éer Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. tel. Venn. „Drukkerij de SpaamesM De Godsdienst in de Maatschappij. MOEDER. Dit nummer behoort bij de .Nieuwe Haart. Courant" van 5 Maart. KINDERHUISVEST Mo. 29-31—33. HAARLEM. Directeur: F. H. M. t. d. GRIEKDT. m AD VKBTBWTIEK: Van 1 tot 6 regels f LUO. Elke regel meer OJO. Ingezonden mededeelingen tussohen den toast u»u minste 6 regers f LBO; elke regel meer 0.30. Bet Auieursreeht op «ien inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juui 1881 (Staatsblad No. 124,) (TOMDAG 6 Maart 4de Zondag v. d. Vasten. („Laeta«*e") BAANDAG 7 H.Thomas van Aquino, Belij der en Kerk leeraar. 3H4SOAG 8 H. Joannes de Deo, Belijder. H Francisca, Weduwe. H. H. Veertig Martelaren. VRIJDAG 11 Feest van het Allerkostbaarst Bloed onzes Heeren. H. Gregcrius de Groote Paus, Belijder en Kerkleeraar. WOENSDAG 9 SOMBERDAG 10 ZATERDAG 12 ide ZONDAG VAN DE VASTEN. Ces oil den brief van deu H. apostel Paulas aan de Galaten; IV, 22—31 Broeders! Er staat geschreven dat Abraham twee zonen had, eenen van de slavin en eenen van de vrije vrouw. Maar die van de slavin werd naar het vleesch geborendoch die van de vrije vrouw krachtens de belofte. Dit nu is bij wijze van voorafbeelding gezegd. Want deze zijn twee verbonden. Het eetie op den berg Sina, dat tot dienstbaar heid baart; en dit is Agar. Want Sina is een berg in Arabië, die ver want is aan het tegenwoordige Je ruzalem, dat nu is en met zijne kinderen dienstbaar is. Maar het Jeruzalem, dat omhoog is, is vrij eu dit is onze moeder. Immers staat er geschrevenVerheug u, gij onvruchtbare die niet baart! jube! luid en juich, gij die geen weeën hebt! Want talrijk zijn de kinderen der eenzame, meer dan van haar die den man heeft! Wij nu, broe ders! zijn, volgens Isaak, kinderen Ier belofte. Doch evenals toen hij, die naar het vieeseh geboren was, deugene vervolgde, die het naar den geest was, zoo ook nu. Maar wat zegt de Schrift? Drijf uit de slavin eu haren zoon, want de zoon der slavin zal niet erfgenaam zijn met den zoon der vrije vrouw! Derhalve broeders! ziju wij niet zonen der slavin, maar der vrije vrouw; met welke vrijheid Christus «ons heeft vrijgemaakt. Evangelie volgens den H.Johannes; lu dien tijd vertrok Jesus over «Je zee van Galilea. welke die van Tiberias is; en Hem volgde eene groote menigte, omdat zij de, won- derteekenen z;.gen welke Hij deed a&u hen, die krank waren. Jesus steeg dan op den berg, en zat daar neder met zijne leerlingen, Pasehen nu, de feestdag der Joden, was zeer nabij. Toen dan Jesus zijne oogen op sloeg en zag, dat eene zeer groote tuerugte tot Idem kwam, zeide hij tot Philippus: Van waar zullen wij brooden koopen, opdat deze eten? Dit nu zeide Hij om hem op de proef te stellen; want PI ij zelf wist wat Hij doen zou. Phihppu? ant woordde Hem: Voor tweehonderd tieniiugen brood is niet voldoende voor ben, opdat ieder een weinig ontvauge. Een zijner leerliugen, de broeder van Siinou Petrus, sprak tot Hem: Er is hier eeu knaap, die vijf gestebroodeu eu twee vi-> scheu heeftdoch wat is dit onder zoo veleu! Jesu3 zeide dan: Do°> de menscheu nederzitten! Er was nu veel gras op die plaats. Zij zetten zich dan neder, de mannen ten getale van omtrent vijfduizend. Jesus nam dan de brooden en, na gedankt te nebben, deelde