looi der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. alom verkrijgbaar. Haul. Yeu. „Drukkerij ie Spaarnestad." SCHOEN- EN LAARZENMAGAZIJN J. B. MöLLER Boekhandelv Gevaarlijk spel. J.Schipper, Gr. Houtstr. 26. Dit nummer behoort bij de .Nieuwe Haarl, Courant" van 8 Jaa. KIMDERHUISVE8T No. 2§—31—33. HAARLEM. Directeur: F. H. M. v. d. GBIBKDT. ADVBBTBWTIBH: Van X tot 0 regela f L20. Klke regel meer 020, Ingezonden mededeelingen tuasohen den tekst ten minste S regeis f 1.50elke regel meer 0.3O. Het Auteursrecht op den inhoud Tan dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,) ZQNDAti 9 Jan. Eerste Zondag na Driekoningen. EvangelieHet Kind Jesus onder de leeraars in den tempel. Van het Octaaf van Driekoningen. HAANDAG 19 UNSDAG 11 WOENSDAG 12 •0NDERDAG13 VRIJDAG 14 ZATERDAG 15 Van het Octaaf van Driekoningen. Van hot Octaaf van Driekoningen. Oetaaf van H.H. Driekoningen. H. Hilarius, Bis schop, Belijder en Kerkleeraar. H. Paulus, eer ste Kluizenaar,Be lijder. ZONDAG ONDER HET OCTAAF VAN DRIE-KONINGEN. Le« ait des brief van den H. apostel Panlns sas de Romeinen; XII, 1—6. BroedersIk smeek u bij de barm- ■nrtigbeid Gods, dat gij uwe licha men opdraagt tot eene levende, •eilige, Gode welbehageljjke offe rande: uw geestelijke eeredienst; •n weest niet dezer wereld gelijk- vormig( maar hervormt u naar de vernieuwing uws gemoeds, om te «kennen, wat de goede en welbe- •agelijke en volmaakte wil Gods *j. Want ik zeg door de genade, welke mjj gegeven is, aan allen •nder u: Diet hooger van zich te denken dan het behoorlijk is te denken, maar met bescheidenheid te denken, en zóó als God aan een ieder eene mate van geloof beeft toegedeeld. Want gelijk wjj in één lichaam vele ledematen hebben, doch al de ledematen niet dezelfdo verrichting hebben, zoo zijn wij, velen, één lichaam in Christus en, ieder afzonderlijk, elkanders ledema ten, in Christus Jesus onzen Heer. Ev&agclle volgers des H. LucasII, 42-52. Toen Jesus twaalf jaar geworden w&s, en zij, volgens de gewoonte Van het feest, opgingen naar Jeru zalem en, nadat de dagen voleind Waren, terugkeerden, bleef het Kind Jesus te Jeruzalem achter; en zijne •uders wisten het niet. In de mee ting nu dat Hij bij het reisgezel- «hap was. trokken zij ééne dagreise voort en zochten Hem ODder de ^oedverwanten en de bekenden •o Hem niet vindend, keerden zij •aar Jeruzalem terug om Hem te 2<>eken. En het geschiedde, dat zij *a dne dagen Hem in den tempel vonden, zittend te midden der leer aars, hen hoorend en hen vragend allen, die Hem hoorden, waren verbaasd over zijne wijsheid en aijne antwoorden. Zjj nu stonden verwonderd, toen zij Hem zagen. Gn zijne Moeder zeide tot Hem: Zoon waarom hebt Gij ons zóó ge daan? Zie, uw vader en ik zochten met smart. En Hij sprak tot hen Waarom zocht gij Mij? Wi8t gij •iet, dat Ik zijn moet in hetgeen mijns Vaders is? En zij begrepen het woord niet, dat Hü tot hen sprak. Hij nu ging met hen af en kwam te Nazareth, en Üjj was hun •nderdanig. En zijne Moeder be waarde al deze woorden in haar kart. En Jesus nam toe in wijsheid en jaren en in genade bï God en ie menschen. Evangelieverklaring. lste ZONDAG NA DRIE KONINGEN. Op drie groote feesten, het Paasch-, Pinkster-en Loofhuttenfeest, waren de Joden door de voorschriften hunner wet verplicht naar Jerusa lem op te gaan. De vrouwen echter vielen niet onder