaak is inderdaad zóó schreeu
Wend, dat alle commentaar vrijwel
overbodig mag geacht worden.
DE FERRER-HERRIE EN DE
VRIJMETSELARIJ.
In „De Nieuwe Koerier" woidt
naar aanleiding van een artikel in de
„Hist. Pol. Blatter", aangetoond, welk
een nauw verband er bestond tusschen
de Ferrer-herrie en de internationale
werking der Vrijmetselarij. Wij iezen
o. na.
In enkele dagen was de geheel*
wereld in rep «n roer, terwille van
een anarchist, die in Barcolona vóór
den krijgsraad verscheen en we:din
veroordeeld werd.
Door een zalfden krijgsraad en vol
gens dezelfde wetten waren in den
loop der jaren honderden generalen
en officieren, bonderden burgers ook
veroordeeld, en nog nooit was er eene
beweging van «enige beteekenis tegen
deze wijze van rechtspreken ontstaan.
De anarchist Ferrer wordt veroor
deeld, en in een enkel oogenblik is
de anti cleric de pers van geheel de
wereld in beweging; overal worden
maLifestaties en betoogingen gehou
den in Europa tot in Rusland toe, in
Noord-en Zuid-Amerika, overal, waar
eene anti-cleiicale pers de gemoede
ren heelt opgewonden.
Wzaivumlaan deze plotselinge en
algemeen© opstand tegen den kriiga
raad te Batwlona. maar veel meer
nog tegen de Katholieken der treheele
wereld, die eigenlijk met de Ferrer
veroorderling niets uitstaande hadden
Het raadsel vindt zijne oplossing
in het eenvoudig* feit, dat Ferrer een
aanzienlijk lid der Fransehe Loge was
Reeds eenmaal had de Loge ziqh
met ha*r medelid Ferrer bemoeid en
wei n.*t goed gevolg-
Het was in 1906.
Bij gelegenheid van het huwelijk
van deo Spaanschen koning had de
anarchist Morrel een bom naar het
koninklijk rijtuig geworpen; het ko
ningspaar bleef ongedeerd, maar 40
menschen werden er door gedood en
een honderdtal gewond. Morral was
opgevoed in een der zoogenaamde
moderne scholen van Ferrer, die in
waarheid scholen waren van de god
loochening en anarchie. Ferrer werd
van medeplichtigheid; beschuldigd en
gevangen genomen.
En nu kwam de Vrijmetselarij in
beweging.
Fhu lid der vrijmetselarij, Orateur,
heeft het optreden der vrijmetselarij
verraden in een verhandeling over het
werken der loge: „De vereenigd©
vrienden van het handeien en vsn de
volharding in de jaren 190607"
Daarin wordt verhaald
„De Loge heeft een comité ten gunste
van Ferrer opgericht. Dit comité heeft
een internationaal karakter aangeno
men, en een groot Comité in het leven
geroepen, waarbij aile anti clericals
groepen zich hebben aangesloten. In
alle deelen van de wereld werden ver
gaderingen gehouden, aan aile ver-
eeDigingen werden petities ter ondar-
teekening gezonden, om de vrijlating
van Ferrer te bekomen. De lijsten
werden a»n den verdediger van Ferrer
opgezonden, en aan den Koning van
Spanje werd een adres ten gunste van
Ferrer o*eruandigd."
Deze mede.ieeling vinden wy in da
„Historiech-Poütiscbe Biattei" (1909
bl. 718).
LANDVERHUIEERSBLEBNDE.
Er komen treurige berichten over
de ervaring van Duitseae arbeiders
die naar Brazilië togen. Zy werden
met alleen teleurgesteld in hun hoop,
daur een behoorlyk loon te verdienen,
maar moesten tengevolge van het
ongunstige klimaat, het dure levens
onderhoud eo de sleehte voeding harde
ontberingen doorstaan. In de regentijd
wordt de arbeid bijoa onmogelyk,
vermindert het loon en geraken de
arbeiders meer en meer in de schuld,
zoodat vermoedelijk de Madeira
Mamoré-spoorwegmaatschappij die de
mee.-te Daitsche werklieden deed over
komen, aal weigeren, de arbeiders,
die voigens hun contract Da een jaar
recht op vrijen overtocht hebben,
kosteloos terug te zenden, onder voor
geven dat de kosten van hun schulden
moeten werden afgetrokken. Terugge
keerde arbeiders vertellen dat de con
tracten, die de agenten in Duitschland
met hen afsloten, in hei Ëraziiiaansche
oerwoud nietig verklaard werden en
men hen dwong, aanmeikelijk nadee-
liger overeenkomsten te sluiten. De
toestand op het wark was zoo trearig,
dat vele arbeiders zich vlotten ver
vaardigden en daarop d6 Amazone
tot Manaos afvoeren, waar zij, geheel
uitgeput en den hongerdood Dabij
door den Duitechen consul naar het
vaderland teruggezonden werden. Van
de vijftig personen, die zich te Manaos
inscheepten bereikten er slechts 39
Hamburg; velen stierven op reis, an
deren moesten onderweg in zieken
huizen gebracht woiden. Veertien
gingen tei stond bij aankomst naar
het hospitaal. Van nog 83 man, die
met een andere boot scheepgegaan
waren, kwamen er maar 61 met Kerst
mis te Hamburg aan de anderen
waren door hartzwakte, na malaria,
op de thuisreis gestorven en 42
moesten dadelijk in het ziekenhuis
worden opgenomen, waar erinlueechen
eenigen overleden zijn. Een nog groo-
ter troeD zal binnenkort teruggezon
den worden.
