Moederen Martelares
R. K. Middenstands-
vereen iging
Markten.
Week-Kroniek.
Wat de komeet ons feert.
Gemengde Buitenlandsebe berichten
Gemengd Nieuws.
Staten-Generaal.
De
De Esperanto-Rubriek is wegens
ongesteldheid van o"zen Esperanto
medewerker, nog niet in ons bezi
bi] het afdrukken van dit blad.
Aangifte kan slechts gedaan wor
den van 1—15 Februari.
onder patronaat van den H. Jozef,
te Haarlem,
afdeeling van „de Hanze", goed-
keurd bij Bisschoppelijk beslui van
26 October 1907 en bij Konink
lijk besluit van 9 Mei 1908.
FEUILLETON»
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™EE? *"D
Mannen van Chmtelijken huize,
zorgt, dat ge op de Kiezerslijst
komt!
Voor inlichtingen, enzwende
men zich tot een der bestuursleden
van de K.-Kath. Kiesvereeniging
of daaraan verbonden Propaganda-
elub.
Ook onze redactie zal desgevraagc
gaarne inlichtingen verstrekken.
De R.-K. Middenstandsvereeniging
stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer
Statuten, de zedelijke en stoffelijke be
langen van den handeldrijvendeo en
induslriëelen Middenstand in het alge
meen, en van hare leden in het bij
zonder te behartigen, overeenkomstig
de beginselen van den R.-K. Gods
dienst.
Nog slechts kort geleden opgericht
bracht zij reeds veel tot stand, en
toonde op velerlei wijzen het nut van
haar bestaan.
Zij voerde o.a. eene krachtige actie
legen het verleenen van al te lang cre-
diet en de z.g. vliegende winkels; in
haar vergaderingen werden belangrijke
onderwerpen, als coöperatie, inkom
stenbelasting, arbeidscontract, enz. be
handeld;
boekhoudcursussen werden door
haar opgericht;
eionio onderlinge glasverzekering is
door haar tot stand gekomen, deze
biedt bij zeer lage premiën, de
grootst mogelijke voordeelen en keert
50 der netto winst aan de verzeker
den ,uit.-
op haar verzoek werden de le H.
Communiedagen in de verschillende
paFochieën, zooveel mogelijk op uiteen-
loopende datums gesteld.
Dit en nog veel meer deed zij reeds
in bet belang harer leden en van den
R.-K. Middenstand in het algemeen;
nog veel meer zou zij kunnen doen,
indien zij van de R.-K. Middenstan
ders krachtiger steun genoot, dan tot
dusver; indien nog meerderen zich bij
haar aansloten.
De betrekkelijk geringe contributie
van ƒ1.30 per 3 maanden kan geen
beletsel zijn.
Daarvoor hebben de leden bovendien,
doordat de Vereeniging aangesloten is
bij de Haarl. Handels vereeniging, gra
tis gelegenheid informatiën in te win
nen; dnbieuze posten ter incasse. :ng
te geven aan het bestuur deer IL H.
en rechtskundige adviezen betreffende
hunne zaken te vragen bij de advocaten
der H. H. V.
Het bestuur spoort daarom hiermede
alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid
denstanders aan, als Lid dezer nuttige
vereeniging toe te treden; zich niet
te laten weerhouden door de gedach
te, misschien onmiddellijk geen per
soonlijke winst te behalen, maar door
hun steun aan deze vereeniging te ge
ven, het goede doel der vereeniging
te heipen bevorderen en daardoor ook
middellijk bun eigen belangen beharti
gen.
Voor het Lidmaatschap kan men
zich aanmelden bij het Bestuur of bij
den Secretaris
C. A. M. JONCKBLOEDT Lz.
Lange Heerenstraat 24.
HET BESTUUR.
tn de week van 7 Febr, tot 12 Febr.
Maandag. Alkmaar, Amsterdam,
Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn,
Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster
Beverwijk, Purmerend. Woensdag Aa-
sterdam, Rpe jester, Enk huizen, Haar
lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen,
Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar
'emmermeer, Hoorn. Purmerend, Scha.
gen. Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am
sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden,
Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen.
