Sociale Berichten.
Wat anderen zeggen.
Vragenbus.
Sport en Wedstrijden.
Leger en Vloot.
VAN ELDERS.
Wetenschappelijke Berichten.
I andbouw en Visscherij.
Wetenswaardig Allerlei.
INGEZONDEN.
Rechtszaken.
HOE GROOTE MANNEN
WERKEN.
van zedeloosheidbeperking van Zon-
dagsarbeid en nachtarbeid ln brood
bakkerijen; nadere regeling van de
rechten van successie en van overgang
everpaDg i)ij overlijdeninstelling van
van Bakkersradepregeling van de
begrootingen en rekeningen van staats
bedrijven wijziging eo aanvulling van
de Hinderwet (bestrijding van water
verontreiniging enz); wijziging en
verbooging der Indische begrooting
1910, ten behoeve van een reorgaci
satia van den burgerlijken geneeskun
digen dienst. Overbrenging bij de
provincie Groningen van het beheer
en de exploitatie van haven en haven
werken en van het onderhoud vaD
het havenemplacement te Delfzijl
aanvulling landbouwbegrooting 1910
(dekking tekort Rijksverzekerings
bank); Nadere wijziging der wet, bou
dende voorloopige maatregelen tot
behoud van vicariegoederenWijzi
ging der wet op het Nederlanderschsp
en het ingezetenschap; Regularisatie-
wet betrekkelijk de Surinaamsche be
grooting 1908; Vaststelling der Suri
naamsche rekening 1906; Onteigening
in de gemeente Dreumel, voor de vrij
making van het verkeer op den weg
over den Voren schen dam en de Dreu-
melsche straat onder genoemde ge
meente; Kwijtschelding aan W. F
H. van Amerom en H. C. H. de Bie,
van den lande aankomende vorderin
gen; verkoop aan de gemeente Rot
lerdam van net aan den Staat behoo
rende deel van de Ruigepiaat bij
Delfshaven enz.; Aanvulling van de
bepalingen in het Wetboek van Bur
gerlijke Rechtsvordering; Naturalisatie
van C. M. Goeaeels e. a.; het voorstel
van den heer Troelstra, tot het houdeD
eener enquête omtrent handelingen
van den toenmaligen minister van
Binnenlandsche Zaken ter zake van
decoraties in 1903 en 1905.
Voorts is de voorzitter voornemens
aan de Kamer voor te stellen, na
afloop v?n bovenvermeld afdeelings-
onderzoek aan de orde te stellen, in
nader te bepalen volgorde, de beraad
slaging over de wetsontwerpen:
Wijziging der wet tot regeling van
het militaire onderwijs bij de land
macht enz.; goedkeuring van een ko
loniale verordening tot bet aangaan
van een algemeene geldleening ten
laste der kolonie Suriname; wijziging
Justitiebegrooting 1909 (maatregelen
in het belang van ontslagen gevange
nen; regetiog der administratieve
rechtspraak III; klassen en samen
stelling der gerechten en jaarwedden
der rechterlijke ambtenaren en be
ambten; regeling der administratieve
rechtspraak IVregeling van de hef
fing van griffiersrechten, enzwijziging
der Wet op de Rechterlijke Organi
satie en het Beleid der Justitie; ver
hooging der Financiën begrooting 1909
(17e predikant Ned. Herv. Gemeente
te Rotterdam);
alsmede de beraadslaging over: de
sociale verzekeringen; de ecbooltoe
standen to Putten, Zuilichem, Beu-
ningen, Weert en Schoonhoven mei
interpellatie van den heer Ter Laan.
De regoeringseDquête raar het
Tramwegpersoneel.
Het verslag en bijlagen zijn ver-
Bchenen van de staatscommissie van
enquête omtrent het tramwegperso
neel, benoemd bij Koninklijk besluit
van 29 Mei 1906.
De commissie geeft o a. onderstaande
maatregelen in overweging.
De commissie meent, dat het over
weging verdient bij de regeling van
de diec st en rusttijden niet meer vast
te houden aan het thans bestaand
onderscheid doch het gebeele personeel
in die regeling te betrekken, zoomede
om met de thans bestaande uniforme
regeÜDg van art 60 te breken, en te
komen tot een regeling, die ten aan
zien van het stellen eener grijns aar
de dienst en rusttijden der onderschei
den beambten en bedienden rekening
houdt met het meer en minder
inspannende van den arbeid.
