Sociale Berichten. Wat anderen zeggen. Vragenbus. Sport en Wedstrijden. Leger en Vloot. VAN ELDERS. Wetenschappelijke Berichten. I andbouw en Visscherij. Wetenswaardig Allerlei. INGEZONDEN. Rechtszaken. HOE GROOTE MANNEN WERKEN. van zedeloosheidbeperking van Zon- dagsarbeid en nachtarbeid ln brood bakkerijen; nadere regeling van de rechten van successie en van overgang everpaDg i)ij overlijdeninstelling van van Bakkersradepregeling van de begrootingen en rekeningen van staats bedrijven wijziging eo aanvulling van de Hinderwet (bestrijding van water verontreiniging enz); wijziging en verbooging der Indische begrooting 1910, ten behoeve van een reorgaci satia van den burgerlijken geneeskun digen dienst. Overbrenging bij de provincie Groningen van het beheer en de exploitatie van haven en haven werken en van het onderhoud vaD het havenemplacement te Delfzijl aanvulling landbouwbegrooting 1910 (dekking tekort Rijksverzekerings bank); Nadere wijziging der wet, bou dende voorloopige maatregelen tot behoud van vicariegoederenWijzi ging der wet op het Nederlanderschsp en het ingezetenschap; Regularisatie- wet betrekkelijk de Surinaamsche be grooting 1908; Vaststelling der Suri naamsche rekening 1906; Onteigening in de gemeente Dreumel, voor de vrij making van het verkeer op den weg over den Voren schen dam en de Dreu- melsche straat onder genoemde ge meente; Kwijtschelding aan W. F H. van Amerom en H. C. H. de Bie, van den lande aankomende vorderin gen; verkoop aan de gemeente Rot lerdam van net aan den Staat behoo rende deel van de Ruigepiaat bij Delfshaven enz.; Aanvulling van de bepalingen in het Wetboek van Bur gerlijke Rechtsvordering; Naturalisatie van C. M. Goeaeels e. a.; het voorstel van den heer Troelstra, tot het houdeD eener enquête omtrent handelingen van den toenmaligen minister van Binnenlandsche Zaken ter zake van decoraties in 1903 en 1905. Voorts is de voorzitter voornemens aan de Kamer voor te stellen, na afloop v?n bovenvermeld afdeelings- onderzoek aan de orde te stellen, in nader te bepalen volgorde, de beraad slaging over de wetsontwerpen: Wijziging der wet tot regeling van het militaire onderwijs bij de land macht enz.; goedkeuring van een ko loniale verordening tot bet aangaan van een algemeene geldleening ten laste der kolonie Suriname; wijziging Justitiebegrooting 1909 (maatregelen in het belang van ontslagen gevange nen; regetiog der administratieve rechtspraak III; klassen en samen stelling der gerechten en jaarwedden der rechterlijke ambtenaren en be ambten; regeling der administratieve rechtspraak IVregeling van de hef fing van griffiersrechten, enzwijziging der Wet op de Rechterlijke Organi satie en het Beleid der Justitie; ver hooging der Financiën begrooting 1909 (17e predikant Ned. Herv. Gemeente te Rotterdam); alsmede de beraadslaging over: de sociale verzekeringen; de ecbooltoe standen to Putten, Zuilichem, Beu- ningen, Weert en Schoonhoven mei interpellatie van den heer Ter Laan. De regoeringseDquête raar het Tramwegpersoneel. Het verslag en bijlagen zijn ver- Bchenen van de staatscommissie van enquête omtrent het tramwegperso neel, benoemd bij Koninklijk besluit van 29 Mei 1906. De commissie geeft o a. onderstaande maatregelen in overweging. De commissie meent, dat het over weging verdient bij de regeling van de diec st en rusttijden niet meer vast te houden aan het thans bestaand onderscheid doch het gebeele personeel in die regeling te betrekken, zoomede om met de thans bestaande uniforme regeÜDg van art 60 te breken, en te komen tot een