Zaterdag, Alkmaar, Amsterdam, Edam,
Hcoru, Leiden.
van 28 Januari5 Februari 1910.
BUI TENLAND.
29 Jan. In Aifortville en ook m
Parijs werd voor het eerst
een geringe val van 't wa
ter waargenomen.
28 Jan. Het Hoogerhuis van af
gevaardigden heeft een mo
tie van vertrouwen in het
Kabinet aangenomen.
1 Febr. OA ia Bdgië wordeir de
streken door watersnood
geteisterd.
4 Febr. in Pa--ijs daalt overal het
water snel.
BINNENLAND
30 Jan. Da samenstelling van den
E-r«raa1 voor dr. Kuyper
wordt bekend.
31 Jan. In Edam tot lid der Prov,
Staten gekozen J. Korthale
AlteB, (lib
1 Febr. Pastoor C. W. Kortekaas
te Bleiswijk overleden.
OMTREK
27 Jan. De Raad van Lisse besluit
in spoedeiscbende vergade
ring 't Postkantoor aan 't
Rijk te verkoopen voor
f17 500.
Na den eten zit mijnheer in de
krant verdiept. De oudste jongen, een
fris8che fcnaup van even twintig,
begluurt van den snoeren kant der
tafel de advertentiepagira Mevrouw
maakt den boel aan kant. Zoon no. 2
gaat aau zijn Frarische thema's en de
meisjes zoeksi. haar naai-ot borduur
werk op.
Mijnneer schijnt zich sterk te inter-
resseeren voor den ioop der nieuwe
komeet. Hij leest, nuet gespannen
aandacht het desbetreffende artikel.
Sjocgen, sjonge-, dat ze de baan van
ceze staartster berekend hebben
knappe lui toch.
Zeg Frans, je weet, wel van die
komeet, hé? Die je gisterenavond
gezien Debt.
Ze weten el precies, hoe dat. ding
door de luebt loopt. Van des avonds
half tien tot den volgendeD morgen
half vijf hebben ze dat zitten uit
rekenen op den s»errentorec te Cham
bridge. Da's nog 'ns rekenen, hé Als
Willem zoo'n sommetje eens voor
huiswerk op kreeg, hé'?
P« lacht zoo aanstekelijk gul dat
heel het gezin schik krijgt in het
denkbeeld dat Willem, die altijd zoo
met z'n sommen tobt, de ba»D der
komeet zou moeten berekenen.
Frau8, die al lang het eindexamen
achter den rug heeft en blii is van
den rommel" af te zijn, kijkt even
medelijdend naar z'n broer en tuurt
dan weer op de advertenties
,Wat- de komeet ons leert" spelt
hij plotseling in een oogenblik van
stilte.
Pa keert heftig de krant om
Waar staat dut, jongen O, wacht
maar, ik heb hei al.
Wat de komeet ons leert. Lezing
door den Eerw. heer Jansen in bet
Verenigingsgebouw des avoDds
te acht uur. Toegang vrij. De
lezing zal worden toegelicht door
lichtbeelden
Wie is die mijnheer Jansen'?
Een leeraar van 't seminarie, Pa
Wat 'n onzin zouden ze den
meoschei) nu weer op den noouw
wilieu spelden? Denkeu ze, dat de.lui
maar steeds bijgeloovig blijven? Ik
hoor dien man al beweren, dat de
wereld zal vergaan en de menschen
dus boetvaardigheid moeten -toen
Ha, ha, ha, weer lacht pa zijn
aanstekelijk!n lach.
Waarom gelooven die menschen
daar toch aan, Pa.
Omdat ze dom werden gehou
den, Louieje. Omdat ze niet rnogeD
kennen den weergaloozen vooruitgang
der wetenschap. Nog altijd wordt hun
wijsgemaakt, dat een komeet de voor
bode is van een ongelukdat is
om de luitjes d'r onder te houden
hen bang te maken.
