heemstede; Agent J. A. TIMMERMANS. Gemengd Nieuws. Sport en Wedstrijden Landbouw en Vis»che' ij. Leger en Vloot. KAM MRS- brt ht»zaken. Abonnementen en Ad- vertentiën voor de N. Haarl. Courant worden te Heemstede aan genomen door den IS maanden inwoner van het Rijk. Verder gelden de volgende beipalin gen: B el a s t ingk i ezar s. Belasting kiezer is hij, die over het laatste dienst jaar al zijn aanslagen in de Rijksbe lastingen heeft voldaan. Die belastingen -rijn: Personeele belasting. Grondbelas ting, Vermogensbelasting en. Bedrijfsbe lasting. Belastingkiezers behoeven zich niet aan te geven; zij worden ambtshalve -op de kiezerslijsten gebracht. Alleen zij, die mede-eigenaren zijn in een onverdeelden boedel, waarvoor in 1908 grondbelasting is betaald, terwijl bun aandeel in die belasting f 1 be- cbraagt, behooren zich vóór 15 Febr. aan te geven aan de secretarie. Wie verhuisde naar een andere ge meente, en in een vorige belasting be taalde, dient zich eveneens aan te ge ven. met overlegging van bet voldaan geteekende belastingbiljet. Wie op 1 Februari rijn belasting nog niet voldaan heeft, krijgt van den ontvan gar een waarschuwing thuis, een gra- t i s waarschuwing, waarin gezegd wordt, dat is de belasting op 1 Maart iriet voldaan, men niet op de kiezers lijst komt. Examenkiezers. Welke exa mens geldig zijn, kunnen wij niet uit voerig opgeven; de wet zegt, dat rij kiezers kunnen worden, die „met goed gevolg hebben afgelegd een examen, ge steld door of krachtens de wet of aan gewezen bij algemeenen maatregel van bestuur en in verband staande met de benoembaarheid tot eenig ambt, de ver vulling van eenige betrekking of de uit oefening van eenig bedrijf of beroep. Onderwijzers geestelijken, ambtena- reai bij de belastingen, beambten bij het spoorwegwezen enz., die een. exa men hebben afgelegd, kunnen door over legging van hun diploma het kiesrecht bekomen. Eenmaal examenkiezer, behoeft ge, zoolang ge in dezelfde ge meente blijft wonen, u niet meer op nieuw aan te geven. Huur kiezers. Huurkiezer is hij, «Lie op den 31sten Januari sedert 1 Augustus van het vorige jaar in een buis of een deel van eeax huis heeft gewoond van de huurwaarde, voor iedere gemeente bepaald. Men mag in dien tijd ook éénmaal verhuisd zijn; mits dan ieder der woningen den huur prijs heeft, door de wet vastgesteld. Men kan echter ook kiezer worden, wanneer het huis of het gedeelte van het huis dat men bewoont, niet den geëischten huurprijs heeft, doch wan neer men in zijn woonplaats grond in huur heeft en samen daarmee het voor de gemeente geldende bedrag wordt ver kregen. De bepalingen van do huurkiezers gelden ook voor de schippers; zij moeten alleen den vastgestelden tijdeen sohip in eigendom of huur hebben ge had van 24 M3 inhoud of 25000 K.G. laadvermogen. Loonkietfers. Inkomsten- of loonr kiezers zijn zij, die van l Januari van het voorgaande jaar tot 31 Januari van het volgende achtereenvolgens bij niet meer dan twee personen, ondernemin gen, openbare of bijzondere instellin gen in dienstbetrekking zijn geweest, en ■daar een loon hebben genoten dat voor verschillende gemeenten verschillend is bepaald. Het loon, in vaste diens tb etrak king dooi' de vrouw genoten, kan worden geteld bij dat van den man 011 evenzeer het halve loon van minderjarige inwo nende kinderen. Ongovalienrente wordt ook als loon beschouwd. Staat ook in een of ander bedrijf in den regel hét werk gedurende een gedeelte van het jaar stil, dan wordt de tijd, waarin niet gewerkt, als dienst tijd beschouwd. Is men ten hoogste twee maanden riek, dan wordt toch het loon gerekend ontvangen te zijn. Woont een werkman bij zijn patroon in en heeft hij daar ook den kost, dan mag de kost en inwoning als loon wor den beschouwd en bij het loon in geld worden opgetrokken. De