De commissie geeft verder in
overweging, om met behoud van dei
maximum diensttijd van 16 uur, als
nadere grens te stellen, in plaats vaD
den maximum-diensttijd van 44uur
in 3 etmalen, een maximum diensttijd
van 168 uur in elk tijdvak van 14
achtereenvolgende etmalen.
Overwogen is, of er aanleiding is,
om op grond van dit verschil in de
mate van inspannii g van den dienst
een afzonderlijk, Jager maximum voor
te stellen voor den rijtijd per dag van
den wagenbestuurder
Do commissie meent echter, dat de
hieromtrent verstrekte gegevens geen
voldoende grond opleveren voor zoo
danig onderso ieid.
De commissie meent, dat het
aanbeveling verdient de bepalingen
van „nacht" te omschrijven als hei
tijdsvtrloop van 10 uur n.m. tot 5
uur v m.
De commissie acht een strikt»
toepassing van 10 uur onafgebroker
rust (art. 50) en conti 61e op d*
handhaving daarvan, van groot belang.
De commissie heeft een uitvoerbare
regeling om den hoofdmaaltijd onge
veer op het midden van den d«g
thuis te gebruiken, niet kunnen
vinden.
Voor een geregelde gelegenheid tot
kerkbezoek heeft de commissie geen
middel geschikt bevonden om dit te
verzek«rer..
In overweging wordt gegeven, den
rustdag van ten minBte "24 uur niet
geheel, doch slechts voor 23 uur te
doen nameuvalleo met bet etmaal
van den Zondag mitst dan alleen diei et
wordt gedaan in het eerste uur van
het etmaal
Het tornt der commissie voor, dat
ook tegen de uitbreiding van het
aantal viije Zondagen voor wagenbe
stuurders ea machinisten geen bezwaar
bestaat.
De commissie is ervoor, dat een
bepaald aantal verlofdagen wordt
toegekend met behoud van loon.
De commissie geeft in overweging,
de arbeid van kinderen beneden 16
jaar op machine te verbieden.
De commissie is voor publicearing
op verschillende plaatsen van dienst
roosters voor het personeel.
Het komt aan de commissie voor,
dat, waar de aard van den dienst vaD
het rijdend personeel bij de paarden
tram ondernemingen minder intensief
is dan die van het rijdend personeel
bij de stoomtramwegen en electrische
tramwegen, een te treöen regeling
zoude kunnen worden gemaakt op
den voet van de bestaande regeling
voor het personeel der stoomtramon
dernemingen, en dus regeling van'
den diensttijd, in onderscheiding van
arbeidstijd, aaobeveling verdient.
Het komt der commissie voor, dat
het aanbeveling verdient, in de wette
lijke regeling van het tramwegregle
ment en van het eventueel te maken
reglement voor de paardentram wegen
ten aanzien van drie puuten een ver-
plicnting op te leggen, en wel ten
aanzien van
le. het schriftelijk aanstellen der
beambten
2e. htt regelen der dienstvoorwaar
den bij reglement
3e. het instellen van raden van
beroep, teneinde bij wijze van hooger
beroep uitspraak te doen over som
mige opgelegde disciplinaire str.»ffen.
De commissie meent op grond vaci
hetgeen bij de Verhooren ia gebleken,
den wenscb te mogen uitspreken, dat
de voorziening bij ziekte ook van
toepassing zal zijD op de werklieden
zonder vaste aanstelling, zoodra deze
gedurende een termij o, die wel niet
langer mag zijn dan zes maanden, ié
dienst zijn.
De commissie spreekt den wensch
uit, dat eene voor alle werklieden
geldende regeling zal omvatten eene
voorziening tegen geldelijke gevolgen,
zoowel van invaliditeit, als van ouder
dom.
Wat de maatregelen betreft in het
belang van de gezondheid en veilig
heid van het personeel bij de uit
voering van den dienst, meent de
commissie, dat er aanleiding bestaat
ie overwegen op welke wijze het toe
zicht op die maatregelen meer afdoende
kan worden geregeld.
De commissie spreekt den wenscb
uit, dat moge worden beproefd met
hetrekking tot het personeel van in
het buitenland gevestigde tiamonder
nemingen, bij internationaal verdrag
eene regeling te treffen waarbij dooi
de regeeringen, die daarbij be'rokkei
zijn, ten aanzien van bedoeld perso-
es), gelijke bepalingen worden vast
gesteld en de con'róle op de naleving
dier bepalingen in onderling overleg
worde geregeld.