Frans. Maar Pa, ieder weet toch
tegenwoordig, waar zoo'n komeet
vandaan komt en welke banen zij
volgt.
Ieder ontwikkeld man weet dat
ja. Maar
Louise. Waar komt zoo n komeet
vandaan. Pa.
Wel... uit de lucht, kind.
O...
Zeg Frans, zouden we eens naar
die lezing toegaan, ha, ha, ba.
Louise. Maar Pa. hoe komt zoo'n
komeet in de lucht?
Wat bedoel je'?
Ja, zoo'n ding komt er toch niet
vanzelf. D'r zal toch niet 'a stuk van
de zon afgevallen zijn?
Onbedaardelijk gelach aan alle
kanten. De kleine Louise kijkt ver
legen voor zich. Doch baar weetlust
blijft onbevredigd. Vanwaar komt die
komeet, blijft 'c maar suizen door
baar hoofd.
En als zij de opeu vraagoogen van
weetgierig bind op grooten broer
Frans richt, meent deze haar nieuws
gierigheid te moeten bevredigen.
Wil ik 't je eens zeggen, zus
Zij knikt zwijgend.
Heb je in Leur die vliegmachine
zien schuiven Die ging ook „zoo
maar vanzelf door de lucht. Ten
minste, dat leek zoo. Maar er zat een
motor in, die da schroeven deed
rondtollen. Zoo zit er ook iets in de
komeet, dat haar door de lucht doet
snellen.
Maar wat?
Ja, d&t weten we niet?
En als er iets n zit, een machine
of zoo iets, wie bracht die dan o
gang?
FraDS draaide den blik van de
groote vraagoogen zijner zusier af
naar Pa.
Ha, ha, ha, lachte deze, zoo kom
je er niet, Frans. Een stuk van de
zon, dat is beter. Ha, ba, ba.
Den volgenden avond moest Pa
naar zijn kantoor en Frans ging
alieen naar de lezing van den Eerw.
neer Jsnsen. Pa zou er wel niets op
tegen hebben, dacht hij. Had hij zelf
gisterenavond niet voorgesteld erheen
te gaan?
Maar toen Frans thuiskwam, viel
hem de ontvangst toch niet mee. Pa
keek erg zuinig.
Hij nad bet den vorigen avond zoo
niet bedoeld. Voor de grap gezegd,
ga je mee, jongen?Maar enfin, 't
was nu eenmaal gebeurd. En Pa voelde
te goed, dat hy' niet ernstig boos kon
zijn hij zou in het vervolg beter
op zijn woorden passen. Nu moest bij
echter toch weten, wat ze zijn zooo
hadden wijsgemaakt.
Wanneer vergaat de wereld nu,
jongen?
Wat meent U?
Maar hebben ze dat vanavond
niet aan je verteld? Heeft die spreker
met
O, bedoelt u dat? Neen Pa, net
het tegenovergestelde. Die spreker is
begonDeu met te zegden, dat men ten
onrechte de kometen als onteiuke-
hodan bescaouwde. Dat was bijgeloof,
zei hij.
En wat vertelde hij meer?
Ja, dat is zoo makkelijk niet
om weer te geven.... Dit ie zeker,
ik heb nog nooit zoo'n sterken indruk
gekregen van de geweldige ruimten
Louise was de eenigste niet, die fes
avonds de slaap niet vatten kon. En
die door een kier van het gordijn
opzag naar de sterren, het hagt vol
verlangen naar den eeuwigen Maker
en Bestuurder dier eiudelooze wereld
boven haer
Zooalö een bioetn zich beert naar
rondom ons. Aardige voorstellingen de zoo, zoo heft. zich de ziel van na
gaf de man daarvan. Zoo rekende hij ture naar den öchepper
uit hoeveel jaren men noodig zou
hebben om per bliksemtrein, dag en
nacht doorrijdende, naar de zon te
komen. En die zon staat betrekkelijk
dichtbij. Daar leven nog werelden i
omheen, waarin duiienden sterren zich
regelmatig langs vastgestelde banen
bewegen.
