éer Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen.
tel. Venn. „Drukkerij de SpaamesM
De Godsdienst in de
Maatschappij.
MOEDER.
Dit nummer behoort bij de
.Nieuwe Haart. Courant" van 5 Maart.
KINDERHUISVEST Mo. 29-31—33. HAARLEM.
Directeur: F. H. M. t. d. GRIEKDT.
m
AD VKBTBWTIEK:
Van 1 tot 6 regels f LUO.
Elke regel meer OJO.
Ingezonden mededeelingen tussohen den toast u»u
minste 6 regers f LBO; elke regel meer 0.30.
Bet Auieursreeht op «ien inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juui 1881 (Staatsblad No. 124,)
(TOMDAG 6 Maart 4de Zondag v.
d. Vasten.
(„Laeta«*e")
BAANDAG 7 H.Thomas van
Aquino, Belij
der en Kerk
leeraar.
3H4SOAG 8 H. Joannes de
Deo, Belijder.
H Francisca,
Weduwe.
H. H. Veertig
Martelaren.
VRIJDAG 11 Feest van het
Allerkostbaarst
Bloed onzes
Heeren.
H. Gregcrius
de Groote Paus,
Belijder en
Kerkleeraar.
WOENSDAG 9
SOMBERDAG 10
ZATERDAG 12
ide ZONDAG VAN DE VASTEN.
Ces oil den brief van deu H. apostel Paulas
aan de Galaten; IV, 22—31
Broeders! Er staat geschreven
dat Abraham twee zonen had, eenen
van de slavin en eenen van de vrije
vrouw. Maar die van de slavin werd
naar het vleesch geborendoch die
van de vrije vrouw krachtens de
belofte. Dit nu is bij wijze van
voorafbeelding gezegd. Want deze
zijn twee verbonden. Het eetie op
den berg Sina, dat tot dienstbaar
heid baart; en dit is Agar. Want
Sina is een berg in Arabië, die ver
want is aan het tegenwoordige Je
ruzalem, dat nu is en met zijne
kinderen dienstbaar is. Maar het
Jeruzalem, dat omhoog is, is vrij
eu dit is onze moeder. Immers
staat er geschrevenVerheug u, gij
onvruchtbare die niet baart! jube!
luid en juich, gij die geen weeën
hebt! Want talrijk zijn de kinderen
der eenzame, meer dan van haar
die den man heeft! Wij nu, broe
ders! zijn, volgens Isaak, kinderen
Ier belofte. Doch evenals toen hij,
die naar het vieeseh geboren was,
deugene vervolgde, die het naar
den geest was, zoo ook nu. Maar
wat zegt de Schrift? Drijf uit de
slavin eu haren zoon, want de zoon
der slavin zal niet erfgenaam zijn
met den zoon der vrije vrouw!
Derhalve broeders! ziju wij niet
zonen der slavin, maar der vrije
vrouw; met welke vrijheid Christus
«ons heeft vrijgemaakt.
Evangelie volgens den H.Johannes;
lu dien tijd vertrok Jesus over
«Je zee van Galilea. welke die van
Tiberias is; en Hem volgde eene
groote menigte, omdat zij de, won-
derteekenen z;.gen welke Hij deed
a&u hen, die krank waren. Jesus
steeg dan op den berg, en zat daar
neder met zijne leerlingen, Pasehen
nu, de feestdag der Joden, was zeer
nabij.
Toen dan Jesus zijne oogen op
sloeg en zag, dat eene zeer groote
tuerugte tot Idem kwam, zeide hij
tot Philippus: Van waar zullen wij
brooden koopen, opdat deze eten?
Dit nu zeide Hij om hem op de
proef te stellen; want PI ij zelf wist
wat Hij doen zou. Phihppu? ant
woordde Hem: Voor tweehonderd
tieniiugen brood is niet voldoende
voor ben, opdat ieder een weinig
ontvauge. Een zijner leerliugen,
de broeder van Siinou Petrus, sprak
tot Hem: Er is hier eeu knaap,
die vijf gestebroodeu eu twee vi->
scheu heeftdoch wat is dit onder
zoo veleu! Jesu3 zeide dan: Do°>
de menscheu nederzitten! Er was
nu veel gras op die plaats. Zij
zetten zich dan neder, de mannen
ten getale van omtrent vijfduizend.
