Schuldbesef.
Allerlei uit Heemstede.
Landbouw en Visscherij.
Sport en Wedstrijden.
Letteren en Kunst.
VAN ELDERS.
ui.
FEUILLETON
BINNENLAND.
Zijn de lioeralen zoo verdraagzaam?
Rechtszaken.
NIEUWE HAARLEmSCHE COURANT ™BDLBLAD-
„Ja, als 't niet kan, dan kan
[het niet!"
Zoo hoor ik alle dagen
Van flauwerds en van tragen;
Maar ik ik haat dat laffe
(lied.
(Dr. J. P. Heije.)
We zijn hier in Heemstede zeer ge
avanceerd bewijzen zijn er voor 't
grijpen.
Neem 't Kruis verbond b.v. Vooreerst,
we waren er al vroeg bij met de op
richting, en dan: 't is hier een model
inrichting 't. rijdt met drie, cegge 3
klassen. Voor elk wat wils dus. Een
ideale boel hier, zou je zoo zeggen,
inzake drankbestrijding.
't Bleek me evenwel den laatsiten
tijd, dat niet iedereen er zoo over denkt,
dat er hier eenigen rondloop em, die
op dit gebied wel enkele aparte in
zichten hebben.
M«et zoo iemand, kreeg ik 't onver
wachts aan den stok. 't Was nog wel
een van mijn oude vrienden, een be
vallig jonkman van even "boven de vijf
tig^ «een uitmuntend man, lieve lezeres
sen, maar hij heeft een verstokt hart.
Hij ós een volbloed geheelonthouder,
«en die ópleeft bij een niet-drankhe-
strijdier als een mecanicien bij 'n de
fecte auto, als '11 veearls bij een onge
zond paard.
Nu zou je allicht vermoeden, dat hij
me aan boord kwam met van die leu
zen, zoo afgezaagd als een draaiiorge.1-
diejm, gruwelijk van gemeenplaats erig-
ïiieafl. "Er zijn inderdaad van die dingen,
waar je niets meer van hoor en kunt,
zonder er buikpijn van te krijgen.
Hij echter viel mee, in dat opzicht.
Hij probeerde mijn illusies nopens ons
model-ingericht K. v. b. een denk te
geven met vrijwel origineele argumen
ten, tenminste als een reeks fulmina-
tiies verondersteld mag worden eenige
kracht van argument te bezL11.cn. Met
een bewonderenswaardig aplomb stelde
stolde hij me de zonderlinge vraag:
Ben je ook al zoo'n zoetwaterzeernan,
'k will zeggen, zoo'n Paulist-drankbestrij-
der, of althans een voorstander of be
wonderaar van de vlag, die hier de la
ding dekt?
'k Stond een tikje versuft door dien
onverhoedschen aanval en trachtte zoo
diep mijn. stijve ruggegraat zulks ver
oorloofde, een buiging na te bootsen.
Hij weer: W.d zbo, heb je er nog
altijd den kneep niet van beet, dat het
Pau'lisme thuis hoort op den rommel
zolder, niet meer in ons huidige, volle,
krachtige Boomsdie leven?
'k Durfde er inderdaad niet voor uit
komen ,dat 'k van dit alles nog nooit
gehoord had, maar 'k begreep, dat het
met een sanguinisch temperament als
het zijne, kwalijk debatleeren was, en
zei zoo losweg: 'kben wat niimer van
opvatting dan jij misschien, daar zal 't
aan. Mggen.
Dat sloeg even een gat in de lucht.
Ruim van opvatting, zeg dal wel
klonk 't sarcastisch van .onder zijn
kmjjpbrilletje uit om van t K. v. to.
een bedelzak te maken, waar ie van
alles inwerpt, als 't maar centen op
brengt!
En een tiemneterlange rimpel ploeg
de izich in zijn voorhoofd, toen hij stern-
stokkenid uitbracht: Een K. v. b., dat
een derde-klas-wagen aanhaakt, lijkt me
'tv menagerie vogels van diverse pluima
ge, "t lijkt een hulspol en een gaar
keuken, een lappendeken, een piossen-
broek, een lommerd, een verhuiswa
gen
Foei, wat ben je heftig in je antipa
thieën, zoo stuitte ik dien zondvioed
van woorden, „je dient je meening gron
dig te herzien, want je schijnt inder
daad behept met een verkeerd inzicht..."
