Portret van Z.H. PAUS PIUSX.
Letteren en,Kunst.
Leger en Vloot.
Wetenswaardig Allerlei.
Op vertoon van dezen bon kan door de abonnés
op de Nieuwe Haarlemsche Courant aan het bureau
van ons blad, Kinderhuisvest 29-33, tegen den
prijs van slechts 50 cents (contant) worden
afgehaald het nieuwe, prachtige portret van
Z4H. PAUS PIUS X, grootte 60 x 45 c.M.
DE ADMINISTRATIE DER N. H. CRT.
INGEZONDEN.
Rechtszaken,
KAK F.LW
DE HOOFDBEDEKKING VAN
VROEGER.
De Voorzitter wensohte, dat meer
dere locale kiesverenigingen als
nog zullen toetreden.
Op deze vergadering waren verte
genwoordig Haarlem, Nieuwer Am-
stel, Aalsmeer, Amstelveen, Ursem,
Hoog-Karapel, Goom Berkhout,
Goom Groathuizen, Heilo, Alkmaar-,
Edam, Hoorn, Andijk, i.\Vjcrver&hoef.
QBussum, Hilversum, Kaarden,
JSIeespL.
De Voorzitter wees op de verbete
ring ,ten goede, die juist is inge
treden door de werking van den
Bond. Dat Amsterdam nog niet is
toegetreden, verwondert spr. niet.
Amsterdam heeft zooveel te doen in
eigen huis, dat het niet zich kan
bemoeien met het platteland. Dat
Amsterdam niet genoeg werkt, zou
spr. niet graag beweren, de toestan
den zijn er zeer moeielijk, toch con
stateert spr. dat Amsterdam voor
ons in de staten al zeer weinig pres
teert. Doch op 't platteland is het
zeer anders, daar zijn overwinnin
gen behaald.
Vervolgens liet men de aftreden
de Statenleden de revue passeeren.
De besprekingen over algevaardigden
en districten duurden geruim en. tijd.
Hierna werd 't bestuur gemachtigd
met de bes tui-en der 'Christelijke par
tijen te confereer en en de verkiezings
actie voor te bereiden en te leiden.
Uithoorn had voorgesteld een spre
kerslijst saam te stellen -en dat de
Bond de kosten gedeeltelijk zal betalen.
De Voorzitter wees op de groote moei
lijkheid der samenstelling. 'tBondshe-
stuur zal gaarne zijn tusschenkomst
verleen en.
Hierna werd 't woord gegeven aan
den heer A. J. Oostdam, uit Den
llaag, die tot onderwerp zijner rede
hadg ekozen: „Het belang van een
principieel® Christelijke politiek, ook
in verhand met de a.s. Statenverkie
zingen.'*
De heer Oostdam, de discussies do
zen middag gehoord hebbende, acht een
pleitrede voor het nut van Prov. Bon
den niet meer noodig. Alle hoeren gaan
straks naar huis met de kaart der
provincie in *t hoofd. De beetle pro
vincie strijdt als een leger in afdeêlin-
gen Doch dan moeten deze voeling
met elkaar houden, dan moet de een
heid in de actie worden betracht.
Toen een der heer en dezen, middag
een oogenblik meende, dat de a.s. var-
kiezingen niet zoo politiek zijn, heeft
spr. zich verbaasd. Laat ons toch niet
in slaap Laten wiegen door dat oude
wiegeliedje der anti-Christelijken. De
neutraliteit wordt betracht in Katho
lieke gemeenten alleen, maar waar
wordt de billijkheid betracht in niet-
Katholioke gemeenten? Heeft Haarlem
daar onlangs weer niet een frappant
bewijs van geleverd, door zelfs aan
de Christelijke partijen geen wethou-
derszetel te gunnen, hoewel blijkens
de Kamerverkiezing, hier toch een dé
gelijke kern is van Christelijke kie
zers? Tegen een dergelijk staaltje yan
exchusivisme wil ^pr. in deze verga
dering een krachtig woord van protest
doen hooren.
De Prov. Staten dragen beslist een
politiek karakter, immers zij zijn de
kiescolleges voor de leden der Eerste
Kamer.
