Moederen Martelares R. K. Middenstands- vereen iging Markten. Week-Kroniek. Wat de komeet ons feert. Gemengde Buitenlandsebe berichten Gemengd Nieuws. Staten-Generaal. De De Esperanto-Rubriek is wegens ongesteldheid van o"zen Esperanto medewerker, nog niet in ons bezi bi] het afdrukken van dit blad. Aangifte kan slechts gedaan wor den van 1—15 Februari. onder patronaat van den H. Jozef, te Haarlem, afdeeling van „de Hanze", goed- keurd bij Bisschoppelijk beslui van 26 October 1907 en bij Konink lijk besluit van 9 Mei 1908. FEUILLETON» NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™EE? *"D Mannen van Chmtelijken huize, zorgt, dat ge op de Kiezerslijst komt! Voor inlichtingen, enzwende men zich tot een der bestuursleden van de K.-Kath. Kiesvereeniging of daaraan verbonden Propaganda- elub. Ook onze redactie zal desgevraagc gaarne inlichtingen verstrekken. De R.-K. Middenstandsvereeniging stelt zich ten doel, volgens art. 2 harer Statuten, de zedelijke en stoffelijke be langen van den handeldrijvendeo en induslriëelen Middenstand in het alge meen, en van hare leden in het bij zonder te behartigen, overeenkomstig de beginselen van den R.-K. Gods dienst. Nog slechts kort geleden opgericht bracht zij reeds veel tot stand, en toonde op velerlei wijzen het nut van haar bestaan. Zij voerde o.a. eene krachtige actie legen het verleenen van al te lang cre- diet en de z.g. vliegende winkels; in haar vergaderingen werden belangrijke onderwerpen, als coöperatie, inkom stenbelasting, arbeidscontract, enz. be handeld; boekhoudcursussen werden door haar opgericht; eionio onderlinge glasverzekering is door haar tot stand gekomen, deze biedt bij zeer lage premiën, de grootst mogelijke voordeelen en keert 50 der netto winst aan de verzeker den ,uit.- op haar verzoek werden de le H. Communiedagen in de verschillende paFochieën, zooveel mogelijk op uiteen- loopende datums gesteld. Dit en nog veel meer deed zij reeds in bet belang harer leden en van den R.-K. Middenstand in het algemeen; nog veel meer zou zij kunnen doen, indien zij van de R.-K. Middenstan ders krachtiger steun genoot, dan tot dusver; indien nog meerderen zich bij haar aansloten. De betrekkelijk geringe contributie van ƒ1.30 per 3 maanden kan geen beletsel zijn. Daarvoor hebben de leden bovendien, doordat de Vereeniging aangesloten is bij de Haarl. Handels vereeniging, gra tis gelegenheid informatiën in te win nen; dnbieuze posten ter incasse. :ng te geven aan het bestuur deer IL H. en rechtskundige adviezen betreffende hunne zaken te vragen bij de advocaten der H. H. V. Het bestuur spoort daarom hiermede alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid denstanders aan, als Lid dezer nuttige vereeniging toe te treden; zich niet te laten weerhouden door de gedach te, misschien onmiddellijk geen per soonlijke winst te behalen, maar door hun steun aan deze vereeniging te ge ven, het goede doel der vereeniging te heipen bevorderen en daardoor ook middellijk bun eigen belangen beharti gen. Voor het Lidmaatschap kan men zich aanmelden bij het Bestuur of bij den Secretaris C. A. M. JONCKBLOEDT Lz. Lange Heerenstraat 24. HET BESTUUR. tn de week van 7 Febr, tot 12 Febr. Maandag. Alkmaar, Amsterdam, Beemster, Gouda, Haarlem, Hoorn, Medemblik, Velsen. Dinsdag. Beemster Beverwijk, Purmerend. Woensdag Aa- sterdam, Rpe jester, Enk huizen, Haar lem, Helder, Schagen, Uitgeest, Velsen, Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar 'emmermeer, Hoorn. Purmerend, Scha. gen. Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden, Oostzaan, Purmerend, Schagen, Velsen. Zaterdag, Alkmaar, Amsterdam, Edam, Hcoru, Leiden. van 28 Januari5 Februari 1910. BUI TENLAND. 