Moeder en Martelares Een verbeterde boek houding. gemengde Buitenlandssbe berichten a a a Meter J 1 J. [Wj. LUCAS FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT I» het voortdurend, streven naar verbetering' is ook de boekhouding betrokken geworden, waarbij vooral het inschrijven in het kasboek veel gewonnen beeft.. Volgens den ouden stijl toch krij gen credit en debet elk een afzonder lijke bladzijde, die wel tegenover el kander staan, maar waarbij men toch, wil men het juiste in de kas aanwezige bedrag weten, twee op tellingen moet maken, waarbij veel fouten en foutjes gem,aakt kunnen worden en ook worden, wat tot een overtellen en voornamelijk voor niet zeer vaste rekenaars tot een her haald overtellen noodzaakt, en ten slotte dus veel tijdverlies beteekent. Ten einde hierin verbetering! te brengen is een nieuw kasboek ont worpen, dat volgens de „N. O." op de onderstaande Wijze is ingericht. No 3 ci ft G.B. OMSCHRIJ VING. Debet Credit I O C 1 lOct In kas 225 50 2 4 Door Sehwars bet. 76 300 50 3 6 Aan Smit betaa d. 150 150 50 De stand van de kas wordt direct telkens uitgetrokken. De voordeelen van deze boekhouding vallen on middellijk in het oog. Men behoeft slechts bdj of af te trekken, waarbij het bójna niet denkbaar is, dat er een fout gemaakt wordt, aangezien men slechts met- twee posten heeft te doen. De stand van de kas ziet men dadelijk, zonder eerst twee ko lommen op te tellen en de totalen daama weer van elkander af te trek ken. Doch niet alleen voor de kasreke ning, ook voor het magazijnboek kan deze methode nuttig zijn, daar waar het ten minste mogelijk is, door een niet te groote verscheidenheid van artikelen, aan elk artikel een eigen bladzijde te geven, waarbij dan de voorraad berekend wordt volgens kilo's, meters, liters of stukken. "V oor laken bv. No =3 ce G.B. LAKEN" DONKEHBI.ATJW 1 1 Oct. Voorraad 300 2 4 Van X volgens factuur 70 870 O O 6 VaD Z volgens factuur 25 345 Het wezenlijke voordeel van het stelsel is wel, dat een zekere kalmte, een gevoel van zekerheid, van rustig heid verkregen wordt, wat in onzen gejaagden tijd van niet geringe be- teekenis is. hebben dit artikeltje in han den gesteld van den Haarlemschen accountant J. tWi. Lucas, die ons de volgende beschouwing deed toeko men Boven ontwikkelde boekvoering1 is zeker niet nieuw te noemen; het is n.l. de oude „staffel" vorm, de oer vorm van het boekhouden. Vroeger toen de techniek van het boekhouden niet zoo ontwikkeld was, lag de voortdurende bij of aftrek king wel voor de hand. Gelukkig maar dat men met dezen vorm, wat althaDS het kasboek be treft, geheel gebroken heeft, hij be vordert n.l het ieder oogenblik fouten maken ten zeerste omdat tel kens opgeteld of afgetrokken moet worden (en dat, terwijl aftiektal en aftrekker niet eens onder elkaar staan!) Dat men hier bij iedere post gelegenheid heeft zich geheel te vergissen behoeft geen betoog. Bij de algemeen in gebruik zijnde „scontio" methode, waarbij ontvang sten en uitgaven elk op een afzonder lijke pagina staan, behoeft men slechts als Éen zijn kas wil eontroleeren op te tellen. Hier door wordt de mogelijkheid om fou ten te maken tot een minimum be perkt. Het is echter best mogelijk dat dit model in de een of andere zaak kan worden gebruiktin eene, waar in van 16 Oct., blijkens het voor beeld, 3 posten voorkomen kan men er allicht de proef mede nemen. Verder houde men in het oog dat een uniform: model voor de meeste zaken niet geschikt is; het is er mede als met „confectie", het past slecht EEN BEZOEK AAN