die verplichting, evenmin de kinderen vóór dat zij den vollen leeftijd van 12 jaren bereikt hadden. Vele godvruchtige ▼rouwen echter maakten dien tocht met hunne echtgeDooten mede, en •amen ook hunne kinderen reeds °P jeugdigen leeftijd mede, om de heilige plechtigheden in den tem pel bij te wonen. Zoo kunnen wij gerust aannemen dal het niet de eerst» maal was dat Jesus met Maria «n Joseph was opgegaan naar Jerusalem, toen de gebeurte nis plaats greep, die ons in het Evangelie van dezen Zondag ver haald wordt. Toen namelijk de feesten geëindigd waren en Maria en Joseph naar hunne woonplaats terugkeerden, bleef Jesus buiten hun weten in Jerusalem achter en drie dagen lang zochten zij Hem in de grootste droefheid en angst, vóórdat zij Hem in den tempel terugvonden. Geen onachtzaamheid of zorgeloosheid was Maria en Jo seph te verwijten, het onbemerkt achterbljj ve* van Jesus is geheel te verklaren door de wjjze waarop de reis gewoonlijk gemaakt werd, namelijk de mannen en de vrouwen afzonderlijk, terwijl de kinderen zich nu eens bij de vaders, dan bij hun ne moeders bevonden. Wat de droefheid van Maria en Joseph vooral martelend maakte, was de volslagen onzekerheid omtrent het lot dat hun Kind was overkomen. Zou Hij misschien als slachtoffer van Herodes gevallen zijn, was Hij misschien in de gevangenis gewor pen? Evenals aan Maria en Joseph ontneemt Jesus ook somwijlen aan een» ziel die Hij beproeven en vol maken wil, den treost van Zjjne gevoelige tegenwoordigheid.Zjj roept dan tot Jesus en Hij schijnt haar niet te hooren, zjj zoekt en vindt Hem niet. Het gebed wordt haar eene kwelling, het oatvangen der H. Sacramenten biedt haar geen troost. Ook zulk een ziel zal Jesus terugvinden, als zij slechts volhar dend Hem blijft zoeken. Doch Hg worde aiet overal gezocht, niet op straten of langs de openbare wegen, niet in het gewoel der wereld of in hare luidruchtige vermaken. Jesus liet Zich door zijne ouders vinden in den tempel, wie dus Jesus zoekt, hij ga daarheen, en kniele daar voor het tabernakel, en daar zal Jesus zich doen vinden door die ziel. „Zij vonden Hem in den tempel, zittead in het midden der leeraara, hen hoorende en hen vragende. En allen die Hem hoorden waren verbaasd over Zijn verstand en over Zijne antwoorden.» De Jood- sche scholen werden door de voor naamste Rabbis of leeraars bestuurd, de leerlingen zaten aan de voeten der leermeesters, en het onderricht werd in een der nevengebouwen van den tempel te Jerusalem ge geven. De leerlingen moesten op de hun voorgestelde vragen ant- woordea, doch mochten ook zelf hunne moeielykheden in den vorm van vragen voorstellen. Allen nu waren verbaasd over de scherpte van verstand waarvan Jesus blijk gaf in Zijne vragen en over de helderheid van Zijn antwoorden. Jesus gaf hier eea eerste flauwe afstraling van de wijsheid waarmede Hij later Zijne goddelijke leer zou verkondigen. Wij begrijpen dan ook de ver bazing, die Maria en Joseph aan greep, toen zij den twaalfjarigen Jesus vonden in een der voorhoven van den tempel, in het midden der geleerdsten en aanzienlijksten van het velk, onder mannen van hoog aanzien. „En toen zij Hem zagen, stonden zij verwonderd.