29 Jan. In Aifortville en ook m Parijs werd voor het eerst een geringe val van 't wa ter waargenomen. 28 Jan. Het Hoogerhuis van af gevaardigden heeft een mo tie van vertrouwen in het Kabinet aangenomen. 1 Febr. OA ia Bdgië wordeir de streken door watersnood geteisterd. 4 Febr. in Pa--ijs daalt overal het water snel. BINNENLAND 30 Jan. Da samenstelling van den E-r«raa1 voor dr. Kuyper wordt bekend. 31 Jan. In Edam tot lid der Prov, Staten gekozen J. Korthale AlteB, (lib 1 Febr. Pastoor C. W. Kortekaas te Bleiswijk overleden. OMTREK 27 Jan. De Raad van Lisse besluit in spoedeiscbende vergade ring 't Postkantoor aan 't Rijk te verkoopen voor f17 500. Na den eten zit mijnheer in de krant verdiept. De oudste jongen, een fris8che fcnaup van even twintig, begluurt van den snoeren kant der tafel de advertentiepagira Mevrouw maakt den boel aan kant. Zoon no. 2 gaat aau zijn Frarische thema's en de meisjes zoeksi. haar naai-ot borduur werk op. Mijnneer schijnt zich sterk te inter- resseeren voor den ioop der nieuwe komeet. Hij leest, nuet gespannen aandacht het desbetreffende artikel. Sjocgen, sjonge-, dat ze de baan van ceze staartster berekend hebben knappe lui toch. Zeg Frans, je weet, wel van die komeet, hé? Die je gisterenavond gezien Debt. Ze weten el precies, hoe dat. ding door de luebt loopt. Van des avonds half tien tot den volgendeD morgen half vijf hebben ze dat zitten uit rekenen op den s»errentorec te Cham bridge. Da's nog 'ns rekenen, hé Als Willem zoo'n sommetje eens voor huiswerk op kreeg, hé'? P« lacht zoo aanstekelijk gul dat heel het gezin schik krijgt in het denkbeeld dat Willem, die altijd zoo met z'n sommen tobt, de ba»D der komeet zou moeten berekenen. Frau8, die al lang het eindexamen achter den rug heeft en blii is van den rommel" af te zijn, kijkt even medelijdend naar z'n broer en tuurt dan weer op de advertenties ,Wat- de komeet ons leert" spelt hij plotseling in een oogenblik van stilte. Pa keert heftig de krant om Waar staat dut, jongen O, wacht maar, ik heb hei al. Wat de komeet ons leert. Lezing door den Eerw. heer Jansen in bet Verenigingsgebouw des avoDds te acht uur. Toegang vrij. De lezing zal worden toegelicht door lichtbeelden Wie is die mijnheer Jansen'? Een leeraar van 't seminarie, Pa Wat 'n onzin zouden ze den meoschei) nu weer op den noouw wilieu spelden? Denkeu ze, dat de.lui maar steeds bijgeloovig blijven? Ik hoor dien man al beweren, dat de wereld zal vergaan en de menschen dus boetvaardigheid moeten -toen Ha, ha, ha, weer lacht pa zijn aanstekelijk!n lach. Waarom gelooven die menschen daar toch aan, Pa. Omdat ze dom werden gehou den, Louieje. Omdat ze niet rnogeD kennen den weergaloozen vooruitgang der wetenschap. Nog altijd wordt hun wijsgemaakt, dat een komeet de voor bode is van een ongelukdat is om de luitjes d'r onder te houden hen bang te maken. Frans. Maar Pa, ieder weet toch tegenwoordig, waar zoo'n komeet vandaan komt en welke banen zij volgt. Ieder ontwikkeld man weet dat ja. Maar Louise. Waar komt zoo n komeet vandaan. Pa. Wel... uit de lucht, kind. O... Zeg Frans, zouden we eens naar die lezing toegaan, ha, ha, ba. Louise. Maar Pa. hoe komt zoo'n komeet in de lucht? Wat bedoel je'? Ja, zoo'n ding komt er toch niet vanzelf. D'r zal toch niet 'a stuk van de zon afgevallen zijn? Onbedaardelijk gelach aan alle kanten. De kleine Louise kijkt ver legen voor zich. Doch baar weetlust blijft onbevredigd. Vanwaar komt die komeet, blijft 'c maar suizen door baar hoofd. En als zij de opeu vraagoogen van weetgierig bind op grooten broer Frans richt, meent deze haar nieuws gierigheid te moeten bevredigen. Wil ik 't je eens zeggen, zus