DE VATIOAAN- SOHE STERRENWACHT, OF: DE KATHOLIEKE KERK EN DE WETENSCHAP. De Romeinsche correspondent dear liberale „N. R. Ct." schrijft uit Rome: De portier had. m'n toegangskaart on derzocht het hek knarste achter me dicht, een troepje american ladies gluur de me door de tralies nieuwsgierig na voor het eerst trad ik dien, won dermooi en. lenteochtend de Vaticaan- sche tuinen binnen, het „buitenland" in Rome, het exterritoriaal gebied van den H. Stoel. Onze landgenoot, pater dr. Steijn, as sistent aan de sterrenwacht, had zich bereid verklaard mij deze te toonen en bezorgde mij heit verdere toegangsbil jet. Zoo drentelde ik eerst langzaam over den rechten, breeden grintweg; links, in een diepe vallei, waar twee fonteinen prettig klaterden, waren vele tuinlieden bezig de groote, kunstig aan gelegde bloembedden, in den storm van een paar reusachtige pauselijke wapens en andere versieringen, ijverig te ver zorgen, toen kwam ik al zoekend in een hellende laan, met rechts en finks, vele zijwegen, Daar is het sfn en eenzaamde heggen, de boomen wat verwilderd, wat verwaarloosd lnaar daarom juist heel mooi. Toen opeens een vrijen blik koepels de lange verbindingsmuur en waar deze onder broken 'is, een hooge ijzeren brug en daar ben ik dus bij de sterrenwacht, zoo vaak reeds uit de verte gezien waait ze 'op het hoogste punt van den den Vatdcaanschen heuvel ligt en thans eindelijk bereikt. Heer staat onder een zeer ouden veel -en zwaar vertakten eik het koepeltj'a, dat Leo XIII bouwen liet, zijn lievelingsplekje, waar hij 's zomers zich nog wat vrij kon voelen in zijn ballingschap en waar hij rijn mooie La- tijnsche verzen schreef. En daarnaast de door hem gebouwde villa, heed een voudig, zonder eenige uiterlijke weelde de villa die hem mede tot zomer residentie diende. Dat is thans de ster renwacht, het woonhuis van den direc teur Hagen (Oostenrijker) en zijn as sistenten dr. Steijn en Guiseppe ZaLs (Italiaan) daarbij bibliotheek en op stelplaats van enkele fijne imstrumenlen. De portier visiteert weer mijn kaart; een, trap opgaande, kom ik in een groo te kamer, waar enkele zeer mooi© maan-fo ograf eën hangen en in het rond wat boeken staan en weldra komt pater Steijn me tegemoet. Nu gaan we de sterrenwacht bekijken. Eerst een stukje geschiedenis. De sterrenwacht zooafs ze'hedeti ten dage is, dateert eigenlijk pas vanaf 1891, toen Leo XIII een jaarlijksche som van 24.000 lire beschikbaar stelde en kardinaal Maffi, aartsbisschop van Pisa. uit persoonlijke belangstelling het op pertoezicht op zich nam. Tot dien tijd had men waarnemingen, die echter meer metereologisch dan wel astrono misch waren, op het gebouw van het Vaticaan zelf n.1. op de z.g. Torre dei Vanti (toren der Winden.) verricht. Thans edhler zijn de verschillende koe pels opgesteld op de drie eenige nog overgebleven torens van den ouden ringmuur, die eenmaal omstreeks 850 het Vaticaan en St. Pieler moest be schermen tegen de benden der Sarace- nen. Deze oude, dikmurige torens zijn wel bij uitstek geschikt om de zware en onwrikbare fundamenten der groote kijkers te vormen. Was men de eerste jaren minder gelukkig in de keuze der directeuren, thans, onder de leiding van den ouden Jezuïetenpater Hagen, die vel© jaren in Amerika vertoefde, is de „specula" geleidelijk maar zeker op weg zich een goeden naam te verwerven. Wat toch is het nut dezer instelling, door cy nici als een onschuldig speelgoed vaak aangeduid? Wat bewoog Leo XIII in 1891 om de sterrenwacht te reorgani- ren en op de hoogte van den