(„D. v. NB")
Na die oversfroomingen. Er
heerscht nu groote ellende, vooral in
Louise (met dezelfde vraagoogen van I de 'voorsteden van Parijs. Aan alle kan
den vorigen avond) Door wien teal vraagt men hulp. Een eigenaardig
Door wien bewegen zich die sterrengeval doet^ zich voor te Courbevoie.
Hij zei... door God... Een huis is in zijn geheel 50 centi-
Pa. O, moest dat geleerd worden me'ers 011 den grond gezakt, daarna
van de komeet.
Ja
En hoe weet hij, dat 't God is,
die dat alles bewegen laat,
Hij zei, Pa, dat toch iemand in
die eindeiooze ruimte aan de sterren
en kometen richting geven moet
heeft het zich in tweeën gedeeld en
het «ene deel zakt voort, terwijl het
andere blijft staan. De inwoners zijn
verhuisd. Er zijn te Courbevoie een
duizend mensdien werkeloos.
Te Genevilliers zakt het water sterk
en dientengevolge storten nu veel huis-
Ja, dat zegt Louisje ook, ha, ha, j j&s Hu. De schade is zeer groot.
Cllichy is nog steeds overstroomd.
Het water zakt siechtp langzaam.
Zoo ook de Colombes en te Ivry.
Te St. Denis z.ijn'umtreiit 1500 onbe-
huisden uit andere gemeenten onder
dak gebracht. Maisons-Alfort helpt nog
altijd bij de 4000 menschen. In Alfort
vil le zal men straat bij straat in orde
slechts terloops een oor leei t aan I hrengrai.
de beweringen van zijn zoon. Charenton zakt het watei voort-
Eerder dan de sterren, zooals i e durend. De weg van Villeneuve-St.
man, die de locomotief maakt, ti Deorges staat nog ondei. De lijken
eerder is dan zijn machine. der verdronken wegwerkers zijn nog
Pa. (Ongeduld-g) Nu goed, laat het a'et teruggevonden.
doch waarom u- Tes Pu'eaux verbetert de Toestand.
ha.
Frans (onverstoorbaar ernstig);
Iemand die er eerder moet geweest
zijn, dan de sterren.
De meisjes hebben hun Daai-1
werK in de schoot laten vallen,]
moeder komt bij de tafei staan,
Pa doet of hij de kraut leeA en
iemand geweest zyu,
het God? De tegenwoordige W6tea
schap neemt ook iels aan boven de
stof; de oud-Minietar Veegens heeft
onlaugs nog geschreven, dat tegen
woordig geen denkend mensch meei
materialist is. Maar «Is men zegt ei
is iets, dan erkent meu nog niet, da:
er een God ia?
Een aantal werkmansgezinnen zijn van
alles verstoken en moeten geholpen
worden.
De gemeenteraad van Parijs, de alge
meene raad, de afgevaardigden en se-
nateurs der Seine hebben eene verga-
gadeiring gehouden op het stadhuis, om
gezamenlijk de middelen te beramen
Dr. R. S- Trevor ran St. George's
Hospitaal, verklaarde, dat de dood was
toe te schrijven aan hartverlam
ming. Bovendien leed de raai aan haat-
vervetting. De hartverlamming was be
spoedigd door bronchitis.
Er waren geen teekenea. va* iaag-
duriga uitputting.
De jury verklaarde, dat de *«i een
natuurlijken dood was gestorven, waar
onder in Londen ook dikwijls de hon
gerdood wordt gerangschikt.
om de slachtoffers te hulp te komen.
Hé, dat is toevallig, de sprak r|AUen warcn van gevoelm dat bij zulk
heeft ook die uusprask van Mr de S(aat licht Ls al de ge.
Veegen genoemd, hy zeide, dat het meenlenFook Pariis. te hulo te komen
materialisme uit de mode was. Er;
dat men tegenwoordig, hoe noemd
meenten, ook Parijs, te hulp te komen.
