heemstede;
Agent J. A. TIMMERMANS.
Gemengd Nieuws.
Sport en Wedstrijden
Landbouw en Vis»che' ij.
Leger en Vloot.
KAM MRS-
brt ht»zaken.
Abonnementen en Ad-
vertentiën voor de N.
Haarl. Courant worden
te Heemstede aan
genomen door den
IS maanden inwoner van het Rijk.
Verder gelden de volgende beipalin
gen:
B el a s t ingk i ezar s. Belasting
kiezer is hij, die over het laatste dienst
jaar al zijn aanslagen in de Rijksbe
lastingen heeft voldaan. Die belastingen
-rijn: Personeele belasting. Grondbelas
ting, Vermogensbelasting en. Bedrijfsbe
lasting.
Belastingkiezers behoeven zich niet
aan te geven; zij worden ambtshalve
-op de kiezerslijsten gebracht.
Alleen zij, die mede-eigenaren zijn in
een onverdeelden boedel, waarvoor in
1908 grondbelasting is betaald, terwijl
bun aandeel in die belasting f 1 be-
cbraagt, behooren zich vóór 15 Febr.
aan te geven aan de secretarie.
Wie verhuisde naar een andere ge
meente, en in een vorige belasting be
taalde, dient zich eveneens aan te ge
ven. met overlegging van bet voldaan
geteekende belastingbiljet.
Wie op 1 Februari rijn belasting nog
niet voldaan heeft, krijgt van den ontvan
gar een waarschuwing thuis, een gra-
t i s waarschuwing, waarin gezegd
wordt, dat is de belasting op 1 Maart
iriet voldaan, men niet op de kiezers
lijst komt.
Examenkiezers. Welke exa
mens geldig zijn, kunnen wij niet uit
voerig opgeven; de wet zegt, dat rij
kiezers kunnen worden, die „met goed
gevolg hebben afgelegd een examen, ge
steld door of krachtens de wet of aan
gewezen bij algemeenen maatregel van
bestuur en in verband staande met de
benoembaarheid tot eenig ambt, de ver
vulling van eenige betrekking of de uit
oefening van eenig bedrijf of beroep.
Onderwijzers geestelijken, ambtena-
reai bij de belastingen, beambten bij
het spoorwegwezen enz., die een. exa
men hebben afgelegd, kunnen door over
legging van hun diploma het kiesrecht
bekomen. Eenmaal examenkiezer,
behoeft ge, zoolang ge in dezelfde ge
meente blijft wonen, u niet meer op
nieuw aan te geven.
Huur kiezers. Huurkiezer is hij,
«Lie op den 31sten Januari sedert 1
Augustus van het vorige jaar in een
buis of een deel van eeax huis heeft
gewoond van de huurwaarde, voor
iedere gemeente bepaald. Men mag in
dien tijd ook éénmaal verhuisd zijn;
mits dan ieder der woningen den huur
prijs heeft, door de wet vastgesteld.
Men kan echter ook kiezer worden,
wanneer het huis of het gedeelte van
het huis dat men bewoont, niet den
geëischten huurprijs heeft, doch wan
neer men in zijn woonplaats grond in
huur heeft en samen daarmee het voor
de gemeente geldende bedrag wordt ver
kregen.
De bepalingen van do huurkiezers
gelden ook voor de schippers; zij
moeten alleen den vastgestelden tijdeen
sohip in eigendom of huur hebben ge
had van 24 M3 inhoud of 25000 K.G.
laadvermogen.
Loonkietfers. Inkomsten- of loonr
kiezers zijn zij, die van l Januari van
het voorgaande jaar tot 31 Januari van
het volgende achtereenvolgens bij niet
meer dan twee personen, ondernemin
gen, openbare of bijzondere instellin
gen in dienstbetrekking zijn geweest, en
■daar een loon hebben genoten dat voor
verschillende gemeenten verschillend is
bepaald.
Het loon, in vaste diens tb etrak king
dooi' de vrouw genoten, kan worden
geteld bij dat van den man 011 evenzeer
het halve loon van minderjarige inwo
nende kinderen.
Ongovalienrente wordt ook als loon
beschouwd. Staat ook in een of ander
bedrijf in den regel hét werk gedurende
een gedeelte van het jaar stil, dan wordt
de tijd, waarin niet gewerkt, als dienst
tijd beschouwd. Is men ten hoogste
twee maanden riek, dan wordt toch
het loon gerekend ontvangen te zijn.
Woont een werkman bij zijn patroon
in en heeft hij daar ook den kost, dan
mag de kost en inwoning als loon wor
den beschouwd en bij het loon in geld
worden opgetrokken.
De bepalingen voor inwonende
zoons zijn dezelfde.