tijd te brengen? Het was het besluit dat het Vaticaan ook zou medewerken aan de internationale onderneming, een volle dige sterrenkaart en catalogus door middel van hemelfotograieën samen te stellen. De kostbare instrumenten moesten daarvoor worden aangeschaft en indien men bedenkt dat zelfs Potsdam en Oxford de medewerking aan de kaart (niet aan de catalogus) opgege ven hebben daar het zoo enorm' veel geld en moeite kostte dan moet men wel toegeven dat specula Vati- cana heel wat ineer dan liefhebberij is. De oude villa van Leo XIII is aan gebouwd tegen den middelsten der drie torens en de in den dikken muur in- gebouwden trap opgaande, bevinden we ons weldra onder den grooten, draai baren koepel. Hier staat de spiksplinternieuwe te lescoop 6 meter lang. In doeken is hij voorzichtig ingepakt, nu men be zig is de handbeweging tot het draaien van den koepel in een motorische te veranderen, zoodat het geheel© gevaar te van uit de waamemingsplaats kan worden bediend. Langs den omloop van den 'toren klauteren we nu het ijzeren trapje op om van het prachtige ver zicht te genieten. Daar ligt Rome door de zon overschie- nen, in dezen zoimigen, zoelan wind stillen morgen, zoo windstil, dat de grauwe rook uit enkele fabrieksschoor stenen loodrecht opstijgt en de zoo heel gevoelige windmeter op'Nict ge bouwtje naast den toren zelfs stilstaat. Daar ligt ook het Vaticaansche paleis en de Sint Pieter hoog den blauw achtig glanzend en koepel. Westaanhier zoo hoog, dat men. op het dak van den Sint Pieter kijken kan, wat met zijn ruwe, oude pannen, zoo van boven gezien, geen mooi effect maakt. We zien ook duidelijk op dat dak de huis jes van de bewakers, de lieden, di© het in okle moeten houden; het is een heel dorpje boven op de basiliek. Met ver bazing zie ik ook van dit hooge punt, hoe klein, hoe bitter klein, eigenlijk het eens zoo machtige pauselijke gebied nu is; een paar groote wegen, wat zijlaantjes, een paar gebouwen, dan weer de muur waar het wereldsche gebied begint. Afgedaald, gaan we nu over den lan gen, smallen muur en de hooge ijzeren brug, als een miniatuur-spoorweg, waar tegen aangebouwd de grotten van Lour- des, met daarboven de kerk (alleen de facade) bedriegelijk nagebootst, te za- men met de kooi voor do door Meoie- lïk van Abessinië geschonken leeuwen, een eigenaardige, wel wat .smakeloozc hulspot vormen. In een kledn gebouwtje staan daar, naast den versten toren (pl.m. 300 M. van den eersten verwijderd) een veran derde kijker, dien Hagen thans ge bruikt) voor kleurenschatting dersteor- )ren; dan komen we in den toren zélf, waar onder den grooten kdepel de foto grafische kijker staat. Een enorm groot, zwaar instrument, zicïi wentelend op een bijzonder fijn uurwerk, om u© he- melas. Het zijn eigenlijk twee kijkers, evenwijdig aan elkander, één Visuede en één fotografische. Gedurende de drie opnamen; elk van 40 minuten, die men maakt, reguleert men met den visueel en. kijker door twee kruisdraden op een bepaalde ster te houden, de toch nog bestaande onregelmatigheden van het uurwerk. Voortdurend veran dert men door uiterst nauwkeurige schroeven den stand van den kijker een weinig. Het Vaticaan maakt allo opnamen. tusfjchen 65 en 55 graden .N-Dcclinatie. Het zullen ongeveer 1250 platen wor den, waarvan thans definitief 80 klaar zijn. Het werk dat slechts bij gun stige weersgesteldheid geschieden kan, ds ook zoo uiterst tijdroovemd, dat men er nog wel jaren en jaren mee bezig zal zijn. Aan den wand hangen hier de bei de uurwerken, een loopend volgens