„Jij ook al zoo'n kwakzalvende begin
selknoeier," interrumpeerde hij, „zoo'n
hol le-ph rasentyp e, zoo'n kat-uitd en-
boom-kijker, grauw van muizenkleur en
mmzenaard?"
Men zou zich haast verwonderd heb
ben, dat de vuurstralen uit zijn oogan
zijn brilleglazen niet deden smelten,
zóó majestueus leek zijn toom; maar
4)
III.
Voor den met dennetakken ver
sierden ingang aan. den tuinkant van
de sociëteit verdrongen de menschen
zich. Het nieuws van de doorreis
des kroonprinsen was op al Ier lip
pen. En schoon men voor den kan
tonrechter en zijn dames beleefd
plaats maakte, ze kwamen het
maar langzaam vooruit. Daar bleef
opeens eefi coipnlen heertje, mlet een
hond onder den linkerarm, terwijl
hij den rechter elleboog gebruikte
om door de menigte heen te dringen,
vóór hen staan.
„Oom Anton," riep de kanton
rechter.
De dikke man keek op. „Ha neef
Servus," sprak hij hijgend, en strek
te de hand uit. „Barones, gang hrj
voort, zich tot Ida wendende, „het
is mij' een ware eer!"
De kantonrechter wist niet. wat-
hij midden onder die spottende me
nigte, die zich over den ouden man
met zijn prachtstuk van een hond
duchtig vroolijk maakte, op den
groet van zijn oom moest antwoor-
voorwan hü on het dier.
hij bedwong zich blijkbaar en velde
mij niet ter neder.
„De ondervinding heeft mij geleerd,
ging hij voort, „dat wij te Heemstede
in t verrichten, van onze plechtighe
den jegens de flesch evenzeer uitmunten
als in in enfin allesMaar w at
helpen kaars en bril, als ie uil niet
zien en wil."
'k Wist nu meteen zoo ongeveer, hoe
'k zeibij hiean aangeschreven stond.
„Weg met die rudimentaire drankbe
strijders 't zijn parodiën," vervolgde hij
zijn gedachtengang, „weg met die laks
heid, dien Jan-Sailiegeest., die ih onze
drinkgewoonten geen zier verbetering
brengt. De verleidende invloed op de
massa gaat niet uit van de dronkaards,
integendeelI Maar van de drinkgewoon
ten der matigen. Voorbeelden trel. t.ci.
En 't menschdom staat nu eeanaaa
zwak op de beenen. Wiie «Joor zijn
matig voorbeeld anderen verie53t tot
inatig meedoen, verleidt ook een
deel van hen tot nmatigheid. Een
matig voorganger in 't gevaarlijke inn
derhalve nooit of te nimmer een gxed
voorgaugezijn."
„Maar," waagde ik er tusschem te
komen, „ben je dan zóó eenzijdig in je
.sympathieën, dat je in de 3e categorie
niets goeds vermag te ontdekken?"
Met een schouderophalen en een paar
kuchjes van voorname bevre uncling,
wou fliij over deze vraag heenglijden,
en (kwam onmiddellijk met de weder
vraag:
„Is "t K. v. b. bedoeld al.s een ver-
eeniging, die tegen een maatschappelijk
euvel /den strijd aanbindt, ja of neen?
Is /in jouw schatting de 3e categorie
zoo'n iStrijdersafdeeding? Ge behoeft
niets te antwoorden dan ja of neen
precies als een jong meisje, dat ge
vraagd wordt."
'k Wenschtö mijn antwoord op deze
vpaag niet in een enkel woord vast
te leggen, en begon voorioopig zelf eerst
bescheid te geven op mijn vraag van
zoo even,
's Zeühet daarom den socialen werker
Vlakke z.g. na, dat het Paulisme ge
woonlijk m'ear geeft dan de letter van
program. Bovendien verwacht ik ook
hfea van 't Paulisme, dat het Kruis-
verbonders vormt én door actie èn door
reactie. Voorbeeld en tegenstand im
mers prikkelen tegelijk tot vooruitgang.