Zij knikt zwijgend. Heb je in Leur die vliegmachine zien schuiven Die ging ook „zoo maar vanzelf door de lucht. Ten minste, dat leek zoo. Maar er zat een motor in, die da schroeven deed rondtollen. Zoo zit er ook iets in de komeet, dat haar door de lucht doet snellen. Maar wat? Ja, d&t weten we niet? En als er iets n zit, een machine of zoo iets, wie bracht die dan o gang? FraDS draaide den blik van de groote vraagoogen zijner zusier af naar Pa. Ha, ha, ha, lachte deze, zoo kom je er niet, Frans. Een stuk van de zon, dat is beter. Ha, ba, ba. Den volgenden avond moest Pa naar zijn kantoor en Frans ging alieen naar de lezing van den Eerw. neer Jsnsen. Pa zou er wel niets op tegen hebben, dacht hij. Had hij zelf gisterenavond niet voorgesteld erheen te gaan? Maar toen Frans thuiskwam, viel hem de ontvangst toch niet mee. Pa keek erg zuinig. Hij nad bet den vorigen avond zoo niet bedoeld. Voor de grap gezegd, ga je mee, jongen?Maar enfin, 't was nu eenmaal gebeurd. En Pa voelde te goed, dat hy' niet ernstig boos kon zijn hij zou in het vervolg beter op zijn woorden passen. Nu moest bij echter toch weten, wat ze zijn zooo hadden wijsgemaakt. Wanneer vergaat de wereld nu, jongen? Wat meent U? Maar hebben ze dat vanavond niet aan je verteld? Heeft die spreker met O, bedoelt u dat? Neen Pa, net het tegenovergestelde. Die spreker is begonDeu met te zegden, dat men ten onrechte de kometen als onteiuke- hodan bescaouwde. Dat was bijgeloof, zei hij. En wat vertelde hij meer? Ja, dat is zoo makkelijk niet om weer te geven.... Dit ie zeker, ik heb nog nooit zoo'n sterken indruk gekregen van de geweldige ruimten Louise was de eenigste niet, die fes avonds de slaap niet vatten kon. En die door een kier van het gordijn opzag naar de sterren, het hagt vol verlangen naar den eeuwigen Maker en Bestuurder dier eiudelooze wereld boven haer Zooalö een bioetn zich beert naar rondom ons. Aardige voorstellingen de zoo, zoo heft. zich de ziel van na gaf de man daarvan. Zoo rekende hij ture naar den öchepper uit hoeveel jaren men noodig zou hebben om per bliksemtrein, dag en nacht doorrijdende, naar de zon te komen. En die zon staat betrekkelijk dichtbij. Daar leven nog werelden i omheen, waarin duiienden sterren zich regelmatig langs vastgestelde banen bewegen. („D. v. NB") Na die oversfroomingen. Er heerscht nu groote ellende, vooral in Louise (met dezelfde vraagoogen van I de 'voorsteden van Parijs. Aan alle kan den vorigen avond) Door wien teal vraagt men hulp. Een eigenaardig Door wien bewegen zich die sterrengeval doet^ zich voor te Courbevoie. Hij zei... door God... Een huis is in zijn geheel 50 centi- Pa. O, moest dat geleerd worden me'ers 011 den grond gezakt, daarna van de komeet. Ja En hoe weet hij, dat 't God is, die dat alles bewegen laat, Hij zei, Pa, dat toch iemand in die eindeiooze ruimte aan de sterren en kometen richting geven moet heeft het zich in tweeën gedeeld en het «ene deel zakt voort, terwijl het andere blijft staan. De inwoners zijn verhuisd. Er zijn te Courbevoie een duizend mensdien werkeloos. Te Genevilliers zakt het water sterk en dientengevolge storten nu veel huis- Ja, dat zegt Louisje ook, ha, ha, j j&s Hu. De schade is zeer groot. Cllichy is nog steeds overstroomd. Het water zakt siechtp langzaam. Zoo ook de Colombes en te Ivry. Te St. Denis z.ijn'umtreiit 1500 onbe- huisden uit andere gemeenten onder dak gebracht. Maisons-Alfort helpt nog altijd bij de 4000 menschen. In Alfort vil le zal men straat bij straat in orde slechts terloops een oor leei t aan I hrengrai. de beweringen van zijn zoon. Charenton zakt het watei voort- Eerder dan de sterren, zooals i e durend. De weg van