Moeder en Martelares
Een verbeterde boek
houding.
gemengde Buitenlandssbe berichten
a
a
a
Meter J
1
J. [Wj. LUCAS
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
I» het voortdurend, streven naar
verbetering' is ook de boekhouding
betrokken geworden, waarbij vooral
het inschrijven in het kasboek veel
gewonnen beeft..
Volgens den ouden stijl toch krij
gen credit en debet elk een afzonder
lijke bladzijde, die wel tegenover el
kander staan, maar waarbij men
toch, wil men het juiste in de kas
aanwezige bedrag weten, twee op
tellingen moet maken, waarbij veel
fouten en foutjes gem,aakt kunnen
worden en ook worden, wat tot een
overtellen en voornamelijk voor niet
zeer vaste rekenaars tot een her
haald overtellen noodzaakt, en ten
slotte dus veel tijdverlies beteekent.
Ten einde hierin verbetering! te
brengen is een nieuw kasboek ont
worpen, dat volgens de „N. O." op
de onderstaande Wijze is ingericht.
No
3
ci
ft
G.B.
OMSCHRIJ
VING.
Debet
Credit I
O
C
1
lOct
In kas
225
50
2
4
Door
Sehwars bet.
76
300
50
3
6
Aan Smit
betaa d.
150
150
50
De stand van de kas wordt direct
telkens uitgetrokken. De voordeelen
van deze boekhouding vallen on
middellijk in het oog. Men behoeft
slechts bdj of af te trekken, waarbij
het bójna niet denkbaar is, dat er
een fout gemaakt wordt, aangezien
men slechts met- twee posten heeft
te doen. De stand van de kas ziet
men dadelijk, zonder eerst twee ko
lommen op te tellen en de totalen
daama weer van elkander af te trek
ken.
Doch niet alleen voor de kasreke
ning, ook voor het magazijnboek kan
deze methode nuttig zijn, daar waar
het ten minste mogelijk is, door een
niet te groote verscheidenheid van
artikelen, aan elk artikel een eigen
bladzijde te geven, waarbij dan de
voorraad berekend wordt volgens
kilo's, meters, liters of stukken. "V oor
laken bv.
No
=3
ce
G.B.
LAKEN"
DONKEHBI.ATJW
1
1 Oct.
Voorraad
300
2
4
Van X volgens
factuur
70
870
O
O
6
VaD Z volgens
factuur
25
345
Het wezenlijke voordeel van het
stelsel is wel, dat een zekere kalmte,
een gevoel van zekerheid, van rustig
heid verkregen wordt, wat in onzen
gejaagden tijd van niet geringe be-
teekenis is.
hebben dit artikeltje in han
den gesteld van den Haarlemschen
accountant J. tWi. Lucas, die ons de
volgende beschouwing deed toeko
men
Boven ontwikkelde boekvoering1 is
zeker niet nieuw te noemen; het is
n.l. de oude „staffel" vorm, de oer
vorm van het boekhouden.
Vroeger toen de techniek van het
boekhouden niet zoo ontwikkeld was,
lag de voortdurende bij of aftrek
king wel voor de hand.
Gelukkig maar dat men met dezen
vorm, wat althaDS het kasboek be
treft, geheel gebroken heeft, hij be
vordert n.l het ieder oogenblik
fouten maken ten zeerste omdat tel
kens opgeteld of afgetrokken moet
worden (en dat, terwijl aftiektal en
aftrekker niet eens onder elkaar
staan!) Dat men hier bij iedere post
gelegenheid heeft zich geheel te
vergissen behoeft geen betoog.
Bij de algemeen in gebruik zijnde
„scontio" methode, waarbij ontvang
sten en uitgaven elk op een afzonder
lijke pagina staan, behoeft men
slechts als Éen zijn kas wil
eontroleeren op te tellen. Hier
door wordt de mogelijkheid om fou
ten te maken tot een minimum be
perkt.
Het is echter best mogelijk dat
dit model in de een of andere zaak
kan worden gebruiktin eene, waar
in van 16 Oct., blijkens het voor
beeld, 3 posten voorkomen kan men
er allicht de proef mede nemen.
Verder houde men in het oog dat
een uniform: model voor de meeste
zaken niet geschikt is; het is er
mede als met „confectie", het past
slecht
EEN BEZOEK AAN DE VATIOAAN-
SOHE STERRENWACHT, OF:
DE KATHOLIEKE KERK EN DE
WETENSCHAP.