* Wel wis ten zij dat Jesus uit den hemel was nedergedaald om door het stralend licht Zijner openbaring en door de kracht Zijner genade den gevallen mensch uit de dwaling der onwe tendheid en uit de ellende der zonde te redden, maar moest Hij op dien jeugdigen leeftijd reeds een begin maken met de zending die Hij te vervullen had?" Opk had den zijhun goddelijk Kind nooit zoo gezien. De verbazing sloot ech ter den mond der moeder niet. Na een oogenblik dat voor haar vreemd tafereel te hebben aangestaard, kon zij haar gevoel niet langer bedwin gen en riep uit: „Kind waarom ïebt Gij ons aldus gedaan Zie, uw vader en ik zochten U met smarte.' Meer zegt zij niet, maar in dat enkele woord is een zee van bittere droefheid geopenbaard. Aan de door Maria beklaagde gebeurte nis, die het hart der ouders met een vloed van droefheid overstelpte, lag een diöp geheim ten grondslag. Voor een gedeelte althans lichtte Jesus den sluier op, die er nog over verbreid lag, en vergund» aan die twee bevoorrechte zielen een nieuwen blik in de wonderbare leiding Gods, zooals die zich in Zijn God-menschelijk leven openbaarde. Het antwoord van Jesus, het eerste woord dat wij uit Zijnen mond ver nemen, is eene verhevene uitspraak, die als een door de wolken brekende zonnestraal een helder licht over geheel Zijn volgend leven werpt. „Wist gij niet, zoo antwoordt Jesus op de vraag Zijner moeder, dat Ik in de dingen Mijns Vaders zijn moest?" Ho» wij die woorden ook opnemen of wij ze verstaan van des Vaders werk, of van des Vaders huis, of van des Vaders volk, zij waren voor Maria een niet ondui delijke verklaring dat Jesus geen schrede op Zijnen levensweg zette dan krachtens een besluit des Va ders, nooit tegen Diens wil of lei- diDg. Geheel duidelijk evenwel was dit antwoord van Jesus voor de ouders niet. „Zjj begrepen het woord niet dat Hij tot hen sprak.* Wel wisten zij dat Hij door den Vader in de wereld gezonden ook des Vaders werk moest doen, dat de wil des Vaders voor den God-mensch in alles beslissend was, maar onver klaarbaar bleef hun dat Hij han delend was opgetreden zonder hunne voorkennis, als ef zij daartegen eenige moeilijkheid zouden opge worpen hebben als zjj het geweten hadden, vreemd kwam het hun voor dat Hij niet de reden opgaf waarom Hij neg zoo jong e* op die plaats een begin met het vol brengen Zijner zending getna&kt had. Wij kuonen er van verzekerd zijn dat Jesus in het huisje van Nazareth teruggekeerd, weldra eene bevredigende verklaring van Zijne ongewone handelwijze aan Maria en Joseph gegeven heeft. „Jesus ging met hen af en kwam te Nazareth en Hij was hnn onder danig. En zijDe moeder bewaarde al deze dingen in haar hart. En Jesus nam toe in wijsheid en jaren, en in geuade bij God en de men schen." In deze woorden verhaalt het Evangelie het nog overig ach- tien jarig tijdvak van het verborgen leven van den God-mensch. De woerden zijn weinig in aantal, maar rijk aan leeriDg. Zij doen ons vooral in het voorbeeld van Jesus zeiven zien dat gehoorzaamheid een der eerste plichten van eiken mensch is. Wie wij ook zijn, in welken leeftijd ef welken staDd ook ge plaatst, gehoorzaamheid moet ons doen toenemen in wijsheid en ge nade bij God en de menschen. ZIJLSTRAAT 53 RUIME KEUZE, a TELËPHOON 769. P BILLIJKE PRIJZEN. Erich is iemand, die niets licht op neemt! Dat bevalt me juist zoo in hem, zijn ernst, zijn degelijkheid. Ik houd hem voor een door en door braaf menschmaar ik geloof, dat er in sommige gevallen niet met hem te Bpotten valt! Heb je niet gezien, hoe hjj er