Luxe Broodbakkerij Henri j. carels Smakelijk Brood A. VON DER MOMLEN Gr Markt 8 Soiied Schoenwerk is No. 19. ANEGANG. 5 Mengelwerk. Amerikaansch, I ÖePen- uitsluitend prima kwaliteit DE MUIS. vo?r R I. I „,J(| MÊ v°0rheen Paus C. Kaiser, s SpecïaMeït in WITTE en TRICOT GOEÏÉrEN, nc Telefoon No 1471 LD .1 HAARLEM e- ROKKEN en RLOÖSES. Het goedkoopste adres voor ft. FISCHER. Buiksprekerskunsten. Hüits^ 1ste Perm.; P. V es ter 2de °cZ-' v- <L Laan, 2de Secr.; Salman, 2de Pen.; en P. de Groot, L- Tettero en H. Yenne, resp. Ie, en 3e Commissaris. '°t bode der Afd., ook roor het Üexsteuningsfonds, is aangesteld de G. Salman. ,°^e voor de Spaarkas is de heer Utea-o. 3e terg. der Afd. zal gehouden wor de late Zondag in de Vasten. Namens het Bestuur, 'e ^°®rz.P. Vlasveld, 1ste Secr.; W. v. d. Laan, 2e Secr. k Afdealing UITQEEST. edeiee Ml 1 Zondag na de Hoogmis tot n*r gelegenheid tot het halen van boeken. Namens het Bestuur, P- T waaifhoven, le Secr. Haarlem. K. Militaire Vereeniginj». Zoeteetraat 13. gebouw ia dagelijks geopend, des °nds van 6-1 uur en op Kon- en aK®n den geheelen dag. Sint Jozefsgezelien-Vereeniging. ®reenigi ngggebou Zoetestraat No. 3 ^pend des Zondags van 12-3 en van Uur. Op werkdagen van 6 10 tot uur ,l>vondR liefdewerk: St. Joseph's-Ambachts- leerlingen. *j,r,)Uaat voor jongens vau 1216 jaar. da ga vond van 67 r/2 ontspanning ten|elegenheid voor inleg op de Spaar- "™Jan.dagavond van 7i/2—9 uur, les in dfven en rekenen, voor de jongens U 12—14 jaar. tj, "lsdagavond van 7V2—9 uur, les in en. en godsdienstonderricht, voor jon- »ea* van 12-14 jaar. (an oens<lngavond van 7y2—9 uur, tee- en voor alle jongens. ^'nderdagavond van 7i/a—9 uur, les ezen en godsdienstonderricht, voor °?€ens van 14—16 jaar. tCh^da8avon<i van 7i/29 uur, les in 'jven en rekenen ,voor jongens van V"16 jaar. 6 ontspanning en de teekenlessen it0v^,„66houden in het gebouw der j)elllcenlius-vereeniging, Zoetastr. 11. •en ,over'8e lessen worden gegeven in V lokalen van de R.-K. Parochi- School, Gortesteeg. et bestuur is iederen Zondagavond preken in het St. Vinceixtiushuis, r euw» Groenmarkt 22, van 67i/2 uur. r Vereeniging tot bescherming Van meisjes, gen. „St. Martha." Bemiddelingsbureau der Vereem- if,(j ^rs buiten de stad woonachtig zijn u Zondag- en Woensdag» vonvan ge ure gelegenheid bestaat tegen de L lnR« vergoeding van 5 ct. per week (j0 r vrijen tijd aangenaam en gezellig ,r 'e brengen. 0. ^Ufnelding daartoe aan het „Te Huis" bovengenoemde avonden. S is geopend]- eiken Dinsdagmiddag uur, voor betrekkingen als en enz., Donkere Spaame 22 voor R. K. dienstmeisjes wier gebruik make* van het recht va* intro ductie. Aanvang der repetitie: 8 uur precies voor Dames en Heer en. HET BESTUUR. Sb KJisabetlisvereeniging. Inleveren van ziekenbTiefjes Maan dagavond tussclien 7 uur en half 9 Woensdag- en Vrijdagmiddag tusschen i en 2 uur, Jansstraat 49. <1, Dare beloofde een visite te brengen. „Ik weet, dat zij je bevallen zal," zei Kitty ernstig. „Natuurlijk heeft zij andere ideeën dan wij maar ze houdt van onze manier van 'leven en ze spreekt werkelijk heel goed Engelsch." „Dat komt goed uit," zed Dare, „want ik ken geen woord Fxansch." „En ze is mooa, zei Kitty, de blon de, „ze is donker en heeft prachtige oogen. En ze is rijk, verschrikkelijk rijk voor Europa, en haar moeder is een echte gravin door haar tweede hu welijk." Dare, die begonnen was belangstel lend te luisteren, vond het geval niet! meer interessant. Hij