Schuldbesef. Allerlei uit Heemstede. Landbouw en Visscherij. Sport en Wedstrijden. Letteren en Kunst. VAN ELDERS. ui. FEUILLETON BINNENLAND. Zijn de lioeralen zoo verdraagzaam? Rechtszaken. NIEUWE HAARLEmSCHE COURANT ™BDLBLAD- „Ja, als 't niet kan, dan kan [het niet!" Zoo hoor ik alle dagen Van flauwerds en van tragen; Maar ik ik haat dat laffe (lied. (Dr. J. P. Heije.) We zijn hier in Heemstede zeer ge avanceerd bewijzen zijn er voor 't grijpen. Neem 't Kruis verbond b.v. Vooreerst, we waren er al vroeg bij met de op richting, en dan: 't is hier een model inrichting 't. rijdt met drie, cegge 3 klassen. Voor elk wat wils dus. Een ideale boel hier, zou je zoo zeggen, inzake drankbestrijding. 't Bleek me evenwel den laatsiten tijd, dat niet iedereen er zoo over denkt, dat er hier eenigen rondloop em, die op dit gebied wel enkele aparte in zichten hebben. M«et zoo iemand, kreeg ik 't onver wachts aan den stok. 't Was nog wel een van mijn oude vrienden, een be vallig jonkman van even "boven de vijf tig^ «een uitmuntend man, lieve lezeres sen, maar hij heeft een verstokt hart. Hij ós een volbloed geheelonthouder, «en die ópleeft bij een niet-drankhe- strijdier als een mecanicien bij 'n de fecte auto, als '11 veearls bij een onge zond paard. Nu zou je allicht vermoeden, dat hij me aan boord kwam met van die leu zen, zoo afgezaagd als een draaiiorge.1- diejm, gruwelijk van gemeenplaats erig- ïiieafl. "Er zijn inderdaad van die dingen, waar je niets meer van hoor en kunt, zonder er buikpijn van te krijgen. Hij echter viel mee, in dat opzicht. Hij probeerde mijn illusies nopens ons model-ingericht K. v. b. een denk te geven met vrijwel origineele argumen ten, tenminste als een reeks fulmina- tiies verondersteld mag worden eenige kracht van argument te bezL11.cn. Met een bewonderenswaardig aplomb stelde stolde hij me de zonderlinge vraag: Ben je ook al zoo'n zoetwaterzeernan, 'k will zeggen, zoo'n Paulist-drankbestrij- der, of althans een voorstander of be wonderaar van de vlag, die hier de la ding dekt? 'k Stond een tikje versuft door dien onverhoedschen aanval en trachtte zoo diep mijn. stijve ruggegraat zulks ver oorloofde, een buiging na te bootsen. Hij weer: W.d zbo, heb je er nog altijd den kneep niet van beet, dat het Pau'lisme thuis hoort op den rommel zolder, niet meer in ons huidige, volle, krachtige Boomsdie leven? 'k Durfde er inderdaad niet voor uit komen ,dat 'k van dit alles nog nooit gehoord had, maar 'k begreep, dat het met een sanguinisch temperament als het zijne, kwalijk debatleeren was, en zei zoo losweg: 'kben wat niimer van opvatting dan jij misschien, daar zal 't aan. Mggen. Dat sloeg even een gat in de lucht. Ruim van opvatting, zeg dal wel klonk 't sarcastisch van .onder zijn kmjjpbrilletje uit om van t K. v. to. een bedelzak te maken, waar ie van alles inwerpt, als 't maar centen op brengt! En een tiemneterlange rimpel ploeg de izich in zijn voorhoofd, toen hij stern- stokkenid uitbracht: Een K. v. b., dat een derde-klas-wagen aanhaakt, lijkt me 'tv menagerie vogels van diverse pluima ge, "t lijkt een hulspol en een gaar keuken, een lappendeken, een piossen- broek, een lommerd, een verhuiswa gen Foei, wat ben je heftig in je antipa thieën, zoo stuitte ik dien zondvioed van woorden, „je dient je meening gron dig te herzien, want je schijnt inder daad behept met