regeling, die ten aan zien van het stellen eener grijns aar de dienst en rusttijden der onderschei den beambten en bedienden rekening houdt met het meer en minder inspannende van den arbeid. De commissie geeft verder in overweging, om met behoud van dei maximum diensttijd van 16 uur, als nadere grens te stellen, in plaats vaD den maximum-diensttijd van 44uur in 3 etmalen, een maximum diensttijd van 168 uur in elk tijdvak van 14 achtereenvolgende etmalen. Overwogen is, of er aanleiding is, om op grond van dit verschil in de mate van inspannii g van den dienst een afzonderlijk, Jager maximum voor te stellen voor den rijtijd per dag van den wagenbestuurder Do commissie meent echter, dat de hieromtrent verstrekte gegevens geen voldoende grond opleveren voor zoo danig onderso ieid. De commissie meent, dat het aanbeveling verdient de bepalingen van „nacht" te omschrijven als hei tijdsvtrloop van 10 uur n.m. tot 5 uur v m. De commissie acht een strikt» toepassing van 10 uur onafgebroker rust (art. 50) en conti 61e op d* handhaving daarvan, van groot belang. De commissie heeft een uitvoerbare regeling om den hoofdmaaltijd onge veer op het midden van den d«g thuis te gebruiken, niet kunnen vinden. Voor een geregelde gelegenheid tot kerkbezoek heeft de commissie geen middel geschikt bevonden om dit te verzek«rer.. In overweging wordt gegeven, den rustdag van ten minBte "24 uur niet geheel, doch slechts voor 23 uur te doen nameuvalleo met bet etmaal van den Zondag mitst dan alleen diei et wordt gedaan in het eerste uur van het etmaal Het tornt der commissie voor, dat ook tegen de uitbreiding van het aantal viije Zondagen voor wagenbe stuurders ea machinisten geen bezwaar bestaat. De commissie is ervoor, dat een bepaald aantal verlofdagen wordt toegekend met behoud van loon. De commissie geeft in overweging, de arbeid van kinderen beneden 16 jaar op machine te verbieden. De commissie is voor publicearing op verschillende plaatsen van dienst roosters voor het personeel. Het komt aan de commissie voor, dat, waar de aard van den dienst vaD het rijdend personeel bij de paarden tram ondernemingen minder intensief is dan die van het rijdend personeel bij de stoomtramwegen en electrische tramwegen, een te treöen regeling zoude kunnen worden gemaakt op den voet van de bestaande regeling voor het personeel der stoomtramon dernemingen, en dus regeling van' den diensttijd, in onderscheiding van arbeidstijd, aaobeveling verdient. Het komt der commissie voor, dat het aanbeveling verdient, in de wette lijke regeling van het tramwegregle ment en van het eventueel te maken reglement voor de paardentram wegen ten aanzien van drie puuten een ver- plicnting op te leggen, en wel ten aanzien van le. het schriftelijk aanstellen der beambten 2e. htt regelen der dienstvoorwaar den bij reglement 3e. het instellen van raden van beroep, teneinde bij wijze van hooger beroep uitspraak te doen over som mige opgelegde disciplinaire str.»ffen. De commissie meent op grond vaci hetgeen bij de Verhooren ia gebleken, den wenscb te mogen uitspreken, dat de voorziening bij ziekte ook van toepassing zal zijD op de werklieden zonder vaste aanstelling, zoodra deze gedurende een termij o, die wel niet langer mag zijn dan zes maanden, ié dienst zijn. De commissie spreekt den wensch uit, dat eene voor alle werklieden geldende regeling zal omvatten eene voorziening tegen geldelijke gevolgen, zoowel van invaliditeit, als van ouder dom. Wat de maatregelen betreft in het belang van de gezondheid en veilig heid van het personeel