Spaarbankkiezers. Wie op 1
Februari sedert een jaar f 100 nominaal
op hel Grootboek had staan, of f 50 in
de spaarbank, zóó dat het inderdaad
rijn eigendom is, kan op grond daar
van aanspraak maken op het kiezer-
schap.
Hij moet vóór 15 Februari zich op
de secretarie aanmelden onder overleg
ging van een bewijs van de directie
van het Grootboek of het b e-
stuur der Spaarbank, dat hij in
derdaad sedert een jaar eigenaar is
van de gevorderde bedragen.
Het is niet meer noodig, een boekje
te hebben van de Rijkspostspaar-
b a n k. Andere spaarbanken tellen ook
mee: doch natuurlijk moeten de licha
men, waarvan deze spaarbanken uit
gaan, rechtspersoonlijkheid
hebben, en, zoo ze na 1 Mei 1900 zijn
opgericht, moeten ze een waarborgsom
van f25000 bij de Nederlandsche bank
hebben gedeponeerd.
Pensioenkiezers. Voor pen
sioenkiezers geldt hetzelfde als voor
♦oonkiezers. Als loon wordt gerekend
het pensioen of de lijfrente, door open
bare instellingen verleend en ook dat,
4oo.r ondernemingen, of bijzondere in
stellingen uitbetaald. Wie f 500 pen
sioen heeft, kan kiezer worden. Wie
minder pensioen heeft, maar er nog
iets bij verdient, kan dit bij elkaar
tellen. Pensioen of lijfrente voor de
rrcuw geldt geheel, dat van minder
jarige kinderen voor d,e helft, voor den
man.
Wij hertaieren er aan, dat de tijd
van aangifte nog tot 15 Februari, a.s.
Dinsdag ,is vas'gesteld. Wie daarna
komt, krijgt onder geen voorwaarde
meer het kiesrecht. Formulieren van
aanvraag zijn kosteloos verkrijgbaar ter
sacre'.are.
Om k ezer voor den Gemeenteraad te
rijn, moot ge bovendien, gcaneentebe-
iasiing betalen.
Over Polemiek.
Naar aanleiding van eenig geschrijf
in „De Voorhoede", die het afkeurend
heeft over de polemiek tusscheD ka
tholieke bladen en... dan zelf een
kolommetje lang polemiseert tetren
enkele dier organen beschrijft „Het
Centrum"
Het geval bewyet, duukt ons, een
keer te meer, dat polemiek nu eenmaal
niet kan worden gemist.
Het is maar de vraag, hoe men
den strijd voert.
De schrijver in „de Voorhoede"
haalt eenige staaltjes van polemiek
aan, die allerminst kunnen gelden
als modellen van loyale gedachten-
wisseling en a fortiori tusschen ka
tholieke bladen te eenenmale onbe
tamelijk zijn.
Een polemiek, die in scheldwoorden
en verdachtmakingen haar kracht
zoekt, is altijd en onder alle omstan
digheden uit den booze.
Maar moeten speciaal de katholieke
journalisten niet genoeg eerbied heb
ben voor hunne taak, om op geoor
loofde wijze met elkander van ge
dachten te buDnen wisselen, meening
tegenover meening, argument tegen
over argument, conclusie tegenover
conclusie te plaatsen?
Laat men eens bedenken, hoeveel
duisternis en vooroordeel er nog over
tal van zaken zou bestaan, wanneer
de botsing der denkwijzen daarover
geen licht had verspreid
Een opgewekt politiek en journa
listiek leven is ook in onze eigen
partij ondenkbaar, zonder dat het
ooit tot wrijving van gedachten
komt, tot schermutselingen met het
woord of met de pen.
En niet een slappe zoetsappigbeid
is daarbij de eisch, maar een christe
lijke gezindheid, die er zich van ont
hondt in smadelijke bewoordingen
kracht te zoeken en daarnaast de
ruiterlijke toepassing van den gulden
regelhoor en wederhoor.
Er is een soort van polemiek, die
louter om haar-zelve gevoerd wordt,
bij wijze van sport, en waar de
Recnthaberei zóo dik opligt,
dat zelfs de handigste kunstgrepen
die niet vermogen te bedekken.
Er is een andere soort van polemiek,
die wordt ingegeven door persooniijk-
heden, zelfs door concurrentie-zucht,
en soortgelijke motieven van laag
gehalte. ife^-
Er is ook een polemiek, die enkel
ten doel heeft neer te slaan en te
verpletteren, die louter negatief is
én het positieve, het opbouwende
verwaarloost en negeert.