bepalingen voor inwonende zoons zijn dezelfde. Spaarbankkiezers. Wie op 1 Februari sedert een jaar f 100 nominaal op hel Grootboek had staan, of f 50 in de spaarbank, zóó dat het inderdaad rijn eigendom is, kan op grond daar van aanspraak maken op het kiezer- schap. Hij moet vóór 15 Februari zich op de secretarie aanmelden onder overleg ging van een bewijs van de directie van het Grootboek of het b e- stuur der Spaarbank, dat hij in derdaad sedert een jaar eigenaar is van de gevorderde bedragen. Het is niet meer noodig, een boekje te hebben van de Rijkspostspaar- b a n k. Andere spaarbanken tellen ook mee: doch natuurlijk moeten de licha men, waarvan deze spaarbanken uit gaan, rechtspersoonlijkheid hebben, en, zoo ze na 1 Mei 1900 zijn opgericht, moeten ze een waarborgsom van f25000 bij de Nederlandsche bank hebben gedeponeerd. Pensioenkiezers. Voor pen sioenkiezers geldt hetzelfde als voor ♦oonkiezers. Als loon wordt gerekend het pensioen of de lijfrente, door open bare instellingen verleend en ook dat, 4oo.r ondernemingen, of bijzondere in stellingen uitbetaald. Wie f 500 pen sioen heeft, kan kiezer worden. Wie minder pensioen heeft, maar er nog iets bij verdient, kan dit bij elkaar tellen. Pensioen of lijfrente voor de rrcuw geldt geheel, dat van minder jarige kinderen voor d,e helft, voor den man. Wij hertaieren er aan, dat de tijd van aangifte nog tot 15 Februari, a.s. Dinsdag ,is vas'gesteld. Wie daarna komt, krijgt onder geen voorwaarde meer het kiesrecht. Formulieren van aanvraag zijn kosteloos verkrijgbaar ter sacre'.are. Om k ezer voor den Gemeenteraad te rijn, moot ge bovendien, gcaneentebe- iasiing betalen. Over Polemiek. Naar aanleiding van eenig geschrijf in „De Voorhoede", die het afkeurend heeft over de polemiek tusscheD ka tholieke bladen en... dan zelf een kolommetje lang polemiseert tetren enkele dier organen beschrijft „Het Centrum" Het geval bewyet, duukt ons, een keer te meer, dat polemiek nu eenmaal niet kan worden gemist. Het is maar de vraag, hoe men den strijd voert. De schrijver in „de Voorhoede" haalt eenige staaltjes van polemiek aan, die allerminst kunnen gelden als modellen van loyale gedachten- wisseling en a fortiori tusschen ka tholieke bladen te eenenmale onbe tamelijk zijn. Een polemiek, die in scheldwoorden en verdachtmakingen haar kracht zoekt, is altijd en onder alle omstan digheden uit den booze. Maar moeten speciaal de katholieke journalisten niet genoeg eerbied heb ben voor hunne taak, om op geoor loofde wijze met elkander van ge dachten te buDnen wisselen, meening tegenover meening, argument tegen over argument, conclusie tegenover conclusie te plaatsen? Laat men eens bedenken, hoeveel duisternis en vooroordeel er nog over tal van zaken zou bestaan, wanneer de botsing der denkwijzen daarover geen licht had verspreid Een opgewekt politiek en journa listiek leven is ook in onze eigen partij ondenkbaar, zonder dat het ooit tot wrijving van gedachten komt, tot schermutselingen met het woord of met de pen. En niet een slappe zoetsappigbeid is daarbij de eisch, maar een christe lijke gezindheid, die er zich van ont hondt in smadelijke bewoordingen kracht te zoeken en daarnaast de ruiterlijke toepassing van den gulden regelhoor en wederhoor. Er is een soort van polemiek, die louter om haar-zelve gevoerd wordt, bij wijze van sport, en waar de Recnthaberei zóo dik opligt, dat zelfs de handigste kunstgrepen die niet vermogen te bedekken. Er is een andere soort van polemiek, die wordt ingegeven door persooniijk- heden, zelfs door concurrentie-zucht, en soortgelijke motieven van laag gehalte. ife^- Er is ook een polemiek, die enkel ten doel heeft neer te slaan en te verpletteren, die louter negatief is én het positieve, het opbouwende verwaarloost en negeert. Al deze