een verkeerd inzicht..." „Jij ook al zoo'n kwakzalvende begin selknoeier," interrumpeerde hij, „zoo'n hol le-ph rasentyp e, zoo'n kat-uitd en- boom-kijker, grauw van muizenkleur en mmzenaard?" Men zou zich haast verwonderd heb ben, dat de vuurstralen uit zijn oogan zijn brilleglazen niet deden smelten, zóó majestueus leek zijn toom; maar 4) III. Voor den met dennetakken ver sierden ingang aan. den tuinkant van de sociëteit verdrongen de menschen zich. Het nieuws van de doorreis des kroonprinsen was op al Ier lip pen. En schoon men voor den kan tonrechter en zijn dames beleefd plaats maakte, ze kwamen het maar langzaam vooruit. Daar bleef opeens eefi coipnlen heertje, mlet een hond onder den linkerarm, terwijl hij den rechter elleboog gebruikte om door de menigte heen te dringen, vóór hen staan. „Oom Anton," riep de kanton rechter. De dikke man keek op. „Ha neef Servus," sprak hij hijgend, en strek te de hand uit. „Barones, gang hrj voort, zich tot Ida wendende, „het is mij' een ware eer!" De kantonrechter wist niet. wat- hij midden onder die spottende me nigte, die zich over den ouden man met zijn prachtstuk van een hond duchtig vroolijk maakte, op den groet van zijn oom moest antwoor- voorwan hü on het dier. hij bedwong zich blijkbaar en velde mij niet ter neder. „De ondervinding heeft mij geleerd, ging hij voort, „dat wij te Heemstede in t verrichten, van onze plechtighe den jegens de flesch evenzeer uitmunten als in in enfin allesMaar w at helpen kaars en bril, als ie uil niet zien en wil." 'k Wist nu meteen zoo ongeveer, hoe 'k zeibij hiean aangeschreven stond. „Weg met die rudimentaire drankbe strijders 't zijn parodiën," vervolgde hij zijn gedachtengang, „weg met die laks heid, dien Jan-Sailiegeest., die ih onze drinkgewoonten geen zier verbetering brengt. De verleidende invloed op de massa gaat niet uit van de dronkaards, integendeelI Maar van de drinkgewoon ten der matigen. Voorbeelden trel. t.ci. En 't menschdom staat nu eeanaaa zwak op de beenen. Wiie «Joor zijn matig voorbeeld anderen verie53t tot inatig meedoen, verleidt ook een deel van hen tot nmatigheid. Een matig voorganger in 't gevaarlijke inn derhalve nooit of te nimmer een gxed voorgaugezijn." „Maar," waagde ik er tusschem te komen, „ben je dan zóó eenzijdig in je .sympathieën, dat je in de 3e categorie niets goeds vermag te ontdekken?" Met een schouderophalen en een paar kuchjes van voorname bevre uncling, wou fliij over deze vraag heenglijden, en (kwam onmiddellijk met de weder vraag: „Is "t K. v. b. bedoeld al.s een ver- eeniging, die tegen een maatschappelijk euvel /den strijd aanbindt, ja of neen? Is /in jouw schatting de 3e categorie zoo'n iStrijdersafdeeding? Ge behoeft niets te antwoorden dan ja of neen precies als een jong meisje, dat ge vraagd wordt." 'k Wenschtö mijn antwoord op deze vpaag niet in een enkel woord vast te leggen, en begon voorioopig zelf eerst bescheid te geven op mijn vraag van zoo even, 's Zeühet daarom den socialen werker Vlakke z.g. na, dat het Paulisme ge woonlijk m'ear geeft dan de letter van program. Bovendien verwacht ik ook hfea van 't Paulisme, dat het Kruis- verbonders vormt én door actie èn door reactie. Voorbeeld en tegenstand im mers prikkelen tegelijk tot vooruitgang. In Birabant dwong het feit, dat de Pau- ILsten waren begonnen, tol navolging; het feit, dat ze