Jesus nam dan de brooden en, na
gedankt te nebben, deelde Hij z
uit aan de nederzitteudeneveu
eens [ook van de visscheu, zooveel
zij verlangden. Nadat zij nu 'ver
zadigd waren, sprak Hij tot zijne
leerlingen: Verzamelt de brokken
die overgebleven zijn, opdat ze niet
verloren gaan. Zij verzamelden u
dan en vulden twaalf korven met
brokken van de vijfgerstebrooden.
welke hun die gegeten hadden,
waren overgeschoten. Toen dar
deze menseben het door Jesus ver
richte wouderteeken ge'tien hadden,
zeiden zij: Deze is waarlijk de Pro
feet, die in de wereld komen moei.
."esjs dan, wetend dat zij wilden
komen om Hem mede te voereu
en koning te maken, ontweek we
der op den berg, Hij alléén.
Evangeiieverklanng.
4de ZONDAG IN DE VASTEN.
Het groote wonder, dat ons in liet
Evangelie van dezen Zondag ver
haald wordt, is zoo duidelijk cn met
zoovele omstandigheden door den
Evangelist ons voorgesteld, dat het
geen nadere verklaring noodig heeft.
iWdj willen dus slechts op de geheim
zinnige beteekenis wijzen, die door
de Schriftverklaarders er aan gege
ven wordt, als een voorafbeelding
van het voedsel dat Jezus ook aan
ons op wonderdadige wijze geeft in
de jU. Communie
Vooreerst Snerken wij op dat de
goddelijke Zaligmaker dit wonder
verrichtte „toen het Paschen, de
feestdag der Joden, zeer nabij was."
Het paaschfeest was het feest bij
uitnemendheid der Joden, de herin
nering aan hunne bevrijding uit de
slavernij van Egypte, maar tege
lijk eene voorafbeelding van het.
Paasch feest der Kerk van Christus,
die alsdan herdenkt, hoe Christus
ons Pa.aschlam geslacht is, cn door
Zijn dood en verrijzenis ons uit de
slavernij des duivels heeft verlost,
en die in die dagen al hare kinderen
verplicht zich te voeden met dc god
delijke spijze, die hen versterkt om
op den weg door de woestijn des
Tevens niet te bezwijken. Ook moeten
wij ons herinneren dat Jezus dit
wonder verrichtte, toen Hij op het
punt stond die groote belofte uit
te spreken dat Hij Zijn eigen Vleesch
en Bloed zou geven tot: spijs cn drank
der zielen. Daarom doet de PI Kerk
op dezen Zondag dat Evangelie aan
de geloovigen voorlezen, om hen die
weldra, haar gebod van de, P'aasch-
Communie ga,an vervullen, te wijizen
op de gesteltenissen, die daartoe ge-
eischt, worden, en op de voordeden
die een goede Paasch-Communie voor
hen zal opleveren, welke beide pun
ten wij in het Evangelie van dezen
Zondag zien afgebeeld.
Vooreerst groot was het geloof der
scharen in Jezus waarachtige God
heid en Almacht „omdat zij dc teeke
nen zagen, die Hij aan de kranke»
deed." Zij zagen de wonderbare ge
nezingen die Hij verrichtte, cn daar
om geloofden zij in Hem, erkenden
zij' Hem als den beloofden Messias,
als Dengene die gekomen was om
hen uit de slavernij der zonde te
verlossen. Zoo wordt ook van den
Christen, die de H. Communie wil
ontvangen, (gevorderd een groot en
oprecht geloof a.an alles wat Jezus
geleerd heeft, in het bijzondei- aan
de waarheid dat Hij in bet H. Sacra
ment wezenlijk tegenwoordig is, met
Zijne Godheid en Menschheid. met
ziel en lichaam, met vleesch en bloed.
Aan het. geloof der menigte beant
woordde een groot vertrouwen op
do hulp die Jezus bun schenken zou.
Zij' voerden de, zieken tot Hem. vastt
verwachtend dat Hij zo gene,zen zon.
cn voor zich zeiven vertrouwden zij.
dat Jezus in hunne behoefte aan
levensmiddelen zou voorzien, daar
zij immers zonder voorraad Hem tot
in de woestijn gevolgd waren.