soorten van polemiek en misschien zijn er nog meer doen kwaad, niethetminst a an hen, die er zich van bedienen, ook al kunnen zij daarmee misschien de eigen lezers tijdelijk op een dwaalspoor brengen. Maar aan de katholieke journalisten moge de eisch worden gesteld, dat zij onderling van gedachten wisselen en van opinie verschillen, zonder dat dergelijke motieven bun pen besturen, of dergelijke methodes door hen in practijk worden gebracht. De lezers onzer bladen hebben recht op voorlichting en over vele, men mag wel zeggen over de meeste vraagstukken van belang bestaat in den regel niet terstond en algemeet; de noodige klaarheid én helderheid van inzieöt. Dikwerf wordt die eerst langzaam verkregen, en de ervaring wijst uit dat de gevoerde polemiek daaraan ruim haar deel bad. De van ongelijk overtuigde partij mocht dit dan niet ronduit er kennen, haar allengs veranderde houding hief allen twijfel op. e De oude, verouderde, onhoudbaar gebleken standpunten -werden p r^ij s gegeven. Ea soms ook deed men Jover, en weer water by den wijn.j^^/,, Wij pleiten voor het goed recht der polemiek. Zij isoumiabasr om den aanval o «er gemeenschappelijke vijanden af te slaan zij is n o o d i g, om i< eigen kring het inzicht te verhelderei en het goede te bevorderen. Mits op deze uitdrukkelijke voor waarde; dat de inhoud der artikelen niet worde opgeoflerd aan den vorm en de bedoeÜDg geen andere zij dan het dienen van waarheid en klaarheid. Men zal in dat geval ook nimmer aarzelen de redeneering des tegei standerseerlijk onder de oogen dr eigen lezers te brengen en een al te zeer bekende „handigheid" te ver smaden. „Lh plus grande hahileté c'est d> n'etre pas habilb", zeggen de Frm schen; wat men in goed Hollandscb aldus zou kunnen vertalen; eeriijkbeio duurt het langBt, 66k in de pole miek „Verlicht" bijgeloof. De Haagsche correspondetnt van de „Standaard", geeft, in dat blad eenige staaltjes van „verlicht" bijgeloof. We schrijven, zoo lezen wij, 't jaar tien van de twintigste eeuw. 't Is een en al verlichting, waar kom ie vandaan, zooals de menschen, dat zeggen. In letterlijken en overdrachlelijken zin. We beleven dagen van wat deDuit- scher eigenaardig noemt „Aufkltirung". Ook in Den Haag. Vooral in de Re sidentie moet mem over die verlichting niel min denkenl Toch of moet ik zeggen: dus? is men hier bijgeloovig! ZooaLs blijkt uit een ongehoord feit. We nummeren hier onze straten, als elders, volgens do rekening van. Bar tjens, zooals iedere straat heeft haar nummer 11 en haar nummer 13. Nu kwam er in eem mooie, gezonde wijk, in een heel respectabele buurt «net geriefelijke huizen, verleden jaar 'u hufc leeg, dat liet „gekkennummer" 11 droeg. En verbeeld! u, waarde lezer, dat dat huis nu niet weer verhuurd kon wor den. Kijkers genoeg, maar geen huurders! Ter wille van het nummer! Althans zoo verzekerde bij hoog en laag de huiseigenaar, die geloofde, dat zijn huis dadelijk weer verhuurd zou zijn, als het maar eem ander nummer kreeg, waarom hij een verzoek in dien geest tot hel gemeentebestuur heeft ge richt. Den Haag'.s aliervroedste vaderen hebben naar aanleiding van dat ver zoek overleg gepleegd en wel met het gevolg, lach niet dat dezer da gen in de verlichte stad 's'-Gravenhage, in een mooie, gezonde wijk, in een heel respectabele buurt, uit een rij van al'- lergeriefelijkste huizen nummer 11 ver dwijnen zal en vervangen zal worden door.... 10A! Ik zou nooit gedacht hebben, dat het bijgeloof in Den Haag nog zulk een rol kon spelenNog eerder zou ik het geval hebben kunnen begrijpen, als het zich had voorgedaan met nr. 13, hef „ongeluksnumxner". Immers, er is wel geen getal zoo zeer het onderwerp van allerlei bij geloof als het getal 13. Indien er een tafelgezelschap van 13 personen is, moet, naar de bijgeloovige