halverwege ophielden, dwong tof voortduwen. Ten bewijze, dat hij óók Da-. Brom's „Nieuwe Kruis tocht" had gelezen, repliceerde hijHet Paulisme veroudert vroeg, en wat jonge beenen heeft, springt liefst over de voorbereiding heen en komt midden in 't |K. v. b. terecht. „Maar als nu," polste ik hem, „zoo wat elkeen, voorioopig eens besluiten kon ,.3die klas" te reizen, als vooilxei- reiïding natuurlijk Hij profeteerde weer: „Het Pau.LLs- m>e zal hier absoluut nóóit populair worden, wat ik maar gelukkig vind ook. Het brengt de ware drankbestrijding in diiseriediet, daar het den goeden en wel«- desnkenden ergernis geeft, en den spot- Lach van sliechtgezinden uitlokt.'! „Laat het waar zijn," gaf ik toe, „dal ei* een kern van waarheid ligt in je bewering, dat geeft je niet het recht Ée overdrijven, waar je al een kwartier je schandelijk aan te buiten gaat." Hij wiierp me fn blik toe, waarin een heele encyclopaedic lag opgeslo ten, en meende goed te doen met tot slot te decpeteeren: „Sluit je in je kamer goed op, doe de vensterluiken secuur dicht, ga rnèl je nooxdr een Kwartier onder üe water leiding staan, neem plaats op een .stoel met je arme hersens in je hand, en probeer of het dan nog niet lichten •wil in jte geest, of je niet een helder «ogenblik krijgt om te snappen, dat één en één oftewel Paulist en drank bestrijder twéé is!" Als die proef 't gewenischte resultaat neet bij me opleverde, kon ik me wel inzoutten, was zijn amicaal bescheid. Toen ik een kwartier later mijn oogen weer durfde opslaan, zag ik, dat hij ver dwenen was. Twee dingen waren den man ontgaan. Vooreerst, dat de Paulisten hier onder dak gebracht worden bij het K. v. b. dat het midden hield tusschen een hulhond en een rattenvanger, neer. „Hoe heet het, Azor" vroeg hij half in verwarring, „een mooie hond, oom „Dat zou ik ook denken," lachte de oude heer gevleid. „Maar laten we naar binnen gaan. De menschen doen hier allemaal zoo vreemd." „Nu, kom dan maar, meneer Pur- ten bach," sprak Ida, „als u dan ten minste met alle geweld naar binnen wilt. (Waarom gaan we eigenlijk niet rustig naar huis?" „Kom nu maar mee," drong Fur tenbach aan, „ik zal het u binnen vertellen, en dat zal dan het eerste prettige uurtje zijn sinds ik hier ben." Met deze woorden zette hij den hond op den grond en bood de baro nes zijn arm- Tot zulk een galanterie kon alleen Ida hem maar brengen. In den tuin zat maar één gast. met een grooten panama-hoed op en het gelaat achter zijn courant ver borgen, - het was von Imhof. N a de eerste begroeting stelde Ida! den ouden oom aan den heer von Imhof voor en deelde toen aan Furtenbach mede, dat die heer de vader was van Verena's verloofde. Dit bericht verstoorde voor een oogenblik Furtenbach's gemoeds rust. „Wak" riep bij uit. „hoor ik dat nu paöf „Maar oompje, we mochten u im- omdat zie te gering in, aantal zijn om een afzonderlijke vereeniging te kunnen uitmaken. Vervolgens vermoedde hij in mij geenszins een aanhanger van „Dr. Brom's mal princiep". (Wie „De Tijd" las, verstaat dezen lapsus!) Hier kon htet punctum staan. Maar omtrent mijn persoonlijke in zichten dien ik, welstaanshalve, toch ook nog wel iets los, te laten. 