der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. alom verkrijgbaar. tal, Ml „Drukkerij de Spaarnestad.' SCHOEN- EN LAARZENMAGAZIJN J. B. MöLLER De bevestiging van het Bijbelverhaal door de wetenschap. Eigenaardige brood winningen. Dit nummer beboert bij de „Nieuwe Haart. Courant" van 22 Jan. ÜITÖAVB TAK DB KINDERHUISYOT No. 39—31—33. HAARLEM. Directeur: F. H. M. <1. QBTBBDT. A D ▼an 1 tet regel* f La®. Blke regel meet OJtO. Ingezonden mededeelingen tuBschen den tekst ten minste 5 regets tL50; elke regel meer 0.90. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,) ZONDAfi 23 tea «AARDAS 24 91NSDAG 25 MTOENSOAC 26 10HDE8DAC 27 VRIJDAG 26 ZATERDAG 29 Septuagesima Van den dag. H. Timotheus Bisschop en Martelaar. Herdenking vaa het Gebed On- zes Heeren. H. Pelycarpus, Bisschop en Martelaar. H. Joannes Chrysostomus, Bisschop, Belij der en Kerk- ieeraar. Verloving van Allerb. Maagd. H. Franciscus van Sales, Bis schop, Belijder en Kerkleer aar. eersten laatsien zijn. Velen toch zijn geroepen, maar weinigen uit verkoren. IIOND AG GENOEMD SEPTUAGESIMA. Les ok de* brief van den H. apostel Panlns aan deKoriuthiërs; IX. 24—X,5. Broeders! Weet gij niet, dat zij die in de renbaan loopen, wel allen iöopen, maar dat één den prijs ont vaDgt? Loopt gij zóó, dat gij dien behalen moogt. Ieder kampstrijder nu onthoudt zich van alles; en zij aog wel om eene vergankelijke kroon te verwerven, wij echter om eene onvergankelijke. Ik dan loop alzóó, niet als ia het onzekere; ik kamp alzóó, niet als in de lucht slaande; maar ik tuchtig mijn li «haam en breng het tot dienstbaar heid, opdat ik soms niet, na ande ren gepredikt te hebben, zelf ver worpen worde. Want ik wil niet, dat het u .on bekend zij, broeders f dat onze vaders allen onier de wolk zijn geweest, en allen de zee zijn doorgegaan, en allen in Mozes gedoopt zijn ge worden in de wolk en in de zee, «n allen dezelfde geestelijke ppijs hebben gegeten, en allen denzelfden geestelijken drank hebben gedron ken (zij toch dronken van eene geestelijke, hen volgende steenrots je steenrots nu was (Christus); maar niet in het meerendeel van hen heeft God welbehagen gehad SvimgeMe velgen» dea H JMattheiis; In dien t|d sprak Jesus totzjjne leerlingen deze gelijkenis: Het Rijk der hemelen is gelijk aan een huis vader, die vroeg in den morgen uitging om arbeiders voor zijnen wijngaard te huren. Nadat hij nu met de arbeiders was overeengeko men voor één tieDling daags, zond hij ban in zijnen wijngaard. En toen bij omtrent het derde uur uitging, zag hij anderen op de markt ledig staan en zeide hun «sat eok gij in mijnen wijngaard, en ik zal u geven *at billijk is. Eu deze gÏDgen. Andermaal ging hij *it omtrent het zesde en het negende uur en deed insgelijks. En omtrent het elfde uur ging hij uit •n vond anderen staan en zeide hun: Waarom staat gij hier den gansehen dag ledig? Zij zeiden tot hem: Omdat, niemand ons gehuurd heeft. Hij zeide hunGaat ook gij in mijnen wijngaard. Toea het nu avond geworden va», zeide de heer des wijugaards tot zijnen opzichter: Roep de werk lied** en geef bon het loon, be- ginnned van de laatsien tot de «ersle». Toen dan zij kwamen, die em treat het elfde uur gekomen waren, ontvingen zij ieder één tien ling. Als uu ook de eersten kwa men, meenden deze dat zij meer zouden oatvangeuechter outvin- gen ook zij ieder één tieuling. En die* aannemend, morden zij tegen den huisvader, zeggeudeDeze laat sien hebben één uur gearbeid, en