In Birabant dwong het feit, dat de Pau-
ILsten waren begonnen, tol navolging;
het feit, dat ze halverwege ophielden,
dwong tof voortduwen. Ten bewijze,
dat hij óók Da-. Brom's „Nieuwe Kruis
tocht" had gelezen, repliceerde hijHet
Paulisme veroudert vroeg, en wat jonge
beenen heeft, springt liefst over de
voorbereiding heen en komt midden in
't |K. v. b. terecht.
„Maar als nu," polste ik hem, „zoo
wat elkeen, voorioopig eens besluiten
kon ,.3die klas" te reizen, als vooilxei-
reiïding natuurlijk
Hij profeteerde weer: „Het Pau.LLs-
m>e zal hier absoluut nóóit populair
worden, wat ik maar gelukkig vind ook.
Het brengt de ware drankbestrijding in
diiseriediet, daar het den goeden en wel«-
desnkenden ergernis geeft, en den spot-
Lach van sliechtgezinden uitlokt.'!
„Laat het waar zijn," gaf ik toe, „dal
ei* een kern van waarheid ligt in je
bewering, dat geeft je niet het recht
Ée overdrijven, waar je al een kwartier
je schandelijk aan te buiten gaat."
Hij wiierp me fn blik toe, waarin
een heele encyclopaedic lag opgeslo
ten, en meende goed te doen met tot
slot te decpeteeren:
„Sluit je in je kamer goed op, doe
de vensterluiken secuur dicht, ga rnèl
je nooxdr een Kwartier onder üe water
leiding staan, neem plaats op een .stoel
met je arme hersens in je hand, en
probeer of het dan nog niet lichten
•wil in jte geest, of je niet een helder
«ogenblik krijgt om te snappen, dat
één en één oftewel Paulist en drank
bestrijder twéé is!"
Als die proef 't gewenischte resultaat
neet bij me opleverde, kon ik me wel
inzoutten, was zijn amicaal bescheid.
Toen ik een kwartier later mijn oogen
weer durfde opslaan, zag ik, dat hij ver
dwenen was.
Twee dingen waren den man ontgaan.
Vooreerst, dat de Paulisten hier onder
dak gebracht worden bij het K. v. b.
dat het midden hield tusschen een
hulhond en een rattenvanger, neer.
„Hoe heet het, Azor" vroeg hij
half in verwarring, „een mooie hond,
oom
„Dat zou ik ook denken," lachte
de oude heer gevleid. „Maar laten we
naar binnen gaan. De menschen doen
hier allemaal zoo vreemd."
„Nu, kom dan maar, meneer Pur-
ten bach," sprak Ida, „als u dan ten
minste met alle geweld naar binnen
wilt. (Waarom gaan we eigenlijk niet
rustig naar huis?"
„Kom nu maar mee," drong Fur
tenbach aan, „ik zal het u binnen
vertellen, en dat zal dan het eerste
prettige uurtje zijn sinds ik hier
ben."
Met deze woorden zette hij den
hond op den grond en bood de baro
nes zijn arm- Tot zulk een galanterie
kon alleen Ida hem maar brengen.
In den tuin zat maar één gast.
met een grooten panama-hoed op en
het gelaat achter zijn courant ver
borgen, - het was von Imhof. N a
de eerste begroeting stelde Ida! den
ouden oom aan den heer von Imhof
voor en deelde toen aan Furtenbach
mede, dat die heer de vader was van
Verena's verloofde.
Dit bericht verstoorde voor een
oogenblik Furtenbach's gemoeds
rust. „Wak" riep bij uit. „hoor ik
dat nu paöf
„Maar oompje, we mochten u im-
omdat zie te gering in, aantal zijn om
een afzonderlijke vereeniging te kunnen
uitmaken. Vervolgens vermoedde hij
in mij geenszins een aanhanger van
„Dr. Brom's mal princiep". (Wie „De
Tijd" las, verstaat dezen lapsus!)
Hier kon htet punctum staan.
