der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen.
alom verkrijgbaar.
tal, Ml „Drukkerij de Spaarnestad.'
SCHOEN- EN LAARZENMAGAZIJN J. B. MöLLER
De bevestiging van het
Bijbelverhaal door de
wetenschap.
Eigenaardige brood
winningen.
Dit nummer beboert bij de
„Nieuwe Haart. Courant" van 22 Jan.
ÜITÖAVB TAK DB
KINDERHUISYOT No. 39—31—33. HAARLEM.
Directeur: F. H. M. <1. QBTBBDT.
A D
▼an 1 tet regel* f La®.
Blke regel meet OJtO.
Ingezonden mededeelingen tuBschen den tekst ten
minste 5 regets tL50; elke regel meer 0.90.
Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,)
ZONDAfi 23 tea
«AARDAS 24
91NSDAG 25
MTOENSOAC 26
10HDE8DAC 27
VRIJDAG 26
ZATERDAG 29
Septuagesima
Van den dag.
H. Timotheus
Bisschop en
Martelaar.
Herdenking vaa
het Gebed On-
zes Heeren.
H. Pelycarpus,
Bisschop en
Martelaar.
H. Joannes
Chrysostomus,
Bisschop, Belij
der en Kerk-
ieeraar.
Verloving van
Allerb. Maagd.
H. Franciscus
van Sales, Bis
schop, Belijder
en Kerkleer
aar.
eersten laatsien zijn. Velen toch
zijn geroepen, maar weinigen uit
verkoren.
IIOND AG GENOEMD
SEPTUAGESIMA.
Les ok de* brief van den H. apostel Panlns
aan deKoriuthiërs; IX. 24—X,5.
Broeders! Weet gij niet, dat zij
die in de renbaan loopen, wel allen
iöopen, maar dat één den prijs ont
vaDgt? Loopt gij zóó, dat gij dien
behalen moogt. Ieder kampstrijder
nu onthoudt zich van alles; en zij
aog wel om eene vergankelijke
kroon te verwerven, wij echter om
eene onvergankelijke. Ik dan loop
alzóó, niet als ia het onzekere; ik
kamp alzóó, niet als in de lucht
slaande; maar ik tuchtig mijn li
«haam en breng het tot dienstbaar
heid, opdat ik soms niet, na ande
ren gepredikt te hebben, zelf ver
worpen worde.
Want ik wil niet, dat het u .on
bekend zij, broeders f dat onze vaders
allen onier de wolk zijn geweest,
en allen de zee zijn doorgegaan,
en allen in Mozes gedoopt zijn ge
worden in de wolk en in de zee,
«n allen dezelfde geestelijke ppijs
hebben gegeten, en allen denzelfden
geestelijken drank hebben gedron
ken (zij toch dronken van eene
geestelijke, hen volgende steenrots
je steenrots nu was (Christus);
maar niet in het meerendeel van
hen heeft God welbehagen gehad
SvimgeMe velgen» dea H JMattheiis;
In dien t|d sprak Jesus totzjjne
leerlingen deze gelijkenis: Het Rijk
der hemelen is gelijk aan een huis
vader, die vroeg in den morgen
uitging om arbeiders voor zijnen
wijngaard te huren. Nadat hij nu
met de arbeiders was overeengeko
men voor één tieDling daags, zond
hij ban in zijnen wijngaard. En
toen bij omtrent het derde uur
uitging, zag hij anderen op de
markt ledig staan en zeide hun
«sat eok gij in mijnen wijngaard,
en ik zal u geven *at billijk is.
Eu deze gÏDgen. Andermaal ging
hij *it omtrent het zesde en het
negende uur en deed insgelijks. En
omtrent het elfde uur ging hij uit
•n vond anderen staan en zeide
hun: Waarom staat gij hier den
gansehen dag ledig? Zij zeiden tot
hem: Omdat, niemand ons gehuurd
heeft. Hij zeide hunGaat ook gij
in mijnen wijngaard.