Wereldsiad-ei 1 ende. Reeds vroe-
by dat ook weer wacht ik heO|seüj|.e a:ITO(Kxl^ die in Londen geIe.
dit gedeelte opgeschreven en ral mijn K word( (>>k dezer djlgen speelde
aantekeningen voorlezen... dat men z ich eell dergeijjk staaltje van wereld_
koketteerde met een on be ken o iat8 stakls-ellende af. Het was bij een on-
boven de «tof. Waar dat onbekende, Verzoek, ingesteld naar de doodsoor-
zeide hy, _m dezelbie onbekende God zaak vau w.iilean Henry Mead in de
ger gaven wij een staaltje van de vree
dien de Apostel Paulus beeft gt-pre
dikt aan de Grieken. Hij ken «een
kt of zijn, want dan stond Hij er niet
boven. Dan zou Hij vergankelijk z in,
pl/evena!,"! de stof. Hij kan ook tie*
door anderen zijn gemaakt, wantdian
zou Hij niet de eerste oorsprong aller
dingen wezen. Hij bestaat dus uit
zich zei ven en wel van alle eeuwig
beid.
Pa
Peterstraat, Westminster, die plolseling
was overleden na langen lijd in de
uiterste armoede te hebben geleefd.
Zijn weduwe Caroline Mead gaf een
treurig relaas van den toestand, waar
in zij leefde. Zij vertelde, dat haar
echtgenoot reeds geruimem tijd zonder
werk was. Z5j moesten 3 shillings per
week betalen voor een achterkamer en
.de eenige middelen van bestaan waren
En moeten ze ai dat fraaie |de weinigc g efrlstiikldcn die de man nog
aankondigen onder den titel„wat de -jmisbracht, de huur werd door de kin
komeet ons leert". dercn betaa]d.
Dat. Jeert ons, zeide de spreker, Zij hadden beiden honger gjeleden.
de komeet, en de grootsche sterren Meermalen ïiadden zij geen vuur en
wereld, waarin zij zich beweegt. o gingen reeds 's middags naar bed. Maar
is het de tijd, meende hij, om te zjj waxeil tevreden met het weinige, dat
wijzen op den wonderen sterrenhemel de man lbuisbracbt.
boven one, want omdat er nu een Laatstleden Maandag was haar man
komeet aan verschijnt, hebben de toen hij plotseling een duizeling
menschen er oog voor. kreeg. Hij zat op zijn stoel, toen hy1
Pa schuifelt onrustig heen en weer \opeens voorover in den haard viel en
De schrik der wegem *1 Ge
beurde te Schiedam. Iemand, die ut
den loop van den Zondag te veel hal
geofferd aan de befaamd* liefde voor
zijn geboorteplaats, en uit zijn leerboek
der aardrijkskunde uit de dagen zijner
jeugd voornamelijk dankbaar had ont
houden, dat het hoofdproduct van Schie
dam is „jenever", liep onzeker te zig
zaggen over do donkere avondstraat.
Plots flitsen hem in het verschiet
twee schelle lichtoogen in het aange
zicht, welke in ongeloofelijke snelheid
nader komen.
De man slaat suf-versdhrikt, bewe
gingloos nu, als een haas, welke i*
het stille nachtelijk koolveld plots ee*
feilen lichtbak van stroopers etaar ziek
toe ziet draaien.
Dan is alles voorbij, in een bijna
ondeelbaar oogenblik. Toch heeft zij*
doffe dronkemanskop het gevaar be
grepen, hij herkrijgt zijn zinnen e»
met een stentorstem schor» hij langs
haven en straten:
„Brand! Brand!"
Het woord suggereerde hom zoo, dat
hij de eerste de beste deur van ee*
proeflokaal binnenzwaaiide en opnieuw
stentonfe: „Brand! Brand!" en toes*
met .een vuistslag op do toonbank.
Brandewijn, gauw 'n beetjot"
stti erf.
De Coroner: „Wat had hij in de
laatste dagen te eten gehad?"
Zaterdagochtend bracht hij 10 pence
op zijn atoel. Moeder en kinderen
laten de oogen niet van hem af.
