Portret van Z.H. PAUS PIUSX. Letteren en,Kunst. Leger en Vloot. Wetenswaardig Allerlei. Op vertoon van dezen bon kan door de abonnés op de Nieuwe Haarlemsche Courant aan het bureau van ons blad, Kinderhuisvest 29-33, tegen den prijs van slechts 50 cents (contant) worden afgehaald het nieuwe, prachtige portret van Z4H. PAUS PIUS X, grootte 60 x 45 c.M. DE ADMINISTRATIE DER N. H. CRT. INGEZONDEN. Rechtszaken, KAK F.LW DE HOOFDBEDEKKING VAN VROEGER. De Voorzitter wensohte, dat meer dere locale kiesverenigingen als nog zullen toetreden. Op deze vergadering waren verte genwoordig Haarlem, Nieuwer Am- stel, Aalsmeer, Amstelveen, Ursem, Hoog-Karapel, Goom Berkhout, Goom Groathuizen, Heilo, Alkmaar-, Edam, Hoorn, Andijk, i.\Vjcrver&hoef. QBussum, Hilversum, Kaarden, JSIeespL. De Voorzitter wees op de verbete ring ,ten goede, die juist is inge treden door de werking van den Bond. Dat Amsterdam nog niet is toegetreden, verwondert spr. niet. Amsterdam heeft zooveel te doen in eigen huis, dat het niet zich kan bemoeien met het platteland. Dat Amsterdam niet genoeg werkt, zou spr. niet graag beweren, de toestan den zijn er zeer moeielijk, toch con stateert spr. dat Amsterdam voor ons in de staten al zeer weinig pres teert. Doch op 't platteland is het zeer anders, daar zijn overwinnin gen behaald. Vervolgens liet men de aftreden de Statenleden de revue passeeren. De besprekingen over algevaardigden en districten duurden geruim en. tijd. Hierna werd 't bestuur gemachtigd met de bes tui-en der 'Christelijke par tijen te confereer en en de verkiezings actie voor te bereiden en te leiden. Uithoorn had voorgesteld een spre kerslijst saam te stellen -en dat de Bond de kosten gedeeltelijk zal betalen. De Voorzitter wees op de groote moei lijkheid der samenstelling. 'tBondshe- stuur zal gaarne zijn tusschenkomst verleen en. Hierna werd 't woord gegeven aan den heer A. J. Oostdam, uit Den llaag, die tot onderwerp zijner rede hadg ekozen: „Het belang van een principieel® Christelijke politiek, ook in verhand met de a.s. Statenverkie zingen.'* De heer Oostdam, de discussies do zen middag gehoord hebbende, acht een pleitrede voor het nut van Prov. Bon den niet meer noodig. Alle hoeren gaan straks naar huis met de kaart der provincie in *t hoofd. De beetle pro vincie strijdt als een leger in afdeêlin- gen Doch dan moeten deze voeling met elkaar houden, dan moet de een heid in de actie worden betracht. Toen een der heer en dezen, middag een oogenblik meende, dat de a.s. var- kiezingen niet zoo politiek zijn, heeft spr. zich verbaasd. Laat ons toch niet in slaap Laten wiegen door dat oude wiegeliedje der anti-Christelijken. De neutraliteit wordt betracht in Katho lieke gemeenten alleen, maar waar wordt de billijkheid betracht in niet- Katholioke gemeenten? Heeft Haarlem daar onlangs weer niet een frappant bewijs van geleverd, door zelfs aan de Christelijke partijen geen wethou- derszetel te gunnen, hoewel blijkens de Kamerverkiezing, hier toch een dé gelijke kern is van Christelijke kie zers? Tegen een dergelijk staaltje yan exchusivisme wil ^pr. in deze verga dering een krachtig woord van protest doen hooren. De Prov. Staten dragen beslist een politiek karakter, immers zij zijn de kiescolleges voor de leden der Eerste Kamer. Spr. constateert, dat in die distric ten, waar van te voren da kans op overwinning onzeker is, het zeer moei lijk is *t vuur in de kiezers te bren gen. Dat is jammer, want