Al deze soorten van polemiek
en misschien zijn er nog meer doen
kwaad, niethetminst a an hen,
die er zich van bedienen,
ook al kunnen zij daarmee misschien
de eigen lezers tijdelijk op een
dwaalspoor brengen.
Maar aan de katholieke journalisten
moge de eisch worden gesteld, dat
zij onderling van gedachten wisselen
en van opinie verschillen, zonder dat
dergelijke motieven bun pen besturen,
of dergelijke methodes door hen in
practijk worden gebracht.
De lezers onzer bladen hebben recht
op voorlichting en over vele, men
mag wel zeggen over de meeste
vraagstukken van belang bestaat in
den regel niet terstond en algemeet;
de noodige klaarheid én helderheid
van inzieöt.
Dikwerf wordt die eerst langzaam
verkregen, en de ervaring wijst uit
dat de gevoerde polemiek daaraan
ruim haar deel bad.
De van ongelijk overtuigde partij
mocht dit dan niet ronduit er
kennen, haar allengs veranderde
houding hief allen twijfel op. e
De oude, verouderde, onhoudbaar
gebleken standpunten -werden p r^ij s
gegeven.
Ea soms ook deed men Jover, en
weer water by den wijn.j^^/,,
Wij pleiten voor het goed recht
der polemiek.
Zij isoumiabasr om den aanval
o «er gemeenschappelijke vijanden
af te slaan zij is n o o d i g, om i<
eigen kring het inzicht te verhelderei
en het goede te bevorderen.
Mits op deze uitdrukkelijke voor
waarde; dat de inhoud der artikelen
niet worde opgeoflerd aan den vorm
en de bedoeÜDg geen andere zij dan
het dienen van waarheid en klaarheid.
Men zal in dat geval ook nimmer
aarzelen de redeneering des tegei
standerseerlijk onder de oogen dr
eigen lezers te brengen en een al te
zeer bekende „handigheid" te ver
smaden.
„Lh plus grande hahileté c'est d>
n'etre pas habilb", zeggen de Frm
schen; wat men in goed Hollandscb
aldus zou kunnen vertalen; eeriijkbeio
duurt het langBt, 66k in de pole
miek
„Verlicht" bijgeloof.
De Haagsche correspondetnt van de
„Standaard", geeft, in dat blad eenige
staaltjes van „verlicht" bijgeloof.
We schrijven, zoo lezen wij, 't jaar
tien van de twintigste eeuw.
't Is een en al verlichting, waar kom
ie vandaan, zooals de menschen, dat
zeggen.
In letterlijken en overdrachlelijken
zin.
We beleven dagen van wat deDuit-
scher eigenaardig noemt „Aufkltirung".
Ook in Den Haag. Vooral in de Re
sidentie moet mem over die verlichting
niel min denkenl
Toch of moet ik zeggen: dus?
is men hier bijgeloovig!
ZooaLs blijkt uit een ongehoord feit.
We nummeren hier onze straten, als
elders, volgens do rekening van. Bar
tjens, zooals iedere straat heeft haar
nummer 11 en haar nummer 13.
Nu kwam er in eem mooie, gezonde
wijk, in een heel respectabele buurt
«net geriefelijke huizen, verleden jaar
'u hufc leeg, dat liet „gekkennummer" 11
droeg.
En verbeeld! u, waarde lezer, dat dat
huis nu niet weer verhuurd kon wor
den.
Kijkers genoeg, maar geen huurders!
Ter wille van het nummer!
Althans zoo verzekerde bij hoog en
laag de huiseigenaar, die geloofde, dat
zijn huis dadelijk weer verhuurd zou
zijn, als het maar eem ander nummer
kreeg, waarom hij een verzoek in dien
geest tot hel gemeentebestuur heeft ge
richt.
Den Haag'.s aliervroedste vaderen
hebben naar aanleiding van dat ver
zoek overleg gepleegd en wel met het
gevolg, lach niet dat dezer da
gen in de verlichte stad 's'-Gravenhage,
in een mooie, gezonde wijk, in een heel
respectabele buurt, uit een rij van al'-
lergeriefelijkste huizen nummer 11 ver
dwijnen zal en vervangen zal worden
door.... 10A!
Ik zou nooit gedacht hebben, dat het
bijgeloof in Den Haag nog zulk een
rol kon spelenNog eerder zou ik het
geval hebben kunnen begrijpen, als het
zich had voorgedaan met nr. 13, hef
„ongeluksnumxner".