De wetenschap, kinderen, leert,
dat hetgeen achter de stof leeft, voor thuis. Hij zeide: „haal nu een pakje
ons onkenbaar is. soepblokjes", en daar dronk hij een
Dat heeft de spreker 66k verteld, beetje van, maar hij had geen vleesch.
Maar hij zei„En op Zondag
Nu... „Een stukje geroosterd broocl, mijn-
Dat zeg ik niet, omdat U zoo heer.
partij kiest voor „de wetenschap". „Wat heeft hij 's Maandags gegeten?
Zeg op, jongen. „Ook een klein stukje geroosterd
Dat de hoogmoed sommigen be- brood een half snoetje ongeveer.'
let, om voor het zoogenaamd „onken- Toen men haar vroeg, waarom zij
bare" neer te knielen als voor den niet aan het armbestuur had gevraagd
eeuwigen God, die ons in de schepping om huip, antwoordde zij, dat zij tevre-
ia geopenbaard. den waren met hetgeen zij haddon.
Foei mijn jongen. D-eCoroner: „Het is een beetjemoeu-
U hebt 't mij gevraagd. lijk te begrijpen, waarom zij tevreden
waren, terwijl zij honger leden.
Hij wou bet zoo graag eens pr«-
baeren! Hij had den geheelea winter
nog niet op het ijs kunnen, staan, al
leen wat bevroren plasjes i* een gootf
kunnen stuktrappen. En nu lagen er
van morgen al van die groote steene*
op het ijs in de gracht, er op ge
gooid door collega's van het schooier
tje. Hij zou er nu ook Wel op kun
nen staan en dan bluffen tegen zij*
kornuiten: „Toch op het ijs geweest,
en een smeris was er niet, da's nog
al wiedes".
En dus spiedde hij rond i* het vroe
ge morgenuur of er werkelijk geen
agent te zien was. En toen j»ing hij
naar een boom, pakte zich beet aa*
oen. tak en trapte met zijn hak op
het ijs. 'tGin^ er niet doorheen, hoe
hard schooiertje ook trapte met alle
kracht van zijn spillebeentjes. 'Zeker
zou hij de proef hebben doorgezet,
maar daar kwam iemand aan. Die ie
mand bleef staan, keek naar het expe
riment, kreeg een ontzettend minach
tenden blik van den waaghals, stoorde
zich daar niet aan, vroeg schooiertje
of hij thuis geen water had als h$
zich wasschetn moest. Waarop het veel
belovende jonge mensch zich een eindje
terugtrok, zijn tong een paar maal uit
stak etn verder sjokte, om elders waar
schijnlijk zijn proef te herhalen, waar
geen booze menschen zijn, 'die wél eene
agentendiensten willen doen.
TWEEDE KAMER.
Begeling van werkzaamheden.
In de op Dinsdag 15 dezer te hou
den bijeenkomst der Tweede Kamer
is aan de orde: trekking der afdee-
lingen en rege ing van werkzaam
heden.
De voorzitter is voornemens aan de
te benoemen Centrale Afdeeliug voor
te stellen, daags na de wederbyeen-
komet der Kerner een aanvang te
ooakcD met het onderzoek in de af-
deeiicgan van de wetsontwerpen
Wettelijke maatregelen tot regeling
der administratieve rechtspraak:
VervRDgina der Beroepswet en her
ziening der Ongevallenwet 1901; wy-
tiging der Gemeentewet; regeling va*
de Banken van Leming; neefijding
87
Alice klapte van blijdschap in de
bandjes.
„Heel graag, ja mama, u hebt ge
lijk," riep ze uit. „Laten we nu
maar gauw gaan, dan krijgt ze nu
vast koek van mij in plaats van de
pop."
En ze was inderdaad niet tevre
den vóórdat Segonde een zakje no
ten, vruchten ën lekkers had ge
haald om voor Loulou mede te ne
men. Op de Champs Elysees zat
het bloemenverkoopstertjc al te
wachten, in spanning starend
in de richting vanwaar ze meende
dat haar beschermster komen kon.