De Romeinsche correspondent dear
liberale „N. R. Ct." schrijft uit Rome:
De portier had. m'n toegangskaart on
derzocht het hek knarste achter me
dicht, een troepje american ladies gluur
de me door de tralies nieuwsgierig na
voor het eerst trad ik dien, won
dermooi en. lenteochtend de Vaticaan-
sche tuinen binnen, het „buitenland"
in Rome, het exterritoriaal gebied van
den H. Stoel.
Onze landgenoot, pater dr. Steijn, as
sistent aan de sterrenwacht, had zich
bereid verklaard mij deze te toonen en
bezorgde mij heit verdere toegangsbil
jet. Zoo drentelde ik eerst langzaam
over den rechten, breeden grintweg;
links, in een diepe vallei, waar twee
fonteinen prettig klaterden, waren vele
tuinlieden bezig de groote, kunstig aan
gelegde bloembedden, in den storm van
een paar reusachtige pauselijke wapens
en andere versieringen, ijverig te ver
zorgen, toen kwam ik al zoekend
in een hellende laan, met rechts en
finks, vele zijwegen, Daar is het sfn
en eenzaamde heggen, de boomen wat
verwilderd, wat verwaarloosd lnaar
daarom juist heel mooi. Toen opeens
een vrijen blik koepels de lange
verbindingsmuur en waar deze onder
broken 'is, een hooge ijzeren brug
en daar ben ik dus bij de sterrenwacht,
zoo vaak reeds uit de verte gezien
waait ze 'op het hoogste punt van den
den Vatdcaanschen heuvel ligt en
thans eindelijk bereikt.
Heer staat onder een zeer ouden
veel -en zwaar vertakten eik het
koepeltj'a, dat Leo XIII bouwen liet,
zijn lievelingsplekje, waar hij 's zomers
zich nog wat vrij kon voelen in zijn
ballingschap en waar hij rijn mooie La-
tijnsche verzen schreef. En daarnaast
de door hem gebouwde villa, heed een
voudig, zonder eenige uiterlijke weelde
de villa die hem mede tot zomer
residentie diende. Dat is thans de ster
renwacht, het woonhuis van den direc
teur Hagen (Oostenrijker) en zijn as
sistenten dr. Steijn en Guiseppe ZaLs
(Italiaan) daarbij bibliotheek en op
stelplaats van enkele fijne imstrumenlen.
De portier visiteert weer mijn kaart;
een, trap opgaande, kom ik in een groo
te kamer, waar enkele zeer mooi©
maan-fo ograf eën hangen en in het rond
wat boeken staan en weldra komt
pater Steijn me tegemoet. Nu gaan we
de sterrenwacht bekijken.
Eerst een stukje geschiedenis. De
sterrenwacht zooafs ze'hedeti ten dage
is, dateert eigenlijk pas vanaf 1891,
toen Leo XIII een jaarlijksche som
van 24.000 lire beschikbaar stelde en
kardinaal Maffi, aartsbisschop van Pisa.
uit persoonlijke belangstelling het op
pertoezicht op zich nam. Tot dien tijd
had men waarnemingen, die echter
meer metereologisch dan wel astrono
misch waren, op het gebouw van het
Vaticaan zelf n.1. op de z.g. Torre
dei Vanti (toren der Winden.) verricht.
Thans edhler zijn de verschillende koe
pels opgesteld op de drie eenige nog
overgebleven torens van den ouden
ringmuur, die eenmaal omstreeks 850
het Vaticaan en St. Pieler moest be
schermen tegen de benden der Sarace-
nen. Deze oude, dikmurige torens zijn
wel bij uitstek geschikt om de zware
en onwrikbare fundamenten der groote
kijkers te vormen.