Immers, er is wel geen getal zoo
zeer het onderwerp van allerlei bij
geloof als het getal 13. Indien er een
tafelgezelschap van 13 personen is,
moet, naar de bijgeloovige meening van
velen, in hetzelfde jaar iemand van het
gezelschap sterven, en wel hij, die
schrikt, wanneer toevallig het getal 13
genoemd wordt, of wel degene, die on
der een spiegel of op een hoek zit, <ói
wel hij, die het laatst opstaal. Zijn
echter alle personen minstens 35 jaar
oud, dan treedt de waarschijnlijkheid
van het sterven eerst na 8 of 9 jaar in,
zoodat de sterftekans dit voeg ik er
bij in dat geval in het bijgeloof wel
niet veel grooter zal zijn dan in de
werkelijkheid.
Nu ik toch over het bijgeloof inzake
getallen schrijf, zij het mij vergund, uit
een buitenlandsch tijdschrift het een en
ander aan te halen, dat kan doen zien,
hoezeer het bijgeloof in het dagelijksch
leven een groote rol speelt.
Uit 'de aanzienlijke rij van wat wij
„aapjes" zouden noemen of hier in
Den Haag „urbaintjes" was in Leip
zig, gedurende het tijdvak van 3 Sept.
1895 tot 1 April 1896, tot de invoering
van de laxameters, huurrijtuigen eerste
klasse, no. 13 spoorloos verdwenen
En zoolang dat nommer als huurrijtuig
tweede klasse voorhanden was, klaag
den alle koetsiers, die er mede rijden
moesten, over slechte zaken. Een koet
sier verzekerde, dat hem om dat onge
luksnummer op zeker punt van de stad
op één dag, vlak achter elkaar, drie
vrachtjes ontsnapt waren.
Eerst kwam een deftig heer, die zich
wilde laten rijden, maar juist bij het
instappen zijn oog liet vallen op h,et
onheil voorspellend nummer, ,,'n Mooi
rij'.uig meende hij als je maar
niet zoo'n ongeluksnummer had"! En
meteen liep hij naar een ander rijtuig,
welks koetsier hem al in de gaten
had en 't portier voor hem open deed.
Even later een jeugdig echtpaar.
Reeds openen ze het portier om in te
stappen, maar opeens schrikken ze te
rug. „Hè, dat vreeselijke nummer. La
ten we maar liever een ander num
mer nemen." En ze zoeken zich een
ander rijtuig nemen;."
Na korten tijd komt een jonge, ele
gant gekleede, dame op het rijtuig af.
Ze schijnt kort van stof te rijn, wan!
haar oog valt op het nummer en zon
der een woord te Zeggen, loopt ze weg,
naar een rijtuig, dat wel mind ei- mooi
is, maar ook een minder gevaarlijk
nummer heeft.
Een andere koetsier, die clat num
mer een tijdlang had, verzekerde, dat
hij vooral bij de stations met rijn aapje
slechte zaken maakte. Niemand wilde
er mede rijden. Had iemand het num
mer per ongeluk gekregen, 'dan kwam
hij haast zonder uitzondering als
hij zijn ongeluk nog bijtijds bemerkte
om een ander rijtuig vragen. Een rei
ziger, die zijn noodlot eerst bemerkte
toen hij aan het einde van rijn rit
was, onderhandelde in allen ernst met
den koe.ts.ier over korting op den vracht
prijs, omdat hij geheel tegen zijn. zin
met het ongeluksnummer gereden had.
Eerst 1 April 1896 kwam, na afwezig
heid van een half jaar*, nr. "13 weer ie
voorschijn en werd het onder de eer
ste klasse rijtuigen opgenomen. Het trof
echter wel eigenaardig, dat het onge
luksrijtuig den tweeden dag dat het
reed, inderdaad pen ongeluk kreeg, zoo
dat het in de reparatie moest en dus
weer eenigent ijd verdween. Sedert heeft
men het nummer maar op 'n verscho
len plekje aangebracht, met het ge
volg, dat de zaken wat bet ei' march ee-
ren.
Bij de aanschaffing van huuraulomo-
bielen, heeft men in Leipzig nommer
13 eenvoudig weggelaten. Op 12 volgt
14. 'De weglating geschiedde, omdat men
verwachtte, dat niemand van nr. 13
gebruik zou maken.
Ook met betrekking tot de huisnum-
mexing speelt het getal 13 een bijgeloo-
vige rol. In verschillende straten van
oud en nieuw Leipzig ontbreekt nr. 13,
zooals b.v. in Alt-Eeipzig in de So-
phienstrasse en in Leipzig-Lindenau in
de Hermanns (rasse.