daar toch is de strijd het mooist en daar kan men den prikkel geven aan anderen. D-aar, in die onzekere districten moet men steeds gereed staan, om, wanneer er een gaatje komt, er dadelijk in te krui pen .Spr. wijst als voorbeeld district III van Den Haag aan. Is het nog noodig van Christelijken kant zóó te ageeren, nu de liberale partij toch aan het aftakelen is? Men Zij voorzichtig, want hot is niet voor het eerst, dat de liberale partij in decadence is. Spr. citeerde prof. Blok over de liberale partij in 1874. En wat heeft É6. stervende partij na ,74 nog uitgericht! Men denke aan de wet- Kappeijne! Een reden om niet te ver slappen in actie. Een verkeerde tactiek zou zijn de socialisten te laten winnen teai koste desr liberalen. Steeds kan Troelstra nog altijd de heele linkerpartij opzweepen om de antithese aan te vallen. Verder, er zijn nog altijd veel weifelaars, die wij door onze actie aan onze zijde mop ten trachten te krijgen. Op 't voorbeeld van de socialisten, moeten wij ook altijd trachten 't aan tal Christelijke stemmeai in den lande zoo hoog mjogelijk op te voeren ;en daarom ook altijd actie, zelfs in twijfel achtige, onneemb're districten. Varder is het bekend, dat den libera len in 't bloed zit minachting jegens allen, die Christelijk gezind zijn. Zij bekampen ons altijd met vuur en bloed, moeten wij dat dan ook niet do<en? En dan denke men eens aan de oneerlijkheid en de leugenachtigheid der liberalen. Wie herinnert zich nog do pjaat van 't Handelsblad: de bébé „Bijzonder Onderwijs" met de mdlk- flesch „subsidies" en het meegesleur de, uitgeteerde wezentje „Ojyxnbaar on derwijs"? Wat was ér waar van die plaat? Dat vertelde een lezer van 't Handelsblad en 't blad was wel genood zaakt, hoe ongaarne ook, die frappante tegenspraak op te nemen? Verdienen die Christelijken nu die minachting, zijn ze zoo minderwaardig? Spr. vraagt, wat of de drie laatste Christelijke Kabinetten voor minder waardigs geleverd hebben? Minderwaardig? Erkende de plaat der „Groene Amsterdammer" zelf niet, dat de premier van 't Christ. Kabinet den linkschen kopstukken de glad af is Wij moeten ons door de liberalen niet in den hoek laten dringen, wij moeten al tijd laten zien, wie we zijn ein wat we vermogen, dan zullen we eindelijk en eindelijk den liberalen overmoed eens kunnen knotten. Spa-, liet onzen Christelijken Minis ters één voor één de revue passeeren en vergeleek ze met liberale ambtge- nooten uit niet*Chxist. ministeries. Dan wijdde spa-, uit over de veelzijdige taak der kiesvereemgingen. Zij moeten niet alleen streven naar overwinningen bij de stembus, ook moeten zij de kiezers ontwikkelen, steun van hen vragen voor de Katholieke Pers, enz. Vraagt men, wat voor goeds uit die Katholieke partijen kan komen, dan ■wijzen wij op hetgeen gekomen is uit dien nederigen Jezus van Nazareth. Laten wij, niet lettend op minach ting, onzen weg gaan, eerlijk en onbe schroomd en dan zal zeker de zege ons zijn. Spreker verwierf een langdurig ap plaus en als tolk dei' geheele vergade ring bracht de Voorzitter hem een warm dankwoord. De vergadering werd daarna geslo ten. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansyi kelijk. Yan ingezonden stufa geplaatst oj niet geplaatst, wordt de c.py den. inzen der niet teruggegeven. Roomseh Toon eel. Mijnheer de Hoofdredacteur! 