De eedskwestie.
Naar aanleiding van hetgeen d
heer Reekers in de Eerste Kamer
zeide over de eedskwestie, schrijft
de „N. T. M. Couraut" het volgende
Met den heer Heemskerk begrijpe
wij niet hoe er menschen zijn, dit
niet aan het bestaan van een Opper
wezen, God, gelooven, maar zij ziji
er en nog meerderen zijn er, zooair
de heer Reekers juist liet uitkomen,
die zich doen kennen ais practisch*
atheïsten, menschen „die zicb in hun
leven zoo weinig om het al of niet
bestaan van den God bekommeren,
dat zij er ook geen bezwaar in zullei
zien om zonder diep over de zaak te
deoken, te verklaren, dat zy niet aai
God gelooven en dus niet de minste
waarde kunnen hechten aan den eed
Hoe dezulken gemoedsbezwa
ren kunnen hebben tegen het afleg
gen van een eed, tegen het verri h
ten dus vaD een handeling, die vi o
hen niets dan een ledige tormalitei
san zijn, begrijpen wij niet geh*e.
en al.
Voor de Doopsgezinden en de Kwa
kers, die deD eed verworpen hebbei
als overbodige en dus met gerecht
vaardigde daad, is het iets andt-rs.
Voor dezen droeg het plechtig uit
gesproken: ,.ja, ja," „neen, neet
re-de het karakter eene godsdienstig
uandeling", zegt dr. Bchaepman, ei
zij gaan dan ook niet in tegen de
hooge waarde van den eed, die zi
eer bevestigen, omdat hun „ja" word
uitgesproken „voor het oog van »ei
Almachtig alwetend God, die dei.
eu; ensp'eker straffen zal in zijr
rechtvaardig oordeel", zooals de he-r
Hovy in de Eerste Kamer te recbt
opmerkte.
Dat voor dezen een uitzondering
wordt gemaakt is dus begrijpelijk ei
verdedigbaar, vooral omdat er geei
feitelij fee ongelijkheid door wordt ge
schapen.
Dit geschied wèl, indien men d
z g. atheisten of godloochenaars vai
net afleggen van den eed vtijs:elt.
Hierop wees terecht de heer Rje
kers.
„De ongelijkheid bestaat niet in d*
vrijstelling", aldus de afgevaardigde,
„maar hierin, dat aan de verklarin*
van den een meer waarde wordt toe
gekend dan aan de verklaring vhd
een ander; die ongelijkheid bestaat
nierin, dat men vertrouwt, dat iemand,
ie zoo ernstig over de dingen denM
dat hij uit const! nti-b-zwaren den
eed weigert, ook wel buiten eede d<
waarheid zal zeggen."
Juist z o is het.
Stelt men den atheist vixj van den
eed, dan zegt men hem daarmedt
leve .s, dat hij meer gelooft kan war
en dan een geloovig mensch, wiei s
woord men duor een eed wil beves
tigd zien.
Wanneer men ernstig hierover na
denkt. moet men er toe komen in te
zien, dat deze ongelijkheid grievend
is voor den geloovige, die juist door
zijn geloof toch meer reden voor ver
trouwbaarheid aanbiedt dan een on-
geloovige. Want wie of wat zou den
gene, die aan Go 1 nóch gebod gelooft,
kunnen dwingen de waarheid te zeg
geu wanneer de onwaarheid hem voor
deeüger voorkomt?
Of wij dan met rnr. Reekers zouden
neigen tot afschaffing van den e-d?
Wij gelooven, dat het nog maar
beter is den atheisten een soort be
voorrechtiog te geven.
Wij gelooven dat dr Schsepman
gelijk had toen hij in 1881 leeds
schreef: „Ter wille echter dezer be
treurenswaardige uitzonderingen den
eed prijs geven, de rechtsbetrekkingen
op niets anders doen rusten dan op
het verloopend zand v «n het mensche
lijk woord, dat zou een misdaad zijo.
Het ware huldiging van den écat
athée. Zij, die van den Staat de ver
zaking van den eed vergen, ontzeg
gen hem het recht een God te be
lijden, een godsdienst te eerbiedigen,
een godsdienstig bewustzijn in zich
om te dragen. Zij vorderen van hem
de verzekering van den lastbrief, waar
in zijn gezach en zijn majesteit be
schreven staan: „Alle gezach komt
van God." Dat is de diepere grond
van den strijd."