Was men de eerste jaren minder
gelukkig in de keuze der directeuren,
thans, onder de leiding van den ouden
Jezuïetenpater Hagen, die vel© jaren
in Amerika vertoefde, is de „specula"
geleidelijk maar zeker op weg zich een
goeden naam te verwerven. Wat toch
is het nut dezer instelling, door cy
nici als een onschuldig speelgoed vaak
aangeduid? Wat bewoog Leo XIII in
1891 om de sterrenwacht te reorgani-
ren en op de hoogte van den tijd te
brengen? Het was het besluit dat het
Vaticaan ook zou medewerken aan de
internationale onderneming, een volle
dige sterrenkaart en catalogus door
middel van hemelfotograieën samen
te stellen. De kostbare instrumenten
moesten daarvoor worden aangeschaft
en indien men bedenkt dat zelfs Potsdam
en Oxford de medewerking aan de
kaart (niet aan de catalogus) opgege
ven hebben daar het zoo enorm' veel
geld en moeite kostte dan moet
men wel toegeven dat specula Vati-
cana heel wat ineer dan liefhebberij is.
De oude villa van Leo XIII is aan
gebouwd tegen den middelsten der drie
torens en de in den dikken muur in-
gebouwden trap opgaande, bevinden we
ons weldra onder den grooten, draai
baren koepel.
Hier staat de spiksplinternieuwe te
lescoop 6 meter lang. In doeken
is hij voorzichtig ingepakt, nu men be
zig is de handbeweging tot het draaien
van den koepel in een motorische te
veranderen, zoodat het geheel© gevaar
te van uit de waamemingsplaats kan
worden bediend. Langs den omloop van
den 'toren klauteren we nu het ijzeren
trapje op om van het prachtige ver
zicht te genieten.
Daar ligt Rome door de zon overschie-
nen, in dezen zoimigen, zoelan wind
stillen morgen, zoo windstil, dat de
grauwe rook uit enkele fabrieksschoor
stenen loodrecht opstijgt en de zoo
heel gevoelige windmeter op'Nict ge
bouwtje naast den toren zelfs stilstaat.
Daar ligt ook het Vaticaansche paleis
en de Sint Pieter hoog den blauw
achtig glanzend en koepel. Westaanhier
zoo hoog, dat men. op het dak van
den Sint Pieter kijken kan, wat met
zijn ruwe, oude pannen, zoo van boven
gezien, geen mooi effect maakt. We
zien ook duidelijk op dat dak de huis
jes van de bewakers, de lieden, di© het
in okle moeten houden; het is een heel
dorpje boven op de basiliek. Met ver
bazing zie ik ook van dit hooge punt,
hoe klein, hoe bitter klein, eigenlijk
het eens zoo machtige pauselijke gebied
nu is; een paar groote wegen, wat
zijlaantjes, een paar gebouwen, dan
weer de muur waar het wereldsche
gebied begint.
Afgedaald, gaan we nu over den lan
gen, smallen muur en de hooge ijzeren
brug, als een miniatuur-spoorweg, waar
tegen aangebouwd de grotten van Lour-
des, met daarboven de kerk (alleen de
facade) bedriegelijk nagebootst, te za-
men met de kooi voor do door Meoie-
lïk van Abessinië geschonken leeuwen,
een eigenaardige, wel wat .smakeloozc
hulspot vormen.
In een kledn gebouwtje staan daar,
naast den versten toren (pl.m. 300 M.
van den eersten verwijderd) een veran
derde kijker, dien Hagen thans ge
bruikt) voor kleurenschatting dersteor-
)ren; dan komen we in den toren zélf,
waar onder den grooten kdepel de foto
grafische kijker staat. Een enorm groot,
zwaar instrument, zicïi wentelend op
een bijzonder fijn uurwerk, om u© he-
melas. Het zijn eigenlijk twee kijkers,
evenwijdig aan elkander, één Visuede
en één fotografische. Gedurende de drie
opnamen; elk van 40 minuten, die men
maakt, reguleert men met den visueel en.
kijker door twee kruisdraden op
een bepaalde ster te houden, de
toch nog bestaande onregelmatigheden
van het uurwerk. Voortdurend veran
dert men door uiterst nauwkeurige
schroeven den stand van den kijker een
weinig.
Het Vaticaan maakt allo opnamen.
tusfjchen 65 en 55 graden .N-Dcclinatie.
Het zullen ongeveer 1250 platen wor
den, waarvan thans definitief 80 klaar
zijn. Het werk dat slechts bij gun
stige weersgesteldheid geschieden kan,
ds ook zoo uiterst tijdroovemd, dat men
er nog wel jaren en jaren mee bezig
zal zijn.