Zoo moet, ook met ons geloof een
groot vertrouwen op Jezus ver-
eenigd zijn. die alle ziekten onzer
ziel kan genezen, en ons overvloe-
digde krachten en het voedsel zal
schenken dat wij noodig hebben in
onzen strijd voor de zaligheid.
De Joden die Jezus erkenden als
den Messias, hadden ten gevolge van
hun geloof ook een groot veria,ngen
om in de tegenwoordigheid van
Jezus te zijn. Zij zochten Hem op,
hingen Hem aan, volgden Hem waar
heen Hij zich ook begaf. Zoo ook
moeten wij, als wij diep overtuigd
zijn van Jezus' tegenwoordigheid in
de H Communie., een g*roo1 verlan
gen naar die Heilige Spijze hebben,
ze zoo dikwijls, mogelijk zoeken te
ontvangen, ook al kost ons dat som
wijlen ook eenige moeite en zelfover
winning. Ook daarin immers geven
de sell aren de:r Joden van het .Evan
gelie van dezen Zondag ons een
schoon voorbeeld. Zij moesten hunne
gewone bezigheden verlaten, zich.
zware offers getroosten, voor geen?
moeielijkheden en ontberingen terug
schrikken. Ook hierin moeten wij
ben navolgen. Voor ieder die niet on
waardig de H. Communie ontvangen
wil. as zelfoverwinning noodig. Met
veel mooi gebroken. a.ari veel ver
zaakt worden. De banden die ons
aan de zonde hechten moéten ver
broken worden, vaarwel moot ge
zegd worden aan «gewoonten en ge
legen li eden die ons tot kwaad voer
den. aan hartstochten en driften
moei geweld wórden aangedaan. Dial,
alles kost inspanning, zelfhef!wang
en zelfverloochening. Maar dat alles
moet ons niet aischrikken, evenmin
als het zulks de Joden deed, en dat
alles wordt ook ons gemakkelijk ge-
maakt door de hulp der genade.
Ook de voordeelen eener goede H.
Communie worden ons aangeduid in
het Evangelie van dezen Zondag.
Al bet volk a,t van de wonderbare
spijze die Jezus bun schonk, en zij
allen werden versterkt, en hun ge
loof in Hem werd verlevendigd, zoo
dat zij1 Hem: tot- Koning wilden ma
ken. Zoo zal de H Communie ook
ons versterken en verkwikken in den
strijd, dien wij allen tegen den dui
vel de wereld en ons eigen bedorven
vleesch te voeren hebben, zij zal ons
kracht, geven om inniger cn vuriger
in Jezus te gelooven, zij zal ons hel
pen om Hem inderdaad te maken tot
den eenigen Koning van ons hart-.
Hem alleen aan te hangen, Zijne ge
beden alleen te volbrengen.
Zorgen wij in de dagen van voor
bereiding voor de H. Paasch-Com
munie die gesteltenissen, waarvan
de Joden in bet Evangelie van de
zen Zondag1 ons een voorbeeld gaven,
op te wekken in ons hart, dan zullen
wij' nok die heerlijke gevolgen der
IJ. Communie Ondervinden in onze
zielen.
Nog altijd zijn er velen, die
meenen, dat de godsdienst slechts
thuis behoort in kerken en in de
binnenkamers, en hoegenaamd geen
invloed mag uitoefenen daarbuiten.
Het woord van St. Thomas, die
zegt, dat in dezelfde mate als de
ziel noodzakelijk is voor het lichaam,
de godsdienst noodzakelijk is voor
den politieken staat, vindt geen
geloof.
Hoe hebben anderen daarover
gedacht
Jan Baptist Vico was van oor
deel, dat, wanneer het geloof teloor
ging onder de volkeren, er geen
enkele reden zou beslaan om in
gemeenschap te blijven leven, om
dat waar de godsdienst verloren
gaat, tegelijkertijd met den band,
die den socialenstaat verhonden
houdt, zijn grondslag en zijn bol
werk worden vernietigd
Zelfs Robespierre in het midden
zijner menschonteerende gruwelen
en ongebondenheden sloeg het oog
uaar boven en proclameerde den
eeredienst aan het Opperwezen.