Maar omtrent mijn persoonlijke in
zichten dien ik, welstaanshalve, toch
ook nog wel iets los, te laten. 'k Wjiib
heel kort zij.n, want over drankbestrij
ding valt heel wat neer te schrijven
dan een „geduldig lezer" geacht wordt
te kunnen „verwerken". En ofschoon
dagelijks duizenden journalisten, socio
logen, volksvrienden hun pennen in be
weging zette» voor den strijd om een
alcoholvrije maatschappij, blijven er
nochtans zoo véle onverschilligen en
lauwe», die den worstelstrijd om dat
ideaal staan aam te gapen niet de han
den in die broekzakben.
Laat ik dan eindige» met een paar
gezaghebbendo citaten, woorden waar
mee 'k won, dat een ieder zij» instem
ming betoonde door de daad!
,'t Alcoholisme is als ieder kwaad
n/egatLef van aard, een bres in onze sa
menleving, een lek in onze maatschap
pij, allteem te stoppen door positieve
actje. Een, eerste positieve werk is de
onthouding z/plf, als water op hel vuur.
Omthoudijng >en drankweer, het klinkt
vernietig end: terug, weg meidedrank!"
(Gerard Brom.)
De geleerde Pater Weisz laat zich
aldus uil
„De strijd. tegen hel alcoholisme
dringt zich langzamerhand zóó bij ons
op, dat iemand, die zich beweegt op
sociaal of op politiek gebied, en zich
niet beijvert het alcoholisme te bestrij
den, eigenlijk niet voor ernstig kan
aangezien worden."
„Op, uit de sluimering, wij allen,
jongeren, en ouderen!" roept Vlekke.
dus toe, „Er is ee» slaap, die misdaad
is. Als Katholieken hebben wij ons
te doen kennen als mannen van de,
daad, een plicht, die ook zij» uitdruk
king moet vinden, en ons gemeenschap
pelijk optreden in den strijd tegen de
drankzucht.
Of zullen wij blijven staan, de armen
gek mist, onversehiLlig toeziende bij den
nood der tijdein? Neen, dat /.uilen wij
niet. Integendeel, wij allen zullen staan
in de gelederen van het leger, bijeen
geroepen, om tem kruistocht te varen
tegen den vijand, die de beste krachten
rooft van het Nederlandsohe voik!
DIXI.
Het „is bekend, da,t de liberalen
in het Katholieke Zuiden, alsi het
erop aankomt, al bitter weinig- te
vertellen hebben.
Zichzelf daarvan bewust, trach
ten de liberalen dan op het billijk
heidsgevoel der kiezers te werken.
Tegenover een meerderheid moet toch
ook een minderheid staan en zoo po
gen zij een soort „evenredige verte
genwoordiging" te vormen.
Althans in het Zuiden!
SVant hoe weinig het liberalisme
er aan denkt zelf dat stelsel toe te
passen, waar het de macht heeft,
bleek en blijkt nog o.a te
Rotterdam zeer sterk, merkt zeer
ad rem de Limburger K o e-
rier op.
Er was een tijd, dat Rotterdam
360.000 zielen telde, waarvan 90 000
Katholieken. Van de 45 Raadszetels
werd er toen aan de katholieken één
gelaten, tot de houder ervan, dr.
Sleurs, stierf.
Toen trachtten de liberalen aan
de katholieken ook dezen zetel te
ontnemen hetgeen hun in tusschen
niet gelukte.
Sedert is do Nemesis gekomen, en
hebben langzamerhand niet alleen
meerdere katholieken hun intree in.
den Raad gedaan maar zijn er ook
christelijk liistorischen en anti-revo-
lutionnairen ingekomen. Zoodat
thans de liberalen de meerderheid
niet meer hebben.
Intusschenook de rechterzijde
heeft die niet. De socialisten zitten
mers niet schrijven," zei Ida, kalmee
rend.
„Nu ja. maar aan het station dan."
„Het beste nieuws verliest aan
waarde, wanneer men bij1 het verne
men er van slecht gestemd is,
en het scheen mij' toe, dat uwi hu
meur straks niet zoo heel best was."
„Weineen," viel Furtenbach in,
„goed nieuws verdrijft zelfs de
slechtste stemming'- Intusschen mijn
hartelijke gelukwenschen!"