Hij z uit aan de nederzitteudeneveu eens [ook van de visscheu, zooveel zij verlangden. Nadat zij nu 'ver zadigd waren, sprak Hij tot zijne leerlingen: Verzamelt de brokken die overgebleven zijn, opdat ze niet verloren gaan. Zij verzamelden u dan en vulden twaalf korven met brokken van de vijfgerstebrooden. welke hun die gegeten hadden, waren overgeschoten. Toen dar deze menseben het door Jesus ver richte wouderteeken ge'tien hadden, zeiden zij: Deze is waarlijk de Pro feet, die in de wereld komen moei. ."esjs dan, wetend dat zij wilden komen om Hem mede te voereu en koning te maken, ontweek we der op den berg, Hij alléén. Evangeiieverklanng. 4de ZONDAG IN DE VASTEN. Het groote wonder, dat ons in liet Evangelie van dezen Zondag ver haald wordt, is zoo duidelijk cn met zoovele omstandigheden door den Evangelist ons voorgesteld, dat het geen nadere verklaring noodig heeft. iWdj willen dus slechts op de geheim zinnige beteekenis wijzen, die door de Schriftverklaarders er aan gege ven wordt, als een voorafbeelding van het voedsel dat Jezus ook aan ons op wonderdadige wijze geeft in de jU. Communie Vooreerst Snerken wij op dat de goddelijke Zaligmaker dit wonder verrichtte „toen het Paschen, de feestdag der Joden, zeer nabij was." Het paaschfeest was het feest bij uitnemendheid der Joden, de herin nering aan hunne bevrijding uit de slavernij van Egypte, maar tege lijk eene voorafbeelding van het. Paasch feest der Kerk van Christus, die alsdan herdenkt, hoe Christus ons Pa.aschlam geslacht is, cn door Zijn dood en verrijzenis ons uit de slavernij des duivels heeft verlost, en die in die dagen al hare kinderen verplicht zich te voeden met dc god delijke spijze, die hen versterkt om op den weg door de woestijn des Tevens niet te bezwijken. Ook moeten wij ons herinneren dat Jezus dit wonder verrichtte, toen Hij op het punt stond die groote belofte uit te spreken dat Hij Zijn eigen Vleesch en Bloed zou geven tot: spijs cn drank der zielen. Daarom doet de PI Kerk op dezen Zondag dat Evangelie aan de geloovigen voorlezen, om hen die weldra, haar gebod van de, P'aasch- Communie ga,an vervullen, te wijizen op de gesteltenissen, die daartoe ge- eischt, worden, en op de voordeden die een goede Paasch-Communie voor hen zal opleveren, welke beide pun ten wij in het Evangelie van dezen Zondag zien afgebeeld. Vooreerst groot was het geloof der scharen in Jezus waarachtige God heid en Almacht „omdat zij dc teeke nen zagen, die Hij aan de kranke» deed." Zij zagen de wonderbare ge nezingen die Hij verrichtte, cn daar om geloofden zij in Hem, erkenden zij' Hem als den beloofden Messias, als Dengene die gekomen was om hen uit de slavernij der zonde te verlossen. Zoo wordt ook van den Christen, die de H. Communie wil ontvangen, (gevorderd een groot en oprecht geloof a.an alles wat Jezus geleerd heeft, in het bijzondei- aan de waarheid dat Hij in bet H. Sacra ment wezenlijk tegenwoordig is, met Zijne Godheid en Menschheid. met ziel en lichaam, met vleesch en bloed. Aan het. geloof der menigte beant woordde een groot vertrouwen op do hulp die Jezus bun schenken zou. Zij' voerden de, zieken tot Hem. vastt verwachtend dat Hij zo gene,zen zon. cn voor zich zeiven vertrouwden zij. dat Jezus in hunne behoefte aan levensmiddelen zou voorzien, daar