Aan den wand hangen hier de bei
de uurwerken, een loopend volgens den
sterrentijd, de andere volgens zonnetijd
beiden electrisch gereguleerd van uit
het hoofdgebouw. Hagen komt even bin
nen met een bezoeker, en zoo heb' fk
nog even gelegenheid zijn sympathie-
ken, verstandigen kop, zilvergrijs de ha
ren onder het donkerfluweelen, kalotje,
,te bewonderen. Van uit het terras
wijst pater Steijn me den wijngaard
eens met veel kosten door Leo
XIII aangelegd, thans verlaten, verdord.
Terug naar den middelstem toren, ko
men we er in de groote ronde zaal,
onder den kijker gelegen.
Het was de receptiezaal van den vo-
rfgen Paus. Het plafond is geschilderd
als een sterrenhemel, vaag de beelden.
Tweelingen, Visschen, Stier, enz., sche
merend uit het blauw. De hoofdsterren
zijn electrische lampjes. In het midden
slaat een glazen kast met een koslba-
bape collectie meteoorsteenen. Dan tre
den we de bibliotheek binnen eens
de .rustige werkkamers van Leo XIII;
dan de zalen waag de sterrenkaarten
der andere observatoria bewaard wor
den. Een is ar gereed 'Greenwich
maag de kaarten zijn slechts van een
belichting van 30 minuten ten vrij slor
dig afgewerkt. In deze kamer staan
ook de meetinstrumenten. De mlalen
zijn namelijk in tallooze kwadraadjes
verdeeld. Ze worden nu in een raam
geschoven, dat in de richting der kwa
d,raatassen verschuiven kan onder een
mik j-os koop.
Hierdoor kan men duidelijk de ster
retjes van stofjes onderscheiden en in
©Ik kwadraatje de afstanden van élke
sier tot de kwadraalzijden bepalen,
doordat in het mikroskoop twee kruis
draden zijn aangebracht en'de verschui
ving dier plaat op twee schaalverdelin
gen is te dezen. Dit fijne geduldwerkje
een „borduurwerkje" zooals pafer
Steijn het noemde wordt op andere
sterrenwachten door dames gedaan.
Hiep worden thans een paar intelli
gente mannetjes er voor bekwaam ge
maakt, waarna de instrumenten naar
hun klooster zullen worden overge
bracht. De reeds vervaardigde afdruk
ken werden mij ook getoond, zij zijn
bijzonder zorgvuldig en fijn uitgevoerd;
het Vaticaan kan trotsch wezen op
zijn werk.
Door een bijgebouwtje waar mete
orologische instrumenten, windsnel
heidsmeters, zelfregistreerende baro
meters, tli ermometers en hygrometers
opgesteld zijn komen we in een ka-^
mer, waar een verouderde meridiaan-
kijker is opgesteld die dan ook
thans alleen voor tijdsbepalingen wordt
gebruikt. Dan over den ouden muur
bereiken we den eersten toren waar de
hello fotograaf een reusachtig, zwaar
bakbeest staat opgesteld. Het is een
bijzonder mooi instrument, naar de
nieuwste vindingen geconstrueerd. Na
nog even de hoofdldokken gezien te
hebben, nam ik dankbaar afscheid van
onzen vriend el ij ken geleerden landge
noot, die mij zooveel moois en interes
sants had laten zien, waarvan ik hier
slechts de hoofdzaken even kon aan
stippen.
DE OVERSTROOMINGEN IN BELGIË
Over den watersnood in België
schrijft het „H. v. A.": 1
„De provincie Luik is tegenwoordig!
d© rampzaligste streek van geheel het,
land. Men krijgt er tooneelen te zien,
di© hier tot nu toe ongekend waren.,
En, ondanks het droge weer zakt höt
water wanhopig langzaam.
T© Jemeppe is dé kerk nog altijd,
onbereikbaar voor de geloovigen, want
er staat nog altijd een meier water op
den kerkvloer.
De burgers die iets op h'et gum oen.-!
tehuis te verrichten h'ebben en do ge-1
meenteboambfen moeten in bootjes
naar hunne bureel en gaan; "de genees-,
heeren begeven zich op dezelfde wijze
naar hunne zieken en een doode moest
zelfs in een roeiboot naar het kerk
hof worden gevoerd, nadat twee man
de kist door het water, tot Dan de
boot gedragen hadden.
In de rue des Mineurs staat het wa
ter niet minder dan 2.40 M. hoog.