Een uitdrukking van onuitspreke
lijk geluk kwam over haar gelaat
toen ze eindelijk Madeleine met de
kleine Alice zag aankomen.
Ze sprong op en wilde op de gra
vin de [Clavières toesnellen, maar
opeens bleef ze stokstijf staan.
„Ondeugende meid." sprak Alice
op haar toetredend en haar de hand
reikend, „je zag me toch wel [Waar
om kwam je niet naar mij toe
„Ik durfde niet, jongejuffrouw,"
«prat Loulou met een blik vol
schaamte wp haar kleedereo. Ze
droeg .weer de lompen van den vori- „Lezen," sprak Alice, die een zeer vorigen winter ben ik toch ook niet
gen dag. jgeringe sympathie toonde voor al gestorven van koudel"
„He ja" zei nu mevrouw; de Cla- wat de geheimen van het alphabet j En in een plotselingen aanval van
vières, „waar zijn de Meeren geble- j betrof, „lezen is erg vervelend." j moedeloosheid ging y.c voort: „De
ven die ik je gisteren gekocht heb?; „En ik wou het toch zoo graaghonden zijn nog- gelukkiger dan ik,
Ze pasten en stonden je toch zoo kennen," antwoordde het bloemen- j en als die mij poms bibberend
goed. Heb je fze niet graag aan verkoopstertje. i van koude of doornat ontmoeten,
Een gloeiend rood bedekte de wan- „Nu, dan moet je naar school gaan,krijgen ze stellig wel medelijden met
gen van het arme kind. „O, ze wa-!daar leer je het.
jren zoo prooi, maar Beccluni, die] „Ik jheb geen tijd om naar schooi
leelijke dief, beeft ze afgenomen, i to gaan. Dat zou signor Becchini
Hij wou niet bobben da,t ik er als een nooit goedvinden
prinses uitzag, zei jhij."
De oogen vla.n de kleine schitter-
j den van boosheid en wraakzucht^ ter-
j wijl ze deze laatste woorden sprak.
my.
Alice ibegon te schreien.
„O piama," snikte Ize, „laten we
Loulou toch pree naar huis nemen.
Ze is zoo lief, en als we dan weer
naar Indië gaan, heeft ze immers
jWie is die signor Becchini^"
vroeg Madeleine.
Wel, dat is natuurlijk de man die1 nooit last van de kou meer. Zeg
haar kleeren heeft gestolen," sprak Loulou, wil je ïnet ons mee naar
Madeleine zag die uitdrukking en'Alice Jicel neuswijs. Indië?"
{sprak bij zich zeiven: „Ditmaal ver-I „En wlaarom heeft Becchini je die] „Ik zou heel graag .willen, jonge-
gis ik me tooh stellig niet! Dat is'kleeren eigenlijk afgenomen?" juffrouw, maar als signor Becchini
de gelaatsuitdrukking van Horace!"! „Omdat ik mot zulke mooie klee-i merkt dat ik weg wil, slaat hij
Zoodra echter de kleine een oogen- ren aan niet bedelen kan. En toen me dood. Dat heeft hij zelf gezegd."
blik in tegenwoordigheid van de gra-1 ik ze uitgetrokken had, zei hij nog: I „Wat beeft bij gezegd," vroeg
vin was geweest, verdween die booze Daar maak ik wel een dertig francs Madeleine.
uitdrukking ,weer van baar gelaat, voor. Vanmorgen vroeg is hij al „Dat als ik ooit probeerde te ont-
en baar trekken werden verlicht als uitgegaan om alles te verkoopen.
door een hemeische blijdschap. 'Maar dat mocht hij' toch niet, wel
1 Ze vouwde de handen en hief deze mevrouw Want de kleeren waren
als in vervoering naar Madeleine op.
„Was je ons al niet haast verge
;ten, kleine," sprak de gravin," „O
van my, u hadt ze mij gegeven
„Zoo is het, bind."