'Beleefd verzoek ik U opname van het volgende, -waar-voor hij voorbaat mijn dank. De laatste zin van het stukje over het „ROOMSCHE TOONEEL" in het nummer van gisterenavond: „wie het beter weet, zegge bet!" geeft mij aanleiding het vol gende te schrijven. t, Ik -wil mij daarmede niet als een „betweter" opwerpen maar- alleen te kennen geven dat ik met de ziens wijze van den geachten schrijver niet kan meegaan en zijn besliste uitspraken zeer kras en overdreven noem. In de eerste plaats zou ik wel eens willen vernemen, welke Too- neelverceniging de schrijver hier op het oog heeft. Ik las het bewuste artikel in de „deftige Tijd" niet; vandaar mijn vraag. Is het mis schien de R K. Studenten-Too nee listen-club, „die ten bate der vereeni ging R K. Herstellingsoorden voor longlijders en zwakke kinderen" een tournee door het land gaat doen," zooals het onderschrift luidtbij een bij een afbeelding dezer Club, opge nomen in het laatste nummer der „Katholieke Illustratie" Zoo ja, dan is de onderstelling des schrij vers, als zouden de leden dier Club door de oprichting hunner Vereeni- ging ,een dwaasheid begaan hebben, beslist onjuist en voor die dames en heeren beleedigend. Ten minste zoo zou ik .wanneer ik lid dier Ver eeniging was, die uitspraak ach ten. 'n Roomseh Tooneel is immers 'n dwaasheid, zegt ge? Maai- al geldt bet deze Vereeni- ging niet, zich zoo algemeen uit te drukken ,,'n Roomseh Tooneel is een dwaasheid" Is zelf een dwaasheid. Ei' loopen in onze stad dan een groot aantal dwazen, die lid eener Roomseh Katholieke Tooneelvereeni- ging zijn, en ondergeteekende mag het zich voor gezegd houden, dat hij daaronder ook behoort. En hoeveel dergelijke t-ooneel-dwazen vinden wij dan wel niet in ons bisdom; alle maal leden van R. K. tooneelvereeni- gingen, die nog wel onder toezicht staan van een geestelijk adviseur. Vraag daaromtrent maar eens inlich tingen aan het Bestuur' van den R. K. Tooneelbond in het Bisdom Haar lem, waarbij zich meer dan 20 R. K. Tooneclvereenigingen hebben aange sloten, juist om te trachten gezamen lijk het Roomsche tooneel te verhef fen en het te maken tot een krach tig' middel ter bestrijding va.n het zedelooze tooneel. Ik geloof niet, dat het bij de R K. Tooneelvereenigin- gen, die haar taak goed opvatten, „om geld" te doen is, maar wel om het „doel" alleen; nl. anderen aan gename, nuttige en leerzame uren te verschaffen en daardoor tevens af te houden van het bezoek aan schouw burgen en andere gelegenheden, waar voorstellingen gegeven worden alles behalve bestemd voor Katholieken maai' tevens ook om de leden indivi dueel in de gelegenheid te stellen zich .te vormen in de welsprekend heid Wat betreft de keuze der stukken, die het door schx. bedoelde gezel schap zal opvoeren, waagt schr. of het „stukken zullen Zijn, waarvan zeker kan wezen, dat er geen „lucht je" aan is en dat ze in ieder geval betrouwbaar zijn Is de onderstelling niet wat ge waagd, dat deze heeren en dames bovendien nog zoo „dwaas" zou den ziju, stukken voor 't voetlicht te brengen, die hunne vereniging en hen persoonlijk oneer zouden aan: doen? Is schrijver er zoo zeker van dat het Bestuur dezer Vereeniging niet eerst het advies van bevoegde personen zal inwinnen, alvorens een stuk in studie te nemen 't Vertrou wen van schr. in „die critische schif ting" is niet groot, ik voeg erbij: blijkbaar ook zijn opvatting' omtrent het zedelijk peil van de leden dier Club niet Dat een dergelijke vereeniging nooit een geestelijken adviseur zal kunnen krijgen, staat ook nog niet vast; dit erkent schr.