gij hebt beu gelijk gesteld met ons, die den laat van den dag en de hitte gedragen hebben. Doch hij antwaordde en zeide tot een hun ner Vriend 1 ik doe u geen onrecht. Zgi gij niet voor één tieuling met in Ij overeengekomen Net m wat bet uwe is en ga heenik wil aan deze* laatste evenveel geven ais «au Of staat het mij niet vrij t* doen wat ik wil? Is uw oog beo», omdat ik goed ben? Aldus zwileu de laatsten eersten, en de Evangelieverklaring. OP ZONDAG SEPTUAGESIMA. De beteeken is van de parabel van het Evangelie van dezen Zon dag, ontdaan van wat *r tot ver siering en verduidelijking is bijge voegd, is deze dat de eeuwige zaligheid, het rijk des hemels, moet verdiend worden door er voor te werken, en dat het loon ons eerst zal geschonken worden bij den avond des levens, als wij aan de uitnoodiging van den huisvader, van God, om te arbeiden hebben gehoor gegeven. Tot alle menschen die ooit geleefd hebben is die uit noodiging gericht. De huisvader ging op verschillende uren van den dag naar de markt om arbeiders te huren. Die dag, die uren, duiden blijkbaar op den langen duur van het bestaan des menscheljjken ge- slachts, en op de verschillende tijdperken van den loop der wereld waarin God den mensch tot zijnen dienst opriep, onder belofte dat het billijk loon hem niet zou onthouden worden. De H. Gregori*s zegt daarvan„de vroege morgen, het eerste uur, is de tijd van Adam tot Abraham; het derde uur die van Abraham tot Mozes, het zesde van Mozes tot de propheten, het negende van de propheten tot Christus, het elfde en laatste uur van Christus tot het einde der wereld". Wil men den dag op het leven van eiken mensch in het bijzonder toepassen, dan kan men onder de uren den vroegeren of lateren leeftijd verstaan waarop hij naar den wijngaard Gods geroepen werd. „Toen het nu avond gewor den was, zeide de Heer des wijn- gaards tot zijn opziener: roep de arbeiders en geef hun het loon van de laatsten beginnende tot de eersten". Eens komt het einde van den werkdag, en breekt de nacht aan waarin niemand werken kan Eu dan bg het einde van den arbeid begint de belooning. Voor Jesus Christus, den Opziener des hemelschen Vaderszullen alle arbeiders verschijnen, voor Hem die aangesteld is tot Rechter van levenden en dooden, en allen zal vergelden naar gelang het werk van een ieder zal bevonden worden. Volgens de voorstelling van de gelijkenis ontvingen alle werklieden de denarie, den tienling, waarvoor de huisvader met de gehuurde arbeiders was overeengekomen, dat wil zeggen: alle goede arbeiders die gewillig aan de oproeping vol daan eu tot het was der afrekening volhardend in Gods kerk gewerkt hebben, zullen de eeuwige zaligheid beërven en voor altijd gelukkig zijn. Maar ook dit leert de parabel zullen zij allen den hemel binnen gaan, niet allen zullen gelijk zijn in heerlijkheid. Er zijn in het huis Mijns Vaders vele woningen, er zijn verschillende kronen, zeide Jesus op eene andere plaats, en in de gelijkenis van heden leert Hij dat vele laatsten eersten eu vele eersten laatsten zullen zijn. Dit laatste, veel beteekeneud gezegde van den goddel ij keu Leermeester kaji op verschillende wgzen worden opgevat. Voor sommigen, die eerst laat in don dienst des Heeren ge treden ziju, U de avond des levens spoediger ingevallen dan voor an deren, die van hun jeugd af den weg der gerechtigheid bewandeld hebben. Zoo stierven b. v. vele Hei ligen den marteldood op denzeifden dag waarop tg het geloof hadden