Spr. constateert, dat in die distric
ten, waar van te voren da kans op
overwinning onzeker is, het zeer moei
lijk is *t vuur in de kiezers te bren
gen. Dat is jammer, want daar toch is
de strijd het mooist en daar kan men
den prikkel geven aan anderen. D-aar,
in die onzekere districten moet men
steeds gereed staan, om, wanneer er
een gaatje komt, er dadelijk in te krui
pen .Spr. wijst als voorbeeld district
III van Den Haag aan.
Is het nog noodig van Christelijken
kant zóó te ageeren, nu de liberale
partij toch aan het aftakelen is? Men
Zij voorzichtig, want hot is niet voor
het eerst, dat de liberale partij in
decadence is. Spr. citeerde prof. Blok
over de liberale partij in 1874. En wat
heeft É6. stervende partij na ,74 nog
uitgericht! Men denke aan de wet-
Kappeijne! Een reden om niet te ver
slappen in actie.
Een verkeerde tactiek zou zijn de
socialisten te laten winnen teai koste
desr liberalen. Steeds kan Troelstra nog
altijd de heele linkerpartij opzweepen
om de antithese aan te vallen. Verder,
er zijn nog altijd veel weifelaars, die
wij door onze actie aan onze zijde mop
ten trachten te krijgen.
Op 't voorbeeld van de socialisten,
moeten wij ook altijd trachten 't aan
tal Christelijke stemmeai in den lande
zoo hoog mjogelijk op te voeren ;en
daarom ook altijd actie, zelfs in twijfel
achtige, onneemb're districten.
Varder is het bekend, dat den libera
len in 't bloed zit minachting jegens
allen, die Christelijk gezind zijn. Zij
bekampen ons altijd met vuur en bloed,
moeten wij dat dan ook niet do<en?
En dan denke men eens aan de
oneerlijkheid en de leugenachtigheid
der liberalen. Wie herinnert zich nog
do pjaat van 't Handelsblad: de bébé
„Bijzonder Onderwijs" met de mdlk-
flesch „subsidies" en het meegesleur
de, uitgeteerde wezentje „Ojyxnbaar on
derwijs"? Wat was ér waar van die
plaat? Dat vertelde een lezer van 't
Handelsblad en 't blad was wel genood
zaakt, hoe ongaarne ook, die frappante
tegenspraak op te nemen?
Verdienen die Christelijken nu die
minachting, zijn ze zoo minderwaardig?
Spr. vraagt, wat of de drie laatste
Christelijke Kabinetten voor minder
waardigs geleverd hebben?
Minderwaardig? Erkende de plaat der
„Groene Amsterdammer" zelf niet, dat
de premier van 't Christ. Kabinet den
linkschen kopstukken de glad af is Wij
moeten ons door de liberalen niet in
den hoek laten dringen, wij moeten al
tijd laten zien, wie we zijn ein wat
we vermogen, dan zullen we eindelijk
en eindelijk den liberalen overmoed
eens kunnen knotten.
Spa-, liet onzen Christelijken Minis
ters één voor één de revue passeeren
en vergeleek ze met liberale ambtge-
nooten uit niet*Chxist. ministeries. Dan
wijdde spa-, uit over de veelzijdige taak
der kiesvereemgingen. Zij moeten niet
alleen streven naar overwinningen bij
de stembus, ook moeten zij de kiezers
ontwikkelen, steun van hen vragen voor
de Katholieke Pers, enz.
Vraagt men, wat voor goeds uit die
Katholieke partijen kan komen, dan
■wijzen wij op hetgeen gekomen is uit
dien nederigen Jezus van Nazareth.
Laten wij, niet lettend op minach
ting, onzen weg gaan, eerlijk en onbe
schroomd en dan zal zeker de zege
ons zijn.
Spreker verwierf een langdurig ap
plaus en als tolk dei' geheele vergade
ring bracht de Voorzitter hem een
warm dankwoord.
De vergadering werd daarna geslo
ten.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansyi kelijk.
Yan ingezonden stufa geplaatst oj
niet geplaatst, wordt de c.py den. inzen
der niet teruggegeven.
Roomseh Toon eel.
