der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. alom verkrijgbaar. Naami. Yens. „Drukkerij de Spaarnestad." SCHOEN- EN LAARZENMAGAZIJN J. B. KLIER Het Planeiaium van Franeker, Dit nummer behoort bij de „Nieuwe Haarl Courant" van 29 Jan. KINDERHU1SVEST No. 29—31—33. HAARLEM. Directeur: F. EL M. v. d. GEIENDT. ADVERTENTIE N: Van 1 tot 8 regel»t L20. Elke regel meei 0.20. Ingezonden medodeelingen tusschen den tekst ten minste 6 regeis fl.60; elke regel meer 0.30. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van '29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,) ZONDAG MAANDAG DINSDAG 30 Jan Sexagesima. Van den dag. 31 H. Petrus No- lasco. Belijder. FEBRUARI. t Fehr. Herdenking van het lijden on- zes Heere". WOENSDAG 2 DONDERDAG 3 VRIJDAG 4 ZATERDAG 5 Maria-Lichtmis. Verplichting om de H. IWis te hoo- pen. Bekeering van den H. Pauius. H. Andreas Gorsini. Bis schop en Be lijder. H. Agatha. Maagd en Mar telares. ZONDAG GENOEMD SEXAGESIMA. Les ah den brief van den H. apostel Pauius aan de Korinthiërs; XI, 19—XII, 9. Broeders! Gaarne verdraagt gij het, als iemand u in slavernij brengt, als iemand u verslindt, als iemand u aantast, als iemand zich verheft, als i6inand u in het aangezicht slaat. Als oneer zeg ik het, alswa ren wij zwak geweest onder dit opzicht! Waarop iemand durft roe men, (in onwijsheid spre.t k ik) daar op durf ik het ook. Zijn zij Hebreen, ik ook; zijn zij Israëlieten, ik ook; zyu zij Abraham's geslacht, ik ook; zijn zij dienaars van Christus, (als een onwijze spreek ik) ik ben bet meer; door zeer veel arbeid, door gevangenissen overvloediger, door slagen boven mate, door doodsge varen menigmaal! Van de Joden heb ik vyfmaal de veertig min één ontvangendriemaal ben )k met roeden gegeeseld; ééns ben ik ge- steenigd; driemaal heb ik schip breuk geleden: een nacht en een dag heb ik in de diepte der zee doorgebracht. Door menigvuldige reizen, door gevaren op rivieren, gevaren van roovers, gevaren van de heidenen, gevaren in de stad, gevaren in de woestijn, gevaren op zee, gevaren onder vaische broeders; door arbeid en kommer, door veel nachtwaken, door honger en dorst, door menigvuldig vasten, door koude 6d naaktheid Benalve hetgeen van buiten komt, mijne dagelijkscke bekommernis, de bezorgdheid voor alle de gemeenten. Wie wordt zwak, zonder dat ik zwak worde? Wie wordt geërgerd, zonder dat ik brande? Indien er geroemd moet worden, dan zal ik op mijne zwakheden roemen. God en de Vader onzes Heeren Jesus Christus, die gezegend is in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg. Te Damaskus bewaakte de stadhouder van den koning Aretas de stad der Damasceners om mij gevangen te nemenen door een venster werd ik in eene mand over den muur uedergelaten en ontsnapte aldus uir, zijne banden. Indien er geroemd moet worden (het heeft wel geen nut, dan zal ik komen op gezichten en openba ringen des Heeren. Ik ken eenen Baeusch iu Christus, die, veertien jaren geleden, óf in bet lichaam, ik weet het niet; óf buiten het lichaam, ik weet het niet; God *eet het; weggevoerd is gewor den tot in den derden bemelen ik weet dat die men?ch óf in liet lichaam óf buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het; -weggevoerd is geworden in het Paradijs en geheimvolle woorden gehoord heeft, die het geen mensch geoorloofd is te spreken. Wegei e deu zoodanige zal ik roemen maai Wegens mij zeiven zal ik niet roe men, tenzij op mijne zwakheden Want ook indien ik zoude willen roemen, ik