aangenomen, Disuiae, de goede moor denaar, leefde na zijn bekeering slechts weinige urenofschoon vele bekeerlingen der Apostelen later dan zij den naam van Jesus beleden, gingeu zij vroeger den hemel bin nen dan hunne leermeesters in de waarheid. Kortom meermalen gin gen eenigen de eeuwige glorie in langen tijd voor dat anderen, die reed» jaren gewerkt hadden, ge kroond werden. Wie der arbeiders het eerst ouder het werk in den wijugaard bezweek, ontving vóór de anderen het loon van zijn ar beid, en zóó werden dikwijls in alle tyden de laatst geroepenen de eerst beloonden. Doch niet de rang orde in den tijd der belooning mag hier alleen in aanmerking genomen worden, veel meer de hoogere voor treffelijkheid van verworvers ver diensten. Onder de eerst geroepenen zullen velen laatsten zijn omdat zg minder dan de later geroepenen gewerkt, een niet zoo hoogen graad van volmaaktheid bereikt hebben als dezen; daarentegen zullen velen, al zijn zg eerst ter zelfder ure in den wijngaard gekomen, boven vele eerder geroepenen, verheerlijkt wor den, dewijl zij in korten tijd. door grooteren ijver, door harderen ar beid meerdere schatten van ver diensten vergaderden. Nog kan deze opmerking gemaakt wordener zijn in Gods kerk vele eerstgeroepenen b. v. de Joden vóór de heidenen, de eerste bekeerlingen vóór de la tere, de Apostelen vóór de andere leerliDgener zjjn ook velen die in hoogere waardigheid geplaatst zijn, b. v. de geestelijken hoven de leekeD, de koningen boven de on derdanen, de overheden boven de dienstbaren. Die allen zouden zich als de eerstgeroepenen kunnen be schouwen, en een recht willen dan gelden op een hooger loon. Dat zou eene ^dwaling zijn. Die vroegere roeping noch die hoogere waardig heid geven recht op een schitteren der belooning, zg mogen middelen ijju ter heiligheid, maar de heilig heid zelve zijn zjj niet. God doet daarom geen onrecht. Voor den denarie is Hij met ieder een overeengekomen. Aan de goede werken, door de rechtvaardigen met de hulp Zijner genade verricht, heeft God in Zijne Goedheid een heerlijke belooning willen beloven, maar de mate der belooning zal Hij volgens de strenge regels Zijner Rechtvaardigheid toebedeelen. Wie het meest verdiend heeft, zal het meest ontvangen. Wij moeten echter niet denken dat die minst verheerlijkten, al heb ben zij op aarde de hitte en den last van den laDgen werkdag moeten dragen, door eenig gevoel van wrevel of van ontevredenheid kun nen bestookt worden. Alle hemel bogen zijn volmaakt gelukkig, al len voldaan, geen enkele die nog een wensch koestert welke niet be vredigd wordt. Er zijn graden van heiligheid, graden ook van het ge not der zaligheid, maar alle heiligen erkennen dat zjj het volle loon voor hun arbeid ontvangen, en huldigen met diepen eerbied de Rechtvaar digheid Gods, die een ieder vergeldt naar zijne werken. Laat het Evangelie van dezen Zondag ons aansporen toch altijd de stem van Jesus die ons roept om te arbeiden aan het werk onzer eeuwige zaligheid op te volgen, toch niet ledig te zijn gedurende den geheelen dag, dat wil zeggen ge durende ons gansche laven, maar al moeten wq ook vreezen dat wij reeds tot de elfde ure, dat wil zeg gen tot het einde van ons leven gekomen zijn zonder iets gearbeid te hebbeu, toch nog wat ijver en moed dieu arbeid te beginnen, dan zullen wij toch nog het loon voor dien arbeid ontvangen, en zei ven ondervinden dat vele laatsten eer sten zallen zijn. Verleden jaar Maart heeft de Yale