Mijnheer de Hoofdredacteur!
'Beleefd verzoek ik U opname van
het volgende, -waar-voor hij voorbaat
mijn dank.
De laatste zin van het stukje over
het „ROOMSCHE TOONEEL" in
het nummer van gisterenavond:
„wie het beter weet, zegge
bet!" geeft mij aanleiding het vol
gende te schrijven. t,
Ik -wil mij daarmede niet als een
„betweter" opwerpen maar- alleen te
kennen geven dat ik met de ziens
wijze van den geachten schrijver
niet kan meegaan en zijn besliste
uitspraken zeer kras en overdreven
noem.
In de eerste plaats zou ik wel
eens willen vernemen, welke Too-
neelverceniging de schrijver hier op
het oog heeft. Ik las het bewuste
artikel in de „deftige Tijd" niet;
vandaar mijn vraag. Is het mis
schien de R K. Studenten-Too nee
listen-club, „die ten bate der vereeni
ging R K. Herstellingsoorden voor
longlijders en zwakke kinderen" een
tournee door het land gaat doen,"
zooals het onderschrift luidtbij een
bij een afbeelding dezer Club, opge
nomen in het laatste nummer der
„Katholieke Illustratie" Zoo ja,
dan is de onderstelling des schrij
vers, als zouden de leden dier Club
door de oprichting hunner Vereeni-
ging ,een dwaasheid begaan hebben,
beslist onjuist en voor die dames en
heeren beleedigend. Ten minste zoo
zou ik .wanneer ik lid dier Ver
eeniging was, die uitspraak ach
ten. 'n Roomseh Tooneel is immers
'n dwaasheid, zegt ge?
Maai- al geldt bet deze Vereeni-
ging niet, zich zoo algemeen uit te
drukken ,,'n Roomseh Tooneel is een
dwaasheid" Is zelf een dwaasheid.
Ei' loopen in onze stad dan een groot
aantal dwazen, die lid eener
Roomseh Katholieke Tooneelvereeni-
ging zijn, en ondergeteekende mag
het zich voor gezegd houden, dat hij
daaronder ook behoort. En hoeveel
dergelijke t-ooneel-dwazen vinden wij
dan wel niet in ons bisdom; alle
maal leden van R. K. tooneelvereeni-
gingen, die nog wel onder toezicht
staan van een geestelijk adviseur.
Vraag daaromtrent maar eens inlich
tingen aan het Bestuur' van den R.
K. Tooneelbond in het Bisdom Haar
lem, waarbij zich meer dan 20 R. K.
Tooneclvereenigingen hebben aange
sloten, juist om te trachten gezamen
lijk het Roomsche tooneel te verhef
fen en het te maken tot een krach
tig' middel ter bestrijding va.n het
zedelooze tooneel. Ik geloof niet, dat
het bij de R K. Tooneelvereenigin-
gen, die haar taak goed opvatten,
„om geld" te doen is, maar wel om
het „doel" alleen; nl. anderen aan
gename, nuttige en leerzame uren te
verschaffen en daardoor tevens af te
houden van het bezoek aan schouw
burgen en andere gelegenheden, waar
voorstellingen gegeven worden alles
behalve bestemd voor Katholieken
maai' tevens ook om de leden indivi
dueel in de gelegenheid te stellen
zich .te vormen in de welsprekend
heid
Wat betreft de keuze der stukken,
die het door schx. bedoelde gezel
schap zal opvoeren, waagt schr. of
het „stukken zullen Zijn, waarvan
zeker kan wezen, dat er geen „lucht
je" aan is en dat ze in ieder geval
betrouwbaar zijn
Is de onderstelling niet wat ge
waagd, dat deze heeren en dames
bovendien nog zoo „dwaas" zou
den ziju, stukken voor 't voetlicht
te brengen, die hunne vereniging
en hen persoonlijk oneer zouden aan:
doen? Is schrijver er zoo zeker van
dat het Bestuur dezer Vereeniging
niet eerst het advies van bevoegde
personen zal inwinnen, alvorens een
stuk in studie te nemen 't Vertrou
wen van schr. in „die critische schif
ting" is niet groot, ik voeg erbij:
blijkbaar ook zijn opvatting' omtrent
het zedelijk peil van de leden dier
Club niet
Dat een dergelijke vereeniging
nooit een geestelijken adviseur zal
kunnen krijgen, staat ook nog niet
vast; dit erkent schr.-zelf. Zou
dat nu werkelijk zoo'n „baantje" zijn
om van af te schrikken Of zouden
die dames den schrik er in brengen
Alles te zamen genomen, betreur
ik dat schr aldus zijn denkbeelden
nccrsclrreef, èn om den minachtenden
toon die uit het geheel spreekt èn
om de vereeniging in kwestie, èn
voor alle R, JR. dilettant-tooneel-
spelers,. 't Is 'n dwaasheid, een
roomseh tooneel, zoo zullen deze
laatsten zeggen, waarom zullen wij
langer daaraan onze ka-achten
wijden
De afbrekende critiek van den
schr. zou er aanleiding toe kunnen
geven dat zij, die op dit gebied iets
willen praesteeren in het belang van
bet algemeen er feestelijk voor zul
len bedanken, dat aldus over hen
gedacht wordt; ondergeteekende in
de eerste plaats.