'k Wjiib heel kort zij.n, want over drankbestrij ding valt heel wat neer te schrijven dan een „geduldig lezer" geacht wordt te kunnen „verwerken". En ofschoon dagelijks duizenden journalisten, socio logen, volksvrienden hun pennen in be weging zette» voor den strijd om een alcoholvrije maatschappij, blijven er nochtans zoo véle onverschilligen en lauwe», die den worstelstrijd om dat ideaal staan aam te gapen niet de han den in die broekzakben. Laat ik dan eindige» met een paar gezaghebbendo citaten, woorden waar mee 'k won, dat een ieder zij» instem ming betoonde door de daad! ,'t Alcoholisme is als ieder kwaad n/egatLef van aard, een bres in onze sa menleving, een lek in onze maatschap pij, allteem te stoppen door positieve actje. Een, eerste positieve werk is de onthouding z/plf, als water op hel vuur. Omthoudijng >en drankweer, het klinkt vernietig end: terug, weg meidedrank!" (Gerard Brom.) De geleerde Pater Weisz laat zich aldus uil „De strijd. tegen hel alcoholisme dringt zich langzamerhand zóó bij ons op, dat iemand, die zich beweegt op sociaal of op politiek gebied, en zich niet beijvert het alcoholisme te bestrij den, eigenlijk niet voor ernstig kan aangezien worden." „Op, uit de sluimering, wij allen, jongeren, en ouderen!" roept Vlekke. dus toe, „Er is ee» slaap, die misdaad is. Als Katholieken hebben wij ons te doen kennen als mannen van de, daad, een plicht, die ook zij» uitdruk king moet vinden, en ons gemeenschap pelijk optreden in den strijd tegen de drankzucht. Of zullen wij blijven staan, de armen gek mist, onversehiLlig toeziende bij den nood der tijdein? Neen, dat /.uilen wij niet. Integendeel, wij allen zullen staan in de gelederen van het leger, bijeen geroepen, om tem kruistocht te varen tegen den vijand, die de beste krachten rooft van het Nederlandsohe voik! DIXI. Het „is bekend, da,t de liberalen in het Katholieke Zuiden, alsi het erop aankomt, al bitter weinig- te vertellen hebben. Zichzelf daarvan bewust, trach ten de liberalen dan op het billijk heidsgevoel der kiezers te werken. Tegenover een meerderheid moet toch ook een minderheid staan en zoo po gen zij een soort „evenredige verte genwoordiging" te vormen. Althans in het Zuiden! SVant hoe weinig het liberalisme er aan denkt zelf dat stelsel toe te passen, waar het de macht heeft, bleek en blijkt nog o.a te Rotterdam zeer sterk, merkt zeer ad rem de Limburger K o e- rier op. Er was een tijd, dat Rotterdam 360.000 zielen telde, waarvan 90 000 Katholieken. Van de 45 Raadszetels werd er toen aan de katholieken één gelaten, tot de houder ervan, dr. Sleurs, stierf. Toen trachtten de liberalen aan de katholieken ook dezen zetel te ontnemen hetgeen hun in tusschen niet gelukte. Sedert is do Nemesis gekomen, en hebben langzamerhand niet alleen meerdere katholieken hun intree in. den Raad gedaan maar zijn er ook christelijk liistorischen en anti-revo- lutionnairen ingekomen. Zoodat thans de liberalen de meerderheid niet meer hebben. Intusschenook de rechterzijde heeft die niet. De socialisten zitten mers niet schrijven," zei Ida, kalmee rend. „Nu ja. maar aan het station dan." „Het beste nieuws verliest aan waarde, wanneer men bij1 het verne men er van slecht gestemd is, en het scheen mij' toe, dat uwi hu meur straks niet zoo heel best was." „Weineen," viel Furtenbach in, „goed nieuws verdrijft zelfs de slechtste stemming'- Intusschen mijn hartelijke gelukwenschen!" Vitus Muller herademde. Hij hield zich nu overtuigd, dat oom Furten bach den luitenant met open armen ontvangen zou. De