In Berlijn gaat het niet veel beter
met de nummering der huizen. De „stra-
tenlijst vermeldt tal van straten, waar
bij de kantteekening gemaakt is, nr. 13
ontbreekt. Zoo bijv. de Reusselstrasze,
Liebigstrasze, Luchenwalderstrasze,
Münzstrasze, Neue Roszstrasze, Ottor
strasze, Schönhaüser Allee, Siegmunds-
hof, Ürbanstrasze, enz. Verder zijn in
Berlijn nog een groot aantal hoekhui
zen te vinden, die nr. 13 moesten dra
gen, maar die vermoedelijk om dat
ongeluk te voorkomen genoemd, en
genummerd heeft alsof ze bij de zij
straat behoorden. Zoo wordt b.v. hét
huis, dat vermeld zou moeten worden
als Tempelhofer Uier 13, vormeld als
Groszbeerenstrasze 10. In Berlijn alleen
moeten volgens het tijdschrift, waar
uit dit gehaald wordt. ongeveer '126
zulke ongenummerde huizen, zijn!
In badinrichtingen ontbreekt veelal
evenzoo nr. 13, zooals b.v. in het So-
phienbad in Leipzig. En uit Wiesbaden
schreef een badgast: „Ik heb drie jaar
in dezen stad gewoond, waar alle na
tiën van Europa vertegenwoordigd zijn.
Men zou de stad dus niet voor bijge
loovig houden, en toch heb ik het vol
gende beleefd. Ik kom eens in het bad
huis „Zum Goldenan Kreusz", in de
Spiegelgasse. „Alle kamertjes bezet",
verzekert de badmeester.
Ik kijk rond, maar vind nr. 13 rfiet.
„Waar is nr. 13 dan," vraag ik den
man. Hij lacht en zwijgt. „Nu?"
„Wel," zoo antwoordt hij, „in nr. 13
zou niemand willen gaan; niemand go-
looft, dat hij er levend weer uit zou
komen; daarom hebben we heelemaal
geen nr. 13." Verder schreef do-
zelfde badgast: „In heel Wiesbaden zult
u geen. enkel badkamertje vinden met
het nummer 13!"
Hel Woningvraagstuk en de Volks
gezondheid.
De Ams.terdam.sche correspondent
van de „N. R. Gt.", schrijft over den
goeden gezondheidstoestand der bevol
king van de Jodenbuurt, terwijl daar
toch de woningtoestanden lang niet
rooskleurig zijn.
De briefschrijver leidt daaruit af, dat
de drijvers, die het altoos maar heb
ben over slechte woningen en daardoor
veroorzaakte volksellende, hun oogen
toch niet blind moeten staren op dit
punt alleen. Hij schrijft namelijk:
De gezonde woning is lijet alles en
niet het eenige, dat over het welzijn
van de bevolking beslist, en menige fac
tor valt er aan te wijzen, die de na-
deelen van een slechte woning gedeel
telijk opheft. Wij hteibb'ea er vroeger al
eens, met d'e cijfers uit het Statistisch'
Jaarboek der gemeente Amsterdam, op
gewezen, dal wat de ste,rfte betref!, de
Israëlietische bevolking, die in sterfte
den derden rang heeft op den staat en
volgens de volkstelling van 1899 ruim
60.000 zielen bedraagt, de gunstigste
verhoudingen aanwijst.
In 1904, het laatst geregistreerde jaar
in dat Jaarboek, bedroeg bij de Israê-
Lieten <1© sterfte beneden 1 jaar: 14.4
pel., tegen 23.1 bij de Protestanten en
28.9 bij de Katholieken. En dit is, in
meerdere of mindere male, een door
gaand verschijnsel gedurende de vooraf
gaande zes jaren. Die gunstige ver
houding handhaaft zich om ons bij
1904 te bepalen voor' alle groepen,
van 1 tot 4, 5 tot 13, 29 tot 29, 30
tot 39 en 40 tot 49 jaar, zij het dan
natuurlijk niet zoo sterk als voor de
greep beneden het eerste jaar. Alleen
voor den leeftijd 1419 jaar is 'de
verhouding voor Israëlieten, Protestan
ten en Katholieken 2.5—2.1 en 1.7 en
winnen het dius de laatsten. Van het 50e
levensjaar af stijgt echter de lijn voor
de Lsxaëlie'en. Hetgeen vanzelf spreekt!
Sterven moet ieder, maar waar 'in, de
eerste leeftijdsgroepen de meesten over-
blijven, vindt de dood in de laatste
groepen ook het grootste contingent en
haalt zijn schade in. De sterfteverhour
ding in de groep 50 tot. 64 jaar is
vooy de Israëlieten 17.9, voor do Pro
testanten 16.5 en voor de Katholieken
12.4. In de groep 6579 jaar: 25.5
17J314.1 en in die van 80 jaar en
ouder: 11.75.74.7, zoodat bij de Jog
den mjeer dan tweemaal zooveel persot-
nen d;en patriarchalen leeftijd van tach
tig en daarboven bereiken, dan bij de
leden der andere gezindten.