Te Seraing is de toestand allerdroe
vigst Duizenden werklieden zijn naar
huis gezonden, daar de werkhuizen stil
liggen.
Het standbeeld van Cockerill staat te
midden van een uitgestrekt meer, en
in sommige stralen is het water ge
klommen ten halve de vensters der be
nedenverdieping.
Een rij spoorwegwagens, door den
stroom voortgedreven, reed de helling
af en zakte gisteren tot in de Maas.:
In al de straten varen bootjes en
vele Luikenaars doen een uitstapje tot
hier, om van het zonderlinge schouw
spel getuige te zijn.
Van af de hoogten is de aanblik
overschoen, maar treurig. De Maas
heeft niet allen de oevers overstroomd,
maar is door da dalen tot achter da
hoogten doorgedrongen en langs alle
zijden ontwaart npen niets dan over-
groote waterplassen. Men zou zeggen
dat heel de vallei vol gestroomd is.
Een telegrlam, Dinsdagavond om 9
uur uit Serlaimg verzonden, meldt dat
de toestand in de overstroomde Cocke-
rill-Kabriekem niet verbeterd is. De mij
nen worden leeggepompt.
Ook de stad is zeer geteisterd.
In den loop van den dag is een deta
chement pontonniers uit Antwerpen
aangekomen, voorzien van vier ijzeren
booten.
Dlaar de lelectrische stroom' afgesne
den is, heeft men noch licht noch he-'
weegkracht.
In het gesticht der Aalmoezeniers van
den Arbeid, komen de huisgezinnen in
menigte een onderkomen zoeken. De
vrouwen en kinderen verdringen zich
bibberend rond de verwarmingstoestel
len, terwijl de aalmoezeniers en de
bedienden van het huis beddengoed
aanbrengen om ten minste vrouwen en!
kinderen eenige rust te bezorgen.
Dan moest men hen. drank en voed
sel geven. En stapels boterhammen en
dampende koffie werden nu rondgedra
gen.
In Brabant, Namen en te Luik is de
toestand aanmerkelijk verbeterd en hel'
schoone w|eer doet hopen, da) daar het
ergste voorbij is. Eén vrees bestaat
echter nog: Op .sommige plaatsen in,
de Ard,enn!en. ligt n.1. nog een sneeuw
laag van meer dan 30 5 40 centime
ter dikt,e, die bij het warme weer gaat
smelt,en en nieuwe watermassa's zal
afvoeren.
Een voorzichtig juwelier. Op een
feeistbal bij een gezant in St. Peters
burg geraakte Graai L., kapitein van de
garde en zeer rijk, op eene bekoorlijke
Fransche dame verliefd. Het gelukte
hem gedurende het bal toestemming
te verkrijgen, een bezoek bij de schoon©
af te leggen en hij hoopte reeds de
hand van de geliefde te verwerven.
Natuurlijk was daar een ruiker voor
noodig en de kapitein ijlde den vol
genden morgen na het ontbijt reeds
naar den fijnsten bloemenhandclaar.
Ondertusschen overlegde bil bij zich
zeiven, dat de fijnste bouquet voor een
man van zijn stand toch niets meer
dan een bloemenruiker blijft en hij
kreeg een inval, dien hij dadelijk tot
uitvoering bracht.
Hij trad een juwelierswinkel binnen.
Laat mij eens briljanten zien zonder
montuur.
De juwelier legde na een onderzoe
kenden blik op den officier een heole
verzameling diamanten voor. Graaf L.
greep er een handvol uiit en liet zie
als dauwdroppels op de oppervlakte van
den ruiker vallen.
Daarna ijlde hij heen, nadat hij zijn
kaartje had afgegeven.
Eenige dagen later trad hij weder
den winkel binnen, maar tamelijk uit
zijn humeur. Hoeveel ben ik u schul
dig?
Tweeduizend roebel.
U vergist u, u bedoelt misschien twin
tigduizend roebel?
Ik vraag u wel excuus, heer Graaf,
maar den dag, dat u mij met een "be
zoek vereerde, scheen het mij toe,
hm als was u hm nog al tame
lijk opgewonden en ik dacht, dat u over
uwe grootmoedigheid wel eens berouw
kou hebben. Daarom nam ik de vrij
heid, u nagemaakte briljanten voor te
leggen.