Vraag1: Ik heb een dochter van
18 jaar, die een flinken haartooi
heeft.
Nu valt het 2oo erg uit. iWjeet u
een middel hiertegen?
Antwoord. ,U moet u wenden
tot een haarkundige.
Er zijn zooveel oorzaken, die haar
uitval tengevolge kunnen hebben.
V ra.ag. Hoe lang staat de kerk
van St. Jan in de Amsterdamstraat,
en wanneer is ze ingewijd?
Antwoord. In (Mei 1904 is de
kerk ingewijd.
V r. Als een mevr. haar dienst
bode met Mei de huur opzegt, kan
ze dan de Nieuwjaarsfooi terugvor
deren
Antw. Neen.
V r. Mijn dienstbode heeft haar
Nieuwjaarsfooi aangenomen, en zegt
mij 15 Jan. de huur op tegen 1 Mei-
Moet zij ,de Nieuwjaarsfooi terugr
geven
Antw. Ja. het aannemen van de
Nieuwjaarsfooi houdt in, dat de
dienstbode tegen Mei den dienst
niet zal opzeggen. U kunt die fooi
dus afhouden.
V r. Als een meisje met Mei haar
dienst verlaat, is zij dan verplicht
de Nieuwjaarsfooi terug te geven?
Antw. Als zij zelf den dienst
opzegt, ja.
V r. Mevrouw heeft mij den dienst
opgezegd. Heeft Mevrouw het recht
die godspenning af te houden.
Antw. ,Wij zouden, om deze
vraag te kunnen beantwoorden, eerst
wat meer jmoeten weten. Hoelang
u in dienst geweest zijt, of 't een
dagdienst is of niet enz.
Vr. (Welke beteekenis heeft het
Epistel van verschenen Zondag?
Antw. De hooidbeteekenis ervan
is de erkenning van menschelijke
zwakheid en nietswaardigheid, en
de bekentenis dat zelfs de hoogstge-
plaatste en deugdzaamste mensch
zonder Gods jhulp niets goeds kan
doen.
V r. Indien zes zonen van één va
der, doch uit twee huwelijken af
stammen, waarvan de eerste en
eemgste zoon van het eerste huwe
lijk gediend heeft, is dan de eerste
zoon van het tweede huwelijk vrij
wegens broederdienst
Antw, Neen.
V r. Ls de staartster, die nu te
zien is, een wonderbaar feit of niet?
Is die ster. die bij ons in het Wes
ten staat, op een ander deel der
aarde loodrecht boven het hoofd te
zien
Antw. Staartsterren zijn gewone
natuurlijke verschijnselen dre niets
wonderbaarlijks hebben. Su&a,.tster-
ren zijn alleen te zien, wanneer ze
op hun loop in de wereldruimte na
bij de zon komen. Nu zijn sommige
zoo krachtig van lient, dat ze ook
op den dag te zien zijn en dus staan
ze .dan wel eens (maar hoogst zeld
zaam) aan het zenitti. Doch regel
is dat ze eerst zichtbaar- worden,
net als de sterren, als de zon is
ondergegaan, en dan sta,an ze na
tuurlijk dicht bij Me ondergaande
zon, in het westen.
V r. Wftt zijn de .Unionisten in
Engeland, en welke partij is Katho
liek?
Antw. De Unionisten zijn meer
behoudsgezind dan de Liberalen. Ka
tholieken vindt men in Engeland
onder de beide partijen, hoewei, voor
al in verhand met de schoolwetge
ving. de meeste Katholieken aan de
zijde der Unionisten staan.
V r. Is petroleum voor menschen
ook vergif, evenals voor dieren?
Antw. Petroleum wordt in de ge
neeskunde niet als vergif be
schouwd.
V r. Hoeveel sollicitanten hebben
er zich aangemeld, voor de betrek
king van Bewaarder van het Voor
malig ,Oude Mannenhuis aan de
Groote Houtstraat alhier?
En is dezelve al benoemd?
Antw. Hoeveel sollicitante* is
ons onbekend. Voorzoover wij we
ten, heeft de benoeming nog niet
plaats gehad.
V r. Wanneer komt het 2e Innd-
weerdistrict op
Antw, fiefc 21e bat. Landweer
Infanterie komt op 9 Mei 1910.