had geen tijd voor meisjes, bij wie sprake is van een graaf en van een groot fortuin; een erfgename met een gravin tot moe der, lag buiten zijn sfeer. Hij was al tijd aardig voor meisjes, die kwamen log eer en, maar deze zoo dacht hij kon 't zonder zijn attenties wel doen. Andere mannen zouden haai- wel bezig houden. •Dus ging hij vlijtig aan T werk en vond geen tijd voor de beloofde visite. Eerst drie weken na haar komst, op een Zondag, zag Deiphine hean voor 't eerst. Ze merkte dadelijk een blee- ken, vermoeiden man op, die naar het golfspel stoind te kijken. I „Wie ls dat?" vroeg zij aan Kitty. „O, dat is Lennox Dare ik heb je immers ai van hem gesproken? de aardige man, die ïüoe is van 't wer ken." „Ik wou, dat hij eens 'n visite kwam maken," zei Deiphine. .JHfij heeft 't beloofd," zei Kitty, „maar hij heeft 't zeker weer te druk." „Hij moest dit spel eens meedoen," meende Deiphine, „dat is goed voor een man, die moe is van 't werken." „Ja," zuchtte Kittji ,,'t zou hem ze ker goed doen, maar hij beweert dat hij geen tijd heeft. Hij is vol ambi tie voor zijn werk." „Wat doet hij dan?" „Hij is advocaatjong advocaat, begrijp je „O, hij kijkt juist naar ons," zei Dei phine. „Ik zal hem roepen." Dare kwam naar de dames toe en maakte kennis met de vreemdelinge; Kitty vroeg hem om te blijven éten bij haar tante, die een klein gezelschap had, maar hij kon niet. „Ik moet vanavond nog weg; mor genochtend Zeven uur moet ik in de stad zijn. „Maar u komt nu toch heusch' gauw een visite maken?" vroeg Kitty, toen za samen 'n kop thee hadden gedronken in de clubtent. Toen hij weg was, vroeg Kitty haar vriendin, lioe ze hem vond. „Een knappe man," antwoordde Dei phine langzaam, „maar zoo bleek." „Dat komt van 't harde werken." Dare kwam en was dadelijk onder den indruk van 't Fransclie logeetje. Hij keek elk oogenblik naar Deiphine, en alleen do blik, dien zij terug gaf, overbrugde de kloof tusschen hun bei der levens. Want er was een kloof, en de man mat (aanstonds haar diepte Ddphine's levenswijs was niet de zijne, en dat was de eerste diepte die zich voor hem opende. Geen hart mocht hopen, die gemakkelijk te over bruggen. 't Was niet enkel een ver schil van ras en gewoonten; 't strek te zich uit over geheel hun dagelijksch ieven; maar evenals alle groote dingen verried het zich door kleinigheden. Deiphine verklaarde lachend, dat zij met den dag meer Amerikaansch werd. „Ik zal nog zelf leeren koken en de wasch doen," zei ze vroolijk.... maar t volgende oogenblik ontdekte zij een klein scheurtje in het belegsel van haar blouse en dadelijk betreurde zij de afwezigheid van haar kamenier. ,,'t Is maar zoo'n heel klein scheur tje,troostte Dare, „niemand zal het merken." „O, maar ik zie het toch." Zij zuchtte, en Dare, die zag dat 't een mooie en dure blause was, voel- te half 9 in het gebouw St. Bavo.j de grooten lust mee te zuchten. 'HfendaJaarverslag der Vereeniging j Het huis, waar Deiphine logeerde, Vfj-?1 Eestuur is te spreken eiken 2en „St Rosa-Vereeniging". Tijdelijk Zoetestraat 12rood. j o der maand, des avonds tusschen J, acht en half negen, y- doel dezer vereeniging isMeisjes j&ri Q dienstbaren stand van 1216- 8en leeftijd gratis in het naaien koi ^bverwante vakken, alsook het ,PPen, te onderrichten. l*v0n*i 0nderwijs wordt gegeven eiken dar, der weeki uitgenomen den Zater- v des avonds van half zeven tot i j^gifte van leerlingen tweemaal per j f °P een steeds in dit blad te ver- yden datum. L q LEVERT: Maria-vereeniging. ^'dsdag 11 Januari, Jaarvergade-; der Leden voor de Maria-vereeni- <j*Jr de Secretaresse; Kasverantwoor-was niet bijster groot, hoewel veelgroo- S.H> door de Penningen eesteresse; In- ter dan wat Dare aan zijn vrouw zou cjj.' tie nieuwe leden; Verkiezing van' kunnen geven. 