De Graaf, die een blauwtje had ge-
loopen, zweeg een oogenblik. Daarna
stak hij den juwelier de haud toe en
sprak: U hebt daar heel wel aan ge
daan, ik dank ul
Misbruik van Radio-telegrafie. Op
tal van plaatsen in de Vereenigde Sta
ten hebben schooljongens en anderen,
die de .edectro-techniek als amateur be
oefenen, miniatuur-stations voor draad-
looze telegrafie opgericht, waarmee zij
dikwijls radio-telegrammen, die van
overheidswege of door de geautori
seerde stations zijn verzonden .opvan
gen en dan ontcijferen.
Deze jongens kunnen met hun eigen
toestellen seinen geven; en dat doen.
zij dan ook. Ja, zij gaan dan daarbij'
dikwijls te v,er en sturen alarmeerende
berichten het luchtruim in, die dan
aan 'de officieel© stations opgevan
gen verwarring en ontsteltenis ver
oorzaken. Zoo 'is het wel gebeurd, dat
op ontvangst van het C. Q. D. signaal
c(ome), q(uick) d(anger) regee-
ringsvaartuigen in zee werden gestuurd
om in noodverkeerende schepen te zoe
ken, di,o ier heel niet waren. Zulke
„seinen" waren dan van kwajongens
afkomstig.
Er wordt nu bij de regeering aan
gedrongen op het nemén van maatre
gelen tegen deze vrijbuiters van de
draadlooz© telegrafie- Maar de Amari-
kaansche jongelui zullen zich een der
gelijke inbreuk op hun „rechten" niet
zonder verzet laten "Welgevallen.
Francis Nesbit, een jongen van vijf
tien jaar te New-York, heeft het opge
nomen voor de 50,000 jongens 'die er
in de .Unie eigen installaties voor draad
looz© telegrafie op na houden. Hij
vindt, dat een optreden van hoog er-
hand tegen di© stations „on-Ameri-
kaansch" zou wezen. Beter ware het,
dat de regeering den amateur-radio tele
grafisten betere en moderner hulpmid
delen verschafte.
In zijn openhartigheid (lees brutali
teit) van Amerikaanschen schooljongen,
gaat Francis Nesbit zelfs zoover van
te verklaren, dat de officieele instal
laties voor draadlooze telegrafie in de
Vereenigde Staten verouderd en min
derwaardig zijn.
Generaal Allan, hoofd van het seinr
wezen bij leger en vloot van de Ver
eenigde Staten, heelt zich de moeite
gegeven, de beweringen van jongeheer
Nesbit tegen te spreken. De toestellen
en installaties, bij de Amerikaansche
marine en bij het leger in gebruik,
zijn zoo modem en zoo voortreffelijk
mogelijk.
Nesbit is het wederantwoord niet
schuldig gebleven. Hij wilde dan wel
toegeven, dat de regeering beschikte
ovör goede syslemen en toestellen;
maar in bekwaamheid en handigheid
om met die toestellen voor radio-tele
grafie te werken, wonnen de jongens
het van de regeeringstelegrafisten.
Overigens schijnt de regeering wel
te willen overwegen in hoeverre het
doenlijk zal zijn, jongens en amateurs,
die nu eenmaal smaak hebben in ge
knutsel op electrotechnisch gebied, hun
gang le laten gaan. Het kan nooit in
de bedoeling liggen, de Edisons-in-den-
dop te ontmoedigen en in hun ontwik
keling te belemmeren.
Motorfietsen voor 'de brandweer.
In „Motor-Cycling" komt een artikel
tje voor over het gebruik, dat bij dn
brandweer kan gemaakt worden van
motorfietsen met zijspanwagem. De
fabriek der V. S. stoomfi etsen brengt
reeds dergelijke brandwagentjes in den
handel. In plaats van do caro&serie
bevindt zich op het frame van den
zijwagen een platform met een kleine
pomp, benevens al de benoodigdkeden,
zooals ladder, slang en 'hefboomen.
Door een koppeling is men in slaat
de pomp te laten arbeiden mat molor-
k nacht.
Ofschoon dergelijke apparaten voor
groot© branden in het geheel niot af
doende zijn, kunnen ze toch goede dien
sten bewijzen in kleinere plaatesn,
waar de brandspuit soms op grooten
afstand gehaald moet worden, en do
108)
„Suzanne," 6prak ze tot de binnen
tredende kamervrouw, „kan ik op je
toewijding en trouvr rekenen?"