meening van velen, in hetzelfde jaar iemand van het gezelschap sterven, en wel hij, die schrikt, wanneer toevallig het getal 13 genoemd wordt, of wel degene, die on der een spiegel of op een hoek zit, <ói wel hij, die het laatst opstaal. Zijn echter alle personen minstens 35 jaar oud, dan treedt de waarschijnlijkheid van het sterven eerst na 8 of 9 jaar in, zoodat de sterftekans dit voeg ik er bij in dat geval in het bijgeloof wel niet veel grooter zal zijn dan in de werkelijkheid. Nu ik toch over het bijgeloof inzake getallen schrijf, zij het mij vergund, uit een buitenlandsch tijdschrift het een en ander aan te halen, dat kan doen zien, hoezeer het bijgeloof in het dagelijksch leven een groote rol speelt. Uit 'de aanzienlijke rij van wat wij „aapjes" zouden noemen of hier in Den Haag „urbaintjes" was in Leip zig, gedurende het tijdvak van 3 Sept. 1895 tot 1 April 1896, tot de invoering van de laxameters, huurrijtuigen eerste klasse, no. 13 spoorloos verdwenen En zoolang dat nommer als huurrijtuig tweede klasse voorhanden was, klaag den alle koetsiers, die er mede rijden moesten, over slechte zaken. Een koet sier verzekerde, dat hem om dat onge luksnummer op zeker punt van de stad op één dag, vlak achter elkaar, drie vrachtjes ontsnapt waren. Eerst kwam een deftig heer, die zich wilde laten rijden, maar juist bij het instappen zijn oog liet vallen op h,et onheil voorspellend nummer, ,,'n Mooi rij'.uig meende hij als je maar niet zoo'n ongeluksnummer had"! En meteen liep hij naar een ander rijtuig, welks koetsier hem al in de gaten had en 't portier voor hem open deed. Even later een jeugdig echtpaar. Reeds openen ze het portier om in te stappen, maar opeens schrikken ze te rug. „Hè, dat vreeselijke nummer. La ten we maar liever een ander num mer nemen." En ze zoeken zich een ander rijtuig nemen;." Na korten tijd komt een jonge, ele gant gekleede, dame op het rijtuig af. Ze schijnt kort van stof te rijn, wan! haar oog valt op het nummer en zon der een woord te Zeggen, loopt ze weg, naar een rijtuig, dat wel mind ei- mooi is, maar ook een minder gevaarlijk nummer heeft. Een andere koetsier, die clat num mer een tijdlang had, verzekerde, dat hij vooral bij de stations met rijn aapje slechte zaken maakte. Niemand wilde er mede rijden. Had iemand het num mer per ongeluk gekregen, 'dan kwam hij haast zonder uitzondering als hij zijn ongeluk nog bijtijds bemerkte om een ander rijtuig vragen. Een rei ziger, die zijn noodlot eerst bemerkte toen hij aan het einde van rijn rit was, onderhandelde in allen ernst met den koe.ts.ier over korting op den vracht prijs, omdat hij geheel tegen zijn. zin met het ongeluksnummer gereden had. Eerst 1 April 1896 kwam, na afwezig heid van een half jaar*, nr. "13 weer ie voorschijn en werd het onder de eer ste klasse rijtuigen opgenomen. Het trof echter wel eigenaardig, dat het onge luksrijtuig den tweeden dag dat het reed, inderdaad pen ongeluk kreeg, zoo dat het in de reparatie moest en dus weer eenigent ijd verdween. Sedert heeft men het nummer maar op 'n verscho len plekje aangebracht, met het ge volg, dat de zaken wat bet ei' march ee- ren. Bij de aanschaffing van huuraulomo- bielen, heeft men in Leipzig nommer 13 eenvoudig weggelaten. Op 12 volgt 14. 