den sterrentijd, de andere volgens zonnetijd beiden electrisch gereguleerd van uit het hoofdgebouw. Hagen komt even bin nen met een bezoeker, en zoo heb' fk nog even gelegenheid zijn sympathie- ken, verstandigen kop, zilvergrijs de ha ren onder het donkerfluweelen, kalotje, ,te bewonderen. Van uit het terras wijst pater Steijn me den wijngaard eens met veel kosten door Leo XIII aangelegd, thans verlaten, verdord. Terug naar den middelstem toren, ko men we er in de groote ronde zaal, onder den kijker gelegen. Het was de receptiezaal van den vo- rfgen Paus. Het plafond is geschilderd als een sterrenhemel, vaag de beelden. Tweelingen, Visschen, Stier, enz., sche merend uit het blauw. De hoofdsterren zijn electrische lampjes. In het midden slaat een glazen kast met een koslba- bape collectie meteoorsteenen. Dan tre den we de bibliotheek binnen eens de .rustige werkkamers van Leo XIII; dan de zalen waag de sterrenkaarten der andere observatoria bewaard wor den. Een is ar gereed 'Greenwich maag de kaarten zijn slechts van een belichting van 30 minuten ten vrij slor dig afgewerkt. In deze kamer staan ook de meetinstrumenten. De mlalen zijn namelijk in tallooze kwadraadjes verdeeld. Ze worden nu in een raam geschoven, dat in de richting der kwa d,raatassen verschuiven kan onder een mik j-os koop. Hierdoor kan men duidelijk de ster retjes van stofjes onderscheiden en in ©Ik kwadraatje de afstanden van élke sier tot de kwadraalzijden bepalen, doordat in het mikroskoop twee kruis draden zijn aangebracht en'de verschui ving dier plaat op twee schaalverdelin gen is te dezen. Dit fijne geduldwerkje een „borduurwerkje" zooals pafer Steijn het noemde wordt op andere sterrenwachten door dames gedaan. Hiep worden thans een paar intelli gente mannetjes er voor bekwaam ge maakt, waarna de instrumenten naar hun klooster zullen worden overge bracht. De reeds vervaardigde afdruk ken werden mij ook getoond, zij zijn bijzonder zorgvuldig en fijn uitgevoerd; het Vaticaan kan trotsch wezen op zijn werk. Door een bijgebouwtje waar mete orologische instrumenten, windsnel heidsmeters, zelfregistreerende baro meters, tli ermometers en hygrometers opgesteld zijn komen we in een ka-^ mer, waar een verouderde meridiaan- kijker is opgesteld die dan ook thans alleen voor tijdsbepalingen wordt gebruikt. Dan over den ouden muur bereiken we den eersten toren waar de hello fotograaf een reusachtig, zwaar bakbeest staat opgesteld. Het is een bijzonder mooi instrument, naar de nieuwste vindingen geconstrueerd. Na nog even de hoofdldokken gezien te hebben, nam ik dankbaar afscheid van onzen vriend el ij ken geleerden landge noot, die mij zooveel moois en interes sants had laten zien, waarvan ik hier slechts de hoofdzaken even kon aan stippen. DE OVERSTROOMINGEN IN BELGIË Over den watersnood in België schrijft het „H. v. A.": 1 „De provincie Luik is tegenwoordig! d© rampzaligste streek van geheel het, land. Men krijgt er tooneelen te zien, di© hier tot nu toe ongekend waren., En, ondanks het droge weer zakt höt water wanhopig langzaam. T© Jemeppe is dé kerk nog altijd, onbereikbaar voor de geloovigen, want er staat nog altijd een meier water op den kerkvloer. De burgers die iets op h'et gum oen.