'e --g^ ?)Ik vod mij 's avonds zoo benauwd in die kleine kamers hier." zei de nieuwe bestuursleden door perio- aftreden van de 1ste en 2e Se-^ ®lanesse en Penningmeesteresse, diej stiefdochter van den graaf,„in mijn cn nip,t wAfler hcrbip.Ribanr <opllen land zijn alle kamers hoog." „Die zullen heerlijk koel zijn in den z olm er," zed Dare vriendelijk! Hij had hoofdpijn en hij streek vermoeid de niet weder herkiesbaar stellen. K. Vereeniging tot bestrijding van „5 drankmisbruik vergadert elke twee i^Qden, hetwelk vooraf in de agenda h y - [J courant wordt bekend gemaakt. t>e Mariaver. heeft een onderafdeei- jj'8« Meisjesbond, voor leden van v.^16 jaar, die ook tweemaandelijks Ij rfadert op Zondags 's namidd. 4 uur gebouw St. Bavo, Smedestraat. v la de vergadering is gelegenheid zich V r het lidmaatschap te laten inschrijf |d^' tusschentijds bij het secretariaat Yereeniging Gr. Houtstraat 52. «AfiTI ET RELIGIONI». ^retariaat: Jansstr. 29. Roosveldstr. 45 t Li*sdag 11 Januari wekelijksche petitie in de bovenachterzaal van het ^'6 Brinkmann. 'QlgBOS reglement kmiitco 4« lede» 1,'t ls hier nielt wel hand over zijn voorhoofd heet." „Ja, en u ziet er vermoeid uit." „Ik heb in den laatst en tijid erg veel geslapen; maar 't zal weer overgaan." Jlij zag haar glimlachend aan, en als antwoord glansde een lach in hare donkere oogen. „U moet meer slapen," raadde zij vol ernst. „Vindt u? Ik zal 'f probeer en." Maar hij sliep dieft nacht niet en de volgende nachten ook niét. De kloof hield hem wakker, die was don ker en diep, en hij voelde zich z.oo» moe, zoo alleen en verdrietig. 't Vervelendste was, dat hij haar taal niet verstond. Als Deiphine een uit drukking niet dadelijk in 't Engelsch kon vinden, kwam Kitty en de anderen haar te hulp in 't Engelsch. Eerst als het gesprek dan weer op dreef was, kon Dare mee praten. Dikwijls ook, als ze samen spraken, kwamen er plotseLing een paar Fran- sche woorden, en eens neuriede zij een Fransch liedje. „Jammer, dat u 't niet kunt ver staan," zei ze, ,,'t is een oud liedje, dat mijn min zong bij de wieg. Dat liedje is in mijn hart als ik gelukkig ben altijd." „Dus u bent vandaag gelukkig?" „O, zoo gelukkig.... En u?" „Wat komt dat er op aan? Natuur lijk ben ik tevreden als u dat is." „Ach, leende u maar Fransch, mijn taal." Hij zag met kalmen glimlach in baai- stralende oogen. „Zou het wat geven, denkt u?" Hij bedoelde het hall in scherLs, maar er klonk toch een droeve grond toon in, voldoende om haar lach te doen overgaan in ernst. „Ach," zuchtte zij, ,,'t zou zoo heer lijk zijn, tot u te kunnen spreken, juist tot u, in mijn eigen taal." Dare blees een poos zeer nadenkend. Den eerstvolgend en tijd had hij 't nog drukker dan te voren, hij gunde zich 's middags geen tijd om behoor lijk te lunchen, en verdween in de korte pauze tusschen de kantooruren op geheimzinnige wijze, en even ge heimzinnig scharrelde hij met een klein boekje, dat hij zorgvuldig in zijn lesse naar verborg. Toen dé patroons, bij wie hij werkte, ziende dat hij overver moeid was, hem veertien dagen vacan- tie aanboden, wcijgerde hij. Delphine's logeertijd liep ten einde en ook op hare wangen verwelkten de rozen. Dare