Toen onlangs het gerucht ging, dat
opnieuw vijfduizend Duitsche arbei
ders voor den aanleg van den Madeira
Mamoré-spoorweg geworven zouden
worden, beett daarom de Hamburg-
sche politie een driegende waarschu
wing uitgevaardigd, gelijk trouwens
het Duilsctie inlicbtingenoureau voor
landverhuizers reeds in Juii gewaar
schuwd had tegen agenten, die in
Hamburgsche bladen arbeiders voor
Hen spoorwegaanleg in Brazrlië zochten.
Honderden Duitsche arbeiders bij dat
Zoo opirecjht en tevens zoo dxiingppii
liadden Auhry's woorden geklouktji,
<Ja.t de president zicli niet meer tn
staat gevoelde cm weerstand te Ke
ien en zeide:
„De wiet legt ons dein plieiit op
.ijjjès te aa»vaarden wiat kaai strek
ten om een beschuldigde te helpen
verdedigen. Is Jeanjnette Scverao
aanwezi®
„Ja. mijnheer de president.
„Deurwaarder, geleid Jeannette
Séverao binnen."
Aller ooigen wendden zich naar den
ingang der zaal. Alle harten klop
ten heftiger- Een diepe ontroering
ging dooir de rijen der toehoorders,
-want behalve Madeleine zelf wisten
allen, dat Jeannette Sévexac krank
zinnig; wan
Maar ofschoon de arme beklaagde
met dit treurige feit onbekend was,
padden Aubry's woorden haar toch
opnieuw een groeten, schrik aange
jaagd.
Daar verscheen op den drempel
van het vertrek, voor de wachtende
getuigen bestenad, de droevigste ver-
•chhning <iie men zich maar denken
Jkon.
Bleek als was, met groote zwarte
kringen om de oog-en, ver-scheen daar
de arme Jeannette, evenals Segonde
die haai- geleidde, diep in het zwart
gekleed. Maar Madeleine zag noch
het rouwgewaad der beide jonge
vrouwen, noch ,do zonderlinge ge
laatsuitdrukking van Jeannette: ze
dacht slechts aan dat één© feit: die
twee waren da beschermsters van
haar kleine Leon ie, en waar was nu
haar kind.?
„Jeannette," riep. ze met hartver
scheurende stem uit, „gij1 hebt gezwo-
ren over mjjn kind te waken. Zeg
mjj, waar as mijn Leon ie?"
Bij dien naam, door de lippen van
haar meesteres uitgesproken, bleef
de krankzinnig© onbeweeglijk staan,
en voor het eerst sinds het begin van
haar verstandsverbjijstering herken
de zij1 weer iemand.
Hevige schokken doortrilden haar
lichaam. Zij. trachtte te spreken maar
kon niet. Eindelijk toch slaagde z© er
in haar gevouwen handen smeekend
naar de markiezin op te heffen en
uit te roepen„GestolenMien heeft
mij het kind ontstalen!"
Madeleine slaakte een kreet die
niets mensohelijks meer had-Zij
iliep yoorbij; de gendarmen die er
niet aan dachten haar terug te hou
den en trad tot vlak voor d© arme
Jeannette.
„Wat zegt ge," riep zijl uit. „Ge
stolen! iWat bedeelt ge? En wat
;kijk je mij vreemd aan. God,
zou ze krankzinnig geworden zijn
Ja, ik weet dat ze de kleine naar
Magalas hebben gehaald. Maar er
zal mijn arm kind toch niets ovarko-
men zijn, mijn kind dat ga mij be-
locfd had te besehermen en te verde
digen
Miadeleine stond daar bleek als
een doode, De tranen stroomden haar
over d© wangen en het scheen wel,
dat haar laatste uur geslagen ha4-
„O Jeannette," smeekte zij! met
half verstaanbare stent, „ziet ge dan
nieit dat ik haast sterf van angst!
Zeg mijj waar is mijn kind, mijd
Leonie?"
Toen ontsnapte aan de lippen der
krankzinnige dat éémel vreesclijke
woord: „Zij is dood!"
„Dood! Leonie, mijn kind dood,"
gilde Madeleine.
En haar blikken richtten zich op
het groote kruisbeeld, dat daar ach
ter da rechters hoog aan den wand
van de gerechtszaal hing.