-! tehuis te verrichten h'ebben en do ge-1 meenteboambfen moeten in bootjes naar hunne bureel en gaan; "de genees-, heeren begeven zich op dezelfde wijze naar hunne zieken en een doode moest zelfs in een roeiboot naar het kerk hof worden gevoerd, nadat twee man de kist door het water, tot Dan de boot gedragen hadden. In de rue des Mineurs staat het wa ter niet minder dan 2.40 M. hoog. Te Seraing is de toestand allerdroe vigst Duizenden werklieden zijn naar huis gezonden, daar de werkhuizen stil liggen. Het standbeeld van Cockerill staat te midden van een uitgestrekt meer, en in sommige stralen is het water ge klommen ten halve de vensters der be nedenverdieping. Een rij spoorwegwagens, door den stroom voortgedreven, reed de helling af en zakte gisteren tot in de Maas.: In al de straten varen bootjes en vele Luikenaars doen een uitstapje tot hier, om van het zonderlinge schouw spel getuige te zijn. Van af de hoogten is de aanblik overschoen, maar treurig. De Maas heeft niet allen de oevers overstroomd, maar is door da dalen tot achter da hoogten doorgedrongen en langs alle zijden ontwaart npen niets dan over- groote waterplassen. Men zou zeggen dat heel de vallei vol gestroomd is. Een telegrlam, Dinsdagavond om 9 uur uit Serlaimg verzonden, meldt dat de toestand in de overstroomde Cocke- rill-Kabriekem niet verbeterd is. De mij nen worden leeggepompt. Ook de stad is zeer geteisterd. In den loop van den dag is een deta chement pontonniers uit Antwerpen aangekomen, voorzien van vier ijzeren booten. Dlaar de lelectrische stroom' afgesne den is, heeft men noch licht noch he-' weegkracht. In het gesticht der Aalmoezeniers van den Arbeid, komen de huisgezinnen in menigte een onderkomen zoeken. De vrouwen en kinderen verdringen zich bibberend rond de verwarmingstoestel len, terwijl de aalmoezeniers en de bedienden van het huis beddengoed aanbrengen om ten minste vrouwen en! kinderen eenige rust te bezorgen. Dan moest men hen. drank en voed sel geven. En stapels boterhammen en dampende koffie werden nu rondgedra gen. In Brabant, Namen en te Luik is de toestand aanmerkelijk verbeterd en hel' schoone w|eer doet hopen, da) daar het ergste voorbij is. Eén vrees bestaat echter nog: Op .sommige plaatsen in, de Ard,enn!en. ligt n.1. nog een sneeuw laag van meer dan 30 5 40 centime ter dikt,e, die bij het warme weer gaat smelt,en en nieuwe watermassa's zal afvoeren. Een voorzichtig juwelier. Op een feeistbal bij een gezant in St. Peters burg geraakte Graai L., kapitein van de garde en zeer rijk, op eene bekoorlijke Fransche dame verliefd. Het gelukte hem gedurende het bal toestemming te verkrijgen, een bezoek bij de schoon© af te leggen en hij hoopte reeds de hand van de geliefde te verwerven. Natuurlijk was daar een ruiker voor noodig en de kapitein ijlde den vol genden morgen na het ontbijt reeds naar den fijnsten bloemenhandclaar. Ondertusschen overlegde bil bij zich zeiven, dat de fijnste bouquet voor een man van zijn stand toch niets meer dan een bloemenruiker blijft en hij kreeg een inval, dien hij dadelijk tot uitvoering bracht. Hij trad een juwelierswinkel binnen. Laat mij eens briljanten zien zonder montuur. De juwelier legde na een onderzoe kenden blik op den officier een heole verzameling diamanten voor. Graaf L. greep er een handvol uiit en liet zie als dauwdroppels op de oppervlakte van den ruiker vallen. Daarna ijlde hij heen, nadat hij zijn kaartje had afgegeven. Eenige dagen later trad hij weder den winkel binnen, maar tamelijk uit zijn humeur. Hoeveel ben ik u schul dig? Tweeduizend roebel. U vergist u, u bedoelt misschien twin tigduizend roebel? Ik vraag u wel excuus, heer Graaf, maar den dag, dat u mij met een "be zoek vereerde, scheen het mij toe, hm als was u hm nog al tame lijk opgewonden en ik dacht, dat u over uwe grootmoedigheid wel eens