'De weglating geschiedde, omdat men verwachtte, dat niemand van nr. 13 gebruik zou maken. Ook met betrekking tot de huisnum- mexing speelt het getal 13 een bijgeloo- vige rol. In verschillende straten van oud en nieuw Leipzig ontbreekt nr. 13, zooals b.v. in Alt-Eeipzig in de So- phienstrasse en in Leipzig-Lindenau in de Hermanns (rasse. In Berlijn gaat het niet veel beter met de nummering der huizen. De „stra- tenlijst vermeldt tal van straten, waar bij de kantteekening gemaakt is, nr. 13 ontbreekt. Zoo bijv. de Reusselstrasze, Liebigstrasze, Luchenwalderstrasze, Münzstrasze, Neue Roszstrasze, Ottor strasze, Schönhaüser Allee, Siegmunds- hof, Ürbanstrasze, enz. Verder zijn in Berlijn nog een groot aantal hoekhui zen te vinden, die nr. 13 moesten dra gen, maar die vermoedelijk om dat ongeluk te voorkomen genoemd, en genummerd heeft alsof ze bij de zij straat behoorden. Zoo wordt b.v. hét huis, dat vermeld zou moeten worden als Tempelhofer Uier 13, vormeld als Groszbeerenstrasze 10. In Berlijn alleen moeten volgens het tijdschrift, waar uit dit gehaald wordt. ongeveer '126 zulke ongenummerde huizen, zijn! In badinrichtingen ontbreekt veelal evenzoo nr. 13, zooals b.v. in het So- phienbad in Leipzig. En uit Wiesbaden schreef een badgast: „Ik heb drie jaar in dezen stad gewoond, waar alle na tiën van Europa vertegenwoordigd zijn. Men zou de stad dus niet voor bijge loovig houden, en toch heb ik het vol gende beleefd. Ik kom eens in het bad huis „Zum Goldenan Kreusz", in de Spiegelgasse. „Alle kamertjes bezet", verzekert de badmeester. Ik kijk rond, maar vind nr. 13 rfiet. „Waar is nr. 13 dan," vraag ik den man. Hij lacht en zwijgt. „Nu?" „Wel," zoo antwoordt hij, „in nr. 13 zou niemand willen gaan; niemand go- looft, dat hij er levend weer uit zou komen; daarom hebben we heelemaal geen nr. 13." Verder schreef do- zelfde badgast: „In heel Wiesbaden zult u geen. enkel badkamertje vinden met het nummer 13!" Hel Woningvraagstuk en de Volks gezondheid. De Ams.terdam.sche correspondent van de „N. R. Gt.", schrijft over den goeden gezondheidstoestand der bevol king van de Jodenbuurt, terwijl daar toch de woningtoestanden lang niet rooskleurig zijn. De briefschrijver leidt daaruit af, dat de drijvers, die het altoos maar heb ben over slechte woningen en daardoor veroorzaakte volksellende, hun oogen toch niet blind moeten staren op dit punt alleen. Hij schrijft namelijk: De gezonde woning is lijet alles en niet het eenige, dat over het welzijn van de bevolking beslist, en menige fac tor valt er aan te wijzen, die de na- deelen van een slechte woning gedeel telijk opheft. Wij hteibb'ea er vroeger al eens, met d'e cijfers uit het Statistisch' Jaarboek der gemeente Amsterdam, op gewezen, dal wat de ste,rfte betref!, de Israëlietische bevolking, die in sterfte den derden rang heeft op den staat en volgens de volkstelling van 1899 ruim 60.000 zielen bedraagt, de gunstigste verhoudingen aanwijst. In 1904, het laatst geregistreerde jaar in dat Jaarboek, bedroeg bij de Israê- Lieten <1© sterfte beneden 1 jaar: 14.4 pel., tegen 23.1 bij de Protestanten en 28.9 bij de Katholieken. En dit is, in meerdere of mindere male, een door gaand verschijnsel gedurende de vooraf gaande zes jaren. Die gunstige ver houding handhaaft zich om ons bij 1904 te bepalen voor' alle groepen, van 1 tot 4, 5 tot 13, 29 tot 29, 30 tot 39 en 40 tot 49 jaar, zij het dan natuurlijk niet zoo sterk als voor de greep beneden het eerste jaar. Alleen voor den leeftijd 1419 jaar is 'de verhouding voor Israëlieten, Protestan ten en Katholieken 2.5—2.1 en 1.7 en winnen het dius de laatsten. Van het 50e levensjaar af stijgt echter de lijn voor de Lsxaëlie'en. Hetgeen vanzelf spreekt! Sterven moet ieder, maar waar 'in, de eerste leeftijdsgroepen de meesten over- blijven, vindt de dood in de laatste groepen ook het grootste contingent en haalt zijn schade in. De sterfteverhour ding in de groep 50 tot. 64 jaar is vooy de Israëlieten 17.9, voor do Pro testanten 16.5 en voor de Katholieken 12.4. In de groep 6579 jaar: 25.5 17J314.1 en in die van 80 jaar en ouder: 11.75.74.7, zoodat bij de Jog den mjeer dan tweemaal zooveel persot- nen d;en patriarchalen leeftijd van tach tig en daarboven bereiken, dan bij de leden der andere gezindten. Eén ziekte is er, waardoor de bet- woners van de