universiteit van Newhaven een geographische expeditie naar de Doode Zee uitgezonden. Over een der meest verrassende resultaten van dezen ontdekkingstocht schrijft nu dr. Ellsworth Huntington, die aan de expeditie deelnam, in Harpers Magazine" De expeditie is er namelgk in geslaagd eenig licht te brengen in het verhaal van den ondergang van Sodoma en Gomorra, zooa s dit de Bijbel geeft, Over dit punt zijn dikke boeken geschreven, waarin of wel beweerd werd, dat dat Sodoma en Gomorra legenda rische steden zijn, of haar onder gang aan het uitbreken van petro- le*mbronnen wordt geweten, die ZIJLSTRAAT 53 RUIffiE KEUZE. B~ TELÊPHOON 769. =a BILLIJKE PRUZEM. vlam gevat zouden hebben. Men wist zelfs niet op welke plaats van de Doode Zee Sodoma en Gemorra gelegen wareD. Volgens het verhaal van den Bijbel bevonden Abraham en Lot zich bjj Bethel, tien mijlen ten noorden van Jeruzalem, toen zij van elkander scheidden „daar hief Lol zijne oogen omhoog en overzag de geheele landstreek van den Jordaan. Want vóór de Heer So doma en Gemorra verdelgde, was die streek waterrgk, totdat men aan Zoar komt, als een lusthof des Heeren, evenals „Egypteland". Na dat God de beide steden met vuur en zwavel verwoest had, vervolgt het Bijbelverhaal„En Lot trok uit Zoar, en bleef op den berg met zgn beide dochters; want hij was bevreesd in Zoar te blijven; hij nam dus zijn intrek in een spelonk met zijn beide dochters". De expeditie heeft nu, en wel aan den Zuidelijken oever van de Doode Zee, niet alleen een vulkaan ontdekt, waarvan Gods wraak zich zou kunnen bediend hebben voor „vuur- en zwavelregen", maar ook de spelonk, waarin Lot waarschijn lijk in het gebergte overnachtte. HuntiDgton vond bij de ruïne van Suweimeh lava en sprak daar over met den inlaudschen scheik, die hem tot gids diende. Bij het beklimmen van het gebergte maak te de scheik hem er opmerkzaam op, dat in de nabijheid zich een heele berg van „zulke zwarte steenen" bevend, zoodat men zich voor dat enkele stuk geen moeite behoefde te geven. Hij wees daarbij Daar het zuidoosten Ongeveer twee mijlen van Suwemeh (dat mogelijk een verbastering van Sodoma is) werd toen een kleine vulkaan aan getroffen, die geologisch van be trekkelijk jongen datum is. De rmuen van het naburige Ghuweir (vermoedelijk het verkleinwoord van Ghor, dat „dal" beteekent) zijn in geen geval uit den patriarchen tijd, doch waarschijnlijk vele honderden, wellicht een of twee duizend jaar jonger. Maar in den weg door het gebergte, die van Ghuweir oost waarts naar het plateau van Moab leidt, ontdekte de expeditie tusschen Abu Hassan en Beth Peor, op de plaats welke nu el Ghuttar beet, een spelonk in de rotsen van on geveer 20 voet lengte en 15 voet breedte, die boven een bron zeer zorgvuldig in den rotswand is uit gehouwen. Twee vensters zien over het dal uit naar Zoar. De toegang tot de spelonk is zoo gelegen, dat hij slechts langs een trap in de rotsen kan worden bereikt. In den geheelen omtrek is geen tweede rotsspelonk te vinden, die met zulke zorgvuldigheid bewerkt is eu Hun tington acht het daarom zeer waar schijnlijk, dat zij uit overoude tjjden stamt. Zijn conclusie, uit de verschillen de gegevens door de expeditie ver zaïneld, luidt, dat het Bijbelverhaal over den ondergang van Sodoma en Gomorra volkomen met de feiten in overeenstemming is. Ruim 50 jaar geleden ontsluier de Privat d' Anglemont in zijn boek .Paris inconnu" voor de oogen vaa het publiek een menigte be