zij immers zonder voorraad Hem tot in de woestijn gevolgd waren. Zoo moet, ook met ons geloof een groot vertrouwen op Jezus ver- eenigd zijn. die alle ziekten onzer ziel kan genezen, en ons overvloe- digde krachten en het voedsel zal schenken dat wij noodig hebben in onzen strijd voor de zaligheid. De Joden die Jezus erkenden als den Messias, hadden ten gevolge van hun geloof ook een groot veria,ngen om in de tegenwoordigheid van Jezus te zijn. Zij zochten Hem op, hingen Hem aan, volgden Hem waar heen Hij zich ook begaf. Zoo ook moeten wij, als wij diep overtuigd zijn van Jezus' tegenwoordigheid in de H Communie., een g*roo1 verlan gen naar die Heilige Spijze hebben, ze zoo dikwijls, mogelijk zoeken te ontvangen, ook al kost ons dat som wijlen ook eenige moeite en zelfover winning. Ook daarin immers geven de sell aren de:r Joden van het .Evan gelie van dezen Zondag ons een schoon voorbeeld. Zij moesten hunne gewone bezigheden verlaten, zich. zware offers getroosten, voor geen? moeielijkheden en ontberingen terug schrikken. Ook hierin moeten wij ben navolgen. Voor ieder die niet on waardig de H. Communie ontvangen wil. as zelfoverwinning noodig. Met veel mooi gebroken. a.ari veel ver zaakt worden. De banden die ons aan de zonde hechten moéten ver broken worden, vaarwel moot ge zegd worden aan «gewoonten en ge legen li eden die ons tot kwaad voer den. aan hartstochten en driften moei geweld wórden aangedaan. Dial, alles kost inspanning, zelfhef!wang en zelfverloochening. Maar dat alles moet ons niet aischrikken, evenmin als het zulks de Joden deed, en dat alles wordt ook ons gemakkelijk ge- maakt door de hulp der genade. Ook de voordeelen eener goede H. Communie worden ons aangeduid in het Evangelie van dezen Zondag. Al bet volk a,t van de wonderbare spijze die Jezus bun schonk, en zij allen werden versterkt, en hun ge loof in Hem werd verlevendigd, zoo dat zij1 Hem: tot- Koning wilden ma ken. Zoo zal de H Communie ook ons versterken en verkwikken in den strijd, dien wij allen tegen den dui vel de wereld en ons eigen bedorven vleesch te voeren hebben, zij zal ons kracht, geven om inniger cn vuriger in Jezus te gelooven, zij zal ons hel pen om Hem inderdaad te maken tot den eenigen Koning van ons hart-. Hem alleen aan te hangen, Zijne ge beden alleen te volbrengen. Zorgen wij in de dagen van voor bereiding voor de H. Paasch-Com munie die gesteltenissen, waarvan de Joden in bet Evangelie van de zen Zondag1 ons een voorbeeld gaven, op te wekken in ons hart, dan zullen wij' nok die heerlijke gevolgen der IJ. Communie Ondervinden in onze zielen. Nog altijd zijn er velen, die meenen, dat de godsdienst slechts thuis behoort in kerken en in de binnenkamers, en hoegenaamd geen invloed mag uitoefenen daarbuiten. Het woord van St. Thomas, die zegt, dat in dezelfde mate als de ziel noodzakelijk is voor het lichaam, de godsdienst noodzakelijk is voor den politieken staat, vindt geen geloof. Hoe hebben anderen daarover gedacht Jan Baptist Vico was van oor deel, dat, wanneer het geloof teloor ging onder de volkeren, er geen enkele reden zou beslaan om in gemeenschap te blijven leven, om dat waar de godsdienst verloren gaat, tegelijkertijd met den band, die den socialenstaat verhonden houdt, zijn grondslag en zijn bol werk worden vernietigd