Jodenbuurt het ergste en bijna uitsluitend zijn bezocht: door de oogziekte. Aan de medici om uit te maken of dit verband houdt met de slechte woonomstandigheden, behalve dan, dat deze besmettelijke ziekte zich zeker gemakkelijk voortplant in de schier overvulde huizen en bij aanhur welijking schier uitsluitend onder één en hetzelfde ras. Toen indertijd het gemeente Bouwr en Woningtoezicht zijn gegevens ver zamelde voor het Verslag omtrent de woningtoestanden in de Jodenbuurt, wa ren het o.m. twee dingen, die de met het onderzoek belaste ambtenaren, bij^ zonder troffen: de opgewektheid bij de toch dikwerf in naargeestige woningen opgehoopte menschen; een zekere hu mor, die zich boven den aardschen te genspoed te verheffen wist en de onderlinge hulpvaardigheid, zich niet bepalende uitsluitend lot de leden van hetzelfde gezin, die bij de Joden spreek woord el ijk is. „Nooit vergeet ik" deelde mij eender ambtenaren mede „de vroolijkheid onder de meisjes, die op een akelig zoldertje, met huis arbeid waren belast." Nauwelijks had ik met mijn duim stok de hoogte van het vertrek geme ten, ol een der meisjes stond lachend! van haar bankje op en riep tmij schalks toe: „Moet u van mij de maat niet nemen?" Dit eene voojrbeeld van blijmoedigheid mag men gewis niet ge nera lis eer en. Maar het is toch buiten kijf ,dat onze Israëlietische medebur gers in 't algemeen zekere Leichfle- bigheit bczittda, althans een taaie buig zaamheid, welke het ras zich gemakken lijk do,et acclimatisearen, en het ook de kn,eedbaarheid schenkt, waardoor het zich gewillig aanpast aan al de om standigheden des levens, en zijne ba- kommernissen over zich laat gaan. In een ander gezin werd een pas be vallen moeder aangetroffen, die, zelf niet in staat haar kind te zoogem, door haar buurvrouw in dip taak om GodSr wil, werd vervangen. Dat hoorde zoo onder deze menschen. Trouwens van kunstmatige voeding voor hare kinderen hebben Joodsche moeders een ingekanr kerden afschuw, wat o.m. de geringe zuigelingensterfte verklaart. Waarbij ten voordee.e van de lage sterftecijfers nog komt de betrekkelijk deugdelijke voe ding, ge'.uige de op straat uitgestalde eetwaren, wier bereiding en keur van allerlei visch en lovers., ons fijncrger betten, weinig mógen aanlokken, maar tpgsa weLkdr voedingswaarde toch niets valt in te brengen. Dan not least de onthouding van sterken drank, 'die den Joden in het bloed zit, de onthou ding ook van ov.ermatigen arbeid, het leven bij den weg. Zelfs op een toehit; door de buurt, zagen wij stokoude men schen voor hun deuren zibtem, met op den schoot een test vuur, waarom de bevende handen waren geslagen. Maar vooral de afkeer van ons natio nale vuurwater, bij dit volk, dat naar zijn afkomst op de zoete wijnen van net Oosten de tong verlekkerd heeft en als gevolg van die onthouding! het besteden van het verdiende geld voor voedsel, dat dus ook den leden van het gezin niet Wordt onthouden, zijn onge twijfeld factoren van gewicht, voor die oplossing van de vraag: hoe komt, dat in de buurten, vormendle de Jordaan, hygiënisch eer boven dan beneden de op dit punt zeer misdeelde jodenwijk staande, de tuberculose het dubbel aan tal offers 'maakt: ruim 0.22 pet. tegen nog geen 0.12 onder de kinderen Is raels. Neen ,in de woonomstandigheden schuilt niet alleen en misschien niet alr- lereerst het ktwaad, dat zooveel krach ten in ons volk sloopt. De vaderland- sche borrel is de vijand, die in de ge zinnen zijn verderf zaait. Intus schen, dit is natuurlijk geen motief om de ver betering der volkshuisvesting tot een onderwerp van minder zorg te maken, als onze sociologen er maar tegen wa ken zich op dit punt alleen de oog en blind te staren. Zijn vrouw vergiftigd? Reeds in het kort hebben we deze week melding gemaakt van het vreeselijke