zou geen dwaas zijn, daür ik de waarheid zou zeggen maar ik laat het opdat niemand mij schatte boven hetgeen hij in mij ziet ol van mij boort. E i opdat de verhevenheid der openbaringen mij niet trotseh make, is mij een prikkel mijns vleesches gegeven, een engel van 8atan om mij in het aangezicht te slaan. Weshalve ik den Heer driemaal heb gebeden dat die van mij wijken mochtmaar Hij zeide tot mij; Mijne genade is u voldoende,, want de kracht wordt in zwakheid volkomen. Gaarne zal ik das op mijne zwakheden roemen, opdat de kracht van Christus in my woae. Evangelie volgens den H.Lucas; VIII,4—15. Iu dien tjjd, toeu eene groote menigte samenkwam en uit.de ste den tot Jesus toesnelde, sprak Hij in eene gelijkenis: Een zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien. En ter wijl hij zaaide, viel een gedeelte langs den wegen het werd ver treden, en de vogelen des hemels aten het op. En een ander gedeelte viel op de rotsen opgeschoten zijnde, verdorde het, omdat, het geene vochtigheid bad. Eu een ander gedeelte viel tusschen de door nen; en de doornen, die tegelijk opkwamen, verstikten het. En een ander gedeelte viel in de goede aarde, en het schoot op en bracht honderdvoudige vrucht voort. Dit zeggende, riep HijI 'ie ooren heeft om te hooren, dat hij hoore 1 Zjjne leerlingen nu vroegen Hem, wat dit voor eene gelijkenis was. En Hjj zeide hunAan u is het gegeven de verborgenheid van het Rijk Gods te kennen, aan de vorigen echter in gelijkenisten, opdat zij ziende niet zien. en hoorende niet verstaan. Dit du is de gelijkenis: Het zaad is het woord Gods. En die langs den weg: het zijn degenen, die hooren daarna komt de duivel en neemt het woord weg uit hun hart, opdat zij niet, geloo- vend, zalig worden. En die op de rots: zij, die, na gehoord te hebben, het woord met vreugde aannemen maar zij hebben geene wortelszij gelooven voor een tijd, en ten tijde van beproeving vallen zij af. Eu wat tusschen de doornen vielhet zijn degenen, die gehoord hebben, maar door bekommeringen en rijk dom en vermaken des levens wor den zij gaande weg verstikt, en brengen geene vrucht voort. En wat in de goede aardehet zijn degenen die, het woord gehoord hebbende, het ia een goed en best hart be wart n en vrucht voortbren gen iu lijdzaamheid. Evangelieverklaring. OP ZONDAG SEXAGESIMA. De goddelijke Zaligmaker zelf geeft ons de verklaring van de ge lijkenis ons in het, Evangelie van dezen Zondag voorgesteld, Hij zelf zegt ons dat het zaad de voorstel ling is van het woord Gods, dat als een zaad in ot*ze zielen uitge strooid daar verschillende vrucht voortbrengt, naarmate onze zielen beter of minder geschikt ziju omdat zaad in zich op te nemen Wy kunnen er ons dus toe be palen de verschillende gesteltenis sen, waarin het woord Gods door verschillende menschen wordt op genomen een weinig nader te be schouwen. Het wóórd Gods, het eerst door Jesus Christus verkondigd, daarna door de Apostelen gepredikt, wordt ook aan ons bekend gemaakt door de opvolgers der Apostelen, de Bis schoppen, en door de priesters wet tig door hen gezonden om ons den wil van God bekend te maken. Baiten de ware, de Katholieke Kerk, wordt dat woord Gods niet verkon digd, want zij die zeggen het te verkondigen hebben daartoe geen zeudiug of volmacht verkregen, en dus is huu woord niet het woord Gods, maar slechts vau menschen. Pat woord Gods vindt verschil- leude soorten van toehoorders, ge lijk ook het zaad vau den zaaier in verschillende soorten van grond wordt