Eén ziekte is er, waardoor de bet-
woners van de Jodenbuurt het ergste
en bijna uitsluitend zijn bezocht: door
de oogziekte. Aan de medici om uit te
maken of dit verband houdt met de
slechte woonomstandigheden, behalve
dan, dat deze besmettelijke ziekte zich
zeker gemakkelijk voortplant in de
schier overvulde huizen en bij aanhur
welijking schier uitsluitend onder één
en hetzelfde ras.
Toen indertijd het gemeente Bouwr
en Woningtoezicht zijn gegevens ver
zamelde voor het Verslag omtrent de
woningtoestanden in de Jodenbuurt, wa
ren het o.m. twee dingen, die de met
het onderzoek belaste ambtenaren, bij^
zonder troffen: de opgewektheid bij de
toch dikwerf in naargeestige woningen
opgehoopte menschen; een zekere hu
mor, die zich boven den aardschen te
genspoed te verheffen wist en de
onderlinge hulpvaardigheid, zich niet
bepalende uitsluitend lot de leden van
hetzelfde gezin, die bij de Joden spreek
woord el ijk is. „Nooit vergeet ik"
deelde mij eender ambtenaren mede
„de vroolijkheid onder de meisjes,
die op een akelig zoldertje, met huis
arbeid waren belast."
Nauwelijks had ik met mijn duim
stok de hoogte van het vertrek geme
ten, ol een der meisjes stond lachend!
van haar bankje op en riep tmij
schalks toe: „Moet u van mij de maat
niet nemen?" Dit eene voojrbeeld van
blijmoedigheid mag men gewis niet ge
nera lis eer en. Maar het is toch buiten
kijf ,dat onze Israëlietische medebur
gers in 't algemeen zekere Leichfle-
bigheit bczittda, althans een taaie buig
zaamheid, welke het ras zich gemakken
lijk do,et acclimatisearen, en het ook de
kn,eedbaarheid schenkt, waardoor het
zich gewillig aanpast aan al de om
standigheden des levens, en zijne ba-
kommernissen over zich laat gaan.
In een ander gezin werd een pas be
vallen moeder aangetroffen, die, zelf
niet in staat haar kind te zoogem, door
haar buurvrouw in dip taak om GodSr
wil, werd vervangen. Dat hoorde zoo
onder deze menschen. Trouwens van
kunstmatige voeding voor hare kinderen
hebben Joodsche moeders een ingekanr
kerden afschuw, wat o.m. de geringe
zuigelingensterfte verklaart. Waarbij ten
voordee.e van de lage sterftecijfers nog
komt de betrekkelijk deugdelijke voe
ding, ge'.uige de op straat uitgestalde
eetwaren, wier bereiding en keur van
allerlei visch en lovers., ons fijncrger
betten, weinig mógen aanlokken, maar
tpgsa weLkdr voedingswaarde toch niets
valt in te brengen. Dan not least
de onthouding van sterken drank, 'die
den Joden in het bloed zit, de onthou
ding ook van ov.ermatigen arbeid, het
leven bij den weg. Zelfs op een toehit;
door de buurt, zagen wij stokoude men
schen voor hun deuren zibtem, met op
den schoot een test vuur, waarom de
bevende handen waren geslagen.
Maar vooral de afkeer van ons natio
nale vuurwater, bij dit volk, dat naar
zijn afkomst op de zoete wijnen van
net Oosten de tong verlekkerd heeft
en als gevolg van die onthouding! het
besteden van het verdiende geld voor
voedsel, dat dus ook den leden van het
gezin niet Wordt onthouden, zijn onge
twijfeld factoren van gewicht, voor die
oplossing van de vraag: hoe komt, dat
in de buurten, vormendle de Jordaan,
hygiënisch eer boven dan beneden de
op dit punt zeer misdeelde jodenwijk
staande, de tuberculose het dubbel aan
tal offers 'maakt: ruim 0.22 pet. tegen
nog geen 0.12 onder de kinderen Is
raels.
Neen ,in de woonomstandigheden
schuilt niet alleen en misschien niet alr-
lereerst het ktwaad, dat zooveel krach
ten in ons volk sloopt. De vaderland-
sche borrel is de vijand, die in de ge
zinnen zijn verderf zaait. Intus schen,
dit is natuurlijk geen motief om de ver
betering der volkshuisvesting tot een
onderwerp van minder zorg te maken,
als onze sociologen er maar tegen wa
ken zich op dit punt alleen de oog en
blind te staren.
Zijn vrouw vergiftigd? Reeds in
het kort hebben we deze week melding
gemaakt van het vreeselijke geval te
Prinsenhage, waar een man gepoogd
heeft zijne vrouw te vergiftigen.