geval te Prinsenhage, waar een man gepoogd heeft zijne vrouw te vergiftigen. Enkele nadere bizonderheden mogen hier volgen: Woensdagmiddag zaten V. en zijn vrouw te eten. In 't snoepwinkeltje dat ze houden kwam „volk". De vrouw moest dus van tafel op staan om Zich naar den winkel te begeven. V. bleef alleen aan tafel. Toen de vrouw terug kwam en voort wilde gaan met eten, proefde ze aan den eersten hap eten dien ze in haar mond stak, een bitteren smaak. Ze spuwde direct het eten uit. Wijl ze haar man niel vertrouwde, omdat ze haar man er al lang van ver dacht dat deze haar door vergiftiging wilde opruimen, gebruikte ze niets van 't eten, en gaf haar bord met aardap- appelen, appeltjes en vleeseh aan den hond. 't Beest stokte alles naar binnen en was binnen het kwartier een lijk. Onder hevige pijn en stierf het beest. Door dit alles was de vrouw zeer op haar hoede. Toen ze 's avonds er de kans toe kreeg, snuffelde ze de zak ken van haar man eens door én. vond er een fleschje met poeder in. Zij nam een deel van het poeder ern begaf zich daarmede naar een zeer achtens waardig en vertrouwd ingezetene te Princenhage, en maakte hem deelge noot van hetgeen ze ondervonden had. Deze deed het poeder onderzoeken en toen het vaststond dat het zeer zwaar vergif was, droeg hij zorg dat de politie met het gebeurde in kennis werd ge steld. V. en rijn vrouw zijn 18 jaren ge huwd. Kinderen hebben ze niet. Sinds lang moeten ze samen op zeer gespan nen voet leven, dit blijkt wel uit eene uitdrukking die de vrouw zich dezer dagen liet ontvallen: „Ik ben als de dood zoo bang van hem." Het lijk van den hond is door de maréchaussee in beslag genomen en werd in het Militaire Hospitaal, in te genwoordigheid der jusititie door de heeren kapitein-apotheker v. Waege- ningh en den kapitein paardenarts van HeeLsbergen, onderzocht. Naar 't schijnt moet V. beweren het yergif noodig gehad te hebben voor "t verdelgen van ratten en muizen. Maar daar staat de verklaring der vrouw, dat ze in haar huis nooit ratten of muizen heeft gezien, lijnrecht tegenover. JBen Concours. Een groot nslioDaal concours voor Harmonie- en Fanfarecorpsen zal dit jaar gehouden wordni te Vianen aar de Is-k, ter gelegenheid van een ju bileum van het aldaar bestaand korps „Exelsior", beschermheer Mr. W Lu tofs, kar.tk nrsehter te Vinnen. Op Hemelvaartsdag 5 Mei en Pinksterdas 16 Mei zullen de wedstrijden plaats hebben waaraan tevens groote feeste lijkheden zullen verbonden zijn. Het stadje Vianen zal dus die dagen, 5 en 16 Mei heel wat vreemdelingan te herbergen krijgen, daar behalve de talrijke leden der deelnemende korpsen uit alle oorden des lands natuurlijk ook legio belangstellenden uit de omstreken, de provinciën Utrecht. Gelderland en Zuid-Holland, dt-sr gronte feesten zullen bijwonen. Nu bet eehilderacbtig gelegen stadj* Vianen aan de lek van uit Utrecht gemakkelijk per tram te bereiken is. is het een bezoek op die dagen meer dan overwaard. Scaaiecrromissie voor den Landbouw. D« Staatscommissie voor den Land- houw heeft eene comuissie benoemd om een ouderzotk in te stellen naar den toestond van hst landbouw i redit-i birr te lande en naar de middelen tot verbetering daarvan Deze com missie bestaat uit de heeren Wester dijk. voorzitter, De Roer, Verbepg-r tn Sii d leden der Staatseom-niarie, alsmede uit de assessoren dr. Bos, lid der Tweede Kamer, De Hoop Scheffer, directeur der Ned. Bank, Du Bois, directeur der Postspaarbank, Löbnis, inspecteur van den landbouw en v. d. Marck, geestelijk adviseur der Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Schietoefeningen tot verhooging 's lands weerkracht. Uitvoerige voorschriften zijn ver strekt aan de commandeerende oBi- cseren der korpsen van het leger in zase de schietoefeningen tot verhoo ging van 'a lands weerkracht, met vaststelling van de vergoedingen welks aan de onderofficieren en aundereu worden toegekend voor dienstver richtingen bij die oefeningen, zijnde op werkdagen tusschen 12 en 2 ea o». 