Daarom hoop ik, dat de woorden
des schrijvers niet den minsten nar
deeligen invloed zullen hebben op
den lust en de sympathie van R K.
dilettanten-tooneelisten voor het
„Roomsche Tooneel."
Waar mannen van groot talent
zich niet ontzagen heerlijke werken
voor het Roomsche Tooneel te schep
pen, daar moeten wij met onze
zwakke krachten niet achterblijven,
zelfs niet op gevaar- af van aan een
„dwaasheid" zijn tijd en krachten te
geven.
R.
Mijn antwdord.
Wat is het toch moeilijk, begrips
verwarring ,te mijden!
Geen „Roomseh Tooneel" schreef
ik! En ik houd het ,vol. Maai
de heer K. en anderen (want ik heb
al een stuk of wat andere briefjes)
verstaan daaronder: geen Katholie
ke tooneel-voorstellingen meer! Och
heere, ik dacht er niet aan. Wat
zijn ze vaak vermakelijk, en leerrijk,
en prettig, en onderhoudend, en op
voedend, die tooneelvoorstellingen in
Roomschen kring! En dacht U, dat
ik ze weren wou? Wal kom!
Maai- vyat ik dan wèl wil weren?
met worden uitgegaan van de gedaeh-was hij' in het hospitaal te Leiden
te: hoe krijgt men da zaal 't best ge- j verpleegd. Toen hij wegliep hadden
vuld, maar veeleer moet bij die sa- de aanvallers hem nog nageroepen
m'enslellnig de gedachte voorzitten op „Blijf eens staan, dan snijden we je
welke wijze is de toehoorder 't meest aan riemen."
volkomen begrip van het meesterwerk j De twee andere beklaagden hadden
fe verschaffen. Een vereischte is ook hem aangegrepen en geslagen,
dat do onderdeden van het program te j De officier die den schildwacht
zamen een harmonische eenheid vor- had behandeld, verklaarde dat de
men. De verdienste van een program man er wonderwel was afgekomen,
behoort ook niet in de lengte te wor- Eén centimeter lager en de steek
den gezocht. j was in de oogholte gedrongen. Nu
Spr. stelde voorts in 't licht dat ook was de wonde spoedig genezen ge-
de omgeving, waarin het werk wordt weest.
uitgevoerd, van groote batetekenis is, Ook nog .een ander persoon was
Daarom is het Beethovenhuis niet ge- door de woestelingen aangevallen en
dacht in een stad, maar verwijderd van had hartkloppingen gekregen,
al het stadsgewoel. De fietsrijder in kwestie, R, ont-
Een geschikt terrein voor een even- kende de beklaagden te hebben aan-
tueelen bouw is gedacht bij Bloemen- gereden. Hij' Inui licht op en Werd
Ziehiereen publieke vertooning daal in het Noord-HoUandsche duin- plotseling door drie mannen tegen
onder een naam en een masker, die i gezicht. Gedacht is daarbij gedurende gehouden en geslagen. Toen op zijn
niet echt zijn. I twee zomermaanden werken van Beet- hulpgeroep de schildwacht, met ge-
M nut let welniet de Katholieke hoven uit te voeren. Gevraagd is waar- veld geweer, aankwam, lieten de drie
dilettanten wenseh ik bedoeld,om uitsluitend werken van Beethoven? mannen hem los en richtten zich te-
te zien in mijn artikeltje, maar Room-Naar spr.'s meening zal ook zonder te gen den schildwacht. Bekl. L. greep
sche be r o e ps-tooneelisten, die bet
„Roomseh" als een uithangbord ne
men dat vooreerst tóch niet kan
worden volgehouden, en dat ten
tweede onnoodig is.