Voor uwe gemeente zijn verschil
lende plaatsen voor aanmelding aan
gegeven. Rijnsdorp, Burgerveen
Venneperdorp melden zich 8.25 uur
v.m te Hillegom (tramhalte remise)
Hoofddorp te 8.50 uur v.m. te Heem
stede (Kerk); Rijk 8 uur v.m. te
Halfweg (tramstation); Vijfhuizen
te 8 uur ,v.m. in de infanterieka-
zerne te Haarlem.
Aanvulling. Uit Amsterdam,
schrijft, men ons:
In uw tweede blad. van Zaterdag
29 „Jan. komt in de Vragenbus"
voor de volgende vraag: „Bestaat
de spaarkas „Vesta" Haarlemmer
dijk 94 nog?"
Ik kan U hieromtrent mededeelen,
dat de spaarkas „Vesta" wel bestaak
maar niet Haarlemmerdijk 94 is
maar 74 en tot' des avonds 8 uur
elken dag geopend.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Reductie zich niet. aansp keiijk.
Van ingezonden stulck geplaatst of
niet geplaatst, wordt de py deun, inzen
der met teruggegeven.
Heemstede, 4 Febr. 1910.
Mijnheer de Hoofdredacteur!
Beleefd verzoek ik plaatsing voor't
volgende. Ik las, althans ik heb be
proefd te lezen, heit stuk van mijnheer
Dixi. Zeg, waarde Dixi, zoudt ge niet
zoo goed willen zijn eene vrij ver
taaide uitgave van. dat stuk het licht
te doen zien?
Ai die vreemde woorden begrijp ik
niet. Gelukkig dat u hier en daar de
beteekenis er dadelijk op laat volgen,
maar zie je, laat dan ook dien vreem
den „poespas" weg, die kunt ge dan
ook best missen. Boven uw stuk staat
een gedichtje van „Van Alphen". Van
Aiphen was eenvoudig en bovenal ook
'Hollandsch, niet waar? Nu, toen
ik nog zoo'n jongen was en 's avonds
van de Fransche les thuis komende,
met vreemde woorden trachtte le „geu
ren", zei mijn vader altijd: „Spreek
je Moeders taal." En die is ook waar
lijk rijk genoeg.
U, Mijnheer de Redacteur, dankend
voor de plaatsing,
Uw dw.
Lezer.
Wij ontvingen nog enkele ingezonden
stukken van dezen aard en gelijksoor
tig aan het gisteren geplaatste. Wemee
nen echter, met de beide opgenome
voldoende de meening der schrijvers
te hebben weergegeven.
RED
Do Bonds feesten 1910.
De Bondsfeesten, die de A. N. W. B
ongeveer elk jaar geeft, zijn voor dit
reuzenlichaam een prachtige reclame
en een groote attractie. Echter leut
de organisatie, van zulke massale
feesten met steeds nieuwe clous bet
bestuur nog al zware verplichtingen
op en komen d feesten den Bond op
kapitalen te staan. Dit laatste nu
is zoo erg niet, waot de Bond met zijn
25,000 ledén is rijk genoeg. Lariiger
is het om in de jaarlijksche feest
viering een climax te beüouden. Ook
heeft men rekening te houden met
het feit dat slechts een zeer beperkt
aantal plaatsen beschikt over vol
doende hotels om zulk een stroom
van gasten te herbergen.
Op niet onvermakelijke wijze be
spreekt „De Fiets" deze aangelegenheid.
Het blad herinnert aan de verklaring
van het Dag. Bestdat het die feesten
„1 ng niet aangenaam vindt" Heel
tactisch vindt het blad die uitlating
van den voorzitter niet.
Hoe nu: vraagt bet, moeten de
gasten, die straks op bet feest zullen
verschijnen, zich bewust zijn, dat zij
deel uitmaken van een vertooning,
die propaganda doeleinden heeft, docb
de gastheeren feitelijk verdriet? Zon
a's de zaken er nu voor staaD, kan
ie voorloopige organisatie van de
feesten niet aan het Dag. Bestuu»
worden overgelaten. Men zendt geei
«slachtofferden balpa naar den dans
meester om cotillon aardigheden te
bespreken, stuurt geen oom met een
maagkwaal naar den restaurateur om
het menu voor een fet stdimr op t
naken, vraagt niet aan een kluizenaar
om een optocht te organiseeren, noch
belast een grimmige oude tante mei
de taak om een kinderpartijtje ii.
elkaar te zetten.
kerkgaan van Militairen.