merkte het spoedig en zei ,,'t Wordt hier te koud voor u, u moet naar huis." „O, neen," protesteerde zij, ,de kou hindert mij niet; ik ben neel wel, ge loof mij." „Maar u is zoo bleek, zoo geheel anders dan u eerst was „Maar zoo is u zelf altijd," riep zij uit, op een toon, die een bekentenis was, nauwelijks haar tranen bedwin gend, „ik moet er telkens aan denken, dat u er zoo slecht uitziet." Dare voelde zich duizelig. Hij! bracht de hand aan zijn hoofd. „Ja," zei hij, „ik zie bleek maait dat ben ik altijd. Ik werk hard en heb, zooals u weet, in den laatsten tijd niet al te veel geslapen." „Ik slaap ook niet23 De tranen waren weer heel dicht bij hare lippen trilden. Hij aarzelde; toen vatte hij moed én blozend als een jongen, antwoordde hij „Mais je ne sais pas." Een seconde was zij sprakeloos, toen vloeide al de verloren kleur naar harq wangen terug. Zij riep in extase: „O, dat hebt u voor mij geleerd?" Het geheim van zijn bijzondere bezig heid was verraden. Hij had zijn beloo- ning, dacht althans dat hij die had. i,,Ik ben nog niet heel ver," beken de hij; ,,'t is moeilijk er tijd voor te vinden." „O, m,aar nu zal ik u helpen. Ik zal u leeren." Haar blijdschap was groot. Het werd hem nu duidelijk, hoe ver hij zij beiden waren gegaan. Dat beangsLigde l>ernwant 't kon toch niet zijn.,., neen, 't kon niet. Maar 't was hard -- harder dan hij had gedacht. Dien avond zat hij lang te suffen in zijn kamer, dommelend over de boe ken, waarin hij wilde stud eer en. Den volgenden dag moest hij naai-: een ziekenhuis met hersenkoorts. Op een Februar.i-namiddag nam Kitty de dubbele taak op zich van barmharti ge Samarinaan en ambassadrice. Zij en de anderen hadden natuurlijk zorgvuldig Dare's lotgevallen gevolgd. Kitty wist alles; zij had mdt en om Deiphine geweend. En nu ging zij hem opzoeken en spreken en zien wat er van den eenzamen, vermoeiden man was geworden, die langzaam tot het leven terugkeerde. Zenuwachtig volgde zij dé; verpleeg ster door d en corridor. Dare, die verwittigd was, wachtte haar, zittend op een rustbank; hij was een schaduw van wat hij vroeger ge>- weest was maar hij leefde. Na de eerste begroeting gaf Kitty hem de bloemen, die ze meebracht. „Die zijn van Deiphine.... 'tls waar ook, ik vertelde je nog niet...." „Is zij dan niet weggegaan?" vroeg Dare, gretig de bloemen vattend in zijn vreeselijk vermagerde handen. „Zuster, walt u een vaas geven, als 'tu blieft?" De verpleegster verdween. „Neen," zei Kitty, „ze is den heelen winter gebleven, en ze voelt zich heel wel." „Dat doet mij pleizier." „Ja, aardig hè? Zij was zoo geroerd door jou attentie om Fransch te leeren. Ze spreekt er dikwijls over." ,,'t Was dwaas van mij", geloof ik; 'twas de druppel, die den elmmer doet overloopen." „O, maar je zult nu gauw beter zijn. Ze zeggen, dat je met Paschen er uit mag. Deiphine Ls zoo blij." Dare zei niets, er volgde een pauzet „Ik vermoei je toch niet?" vroeg Kit- tj angstig. „Delphipa wilde meegaan, maar mama vond 't beter van niet. Zij is.... *iet zoo kalm als ik, dat weet je." „Ik vind 't heel lief, dat je gekomen bent." Kitty streek over het haar van haar mof. „Zeg, weet je wat Deiphine gedaan heeft? Ze heeft 't huis van Glenn ge kocht. De Glenn's wilden er graag af o, zij wordt zoo Amerikaansch. Ze is laatst alleen naar de stad gegaan met de tram. Ze vond 't heerlijk.... Zeg, ik wind je toch niet op? Dan schea ik uit, hoor." „Neen," verzekerde Dare, „in 't ge heel niet. Maar waarom heeft zij dat huis gekocht? Ze gaat toeh niet trou wen?" „Wel neen, in 't geheel nietMaar zie je, die Fransehe graaf, haar stief vader, houdt niet van haarZij heeft haast nooit thuis gewoond." „Blijft ze dan hier wonen?" A,Ja.... Dat moest ik je vertedien. Me vrouw Denbigh gaat bij haar in. Wij zijn nu bezig het huis te meubelen. Dolletjes. Deiphine vindt dat zoo echt Amerikaansch. 