Vitus Muller herademde. Hij hield
zich nu overtuigd, dat oom Furten
bach den luitenant met open armen
ontvangen zou. De goede kanton
rechter wisselde een blik van ver
standhouding met Veren a, en knikte
het goede meisje, dat natuurlijk in
da grootste spanning het gesprek
volgde, bemoedigend toe.
Maar o wee er dreigde een lee-
lijke onweersbui.
„Een akelig nest- is het hier toch
maar," begon Furtenbach, „ik denk
mijn eigendommen hier te verkoopen
en dan zien ze mij1 hier te Hohen-
wart nooit meer terug. Als ge soms
een koopor voor mijn huis en tuin
weet, voor een appel en een ei kun
nen ze het van mijt krijgen.V1
Barones Ida werd ongeduldig-
„Maar oomlief," sprak ze, „is er-
wat. gebeurd dat ge zoo op ons goede
Hohenwart afgeeft!"
„Luister maar," antwoordde hij
norsch. „Ik kwam straks met Azor
op gnijn arm den tuin hier binnen1
te Rotterdam in het huisje der ba
lans; er zijn 21 rechtsche raadsze
tels, 21 liberale en 3 socialistische
De socialisten kunnen dus naar
welgevallen de zege aan rechts of
links bezorgen.
En nu ziet men te Rotterdam, wat
men geregeld overal elders ziet; li
beralen en socialisten trekken dén
lijntje tegen de verbonden christelij
ke partijen.
Zoo ook thans weer.
Rotterdam heeft vier wethouders.
Alle zetels waren door liberalen be
zet. Van een verdeeling naar even
redigheid der getalsterkte in den
Raad geen sprake.
Een dier zetels komt vacant.
De liberalen openen „onderhande
lingen" met de rechtsche fracties om
ditmaal een christelijke man tot wet
houder te kiezen.
De rechtsche fracties gaan daarop
in en stellen candidaat het raadslid
A. de Jong, doctor in de rechten van
de Vrije Universiteit, hoofdredacteur
van het dagblad de „Rotterdammer",
lid van de Tweede Kamer, goed spre
ker en schrijver, bekwaam politicus.
Onaannemtelijk, verklaren dehee-
ren linies, en de partij' van het „in
tellect" stelt eenen heer C'. Van Dorp
misschien een geschikt man, maar
huiten Rotterdam vrij' wel onbekend.
Bij1 de stemming onthielden zich
de beide betrokkenen en waren nog
1 man van rechts en 1 van links af
wezig. De kansen waren dus vrij
wel onveranderd.
Eerste stemming; 19 op de Jong,
19 op van Dorp, 3 op den socialist.
Tweede stemming. 19 op De Jong.
22 op Van Dorp
De socialisten waren om den libe
raal gegaan, en deze was gekozen
Teekent dit niet het liberalisme
en zijn bondgenoot
„Evenredige vertegenwoordiging'
wordt er geroepen
Uitstekend maar dan wettelijk
ingevoerd en overal.
Geen E V eischen, waar de chris-
telijken dé meerderheid hebben, en
ze weigeren waar de linker-man nen
baas zijn.
Een goed werk ven dm Staat.
Voor rekening van den Staat zijn
in de gemeente Odoorn 500 hectaren
heideveld en landverschuivingen aan
gekocht, waarop eer. etaatsbosch zal
worden aangelegd.
Holl Maatschappij van Landbouw.
Te Amsterdam werd gisteren de
84e alg. vergadering „gehouden van
de Hollandsche Maatschappij van
Landbouw, onder voorzitterschap
van den heer Cl P| Zaayer uit Rot
terdam.
In de openingsrede huldigde de
voorzitter de nagedachtenis van den
oud-voorzitter der Maatschappij; den
heer T. F A. Bauduin.
44 Afdeelingen waren vertegen
woordigd.
Behandeld werd een voorstel van
het hoofdbestuur om het te mach
tigen om zich namens de Maatschap
pij te wenden tot de Staten der pro
vinciën Noord-Holland en Zuid-Hol
land om in ieder dier provinciën
een provinciaal zuivelconsulent-
schap in te stellen en te regelen en
den tegenwoordige zuivelconsulent
der Hollandsche Maatschappij' tot
provinciaal zuivelconsulent te benoe
men.