opgenomen. Vier soorten wordeu ons opgenoemd, de eerste bestaat uit, diegenen tot wie het woord niet doordringt, die er slechts uitwendig dohr getroffen worden, gelijk aan dat zaad dat langs den weg viel, niet in de aarde door drong, en door de voeten der voor bijga gers vertreden werd. De eerste soort van toehoorders is de minste, want het ontbreekt hun aan goe den wil, zij sluiten deu toegang tot hun hart door de verkeerde ge steltenissen die zy aanbrengen. Daar toe behooren zij, die het woord Gods slechts aan hooren uit een soort gewoonte, of uit menschelijk opzicht, of uit nieuwsgierigheid, of uit een geest van kritiek, of die het alleen op anderen toepassen zonder te willen erkennen dat het ook voor hen zelven van toepas sing is. De tweede soort van toehoorders zijn niet. in zoo slechte gesteltenis. Het zaad blijft bij hen niet op de oppervlakte, maar dringt in hunne zielen door, het ontkiemt er zelfs. Maar waarom brengt het bij ben geen vruchten voort? Omdat zij geen diepte genoeg hebben, het ziju rechtschapen, maar zwakke zielen, gevoelig maar lichtzinnig. Het zaad wordt met vreugde opge nomen, maar kort daarna tegenge werkt en bestreden. Het komt in hun ziel te midden van steenen, van hartstochten, die het onder drukken en aan alle kanten belet selen stellen aan zijn wasdom. Hun zielen missen de moedige vochtig heid, zij worden niet besproeid door den dauw der genade, en daarom verdort het zaad, brengt het woord Gods, dat toch met zooveel blijd schap werd opgenomen geen vruch ten voort, het sterft by gebrek aan voedsel. Een derde soort van toehoorders breDgt nog beiere gesteltenissen aan dan de vorige. Het zaad val< in een vruchtbare aarde, iu een ziel die diep getroffen wordt door de waarheden haar voorgesteld het vindt geen steenen, geen hevige hartstochten, die zich tegen zijn wasdom verzetten; het ontkiemt dus, spreidt, ziju wortelen uit, en verheft zich zelfs boven de aarde Eerst op het oogenblik dat men vruchten ging verwachteu, gaat het ten onder. Noodlottige doornen, die zwak waren in het begin, en wier aanwas men niet had tegengegaan, zijn tegelijk met bet zaad opge schoten. hebben langzamerhand de overhand gekregen en eindelijk het zaad verslikt en gedood. De zorgen, de rijkdommen, de genoegens van het leven, die ons door Christus, de Waarheid zelve, onder het beeld van doornen worden voorgesteld, zijn op zich zelf niet verkeerd of zondig, slechts het mis bruik dat wij daarvan maken, doet ze dit worden. De meusch, die ze in zijn hart laat wortelschieten, zal zien dat zij langzamerhand de goede neigingen, die hij had aangekweekt, onderdrukken, dat zij hem een te genzin doen krijgen in Let gebed en zijn oefeningen van godsvrucht, die langzamerhand doen achterla ten, en ten laatste hem tot grooten val brengen. Ziet met hoeveel zorg de landbouwer alle planten die op zijn land woekeren uitrukt en uit- delgt. Hij weet dat zij het goede zaad verslikken indien zij niet ver nietigd worden. Zoo gaat het ook met de liefde tot d« wereld en de vermakenverstikt de liefde Gods in onze harten, indien zij zeil door haar niet wordt uitgeroeid. Eindelijk de vierde soort van toehoorders zijn zij» die vooreerst het woord laten doordringen in hunne harten, die het zorgvuldig daarin bewaren en besproeiën, die eindelyk alle hindernissen voor zijn wasdom uit hun harten wegnemen. Zij zijn de vruchtbare aarde, die dertig-, zestig- en honderdvoudige vrucht voortbrengt. Als wij deze gelijkenis overwegen, treft een