't Bevalt haar hier hoe langer hoe meer." Dare leunde acliterover met geslo ten oogen. De zuster kwam terug mei de bloemenvaas, en Kitty begreep, dat 't nu tijd werd om te gaan. Doch zij kwam terug, verscheidene malen en ze vertelde hem van Dei phine en Deiphine van hem'. De tijd van zijn ontslag uit 't zieken^ huis naderde. Op een goeden dag zei hij' tot Kiljty „De volgende week ga ik naar bui ten, voor een heelen tijd. „Wat?" riep Kitty verrast. „Ja, ik heb alles in orde gebracht. Ik ga naar Florida, naar de bosschen. Zeg Deiphine van mij vaarwel." Kitty zat verstomd. „Mogelijk blijf ik daar. Ik zal er iets zoeken op een plantage of zoo. Ik kan toch niet tegen dat bureaulev- ven, naar het schijnt." Kitty kon niets zeggen. Zij vond ter nauwernood de kracht naar huis te gaan en het Deiphine te vertellen. Het Fransch meisje was geheel ver anderd sinds zij Dare 't laatst zag. Zij' was nu in haar eigen huis, het nestje» door liefde gebouwd. Toen Kitty haar boodschap gedaan had, zei Deiphine heel beslist: „Hij heeft gelijk. Hij moet naar de bosschen." „Deiphine," stamelde haai- vriendin. „Ssst. ,Hij heeft gelijk, groot gelijk." Den volgenden dag op 't visite-uur, kwam tot Dare's groote verbazing, niet Kitty, maai' Deiphine.... Tot zijne groote verbazing knielde zij bij hem neer, nam zijn magere hand in de hare en sloeg de lieve donkere ooi gen tot hem op. Met vaste stern, doch gloeiende wan gen sprak zij „Ik kom je vragen, of ik mee mag gaan. Ik heb ook zoo weinig gesla pen, weken en weken lang. Mag ik mee?" „Deiphine," stamelde hij. „Ik heb je lief," bekende zijl, )Tik heb ai dien tijd aan je gedacht.... En jij hebt mij ook lief. Dat eene zin netje in mijn taal heeft mij dat gezegd. Dat was een heel offer voor je, bij al je werk.... O, laat dat ellendige geld en ellendige trots ons niet scheiden. Ik ben niet meer in Frankrijk, ik ben in Amerika.... hier worden de vrou wen niet teruggehouden.... ik wil mijn zin hebben. Dus ik vraag, of ik mét je mée mag gafin." Dare voelde zijn hoofd duizelen. „Ik heb een huis gekocht om te toonen, dat ik in dit land thuis hoor. Ik heb uw taal ook geleerd. Mijn familie heeft mij niet noodig ik ben ook alleenals u. Toe Iaat mij mee gaan. U moogt geen neen zeggen: hier in Amerika weigert niemand iets aan een vrouwIk zal je ginds ver zorgen; er zal ook een verpleegster 11 zijn. Dare was te zwak om te weerstre ven hij" gaf toe. „O, jé bent een echte Amerikaan. Je gehoorzaamt zoo prettig De zuster kwam binnen. „Zuster", zei Deiphine, „maak, dat hij de volgende week op reis kan. Hij" moet met mij mee we gaan trouwen, weet U?" „Zoo, zei de zuster, „ik feliciteer u." In het landelijk gelegen tehuis voor kinderen. „Birkenfelde", waren twee nieuwe pupillen aangekomen. Zij heet ten Frits en Hans Berken en waren tweelingbroeders van ongeveer acht ja ai". Dat zij tweelingen waren, wekte al op zichzelf de belangstelling der ove rige twintig pupillen. Doch bovendien was het ook uitermate belangwekkend, dat de twee broertjes op elkaar gele ken als twee druppels water. Het haar van Frits was alleen iels