-zelf. Zou dat nu werkelijk zoo'n „baantje" zijn om van af te schrikken Of zouden die dames den schrik er in brengen Alles te zamen genomen, betreur ik dat schr aldus zijn denkbeelden nccrsclrreef, èn om den minachtenden toon die uit het geheel spreekt èn om de vereeniging in kwestie, èn voor alle R, JR. dilettant-tooneel- spelers,. 't Is 'n dwaasheid, een roomseh tooneel, zoo zullen deze laatsten zeggen, waarom zullen wij langer daaraan onze ka-achten wijden De afbrekende critiek van den schr. zou er aanleiding toe kunnen geven dat zij, die op dit gebied iets willen praesteeren in het belang van bet algemeen er feestelijk voor zul len bedanken, dat aldus over hen gedacht wordt; ondergeteekende in de eerste plaats. Daarom hoop ik, dat de woorden des schrijvers niet den minsten nar deeligen invloed zullen hebben op den lust en de sympathie van R K. dilettanten-tooneelisten voor het „Roomsche Tooneel." Waar mannen van groot talent zich niet ontzagen heerlijke werken voor het Roomsche Tooneel te schep pen, daar moeten wij met onze zwakke krachten niet achterblijven, zelfs niet op gevaar- af van aan een „dwaasheid" zijn tijd en krachten te geven. R. Mijn antwdord. Wat is het toch moeilijk, begrips verwarring ,te mijden! Geen „Roomseh Tooneel" schreef ik! En ik houd het ,vol. Maai de heer K. en anderen (want ik heb al een stuk of wat andere briefjes) verstaan daaronder: geen Katholie ke tooneel-voorstellingen meer! Och heere, ik dacht er niet aan. Wat zijn ze vaak vermakelijk, en leerrijk, en prettig, en onderhoudend, en op voedend, die tooneelvoorstellingen in Roomschen kring! En dacht U, dat ik ze weren wou? Wal kom! Maai- vyat ik dan wèl wil weren? met worden uitgegaan van de gedaeh-was hij' in het hospitaal te Leiden te: hoe krijgt men da zaal 't best ge- j verpleegd. Toen hij wegliep hadden vuld, maar veeleer moet bij die sa- de aanvallers hem nog nageroepen m'enslellnig de gedachte voorzitten op „Blijf eens staan, dan snijden we je welke wijze is de toehoorder 't meest aan riemen." volkomen begrip van het meesterwerk j De twee andere beklaagden hadden fe verschaffen. Een vereischte is ook hem aangegrepen en geslagen, dat do onderdeden van het program te j De officier die den schildwacht zamen een harmonische eenheid vor- had behandeld, verklaarde dat de men. De verdienste van een program man er wonderwel was afgekomen, behoort ook niet in de lengte te wor- Eén centimeter lager en de steek den gezocht. j was in de oogholte gedrongen. Nu Spr. stelde voorts in 't licht dat ook was de wonde spoedig genezen ge- de omgeving, waarin het werk wordt weest. uitgevoerd, van groote batetekenis is, Ook nog .een ander persoon was Daarom is het Beethovenhuis niet ge- door de woestelingen aangevallen en dacht in een stad, maar verwijderd van had hartkloppingen gekregen, al het stadsgewoel. De fietsrijder in kwestie, R, ont- Een geschikt terrein voor een even- kende de beklaagden te hebben aan- tueelen bouw is gedacht bij Bloemen- gereden. Hij' Inui licht op en Werd Ziehiereen publieke vertooning daal in het Noord-HoUandsche duin- plotseling door drie mannen tegen onder een naam en een masker, die i gezicht. Gedacht is daarbij gedurende gehouden en geslagen. Toen op zijn niet echt zijn. I twee zomermaanden werken van Beet- hulpgeroep de schildwacht, met ge- M nut let welniet de Katholieke hoven uit te voeren. Gevraagd is waar- veld geweer, aankwam, lieten de drie dilettanten