goede kanton rechter wisselde een blik van ver standhouding met Veren a, en knikte het goede meisje, dat natuurlijk in da grootste spanning het gesprek volgde, bemoedigend toe. Maar o wee er dreigde een lee- lijke onweersbui. „Een akelig nest- is het hier toch maar," begon Furtenbach, „ik denk mijn eigendommen hier te verkoopen en dan zien ze mij1 hier te Hohen- wart nooit meer terug. Als ge soms een koopor voor mijn huis en tuin weet, voor een appel en een ei kun nen ze het van mijt krijgen.V1 Barones Ida werd ongeduldig- „Maar oomlief," sprak ze, „is er- wat. gebeurd dat ge zoo op ons goede Hohenwart afgeeft!" „Luister maar," antwoordde hij norsch. „Ik kwam straks met Azor op gnijn arm den tuin hier binnen1 te Rotterdam in het huisje der ba lans; er zijn 21 rechtsche raadsze tels, 21 liberale en 3 socialistische De socialisten kunnen dus naar welgevallen de zege aan rechts of links bezorgen. En nu ziet men te Rotterdam, wat men geregeld overal elders ziet; li beralen en socialisten trekken dén lijntje tegen de verbonden christelij ke partijen. Zoo ook thans weer. Rotterdam heeft vier wethouders. Alle zetels waren door liberalen be zet. Van een verdeeling naar even redigheid der getalsterkte in den Raad geen sprake. Een dier zetels komt vacant. De liberalen openen „onderhande lingen" met de rechtsche fracties om ditmaal een christelijke man tot wet houder te kiezen. De rechtsche fracties gaan daarop in en stellen candidaat het raadslid A. de Jong, doctor in de rechten van de Vrije Universiteit, hoofdredacteur van het dagblad de „Rotterdammer", lid van de Tweede Kamer, goed spre ker en schrijver, bekwaam politicus. Onaannemtelijk, verklaren dehee- ren linies, en de partij' van het „in tellect" stelt eenen heer C'. Van Dorp misschien een geschikt man, maar huiten Rotterdam vrij' wel onbekend. Bij1 de stemming onthielden zich de beide betrokkenen en waren nog 1 man van rechts en 1 van links af wezig. De kansen waren dus vrij wel onveranderd. Eerste stemming; 19 op de Jong, 19 op van Dorp, 3 op den socialist. Tweede stemming. 19 op De Jong. 22 op Van Dorp De socialisten waren om den libe raal gegaan, en deze was gekozen Teekent dit niet het liberalisme en zijn bondgenoot „Evenredige vertegenwoordiging' wordt er geroepen Uitstekend maar dan wettelijk ingevoerd en overal. Geen E V eischen, waar de chris- telijken dé meerderheid hebben, en ze weigeren waar de linker-man nen baas zijn. Een goed werk ven dm Staat. Voor rekening van den Staat zijn in de gemeente Odoorn 500 hectaren heideveld en landverschuivingen aan gekocht, waarop eer. etaatsbosch zal worden aangelegd. Holl Maatschappij van Landbouw. Te Amsterdam werd gisteren de 84e alg. vergadering „gehouden van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, onder voorzitterschap van den heer Cl P| Zaayer uit Rot terdam. In de openingsrede huldigde de voorzitter de nagedachtenis van den oud-voorzitter der Maatschappij; den heer T. F A. Bauduin. 