donkerder dan dat van Hansje, die goudblond was, en wellicht had men juist om die goud blonde kleur het haar van Hansje wat langer laten groeien, zoodat het hem tot over de ooren hing. De tweelingen waren weezen. Hun ouders waren een typhus-epidemie ten offer gevallen, die toen ter tijd in de Oostzee-provincies heerschte. Kort daarna had de voogd, die het vermo gen der kinderen beheerde, het goede denkbeeld gekregen de jongens naar deze inrichting te sturen, waar bosch- en weidelucht, waar berg en dal voor de gezondheid der kinderen zorgden, en waar bovendien, een zoo voortreffe lijke lieftallige dame als mevrouw Jen sen, den scepter voerde. Van den eersten dag af hechtten de beide jongens zich aan de steeds even opgewekte „tante Jensen". Zij wist uit stekend met de kinderen om te gaan, zorgde voorbeeldig voor hun welzijn en was eenvoudig onbetaalbaar als zie kenverpleegster. Zoo lang het mooi weer was groei den de kleine kereltjes met den dag. Zij waren niet al te sterk, want mét uitzondering van den zomer haddein hun ouders bijna het geheele jaar steeds in warmer klimaat doorgebracht. Toen het kouder werd en de natuur ruwer, vonden Frits en Hans het niet meer zoo aanlokkelijk ieder vrij uurtje in den tuin of in 't bosch door te bren gen en hadden zij meer dan genoeg aan de voorgeschreven dagelijksche twandeling. Doch op zekeren morgen in den win tel-, viel in dikke vlokken een heerlij ke zachte sneeuw uit de lucht. Dien dag waren Frits en Hans onder de les al even onoplettend, als de overige iongenshet was te heerlijk, om naar buiten te zien, naar het gedwarrel in de lucht, dat eerst donker leek, maar zoodra *t op den grond neerkwam, als bij tooversïag in een wit sneeuwdek veranderde. Eindelijk klonk de bel, de les was uit en de heele bende storm de naar buiten om in een oogwenk een verwoed sneeuwballengevecht te be ginnen. Aan jassen en halsdoeken werd natuurlijk geen oogenblik gedacht. Toen eindelijk de onderwijzers een gebiedend halt lieten hooren, merkten Hans en Frits eerst hoe stijf en koud hun ledematen waren en het duurde tamelijk lang, voor zij ze in de kamer weer verwarmd hadden. Hansje echter begon te hoesten. Den volgenden dag was de hoest erger en had hij vuurroode wangen en schitterende oogen. Toen kwam tante Jensen, bracht Hansje zonder ver- der iets te zeggen naar de zieken kamer. Frits volgde met angstige oogen en loopende op zijn teenen. De beide broers waren tot nu toe zelfs nog geen uur van elkaar geweest en het kwam Frits als de meest natuurlijke zaak ter wereld voor, dat hij thans ook in de kamer bleef, waar Hansje zoo stil in het witte bedje lag. Toen de dok- Ier kwam, zag hij de kleine gestalte niet, die in een hoekje bij 't vensler zat weggedoken en in een prenten boek keek. Met zachte, maar duide lijke stem zei hij tegen tante Jensen: „Een heel leelijk geval, mevrouw Jen sen! Als de jongen niet zoo teer was, zou de longaandoening niet veel te beteekenem hebben. Maar nuFrits zag, hoe de dokter de schouders op haalde en zijn hartje bleef een oogen blik stilstaan ven schrik. Hij begreep heel goed, dat er ge vaar dreigde. Bij alle voorkomende, ook minder gewichtige gevallen had hij zich steeds tot den lieven God ge wend. Doch dit scheen hem een ge val toe, waar een speciaal gebed aan te pas moest komen. Nog voor hij het vertrek verliet, hoorde hij dein dokter zeggen: „Het ongunstigste teek en is, dat het ventje, dat anders zoo opgewekt en levendig is, nu zoo lusteloos