„Dat weet mevrouw de hertogin
"Wel," was het antwoord.
„Ik meen het althans to "weten.
Nu. je neemt mijn rijtuig en laat je
naar de secretarie van het aartsbis
dom brengen. Daar overhandigt ge
deaen brief aan den eerwaarden heer
de Sintély. Hij zal er u een re^u voor
geven dat ge mij hier in deze kamer
en zoo spoedig mogelijk brengen zult.
Er is groote haast bij."
„En als meneor de Sintély uitge
gaan is?"
„Dan wacht go totdat tij' terug
komt."
„Ook als hot langl duurt?"
„In ieder géval."
Suzanne jnaakte een biuiging en
ging heen.
De krachten der ongelukkige vrouw
waren uitgeput. Ze viel in een halve
bezwijming; gedurende welke de
wanhoop van het heden zich mengde
in d© wroeging uit het verledcne.
Ze herinnerde zich nu met bitter
heid. dat Philijjpe in de laatste «la
gen, met schijnbaar groote bezorgd
heid, haar telkens gevraagd had:
„Hebt |ge geen dorst?"
En daar ze inderdaad voortdurend
door een vreeselijken dorst gekweld
werd, had ze op die vraag telkens
bevestigend geantwoord. Dan maak
te hij iederen keer maar nooit
vlak bij haar bed een glas suiker
water gereed dat hij haar aanbood.
En langzaam, genietend van Phi
lippe's zaligheid en vermeende goede
zorgen, had ze dan het glas leegge
dronken.
'Wat ©en driedubbele onnooz'elheid
Attenties voor haar! En dat ter
wijl hij haar langzaam maar zeker
den dood bracht, zonder esnig mede
lijden of berouw. De ellendige laf
aard
•Tegen acht uur in den avond
kwam. Suzanne terug- Ze ha.d een
brief in de ha.nd. De hertogin zond
haar kamervrouw weg en opende de
enveloppe.
Getrouw aan zijn karakter, had
Charles bij' de weinige woorden,
waarin hij1 de ontvangst van het stuk
bevestigde, nog de volgende Woor
den gevoegd:
„Ik "weet niet welke nieuwe ge
voelens uw gemoed betecrschen. Ik
weet evenmin met welke bedoeling
go mi,j deze gesloten enveloppe toe
vertrouwt, maar indien een groot
verdriet of een groote smart mis
schien over u gekomen zijn, bedenk
dan. mevrouw de hertogin, dat Gods
barmhartigheid en goedheid onein
dig' zijn. tWanneer miju bezoek ,u
soms troost kan schenken, behoeft
u maag te spreken."
Een nog ernstiger ui tdrukking van
droefheid kwam over het gelaat der
hertogin.
I „Het. zijn gouden hagt.cn, die Sin-
tély's," fluisterde zij. „Ik had met
Madeleine tot zuster-, te midden van
deze goede mensahen zoo gelukkig
kunnen zijn! Ach, waarom heb ik
dat niet 'begrepen!"
Philippe kwam dien dag vroeger
dan gewoonlijk thuis.
Zijn gelaat stond somber. Ma-
bille had. hem da tweehonderddui
zend francs geweigerd, en dat wel
zonder eenige nadere verklaring. De
hertog h ad toen volstrekt niet ge-
dacht a-an de mogelijkheid, dat de
'.gravin de Clavières beslag ha,d la-
ten leggen op de bezittingen van de
Boquebrune's. Hij had eenvoudig bij
zich jzelf gezegd: „Ha* dat heb ik
aan Clara te danken. Het kan zóó
niet langer duren. Br moet een eind
aan komen."
En vastbesloten trad hij' het bou
doir van zijn gemalin binnen. Na
een korte begroeting volgde de ge
wone vraag: „Hebt ge geen dorst,
lieve
„Vreeselijk, Philippe," antwoord
de zij op den schijnbaar vriendelijk
sten en natuurlijksten toon ter we
reld.
Hij wendde zich af, en ze hoorde
hem met de wijnflesch, de water
karaf en de suiker bezig.
(Wat duurde dat allemaal lang*
Ach, zij wist nu, de ongelukkige dat
het haai- dood was, dien hij daar on
barmhartig en zonder medelijden
haar bereidde.