Zelfs Robespierre in het midden zijner menschonteerende gruwelen en ongebondenheden sloeg het oog uaar boven en proclameerde den eeredienst aan het Opperwezen. Plutarchus zeide, dat het gemak kelijker zou wezen eene stad in de lucht te bouwen, dan eeu staat te stichten zonder het geloof aan de Goden. Plato houdt staande, dat een volk zonder Godsdienst wild is en slaaf. Cicero herinnert er ons aan, dat alles voortspruit en bewogen wordt door de deugd vau godsdienstigheid: „Omnia religione uaoventpr". Maechiavelli erkende dat een gouvernement, onafhankelijk van God, noodzakelijk gewelddadig moet zijn en trouweloos. Hobben zag het duidelijk in, dat indien de moraal van het Evan gel ie uit de wereld wórdt wegge nomen er twist en oorlog zal ont staan van den eenling tegen den eenling, van de menigte tegen de menigte. J. J. Rousseau schreef bet vol gende: Ik begrijp nie', dat er deugd kan bestaaD zonder godsdiensteens koesterde ik die valsche meening, maar noodgedwongen^ kwam ik tot andere overtuiging. Nooit is er een staat gesticht, die deu godsdienst niet ten grondslag had". Voltaire hield het voor eene ab solute noodzakelijkheid, dat vorsten en volkeren diep in het lmrt. hadden gegrift de idee van God, schepper en wetgever, loonei- en straffer. En Mirabeau roept uit: „Laten wij het verkondigen ten aauhoore van alle natiën en eeuwen, dat God even noodzakelijk is voor de samen leving als de vrijheid; en daaróm moeten wij in eiken grotni het zegenrijke teekeu des kruises plan ten, opdat men ons niet beschuklige van de misdaad, te hebben uitge droogd de eerste bron der openbare orde, en verwoest de laatste hoop van het ongelukkige leven." Laten wij een hooren wat Jos. Mazzini, de groote samenzweerder, zegt Hij schrijft: i >e godsdienst is het eerste beginsel eu de eerste op voeder. Met uitzondering'van eene enkele uitverkoren ziel, heb ik geen acktiDg meer voor de generatie met welke ik werk. Dit geslacht heeft geen geloof, het heeft slechts inee- ningen. Het ontkent God, de on sterfelijkheid, de liefde, de eeuwige belofte, het geloof iu eene provi dentieeie en wijze wet. Het. ontkent in een woord alles, wat er goeds, schoons en heiligs is ter wereld, geheel de heldentraditie van het godsdienstig gevoel van het Pro- metens tot Christus, van Socrates tot Kieper, om «eer te knielen voor eeu Corut en Büchner" Mij komt het atheïsme onbegrij pelijk voor, en schijnt mij toe eeu3 gedeeltelijke verlaging van het vor stand. „Zonder God zou ik geen scha duw van geloof hebben iu mijn eigen werk en ik zou het onder broken hebben, misschien door een zelfmoord." Jos. Ferrari gelooft wijselijk, dat de. Godsdienst alles verklaart en alles regelt en dat er niets is, wat zich aan zijne macht onttrekken kan. Om geen anderen aan te halen, zullen wij eindigen met Emest Reuan elf'. Hij schrijft: „De gods dienst is noodzakelijk. Het hart der menschheid z.,u versteend of uit gerukt worden op den dag waarop daaruit de godsdienst verdween. Hij is eeuwig gelijk de poëzie en de liefde. Altijd zal de inensch op eene of andere wijze gevoelen zijn tranaceudenteel deelhebben in het geloof aan God". Bevestigen deze getuigen ons niet •het woord van den H. Thomas op onverdachte en duidelijke wijze Zij mogen ons leeren dat de gods dienst. niet f.lleen goed