is. Zoo lang hij spreekt en vraagt en belang stelling toont, is er geen gevaar te duchten." Zachtjes sloop Frits naar zijn slaap kamer. Daar ging hij in den donker sten hoek staan, vouwde de handen en bad: „Lieve God! Het spijt mij zoo, dat ik er niet aan gedacht heb, onzel jassen en halsdoeken mee te nemen. Ik ben toch een half |uur ouder. Hansje is nog zoo klein, die kan er heusch niets aandoen. Wees zool goed, lieve God. en maak "hem gauw" weer ge zond." Iets verlicht keerde Frits weer naai de ziekenkamer terug. De eerstvolgende dagen kropen ter gend langzaam voorbij. Hansje wilde heelemaal niet meer eten en gaf zelfs geen antwoord meer, als hean iets ge vraagd werd. De dokter was zeer ontevreden. „Is el- dan niets te bedenken, waarmee we den jongen wat kunnen opwekken?" vroeg hij- „De longaandoening is nau welijks de moeite waard, het is al leen die gevaarlijke matheid, die wij moeten overwinnen." „Hij stelt in niets meer belang," klaagde tante Jensen. „Zelfs vanonze groote witte poes, die altijd zijn lie veling was, wil hij niets meer we ten." De dokter mompelde nog iels, wat Frits niet verstond en verliet het vertrek, waar Hansje zoo lusteloos in de kussens lag. Een kwartier later werd een nog dringender bede door Frits naar den hemel opgezonden. „U hebt 't nu gehoord, lieve God," aldus bad hij, „dat Hansje opgewekt moet worden. Wees zoo goed en stuur iets, dat hij aardig vindt. Ik zal ver schrikkelijk gehoorzaam zijn, als Hans je gezond wordt." Het gebed sloot met een diepen zucht en Frits sloop terug naar het half duister der kamer, die slechts ver licht werd door de vlammen van het vuur, dat even te voren in den haard ontstoken was. Hansje lag met halfgesloten oogen en zonder zich te bewegen. Frits ging op een voetenbankje zitten dicht bij de kachel en staarde, diep in gedach ten verzonken in den gloed, terwijl hij zijn hersentjes aftobde om iets te bedenken, wat zijn broertje zou amu seer en. 2, Hij had al alles bepro,efd, maar te vergeefs! Hansje luisterde zelfs niet meer, wanneer hij hem wat nieuws voorstelde. Plotseling klonk er in de stilte van het vertrek een wonderbaar geduid. Het leek een zacht gefluit of gesjilp en het scheen te komen uit den- hoek achter de waschtaf,el. Wat kon het zijn? Telkens klonk het opnieuw en lapgzaam naderde het de kachel. „Frits," riep plotseling een zwak stemmetje, „heb je 't géhoord. Wat zingt daar zoo, Frits?" En Hansje's xf x f x x x f x 4 X4 x fxfx.» x f x I xtx xtx x+xfxf 4 bleeke gezicht werd naar d« tactiel gekeerd. „Ik geloof," fluisterde Frits wicht jes terug, „ik geloof 't is - ja, kijk' eens, daar komt-i!" Een klein, grijs muisje liep getuid- loos over den vloer en bekeek met haar glinsterende oogjes nieuwsgierig de kleine gestalte op het voetenbank je. D^iar lag een kruimeltje, dat nam 'i diertje in den bek en weg was het in zijn hol „O!" riep Hansje verheugd glimla chend, „wat 'n aardig muisje!" Frits voelde zijn hart ia, de keel Moppen. Hij dacht geen oogenblik aan zichzelf of aan de muis, hij be dacht alleen, dat Hansje daareven ge sprokken en gelachen had. Hansja amuseerde zich dus' Uit eea vaa zij* bodemlooze broekzakken haalde hij nog een handjevol kruimels te voorschijn, die hij op den vloer uitstrooide. En zie, dadelijk kwam het muisje weer tevoor schijn en bleef, nu al heel vertrou welijk, van de kruimpjes zitten smul len. Eindelijk glipte het weer weg en begon het weer zijn aardig gezang. Dadelijk daarna ging de deur open en tante