bij de uit voering van den dienst, meent de commissie, dat er aanleiding bestaat ie overwegen op welke wijze het toe zicht op die maatregelen meer afdoende kan worden geregeld. De commissie spreekt den wenscb uit, dat moge worden beproefd met hetrekking tot het personeel van in het buitenland gevestigde tiamonder nemingen, bij internationaal verdrag eene regeling te treffen waarbij dooi de regeeringen, die daarbij be'rokkei zijn, ten aanzien van bedoeld perso- es), gelijke bepalingen worden vast gesteld en de con'róle op de naleving dier bepalingen in onderling overleg worde geregeld. De eedskwestie. Naar aanleiding van hetgeen d heer Reekers in de Eerste Kamer zeide over de eedskwestie, schrijft de „N. T. M. Couraut" het volgende Met den heer Heemskerk begrijpe wij niet hoe er menschen zijn, dit niet aan het bestaan van een Opper wezen, God, gelooven, maar zij ziji er en nog meerderen zijn er, zooair de heer Reekers juist liet uitkomen, die zich doen kennen ais practisch* atheïsten, menschen „die zicb in hun leven zoo weinig om het al of niet bestaan van den God bekommeren, dat zij er ook geen bezwaar in zullei zien om zonder diep over de zaak te deoken, te verklaren, dat zy niet aai God gelooven en dus niet de minste waarde kunnen hechten aan den eed Hoe dezulken gemoedsbezwa ren kunnen hebben tegen het afleg gen van een eed, tegen het verri h ten dus vaD een handeling, die vi o hen niets dan een ledige tormalitei san zijn, begrijpen wij niet geh*e. en al. Voor de Doopsgezinden en de Kwa kers, die deD eed verworpen hebbei als overbodige en dus met gerecht vaardigde daad, is het iets andt-rs. Voor dezen droeg het plechtig uit gesproken: ,.ja, ja," „neen, neet re-de het karakter eene godsdienstig uandeling", zegt dr. Bchaepman, ei zij gaan dan ook niet in tegen de hooge waarde van den eed, die zi eer bevestigen, omdat hun „ja" word uitgesproken „voor het oog van »ei Almachtig alwetend God, die dei. eu; ensp'eker straffen zal in zijr rechtvaardig oordeel", zooals de he-r Hovy in de Eerste Kamer te recbt opmerkte. Dat voor dezen een uitzondering wordt gemaakt is dus begrijpelijk ei verdedigbaar, vooral omdat er geei feitelij fee ongelijkheid door wordt ge schapen. Dit geschied wèl, indien men d z g. atheisten of godloochenaars vai net afleggen van den eed vtijs:elt. Hierop wees terecht de heer Rje kers. „De ongelijkheid bestaat niet in d* vrijstelling", aldus de afgevaardigde, „maar hierin, dat aan de verklarin* van den een meer waarde wordt toe gekend dan aan de verklaring vhd een ander; die ongelijkheid bestaat nierin, dat men vertrouwt, dat iemand, ie zoo ernstig over de dingen denM dat hij uit const! nti-b-zwaren den eed weigert, ook wel buiten eede d< waarheid zal zeggen." Juist z o is het. Stelt men den atheist vixj van den eed, dan zegt men hem daarmedt leve .s, dat hij meer gelooft kan war en dan een geloovig mensch, wiei s woord men duor een eed wil beves tigd zien. Wanneer men ernstig hierover na denkt. moet men er toe komen in te zien, dat deze ongelijkheid grievend is voor den geloovige, die juist door zijn geloof toch meer reden voor ver trouwbaarheid aanbiedt dan een on- geloovige. Want wie of wat zou den gene, die aan Go 1 nóch gebod gelooft, kunnen dwingen de waarheid te zeg geu wanneer de onwaarheid hem voor deeüger voorkomt? Of wij dan met rnr. Reekers zouden neigen tot afschaffing van den e-d? Wij gelooven, dat het nog maar beter is den atheisten een soort be voorrechtiog te geven. Wij gelooven dat dr Schsepman gelijk had toen hij in 1881 leeds schreef: „Ter wille echter dezer be treurenswaardige uitzonderingen den eed prijs geven, de rechtsbetrekkingen op niets anders doen rusten dan op het verloopend zand v «n het mensche lijk woord, dat zou een misdaad zijo. Het ware huldiging van den écat athée. Zij, die van den Staat de ver zaking van den eed vergen, ontzeg gen hem het recht een God te be lijden, een godsdienst te eerbiedigen, een godsdienstig bewustzijn in zich om te dragen. Zij vorderen van hem de verzekering van den lastbrief, waar in zijn gezach en zijn majesteit be schreven staan: „Alle gezach komt van God." Dat is de diepere grond van den strijd." Vraag1: Ik heb een dochter van 18 jaar, die een flinken haartooi heeft. Nu valt het 2oo erg uit. iWjeet u een middel hiertegen? Antwoord. ,U moet u wenden tot een haarkundige. Er zijn zooveel oorzaken, die haar uitval tengevolge kunnen hebben. V ra.ag. Hoe lang staat de kerk van St. Jan in de Amsterdamstraat, en wanneer is ze ingewijd? Antwoord. In (Mei 1904 is de kerk ingewijd. V r. Als een mevr. haar dienst bode met Mei de huur opzegt, kan ze dan de Nieuwjaarsfooi terugvor deren Antw. Neen. V r. Mijn dienstbode heeft haar Nieuwjaarsfooi aangenomen, en zegt mij 15 Jan. de huur op tegen 1 Mei- Moet zij ,de Nieuwjaarsfooi terugr geven Antw. Ja. het aannemen van de Nieuwjaarsfooi houdt in, dat de dienstbode tegen Mei den dienst niet zal opzeggen. U kunt die fooi dus afhouden. V r. Als een meisje met Mei haar dienst verlaat, is zij dan verplicht de Nieuwjaarsfooi terug te geven? Antw. Als zij zelf den dienst opzegt, ja. V r. Mevrouw heeft mij den dienst opgezegd. Heeft Mevrouw het recht die godspenning af te houden. Antw. ,Wij zouden, om deze vraag te kunnen beantwoorden, eerst wat meer jmoeten weten. Hoelang u in dienst geweest zijt, of 't een dagdienst is of niet enz. Vr. (Welke beteekenis heeft het Epistel van verschenen Zondag? Antw. De hooidbeteekenis ervan is de erkenning van menschelijke zwakheid en nietswaardigheid, en de bekentenis dat zelfs de hoogstge- plaatste en deugdzaamste mensch zonder Gods jhulp niets goeds kan doen. V r. Indien zes zonen van één va der, doch uit twee huwelijken af stammen, waarvan de eerste en eemgste zoon van het eerste huwe lijk gediend heeft, is dan de eerste zoon van het tweede huwelijk vrij wegens broederdienst Antw, Neen. V r. Ls de staartster, die nu te zien is, een wonderbaar feit of niet? Is die ster. die bij ons in het Wes ten staat, op een ander deel der aarde loodrecht boven het hoofd te zien Antw. Staartsterren zijn gewone natuurlijke verschijnselen dre niets wonderbaarlijks hebben. Su&a,.tster- ren zijn alleen te zien, wanneer ze op hun loop in de wereldruimte na bij de zon komen. Nu zijn sommige zoo krachtig van lient, dat ze ook op den dag te zien zijn en dus staan ze .dan wel eens (maar hoogst zeld zaam) aan het zenitti. Doch regel is dat ze eerst zichtbaar- worden, net als de sterren, als de zon is ondergegaan, en dan sta,an ze na tuurlijk dicht bij Me ondergaande zon, in het westen. V r. Wftt zijn de .Unionisten in Engeland, en welke partij is Katho liek? Antw. De Unionisten zijn meer behoudsgezind dan de Liberalen. Ka tholieken vindt men in Engeland onder de beide partijen, hoewei, voor al in verhand met de schoolwetge ving. de meeste Katholieken aan de zijde der Unionisten staan. V r. Is petroleum voor menschen ook vergif, evenals voor dieren? Antw. Petroleum wordt in de ge neeskunde niet als vergif be schouwd. V r. Hoeveel sollicitanten hebben er zich aangemeld, voor de betrek king van Bewaarder van het Voor malig ,Oude Mannenhuis aan de Groote Houtstraat alhier? En is dezelve al benoemd? Antw. Hoeveel sollicitante* is ons onbekend. Voorzoover wij we ten, heeft de benoeming nog niet plaats gehad. V r. Wanneer komt het 2e Innd- weerdistrict op Antw, fiefc 21e bat. Landweer Infanterie komt op 9 Mei 1910. Voor uwe gemeente zijn verschil lende plaatsen voor aanmelding aan gegeven. Rijnsdorp, Burgerveen Venneperdorp melden zich 8.25 uur v.m te Hillegom (tramhalte remise) Hoofddorp te 8.50 uur v.m. te Heem stede (Kerk); Rijk 8 uur v.m. te Halfweg (tramstation); Vijfhuizen te 8 uur ,v.m. in de infanterieka- zerne te Haarlem. Aanvulling. Uit Amsterdam, schrijft, men ons: In uw tweede blad. van Zaterdag 29 „Jan. komt in de Vragenbus" voor de volgende vraag: „Bestaat de spaarkas „Vesta" Haarlemmer dijk 94 nog?" Ik kan U hieromtrent mededeelen, dat de spaarkas „Vesta" wel bestaak maar niet Haarlemmerdijk 94 is maar 74 en tot' des avonds 8 uur elken dag geopend. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Reductie zich niet. aansp keiijk. Van ingezonden stulck geplaatst of niet geplaatst, wordt de py deun, inzen der met teruggegeven. Heemstede, 4 Febr. 1910. Mijnheer de Hoofdredacteur! Beleefd verzoek ik plaatsing voor't volgende. Ik las, althans ik heb be proefd te lezen, heit stuk van mijnheer Dixi. Zeg, waarde Dixi, zoudt ge niet zoo goed willen zijn eene vrij ver taaide uitgave van. dat stuk het licht te doen zien? Ai die vreemde woorden begrijp ik niet. Gelukkig dat u hier en daar de beteekenis er dadelijk op laat volgen, maar zie je, laat dan ook dien vreem den „poespas" weg, die kunt ge dan ook best missen. Boven uw stuk staat een gedichtje van „Van Alphen". Van Aiphen was eenvoudig en bovenal ook 'Hollandsch, niet waar? Nu, toen ik nog zoo'n jongen was en 's avonds van de Fransche les thuis komende, met vreemde woorden trachtte le „geu ren", zei mijn vader altijd: „Spreek je Moeders taal." En die is ook waar lijk rijk genoeg. U, Mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaatsing, Uw dw. Lezer. Wij ontvingen nog enkele ingezonden stukken van dezen aard en gelijksoor tig aan het gisteren geplaatste. Wemee nen echter, met de beide opgenome voldoende de meening der schrijvers te hebben weergegeven. RED Do Bonds feesten 1910. De Bondsfeesten, die de A. N. W. B ongeveer elk jaar geeft, zijn voor dit reuzenlichaam een prachtige reclame en een groote attractie. Echter leut de organisatie, van zulke massale feesten met steeds nieuwe clous bet bestuur nog al zware verplichtingen op en komen d feesten den Bond op kapitalen te staan. Dit laatste nu is zoo erg niet, waot de Bond met zijn 25,000 ledén is rijk genoeg. Lariiger is het om in de jaarlijksche feest viering een climax te beüouden. Ook heeft men rekening te houden met het feit dat slechts een zeer beperkt aantal plaatsen beschikt over vol doende hotels om zulk een stroom van gasten te herbergen. Op niet onvermakelijke wijze be spreekt „De Fiets" deze aangelegenheid. Het blad herinnert aan de verklaring van het Dag. Bestdat het die feesten „1 ng niet aangenaam vindt" Heel tactisch vindt het blad die uitlating van den voorzitter niet. Hoe nu: vraagt bet, moeten de gasten, die straks op bet feest zullen verschijnen, zich bewust zijn, dat zij deel uitmaken van een vertooning, die propaganda doeleinden heeft, docb de gastheeren feitelijk verdriet? Zon a's de zaken er nu voor staaD, kan ie voorloopige organisatie van de feesten niet aan het Dag. Bestuu» worden overgelaten. Men zendt geei «slachtofferden balpa naar den dans