berouw kou hebben. Daarom nam ik de vrij heid, u nagemaakte briljanten voor te leggen. De Graaf, die een blauwtje had ge- loopen, zweeg een oogenblik. Daarna stak hij den juwelier de haud toe en sprak: U hebt daar heel wel aan ge daan, ik dank ul Misbruik van Radio-telegrafie. Op tal van plaatsen in de Vereenigde Sta ten hebben schooljongens en anderen, die de .edectro-techniek als amateur be oefenen, miniatuur-stations voor draad- looze telegrafie opgericht, waarmee zij dikwijls radio-telegrammen, die van overheidswege of door de geautori seerde stations zijn verzonden .opvan gen en dan ontcijferen. Deze jongens kunnen met hun eigen toestellen seinen geven; en dat doen. zij dan ook. Ja, zij gaan dan daarbij' dikwijls te v,er en sturen alarmeerende berichten het luchtruim in, die dan aan 'de officieel© stations opgevan gen verwarring en ontsteltenis ver oorzaken. Zoo 'is het wel gebeurd, dat op ontvangst van het C. Q. D. signaal c(ome), q(uick) d(anger) regee- ringsvaartuigen in zee werden gestuurd om in noodverkeerende schepen te zoe ken, di,o ier heel niet waren. Zulke „seinen" waren dan van kwajongens afkomstig. Er wordt nu bij de regeering aan gedrongen op het nemén van maatre gelen tegen deze vrijbuiters van de draadlooz© telegrafie- Maar de Amari- kaansche jongelui zullen zich een der gelijke inbreuk op hun „rechten" niet zonder verzet laten "Welgevallen. Francis Nesbit, een jongen van vijf tien jaar te New-York, heeft het opge nomen voor de 50,000 jongens 'die er in de .Unie eigen installaties voor draad looz© telegrafie op na houden. Hij vindt, dat een optreden van hoog er- hand tegen di© stations „on-Ameri- kaansch" zou wezen. Beter ware het, dat de regeering den amateur-radio tele grafisten betere en moderner hulpmid delen verschafte. In zijn openhartigheid (lees brutali teit) van Amerikaanschen schooljongen, gaat Francis Nesbit zelfs zoover van te verklaren, dat de officieele instal laties voor draadlooze telegrafie in de Vereenigde Staten verouderd en min derwaardig zijn. Generaal Allan, hoofd van het seinr wezen bij leger en vloot van de Ver eenigde Staten, heelt zich de moeite gegeven, de beweringen van jongeheer Nesbit tegen te spreken. De toestellen en installaties, bij de Amerikaansche marine en bij het leger in gebruik, zijn zoo modem en zoo voortreffelijk mogelijk. Nesbit is het wederantwoord niet schuldig gebleven. Hij wilde dan wel toegeven, dat de regeering beschikte ovör goede syslemen en toestellen; maar in bekwaamheid en handigheid om met die toestellen voor radio-tele grafie te werken, wonnen de jongens het van de regeeringstelegrafisten. Overigens schijnt de regeering wel te willen overwegen in hoeverre het doenlijk zal zijn, jongens en amateurs, die nu eenmaal smaak hebben in ge knutsel op electrotechnisch gebied, hun gang le laten gaan. Het kan nooit in de bedoeling liggen, de Edisons-in-den- dop te ontmoedigen en in hun ontwik keling te belemmeren. Motorfietsen voor 'de brandweer. In „Motor-Cycling" komt een artikel tje voor over het gebruik, dat bij dn brandweer kan gemaakt worden van motorfietsen met zijspanwagem. De fabriek der V. S. stoomfi etsen brengt reeds dergelijke brandwagentjes in den handel. In plaats van do caro&serie bevindt zich op het frame van den zijwagen een platform met een kleine pomp, benevens al de benoodigdkeden, zooals ladder, slang en 'hefboomen. Door een koppeling is men in slaat de pomp te laten arbeiden mat molor- k nacht. Ofschoon dergelijke apparaten voor groot© branden in het geheel niot