Het komt den M. v. O wensohelijk
voor, tegemoet te komen aan be
verlangen van vele ouders met, be
'rekking tot h«t ter kerke gaan o|
Zin en Fees'da en, van hunne min
deij rige zoons, die in militairen
di nst zijn
Dientengevolge heeft de Minister
bepa-dd, dat indien' door ben, die de
ouderlijke macht of voogdij uitoefenen
bij hei indieiiS'treden van bunne
m nderjarLe zoons of pu» illen, he
verlangen wordt te kennen gegeveo,
dot dezen geregeld de godsdienstoefe
mug n hunner gezindte, op de hier
b ivea bedoelde dagen bijwonen, dn
minderjarigen, voor zoover de helm
ieu van deu dienst zuiks zuilen toe
laten, onder geleide van den oudst-
in anc-enniieit of rang, daaihee-
zu'Dii te brengen zijn.
kleurige tulpen, Datuuriijk uitgebroei-
tie bollen, maar dank zij de* zachten
winter liepen er ook reeds geruchten
van het vroeg uitloopen der bollen.
Zoo bestond d n vrees, dat de plotse-
liose vorst de bloembollen kwaad zou
doeu. iDtusschen „we geven ze zoo'n
goede educatie" verzekerde men ons
ia het bloembollenland, dat dat beetje
vorst ze niet zal schaden. Wei hadden
de bollen door de vocht watgeledeD,
maar dit was b-trekkelijk gering
Over de feitelijke schade kan men
ook nu nog niet volkomen oordeelen,
maar het is duidelijk dat men de
plotselinge temperatuursverandering
niet of weinig teJt zoo oover.-.ctaillig
sprak men er over.
Failliet verklaard:
26 Jan. De Rott. Volkscoöp. ver-
bruiks- en woningvereeniging, te R'daxn.
28 Jan. A. Imminga, koffiehuishou-
der en. bierhandelaar te VoenxJam.
29 Jan. E. Belt, winkelier in koloniale
waren, te Ambt-Vollenhove (Sint Jans
klooster).
31 Jan. L. Stuut, hotelhouder te
Dockum, thans in Amerika.
28 Jan. W. Cfa. M. II. Machen, agent
der Rijksverzekeringsbank, te Leiden.
31 Ja,n. M. Roth, koopman, te Vlis-
singen.
C. Lourens, firma C. C. Lourens
en Co., sigarenhandelaar, A'dam.
A. Oelderman, winkelier in kaas
en boter, Amsterdam.
1 Fehr. F. W. Clements Jr., koop
man en winkelier, te Heesselt.
J. J. Tiebackx, 's-Gravephage.
1 Febr. W. Th. van Hulst, brood
bakker, te Delft.
P. L. van Ileyzen, koopman te
's-Gravenhage.
F. J. Taverne, arts, te 's-Graven
hage.
2 Febr. A. F. Sandbergen, agent in
brandsloffen, Amsterdam.
J. A. M. Bensker, klerk bij de
posterijen en de telegrafie, R'dam.
Geëindigd: door het verbindend
worden der uildeelingslijst de faillisse
menten van S. Vogelzang, zich noemen
de en schrijvende S. Bartjes, werkman
te Steggerda; M. Plantenga, te A'dam;
P. Does, te Hilversum; A. Zeegers,
te A'dam; D. Greven Jr., vroeger te
Oude-Pekela, thans zonder bekende
woon- en verblijfplaats.
Geëindigd door het verbindend
worden der uitdeelingsljjst, het faillis
sement W. Jonker, te Apeldoorn.
Ter vervanging van mr. R. Kra
nenburg, is in de faillissementen L. J.
M. A. Ilolthaus, koopman, en W. Wolt
huis, zonder beroep, beiden te Gronin
gen, aangesteld mr. A. W. Koch, aldaar.
De Komeet van Hailey.
De komeet van Hally zal hoogst
waarschijnlijk de eer van een expe
dnie genieten. Op vo- rstoi van professor
Birke.and te Christianiu wil men dn
Voorjaar naar Fmmarken gaan om
-ie koiueet waar le nemen.