Villeneuve-St. man, die de locomotief maakt, ti Deorges staat nog ondei. De lijken eerder is dan zijn machine. der verdronken wegwerkers zijn nog Pa. (Ongeduld-g) Nu goed, laat het a'et teruggevonden. doch waarom u- Tes Pu'eaux verbetert de Toestand. ha. Frans (onverstoorbaar ernstig); Iemand die er eerder moet geweest zijn, dan de sterren. De meisjes hebben hun Daai-1 werK in de schoot laten vallen,] moeder komt bij de tafei staan, Pa doet of hij de kraut leeA en iemand geweest zyu, het God? De tegenwoordige W6tea schap neemt ook iels aan boven de stof; de oud-Minietar Veegens heeft onlaugs nog geschreven, dat tegen woordig geen denkend mensch meei materialist is. Maar «Is men zegt ei is iets, dan erkent meu nog niet, da: er een God ia? Een aantal werkmansgezinnen zijn van alles verstoken en moeten geholpen worden. De gemeenteraad van Parijs, de alge meene raad, de afgevaardigden en se- nateurs der Seine hebben eene verga- gadeiring gehouden op het stadhuis, om gezamenlijk de middelen te beramen Dr. R. S- Trevor ran St. George's Hospitaal, verklaarde, dat de dood was toe te schrijven aan hartverlam ming. Bovendien leed de raai aan haat- vervetting. De hartverlamming was be spoedigd door bronchitis. Er waren geen teekenea. va* iaag- duriga uitputting. De jury verklaarde, dat de *«i een natuurlijken dood was gestorven, waar onder in Londen ook dikwijls de hon gerdood wordt gerangschikt. om de slachtoffers te hulp te komen. Hé, dat is toevallig, de sprak r|AUen warcn van gevoelm dat bij zulk heeft ook die uusprask van Mr de S(aat licht Ls al de ge. Veegen genoemd, hy zeide, dat het meenlenFook Pariis. te hulo te komen materialisme uit de mode was. Er; dat men tegenwoordig, hoe noemd meenten, ook Parijs, te hulp te komen. Wereldsiad-ei 1 ende. Reeds vroe- by dat ook weer wacht ik heO|seüj|.e a:ITO(Kxl^ die in Londen geIe. dit gedeelte opgeschreven en ral mijn K word( (>>k dezer djlgen speelde aantekeningen voorlezen... dat men z ich eell dergeijjk staaltje van wereld_ koketteerde met een on be ken o iat8 stakls-ellende af. Het was bij een on- boven de «tof. Waar dat onbekende, Verzoek, ingesteld naar de doodsoor- zeide hy, _m dezelbie onbekende God zaak vau w.iilean Henry Mead in de ger gaven wij een staaltje van de vree dien de Apostel Paulus beeft gt-pre dikt aan de Grieken. Hij ken «een kt of zijn, want dan stond Hij er niet boven. Dan zou Hij vergankelijk z in, pl/evena!,"! de stof. Hij kan ook tie* door anderen zijn gemaakt, wantdian zou Hij niet de eerste oorsprong aller dingen wezen. Hij bestaat dus uit zich zei ven en wel van alle eeuwig beid. Pa Peterstraat, Westminster, die plolseling was overleden na langen lijd in de uiterste armoede te hebben geleefd. Zijn weduwe Caroline Mead gaf een treurig relaas van den toestand, waar in zij leefde. Zij vertelde, dat haar echtgenoot reeds geruimem tijd zonder werk was. Z5j moesten 3 shillings per week betalen voor een achterkamer en .de eenige middelen van bestaan waren En moeten ze ai dat fraaie |de weinigc g efrlstiikldcn die de man nog aankondigen onder den titel„wat de -jmisbracht, de huur werd door de kin komeet ons leert". dercn betaa]d. Dat. Jeert ons, zeide de spreker, Zij hadden beiden honger gjeleden. de komeet, en de grootsche sterren Meermalen ïiadden zij geen vuur en wereld, waarin zij zich beweegt. o gingen reeds 's middags naar bed. Maar is het de tijd, meende hij, om te zjj waxeil tevreden met het weinige, dat wijzen op den wonderen sterrenhemel de man lbuisbracbt. boven one, want omdat er nu een Laatstleden Maandag was haar man komeet aan verschijnt, hebben de toen hij plotseling een duizeling menschen er oog voor. kreeg. Hij zat op