af doende zijn, kunnen ze toch goede dien sten bewijzen in kleinere plaatesn, waar de brandspuit soms op grooten afstand gehaald moet worden, en do 108) „Suzanne," 6prak ze tot de binnen tredende kamervrouw, „kan ik op je toewijding en trouvr rekenen?" „Dat weet mevrouw de hertogin "Wel," was het antwoord. „Ik meen het althans to "weten. Nu. je neemt mijn rijtuig en laat je naar de secretarie van het aartsbis dom brengen. Daar overhandigt ge deaen brief aan den eerwaarden heer de Sintély. Hij zal er u een re^u voor geven dat ge mij hier in deze kamer en zoo spoedig mogelijk brengen zult. Er is groote haast bij." „En als meneor de Sintély uitge gaan is?" „Dan wacht go totdat tij' terug komt." „Ook als hot langl duurt?" „In ieder géval." Suzanne jnaakte een biuiging en ging heen. De krachten der ongelukkige vrouw waren uitgeput. Ze viel in een halve bezwijming; gedurende welke de wanhoop van het heden zich mengde in d© wroeging uit het verledcne. Ze herinnerde zich nu met bitter heid. dat Philijjpe in de laatste «la gen, met schijnbaar groote bezorgd heid, haar telkens gevraagd had: „Hebt |ge geen dorst?" En daar ze inderdaad voortdurend door een vreeselijken dorst gekweld werd, had ze op die vraag telkens bevestigend geantwoord. Dan maak te hij iederen keer maar nooit vlak bij haar bed een glas suiker water gereed dat hij haar aanbood. En langzaam, genietend van Phi lippe's zaligheid en vermeende goede zorgen, had ze dan het glas leegge dronken. 'Wat ©en driedubbele onnooz'elheid Attenties voor haar! En dat ter wijl hij haar langzaam maar zeker den dood bracht, zonder esnig mede lijden of berouw. De ellendige laf aard •Tegen acht uur in den avond kwam. Suzanne terug- Ze ha.d een brief in de ha.nd. De hertogin zond haar kamervrouw weg en opende de enveloppe. Getrouw aan zijn karakter, had Charles bij' de weinige woorden, waarin hij1 de ontvangst van het stuk bevestigde, nog de volgende Woor den gevoegd: „Ik "weet niet welke nieuwe ge voelens uw gemoed betecrschen. Ik weet evenmin met welke bedoeling go mi,j deze gesloten enveloppe toe vertrouwt, maar indien een groot verdriet of een groote smart mis schien over u gekomen zijn, bedenk dan. mevrouw de hertogin, dat Gods barmhartigheid en goedheid onein dig' zijn. tWanneer miju bezoek ,u soms troost kan schenken, behoeft u maag te spreken." Een nog ernstiger ui tdrukking van droefheid kwam over het gelaat der hertogin. I „Het. zijn gouden hagt.cn, die Sin- tély's," fluisterde zij. „Ik had met Madeleine tot zuster-, te midden van deze goede mensahen zoo gelukkig kunnen zijn! Ach, waarom heb ik dat niet 'begrepen!" Philippe kwam dien dag vroeger dan gewoonlijk thuis. Zijn gelaat stond somber. Ma- bille had. hem da tweehonderddui zend francs geweigerd, en dat wel zonder eenige nadere verklaring. De hertog h ad toen volstrekt niet ge- dacht a-an de mogelijkheid, dat de '.gravin de Clavières beslag ha,d la- ten leggen op de bezittingen van de Boquebrune's. Hij had eenvoudig bij zich jzelf gezegd: „Ha* dat heb ik aan Clara te danken. Het kan zóó niet langer duren. Br moet een eind aan komen." En vastbesloten trad hij' het bou doir van zijn gemalin binnen. Na een korte begroeting volgde de ge wone vraag: „Hebt ge geen dorst, lieve „Vreeselijk, Philippe," antwoord de zij op den schijnbaar vriendelijk sten en natuurlijksten toon ter we reld. Hij wendde zich af, en ze hoorde hem met de wijnflesch, de water karaf en de suiker bezig. (Wat duurde dat allemaal lang* Ach, zij wist nu, de ongelukkige dat het haai- dood