44 Afdeelingen waren vertegen woordigd. Behandeld werd een voorstel van het hoofdbestuur om het te mach tigen om zich namens de Maatschap pij te wenden tot de Staten der pro vinciën Noord-Holland en Zuid-Hol land om in ieder dier provinciën een provinciaal zuivelconsulent- schap in te stellen en te regelen en den tegenwoordige zuivelconsulent der Hollandsche Maatschappij' tot provinciaal zuivelconsulent te benoe men. De heer Croesen, zeide dat voor provinciale regeling zooveel moei lijkheden uit. den weg worden ge ruimd, dat hij in overweging moet geven, alsvorens het voorstel te wil len uitvoeren, eene commissie van in derdaad deskundigen to benoemen, die tusschen Gedeputeerden en den consulent staan, een advies-commis sie dus. Dit. voorstel werd met algemeene stemmen goedgekeurd. Vervolgons deed de heer F. E Pos- tuma, directeur der Centrale Land- bouw-Onderlinge te Amsterdam, ee nige mededeelingen omtrent, den Alles was bezet, en slechts met moeite vond ik nog een plaatsje aan een tafeltje, waar eenige jonge offi cieren zaten. Maar ik zat nog maar pas, toen een van hen al den spot begon te drijven met mijn Azor, en zóó erg, dat ik spoedig door alle menschen in het rond werd uitge lachen. Zou je denken, dat de Hohen- warters tenminste vóór hun mede burger partij' hadden gekozen tegen dien melkbaard? Geen kwestie van, hoor: 't was om dol te worden!" Intusschen was Vitus Muller weg geslopen om Helmuth te halen en kwam iiu heel deftig met dezen aan stappen. Oom Anton zat met zijn rug naar den ingang en ging op in zijn verhaal. Maar de dames weiden al wat onrustig' en kregen een vaag vermoeden van den noodlottigen sa menhang der gebeurtenissen. „Beste oom," begon de kanton rechter, ,,sta mij too u Veren a's ver loofde voor te stellen Furtenbach stond op, wendde zich om en stiet van verrassing' zijn stoel om. De luitenant daarentegen bood hem zonder een spoor van ver legenheid of berouw vroolijk de hand. „Ha; wij: kénnen elkaar al, niet waar meneer," sprak hij, „en daar is mijn beste Azor ook." Furtenbach keek den jongen offi cier grimmig aan, en wie weet wat voor keer het gesprek nog genomen zou hebben, wanneer niet op dat stand) van de Landbbuw-önderlinge Ongevallen-V erzekering. De heer Memelink, hoofdambte naar bij de Nederl. Heide-Maa tschap- pij, hield voorts een voordracht over „Grondverbetering door droogleg ging en drainage." De heer J, Kamphuijs'Suermondt, uit Den Haag, deed eenige mededee lingen omtrent de Onderlinge [Birand- verzekering'. Bij .de rondvraag' bracht dc afge vaardigde van de afdeeling Zoeter- meerZegwaard de tuberculose-be- strijding onder het vee, meer in 't bijzonder de bezwaren, die voor de veehouders verbonden zijn aan het overnemen' van tuberculoos vee door het Bijk. De heer- Löhnis, inspecteur van den Landbouw, herinnerde bij de be antwoording van den afgevaardigde van ZoetermeerZegwaard, aan de Belgische tuberculose-bestrijding, In België ving .men een tiental jaren gteleden aan met alle tuberculeuse die ren af te maken. Maar dat liep zoo in de millioenen, dat men die metho de moest opgeven. Daarom moest men noodgedwongen aldaar gaan doen wat ook hier geschiedt; n.l slechts de clinisch zieke dieren koo- pen. Men zal gieheel anders moeten aan vangen. Het is n 1. gebleken dat de tuberculose reeds overvloedig wordt aangetroffen .bij de kalveren die ge voed worden met de ondermelk op de wei van de boterfabrieken. tW.il men dus de kwaal biji den wortel aanvatten/dan moet een beroep wor den gedaan op de fokkers, die de tuberculose kalveren moeten doen verwijderen. De afgevaardigde voor de afdee ling „Haarlemmermeer verzocht het hoofdbestuur bij de regeering aan te dringen de spoorwegmaatschap pijen aan te sporen tot maatregelen die