Plutarchus zeide, dat het gemak
kelijker zou wezen eene stad in de
lucht te bouwen, dan eeu staat te
stichten zonder het geloof aan de
Goden.
Plato houdt staande, dat een volk
zonder Godsdienst wild is en slaaf.
Cicero herinnert er ons aan, dat
alles voortspruit en bewogen wordt
door de deugd vau godsdienstigheid:
„Omnia religione uaoventpr".
Maechiavelli erkende dat een
gouvernement, onafhankelijk van
God, noodzakelijk gewelddadig moet
zijn en trouweloos.
Hobben zag het duidelijk in, dat
indien de moraal van het Evan
gel ie uit de wereld wórdt wegge
nomen er twist en oorlog zal ont
staan van den eenling tegen den
eenling, van de menigte tegen de
menigte.
J. J. Rousseau schreef bet vol
gende: Ik begrijp nie', dat er deugd
kan bestaaD zonder godsdiensteens
koesterde ik die valsche meening,
maar noodgedwongen^ kwam ik tot
andere overtuiging. Nooit is er een
staat gesticht, die deu godsdienst
niet ten grondslag had".
Voltaire hield het voor eene ab
solute noodzakelijkheid, dat vorsten
en volkeren diep in het lmrt. hadden
gegrift de idee van God, schepper
en wetgever, loonei- en straffer.
En Mirabeau roept uit: „Laten
wij het verkondigen ten aauhoore
van alle natiën en eeuwen, dat God
even noodzakelijk is voor de samen
leving als de vrijheid; en daaróm
moeten wij in eiken grotni het
zegenrijke teekeu des kruises plan
ten, opdat men ons niet beschuklige
van de misdaad, te hebben uitge
droogd de eerste bron der openbare
orde, en verwoest de laatste hoop
van het ongelukkige leven."
Laten wij een hooren wat Jos.
Mazzini, de groote samenzweerder,
zegt Hij schrijft: i >e godsdienst is
het eerste beginsel eu de eerste op
voeder. Met uitzondering'van eene
enkele uitverkoren ziel, heb ik geen
acktiDg meer voor de generatie met
welke ik werk. Dit geslacht heeft
geen geloof, het heeft slechts inee-
ningen. Het ontkent God, de on
sterfelijkheid, de liefde, de eeuwige
belofte, het geloof iu eene provi
dentieeie en wijze wet. Het. ontkent
in een woord alles, wat er goeds,
schoons en heiligs is ter wereld,
geheel de heldentraditie van het
godsdienstig gevoel van het Pro-
metens tot Christus, van Socrates
tot Kieper, om «eer te knielen
voor eeu Corut en Büchner"
Mij komt het atheïsme onbegrij
pelijk voor, en schijnt mij toe eeu3
gedeeltelijke verlaging van het vor
stand.
„Zonder God zou ik geen scha
duw van geloof hebben iu mijn
eigen werk en ik zou het onder
broken hebben, misschien door een
zelfmoord."
Jos. Ferrari gelooft wijselijk, dat
de. Godsdienst alles verklaart en
alles regelt en dat er niets is, wat
zich aan zijne macht onttrekken
kan.
Om geen anderen aan te halen,
zullen wij eindigen met Emest
Reuan elf'. Hij schrijft: „De gods
dienst is noodzakelijk. Het hart der
menschheid z.,u versteend of uit
gerukt worden op den dag waarop
daaruit de godsdienst verdween.
Hij is eeuwig gelijk de poëzie en
de liefde. Altijd zal de inensch op
eene of andere wijze gevoelen zijn
tranaceudenteel deelhebben in het
geloof aan God".
Bevestigen deze getuigen ons niet
•het woord van den H. Thomas op
onverdachte en duidelijke wijze
Zij mogen ons leeren dat de gods
dienst. niet f.lleen goed en prijzens
waardig is in heiligdommen, in
binnenkamers, maar noodzakelijk
ook in bet publieke leven voor de
maatschappij, die het evenmin buiten
den godsdienst kan als de ziel buiten
het lichaam.