droevige gedachte onzen geest, n. 1. hoeveel zaad er verloren gaat op den weg, op de steenrots, of tusschen de doornen, terwijl slechts een klein gedeelte vruchten voort brengt. La.en wij zorgen door onze harten goed voor te bereiden en vooral door daaruit de doornen van wereldsgezindheid en genotzucht weg te nemen, dat het woord Gods in ons eeu goed bereide aarde vinde, en honderdvoudige vruchten van zaligheid in onze zielen voortbrenge. Als men te Franeker in het centrum der stad by het logement ZIJLSTRAAT 53 TELËPHOON 769.' RUIftSE KEUZE, ua BILLIJKE PRIJZEBL De Valk de hreede hoofdstraat van dit. vriendelijke stedeke, met haar dubbele hooge boomenrij, waar achter de gevels der meest flink gebouwde van welstand getuigende burgerhuizen voor een groot deel schuil gaan en waaronder iu oude typische bouworde vooral uitmunt het tegenwoordige gemeentehuis van Franekeradeel, den hoek om gaat naar het in ouden stijl geheel gerestaureerde stadhuis, dan ziet men daargekomen recht voor zich uit. over de brug op „het Noord* een nederige burgermauswoning uit de voor-vorige eeuw aan wier lage gevel zich een vrij groot, wit ge schilderd houten bord bevindt, waarop met groote zwarte letters geschilderd staat: „Het Plane tarium." In de achterkamer van dit huis beweegt zich het wereldberoemde planetarium van Eise ELinga, een wolkammerszoou uit Dronrijp, die zelfs ook zijn leven lang dit nederig bedrijf zijn-s vaders heeft uitgeoefend en in zijn snipperuren dit schoone kunstwerk heeft tot stand gebracht. Wat hem op de gedachte bracht om dit planetarium uit te deuken en zamen te stellen Toen bij dertig jaar oud was iu het jaar 1774, gebeurde het dat de planeten Jupiter, Mars, Venus, Mercurius en de Maau zich alle gelijktijdig in het bemelteeken Aries bevonden. In een boekje dat in het voor jaar van dat jaar in het licht kwam, werd voorspeld, dat die samentreffen dier planeten aller- noodlottigst voor de menschheid zou wezen. Eise Eisinga ging nu rekenen en bevond, dat van een samentreffen. een botsen van pla neten, waarvoor „de vriend der waarheid", gelijk de schrijver z ch noemde, in zijn boekje vreesde, eenvoudig geen sprake kon zijn, dat zij enkel in dezelfde richting zouden worden gezien, zonder ver der eenigen nadeeligen invloed op elkaar uit te oefenen. Doch tevens bracht hem dit op de gedachte, om een werktuig te bedenken, waarop men ten allen tijde den onderlingen stand van zon, aarde en planten kan aflezen. Als eerzaam wolkammer, kon hij er alleen zijn vrije uren aan be steden en was dit alzoo voor hem een ontzettend werk Gelijk koning Salomo aan zijn tempel, heeft Eisinga aan zijn pla netarium zeveu jaren gearbeid. Toen was het gereed en werd en wordt het nog steeds door een ie der, die het ziet. hoogelijk genoemd en geprezen als een kunstwerk bij uitnemendheid, in zijn soort bepaald zonder wederga over de gausche wereld Bedoelde achterkamer is op ouderwetsche wijze zeer eenvoudig gemeubileerd met matten kruk- stoelen langs de wanden, een stee nen vloer ingelegd met kleine vier kante estrikken en de wanden hal verhoogte opgezet met muurtegel- ijes, gelijk dat in de voor vorige eeuw het gebruik was. De kamer heeft een dubbele zolderde bover ste ligt op balkenaan de onderste, die geheel effen is, is het eigenlijke planetarium opgehangen, terwijl het raderwerk, dat alles in beweging b engt, in de ruimte tusschen de beide zolders verborgen is. Op dit planetarium worden ver toond le. de zes planeten, welke ten tijde van de