„Mijn God," riep ze uit, „ik sta
hier, onschuldig' van een af schuwe
lijke misdaad beschuldigd, en terwijl
ik in d.o gevangenis zucht, doodt men 1
mijn kind[Waarom toch[Waarom J
treft mij, dit alles, mij die noodt an
ders dan goed gedaan heb!"
En door de smart vernietigd, zonk
ze op den sternen vloer bewusteloos
ineen.
4 A an een onbeschrij flijke ontroe-
ring ten prooi, richtten allen zich
op. Dokter de Sintély, Aubry en
Diehard de Clavières waren op de
arme markiezin toegesneld. Rai-
mond wasohte haar do slapen met
ether, die hij opzettelijk had meege
bracht, en trachtte haar wat lucht
te doen krijgen. Alles tevergeefsoh,
Madeleine scheen niet meer tot be
wustzijn te zullen komen.
„Ik heb liet u wel gezegd," fluis
terde de jonge geneesheer, „dat laat
ste was te veel van hare krachten
gevergd."
„Is zij! docd," vroeg Pierre Aubiry
ademloos.
„Ik weet het niet. Haai'pols slaat
niet hoorbaar meer en zij is ijskoud.
De toestand is in ieder geval vree-
sejijk."
Richard de Clavières sprak geen
woordheel zijn leven scheen in zijn
scherpen blik saaingostroomd. Dok
ter de Sintély wendde zich tot den
advocaat. „Wij zouden haar in een
zijvertrek moeten brengen en haar
uitklecden." sprak hij, „is dat mo
gelijk?"
Een oogenblik later was het reeds
gebeurd.
Natuurlijk was de zitting ge
schorst Zoowel do rechters en de
gezworenen als het- publiek waren
aan ten onbeschrijfelijke ontroering
t en prooi. Nog klonken de woorden
der arme beklaagde iedereen in de
ooren„Ik sta hier, onschuldig- van
een afschuwelijke misdaad beschul
digd, en terwijl ik in de gevangenis
zucht, doodt men mijn kind!"
Alleen de gedachte, dat die betui-
ging,van onschuld iets anders kon
zijn dan de uitdrukking van de zui-
j verste waarheid, scheen den meesten
afschuwelijk toe. Neen, Miadeleine
de Cypières kón niet schuldig zijn
aan de misdaad, die men haar ten
laste legde.
Eindelijk slaagde Raimond de Sin
tély er in, de arme vrouw weer tot
bewustzijn te brengen, en haar eerste
Woord was: „Mijn kind!"
Pierre Aubry stoud reeds naast
haar: de anderen bleven bescheiden
wat ter zijde.
„Houd moed," sprak de advocaajt,
„uw in vrijheidss tel ling is nog
slechts een kwestie van uren."
Maar in naamlooze wanhoop klonk
het hem tegienWat maakt mij dat,
als men mij mijn kind niet terug
geeft!"
„En uw' eer dan," sprak Aubiry
ernstig, „Denk aan den naam van
uw vader, aan den echtgenoot dien
gijl zoo bemind hebt, en wier nage
dachtenis bezoedeld wordt door deze
afschuwelijke beschuldiging."
„Mijn kind, mijn kind," kermde
Madeleine.
Nu trad Richard de Clavières op
haar toe, nam haar beide handen in
de zijne en drukte ze zoo vast als
Wilde hij1 ze breken. „Wanneer men
mij n dochtertje gedood had," sprak
hij langzaam, „wan'neer men my
eer on vrijheid, misschien mijn leven
had willen ontnemen, wanneer men
mij althans mijn gebeele leven ver
woest had, dan zou ik niet wee-
nen en tot wanhoop vervallen, maar
dan zou mij een groote, vreeselijke
gedachte geheel belieerschen,"
„iWiat bedoelt ge," vroeg de j'ongs
vrouw, ondanks haar zelve onder
den indruk van die welluidende
stom.
Vrijheid en gerechtigheid," was
het korte, maar veelzeggende ant
woord.
jMiadeledno richtte zich op. Haar
oogen schitterden: zij had ham be
grepen en een nieuw leven wa^i in
haar ontwaakt.
De president, die op eenigfen af
stand dit toon cel had gadegeslagen,
trad nu op .Madeleine's verdediger
toe „Mijnheer Aubry," sprak hij,
„uw cliënte zal waarschijnlijk niet
in staat zijn thans het slot der de
batten te doorstaan. Wanneer da
markiezin de Gypières het verlangt,
kan de zitting tot morgejn of nog
later worden verdaagd."
„Maar mijnheer de president,"
antwoordde Aubry, zonder Made
leine zelfs te raadplegen, „dat zou
toch al te wreed zijn. Mijn cliënte
heeft na al deze vreeselijke beproe
vingen thans slechts één wensch:
zoo spoedig mogelijk haar onschuld
te hooren erkennen door de eerlijke
mannen die geroepen zijn haar te
ocrdeelen."
Wordt vervolgd).