N. D.
Rudolf „Wild was schrijver cn wei
een v,an do weinigen, die geluk heb
ben. .Hij werd niet alleen gelezen,
maar ook gekocht en kreeg dienten
gevolge goede honoraria.
Het was. op een namiddag. Ru,dolf
Wild zat alleen in zijne kamer. De
Augustuszon drong kaar stralen
door de bloemen en bladplanten voor
de vensters. De jonge man zat in
gckleede jas -met een rouwstrik om
den arm.
Hij kwam van een begrafenis. Hij
had degene naar de laatste rust
plaats. vergezeld, die Ih'ij het meest
van alles, op aarde had lief gehad
zijne moeder-
De lucht in de kamer was zwaar
van bloemengeur. er' waren zoo
vele kransen geweest. Zijn oogen
brandden. Indien hij maar had kun
nen weenen. slechts eenige tranen,
urn zijn gekweld hart te verlichten,
de heete oogen te verkoelen.Maar
zijne wreede smart hield de tranen
terug"
Daar werd aan de voordeurbel ge
trokken, zachk schuchter. Hij bleef
onverschillig zitten. Na een poosje
trad het dienstmeisje binnen. Zij was
in het zwart gekleed en had oen ct-g
treurig gezicht, ofschoon zij inwen
dig zeer blij was met haar nieuw
rouwkleed.
„Buiten is eene oude vrouw die
mijnheer wenscht te spreken.' zeide
zij.
..Ik kan heden niemand ontvan
gen."
„Dat heb ik ook gezegd, maar zij
wit mijnheer slechts een ©ogenblik
spreken."
„Het zal eene bedelares zijn. Geef
haar wat"
„Dat geloof ik niet. zij ziet er te
fatsoenlijk uit om te bedelen.
..Goed, la,at ze komen.
•Eene kleine, gebogen gestalte trad
binnen. Hel was een oud vrouwtje
In de eene hand hield zij1 een versle
ten lederen tasch en in de andere
een voorwerp, dat zorgvuldig in pa
pier gewikkeld was. De oude vrouw-
bleef verlegen aan de deur- staan en
ma akt e diepe buiging. Zij Was blijk
baar getroffen door de pracht in
deze. kamer.
Wild stond op cn schoof een stoel
bij ..Neem plaatszeide lvij.
Z.ii schoof met do voeten als opn
kip die voedsel zoekt, en ging op hel
kantje van den stoel zitten, ylak
tegenover den jongen man.
„Gij1 woont- hier fijn," zei de oude
vrouw.
„Het gaat nog al."
„Zoo'n schoone iroode stoelen.
Die zijn goedkoop."
„Neen."
„Men moet. wel vele gedichten,
scbiijrv'en, om zulke stoelen te kun
nen koopen?"
„Jlk heli ze geërfd," antwoordde
eenigszins ongeduldig.
„Verontschuldig mij. maar gij zei-
del dat gij mij noodzakelijk moest
spreken. Gij komt toch zeker niet-
wegens mijn stoelen, die zijn niet te
koop."
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer,
ik werd zoo verlegen en verward,
toen ik hier binnentrad. Het is hier
zoo schoon en gij zelf zijt zoo'n voor
naam heer. Ik dacht, dat een dichter
in een klein kamertje vol tabaksrook
zal te dichten in een ouden slaaprok
met een kan bier voor zich."
Hij glimlachte flauw.
„Zoo Was het in vroegere dagen.
Tegenwoordig verdienen de dichters
vaak heel veel."
„Ja, indien zij veel te doen heb
ben Zoo gaat het in elke zaak
Ik had graag oen gedicht, een zilve
ren bruiloftsgedicht. Maar het mag
niet ,duur Izij'n, anders, kan ik het
niet. betalen. Zeg mij, hoeveel zijt gij
gewoon, voor zoo'n gedicht te ont
vangen Maar gij moet mij veront
schuldigen. dat ik zoo vrij ben het
te zeggen.
Dc dichter glimlachte.
„Gewoonlijk '.reken ik honderd gul
don of ook
De. oude vrouw sprong op, alsof
een der vergulde sla,ngen der stoel
leuning haar in den hals gebeten had
„Vergeef mij, wees niet boos, dat
ik u zoolang heb opgehouden, maar
dat is de schuld van Wolfin, die
heeft mij: bedrogen."