Ik zal de eerste zijn om een
g' o e d e tooneelvereeniging, die in
den lande goede tooneelstukken
wil [brengen in allerlei vereenigïn- j ter zouden worden uitgevoerd, omdat
gen, piet open armen welkom te gje werken een artistieke eenheid vor-
heeten. (.Want daaraan is behoefte.men, waardig hem een afzonderlijken
Jongelui zooals de studenten, die ter tempel te wijden. Toegelicht door
wille van de goede zaak mooie, goede lichtbeelden en aan de hand van het
stukken gaan vertoonen uit liefheb- door hem uitgegeven geschrift over dit
kort te doen aan de beginselen, welke diens geweer bij de bajonet en sloeg
aan de Beethovenhuis-idee ten grond- naar hem. Of hij daarbij een mes in
slag liggen, mogelijk zijn, ook andere de hand had, weet getuige niet.
symphonieGn daar uit te voeren. Begin-1 Met het oog op den ernst van het
sel is dat het program eenheid en zui- feit, vorderde het O. M. tegen L.
verheid aan stijl ademt. Wel zag spr. vier japen en tegen De R. en B„ ieder
persoonlijk liever dat in het Beetho- zes maanden,
venhuis alleen werken van dezen mees-
herjj,
pathie. i
ze hebben inijn volle sym-
onderwerp, deed spr. de toehoorders
een blik sLaan op hot terrein, waarop
Maar beroepstooneelisten, die fle bet Beethovenhuis is gedacht en in het
schouwburgen afreizen met het uit- inwendige van dezen muziektempel. Hij
hangibordje van „Roomseh" too-wees er daarbij oa. op, dat hét archi-
neelik blijf dat een dwaasheid teotonisch kunstwerk geheel in over oen
en een onmogelijkheid achten. stemming behoort to zijn mat hiet doel,
En in het gecritiseerde berichtwaarvoor 't is bestemd. Iliet ontwerp-
(dat is nu eigenlijk de heele zaak) Berlage beantwoordt voLkomen aan
werd zoo'n vereeniging van be-j spr.'s bedoeling. Terloops merkte do
r o ep s-tooneelisten bedoeld. spreker nog o.a. op, dat de bed,eakin-
Ik hoop nu duidelijk genoeg ge- gen, geopperd tegen de plaats welke
weest te zijn. Dat Katholieke too- men voor het Beothovenhurs heeft ge-
neelspelen.goed. Dat ze echt- dacht, niet van principieel en aard zijn.
Roomsche stukken opvoerenDeze zijn natuurlijk to ondervangen,
prachtig! Ik ben er dan altijd bij, zooals hij in 't licht stolde,
als ik jkan. I Na vervolgens een schets te hebben
Maar dat Katholieken onder gegeven van de inrichting van het huis,
Katholieke vlag (hier komt j van de plaatsing van koor en orkest,
't op aan't tooneel als beroep gaan eindigde de heer Ilutschenruyter zijn
uitoefenen't spijt me wel, maar toegejuichde voordracht mol "het uit-
ik kan het er niet mee vinden!
liet Beethovenhuis.
In een vrij talrijk ook door vele
dames bezochte bijeenkomst, belegd
door de Haagsche Toonkunstenaars-ver-
eeniging in de Groote Kunstzaal van
„Pulchri Studio", hield do heer Wil
lem Hutschenruijter een voordracht
over „Het Beethovenhuis".