wenseh ik bedoeld,om uitsluitend werken van Beethoven? mannen hem los en richtten zich te- te zien in mijn artikeltje, maar Room-Naar spr.'s meening zal ook zonder te gen den schildwacht. Bekl. L. greep sche be r o e ps-tooneelisten, die bet „Roomseh" als een uithangbord ne men dat vooreerst tóch niet kan worden volgehouden, en dat ten tweede onnoodig is. Ik zal de eerste zijn om een g' o e d e tooneelvereeniging, die in den lande goede tooneelstukken wil [brengen in allerlei vereenigïn- j ter zouden worden uitgevoerd, omdat gen, piet open armen welkom te gje werken een artistieke eenheid vor- heeten. (.Want daaraan is behoefte.men, waardig hem een afzonderlijken Jongelui zooals de studenten, die ter tempel te wijden. Toegelicht door wille van de goede zaak mooie, goede lichtbeelden en aan de hand van het stukken gaan vertoonen uit liefheb- door hem uitgegeven geschrift over dit kort te doen aan de beginselen, welke diens geweer bij de bajonet en sloeg aan de Beethovenhuis-idee ten grond- naar hem. Of hij daarbij een mes in slag liggen, mogelijk zijn, ook andere de hand had, weet getuige niet. symphonieGn daar uit te voeren. Begin-1 Met het oog op den ernst van het sel is dat het program eenheid en zui- feit, vorderde het O. M. tegen L. verheid aan stijl ademt. Wel zag spr. vier japen en tegen De R. en B„ ieder persoonlijk liever dat in het Beetho- zes maanden, venhuis alleen werken van dezen mees- herjj, pathie. i ze hebben inijn volle sym- onderwerp, deed spr. de toehoorders een blik sLaan op hot terrein, waarop Maar beroepstooneelisten, die fle bet Beethovenhuis is gedacht en in het schouwburgen afreizen met het uit- inwendige van dezen muziektempel. Hij hangibordje van „Roomseh" too-wees er daarbij oa. op, dat hét archi- neelik blijf dat een dwaasheid teotonisch kunstwerk geheel in over oen en een onmogelijkheid achten. stemming behoort to zijn mat hiet doel, En in het gecritiseerde berichtwaarvoor 't is bestemd. Iliet ontwerp- (dat is nu eigenlijk de heele zaak) Berlage beantwoordt voLkomen aan werd zoo'n vereeniging van be-j spr.'s bedoeling. Terloops merkte do r o ep s-tooneelisten bedoeld. spreker nog o.a. op, dat de bed,eakin- Ik hoop nu duidelijk genoeg ge- gen, geopperd tegen de plaats welke weest te zijn. Dat Katholieke too- men voor het Beothovenhurs heeft ge- neelspelen.goed. Dat ze echt- dacht, niet van principieel en aard zijn. Roomsche stukken opvoerenDeze zijn natuurlijk to ondervangen, prachtig! Ik ben er dan altijd bij, zooals hij in 't licht stolde, als ik jkan. I Na vervolgens een schets te hebben Maar dat Katholieken onder gegeven van de inrichting van het huis, Katholieke vlag (hier komt j van de plaatsing van koor en orkest, 't op aan't tooneel als beroep gaan eindigde de heer Ilutschenruyter zijn uitoefenen't spijt me wel, maar toegejuichde voordracht mol "het uit- ik kan het er niet mee vinden! liet Beethovenhuis. In een vrij talrijk ook door vele dames bezochte bijeenkomst, belegd door de Haagsche Toonkunstenaars-ver- eeniging in de Groote Kunstzaal van „Pulchri Studio", hield do heer Wil lem Hutschenruijter een voordracht over „Het Beethovenhuis". Waar onvoldoende bekendheid tot misverstand leidt en de Beethovenhuis- idee zich ook blijkens daarop geoefende critiek in het stadium van misverstand en wanbegrip bevindt, bepaalde spr. zich niet, zooals hij bij de behandeling van het onderwerp in het buitenland deed, tot eene uiteenzetting van