zijn stoel, toen hy1 Pa schuifelt onrustig heen en weer \opeens voorover in den haard viel en De schrik der wegem *1 Ge beurde te Schiedam. Iemand, die ut den loop van den Zondag te veel hal geofferd aan de befaamd* liefde voor zijn geboorteplaats, en uit zijn leerboek der aardrijkskunde uit de dagen zijner jeugd voornamelijk dankbaar had ont houden, dat het hoofdproduct van Schie dam is „jenever", liep onzeker te zig zaggen over do donkere avondstraat. Plots flitsen hem in het verschiet twee schelle lichtoogen in het aange zicht, welke in ongeloofelijke snelheid nader komen. De man slaat suf-versdhrikt, bewe gingloos nu, als een haas, welke i* het stille nachtelijk koolveld plots ee* feilen lichtbak van stroopers etaar ziek toe ziet draaien. Dan is alles voorbij, in een bijna ondeelbaar oogenblik. Toch heeft zij* doffe dronkemanskop het gevaar be grepen, hij herkrijgt zijn zinnen e» met een stentorstem schor» hij langs haven en straten: „Brand! Brand!" Het woord suggereerde hom zoo, dat hij de eerste de beste deur van ee* proeflokaal binnenzwaaiide en opnieuw stentonfe: „Brand! Brand!" en toes* met .een vuistslag op do toonbank. Brandewijn, gauw 'n beetjot" stti erf. De Coroner: „Wat had hij in de laatste dagen te eten gehad?" Zaterdagochtend bracht hij 10 pence op zijn atoel. Moeder en kinderen laten de oogen niet van hem af. De wetenschap, kinderen, leert, dat hetgeen achter de stof leeft, voor thuis. Hij zeide: „haal nu een pakje ons onkenbaar is. soepblokjes", en daar dronk hij een Dat heeft de spreker 66k verteld, beetje van, maar hij had geen vleesch. Maar hij zei„En op Zondag Nu... „Een stukje geroosterd broocl, mijn- Dat zeg ik niet, omdat U zoo heer. partij kiest voor „de wetenschap". „Wat heeft hij 's Maandags gegeten? Zeg op, jongen. „Ook een klein stukje geroosterd Dat de hoogmoed sommigen be- brood een half snoetje ongeveer.' let, om voor het zoogenaamd „onken- Toen men haar vroeg, waarom zij bare" neer te knielen als voor den niet aan het armbestuur had gevraagd eeuwigen God, die ons in de schepping om huip, antwoordde zij, dat zij tevre- ia geopenbaard. den waren met hetgeen zij haddon. Foei mijn jongen. D-eCoroner: „Het is een beetjemoeu- U hebt 't mij gevraagd. lijk te begrijpen, waarom zij tevreden waren, terwijl zij honger leden. Hij wou bet zoo graag eens pr«- baeren! Hij had den geheelea winter nog niet op het ijs kunnen, staan, al leen wat bevroren plasjes i* een gootf kunnen stuktrappen. En nu lagen er van morgen al van die groote steene* op het ijs in de gracht, er op ge gooid door collega's van het schooier tje. Hij zou er nu ook Wel op kun nen staan en dan bluffen tegen zij* kornuiten: „Toch op het ijs geweest, en een smeris was er niet, da's nog al wiedes". En dus spiedde hij rond i* het vroe ge morgenuur of er werkelijk geen agent te zien was. En toen j»ing hij naar een boom, pakte zich beet aa* oen. tak en trapte met zijn hak op het ijs. 'tGin^ er niet doorheen, hoe hard schooiertje ook trapte met alle kracht van zijn spillebeentjes. 'Zeker zou hij de proef hebben doorgezet, maar daar kwam iemand aan. Die ie mand bleef staan, keek naar het expe riment, kreeg een ontzettend minach tenden blik van den waaghals, stoorde zich daar niet aan, vroeg schooiertje of hij thuis geen water had als h$ zich wasschetn moest. Waarop het veel belovende jonge mensch zich een eindje terugtrok, zijn tong een paar maal uit stak etn verder sjokte, om elders waar schijnlijk zijn proef te herhalen, waar geen booze menschen zijn, 'die wél eene agentendiensten willen doen. TWEEDE KAMER. Begeling van werkzaamheden. In de op Dinsdag 15 dezer te hou den bijeenkomst der Tweede Kamer is aan