het sneller vervoer van vee en' paarden kunnen bevorderen. Doch 't Hoofdbestuur gaf niet veel hoop. Verwildering. In een onzer grootste bladen lezen wij onder den rubriek „Sport en Wed strijden", zonder; op- of aanmerking, het volgende bericht üoodelijke afloop. Te Londen had een bokspartij plaats tusschen Corly Watson en Frank Inglis. Wat son bad langen tijd de beste kansen tot eindelijk Inglis met een hevigen stoot zijn tegenstander neertelde. Deze stond weer op, maar werd da delijk weer tegen den grond gesla gen. Men nam hem bewusteloos op en bracht hem naar het zieken hnia, waar hij den volgenden mor gen overleed. Niet de slag, doch de val moet Wataon hebben gedood. Het best ware een dergelijk nootlottig ver loop te voorkomen door den vloer te dekken met een tapijt, liefst van caoutchouc. Is dit niet ebn prachtige conclusie 1 vraagt ,,'t Centrum". De redacteur der rubriek schrijft niet, dat het beste om dergelijke tooneelen te voorkomen zou zijn zulke schandelijke „sport" te verbieden, neen, bij acht het neerleggen van een tapijt, liefst van caoutchouc, bet „beste". Zoo riet men, hoever het met de verwildering op dit gebied reads ge komen is. W anneer iemand bij een bokspartij bet leven laat, weet men geen beter midde', om zulk een noodlottig ver loop t« voorkomen, dan dat de strij ders een volgende maalwat zachter vallen „Terwa''. Wij vernemen dat het melodrama „Terwe", van Hierb. Cuijpcrs, hetwelk hij dc eerste uitvoering op 28 Deccahber jJ. met zooveel enthousiasme werd be oogenblik de muziekkapel het tee- ken gegëven bad om naar het sta.tion op te trekken. Barones Ida maakte daar handig1 gebruik van en stond op. Buiten was alles reeds in beweging, de stoet werd opgesteld, en spoedig was heel Hohenwart op weg naar het station. De familie van den kantonrechter en zijne gasten kwamen heel achter aan. Vooraan ging het bruidspaar, daarop volgde Ida. aan den arm van den president, die zijn ridderorden niet droeg, maar alleen zijn panama voor een hoogen hoed had verwisseld Oom en neef sloten den stoet, tenzij men het dikke mormel Azor nog wilde meetellen. „U bent toch zeker niet boos meer op den jongen man," begon Vitus Muller voorzichtig. „Daar heb ik anders reden ge noeg toe! [Wie mijn Azor beleedigt, beleedigt mij," „Kom kom, oom. Toen wij' jong waren, hielden we immers ook wel van een gTap!" „Ik bén nooit student of luitenant geweest," klonk bet scherp. „Maar vertel me liever eens: wanneer is het bruiloft?" „In Augustus. Dat wil zeggen, beelemaal is de zaak eigenlijk nog niet in orde. De heer von Imhof heeft geen vermogen, en ik óók niet, zooals ge weet. En nu/ zitten we met de borgstelling!" Furtenbach grijnslachte „Ja ja," groet en de nieuwsgierigheid van veie» heeft geprikkeld, den 5en April in 't Concertgebouw te Amsterdam op nieuw zal worden uitgevoerd op het tweede concert van „Arü et Raligioni", Declamatie wederom door den heer Atph. Laudy. Iemand, die nog wat over heeft voor onze monnm enten. Iemand, die onbekend wenscht te blijven, heeft aan de commissie voor de restauratie van de St. Jar kerkte Gouda een bedrag van f 10,000 ge schonken, meer speciaal tot restauratie van het zaió»r transeptraam no. 23, de Voetwasechmg voorstellende. Een Juliana-cantate. Be J uliana-cantate, gedicht door den heer P. Landsman te Vlissingen en getoonzet door den heer M. H. van 't