Toea het nu avond geworden
va», zeide de heer des wijugaards
tot zijnen opzichter: Roep de werk
lied** en geef bon het loon, be-
ginnned van de laatsien tot de
«ersle». Toen dan zij kwamen, die
em treat het elfde uur gekomen
waren, ontvingen zij ieder één tien
ling. Als uu ook de eersten kwa
men, meenden deze dat zij meer
zouden oatvangeuechter outvin-
gen ook zij ieder één tieuling. En
die* aannemend, morden zij tegen
den huisvader, zeggeudeDeze laat
sien hebben één uur gearbeid, en
gij hebt beu gelijk gesteld met ons,
die den laat van den dag en de
hitte gedragen hebben. Doch hij
antwaordde en zeide tot een hun
ner Vriend 1 ik doe u geen onrecht.
Zgi gij niet voor één tieuling met
in Ij overeengekomen Net m wat
bet uwe is en ga heenik wil aan
deze* laatste evenveel geven ais
«au Of staat het mij niet vrij
t* doen wat ik wil? Is uw oog
beo», omdat ik goed ben? Aldus
zwileu de laatsten eersten, en de
Evangelieverklaring.
OP ZONDAG SEPTUAGESIMA.
De beteeken is van de parabel
van het Evangelie van dezen Zon
dag, ontdaan van wat *r tot ver
siering en verduidelijking is bijge
voegd, is deze dat de eeuwige
zaligheid, het rijk des hemels, moet
verdiend worden door er voor te
werken, en dat het loon ons eerst
zal geschonken worden bij den
avond des levens, als wij aan de
uitnoodiging van den huisvader,
van God, om te arbeiden hebben
gehoor gegeven. Tot alle menschen
die ooit geleefd hebben is die uit
noodiging gericht. De huisvader
ging op verschillende uren van den
dag naar de markt om arbeiders
te huren. Die dag, die uren, duiden
blijkbaar op den langen duur van
het bestaan des menscheljjken ge-
slachts, en op de verschillende
tijdperken van den loop der wereld
waarin God den mensch tot zijnen
dienst opriep, onder belofte dat het
billijk loon hem niet zou onthouden
worden. De H. Gregori*s zegt
daarvan„de vroege morgen, het
eerste uur, is de tijd van Adam
tot Abraham; het derde uur die
van Abraham tot Mozes, het zesde
van Mozes tot de propheten, het
negende van de propheten tot
Christus, het elfde en laatste uur
van Christus tot het einde der
wereld". Wil men den dag op het
leven van eiken mensch in het
bijzonder toepassen, dan kan men
onder de uren den vroegeren of
lateren leeftijd verstaan waarop hij
naar den wijngaard Gods geroepen
werd. „Toen het nu avond gewor
den was, zeide de Heer des wijn-
gaards tot zijn opziener: roep de
arbeiders en geef hun het loon van
de laatsten beginnende tot de
eersten". Eens komt het einde van
den werkdag, en breekt de nacht
aan waarin niemand werken kan
Eu dan bg het einde van den
arbeid begint de belooning. Voor
Jesus Christus, den Opziener des
hemelschen Vaderszullen alle
arbeiders verschijnen, voor Hem
die aangesteld is tot Rechter van
levenden en dooden, en allen zal
vergelden naar gelang het werk
van een ieder zal bevonden worden.
Volgens de voorstelling van de
gelijkenis ontvingen alle werklieden
de denarie, den tienling, waarvoor
de huisvader met de gehuurde
arbeiders was overeengekomen, dat
wil zeggen: alle goede arbeiders
die gewillig aan de oproeping vol
daan eu tot het was der afrekening
volhardend in Gods kerk gewerkt
hebben, zullen de eeuwige zaligheid
beërven en voor altijd gelukkig
zijn. Maar ook dit leert de parabel
zullen zij allen den hemel binnen
gaan, niet allen zullen gelijk zijn
in heerlijkheid. Er zijn in het huis
Mijns Vaders vele woningen, er
zijn verschillende kronen, zeide
Jesus op eene andere plaats, en
in de gelijkenis van heden leert
Hij dat vele laatsten eersten eu
vele eersten laatsten zullen zijn. Dit
laatste, veel beteekeneud gezegde
van den goddel ij keu Leermeester
kaji op verschillende wgzen worden
opgevat. Voor sommigen, die eerst