De heer Croesen, zeide dat voor
provinciale regeling zooveel moei
lijkheden uit. den weg worden ge
ruimd, dat hij in overweging moet
geven, alsvorens het voorstel te wil
len uitvoeren, eene commissie van in
derdaad deskundigen to benoemen,
die tusschen Gedeputeerden en den
consulent staan, een advies-commis
sie dus.
Dit. voorstel werd met algemeene
stemmen goedgekeurd.
Vervolgons deed de heer F. E Pos-
tuma, directeur der Centrale Land-
bouw-Onderlinge te Amsterdam, ee
nige mededeelingen omtrent, den
Alles was bezet, en slechts met
moeite vond ik nog een plaatsje aan
een tafeltje, waar eenige jonge offi
cieren zaten. Maar ik zat nog maar
pas, toen een van hen al den spot
begon te drijven met mijn Azor, en
zóó erg, dat ik spoedig door alle
menschen in het rond werd uitge
lachen. Zou je denken, dat de Hohen-
warters tenminste vóór hun mede
burger partij' hadden gekozen tegen
dien melkbaard? Geen kwestie van,
hoor: 't was om dol te worden!"
Intusschen was Vitus Muller weg
geslopen om Helmuth te halen en
kwam iiu heel deftig met dezen aan
stappen. Oom Anton zat met zijn
rug naar den ingang en ging op in
zijn verhaal. Maar de dames weiden
al wat onrustig' en kregen een vaag
vermoeden van den noodlottigen sa
menhang der gebeurtenissen.
„Beste oom," begon de kanton
rechter, ,,sta mij too u Veren a's ver
loofde voor te stellen
Furtenbach stond op, wendde zich
om en stiet van verrassing' zijn
stoel om. De luitenant daarentegen
bood hem zonder een spoor van ver
legenheid of berouw vroolijk de
hand.
„Ha; wij: kénnen elkaar al, niet
waar meneer," sprak hij, „en daar
is mijn beste Azor ook."
Furtenbach keek den jongen offi
cier grimmig aan, en wie weet wat
voor keer het gesprek nog genomen
zou hebben, wanneer niet op dat
stand) van de Landbbuw-önderlinge
Ongevallen-V erzekering.
De heer Memelink, hoofdambte
naar bij de Nederl. Heide-Maa tschap-
pij, hield voorts een voordracht over
„Grondverbetering door droogleg
ging en drainage."
De heer J, Kamphuijs'Suermondt,
uit Den Haag, deed eenige mededee
lingen omtrent de Onderlinge [Birand-
verzekering'.
Bij .de rondvraag' bracht dc afge
vaardigde van de afdeeling Zoeter-
meerZegwaard de tuberculose-be-
strijding onder het vee, meer in 't
bijzonder de bezwaren, die voor de
veehouders verbonden zijn aan het
overnemen' van tuberculoos vee door
het Bijk.
De heer- Löhnis, inspecteur van
den Landbouw, herinnerde bij de be
antwoording van den afgevaardigde
van ZoetermeerZegwaard, aan de
Belgische tuberculose-bestrijding, In
België ving .men een tiental jaren
gteleden aan met alle tuberculeuse die
ren af te maken. Maar dat liep zoo
in de millioenen, dat men die metho
de moest opgeven. Daarom moest
men noodgedwongen aldaar gaan
doen wat ook hier geschiedt; n.l
slechts de clinisch zieke dieren koo-
pen.
Men zal gieheel anders moeten aan
vangen. Het is n 1. gebleken dat de
tuberculose reeds overvloedig wordt
aangetroffen .bij de kalveren die ge
voed worden met de ondermelk op
de wei van de boterfabrieken. tW.il
men dus de kwaal biji den wortel
aanvatten/dan moet een beroep wor
den gedaan op de fokkers, die de
tuberculose kalveren moeten doen
verwijderen.
De afgevaardigde voor de afdee
ling „Haarlemmermeer verzocht het
hoofdbestuur bij de regeering aan
te dringen de spoorwegmaatschap
pijen aan te sporen tot maatregelen
die het sneller vervoer van vee en'
paarden kunnen bevorderen. Doch
't Hoofdbestuur gaf niet veel hoop.