uitzag, toen hg heenging? Zijn gezicht beviel mg heelemaal niet. Elea lachte hartelijk. O, het gaat prachtig, hjj was werkelijk jaloerschOcb, Eugen, jij bent een uitgedroogde ouwe jongenheer, wat weet jij nu van verliefde luidjes! Als Erich morgen komt, dan vraag ik hem lief om vergiffenis en alles is weer goedDoch wees maar ge rust, Eugen, ik heb nu de proe: genomen en ik zal het niet weer doen. In uitgelaten stemming ging zij voor de piano zitten en speelde een vrooljjk wjjeje. Alle gasten waren vertrokken, ook kapitein Erich Wilkeas was met de anderen meegegaan en dus hadden broer en zuster weer het veld alleen. Luister eens, Ella, zeide de militaire dokter Kurdloff ernstig Je handelwijze van vanavond is mij absoluut niet bevallen! Als ik in Erich z'n plaats was, zou ik je dat toch eens duidelijk onder 't oog brengen. Je bent verloofd en voor een bruid is de tijd van het flir ten voorbij. Dokter Kurdloff had het recht zoo te spreken. Hij was veel ouder dan zijn zuster en nam al sedert jaren de plaats van vader en moe der bij haar in. Ella wierp koppig het aardige hoofdje met de weerbarstige krul len achterover. Ben je uitgepraat, Eugen? Je kunt nog maar altijd niet begrijpen, dat ik niet meer het dwaze bak- viscbje ben! Laat de verantwoorde lijkheid voor hetgeen ik doe maar gerust aan mij over! Toen zij zag, dat hij werkelijk ontstemd was, trachtte zij 't weer goed te maken. Heusch, Eugen, 't was zoo kwaad niet bedoeld. Ik ben niet zoo slecht als je wel denkt. Ik houd heel veel van Erich, maar het beeft me een beetje geërgerd, dat hij altijd zoo kalm, zoo verstandig, zoo zeker is, nooit eens jaloersch, harts tochtelijk, kortom zij lachte vroolijk en schalks ik wilde alleen maar eens probeeren, of hg niet een beetje jaloersch te makenis. De dokter had naar buiten staan te kgken, maar na draaide hij zich driftig om. Ella, dat is gevaarlijk spell Ella zag er «enigszins mat uit. Zjj had een slechte nacht gehad, vreeselijk gedroomd. Alles de schuld van haar brommigen broer, die haar gister-avond de les had gelezen. Zjj boog zich ver uit het raam. Dat bij oog steeds niet kwam en 't was toch al over elven! Zoo veel over tjjd was hij nog neoit geweest en dat nog wel op Zondag, nu hjj geen dienst had! Ha, eindelijk een uniform! Neen, 't was Mischke maar, zijn oppasser; hjj kwam recht op het huis aan. Plotseling kromp haar hart vsn angst te zamen. Waarom kwam hjjzelfniet, waarom Mischke Zij dacht aan de woor den van haar broer! Een paar minuten later kwam Ella epgewonden de studeerkamer van haar broer binnenstormen. Zjj zag doodsbleek. Eugen, hjj kan niet komen, hjj is niet heel lekker. De dokter ergerde zich over de storing. Nu, wat zou dat? Dat kan iedereen overkomen! Ja, maar Mischke weet niet wat hem scheelt. En Mischke ziet er zeo angstig uit, hij doet zoo vreemd Nu stond de dokter van zjjn schrijftafel op; hjj keek het mooie meisje ernstig aan. Zie je nu wel! was al wat hij zei. Toe, Eugen, help mjj, toe, ik 8meek het je! antwoordde zij op vleieüden toon. De dokter opende de deur. Misch ke! riep hjj luid. Mischke struikelde over den drem pel, een dikke soldaat met een dom goed gezicht, wien het buis te nauw aan 't ljjf zat. Met kracht sloeg hjj de hakken tegen elkaar, terwijl hij de muts krampachtig tegen den naad van zijn broek drukte. Wer- keljjk lag er een vreemde, schuwe, angstige