De dood, ach, dat was niets
maar de dood door zijn hand. Op 'dit
oogenblik verdwenen voor een oogen
blik al haar toorn en wrok, en dacht
ze slechts aan de gToote liefde en
teederheid, die zo voor. hem gevoeld
had.
Hoe hartstochtelijk, tot dwaas
heid toe., had ze hem liefgehad!
En wat was haar beloomng
Philippe's stem die kort en gebie
dend klonk, ontrukte haar aan haar
overpeinzingen.
„Drink," sprak hiji.
Zo nam het glas uit zijn hand aan,
keek hem diep in de oogen en sprak
langzaam en met verpletterende
kalmfo: „Is de dosis ditmaal ten
minste sterk genoeg om er ineens
een einde aan te maken, Philippe?"
Als door den bliksem getroffen
stond haar echtgenoot daar vóór
haar. Zijn gelaat werd aschkleurig
en heel zijn lichaam beefde. Clara
had hot glas laten vallen en was
machteloos achterover gezonken.
Ook voor haar was ondanks haar
schijnbare kalmte, de schok te hevig
geweest.
Maar nog oenmiaaJ keerden hane
krachten terug.
I „Dus," sprak ze op snijdenden toon
„dus hebt ge u er niet mee verge-
1 noegd een leugenaar eu vervalscher
to worden, ge zijt ook een moor
denaar, een lage giftmenger, niet
waar! Ik maak je mijn compliment,
mijn waarde, je hebt je zaken prach
tig! gedaan."
Onder deze beleedigende woorden
schudde de hertog den schrik ai die
hem bevangen had toen hij zich ont
wiekt zag,
„Uw verbeelding speelt u parten,
beste," antwoordde hij met gemaakte
luchthartigheid en zijn woede met
geweld onderdrukkend.
Hij keek de hertogin aan, maar zij
scheen niet in staat om to antwoor
den. M©t nog' grooter onbeschaamd
heid. ging hij nu op heftigen toon
voort: „Meent ge misschien schim
men uit uw eigen verleden voor u te
zien oprijzen iWees dan zoo goed
mij' niet met het slijk te bespatten,
dat bet .woelen in uw eigen herin
neringen doet opkomen."
„Ellendige lafaard," stamelde Cla
ra, „zwijg, geen enkel woord meer.
Ja, ik heb ook gezondigd, maar
op uw aanstoken. Met helsche boos
heid hebt ge gespeeld met den harts
tocht dien ik altijd voor u voedde.
Maar al heeft die misdaad u milli-
oenen opgebracht, u, den verarmden
onder schuldig bedolven bon vivant
weer tot een man van beteokenis ge
maakt, zoo zal het niet zijn met het
wanbedrijf, dal. ge thans hebt uitge-
oef end.
j Morgen zal ik misschien reeds dood
zijn, en ik zal u niet aanklagen, al
zouden de bewijzen voor het grijpen
liggen. Maar aan mijn wraak zult
ge toch niet ontkomen. Ik heb mijn
schuldbekentenis neergeschreven en
mijn testament veranderd.
Die stukken zijn in vertrouwde
handen. "Vier en twintig uren na
mijn begrafenis zult ge uit deze wo-
ning' verjaagd worden. Eoquebrune,
dat ik dwaas genoeg voor j'e
heb laten restaureeren, zal je door
Mabillo ontnomen worden. Er zal
je niets, hoegenaamd niets worden
gelaten dan de herinnering aan de
weelde, waarmede ik jou, ondank
bare, zeven jaar lang omringd heb."
I Als krankzinnig- van angst, en
te moeten erkennen dat zij ei
ken, had de hertog naar haar geluid
terd.
Onterfd! Ze had hem' onterfd...
Dan had zo dus zijn bedrog ont
dekt en een ander testament gemaakt
waardoor het eerste nietig werd. Phi
lippe rukte zich bijna de haren uit
van wanhoop. En dan bij zich zelf
zelf te moeten erkennen dat zij ei
genlijk gelijk had! Hü had de kip
met de gouden eipren gedoodClara
dood en hij onterfd dat beteeken-
de voor hem niets, minder dan de bit
terste, de zwaarste ellende. En wat
zon hij kunnen doen om dit vree ge
lijke gevaar nog af te wenden
(Wordt vervolgd