„Wie is Wol fin
Zij' deelt nret mi.i de kamer in het
gesticht. Zij zei, dat men voor drie
guldon reeds een schoon gedicht kon
hebben, en als men vijf gulden wilde
besteden, dan kreeg men een „echt'
van minstens vier lange verzen.
Maar ilc dacht aanstonds, toen ik
hier kwam, dat het wel niet zou
aangaan, oen voornamen heer vijf
gulden aan Ie bieden."
Haai zacht gelaat drukte zooveel
kommer en beschaming uit, dat Wild
deelnemend opstond.
Ik zag in de krant, zoo schoone
verzens van u," versvolgde de oude
vrouw, Idaarom ging ik naar u."
Zij nam het ingepakte met haar
magere handen en wilde heengaan.
„Voor wien moest het gedicht
zijn?" vroeg hij goedig.
„Voor mijn zoon. dat is het dier
baarste wat eene moeder in de we
reld heeft."
Hij1 heet zich op de lippen en zueh-
tc diep„Ik weet het."
„G iji hebt, zelf een moeder, die gij
lief hebt, dat geloof ik zeker."
„Heden werd ze begraven," zei hij
kortaf.
De vrouw verschrok. „En nu kom
ilc, oude babbelaarster, in plaats
van ii iailleen te laten met uwe
sma.fl, cn li in vrede te laten uitwee-
nenGod troostte es sterke u
Thans ga. ik heen."
„Wacht een beetje. Ik zal voor
u liet gedicht schrijven."
„Maar hel moet, van a.vond kliaar
zijn en bovendien bovendien ben
ilc zoo arm."
„Gij liet mij zoo juist niet uitspre
ken. Ilc wilde zeggen: of ik roken
honderd gulden voor een gedichh of
ik geef hef voor neits."
„Maar ik kan toch niet verwach
ten. adl gij iwij zijn toch ge
heel vreemd voor elkaar.
„O. neen, Iwij hebben nu kennis
gemaakt. Ga nu zitten en vertel mij
hot een en ander van uw zoon. Aller
eerst wat is hij?"
..Hij is boekdrukker en bezil eene
courant in een klein stadje Nu zal
hij ziin vijh-en t wintigjarig jubileum
en zijn zilveren bruiloft- op één dag
vieren, en daarom dacht ik bii mij
zelf, dat liet zoo wonderschoon zou
zijn. hem een gedicht te sturen, een
werkelijk schoon gedicht, dat, in zijne
courant zou kunnen gedrukt worden.
Da.1 zou hem zoo'n groot genoegen
doen."
„Hoe oud is hij
..Een vijftig. Ik zelf hen een ze
ventig, ik trouwde vroeg en mijn
man. o. zoo'n goede, zachte man.
Tk verdiende'dep kost toet naaien tot
dat. ik mijn zoon groot had -n deze
in een goede bud rekking kwam.'
..Daarop hielp hij u?"
„Neen da a rou trouwde hij. En dat
weel gij ook, als men een gezin hoeft j
te onderhouden.
„Dan laat men zijn oudé moeder i
voor zieli zelf zorgen
Ik heb zoo weinig noodig.Ik
heb vrije woning in het gesticht en.
ben God zij danii zoo gezond, dat- ik
voor andere menseden kan naaien
en. breien, /roo kom ik er met een
beetje zuinigheid wel. Mijn zoon zou
mij neel graag helpen, maar ziet gij
de vrouw - die nad geid, cn dan
kan hij niet doen wat hij graag zou
willen.
.„Spreken wij nu verder over het
gedient."
„Geel goed. Ziet, ik zou niet gaar
ne hebben, dat hij zich voor zijne
oude moedor bij zufk een feestelijk
heid een geschenk gekocut. had.'
liet kleine, ingepakte voorwerp
werd voorzichtig uit een menigte zij
den papieren gerold en ontpopte zien
in eene kleine zilveren scnenkkan
met een dun laagje goud van binnen
en vau builen met een ingegraveerde
opdracht. Zij zette de kan voor.zich.
op de taiei en keek er met bewonde
rende blikken naar.