de be ginselen welke aan dit idee ten grond slag liggen, maai' trad hïj in een breed voeriger, diepgaander beschouwing om dat misverstand weg te nemen. Hoofd doel is te komen tot een gezonder spreken van de hoop, dat hij zijn toe hoorders zou hebben overtuigd, dat de Beethovenhuis-idee uit het wezen der kunst volkomen kan worden verklaard. Het ia incompleet. Volgens de verschenen naam en ranglijst voor 1910 ontbraken aan het leger hier te lande 30 tweede luitenants der infanterie, 14 tweede-luitenants der cavalerie, 53 tweede luitenantsv der artillerie, 4 kapiteins-intendanten, J4 tweede lui tenants kwartiermeester, 4, officieren van gezondheid 2e kl.l en 5 apothekers 2e klasse. Mishandeling van een schildwacht. Drie polderwerkers, A. Leemans, openbare muziekbeoefening. De bestrij- H. de Bok en G. Bogaarts, de beide ding van spr.'s idee was z. i. een uit- beide eersten uit Miade en Driimne- vloeisel van onvoldoende bekendheid len, de laatste uit Oosterhout, had- en anderzijds hieraan toe te schrijven den zich .gisteren voor de Haagsche (Lat het op sommige naturen een min rechtbank te verantwoorden. De eer- of meer irritteerenden indruk heeft ste, dat kij op 5 October den schild- gemaakt. j Wacht Voor het ,1a'ui thuis aan den Een principieel misverstand is dat Mors weg te Oegstgeest, een steek met het Beethovenhuis wordt beoogd met ,een mes Rad toegebracht, de de oprichting van een NedenLandsche twee anderen dat zij dien schild- muzikale onderneming met den naam wacht hadden geslagen. Beethoven als reclamebord. Alle beklaagden ontkenden. L. en offerdiensten trokken zij zich slechts Spr. heeft zijn doel hooger gesteld De B. waren beschonken, de derde de toga over het hoofd. De Grieken 1 droegen slappe hoeden en keizer Augustus volgde hen hierin na ming. De idee van het Beethovenhuis den schildwacht te hebben afgetrok is een uiting tot zuivering van de open- ken en daarbij1 nog ,een snede over bare muziekbeoefening. 'Deze zuivering zijn jas te hebben gekregen. Ook de DE GROOTSTE VLIEGENDE VISCH. De vliegende visschen zijn gewoon lijk niet zeer groot. Volgens de ervaring van verscheidene natuuron derzoekers, die zich raet een onderzoek hebben bezig gehouden en tot welke ook Alexander von Humboldt behoort, bereiken deze visschen in doorsnede eene lengte van 10 tot 20 cM., terwijl een van de grootste 'n lengte van 30 cM. heeft. De hoogte waarop zij zich uit het water omhoog bewegeD, wordt zeer verschillend opgegeven, maar hoogstens schijnt dit 4 5 M. te bedragen, de grootste visschen gaan net] hoogst Een buitengewoon geval deelt dr. Tripp in een brief aan „la Natura" mede: Op het schip, waarop hij was, vloog op een avond een visch, dia van den kop tot aan het eind van den staart 43 cM lang was. Ook het vliegvermo- gen van dezen visch moet in over eenstemming zijn geweest met zijn buitengewone lengte, want het dek van het schip was bij kalme zee 6 M. boven de waterlijn en de ver schansing verhief zich nog 1 M. daar boven, zoodat de visch ten minste 7 M. hoog gevlogen moet hebben. Het schip bevond zich toen ongeveer 50 mijlen ten noorden van het eiland Teneriffe. Dr. Tripp zegt, dat hij zelf nooit een zoo grooten vliegenden visch gezien heeft. Wel schenen hem de soorten in dien omtrek grooter toe dan in de tropen en bij Zuid Amerika. Zeer groote vliegende vieschen zag hij ook in de golf van Aden. Maar het gelukte hem niet, er een te vangen. Men heeft ze wel 100 tot 150 M. zien