trek op het gelaat van den goeden jongen. Hoe is 't er mee, Mischke? informeerde de dokter. Ik weet het niet, dokterant woordde de oppasser aarzelend. Vertel op! Maar de oppasser zweeg, hij kon ijeen woord uitbrengen. Vertel op! Heb je geen ooren? herhaalde Kurdloff, ditmaal zoo luid alsof hjj tot een dooye sprak. Misehke kromp ineen, daarna raapte hjj al zjjn moed bjj elkaar en begon te vertellen, eerst lang zaam en aarzelen^, dan steeds dui delijker en vlotter, want de angst voor zjjn kapitein gaf hem de woor den in den mond. Reeds toen de kapitein gisteravond thuisgekomen was, was hij niet zoo opgewekt als anders. Hij ging dadelijk naar bed, maar den heelen nacht had hij geen oog dicht gedaan. Hjj. Mischke, had gezien, dat heel den nacht het licht in de slaapkamer van zjjn kapitein had gebrand en daarom had hjjzelf ook geen oog dicht gedaan. Nu en dan hoorde hij hem zachtjes in zichzelf praten en 't leek wel of hjj vloekteAf en toe had hjj hem ook hooren kreunen, duidelijk hooren kreunen Kurdloff wierp zijn lichtzinnige zuster een veelbeteekenenden blik toe, die de kleine, bleeke zondares deed sidderen. Van morgen, aldus zette Misch ke zijn mededeelingen voort, zat de kap'tein in z'n bureaustoel en z'n hoofd steunde-i in z'n hand en hij drukte de andere hand tegen z'n voorhoofd! En 't ontbijt heeft de kap'tein niet aangeraakt, alleen heeft-i een kopje koffie gedronken En 'n kwartier geleden beval hjj me de juffrouw te gaan zeggen, dat hjj niet goed was en niet kon ko men en hjj heeft zich opgesloten en niemand mag hem storen! De dokter schudde 't hoofd. En heeft de kap'tein niet om een dokter gestuurd Moest je mij niet roepen, Mischke Om u te dienen, neen, dokter. Je kunt gaan, Mischke. Maar MiBchke ging niet. Hij scheen nog iets te willen zeggen, maar niet reeht te durven. Kurdloff bemerkte het. Wat nog meer! donderde hjj den oppasser toe. Vooruit, vertel op. De kap'tein heeft zjjn bureau opengesloten en er een klein fleechje uitgenomen. Hjj heeft er eerst eea tjjd naar zitten kjjken en toen hij 't openmaakte rook 't zoo sterk De dokter schrok. Waar rook het naar? vroeg hij driftig. Mischke raakte in verlegenheid. Hjj opende wel zjjn mond, maar er kwam geen geluid uit. Rook 't misschien naar salmiak, of naar bittere amandelenof naar ammoniak? ging de dokter met aandrang voort. Geef toch ant woord kerel! Het gezicht van den oppasser klaarde op. Het rook naar bittere amandelen, dokter! verklaarde hjj met de meeste beslistheid. De dokter keerde zich om. Je kunt gaan, Mischke, voegde hjj den soldaat toe. Het scheen, dat zjjn gebruind gezicht bleeker was ge worden. Hjj nam zijn hoofddeksel van den kapstok, zette het op en gespte zjjn sabel om. Angstig sloeg Ella hem gade. Ga je naar Erich? vroeg zij. Ben je ongerust? Kurdloff keek zijn zuster met een vreemden blik aan. Die sterke amandellucht maakt iedere twjjfel bjjna onmogeljjk: in dat fleschje wae Pruisisch zuur! zeide hjj. Ella slaakte een kreet. In wan hoop greep zjj den arm van haar broer. Laat mjj met je meegaan! Ik wil naar hem toe. Je mag niet alleen gaanriep zij in doodsangst nit. en klopte met zjjn gehandschoende vuist {tegen de deur. Erieh doe open! riep hjj luid. Het was doodstil! in de kamer, binnen werd geen enkel teeken va» leven gegeven. Zal ik een smid halen vroeg Mischke fluisterend, terwijl hem de tranen langs