Waar onvoldoende bekendheid tot
misverstand leidt en de Beethovenhuis-
idee zich ook blijkens daarop geoefende
critiek in het stadium van misverstand
en wanbegrip bevindt, bepaalde spr.
zich niet, zooals hij bij de behandeling
van het onderwerp in het buitenland
deed, tot eene uiteenzetting van de be
ginselen welke aan dit idee ten grond
slag liggen, maai' trad hïj in een breed
voeriger, diepgaander beschouwing om
dat misverstand weg te nemen. Hoofd
doel is te komen tot een gezonder
spreken van de hoop, dat hij zijn toe
hoorders zou hebben overtuigd, dat de
Beethovenhuis-idee uit het wezen der
kunst volkomen kan worden verklaard.
Het ia incompleet.
Volgens de verschenen naam en
ranglijst voor 1910 ontbraken aan het
leger hier te lande
30 tweede luitenants der infanterie,
14 tweede-luitenants der cavalerie, 53
tweede luitenantsv der artillerie, 4
kapiteins-intendanten, J4 tweede lui
tenants kwartiermeester, 4, officieren
van gezondheid 2e kl.l en 5 apothekers
2e klasse.
Mishandeling van een schildwacht.
Drie polderwerkers, A. Leemans,
openbare muziekbeoefening. De bestrij- H. de Bok en G. Bogaarts, de beide
ding van spr.'s idee was z. i. een uit- beide eersten uit Miade en Driimne-
vloeisel van onvoldoende bekendheid len, de laatste uit Oosterhout, had-
en anderzijds hieraan toe te schrijven den zich .gisteren voor de Haagsche
(Lat het op sommige naturen een min rechtbank te verantwoorden. De eer-
of meer irritteerenden indruk heeft ste, dat kij op 5 October den schild-
gemaakt. j Wacht Voor het ,1a'ui thuis aan den
Een principieel misverstand is dat Mors weg te Oegstgeest, een steek
met het Beethovenhuis wordt beoogd met ,een mes Rad toegebracht, de
de oprichting van een NedenLandsche twee anderen dat zij dien schild-
muzikale onderneming met den naam wacht hadden geslagen.
Beethoven als reclamebord. Alle beklaagden ontkenden. L. en offerdiensten trokken zij zich slechts
Spr. heeft zijn doel hooger gesteld De B. waren beschonken, de derde de toga over het hoofd. De Grieken
1 droegen slappe hoeden en keizer
Augustus volgde hen hierin na
ming. De idee van het Beethovenhuis den schildwacht te hebben afgetrok
is een uiting tot zuivering van de open- ken en daarbij1 nog ,een snede over
bare muziekbeoefening. 'Deze zuivering zijn jas te hebben gekregen. Ook de
DE GROOTSTE VLIEGENDE
VISCH.
De vliegende visschen zijn gewoon
lijk niet zeer groot. Volgens de
ervaring van verscheidene natuuron
derzoekers, die zich raet een onderzoek
hebben bezig gehouden en tot welke
ook Alexander von Humboldt behoort,
bereiken deze visschen in doorsnede
eene lengte van 10 tot 20 cM., terwijl
een van de grootste 'n lengte van 30
cM. heeft. De hoogte waarop zij zich
uit het water omhoog bewegeD, wordt
zeer verschillend opgegeven, maar
hoogstens schijnt dit 4 5 M. te
bedragen, de grootste visschen gaan
net] hoogst Een buitengewoon geval
deelt dr. Tripp in een brief aan „la
Natura" mede:
Op het schip, waarop hij was, vloog
op een avond een visch, dia van den
kop tot aan het eind van den staart
43 cM lang was. Ook het vliegvermo-
gen van dezen visch moet in over
eenstemming zijn geweest met zijn
buitengewone lengte, want het dek
van het schip was bij kalme zee 6
M. boven de waterlijn en de ver
schansing verhief zich nog 1 M. daar
boven, zoodat de visch ten minste 7
M. hoog gevlogen moet hebben. Het
schip bevond zich toen ongeveer 50
mijlen ten noorden van het eiland
Teneriffe. Dr. Tripp zegt, dat hij zelf
nooit een zoo grooten vliegenden visch
gezien heeft.