meester om cotillon aardigheden te bespreken, stuurt geen oom met een maagkwaal naar den restaurateur om het menu voor een fet stdimr op t naken, vraagt niet aan een kluizenaar om een optocht te organiseeren, noch belast een grimmige oude tante mei de taak om een kinderpartijtje ii. elkaar te zetten. kerkgaan van Militairen. Het komt den M. v. O wensohelijk voor, tegemoet te komen aan be verlangen van vele ouders met, be 'rekking tot h«t ter kerke gaan o| Zin en Fees'da en, van hunne min deij rige zoons, die in militairen di nst zijn Dientengevolge heeft de Minister bepa-dd, dat indien' door ben, die de ouderlijke macht of voogdij uitoefenen bij hei indieiiS'treden van bunne m nderjarLe zoons of pu» illen, he verlangen wordt te kennen gegeveo, dot dezen geregeld de godsdienstoefe mug n hunner gezindte, op de hier b ivea bedoelde dagen bijwonen, dn minderjarigen, voor zoover de helm ieu van deu dienst zuiks zuilen toe laten, onder geleide van den oudst- in anc-enniieit of rang, daaihee- zu'Dii te brengen zijn. kleurige tulpen, Datuuriijk uitgebroei- tie bollen, maar dank zij de* zachten winter liepen er ook reeds geruchten van het vroeg uitloopen der bollen. Zoo bestond d n vrees, dat de plotse- liose vorst de bloembollen kwaad zou doeu. iDtusschen „we geven ze zoo'n goede educatie" verzekerde men ons ia het bloembollenland, dat dat beetje vorst ze niet zal schaden. Wei hadden de bollen door de vocht watgeledeD, maar dit was b-trekkelijk gering Over de feitelijke schade kan men ook nu nog niet volkomen oordeelen, maar het is duidelijk dat men de plotselinge temperatuursverandering niet of weinig teJt zoo oover.-.ctaillig sprak men er over. Failliet verklaard: 26 Jan. De Rott. Volkscoöp. ver- bruiks- en woningvereeniging, te R'daxn. 28 Jan. A. Imminga, koffiehuishou- der en. bierhandelaar te VoenxJam. 29 Jan. E. Belt, winkelier in koloniale waren, te Ambt-Vollenhove (Sint Jans klooster). 31 Jan. L. Stuut, hotelhouder te Dockum, thans in Amerika. 28 Jan. W. Cfa. M. II. Machen, agent der Rijksverzekeringsbank, te Leiden. 31 Ja,n. M. Roth, koopman, te Vlis- singen. C. Lourens, firma C. C. Lourens en Co., sigarenhandelaar, A'dam. A. Oelderman, winkelier in kaas en boter, Amsterdam. 1 Fehr. F. W. Clements Jr., koop man en winkelier, te Heesselt. J. J. Tiebackx, 's-Gravephage. 1 Febr. W. Th. van Hulst, brood bakker, te Delft. P. L. van Ileyzen, koopman te 's-Gravenhage. F. J. Taverne, arts, te 's-Graven hage. 2 Febr. A. F. Sandbergen, agent in brandsloffen, Amsterdam. J. A. M. Bensker, klerk bij de posterijen en de telegrafie, R'dam. Geëindigd: door het verbindend worden der uildeelingslijst de faillisse menten van S. Vogelzang, zich noemen de en schrijvende S. Bartjes, werkman te Steggerda; M. Plantenga, te A'dam; P. Does, te Hilversum; A. Zeegers, te A'dam; D. Greven Jr., vroeger te Oude-Pekela, thans zonder bekende woon- en verblijfplaats. Geëindigd door het verbindend worden der uitdeelingsljjst, het faillis sement W. Jonker, te Apeldoorn. Ter vervanging van mr. R. Kra nenburg, is in de faillissementen L. J. M. A. Ilolthaus, koopman, en W. Wolt huis, zonder beroep, beiden te Gronin gen, aangesteld mr. A. W. Koch, aldaar. De Komeet van Hailey. De komeet van Hally zal hoogst waarschijnlijk de eer van een expe dnie genieten. Op vo- rstoi van professor Birke.and te Christianiu wil men dn Voorjaar naar Fmmarken gaan om -ie koiueet waar le nemen. Over het grootsche pian vertelt de heer Krognees in „Afienposl": „Men wil den invioed a r komeet op net noorderlicht en de magnetische