roepen, die in de meest afgelegen hoeken van de Fra*sche hoofdstad een gansch leger van treffelijke lieden in het leven hielden, welke alles behalve begunstigd weren door de fortuin. Sind dien tijd is het geval dezer beroepen, wier bestaan door de gelukkigen der aarde niet eens vermoed worden, slechts meer en meer aangegroeid en .vermenigvul digd. Wij zullen er eens eenige op noemen Aan de kaaien in den omtrek van de Morgue, kau men des zo mers een dertigtal goede burgers zien met een bijzonder eigenaardig uiterlijk, breede baard en lange haren, die met een onwankelbaar geduld zich bezig houden met al lerlei pjjpen in meerschuim en amber door te rooken. Deze nede rige doorrookers of „eullotteurs", zooals men ze in Parijs noemt, hebben acht dagen noodig, om aan hun werk ziju bijzonderen „chic" te geven en de pgp, die alsdan zoo zwart als ebbenhout is, wordt daar na verkocht op de groote boulevards voor een tiental „louis". De rooker verdient met dit am bacht 40 stuivers per dag en de aannemer levert hem dan de tabak kosteloos. Deze tabak zelf wordt echter hier en daar in herbergen en koffiehuizen, restaurants, schouw burgen, concertgebouwen en andere openbare vermakelijkheden, opge raapt door zoogenaamde „mego- tiers". Deze tabak wordt gezuiverd, gewasschen, in pakjes gedaan en verkocht voor 2 francs het kilo. Deze „aegotiers", die weliswaar overal achtervolgd worden, slagen er toch in aldus twee of drie pond tabak per dag op te rapen en zij verdienen daarmee dan 40 stuivers. In den omtrek van het stadhuis kan men voortdurend een gansche menigte deftig uitziende heeren van 9 uur 'b morgens tot 4 uur 's na middags zien rondslenteren. Dat zijn beroepsgetuigen, die gehuurd worden om bij verklaringen van overlijden, geboorte, ongevallen en andere zaken, den dienst van „ge tuige" te verrichten, tegen een vast loon van 40 stuivers en een glas wijn op den hoek. Dergelijke getuigen treft men ins gelijks aan in den omtrek der po- iitiebureaux. Voor 20 stuivers en een dubbele pinte noemen zij dan den eersten den beste, die het hen verzoekt, den eerlij keten mau van de wereld. Hetzelfde volkje vindt men terug bij het gerechtshof, waar men voor 5 francs alle getuigenissen onder eede opvisechen kan die men, vol gens de wet of volgens zekwre voor schriften, noodig zou kunnen heb ben. Figuranten, die dadelijk gereed zijn, om huilend als kinderen, een lijkstoet te volgen vindt men bij de vleet voor 3 fr. per persoon voor 40 stuivers meer spreken zg daarbij nog eene roerende lijkrede uit op het graf van den overledene voor huwelijken is het dezelfde prgs De edele gilde der kreupelen, lammen, eenbeenigen, blinden, enz., wordt aangeworven tusschen de vaklieden, die reeds hun proefstuk geleverd hebben, om vau de mede lijdende zielen gulle weldadigheid af te smeeken. Terwijl de groote eerste rollen gespeeld worden op de beste plaatsen, worden elders de minder begaafden gebruikt, om als blinden, eenbeenigen, lammen, kreupelen en andere misvormden dienst te doen tegen een vast loon van 10 fr. per dag. In de Hallen heerschen die kleine onbekende groepen in hun volle ontwikkeling: twintig, vijftig, hoi- derd mannen, vrouwen en kicderm. huilen daar van honger van 's mor gens tot 'savonds eu van 'savmids tot 's morgens, zij verdringen zich rond de uitstalling van <te soep, koffie- en chocoladeverkoper Schijnbaar zeer verbruid genieten zij vau de kom rockende --nep. waaraan zij slurpen, om v: n i< watertaaden. Brave