was, dien hij daar on barmhartig en zonder medelijden haar bereidde. De dood, ach, dat was niets maar de dood door zijn hand. Op 'dit oogenblik verdwenen voor een oogen blik al haar toorn en wrok, en dacht ze slechts aan de gToote liefde en teederheid, die zo voor. hem gevoeld had. Hoe hartstochtelijk, tot dwaas heid toe., had ze hem liefgehad! En wat was haar beloomng Philippe's stem die kort en gebie dend klonk, ontrukte haar aan haar overpeinzingen. „Drink," sprak hiji. Zo nam het glas uit zijn hand aan, keek hem diep in de oogen en sprak langzaam en met verpletterende kalmfo: „Is de dosis ditmaal ten minste sterk genoeg om er ineens een einde aan te maken, Philippe?" Als door den bliksem getroffen stond haar echtgenoot daar vóór haar. Zijn gelaat werd aschkleurig en heel zijn lichaam beefde. Clara had hot glas laten vallen en was machteloos achterover gezonken. Ook voor haar was ondanks haar schijnbare kalmte, de schok te hevig geweest. Maar nog oenmiaaJ keerden hane krachten terug. I „Dus," sprak ze op snijdenden toon „dus hebt ge u er niet mee verge- 1 noegd een leugenaar eu vervalscher to worden, ge zijt ook een moor denaar, een lage giftmenger, niet waar! Ik maak je mijn compliment, mijn waarde, je hebt je zaken prach tig! gedaan." Onder deze beleedigende woorden schudde de hertog den schrik ai die hem bevangen had toen hij zich ont wiekt zag, „Uw verbeelding speelt u parten, beste," antwoordde hij met gemaakte luchthartigheid en zijn woede met geweld onderdrukkend. Hij keek de hertogin aan, maar zij scheen niet in staat om to antwoor den. M©t nog' grooter onbeschaamd heid. ging hij nu op heftigen toon voort: „Meent ge misschien schim men uit uw eigen verleden voor u te zien oprijzen iWees dan zoo goed mij' niet met het slijk te bespatten, dat bet .woelen in uw eigen herin neringen doet opkomen." „Ellendige lafaard," stamelde Cla ra, „zwijg, geen enkel woord meer. Ja, ik heb ook gezondigd, maar op uw aanstoken. Met helsche boos heid hebt ge gespeeld met den harts tocht dien ik altijd voor u voedde. Maar al heeft die misdaad u milli- oenen opgebracht, u, den verarmden onder schuldig bedolven bon vivant weer tot een man van beteokenis ge maakt, zoo zal het niet zijn met het wanbedrijf, dal. ge thans hebt uitge- oef end. j Morgen zal ik misschien reeds dood zijn, en ik zal u niet aanklagen, al zouden de bewijzen voor het grijpen liggen. Maar aan mijn wraak zult ge toch niet ontkomen. Ik heb mijn schuldbekentenis neergeschreven en mijn testament veranderd. Die stukken zijn in vertrouwde handen. "Vier en twintig uren na mijn begrafenis zult ge uit deze wo- ning' verjaagd worden. Eoquebrune, dat ik dwaas genoeg voor j'e heb laten restaureeren, zal je door Mabillo ontnomen worden. Er zal je niets, hoegenaamd niets worden gelaten dan de herinnering aan de weelde, waarmede ik jou, ondank bare, zeven jaar lang omringd heb." I Als krankzinnig- van angst, en te moeten erkennen dat zij ei ken, had de hertog naar haar geluid terd. Onterfd! Ze had hem' onterfd... Dan had zo dus zijn bedrog ont dekt en een ander testament gemaakt waardoor het eerste nietig werd. Phi lippe rukte zich bijna de haren uit van wanhoop. En dan bij zich zelf zelf te moeten erkennen dat zij ei genlijk gelijk had! Hü had de kip met de gouden eipren gedoodClara dood en hij onterfd dat beteeken- de voor hem niets, minder dan de bit terste, de zwaarste ellende. En wat zon hij kunnen doen om dit vree ge lijke gevaar nog af te wenden (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 9