de orde: trekking der afdee- lingen en rege ing van werkzaam heden. De voorzitter is voornemens aan de te benoemen Centrale Afdeeliug voor te stellen, daags na de wederbyeen- komet der Kerner een aanvang te ooakcD met het onderzoek in de af- deeiicgan van de wetsontwerpen Wettelijke maatregelen tot regeling der administratieve rechtspraak: VervRDgina der Beroepswet en her ziening der Ongevallenwet 1901; wy- tiging der Gemeentewet; regeling va* de Banken van Leming; neefijding 87 Alice klapte van blijdschap in de bandjes. „Heel graag, ja mama, u hebt ge lijk," riep ze uit. „Laten we nu maar gauw gaan, dan krijgt ze nu vast koek van mij in plaats van de pop." En ze was inderdaad niet tevre den vóórdat Segonde een zakje no ten, vruchten ën lekkers had ge haald om voor Loulou mede te ne men. Op de Champs Elysees zat het bloemenverkoopstertjc al te wachten, in spanning starend in de richting vanwaar ze meende dat haar beschermster komen kon. Een uitdrukking van onuitspreke lijk geluk kwam over haar gelaat toen ze eindelijk Madeleine met de kleine Alice zag aankomen. Ze sprong op en wilde op de gra vin de [Clavières toesnellen, maar opeens bleef ze stokstijf staan. „Ondeugende meid." sprak Alice op haar toetredend en haar de hand reikend, „je zag me toch wel [Waar om kwam je niet naar mij toe „Ik durfde niet, jongejuffrouw," «prat Loulou met een blik vol schaamte wp haar kleedereo. Ze droeg .weer de lompen van den vori- „Lezen," sprak Alice, die een zeer vorigen winter ben ik toch ook niet gen dag. jgeringe sympathie toonde voor al gestorven van koudel" „He ja" zei nu mevrouw; de Cla- wat de geheimen van het alphabet j En in een plotselingen aanval van vières, „waar zijn de Meeren geble- j betrof, „lezen is erg vervelend." j moedeloosheid ging y.c voort: „De ven die ik je gisteren gekocht heb?; „En ik wou het toch zoo graaghonden zijn nog- gelukkiger dan ik, Ze pasten en stonden je toch zoo kennen," antwoordde het bloemen- j en als die mij poms bibberend goed. Heb je fze niet graag aan verkoopstertje. i van koude of doornat ontmoeten, Een gloeiend rood bedekte de wan- „Nu, dan moet je naar school gaan,krijgen ze stellig wel medelijden met gen van het arme kind. „O, ze wa-!daar leer je het. jren zoo prooi, maar Beccluni, die] „Ik jheb geen tijd om naar schooi leelijke dief, beeft ze afgenomen, i to gaan. Dat zou signor Becchini Hij wou niet bobben da,t ik er als een nooit goedvinden prinses uitzag, zei jhij." De oogen vla.n de kleine schitter- j den van boosheid en wraakzucht^ ter- j wijl ze deze laatste woorden sprak. my. Alice ibegon te schreien. „O piama," snikte Ize, „laten we Loulou toch pree naar huis nemen. Ze is zoo lief, en als we dan weer naar Indië gaan, heeft ze immers jWie is die signor Becchini^" vroeg Madeleine. Wel, dat is natuurlijk de man die1 nooit last van de kou meer. Zeg haar kleeren heeft gestolen," sprak Loulou, wil je ïnet ons mee naar Madeleine zag die uitdrukking en'Alice Jicel neuswijs. Indië?" {sprak bij zich zeiven: „Ditmaal ver-I „En wlaarom heeft Becchini je die] „Ik zou heel graag .willen, jonge- gis ik me tooh stellig niet! Dat is'kleeren eigenlijk afgenomen?" juffrouw, maar als signor Becchini de gelaatsuitdrukking van Horace!"! „Omdat ik mot zulke mooie klee-i merkt dat ik weg wil, slaat hij Zoodra echter de kleine een oogen- ren aan niet bedelen kan. En toen me dood. Dat heeft hij zelf gezegd." blik in tegenwoordigheid van de gra-1 ik ze uitgetrokken had, zei hij nog: I „Wat beeft bij gezegd," vroeg vin was geweest, verdween die booze Daar maak ik wel een dertig francs Madeleine. uitdrukking ,weer van baar gelaat, voor. Vanmorgen vroeg is hij al „Dat als ik ooit probeerde te ont- en baar trekken werden verlicht als uitgegaan om alles te verkoopen. door een hemeische blijdschap. 