5 uur voor elk uur dienst op de baan 1-5 cent, voor een onderofi10 cent voor een korporaal en 5 cent vooreen minder rnnitair en op Zon en algemeen erkende Christelijke feestdagen 25 ct voor een ondereft., 15 ct. voor een korporaal en 10 ct voor een minder militair. f40 op een sigarenzakje Zekere J. v. L. stond deze week voor de Amsterdameche rechtbank terecht. Bij stond terecht omdat hij op 9 Dec. in zijn aan de Vyzelgracht 11 te Amsterdam gevestigden sigarenwinkel ter verspreiding in voorraad te hebben gehad eeo groote hoeveelheid, druk werken die op een bankbiljet van f40 ge'eken, „daar irnmeis elk dezer drukwerken wat betreft teekeDtng, kleur, druk en formaat groote gelijke nis vertoonde met genoemde bank biljet." Tegen beklaagde van Lookeren was procesverbaal opgemaakt op grond van art. 44 J Wetboek van Strafrecht „hij die drukwerken of stukken metaal in een vorm, die ze op munt of barkpapier of muntspeciën doet veiijken, vervaardigd verspreid of ter verspreiding in voorraad heeft, wordt gestraft met een geldboete van ten noogste f25." Mr. Alfred Levy, deelde mede, dat de zakjes steeds dienen als „emballage", voor gekochte sigaren #n nimmer afzonderlijk werden weggegeven, al thans niet met medeweten van den beklaagde. De filiaalhouder van den winkel op de Vijzelgracht verklaarde, dat hg wel eeDS een enkelen keer, uit eigen beweging, een paar zakjes had weg gegeven. De ambtenaar van het O.M meen de dat hier het geval aanwezig is dat net vertrouwen in een credietmiddel ondermijnd wordt. Spr. noemde de reclame door den beklaagde gemaakt, een ongezonde reclame, omdat het mogelijk is, dat van deze „biljetten" misbruik wordt «smaakt en anderen daardoor in de gevangenis komen. Geëischt werd de maximum-boete f 25 en verbeurdverklaring der 10,000 zakjes welke bekl. zich aangeschaft had Mr. Alfred Levy achtte de dagvaar ding niet duidelijk genoeg Er wordt daarin alleen gesproken van een drukwerk, zonder meer. Op grond hiervan meende pl.t dat de dagvaar ding nietig was. PI herinnerde voorts aan twee tegenstrijdige arresten van d«-n Hoogen Raad in analoge zaken. In 1900 nam de H. R. aan, dat alleen wanneer het drukwerk in zijn geheel genomen op een bankbiljet lijkt, ver oordeeling kan volgen, doch in 1908 werd, in de zaak der Tijdgeestloten, in anderen zin bes'iet. Voorts betoogde pl., dat naar z$ne meening eerst dan een strafbare over eenkomst kan sprake zijn, wanneer een mensch met normale oplettend heid er door in de war zou kannen komen. Voor de zotten, de idioten en de zorgeloozec is de wet niet geschre ven. Pl. wees verder nog op het verschil in groote en uitzicht tusschen het sigarenzakje en een bankbiljet. Naar de meening van rnr. Levy was bedrog met een dergelijk zakje onmo gelijk Hij concludeerde dan ook tot vrij sprak, subs, ontslag van recht ver vol. ging. De uitspraak werd bepaald op 17 F- hruari. Failliet verklaard: 4Fetor. P. B. Thon, zonder beroep, Amsterdam. 5 Febr. J. C. Guikers, koopman in modeartikelen, te Nijkerk, firma Gebr. Koelman. 7 Febr. H. Meijer, timmerman en aannemer te Enschede. Geëindigd door het verbindend worden der uUdeetingslijst de faillisse menten J. Parlevliot Jacohsz., bakker ta Katwijk a.Z., R. J. Christoffels, ban ketbakker, te Amsterdam en H. Mul ders, herbergier te Baardwijk. Geëindigd door het verbindend worden der uitdeelingslijst de faillisse menten H. Klaassen, stucadoor en aan nemer te Rotterdam; E. Beukema, te Burum, H. van de Bilt, schoenmaker, te Utrecht, en S. Ypnia, koopman, Laatst gewoond hebbende te Heeg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 10