Enkele nadere bizonderheden mogen
hier volgen:
Woensdagmiddag zaten V. en zijn
vrouw te eten. In 't snoepwinkeltje
dat ze houden kwam „volk". De vrouw
moest dus van tafel op staan om Zich
naar den winkel te begeven. V. bleef
alleen aan tafel.
Toen de vrouw terug kwam en voort
wilde gaan met eten, proefde ze aan
den eersten hap eten dien ze in haar
mond stak, een bitteren smaak. Ze
spuwde direct het eten uit.
Wijl ze haar man niel vertrouwde,
omdat ze haar man er al lang van ver
dacht dat deze haar door vergiftiging
wilde opruimen, gebruikte ze niets van
't eten, en gaf haar bord met aardap-
appelen, appeltjes en vleeseh aan den
hond. 't Beest stokte alles naar binnen
en was binnen het kwartier een lijk.
Onder hevige pijn en stierf het beest.
Door dit alles was de vrouw zeer
op haar hoede. Toen ze 's avonds er
de kans toe kreeg, snuffelde ze de zak
ken van haar man eens door én. vond
er een fleschje met poeder in. Zij
nam een deel van het poeder ern begaf
zich daarmede naar een zeer achtens
waardig en vertrouwd ingezetene te
Princenhage, en maakte hem deelge
noot van hetgeen ze ondervonden had.
Deze deed het poeder onderzoeken en
toen het vaststond dat het zeer zwaar
vergif was, droeg hij zorg dat de politie
met het gebeurde in kennis werd ge
steld.
V. en rijn vrouw zijn 18 jaren ge
huwd. Kinderen hebben ze niet. Sinds
lang moeten ze samen op zeer gespan
nen voet leven, dit blijkt wel uit eene
uitdrukking die de vrouw zich dezer
dagen liet ontvallen: „Ik ben als de
dood zoo bang van hem."
Het lijk van den hond is door de
maréchaussee in beslag genomen en
werd in het Militaire Hospitaal, in te
genwoordigheid der jusititie door de
heeren kapitein-apotheker v. Waege-
ningh en den kapitein paardenarts van
HeeLsbergen, onderzocht.
Naar 't schijnt moet V. beweren het
yergif noodig gehad te hebben voor "t
verdelgen van ratten en muizen. Maar
daar staat de verklaring der vrouw, dat
ze in haar huis nooit ratten of muizen
heeft gezien, lijnrecht tegenover.
JBen Concours.
Een groot nslioDaal concours voor
Harmonie- en Fanfarecorpsen zal dit
jaar gehouden wordni te Vianen aar
de Is-k, ter gelegenheid van een ju
bileum van het aldaar bestaand korps
„Exelsior", beschermheer Mr. W Lu
tofs, kar.tk nrsehter te Vinnen. Op
Hemelvaartsdag 5 Mei en Pinksterdas
16 Mei zullen de wedstrijden plaats
hebben waaraan tevens groote feeste
lijkheden zullen verbonden zijn. Het
stadje Vianen zal dus die dagen, 5
en 16 Mei heel wat vreemdelingan te
herbergen krijgen, daar behalve de
talrijke leden der deelnemende korpsen
uit alle oorden des lands natuurlijk
ook legio belangstellenden uit de
omstreken, de provinciën Utrecht.
Gelderland en Zuid-Holland, dt-sr
gronte feesten zullen bijwonen.
Nu bet eehilderacbtig gelegen stadj*
Vianen aan de lek van uit Utrecht
gemakkelijk per tram te bereiken is.
is het een bezoek op die dagen meer
dan overwaard.
Scaaiecrromissie voor den
Landbouw.
D« Staatscommissie voor den Land-
houw heeft eene comuissie benoemd
om een ouderzotk in te stellen naar
den toestond van hst landbouw i redit-i
birr te lande en naar de middelen
tot verbetering daarvan Deze com
missie bestaat uit de heeren Wester
dijk. voorzitter, De Roer, Verbepg-r
tn Sii d leden der Staatseom-niarie,
alsmede uit de assessoren dr. Bos, lid
der Tweede Kamer, De Hoop Scheffer,
directeur der Ned. Bank, Du Bois,
directeur der Postspaarbank, Löbnis,
inspecteur van den landbouw en v. d.
Marck, geestelijk adviseur der Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven.
Schietoefeningen tot verhooging
's lands weerkracht.