Verwildering.
In een onzer grootste bladen lezen
wij onder den rubriek „Sport en Wed
strijden", zonder; op- of aanmerking,
het volgende bericht
üoodelijke afloop. Te Londen
had een bokspartij plaats tusschen
Corly Watson en Frank Inglis. Wat
son bad langen tijd de beste kansen
tot eindelijk Inglis met een hevigen
stoot zijn tegenstander neertelde.
Deze stond weer op, maar werd da
delijk weer tegen den grond gesla
gen. Men nam hem bewusteloos
op en bracht hem naar het zieken
hnia, waar hij den volgenden mor
gen overleed.
Niet de slag, doch de val moet
Wataon hebben gedood. Het best
ware een dergelijk nootlottig ver
loop te voorkomen door den vloer
te dekken met een tapijt, liefst van
caoutchouc.
Is dit niet ebn prachtige conclusie 1
vraagt ,,'t Centrum".
De redacteur der rubriek schrijft
niet, dat het beste om dergelijke
tooneelen te voorkomen zou zijn zulke
schandelijke „sport" te verbieden,
neen, bij acht het neerleggen van een
tapijt, liefst van caoutchouc, bet
„beste".
Zoo riet men, hoever het met de
verwildering op dit gebied reads ge
komen is.
W anneer iemand bij een bokspartij
bet leven laat, weet men geen beter
midde', om zulk een noodlottig ver
loop t« voorkomen, dan dat de strij
ders een volgende maalwat zachter
vallen
„Terwa''.
Wij vernemen dat het melodrama
„Terwe", van Hierb. Cuijpcrs, hetwelk
hij dc eerste uitvoering op 28 Deccahber
jJ. met zooveel enthousiasme werd be
oogenblik de muziekkapel het tee-
ken gegëven bad om naar het sta.tion
op te trekken.
Barones Ida maakte daar handig1
gebruik van en stond op. Buiten was
alles reeds in beweging, de stoet
werd opgesteld, en spoedig was heel
Hohenwart op weg naar het station.
De familie van den kantonrechter
en zijne gasten kwamen heel achter
aan. Vooraan ging het bruidspaar,
daarop volgde Ida. aan den arm van
den president, die zijn ridderorden
niet droeg, maar alleen zijn panama
voor een hoogen hoed had verwisseld
Oom en neef sloten den stoet, tenzij
men het dikke mormel Azor nog
wilde meetellen.
„U bent toch zeker niet boos meer
op den jongen man," begon Vitus
Muller voorzichtig.
„Daar heb ik anders reden ge
noeg toe! [Wie mijn Azor beleedigt,
beleedigt mij,"
„Kom kom, oom. Toen wij' jong
waren, hielden we immers ook wel
van een gTap!"
„Ik bén nooit student of luitenant
geweest," klonk bet scherp. „Maar
vertel me liever eens: wanneer is
het bruiloft?"
„In Augustus. Dat wil zeggen,
beelemaal is de zaak eigenlijk nog
niet in orde. De heer von Imhof
heeft geen vermogen, en ik óók niet,
zooals ge weet. En nu/ zitten we
met de borgstelling!"
Furtenbach grijnslachte „Ja ja,"
groet en de nieuwsgierigheid van veie»
heeft geprikkeld, den 5en April in 't
Concertgebouw te Amsterdam op
nieuw zal worden uitgevoerd op het
tweede concert van „Arü et Raligioni",
Declamatie wederom door den heer
Atph. Laudy.
Iemand, die nog wat over heeft
voor onze monnm enten.
Iemand, die onbekend wenscht te
blijven, heeft aan de commissie voor
de restauratie van de St. Jar kerkte
Gouda een bedrag van f 10,000 ge
schonken, meer speciaal tot restauratie
van het zaió»r transeptraam no. 23,
de Voetwasechmg voorstellende.
Een Juliana-cantate.
Be J uliana-cantate, gedicht door
den heer P. Landsman te Vlissingen
en getoonzet door den heer M. H.
van 't Kruijs, zal op 30 April te
VlissingeD, onder leiding van den
componist, worden uitgevoerd.