de bolle wangen liepen. De dokter gaf geen antwoord. Hg greep den deurknop en draaide dien krachtig heen en weer. De denr ging open, zij was niet gesloten. Binnen rees een donkere gestalte slaapdronken van de sofa op, het was kapitein Wilkeus. Wat moet... riep hij uit. Doch meer kon hjj niet uitbrengen, want een slanke, lenige gestalte vloog op hem af', en in 't zelfde oogenblik voelde hij twee meisjesarmen om zijn hals. Hij leeft, hij leeft! riep Ella, terwjjl zij schreide van vreugde. Erieh was diep geroerd. Maar Ella, lachte hij vroolijk, waarom zou ik niet leven Va* kiespijn ga je toch niet dood. De* heelen nacht had ik wel-is-wasr ee* razende pijn en heb ik geen oog dicht gedaan, maar nu is 't veel beter. Kijk me maar eens aan, doch sehrik niet. Met zoo'n gezwolle* wang kon ik toch niet bjj je komen, lieveling. Je zoudt me maar uitge lachen hebben 1 Dokter Kurdloff stond bij de schrijftafel en hield een flesebje voer zjjn oogen: Dentila, Kiespijn- druppels Hij ging naar de voorkamer. De oppasser stopte juist een rood ge- ruiten zakdoek in de peillooze diepte van zijn broekzak; de sporen va* tranen waren nog op zijn trouw, n* van blijdschap glimmend gezicht te zien. Mischke, zei de dokter, heb je van je leven wel eens bittere aman delen geroken? Nooit, dokter! Mischke, je bent een schaaps kop! Om u te dienen, dokter! KERKBERICHTEN. Een kwartier later stonden de drie menschen in de voorkamer van de woning van kap'tein Wilkens. Mischke sloop op de teenen naar de deur van de kamer, waar de kap'tein zat en klopte aan, eerst zachtjes, dan met regelmatige tus- schenpoozen harder en harder. Geen antwoord! Het was een angstig oogenblikDe dokter klemde de tanden op elkaar, terwijl Ella bevend, een onmacht nabij, tegen de tafel leunde. Kurdloff trad op de deur toe. drong den oppasser onzacht ter zjj Aulewrerecht voot behouden. Kathedrale Kerk St. Bava. ZONDAG, de H.H. Missen Ie hall 7, en 9 uur en te halt 11 de Heogmi*, De Catechismus naar gewoonte. 's Av„ te hall 7 Lot met preek. MAANDAG, 'a avonds Ie 7 uun Lot met Rozenhoedje voor de geloo vige zielen. ZATERDAG, 'sar. 7uur Roeenhoedje in de Maria-kapel. Dinsdagavond kwart vóór S cursus ia de Kath. Geloofs- en Zed el ee*. Dmsdag- en Donderdagavond van kwast vóóa 8 uur tot halt 9 precies, eursus in de Kaïth. geloofs- «ei zede- teer. Parochiekerk van den H. Joseph. ZONDAG, heden de stille H.H. Mis- sea te 7 uur en half 9, Ie hetl 14 de Hoogmis .Te 2 uur leering en te 7 uur Lof met conferentie. DINSDAG, te 7 uur Congregatie. DONDERDAG, te 7 uur Lot ten eere van het Allerh. Sacrament. VRIJDAG, le Vrijdag dar maand, bg- aonder toegewijd aan de vereering va* Jezus' G odd ei ijk Hart. Te 8 nur ge*. H. Mis en te 7 uur Lof met Acte fa» Eereboete. ZATERDAG, te half 9 Mis voor de bekeering dier zondaren, in da Kapel van het miraculeus» Maria-beeld. Na den middag van 5—10 uur gelegenheid om te biechten en te 7 uur Lot t«r «ere van het Onbevlekt Hart uan Ma ria met Rozenhoedje. De H.H. Missen en de leering dene week als naar gewoonte. a W b»> KT ET O nniQ itSffiHIFH Gebedenboek voor Roomsch-Katholieken. rfl KLC.£rKy L. KL EL If KJIV9 E» 1 U KL iNOorspronk. samengesteld door M. B. LEIJTEN, Pr f0,85, f 1,10, fl,50, f 1,75, f2,25, f2,75, f3,50. DE OFFICIEELE KERKLIJST UITGAVB VAK DB SIPKES' ims

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 25