laat in don dienst des Heeren ge
treden ziju, U de avond des levens
spoediger ingevallen dan voor an
deren, die van hun jeugd af den
weg der gerechtigheid bewandeld
hebben. Zoo stierven b. v. vele Hei
ligen den marteldood op denzeifden
dag waarop tg het geloof hadden
aangenomen, Disuiae, de goede moor
denaar, leefde na zijn bekeering
slechts weinige urenofschoon vele
bekeerlingen der Apostelen later
dan zij den naam van Jesus beleden,
gingeu zij vroeger den hemel bin
nen dan hunne leermeesters in de
waarheid. Kortom meermalen gin
gen eenigen de eeuwige glorie in
langen tijd voor dat anderen, die
reed» jaren gewerkt hadden, ge
kroond werden. Wie der arbeiders
het eerst ouder het werk in den
wijugaard bezweek, ontving vóór
de anderen het loon van zijn ar
beid, en zóó werden dikwijls in
alle tyden de laatst geroepenen de
eerst beloonden. Doch niet de rang
orde in den tijd der belooning mag
hier alleen in aanmerking genomen
worden, veel meer de hoogere voor
treffelijkheid van verworvers ver
diensten. Onder de eerst geroepenen
zullen velen laatsten zijn omdat
zg minder dan de later geroepenen
gewerkt, een niet zoo hoogen graad
van volmaaktheid bereikt hebben
als dezen; daarentegen zullen velen,
al zijn zg eerst ter zelfder ure in
den wijngaard gekomen, boven vele
eerder geroepenen, verheerlijkt wor
den, dewijl zij in korten tijd. door
grooteren ijver, door harderen ar
beid meerdere schatten van ver
diensten vergaderden. Nog kan deze
opmerking gemaakt wordener zijn
in Gods kerk vele eerstgeroepenen
b. v. de Joden vóór de heidenen,
de eerste bekeerlingen vóór de la
tere, de Apostelen vóór de andere
leerliDgener zjjn ook velen die
in hoogere waardigheid geplaatst
zijn, b. v. de geestelijken hoven de
leekeD, de koningen boven de on
derdanen, de overheden boven de
dienstbaren. Die allen zouden zich
als de eerstgeroepenen kunnen be
schouwen, en een recht willen dan
gelden op een hooger loon. Dat
zou eene ^dwaling zijn. Die vroegere
roeping noch die hoogere waardig
heid geven recht op een schitteren
der belooning, zg mogen middelen
ijju ter heiligheid, maar de heilig
heid zelve zijn zjj niet.
God doet daarom geen onrecht.
Voor den denarie is Hij met ieder
een overeengekomen. Aan de goede
werken, door de rechtvaardigen
met de hulp Zijner genade verricht,
heeft God in Zijne Goedheid een
heerlijke belooning willen beloven,
maar de mate der belooning zal
Hij volgens de strenge regels Zijner
Rechtvaardigheid toebedeelen. Wie
het meest verdiend heeft, zal het
meest ontvangen.
Wij moeten echter niet denken
dat die minst verheerlijkten, al heb
ben zij op aarde de hitte en den
last van den laDgen werkdag moeten
dragen, door eenig gevoel van
wrevel of van ontevredenheid kun
nen bestookt worden. Alle hemel
bogen zijn volmaakt gelukkig, al
len voldaan, geen enkele die nog
een wensch koestert welke niet be
vredigd wordt. Er zijn graden van
heiligheid, graden ook van het ge
not der zaligheid, maar alle heiligen
erkennen dat zjj het volle loon voor
hun arbeid ontvangen, en huldigen
met diepen eerbied de Rechtvaar
digheid Gods, die een ieder vergeldt
naar zijne werken.
Laat het Evangelie van dezen
Zondag ons aansporen toch altijd
de stem van Jesus die ons roept
om te arbeiden aan het werk onzer
eeuwige zaligheid op te volgen, toch
niet ledig te zijn gedurende den
geheelen dag, dat wil zeggen ge
durende ons gansche laven, maar
al moeten wq ook vreezen dat wij
reeds tot de elfde ure, dat wil zeg
gen tot het einde van ons leven
gekomen zijn zonder iets gearbeid
te hebbeu, toch nog wat ijver en
moed dieu arbeid te beginnen, dan
zullen wij toch nog het loon voor
dien arbeid ontvangen, en zei ven
ondervinden dat vele laatsten eer
sten zallen zijn.