Over het grootsche pian vertelt de
heer Krognees in „Afienposl": „Men
wil den invioed a r komeet op net
noorderlicht en de magnetische ver
scbijuseien nauwaeurig onderzoekeu.
Zooals men weet, zal de komeet
ditmaal een zeer gunstige positie tot
de aar-le innemen, zoodat men ïu
staat zal ziju mogelijke invloeien van
oen kumetenstxari op de aard-atmos-
leeieu vast le stelten.
Hoe meer noordelyk, hoe beter dit
plan volvoerd kan worden Omstreeks
18 Mei zal de komeet met de zon in
„conjunctie" komen. De alstand tus
sentn aarde e komeet kern bedraagt
dan „u aar" 20.U0j.UoU K..M. De staait
zat direct naai de aarde zijn gekeerd
en de nioge-yaheid bestaat, dat de
staart de aarde utmosleeren raakt.
Prof. Birkeiand meent, dal de staart
een electrische uitstraling van de
komeet is en wanneer dat zoo is,
zuilen deze stralen, vooral in de pool
streken door de aarde-atruusfeeren op
gezogen worden.
Dtt geelt dan grootse ie noorderlicht
verectujuseien. Jdet noorderlicht is,
voigen? prof. Bnkeiand, aan eitctn-
scne uitstraling v n de zon, vooral
van de zonnevlekken, toe tescurijven.
De electrische stralen van de komeet
(de staart; worden aangetrokken door
oen ring de noorderiienigordel
welke r men zich om de magneti ehe
as van de aarde denken moet. Mag
uetische verschijnselen kunnen niet
uitblijven.
De Nourweegsche vorschers denken,
tut de invloed van den komeetstaarl
zal blijken in magnetische stormen,
zoodra de staan de aarde raakt, 't Is
moge ijk dat de staait den leiegraat
dienst belangrijk in de war brengt."
Uit h-t bloembollenland.
Men heeft reeds in Decern be
genoten van de keurige mandjes
OVERSTROOMINGEN EN KO
METEN.
Wij spraken reeds over de kometen
esi het volksgeloof der middeleeuwen,
dat ue staartsterren, een volksramp aan
kondigen zoutten.
Dit voiksgetool vindt zijn grond in
de over.u.guig van de mannen der we
tenschap in die dagen, dat n_i. de ko-
me.em een storeunlen invloed zouden
ui loei tawari op onze aarde. Wij, ver-
Lch.e twintigste-eeuwers, halen op ge
wei in oenig v erbartd. staat met de ver
schijning dar nieuwe komeei-1910a.
Curieus, dat de directeur va* het ob
servatorium te Meudon, de heer De«-
iandres, thans in strijd met de alge
meen geldende meening ver klare*
komt, dat hij de hypothese, dat ee*
komeet de atmosfeer van onze aard*
in geweldige beroering kan brenge*.
geenszins voor verwerpelijk acht. 0|»
grond van zuiver wetenschappelijke r*-
deneering aldus geeft de „N. Gt." li*
meening van dezen geleerde weer
laat zich de invloed zeer goed ver
klaren.
Zoo neemt men tegenwoordig als ze
ker aaji, dat de staart van een komee*
slechts verlicht wordt door de wer
king der kathode-str,a.ien die van d*
zon uitgaan.
Die stralen, die ietier bij een natuur-
kunjdige voordracht, of in een labo
ratorium wel eens in een Crook'sch*
buis gezien heeft, verlichten door phos
phorescence de oneindig kleine par
tikeltjes die de komatenstaart samen
stellen en drijven dien staart tegelijk i*
een richting tegengesteld aan die va»
de zon door hem met positieve electri-
citeit te laden. Maar wanneer katho
de-stralen een weerstand ontmoeten,
veranderen zij in. X-stralen die sieikj
verplaatsen met een snelheid gelijk aa»
die van het licht, n.l. van 300.000 kilo-
meitiers in de seconde. De staart va*
een komeet is derhalve een machtige
bron van X-stralen, diie behalve ee*
enorme snelheid, ook een zeer groot
doordringingisvermogen hebben. Ais me*
nu daarbij weet dat de X- of Röntgen
stralen de eigenschap bezitten, om dam
pen te condenseeren, dan volgt daar
uit van zelf, dat de X-stralen van d«
komeet komende eenmaal tot denaard-
schen dampkring doorgedrongen, daar
een geduchte condensatie en neerslag
kunnen veroorzaken.