Wel schenen hem de soorten in
dien omtrek grooter toe dan in de
tropen en bij Zuid Amerika. Zeer groote
vliegende vieschen zag hij ook in de
golf van Aden. Maar het gelukte hem
niet, er een te vangen.
Men heeft ze wel 100 tot 150 M.
zien vliegen. Dr. Tripp heefteenmaal
gezien, dat een vliegende visch een
afstand van 400 M. buiten het water
aflegde.
Evenals de grootste visschen het
hougst kunnen vliegen, kunnen zij dit
ook het langst en het verst, daar zij
de sterkste spieren ter beweging hun
ner vinnen hebben.
Het is zeker wel eens aardig om na
te gaan of men ook in vroeger tijden
zooveel zorg aan het hoofd heeft be
steed.
Bij de oude Romeinen was de hoofd
bedekking onbekend en gedurende de
De toortsdragers droegen een soort
van helm, die onder de kin werd
vastgemaakt en waarop een hooge
is noodzakelijk. Zullen de kunstwerken tweede bekl., De B., had van L. een pact van olijfhout was bevestigd.
ten volle to-t hun recht komen en aara snede over zijn kleeren ontvangen,
den toehoorder volkomen bevrediging j De schildwacht A. J. v. ,W„ deelde
schenken, dan moéten alle omstandig- mede, dat hij, in den nacht van 4 op
heden in den ruimst en zin genomen 5 October Voor het kruithuis te
daartoe medewerken. Harmonie moet Oegstgeest op post staande, onge-
er dan zijn tusschen alle factoren. Al veer half één, hulp en moord had
wat leeLijk is, al wat de aandacht af-hooren roepen. Hij begaf zich met ge
leidt, dient weggenomen. veld geweer (de bajonet er uit) naar
In een breedvoerig bétoog trachtte de plaats, vanwaar het hulpgeroep
spr. zijn gehoor te overtuigen van de kwam en Zag1 daar drie personen,
noodzakelijkheid der door hem gedach
te zuivering, welke voor hein als axio-
die ongenoegen hadden met een fiets
rijder, die, naai- zij beweerden, hen
ma gold. Uitvoerig schetste hij daar- had aangereden. Bij zijn komst lie-
bij de tekortkomingen, welke zich bij
do hedendaagsche concertzalen voor
doen, en onderwierp hij de hedendaag
sche ooncertp.rograms, als veelal stijl
loos en karakterloos, aan critiek. Bij
ten de drie personen den fietsrijder
los en vielen hem aan. L. stak vijf
malen met een mes naar hem, raakte
oen paar malen zijn kleeren en trof
hem de vijfde maal boven het linker-
de samenstelling ran een program moet oog nabij den slaap. Veertien dagen
Kracsen dienden over het algemeen
bij de Romeinen als hoofdbedekking.
Ala loon voor krijgsverrichtingen
waren de kranaen verschillend naar
gelang van de feiten. Hij, die door
zijn beleid eene belegering had doen
opheffen, kreeg een krans van gras
en bloemeD, en bij, die het eerst een
vijandelijke muur had beklommeD,
werd bekranst met „murale".
Een admiraal droeg om het voor
hoofd de „navale", een krans in den
vorm van het galjosn van een schip
De soldaat, die een van zijn krijgs
makkers het leven had gered, of wel
een vijand in een buitengewonen strijd
had gedood, had recht op den burger-
krans, bestaande nit eikentakken,
waaraan eikels.
Het volk bekranste zich om feest
te vieren met bloemen en guirlandes,
die vaak tot aan den gordel afhingen.
Zoo tooiden de mannen zich in dien
tijd, terwijl alle vrouwen, uit welken
stand ook, een sluier droegen, welken
men „rica" of „ricininm" noemde.
Zulk een sluier werd boven op het
hoofd saamgehouden, hiDg gracieus
over de schouders en was somtijds
zoo lang, dat het lichaam er inge
wikkeld kon worden.
Evenals de Griekscha vrouw droeg
de Romeinsche een netje van zilver
draad over het haar: het was zeer los
gevlochten en men noemde het „reti
cule". Dit primitief netje is naar alle
waarschijnlijkheid de voorlooper van
odb modern handtascbje.