„is hei. met prachtig?" vroeg zij.
„Zeker. „Gat zal veel gekost heb
ben
„Goedkoop was het niet," ant
woordde de oude vrouw trotsch. „Ik
heb lang genoeg moeten sparen, eer
ik dat kon koopen.'
„Dar geloof ik wel.
„O, gij zijt goed en vriendelijk, u
kan ik het wei zeggen, hoe ik het
heb aangelegd. Ziet, wij eenvou
dige menschen, leven meest den gan
scnen dag van koffie en brood, en
toen daelit ik bij mij zelf, dat er vele
menschen zijn, die de koifie zonder
suiker en melk moeten drinken. Men
kan beide goed missen, met waar
„In het Zuiden drinkt men steeds
zwarte koffie," zei hij met ernstig
gezicht.
„Ziet, dal ik gelijk had.
„En zoo dronkt gij zwarte koffie
„Langer dan een ja,a.r. En daarbij
spaarde ik zooveel uit, dat ik dit,
schoon geschenk koopen en nog vijf
gulden over heb voor een gedicht,
zei ze triomfeerend.
De jonge man had zich snel aan de
schrijftafel gezet en ruimde manu
scripten op. Er vielen vochtige drop
péls op eenige bladen.
„Indien gij nu een boek neemt eu
daarin wilt lezen, dan zal ik beproe
ven, of ik iets bij u.w schooneschenk
kan kan schrijven."
„O, gij zijt veel te goed. De oude
vrouw vouwde de handen en koek
hem aandachtig aan.
„Ik heb nog nooit zien dichten,
ik beu nieuwsgierig, hoe gij dat be
gbnt."
Hij luisterde niet naar haar, luj
schreef reeds. De pen vloog over het
papier, de woorden rijgden zich aan
elkaar als parels aan een snoer, en
uit warme, ware gevoelens werden
schoone verzen gevormd.
Hij schreef in naam der moeder
ban den zoon; elke regel ademde
liefde, de reinste en onbaatzuchtige
ste liefde; moederliefde, die alles
dultd, alles verdraagt, alles opoffert.
Nog nooit had hij zoo'n echt gevoeld,
zoo'n schoon gedicht geschreven.
iW'ild wendde zich om en las zijn
gedicht luid voor. Dc oude vrouw
zat onbeweeglijk met gevouwen han
den. Tranen rolden over hare wan
gen. maar het gerimpeld gelaat,
straalde van tevredenheid en
vreugde.
Hij, reikte haar het papier. Zij napa
hem met weifelende hand aan.
Gij zelf moei een goede moedei* ge
had hebben, dat gij de innerlijke ge
dachten eener 'moeder zoo schoon
kunt schilderen." zei de oude vrouw
cn stond op.
Zij' greep zijne hand„Dank. en
nogmaals dank. Voor uw schoon vers
Fan i 14 u niet belooncn. Uw loon moet
het bewustzijn blijven, dat gij een
arme. oud? vrouw zoo gelukkig hebt
gemaakt!.. God zegene u!.
Daarboven hebt gij1 eene moeder die
voor ii bidt. en dan zal ik ook dik
wijls, zeer dikwijls."
Zij wikkelde de zilveren schenk
kan weer .in het papier en trippelde
bu'gend on dankend weg.
Toen iWild alleen was zonk zijn
hoofd oj) do t afel en weende hij. Het
waren echter geen bittere tranen,
het was een verkwikkend bad voor
zijn drooge. brandende oogen.
KERK BERICHT EN.
Kathedrale Kerk St. 8avo.
ZONDAG, De H.H. Missen te
half 7, 8, 9 uur cn te half 11 d»
Hoogmis. De Catechismus uaar ge
woonte. 's Av. 7 uur I-of mei Meditatie
Vóór het Lof 't Rozenhoedje.
MA AND
Om hall' 8 en 8 uur Uitvaartdien
sten voor Mej. de 'Wed Petronella
Blankwater, geboren van fWiasen.
Avonds 7 uur Zielen-Lof mei, Ro-
DE OFFICIEELE KERKLIJST
0IÏGAVE VA» DB
VI, 1-15.
4 uf.+ii.r*rrcht »>og? hrhon(1en.