Kruijs, zal op 30 April te VlissingeD, onder leiding van den componist, worden uitgevoerd. Wij vernemen dat deze cantate ook te Amsterdam zal worden uitgevoerd, bij het aanstaande Koninklijk bezoek aan de hoofdstad. Brandstichting te Koog aan de Zaan Het Amsterdamsche Hof wees arrest in de hooger beroep-zaak tegen den winkelier H. D., te Koog a. d. Zaan, door de HaarJemsche Rechtbank ver oordeeld wegeDs opzettelijke brand stichting op 1 Nov. 1909 in zijn pakhuis. Daar art. 157 Wetboek van Strafr. in het vonnis niet was aangehaald, werd dit vernietigd en opnieuw rechtdoende veroordeelde het Hof hem tot dezelfde straf. Failliet verklaard: 1 Maart. E. J. G. te Rollei^ hold en caféhouder, te Arnhem. 4 Maart. M. J. Boelens, mamifactu- rier, Groningen. 8 Maart. S. Ballast, kleermaker Njjejiaskie. J. J. Jalink, vroeger winkdies', thans, zonder beroep, Bergen- op - Zoom P» Nuyten, hovenier, Bergon-op- Zpom. 3 Maart W. Weynian, bakker, koop man en winkelier, GekL-Veenondaat D. Schuurman, koopman, Apel doorn, tinna A. v. d. Bro/ejk. H- J. Sttegeman, landbouwer, Apeldoorn. 4 Maart T. Verkade, broodbezorger, 's-Giravtemhage. 4 Maart Hl van dei- Poel, landbou wer, te Zoeterwoude. W. F. Hl .Weiter, beeldhouwer, te 's-Graverihage. De naaml. ven». Gonst recti «werk plaatsen, machinefabriek en scheeps werf ,voorh. Hl T. Landman en Zn., te Schiedam. S. D. Lelyveld, handelsagent f« Amsterdam. J. P. Soïnars, koopman, te Ton- gelre. Die boedel van nu wijlen E. van Dun, gewoond hebbende en overleden tie 'iS-Hertoganhosch. 3 Maart. S. Halhna, gardenier en koopman te Beetgum. 4 Maart. G. van Eijk, winkelier ie Haaksbergen. iWl va» Staveren, zetschipper te 's-GravdandL C. Groeneveld, tapper, Rotterdam. C. Matters, zonder beroep, Hees (geto. Nijmegen.) Geëin-digd door het verbindend worden der uitdeedingslijst de faillisse menten F. W. E. Dodt, koopman te Rotterdam. Th. LalUeman, metselaar, vroeger wonende te Overschiet, thans te Rotterdam. Opgeheven het faillissement J. H. Boeijen, koopman te MUL Geëindigd door het verbindend worden der nitdcolingslijst, da faillisse menten F. HL van der Kop, A'dam; M. A. Hl van Dun, handelsreiziger, Bre da; K. Kuiken, bakker, Minnert^ga. Opgeheven het faillissement W. Th. van Hulst, broodbakker, Delït. sprak hij! nijdig-, „toen ik Iinhof'e hoogen hoed zag, dacht ik ook dade lijk: Daar heb je er weer zoo een, die zijn hoeden leverancier ééns in de vijf jaar wat laat verdienen!" Ze waren voor oom Anton's huis gekomen dat in een fraaien bloemen tuin lag. Furtenbach keek naar bo ven, zag de vensters van zijn kamer verlicht en zei: „Mijn Eathi wacht mij met het souper. Neem me niet kwalijk, als ik zonder afscheid te nemen van de familie naar boven g'a." D© kantonrechter kreeg het walrat „Kan ik u morgenmiddag om drie uur even spreken," vroeg hij', de hand van den ouden heer vasthoudend. Furtenbach keek hem scherp aan.: „Heb je geld noodig," vroeg hij. ;,Och oom, spreekt u asjeblieft wat zachter," zeide Vitus Muller angstig. „U weet, hier in Hohen wart „Och kom, Vanavond zonden wte een samenzwering kunnen bepraten, zonder dat iemand er iets van hoort. Dus wil jij je voor de jongelui opof feren? Veel geluk er mee, hoor! Maar we zullen eer morgen nader over spreken „Bezorg mij een rustigen nacht, oom,'' drong Vitus 'Muller. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 11