uitvinding bekend waren, zich bewegende in haar ware tijden en betrekkelijke afstanden om de Zon, en 2e. de maan, die in één maand zoowel om haar as als om de aarde draait en tevens met de Aarde in één jaar om de Zon gevoerd wordt. De planeten zijn elle bollen, waarvan de halve oppervlakte ver guld is, welke vergulde zijde steeds naar de Zon is gekeerd. De stijltjes, waarop die bollen gevestigd zijn, gaan door sleuven, welke cirkelsgèwijze in den zolder gesneden zijn. Om den cirkel van Saturn us loopt nog een andere, op welken een wijzer de schijnbare plaats en be weging der Zon en door teekens de maanden en dagen aanwijst. Aan de zuidzijde der zoldering bevinden zich vijf cirkels naast elkander. Op den rand van den middelsten zijn de namen der zeven dagen van de week geteekend eu iedere dag is in 24 uren duidelijk verdeeld. Een wijzer, die iu 7 dagen een maal ronddraait, wijst eiken dag eD elk uur aan, een en ander zeer nauwkeurig. In de ruimte tusschen den rand en het middelpunt ie een sleuf, waarin men het jaargetal ziet. Dit getal blijft een geheel jaar staan en verandert in den nacht van 31 December op 1 Januari, zoodat men met het begin van een nieuw jaar telkens dat jaargetal met onmisbare zekerheid kan vinden op het plane tarium. Voorts zijn rechts van dezen cirkel twee wyzers. De eerste wijst de plaats van den klimmenden of noordknoop der maau aande tweede de schjjn- en lichtgestalten der Maan Van de twee wijzers, die zich aan de linkerhand bevinden, dient de een ter aanwijzing van het verste punt der Maan en de andere vau haar lengte op de ecliptica (afstand der Maan van Aries). Aan het bovenste gedeelte van den zuidelijken wand der kamer boven een ouderwetsche bedslede bevindt zich nog een schoon planisfeer of hemelplein, door een iu uren ver deelden horizon omringd. Op dit hemelplein zijn de voornaamste der sterren geteekend en ook een in tee kens verdeelde ecliptica, waarop zich een zonnetje beweegt. Het hemelplein doet dagelijks met de Zon één omwenteling en de Zon doorloopt bovendien de ecliptica in één jaar. Men ziet derhalve op elk oogenblik van den dag de plaats der Zon aan den hemel en des morgens en des avonds de plaats en het uur van haar op- en ondergang, ook neemt men hier zeer nauwkeurig waar de staudplaats, den op- en on dergang der voornaamste sterren, die te Franeker gezien kunnen wor den. Op hetzelfde paneel naast het hemelplein is aan eiken kant een kleine sector aangebracht. De wijzer van dien aan de linkerhand wijst tet uur van zonsopgang, de andere dat van zonsondergang aan, evenals dit op het hemelplein geschiedt. Op het hemelplein heelt dit echter slechts een oogenblik plaats, op de sectoren duurt de aanwijzing echter een geheelen dag. Op de zijpaueelen van dieuzelfden wand hoven twee kasten is op elk een wijzer aange bracht die aan de linkerband wijst het uur van den opgang en de andere dat van den ondergang dei Maan aan. Al deze bewegingen, welke alle in en op haar tijd geschieden met nauwkeurige stiptheid en zekerheid, worden veroorzaakt door den gang van een en hetzelfde uurwerk, be staande uit vier raderen. Dit uurwerk het raderwerk van het hemelplein, dat der maan- wijzers en de rondsels, die de be- weging in het planetarium over brengen is in de ruimte welke er boven tusschen de bedstede en de oude kasten en de balken is, verborgen. Hoewel alle deelen zoodanig on derling en met het uurwerk ver bonden zijn, dat zij alle te zamei hun bewegingen volbrengen, k«r ieder