Zou de officiëele wetenschap op har*
eerste hypothese terugkomen?
Het is interessant te weten, op wel
ke wijze groote mannen hun'meester
stukken hebben samengesteld en onder
welke invloeden hun gerJe het
hoogtepunt bereikte
Wanneer Soerstee eenof andere ge
dachte voor den geest zweGlp, dan kon
hij uren lang on beweeglijk blijven staan
totdat zijn machtig veisiand het
de: kbeeld geheel meester was.
In een onderaardsoh vertrek iu de-
diepste stilte oefende Damosthenee
zich in zijn redevoeringen, die hij tot
het. Atheecsche volk wilde houden.
Caesar daarenteten schreef zijn
commentaren overal; zoowel te voet
als te paard scoreef hij of dicteerde
hij aan zijne secretarissen.
De Homerus van de Latijrsche
poezie Eonius dronk een flink glas
wijn, alvorens hij zich aan het werk
zette, een gewoonte, die ook Horatius
m«t hem gemeen had.
Keizer Augustus benutte den tijd,
dat bij baadde om zich op de dicht
kunst toe te leggen, en gedurende zijn
baden maakte bij twee boekdeeltjes
met verzen.
Seneca, de groot" wijsgeer was zoo
trager en zwak, dat hij dikwijls in
zijn bed werfete iu zijn dek ens gehuld,
zooa s Calvijn en ook Rossini deed,
wannser hij geen geld genoeg b-izai
om hout te boopen, teneinde vuur aan
te leggen.
De heilige Chrymstomus schreef en
overwoog zijn leerredenen,steeds voor
een beeltenis van den heiligen Paulus.
De heilige Barnardus ontleende zijne
inspiraties aan de natuur en welk
weer het ook was, bij regen of zon
neschijn, steeds ging hij wandelen en
kwam soms doornat, met modder
uevuild thuis, maar dan had hij ook
steeds gevonden, waarnaar hij gezocht
had.
Een der schitterendste rechtsgeleer
den de buit-Dg m m oekwame Cujas,
had de eigenaar rige gewoonte om
languit op zijn buik op een tapijt
gelegen te we aen begraven tusschen
pyramid* n van b. ek n waaruit hij
*le document*u putte voor zijn groot
werk, waardoor nij zijn vermaardheid
verwierf.
Kardinaal R chelieu, stond evenals
Bossuet des nachts op, na drie uur
geslapen te hebben, hij werkte dan
tot de morgen aanbrak en begaf zich
dan wederom ter ruste.
Balzad had deze eigenschap met
Richelieu en Bo suet gemeen, doch
wanneer hij vaa midderuacut tot den
morgen gewerkt had, ging hij een
fl nke wandeiu g doeu en ging hij zijn
tnuiskomst met niouwen ijver aan 't
werfe
Mezerai en EtLnne konden slechts
hij lamplicht werk-n. Wanneer laatst
genoemde ovt-r dag moest *chujven,
dan liet hij de ven-t ra van rijn werk
kamer eluuen, en de «aor-en aansta
ken Gluck wis gewuou, oiu wanneer
hij werkte zijn insp ratios te vragen
aan een flesch chump gne, die by
hem op zijn lessenaar eioud.
De twee Cormillei'd woonden ta
samen iü »en buis te Rouen. Pierre,
woonde boven *n wanneer bij een
vers niet kon voltooien, riep nij tot
ztjn broeder 'Inumae, die beneden
woonde, „Tnomks, ten rijmwoord."
Deze wist aiiiju ntt juiete rijmwoord
te geven, en wedeiom terug op zijn
kamer ging nij door met aan zijn
vrouw verzsn te dicieeren.
R.cine maakte Ve zen terwijl hy
wandelde en zij ve.ien m-1 vuur
dekiameerde. Dit ov. rt. wam hem ook
een keer uy hei „*aes udeeTurieries"
waar hij z co, lueu hy wter tot zich
zelf kwam, omriLigo zag, door een
schaar werklieden aie me. nden, met
eet waanzinnige te doen te hebben,
die zich wilde gaan verdrinken.
Zoo zie i wij, dat ieder vaa die
zag van onze be.or toegeruste sterren
kundigen voor die middvieeuwsche we- groote mannen een eigenaardigheid
tenschap de schouders op. Toch waag- had.
den. wy de veronderstelling dat moge
lijk de «versirooatiDgcn in Frankrijk