en prijzens waardig is in heiligdommen, in binnenkamers, maar noodzakelijk ook in bet publieke leven voor de maatschappij, die het evenmin buiten den godsdienst kan als de ziel buiten het lichaam. N. D. Rudolf „Wild was schrijver cn wei een v,an do weinigen, die geluk heb ben. .Hij werd niet alleen gelezen, maar ook gekocht en kreeg dienten gevolge goede honoraria. Het was. op een namiddag. Ru,dolf Wild zat alleen in zijne kamer. De Augustuszon drong kaar stralen door de bloemen en bladplanten voor de vensters. De jonge man zat in gckleede jas -met een rouwstrik om den arm. Hij kwam van een begrafenis. Hij had degene naar de laatste rust plaats. vergezeld, die Ih'ij het meest van alles, op aarde had lief gehad zijne moeder- De lucht in de kamer was zwaar van bloemengeur. er' waren zoo vele kransen geweest. Zijn oogen brandden. Indien hij maar had kun nen weenen. slechts eenige tranen, urn zijn gekweld hart te verlichten, de heete oogen te verkoelen.Maar zijne wreede smart hield de tranen terug" Daar werd aan de voordeurbel ge trokken, zachk schuchter. Hij bleef onverschillig zitten. Na een poosje trad het dienstmeisje binnen. Zij was in het zwart gekleed en had oen ct-g treurig gezicht, ofschoon zij inwen dig zeer blij was met haar nieuw rouwkleed. „Buiten is eene oude vrouw die mijnheer wenscht te spreken.' zeide zij. ..Ik kan heden niemand ontvan gen." „Dat heb ik ook gezegd, maar zij wit mijnheer slechts een ©ogenblik spreken." „Het zal eene bedelares zijn. Geef haar wat" „Dat geloof ik niet. zij ziet er te fatsoenlijk uit om te bedelen. ..Goed, la,at ze komen. •Eene kleine, gebogen gestalte trad binnen. Hel was een oud vrouwtje In de eene hand hield zij1 een versle ten lederen tasch en in de andere een voorwerp, dat zorgvuldig in pa pier gewikkeld was. De oude vrouw- bleef verlegen aan de deur- staan en ma akt e diepe buiging. Zij Was blijk baar getroffen door de pracht in deze. kamer. Wild stond op cn schoof een stoel bij ..Neem plaatszeide lvij. Z.ii schoof met do voeten als opn kip die voedsel zoekt, en ging op hel kantje van den stoel zitten, ylak tegenover den jongen man. „Gij1 woont- hier fijn," zei de oude vrouw. „Het gaat nog al." „Zoo'n schoone iroode stoelen. Die zijn goedkoop." „Neen." „Men moet. wel vele gedichten, scbiijrv'en, om zulke stoelen te kun nen koopen?" „Jlk heli ze geërfd," antwoordde eenigszins ongeduldig. „Verontschuldig mij. maar gij zei- del dat gij mij noodzakelijk moest spreken. Gij komt toch zeker niet- wegens mijn stoelen, die zijn niet te koop." „Neem mij niet kwalijk, mijnheer, ik werd zoo verlegen en verward, toen ik hier binnentrad. Het is hier zoo schoon en gij zelf zijt zoo'n voor naam heer. Ik dacht, dat een dichter in een klein kamertje vol tabaksrook zal te dichten in een ouden slaaprok met een kan bier voor zich." Hij glimlachte flauw. „Zoo Was het in vroegere dagen. Tegenwoordig verdienen de dichters vaak heel veel." „Ja, indien zij veel te doen heb ben Zoo gaat het in elke zaak Ik had graag oen gedicht, een zilve ren bruiloftsgedicht. Maar het mag niet ,duur Izij'n, anders, kan ik het niet. betalen. Zeg mij, hoeveel zijt gij gewoon, voor zoo'n gedicht te ont vangen Maar gij moet mij veront schuldigen. dat ik zoo vrij ben het te zeggen. Dc dichter glimlachte. „Gewoonlijk '.reken ik honderd gul don of ook De. oude vrouw sprong op, alsof een der vergulde sla,ngen der stoel leuning haar in den hals gebeten had „Vergeef mij, wees niet boos, dat ik u zoolang heb opgehouden, maar dat is de schuld van Wolfin, die heeft mij: bedrogen." „Wie is Wol fin Zij' deelt nret mi.i de kamer in het gesticht. Zij zei, dat men voor drie guldon reeds een schoon gedicht kon hebben, en als men vijf gulden wilde besteden, dan kreeg men een „echt' van minstens vier lange verzen. Maar ilc dacht aanstonds, toen ik hier kwam, dat het wel niet zou aangaan, oen voornamen heer vijf gulden aan Ie bieden." Haai zacht gelaat drukte zooveel kommer en beschaming uit, dat Wild deelnemend opstond. Ik zag in de krant, zoo schoone verzens van u," versvolgde de oude vrouw, Idaarom ging ik naar u." Zij nam het ingepakte met haar magere handen en wilde heengaan. „Voor wien moest het gedicht zijn?" vroeg hij goedig. „Voor mijn zoon. dat is het dier baarste wat eene moeder in de we reld heeft." Hij1 heet zich op de lippen en zueh- tc diep„Ik weet het." „G iji hebt, zelf een moeder, die gij lief hebt, dat geloof ik zeker." „Heden werd ze begraven," zei hij kortaf. De vrouw verschrok. „En nu kom ilc, oude babbelaarster, in plaats van ii iailleen te laten met uwe sma.fl, cn li in vrede te laten uitwee- nenGod troostte es sterke u Thans ga. ik heen." „Wacht een beetje. Ik zal voor u liet gedicht schrijven." „Maar hel moet, van a.vond kliaar zijn en bovendien bovendien ben ilc zoo arm." „Gij liet mij zoo juist niet uitspre ken. Ilc wilde zeggen: of ik roken honderd gulden voor een gedichh of ik geef hef voor neits." „Maar ik kan toch niet verwach ten. adl gij iwij zijn toch ge heel vreemd voor elkaar. „O. neen, Iwij hebben nu kennis gemaakt. Ga nu zitten en vertel mij hot een en ander van uw zoon. Aller eerst wat is hij?" ..Hij is boekdrukker en bezil eene courant in een klein stadje Nu zal hij ziin vijh-en t wintigjarig jubileum en zijn zilveren bruiloft- op één dag vieren, en daarom dacht ik bii mij zelf, dat liet zoo wonderschoon zou zijn. hem een gedicht te sturen, een werkelijk schoon gedicht, dat, in zijne courant zou kunnen gedrukt worden. Da.1 zou hem zoo'n groot genoegen doen." „Hoe oud is hij ..Een vijftig. Ik zelf hen een ze ventig, ik trouwde vroeg en mijn man. o. zoo'n goede, zachte man. Tk verdiende'dep kost toet naaien tot dat. ik mijn zoon groot had -n deze in een goede bud rekking kwam.' ..Daarop hielp hij u?" „Neen da a rou trouwde hij. En dat weel gij ook, als men een gezin hoeft j te onderhouden. „Dan laat men zijn oudé moeder i voor zieli zelf zorgen Ik heb zoo weinig noodig.Ik heb vrije woning in het gesticht en. ben God zij danii zoo gezond, dat- ik voor andere menseden kan naaien en. breien, /roo kom ik er met een beetje zuinigheid wel. Mijn zoon zou mij neel graag helpen, maar ziet gij de vrouw - die nad geid, cn dan kan hij niet doen wat hij graag zou willen. .