Jensen kwam binnea wet de lamp. Zij bemerkte oogenbhkkelijk de ver andering in Hansje's gelaat en ver heugde zich van harte. Maar, alsof zij 't afgesproken hadden, hielden de bei de broertjes hun mond en vertelde» haar niets van hun ontdekking. Daar entegen bracht Hansje die goede tantn Jensen in de uiterste verbazing, door dien hij voor 't eerst in vele dage*, een wensch uitte en dan wat voor ee» wensch! Hij vroeg haar namelijk „Ik heb de kat liever niet meer hier, tante, wil u haar weg late» blijven?" Tante paste wel op, dien wetusck niet tegen te gaan, al dacht zij bq zich zelf, dat een kindergemoed toch joob verbazend wispelturig kan zijn. Er brak nu een heerlijke üjd voor voor de tweelingen aan. Va* dag tot dag werd de zingende muis makker en zij kwam al te voorschijn uit haar holletje, zoodr%de beide kinderen maai alleen in het vertrek wareo. Ja, als Frits in de Mas zat en Hansje heel( alleen was, gebeurde het wed, dat het dieTtje tegen het bed opMauterde e* de kruimpjes uit Hansje's hand aan*., Na acht dagen verklaarde de dok ter, dat de kleine patiënt geheel bui ten gevaar was en nu ging Frits voow de derde maal in zijn bidhoekjeztaa» en sprak kort en bondig, zooals zijn aard was, zijn dankbaarheid uit tegen over den lieven God: „Het "is ver- i schrikkelijk aardig van u, lieve God^ 'dat u ons die muis gestuurd hebt! IM dank er u duizendmaal voor. En na is Hansje weer gezond en dat is enkdl de muis z'n schuld. Dus, nogmaals, dank, lieve God." j Ja, dat was een heerlijke tij'd geweest, maar zooals met alles wat prettig is, eindelijk moest er een eind san ko men. En dit einde kwam zeer onver wachts. Juist, pp den laatsten. dag, dien Hansje nog in de ziekenkame* door moest brengen, sloop do witte poes door een kier van de deur en ach in een oogwenk was 't ongeluk gebeurd, het zingende muisje werd ge pakt en doodgebeten. De broertjes weenden bitter tezamen. Nu eerst kreeg tante Jensen he# geheim van da zingende muis te hooren. Al haar troos ten had niet het minste effect, zij moest het aan dein tijd overlaten da wond te helen, die hier geslagcjn was. Toen de lente in 't land was, had tante Jemsea opnieuw redenen om over de wispel turigheid van een kinderhart na te denken. Want in hot 1 en t ezonn et j e v er- ga ton de broertjes hun verdriet en zie, de witte poes begon in hun hartjes weer de eereplaats in te nemea. Eén der beroemdste buikspreken* was Charles Combo, een man, die vol grappen zat en den lieden dik wijls de alleraardigste poetsen speel de Zoo ontmoette Comta eens iemand, die op een ezel zat En plot seling ging do ezel spreken. Het beest riep uit: „Er af, ik heb je lang genoeg gedragen", waarop de man doodelijk verschrikt van den rug van het beest sprong en er vandoor ging- Comte kwam oens op een jaar markt om een varken te koopen Hijj greep een prachtbeest bij de ooren en vroeg de koopvrouw of het dier ook kon 6preken. Het vrouwtje was volstrekt niet op haar mond geval len en zei dat het beest net zoolgoedi kon leeren praten als hij zelf. Met ernstig gelaat wendde Comte zich daarom naar het varken en vroeg: „Ben je wel 50 francs waard?" (zoo veel had de vrouw gevraagd.) Ett het zwijn antwoordde op duidelijk verstaanbaren tootf: „Neen, de vrouw liegt, ik beu maar 10 livre* en 10 sous waard De vrouw dacht nu, evenals al de andere koopvrouwen, dat het varken behekst was, hoewel Comte haar ver telde, hoe de vork in den «teel zat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 27