ver scbijuseien nauwaeurig onderzoekeu. Zooals men weet, zal de komeet ditmaal een zeer gunstige positie tot de aar-le innemen, zoodat men ïu staat zal ziju mogelijke invloeien van oen kumetenstxari op de aard-atmos- leeieu vast le stelten. Hoe meer noordelyk, hoe beter dit plan volvoerd kan worden Omstreeks 18 Mei zal de komeet met de zon in „conjunctie" komen. De alstand tus sentn aarde e komeet kern bedraagt dan „u aar" 20.U0j.UoU K..M. De staait zat direct naai de aarde zijn gekeerd en de nioge-yaheid bestaat, dat de staart de aarde utmosleeren raakt. Prof. Birkeiand meent, dal de staart een electrische uitstraling van de komeet is en wanneer dat zoo is, zuilen deze stralen, vooral in de pool streken door de aarde-atruusfeeren op gezogen worden. Dtt geelt dan grootse ie noorderlicht verectujuseien. Jdet noorderlicht is, voigen? prof. Bnkeiand, aan eitctn- scne uitstraling v n de zon, vooral van de zonnevlekken, toe tescurijven. De electrische stralen van de komeet (de staart; worden aangetrokken door oen ring de noorderiienigordel welke r men zich om de magneti ehe as van de aarde denken moet. Mag uetische verschijnselen kunnen niet uitblijven. De Nourweegsche vorschers denken, tut de invloed van den komeetstaarl zal blijken in magnetische stormen, zoodra de staan de aarde raakt, 't Is moge ijk dat de staait den leiegraat dienst belangrijk in de war brengt." Uit h-t bloembollenland. Men heeft reeds in Decern be genoten van de keurige mandjes OVERSTROOMINGEN EN KO METEN. Wij spraken reeds over de kometen esi het volksgeloof der middeleeuwen, dat ue staartsterren, een volksramp aan kondigen zoutten. Dit voiksgetool vindt zijn grond in de over.u.guig van de mannen der we tenschap in die dagen, dat n_i. de ko- me.em een storeunlen invloed zouden ui loei tawari op onze aarde. Wij, ver- Lch.e twintigste-eeuwers, halen op ge wei in oenig v erbartd. staat met de ver schijning dar nieuwe komeei-1910a. Curieus, dat de directeur va* het ob servatorium te Meudon, de heer De«- iandres, thans in strijd met de alge meen geldende meening ver klare* komt, dat hij de hypothese, dat ee* komeet de atmosfeer van onze aard* in geweldige beroering kan brenge*. geenszins voor verwerpelijk acht. 0|» grond van zuiver wetenschappelijke r*- deneering aldus geeft de „N. Gt." li* meening van dezen geleerde weer laat zich de invloed zeer goed ver klaren. Zoo neemt men tegenwoordig als ze ker aaji, dat de staart van een komee* slechts verlicht wordt door de wer king der kathode-str,a.ien die van d* zon uitgaan. Die stralen, die ietier bij een natuur- kunjdige voordracht, of in een labo ratorium wel eens in een Crook'sch* buis gezien heeft, verlichten door phos phorescence de oneindig kleine par tikeltjes die de komatenstaart samen stellen en drijven dien staart tegelijk i* een richting tegengesteld aan die va» de zon door hem met positieve electri- citeit te laden. Maar wanneer katho de-stralen een weerstand ontmoeten, veranderen zij in. X-stralen die sieikj verplaatsen met een snelheid gelijk aa» die van het licht, n.l. van 300.000 kilo- meitiers in de seconde. De staart va* een komeet is derhalve een machtige bron van X-stralen, diie behalve ee* enorme snelheid, ook een zeer groot doordringingisvermogen hebben. Ais me* nu daarbij weet dat de X- of Röntgen stralen de eigenschap bezitten, om dam pen te condenseeren, dan volgt daar uit van zelf, dat de X-stralen van d« komeet komende eenmaal tot denaard- schen dampkring doorgedrongen, daar een geduchte condensatie en neerslag kunnen veroorzaken. Zou