Onze grootmoeders spraken steeds
van haar „reticule" en het is slechts
sedert een betrekkelijk korten tijd dat
men ze handtascbje noemt, hoewei
die, welke meer elegant zijn en uit
kralen of kanten gemaakt worden,
nog altijd „reticule" worden genoemd.
De oude Romeinen besteedden wei
nig zorg aan het hoofdhaar; zy droe
gen het lang en het werd nimmer
geknipt, omdat toen de schaar nog
onbekend was. Het waren barbiers,
die uit Sicilië kwamen, die hun de
kunst om het haar en den baard te
verzorgen leerden en zich bij het haar
snijden bedienden van twee scheer
messen.
Men kan het zich nauwelijks voor
stellen hoe zy het tot een goed einde
brachten. Het moet daarbij ook ge
weest zijn: oefening baart kunst.
Ten tijde van Augustus beschouwde
men kaalhoofdigheid als eeu schande,
waarom dan ook Caesar zijn onbe
haarde kruin steeds onder een krans
van bladeren verborg.
Keizer Domitianus droeg een pruik.
Tegen het einde van de Republiek
lieten zich de jeugdige fatten met
ijzers het haar friseeren en de lokkea
werden dan op eldaar gelegd en met
parlum overgoten. De parfumeriewin
kels waren dsstijds de plaatsen, waar
het elegante Rome zich rendez-voue
gaf.
Ook pruiken werden toen veel ge
dragen en zij, die kaalhoofdig waren,
maar de middelen niet bazaten o».
zich een pruik aan te schaffen, lieteu.
zich de kruin beschilderen.
Keizer Commodius liet, nadat zijn
hoofdhaar met welriekende olie was
ingewreven, het met goudpoeder be
strooien en Caligula liet zyu baard
vergulden.
De vrouwen van toen gebruikten
reeds ivoren of metalen haarspelden,
die ongeveer 8 of 10 cM. lang waren.
Jonge meisjes droegen het hoofdhaar
in een chegnon onder aan het achter
hoofd, maar na het huwelijk werd
het haar gescheiden en in vlokken
boven op het hoofd gerold.
Men zag gekrulde lokkeu langs de
wangen afhangen, dan de diadeem
van vlechten, verder het haar gekruld,
laag op het voorhoofd, en oofc vleob-
ten boven op het boofd saam gelegd.
Komt men aan het einde der 1ste
eeuw van onze jaartelling, dan ziet
men een geheel gebouw vau krullen,
krulletjes en lokjes op het hoofd aan
gebracht. Aan het einde der 2de eeuw
wordt meu eenvoudiger, de pruiken
komen weer in de gunst en om die
beter te laten passen wordt het hoofd
geschoren. De kleuren van de pruiken
zijn al zeer zonderling, want men kiest
ze in wit blauw en geel.
Keizerin Faustioe, echtgenoote van
Marcus Aurelius, gebruikte in een
tijdsbeloop van negentien jaren drie
honderd pruikjes in verschillende
kleuren. Na de oorlogen met de in
het Noorden gelegen landen werden
de Romeinen vurige bewonderaars
van de blonde kleur van het hoofd
haar. Alle pruiken werden nu zoe
gemaakt, tot dat een concilie in 672
die mode verbood.
Aan de Christenen was het veroor
loofd, het haar lang en gescheiden te
dragen.
Het Byzantynsche tijdperk toont ons
de mannen met het haar in het vier
kant op het voorhoold afgesneden,
terwijl het vrouwengelaat omgeven is
door een rond kapsel. Ds keizer ver
andert den krans in een breede kroon
naar boven, wijd uitloopend en ver
sierd met edelsteenen.
De Galliërs, de Germanen en de
Britten laten het hoofdhaar en den
knevel groeien, maar scheren den
baard af. De Gallische vrouwen wie-
schen zich het haar met kalkwater
om blonder te worden.
Tacitus zegt dat kort haar een tee-
ken is van degradatie. De Scieten
vlechten en binden de haren, prinsen
vereieren het haar met metalen orna
menten en de Germanen wasechen ze
veelvuldig met zeep om er een gouden
weerschijn in te krijgen.