Verleden jaar Maart heeft de
Yale universiteit van Newhaven
een geographische expeditie naar
de Doode Zee uitgezonden. Over
een der meest verrassende resultaten
van dezen ontdekkingstocht schrijft
nu dr. Ellsworth Huntington, die
aan de expeditie deelnam, in
Harpers Magazine"
De expeditie is er namelgk in
geslaagd eenig licht te brengen in
het verhaal van den ondergang
van Sodoma en Gomorra, zooa s
dit de Bijbel geeft, Over dit punt
zijn dikke boeken geschreven,
waarin of wel beweerd werd, dat
dat Sodoma en Gomorra legenda
rische steden zijn, of haar onder
gang aan het uitbreken van petro-
le*mbronnen wordt geweten, die
ZIJLSTRAAT 53
RUIffiE KEUZE. B~
TELÊPHOON 769.
=a BILLIJKE PRUZEM.
vlam gevat zouden hebben. Men
wist zelfs niet op welke plaats van
de Doode Zee Sodoma en Gemorra
gelegen wareD.
Volgens het verhaal van den
Bijbel bevonden Abraham en Lot
zich bjj Bethel, tien mijlen ten
noorden van Jeruzalem, toen zij
van elkander scheidden „daar hief
Lol zijne oogen omhoog en overzag
de geheele landstreek van den
Jordaan. Want vóór de Heer So
doma en Gemorra verdelgde, was
die streek waterrgk, totdat men
aan Zoar komt, als een lusthof des
Heeren, evenals „Egypteland". Na
dat God de beide steden met vuur
en zwavel verwoest had, vervolgt
het Bijbelverhaal„En Lot trok
uit Zoar, en bleef op den berg met
zgn beide dochters; want hij was
bevreesd in Zoar te blijven; hij
nam dus zijn intrek in een spelonk
met zijn beide dochters".
De expeditie heeft nu, en wel
aan den Zuidelijken oever van de
Doode Zee, niet alleen een vulkaan
ontdekt, waarvan Gods wraak zich
zou kunnen bediend hebben voor
„vuur- en zwavelregen", maar ook
de spelonk, waarin Lot waarschijn
lijk in het gebergte overnachtte.
HuntiDgton vond bij de ruïne
van Suweimeh lava en sprak daar
over met den inlaudschen scheik,
die hem tot gids diende. Bij het
beklimmen van het gebergte maak
te de scheik hem er opmerkzaam
op, dat in de nabijheid zich een
heele berg van „zulke zwarte
steenen" bevend, zoodat men zich
voor dat enkele stuk geen moeite
behoefde te geven. Hij wees daarbij
Daar het zuidoosten Ongeveer twee
mijlen van Suwemeh (dat mogelijk
een verbastering van Sodoma is)
werd toen een kleine vulkaan aan
getroffen, die geologisch van be
trekkelijk jongen datum is. De
rmuen van het naburige Ghuweir
(vermoedelijk het verkleinwoord van
Ghor, dat „dal" beteekent) zijn in
geen geval uit den patriarchen tijd,
doch waarschijnlijk vele honderden,
wellicht een of twee duizend jaar
jonger. Maar in den weg door het
gebergte, die van Ghuweir oost
waarts naar het plateau van Moab
leidt, ontdekte de expeditie tusschen
Abu Hassan en Beth Peor, op de
plaats welke nu el Ghuttar beet,
een spelonk in de rotsen van on
geveer 20 voet lengte en 15 voet
breedte, die boven een bron zeer
zorgvuldig in den rotswand is uit
gehouwen. Twee vensters zien over
het dal uit naar Zoar. De toegang
tot de spelonk is zoo gelegen, dat
hij slechts langs een trap in de
rotsen kan worden bereikt. In den
geheelen omtrek is geen tweede
rotsspelonk te vinden, die met zulke
zorgvuldigheid bewerkt is eu Hun
tington acht het daarom zeer waar
schijnlijk, dat zij uit overoude tjjden
stamt.
Zijn conclusie, uit de verschillen
de gegevens door de expeditie ver
zaïneld, luidt, dat het Bijbelverhaal
over den ondergang van Sodoma
en Gomorra volkomen met de feiten
in overeenstemming is.
Ruim 50 jaar geleden ontsluier
de Privat d' Anglemont in zijn
boek .Paris inconnu" voor de oogen
vaa het publiek een menigte be
roepen, die in de meest afgelegen
hoeken van de Fra*sche hoofdstad
een gansch leger van treffelijke
lieden in het leven hielden, welke
alles behalve begunstigd weren door
de fortuin.