„En wat zul je nu beginnen als
j mevrouw, ik iheb den heelen nacht'het koud wordt en begint te trege-
I van u gedroomd," was het antwoord, nen," vroeg Alice op levendigen
I „Zoo, en wat heb «je dan wel ge-toon.
droomd Droevig schudde Loulou
Ik jdroomde dat u de heilige hoofd.
snappen, hij' mij altijd vinden zou,
en dat hij' me dan stellig dood
zou slaan."
„Is die man je vader of andere
familie van ja" ging Madeleine
voort-.
„Dat geloof ik niet, mevrouw."
„Wat is hij dan
„Dat weet ik niet. Hij bomt uit
het Italië, en er zijn heel veel hinde
ren bij hem. Eenige van deze vegen
Maagd was. En u beloofde mij te„Wel, net zooals ik tot nu toe schoorsteenen, anderen spelen op de
komen halen en mij lezen te laten gedaan heh," sprak ze. „Ik ben er viool of gaan lang» de straat zin-
leere* als ik goed oppakte." aan gewoon, jongejuffrouw. Den'gen. [Weer anderen verkoopen beeld
jes en de mooiste meisjes moeten
bloemen verkoopen. Wie niet genoeg
geld meebrengt, krijgt een geducht
pak slaag en moet zonder eten naar
bed."
„En met hoeveel kinderen zij? ge
dan wel bij dien man
„Met z,'n veertienen, mevrouw.
„En laat de politie dat alles maar
toe? Dat js toch verschrikkelijk!"
„De politie weet er niets van!"
„Maar klagen jelui dan niet?"
„Och, er bomen wel eens lieeren
om ons te ondervragen. Inspecteurs
zjjn het geloof ik. Eens heeft een
van de jongens eens wat verteld,
maar Becchini hoeft hem toen haast
doodgeslagen. Na dien tijd durft nie-
mand meer iets te zeggen."
Madeleine was even ontroerd en
aangedaan als Segonde en haai- kind.
Alle drie snikten ze. Allerlei edeL
moedige gedachten kwamen er bij
de gravin de iClavières op. Ze be-1
groep wel dat Becchini een van die
exploitanten van kinderen was, diet
hun slachtoffers door Parijs zenden
om het medelijden van het publiek
op te .wekken. Zou het mogelijk
zijn door een aanzienlijke som golds,
Loulou aan de handen van dien
Becchini te ontrukken
Dan kon Loulou immers later voor
Alice worden, wat Jeannette voor
haar gewjeest was!
En waarom eigenlijk niet?
Maar vóórdat ze daartoe besloot.
zoo "zeide haar v ere tand. s»o*et
ze eerst dat kind nog nader bestm
tleeren, want in zoo gewichtige za
ken mocht ze zich toch immers niejfc
door een een plotseling opgeko
men, eigenlijk moeilijk verklaarbare
sympathie laten leiden.
Ofschoon Loulou er merkwaardig
oprecht cn eerlijk uitzag', do stra
ten van Parijs waren toch maar ee*
allerslechtste leerschool voor de toe
komstige. vertrouwde van hare doch
ter. En hoe üeht konden er in het
gemoed van dit kind niet dingea
leven, die op Alioe een hoogst schar
delijken invloed zouden uitoefenend
En bovendien te meer nu di«
zonderlinge sympathie haar dade*
zoozeer dreigde te beheerschen, wa#
ze immers verplicht eerst hare*
edit,genoot te raadplegen, voor wie*
ze tot dusver nog nooit het minst*
geheim had gehad.
„Dus heb je niemand op de we
reld behalve signor Becdiini, Lou
lou," vroeg de gravin.
„Neen, niemand, mevrouw. Voor-
zoover ik mij herinner, heb ik mij*
vader of moeder nooit gekend. Nie
mand is er die van mij houdt. He...
Maar eensklaj>s hield zij aarzelend
op.
„Ik vergis anlij," sprak ze. „Ik
h'eb todi nog een vriendin, maar di«
is nbg ongelukkiger dan ik."
„En waar is die dan?"
„Ook bij signor .Becckiai."
Wordt vervolgd).