Uitvoerige voorschriften zijn ver
strekt aan de commandeerende oBi-
cseren der korpsen van het leger in
zase de schietoefeningen tot verhoo
ging van 'a lands weerkracht, met
vaststelling van de vergoedingen welks
aan de onderofficieren en aundereu
worden toegekend voor dienstver
richtingen bij die oefeningen, zijnde
op werkdagen tusschen 12 en 2 ea
o». 5 uur voor elk uur dienst op de
baan 1-5 cent, voor een onderofi10
cent voor een korporaal en 5 cent
vooreen minder rnnitair en op Zon
en algemeen erkende Christelijke
feestdagen 25 ct voor een ondereft.,
15 ct. voor een korporaal en 10 ct
voor een minder militair.
f40 op een sigarenzakje
Zekere J. v. L. stond deze week
voor de Amsterdameche rechtbank
terecht.
Bij stond terecht omdat hij op 9 Dec.
in zijn aan de Vyzelgracht 11 te
Amsterdam gevestigden sigarenwinkel
ter verspreiding in voorraad te hebben
gehad eeo groote hoeveelheid, druk
werken die op een bankbiljet van f40
ge'eken, „daar irnmeis elk dezer
drukwerken wat betreft teekeDtng,
kleur, druk en formaat groote gelijke
nis vertoonde met genoemde bank
biljet."
Tegen beklaagde van Lookeren was
procesverbaal opgemaakt op grond
van art. 44 J Wetboek van Strafrecht
„hij die drukwerken of stukken metaal
in een vorm, die ze op munt of
barkpapier of muntspeciën doet
veiijken, vervaardigd verspreid of ter
verspreiding in voorraad heeft, wordt
gestraft met een geldboete van ten
noogste f25."
Mr. Alfred Levy, deelde mede, dat
de zakjes steeds dienen als „emballage",
voor gekochte sigaren #n nimmer
afzonderlijk werden weggegeven, al
thans niet met medeweten van den
beklaagde.
De filiaalhouder van den winkel op
de Vijzelgracht verklaarde, dat hg wel
eeDS een enkelen keer, uit eigen
beweging, een paar zakjes had weg
gegeven.
De ambtenaar van het O.M meen
de dat hier het geval aanwezig is dat
net vertrouwen in een credietmiddel
ondermijnd wordt.
Spr. noemde de reclame door den
beklaagde gemaakt, een ongezonde
reclame, omdat het mogelijk is, dat
van deze „biljetten" misbruik wordt
«smaakt en anderen daardoor in de
gevangenis komen.
Geëischt werd de maximum-boete
f 25 en verbeurdverklaring der 10,000
zakjes welke bekl. zich aangeschaft
had
Mr. Alfred Levy achtte de dagvaar
ding niet duidelijk genoeg Er wordt
daarin alleen gesproken van een
drukwerk, zonder meer. Op grond
hiervan meende pl.t dat de dagvaar
ding nietig was. PI herinnerde voorts
aan twee tegenstrijdige arresten van
d«-n Hoogen Raad in analoge zaken. In
1900 nam de H. R. aan, dat alleen
wanneer het drukwerk in zijn geheel
genomen op een bankbiljet lijkt, ver
oordeeling kan volgen, doch in 1908
werd, in de zaak der Tijdgeestloten,
in anderen zin bes'iet.
Voorts betoogde pl., dat naar z$ne
meening eerst dan een strafbare over
eenkomst kan sprake zijn, wanneer
een mensch met normale oplettend
heid er door in de war zou kannen
komen. Voor de zotten, de idioten en
de zorgeloozec is de wet niet geschre
ven.
Pl. wees verder nog op het verschil
in groote en uitzicht tusschen het
sigarenzakje en een bankbiljet.
Naar de meening van rnr. Levy was
bedrog met een dergelijk zakje onmo
gelijk
Hij concludeerde dan ook tot vrij
sprak, subs, ontslag van recht ver vol.
ging.
De uitspraak werd bepaald op 17
F- hruari.
Failliet verklaard: 4Fetor. P.
B. Thon, zonder beroep, Amsterdam.
5 Febr. J. C. Guikers, koopman in
modeartikelen, te Nijkerk, firma Gebr.
Koelman.
7 Febr. H. Meijer, timmerman en
aannemer te Enschede.
Geëindigd door het verbindend
worden der uUdeetingslijst de faillisse
menten J. Parlevliot Jacohsz., bakker
ta Katwijk a.Z., R. J. Christoffels, ban
ketbakker, te Amsterdam en H. Mul
ders, herbergier te Baardwijk.
Geëindigd door het verbindend
worden der uitdeelingslijst de faillisse
menten H. Klaassen, stucadoor en aan
nemer te Rotterdam; E. Beukema, te
Burum, H. van de Bilt, schoenmaker,
te Utrecht, en S. Ypnia, koopman, Laatst
gewoond hebbende te Heeg.