de officiëele wetenschap op har* eerste hypothese terugkomen? Het is interessant te weten, op wel ke wijze groote mannen hun'meester stukken hebben samengesteld en onder welke invloeden hun gerJe het hoogtepunt bereikte Wanneer Soerstee eenof andere ge dachte voor den geest zweGlp, dan kon hij uren lang on beweeglijk blijven staan totdat zijn machtig veisiand het de: kbeeld geheel meester was. In een onderaardsoh vertrek iu de- diepste stilte oefende Damosthenee zich in zijn redevoeringen, die hij tot het. Atheecsche volk wilde houden. Caesar daarenteten schreef zijn commentaren overal; zoowel te voet als te paard scoreef hij of dicteerde hij aan zijne secretarissen. De Homerus van de Latijrsche poezie Eonius dronk een flink glas wijn, alvorens hij zich aan het werk zette, een gewoonte, die ook Horatius m«t hem gemeen had. Keizer Augustus benutte den tijd, dat bij baadde om zich op de dicht kunst toe te leggen, en gedurende zijn baden maakte bij twee boekdeeltjes met verzen. Seneca, de groot" wijsgeer was zoo trager en zwak, dat hij dikwijls in zijn bed werfete iu zijn dek ens gehuld, zooa s Calvijn en ook Rossini deed, wannser hij geen geld genoeg b-izai om hout te boopen, teneinde vuur aan te leggen. De heilige Chrymstomus schreef en overwoog zijn leerredenen,steeds voor een beeltenis van den heiligen Paulus. De heilige Barnardus ontleende zijne inspiraties aan de natuur en welk weer het ook was, bij regen of zon neschijn, steeds ging hij wandelen en kwam soms doornat, met modder uevuild thuis, maar dan had hij ook steeds gevonden, waarnaar hij gezocht had. Een der schitterendste rechtsgeleer den de buit-Dg m m oekwame Cujas, had de eigenaar rige gewoonte om languit op zijn buik op een tapijt gelegen te we aen begraven tusschen pyramid* n van b. ek n waaruit hij *le document*u putte voor zijn groot werk, waardoor nij zijn vermaardheid verwierf. Kardinaal R chelieu, stond evenals Bossuet des nachts op, na drie uur geslapen te hebben, hij werkte dan tot de morgen aanbrak en begaf zich dan wederom ter ruste. Balzad had deze eigenschap met Richelieu en Bo suet gemeen, doch wanneer hij vaa midderuacut tot den morgen gewerkt had, ging hij een fl nke wandeiu g doeu en ging hij zijn tnuiskomst met niouwen ijver aan 't werfe Mezerai en EtLnne konden slechts hij lamplicht werk-n. Wanneer laatst genoemde ovt-r dag moest *chujven, dan liet hij de ven-t ra van rijn werk kamer eluuen, en de «aor-en aansta ken Gluck wis gewuou, oiu wanneer hij werkte zijn insp ratios te vragen aan een flesch chump gne, die by hem op zijn lessenaar eioud. De twee Cormillei'd woonden ta samen iü »en buis te Rouen. Pierre, woonde boven *n wanneer bij een vers niet kon voltooien, riep nij tot ztjn broeder 'Inumae, die beneden woonde, „Tnomks, ten rijmwoord." Deze wist aiiiju ntt juiete rijmwoord te geven, en wedeiom terug op zijn kamer ging nij door met aan zijn vrouw verzsn te dicieeren. R.cine maakte Ve zen terwijl hy wandelde en zij ve.ien m-1 vuur dekiameerde. Dit ov. rt. wam hem ook een keer uy hei „*aes udeeTurieries" waar hij z co, lueu hy wter tot zich zelf kwam, omriLigo zag, door een schaar werklieden aie me. nden, met eet waanzinnige te doen te hebben, die zich wilde gaan verdrinken. Zoo zie i wij, dat ieder vaa die zag van onze be.or toegeruste sterren kundigen voor die middvieeuwsche we- groote mannen een eigenaardigheid tenschap de schouders op. Toch waag- had. den. wy de veronderstelling dat moge lijk de «versirooatiDgcn in Frankrijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 10