„Spreken wij nu verder over het gedient." „Geel goed. Ziet, ik zou niet gaar ne hebben, dat hij zich voor zijne oude moedor bij zufk een feestelijk heid een geschenk gekocut. had.' liet kleine, ingepakte voorwerp werd voorzichtig uit een menigte zij den papieren gerold en ontpopte zien in eene kleine zilveren scnenkkan met een dun laagje goud van binnen en vau builen met een ingegraveerde opdracht. Zij zette de kan voor.zich. op de taiei en keek er met bewonde rende blikken naar. „is hei. met prachtig?" vroeg zij. „Zeker. „Gat zal veel gekost heb ben „Goedkoop was het niet," ant woordde de oude vrouw trotsch. „Ik heb lang genoeg moeten sparen, eer ik dat kon koopen.' „Dar geloof ik wel. „O, gij zijt goed en vriendelijk, u kan ik het wei zeggen, hoe ik het heb aangelegd. Ziet, wij eenvou dige menschen, leven meest den gan scnen dag van koffie en brood, en toen daelit ik bij mij zelf, dat er vele menschen zijn, die de koifie zonder suiker en melk moeten drinken. Men kan beide goed missen, met waar „In het Zuiden drinkt men steeds zwarte koffie," zei hij met ernstig gezicht. „Ziet, dal ik gelijk had. „En zoo dronkt gij zwarte koffie „Langer dan een ja,a.r. En daarbij spaarde ik zooveel uit, dat ik dit, schoon geschenk koopen en nog vijf gulden over heb voor een gedicht, zei ze triomfeerend. De jonge man had zich snel aan de schrijftafel gezet en ruimde manu scripten op. Er vielen vochtige drop péls op eenige bladen. „Indien gij nu een boek neemt eu daarin wilt lezen, dan zal ik beproe ven, of ik iets bij u.w schooneschenk kan kan schrijven." „O, gij zijt veel te goed. De oude vrouw vouwde de handen en koek hem aandachtig aan. „Ik heb nog nooit zien dichten, ik beu nieuwsgierig, hoe gij dat be gbnt." Hij luisterde niet naar haar, luj schreef reeds. De pen vloog over het papier, de woorden rijgden zich aan elkaar als parels aan een snoer, en uit warme, ware gevoelens werden schoone verzen gevormd. Hij schreef in naam der moeder ban den zoon; elke regel ademde liefde, de reinste en onbaatzuchtige ste liefde; moederliefde, die alles dultd, alles verdraagt, alles opoffert. Nog nooit had hij zoo'n echt gevoeld, zoo'n schoon gedicht geschreven. iW'ild wendde zich om en las zijn gedicht luid voor. Dc oude vrouw zat onbeweeglijk met gevouwen han den. Tranen rolden over hare wan gen. maar het gerimpeld gelaat, straalde van tevredenheid en vreugde. Hij, reikte haar het papier. Zij napa hem met weifelende hand aan. Gij zelf moei een goede moedei* ge had hebben, dat gij de innerlijke ge dachten eener 'moeder zoo schoon kunt schilderen." zei de oude vrouw cn stond op. Zij' greep zijne hand„Dank. en nogmaals dank. Voor uw schoon vers Fan i 14 u niet belooncn. Uw loon moet het bewustzijn blijven, dat gij een arme. oud? vrouw zoo gelukkig hebt gemaakt!.. God zegene u!. Daarboven hebt gij1 eene moeder die voor ii bidt. en dan zal ik ook dik wijls, zeer dikwijls." Zij wikkelde de zilveren schenk kan weer .in het papier en trippelde bu'gend on dankend weg. Toen iWild alleen was zonk zijn hoofd oj) do t afel en weende hij. Het waren echter geen bittere tranen, het was een verkwikkend bad voor zijn drooge. brandende oogen. KERK BERICHT EN. Kathedrale Kerk St. 8avo. ZONDAG, De H.H. Missen te half 7, 8, 9 uur cn te half 11 d» Hoogmis. De Catechismus uaar ge woonte. 's Av. 7 uur I-of mei Meditatie Vóór het Lof 't Rozenhoedje. MA AND Om hall' 8 en 8 uur Uitvaartdien sten voor Mej. de 'Wed Petronella Blankwater, geboren van fWiasen. Avonds 7 uur Zielen-Lof mei, Ro- DE OFFICIEELE KERKLIJST 0IÏGAVE VA» DB VI, 1-15. 4 uf.+ii.r*rrcht »>og? hrhon(1en.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 13