'Maar dat mocht hij' toch niet, wel 1 Ze vouwde de handen en hief deze mevrouw Want de kleeren waren als in vervoering naar Madeleine op. „Was je ons al niet haast verge ;ten, kleine," sprak de gravin," „O van my, u hadt ze mij gegeven „Zoo is het, bind." „En wat zul je nu beginnen als j mevrouw, ik iheb den heelen nacht'het koud wordt en begint te trege- I van u gedroomd," was het antwoord, nen," vroeg Alice op levendigen I „Zoo, en wat heb «je dan wel ge-toon. droomd Droevig schudde Loulou Ik jdroomde dat u de heilige hoofd. snappen, hij' mij altijd vinden zou, en dat hij' me dan stellig dood zou slaan." „Is die man je vader of andere familie van ja" ging Madeleine voort-. „Dat geloof ik niet, mevrouw." „Wat is hij dan „Dat weet ik niet. Hij bomt uit het Italië, en er zijn heel veel hinde ren bij hem. Eenige van deze vegen Maagd was. En u beloofde mij te„Wel, net zooals ik tot nu toe schoorsteenen, anderen spelen op de komen halen en mij lezen te laten gedaan heh," sprak ze. „Ik ben er viool of gaan lang» de straat zin- leere* als ik goed oppakte." aan gewoon, jongejuffrouw. Den'gen. [Weer anderen verkoopen beeld jes en de mooiste meisjes moeten bloemen verkoopen. Wie niet genoeg geld meebrengt, krijgt een geducht pak slaag en moet zonder eten naar bed." „En met hoeveel kinderen zij? ge dan wel bij dien man „Met z,'n veertienen, mevrouw. „En laat de politie dat alles maar toe? Dat js toch verschrikkelijk!" „De politie weet er niets van!" „Maar klagen jelui dan niet?" „Och, er bomen wel eens lieeren om ons te ondervragen. Inspecteurs zjjn het geloof ik. Eens heeft een van de jongens eens wat verteld, maar Becchini hoeft hem toen haast doodgeslagen. Na dien tijd durft nie- mand meer iets te zeggen." Madeleine was even ontroerd en aangedaan als Segonde en haai- kind. Alle drie snikten ze. Allerlei edeL moedige gedachten kwamen er bij de gravin de iClavières op. Ze be-1 groep wel dat Becchini een van die exploitanten van kinderen was, diet hun slachtoffers door Parijs zenden om het medelijden van het publiek op te .wekken. Zou het mogelijk zijn door een aanzienlijke som golds, Loulou aan de handen van dien Becchini te ontrukken Dan kon Loulou immers later voor Alice worden, wat Jeannette voor haar gewjeest was! En waarom eigenlijk niet? Maar vóórdat ze daartoe besloot. zoo "zeide haar v ere tand. s»o*et ze eerst dat kind nog nader bestm tleeren, want in zoo gewichtige za ken mocht ze zich toch immers niejfc door een een plotseling opgeko men, eigenlijk moeilijk verklaarbare sympathie laten leiden. Ofschoon Loulou er merkwaardig oprecht cn eerlijk uitzag', do stra ten van Parijs waren toch maar ee* allerslechtste leerschool voor de toe komstige. vertrouwde van hare doch ter. En hoe üeht konden er in het gemoed van dit kind niet dingea leven, die op Alioe een hoogst schar delijken invloed zouden uitoefenend En bovendien te meer nu di« zonderlinge sympathie haar dade* zoozeer dreigde te beheerschen, wa# ze immers verplicht eerst hare* edit,genoot te raadplegen, voor wie* ze tot dusver nog nooit het minst* geheim had gehad. „Dus heb je niemand op de we reld behalve signor Becdiini, Lou lou," vroeg de gravin. „Neen, niemand, mevrouw. Voor- zoover ik mij herinner, heb ik mij* vader of moeder nooit gekend. Nie mand is er die van mij houdt. He... Maar eensklaj>s hield zij aarzelend op. „Ik vergis anlij," sprak ze. „Ik h'eb todi nog een vriendin, maar di« is nbg ongelukkiger dan ik." „En waar is die dan?" „Ook bij signor .Becckiai." Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 9