Sind dien tijd is het geval dezer
beroepen, wier bestaan door de
gelukkigen der aarde niet eens
vermoed worden, slechts meer en
meer aangegroeid en .vermenigvul
digd.
Wij zullen er eens eenige op
noemen
Aan de kaaien in den omtrek
van de Morgue, kau men des zo
mers een dertigtal goede burgers
zien met een bijzonder eigenaardig
uiterlijk, breede baard en lange
haren, die met een onwankelbaar
geduld zich bezig houden met al
lerlei pjjpen in meerschuim en
amber door te rooken. Deze nede
rige doorrookers of „eullotteurs",
zooals men ze in Parijs noemt,
hebben acht dagen noodig, om aan
hun werk ziju bijzonderen „chic"
te geven en de pgp, die alsdan zoo
zwart als ebbenhout is, wordt daar
na verkocht op de groote boulevards
voor een tiental „louis".
De rooker verdient met dit am
bacht 40 stuivers per dag en de
aannemer levert hem dan de tabak
kosteloos. Deze tabak zelf wordt
echter hier en daar in herbergen
en koffiehuizen, restaurants, schouw
burgen, concertgebouwen en andere
openbare vermakelijkheden, opge
raapt door zoogenaamde „mego-
tiers". Deze tabak wordt gezuiverd,
gewasschen, in pakjes gedaan en
verkocht voor 2 francs het kilo.
Deze „aegotiers", die weliswaar
overal achtervolgd worden, slagen
er toch in aldus twee of drie pond
tabak per dag op te rapen en zij
verdienen daarmee dan 40 stuivers.
In den omtrek van het stadhuis
kan men voortdurend een gansche
menigte deftig uitziende heeren van
9 uur 'b morgens tot 4 uur 's na
middags zien rondslenteren. Dat
zijn beroepsgetuigen, die gehuurd
worden om bij verklaringen van
overlijden, geboorte, ongevallen en
andere zaken, den dienst van „ge
tuige" te verrichten, tegen een vast
loon van 40 stuivers en een glas
wijn op den hoek.
Dergelijke getuigen treft men ins
gelijks aan in den omtrek der po-
iitiebureaux. Voor 20 stuivers en
een dubbele pinte noemen zij dan
den eersten den beste, die het hen
verzoekt, den eerlij keten mau van
de wereld.
Hetzelfde volkje vindt men terug
bij het gerechtshof, waar men voor
5 francs alle getuigenissen onder
eede opvisechen kan die men, vol
gens de wet of volgens zekwre voor
schriften, noodig zou kunnen heb
ben.
Figuranten, die dadelijk gereed
zijn, om huilend als kinderen, een
lijkstoet te volgen vindt men bij
de vleet voor 3 fr. per persoon
voor 40 stuivers meer spreken zg
daarbij nog eene roerende lijkrede
uit op het graf van den overledene
voor huwelijken is het dezelfde
prgs
De edele gilde der kreupelen,
lammen, eenbeenigen, blinden, enz.,
wordt aangeworven tusschen de
vaklieden, die reeds hun proefstuk
geleverd hebben, om vau de mede
lijdende zielen gulle weldadigheid
af te smeeken. Terwijl de groote
eerste rollen gespeeld worden op de
beste plaatsen, worden elders de
minder begaafden gebruikt, om als
blinden, eenbeenigen, lammen,
kreupelen en andere misvormden
dienst te doen tegen een vast loon
van 10 fr. per dag.
In de Hallen heerschen die kleine
onbekende groepen in hun volle
ontwikkeling: twintig, vijftig, hoi-
derd mannen, vrouwen en kicderm.
huilen daar van honger van 's mor
gens tot 'savonds eu van 'savmids
tot 's morgens, zij verdringen zich
rond de uitstalling van <te soep,
koffie- en chocoladeverkoper
Schijnbaar zeer verbruid genieten
zij vau de kom rockende --nep.
waaraan zij slurpen, om v: n i<
watertaaden. Brave en liefdad'g
zielen hadden het zich ten plich
gerekend, die soep voor ben t<
betalen.... doch, 't is weer eetn
bedrog, dezelfde kom soep dient
nog voor twintig andere «itga
hongerden 1
In de kelders van de kalle*
houden zich bijzondere kunstenaars
bezig met oud gevogelte te veijon-
gen. De pooten worden gezuiverd,
de nagels worden verzorgd en eene
hen van vijf a zes jaar oud, schijnt,
wanneer zij uit de handen van éeze
bekwame kunstenaars komt, niet
meer dan 6 tot 8 maanden oud.