stuk gemakkelijk worden weggenomen zonder dat de bewe gingen der overige gestoord worUi Het uurwerk wordt eenmaal pjr week opgewonden en is nog zeer solide, alies eigen handenwerk van Eisinga het loopt uiterst geregeld zonder eenige afwijking hoege naamd. Het wordt geregeld eigenhandig behandeld uitsluitend door een en dezelfde persoon een achterklein dochter van den genialen wolkam mer, een vriendelijke juffrouw, die ons, met een langen stok gewapend, al het hier zoozeer bezienswaardige op duidelijke en bevattelijke wijze aaowees eu demonstreerde, baar voldoening er over uitsprekende, dat wij, ik was in gezelschap van een leerling der hoogste klasse van de H. B. S. en een politechnisch student, alles zoo goed begrepen en vatten. Nog zij hier opgemerkt, dat alles wat tot dit kunstwerk behoort door den uitvinder en vervaardiger zelf eerst, werd berekend, geschetst, geteekend, afgepast en vervolgens geheel eigenhandig gemaakt, Is het wonder dat de Regeering heru bij den Koning voordroeg voor een benoeming tot Broeder der orde van den Nederlandschen Leeuw, waardoor hij op zyu oudeu dag voor armoede en gebrek bewaard bleef? Het planetarium werd ten slotte in 1825 door het Rijk aangekocht eu later werd het door koning Willem III aan de stad Franeker overgedragen en is thans tegen be taling van slechts 25 ets. voor een ieder te bezichtigen. Het trekt tel ken jare meer belangstelling in steeds ruimeren kring. Wie een bezoek aan Friesland brengt, ver- zuime niet een kijkje te nemen in het vriendelijke stadje Franeker met zijn beroemd Planetarium. Eise Eisinga, dit nog ten slotte, bereikte den boogen leeftijd van 84 jaar iu 1828 en werd naar eigen begeerte op het kerkhof te Dron rijp, zijn geboorteplaats, begraven, waar iu 1845 door het Friese h Ge nootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde in den muur van de schoone dorpskerk, naast den hoofd ingang van het familiegraf, een groote zerk geplaatst is, te zijne eere en nagedachtenis, bevattende tus schen eenvoudig lof- en lijstwerk het volgende opschift„Hulde aan Eise Eisinga, uitvinder en vervaar diger vanbet beroemde planetarium te Franeker, geboren te Dronrijp deu 21sten Februari 1744, overle den te Frane er den 27sters Au- gustut 1828. Op dit kerkhof begra ven; toegebracht door het Friescii Genootschap van Geschied-, en Oudheid- en Taalkunde." KERKBER1CHTEN. Kathedrale Kerk St. Bave. ZONDAG, De H.H. Missen i» half 7, 8, 9 uur en te half 11 dje plechtige (Hoogmis. Het H- Sacr. blijft den geheelen dag ter aanbid ding uitgesteld. Geen Catechismus» half 3 (Rozenhoedje en luide Aan bidding, 'sav. ,7 uur plechtig Lof met feestpredikatie door deu (Wel Eerw. heer kapelaan Quant en den Lofzang „Te Deum". MAANDAG, half S en 8 uur uit vaartdiensten voor Jan Slootweg, 'say. 7 uur Lof met Rozenhoedje voor de gel. zielen. DINSDAG, half 8 en8 um* H.H. Missen voor -Mevr. Willi. (Wennib. als lid (van liet Broederschap dea Geloovige zielen. (WOENSDAG, feestdag van Ma ria's zuivering. Verplichting van Mis hooren. De Missen als op Zon dag. 'sav. ,7 uur Lof met Rozen hoedje.. DONDERDAG, feestdag van den H. Rlasius, (Patroon tegen de keel ziekte. De zegen van den H. Rla sius zjal gegeven Wrden na iedere Mis ,en verder Vrijdag en Zaterdag- na de jMis van half 10, 'sav. van 6 nur tot half 8 gelegenheid om te bichten. VRIJDAG, 1ste Vrijdag dm- DE OFFICIEELE KERKLIJST UITGAVE VAN DE SIPKES' JAMS AiUeiirtreck) 11001 behouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 13