vliegen. Dr. Tripp heefteenmaal gezien, dat een vliegende visch een afstand van 400 M. buiten het water aflegde. Evenals de grootste visschen het hougst kunnen vliegen, kunnen zij dit ook het langst en het verst, daar zij de sterkste spieren ter beweging hun ner vinnen hebben. Het is zeker wel eens aardig om na te gaan of men ook in vroeger tijden zooveel zorg aan het hoofd heeft be steed. Bij de oude Romeinen was de hoofd bedekking onbekend en gedurende de De toortsdragers droegen een soort van helm, die onder de kin werd vastgemaakt en waarop een hooge is noodzakelijk. Zullen de kunstwerken tweede bekl., De B., had van L. een pact van olijfhout was bevestigd. ten volle to-t hun recht komen en aara snede over zijn kleeren ontvangen, den toehoorder volkomen bevrediging j De schildwacht A. J. v. ,W„ deelde schenken, dan moéten alle omstandig- mede, dat hij, in den nacht van 4 op heden in den ruimst en zin genomen 5 October Voor het kruithuis te daartoe medewerken. Harmonie moet Oegstgeest op post staande, onge- er dan zijn tusschen alle factoren. Al veer half één, hulp en moord had wat leeLijk is, al wat de aandacht af-hooren roepen. Hij begaf zich met ge leidt, dient weggenomen. veld geweer (de bajonet er uit) naar In een breedvoerig bétoog trachtte de plaats, vanwaar het hulpgeroep spr. zijn gehoor te overtuigen van de kwam en Zag1 daar drie personen, noodzakelijkheid der door hem gedach te zuivering, welke voor hein als axio- die ongenoegen hadden met een fiets rijder, die, naai- zij beweerden, hen ma gold. Uitvoerig schetste hij daar- had aangereden. Bij zijn komst lie- bij de tekortkomingen, welke zich bij do hedendaagsche concertzalen voor doen, en onderwierp hij de hedendaag sche ooncertp.rograms, als veelal stijl loos en karakterloos, aan critiek. Bij ten de drie personen den fietsrijder los en vielen hem aan. L. stak vijf malen met een mes naar hem, raakte oen paar malen zijn kleeren en trof hem de vijfde maal boven het linker- de samenstelling ran een program moet oog nabij den slaap. Veertien dagen Kracsen dienden over het algemeen bij de Romeinen als hoofdbedekking. Ala loon voor krijgsverrichtingen waren de kranaen verschillend naar gelang van de feiten. Hij, die door zijn beleid eene belegering had doen opheffen, kreeg een krans van gras en bloemeD, en bij, die het eerst een vijandelijke muur had beklommeD, werd bekranst met „murale". Een admiraal droeg om het voor hoofd de „navale", een krans in den vorm van het galjosn van een schip De soldaat, die een van zijn krijgs makkers het leven had gered, of wel een vijand in een buitengewonen strijd had gedood, had recht op den burger- krans, bestaande nit eikentakken, waaraan eikels. Het volk bekranste zich om feest te vieren met bloemen en guirlandes, die vaak tot aan den gordel afhingen. Zoo tooiden de mannen zich in dien tijd, terwijl alle vrouwen, uit welken stand ook, een sluier droegen, welken men „rica" of „ricininm" noemde. Zulk een sluier werd boven op het hoofd saamgehouden, hiDg gracieus over de schouders en was somtijds zoo lang, dat het lichaam er inge wikkeld kon worden. Evenals de Griekscha vrouw droeg de Romeinsche een netje van zilver draad over het haar: het was zeer los gevlochten en men noemde het „reti cule". Dit primitief netje is naar alle waarschijnlijkheid de voorlooper van odb modern handtascbje. Onze grootmoeders spraken steeds van haar „reticule" en het is slechts sedert een