Een weinig verder w >rden er
prachtige hanenkammen uit ge
woon kalfsvleesch gekapt, of op ee*
andere plaats worden uitmuntende
„escargot's de Bourgogne" geboord
uit de longen van een oude koe,
of niertjes van gekneed brood i*
oude reuzel gelegd weer elders zij*
het jonge aardappelen, eerste wor
teltjes of ananasgelei, die ontstaan
tusschen de bekwame handen van
menschen, die zich daarvoor be
dienen van oude aardappelen, bie
ten en pronkappels.
Verder veranderen eenige behen
diger straatloopers de pooten vaa
zeexeeften in een lekkere visch-
pasteioude beschimmelde brood
korsten, die uit d6 straatgoten
worden opgeraapt veranderen in
bollekens voor de soep, in Turkache
mutsen en „grain viennois"
terwijl de biefstuk van oude paar
den worden gedoopt met deii naam
van „filet de chevreuil", en de
„wilde dieren der riool en worden
opgediend als „cive royal".
En al deze brave lieden, die voor
ware kuns enaars doorgaan in de
kunst van allerlei afval in de lek
kerste spijzen te veranderen, ver
dienen aldus van 6 tot 8 francs
per dag of per nacht. Is dat alles?
In het geheel niet
Zwart gemaakte ronde stukjes
aardappel rerkoopen voor truffels
van Perigord is nog maar een eerste
proef in deze kunsten aan
de boorden der Seine kan men in
den zomer mannen zien, die zich
bezig houden met de vangst van
allerlei visschen metvier
pooten.
Deze vischvangst is soms waarlijk
wonderbaarlijk, wantjaarlgk» wordt
er omtreut liet volgende opgehaald:
2114 honden, 898 katten, 2969
ratten, 518 hennen, 86 eenden,
4600 stukken vleeschafval, 217
konijnen, 12 schapen, 31 paarden,
44 speenvarkens, 8 varkens, 26
ganzen, 29 kalkoenen, 8 kalveren,
1 aap, 9 geiten, 1 slang, 4 stekel
varkens en 681 verschillende vogels.
Deze diertjes worden allen naar
bijzondere kunstenaars gebracht;
die door middel vau menigvuldige
bewerkingen er in slagen uit deze,
in ontbinding zijnde rompen, een
uitmuntend vet te trekken.of
dit ook aan tafel gebruikt wordt,
weten wij niet.
Deze nederige vnscbers geraken
er toe op die wijze 4 tot 5 ice. per
dag te verdienen.
KERKBERICHTEN.
Kathecraia Kerk St. Bavo.
BONDAG, d* H.H. Missen t» half 7,
I co 9 uur eu t* half 11 do Hoogmis.
De Catechismus naar- gewoonte.' s Ar.
half 7 Lof met preek. Vóór hei Lof
't Rozenhoedje.
MAANDAG, 's av. 7 uur Lof met Ro
zenhoedje voor de geloovige zielen.
ZATERDAG, 'sar. 7 uur Rozenhoedje
in de Maria-kapel.
Vrijdag, Zaterdag en Zondag, '10-uren
gebed. Bef H. Sacrament oiijfl die
dagen ter aanbidding uitgesteld vaa des
morgens 7 uur tot 'sav. na tiet Lof.
Vrijdag en Zaterdag, feu 8 uur pleci.
tigo H. Mis en 'savonds 7 uur liet
Lof met Rozenhoedje. Vóór en na hef:
Ixrf gelegenheid om te biechten.
A.s. Zohdag sluiting van hef 40-ut«a
gebed. Half 11 de Plechtige Hoogmis
en 'sav. 7 uur plechtig Lof mot feest
predikatie en de Lofzang „Te Deuru".
Diasdag- en Dcnderdagarond van
OFFICIEELE KERKLIJST
XX, 1-16.
SIPKES' jms
*41ittwtrrakt v*i<n btfutwiAn