en liefdad'g zielen hadden het zich ten plich gerekend, die soep voor ben t< betalen.... doch, 't is weer eetn bedrog, dezelfde kom soep dient nog voor twintig andere «itga hongerden 1 In de kelders van de kalle* houden zich bijzondere kunstenaars bezig met oud gevogelte te veijon- gen. De pooten worden gezuiverd, de nagels worden verzorgd en eene hen van vijf a zes jaar oud, schijnt, wanneer zij uit de handen van éeze bekwame kunstenaars komt, niet meer dan 6 tot 8 maanden oud. Een weinig verder w >rden er prachtige hanenkammen uit ge woon kalfsvleesch gekapt, of op ee* andere plaats worden uitmuntende „escargot's de Bourgogne" geboord uit de longen van een oude koe, of niertjes van gekneed brood i* oude reuzel gelegd weer elders zij* het jonge aardappelen, eerste wor teltjes of ananasgelei, die ontstaan tusschen de bekwame handen van menschen, die zich daarvoor be dienen van oude aardappelen, bie ten en pronkappels. Verder veranderen eenige behen diger straatloopers de pooten vaa zeexeeften in een lekkere visch- pasteioude beschimmelde brood korsten, die uit d6 straatgoten worden opgeraapt veranderen in bollekens voor de soep, in Turkache mutsen en „grain viennois" terwijl de biefstuk van oude paar den worden gedoopt met deii naam van „filet de chevreuil", en de „wilde dieren der riool en worden opgediend als „cive royal". En al deze brave lieden, die voor ware kuns enaars doorgaan in de kunst van allerlei afval in de lek kerste spijzen te veranderen, ver dienen aldus van 6 tot 8 francs per dag of per nacht. Is dat alles? In het geheel niet Zwart gemaakte ronde stukjes aardappel rerkoopen voor truffels van Perigord is nog maar een eerste proef in deze kunsten aan de boorden der Seine kan men in den zomer mannen zien, die zich bezig houden met de vangst van allerlei visschen metvier pooten. Deze vischvangst is soms waarlijk wonderbaarlijk, wantjaarlgk» wordt er omtreut liet volgende opgehaald: 2114 honden, 898 katten, 2969 ratten, 518 hennen, 86 eenden, 4600 stukken vleeschafval, 217 konijnen, 12 schapen, 31 paarden, 44 speenvarkens, 8 varkens, 26 ganzen, 29 kalkoenen, 8 kalveren, 1 aap, 9 geiten, 1 slang, 4 stekel varkens en 681 verschillende vogels. Deze diertjes worden allen naar bijzondere kunstenaars gebracht; die door middel vau menigvuldige bewerkingen er in slagen uit deze, in ontbinding zijnde rompen, een uitmuntend vet te trekken.of dit ook aan tafel gebruikt wordt, weten wij niet. Deze nederige vnscbers geraken er toe op die wijze 4 tot 5 ice. per dag te verdienen. KERKBERICHTEN. Kathecraia Kerk St. Bavo. BONDAG, d* H.H. Missen t» half 7, I co 9 uur eu t* half 11 do Hoogmis. De Catechismus naar- gewoonte.' s Ar. half 7 Lof met preek. Vóór hei Lof 't Rozenhoedje. MAANDAG, 's av. 7 uur Lof met Ro zenhoedje voor de geloovige zielen. ZATERDAG, 'sar. 7 uur Rozenhoedje in de Maria-kapel. Vrijdag, Zaterdag en Zondag, '10-uren gebed. Bef H. Sacrament oiijfl die dagen ter aanbidding uitgesteld vaa des morgens 7 uur tot 'sav. na tiet Lof. Vrijdag en Zaterdag, feu 8 uur pleci. tigo H. Mis en 'savonds 7 uur liet Lof met Rozenhoedje. Vóór en na hef: Ixrf gelegenheid om te biechten. A.s. Zohdag sluiting van hef 40-ut«a gebed. Half 11 de Plechtige Hoogmis en 'sav. 7 uur plechtig Lof mot feest predikatie en de Lofzang „Te Deuru". Diasdag- en Dcnderdagarond van OFFICIEELE KERKLIJST XX, 1-16. SIPKES' jms *41ittwtrrakt v*i<n btfutwiAn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 13