betrekkelijk korten tijd dat men ze handtascbje noemt, hoewei die, welke meer elegant zijn en uit kralen of kanten gemaakt worden, nog altijd „reticule" worden genoemd. De oude Romeinen besteedden wei nig zorg aan het hoofdhaar; zy droe gen het lang en het werd nimmer geknipt, omdat toen de schaar nog onbekend was. Het waren barbiers, die uit Sicilië kwamen, die hun de kunst om het haar en den baard te verzorgen leerden en zich bij het haar snijden bedienden van twee scheer messen. Men kan het zich nauwelijks voor stellen hoe zy het tot een goed einde brachten. Het moet daarbij ook ge weest zijn: oefening baart kunst. Ten tijde van Augustus beschouwde men kaalhoofdigheid als eeu schande, waarom dan ook Caesar zijn onbe haarde kruin steeds onder een krans van bladeren verborg. Keizer Domitianus droeg een pruik. Tegen het einde van de Republiek lieten zich de jeugdige fatten met ijzers het haar friseeren en de lokkea werden dan op eldaar gelegd en met parlum overgoten. De parfumeriewin kels waren dsstijds de plaatsen, waar het elegante Rome zich rendez-voue gaf. Ook pruiken werden toen veel ge dragen en zij, die kaalhoofdig waren, maar de middelen niet bazaten o». zich een pruik aan te schaffen, lieteu. zich de kruin beschilderen. Keizer Commodius liet, nadat zijn hoofdhaar met welriekende olie was ingewreven, het met goudpoeder be strooien en Caligula liet zyu baard vergulden. De vrouwen van toen gebruikten reeds ivoren of metalen haarspelden, die ongeveer 8 of 10 cM. lang waren. Jonge meisjes droegen het hoofdhaar in een chegnon onder aan het achter hoofd, maar na het huwelijk werd het haar gescheiden en in vlokken boven op het hoofd gerold. Men zag gekrulde lokkeu langs de wangen afhangen, dan de diadeem van vlechten, verder het haar gekruld, laag op het voorhoofd, en oofc vleob- ten boven op het boofd saam gelegd. Komt men aan het einde der 1ste eeuw van onze jaartelling, dan ziet men een geheel gebouw vau krullen, krulletjes en lokjes op het hoofd aan gebracht. Aan het einde der 2de eeuw wordt meu eenvoudiger, de pruiken komen weer in de gunst en om die beter te laten passen wordt het hoofd geschoren. De kleuren van de pruiken zijn al zeer zonderling, want men kiest ze in wit blauw en geel. Keizerin Faustioe, echtgenoote van Marcus Aurelius, gebruikte in een tijdsbeloop van negentien jaren drie honderd pruikjes in verschillende kleuren. Na de oorlogen met de in het Noorden gelegen landen werden de Romeinen vurige bewonderaars van de blonde kleur van het hoofd haar. Alle pruiken werden nu zoe gemaakt, tot dat een concilie in 672 die mode verbood. Aan de Christenen was het veroor loofd, het haar lang en gescheiden te dragen. Het Byzantynsche tijdperk toont ons de mannen met het haar in het vier kant op het voorhoold afgesneden, terwijl het vrouwengelaat omgeven is door een rond kapsel. Ds keizer ver andert den krans in een breede kroon naar boven, wijd uitloopend en ver sierd met edelsteenen. De Galliërs, de Germanen en de Britten laten het hoofdhaar en den knevel groeien, maar scheren den baard af. De Gallische vrouwen wie- schen zich het haar met kalkwater om blonder te worden. Tacitus zegt dat kort haar een tee- ken is van degradatie. De Scieten vlechten en binden de haren, prinsen vereieren het haar met metalen orna menten en de Germanen wasechen ze veelvuldig met zeep om er een gouden weerschijn in te krijgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 10