Wij vernemen dat deze cantate ook
te Amsterdam zal worden uitgevoerd,
bij het aanstaande Koninklijk bezoek
aan de hoofdstad.
Brandstichting te Koog aan de Zaan
Het Amsterdamsche Hof wees arrest
in de hooger beroep-zaak tegen den
winkelier H. D., te Koog a. d. Zaan,
door de HaarJemsche Rechtbank ver
oordeeld wegeDs opzettelijke brand
stichting op 1 Nov. 1909 in zijn
pakhuis.
Daar art. 157 Wetboek van Strafr.
in het vonnis niet was aangehaald,
werd dit vernietigd en opnieuw
rechtdoende veroordeelde het Hof hem
tot dezelfde straf.
Failliet verklaard:
1 Maart. E. J. G. te Rollei^ hold
en caféhouder, te Arnhem.
4 Maart. M. J. Boelens, mamifactu-
rier, Groningen.
8 Maart. S. Ballast, kleermaker
Njjejiaskie.
J. J. Jalink, vroeger winkdies',
thans, zonder beroep, Bergen- op - Zoom
P» Nuyten, hovenier, Bergon-op-
Zpom.
3 Maart W. Weynian, bakker, koop
man en winkelier, GekL-Veenondaat
D. Schuurman, koopman, Apel
doorn, tinna A. v. d. Bro/ejk.
H- J. Sttegeman, landbouwer,
Apeldoorn.
4 Maart T. Verkade, broodbezorger,
's-Giravtemhage.
4 Maart Hl van dei- Poel, landbou
wer, te Zoeterwoude.
W. F. Hl .Weiter, beeldhouwer,
te 's-Graverihage.
De naaml. ven». Gonst recti «werk
plaatsen, machinefabriek en scheeps
werf ,voorh. Hl T. Landman en Zn., te
Schiedam.
S. D. Lelyveld, handelsagent f«
Amsterdam.
J. P. Soïnars, koopman, te Ton-
gelre.
Die boedel van nu wijlen E. van
Dun, gewoond hebbende en overleden
tie 'iS-Hertoganhosch.
3 Maart. S. Halhna, gardenier en
koopman te Beetgum.
4 Maart. G. van Eijk, winkelier ie
Haaksbergen.
iWl va» Staveren, zetschipper te
's-GravdandL
C. Groeneveld, tapper, Rotterdam.
C. Matters, zonder beroep, Hees
(geto. Nijmegen.)
Geëin-digd door het verbindend
worden der uitdeedingslijst de faillisse
menten F. W. E. Dodt, koopman te
Rotterdam. Th. LalUeman, metselaar,
vroeger wonende te Overschiet, thans te
Rotterdam.
Opgeheven het faillissement J. H.
Boeijen, koopman te MUL
Geëindigd door het verbindend
worden der nitdcolingslijst, da faillisse
menten F. HL van der Kop, A'dam;
M. A. Hl van Dun, handelsreiziger, Bre
da; K. Kuiken, bakker, Minnert^ga.
Opgeheven het faillissement W.
Th. van Hulst, broodbakker, Delït.
sprak hij! nijdig-, „toen ik Iinhof'e
hoogen hoed zag, dacht ik ook dade
lijk: Daar heb je er weer zoo een,
die zijn hoeden leverancier ééns in
de vijf jaar wat laat verdienen!"
Ze waren voor oom Anton's huis
gekomen dat in een fraaien bloemen
tuin lag. Furtenbach keek naar bo
ven, zag de vensters van zijn kamer
verlicht en zei: „Mijn Eathi wacht
mij met het souper. Neem me niet
kwalijk, als ik zonder afscheid te
nemen van de familie naar boven
g'a."
D© kantonrechter kreeg het walrat
„Kan ik u morgenmiddag om drie
uur even spreken," vroeg hij', de hand
van den ouden heer vasthoudend.
Furtenbach keek hem scherp aan.:
„Heb je geld noodig," vroeg hij.
;,Och oom, spreekt u asjeblieft
wat zachter," zeide Vitus Muller
angstig. „U weet, hier in Hohen
wart
„Och kom, Vanavond zonden wte
een samenzwering kunnen bepraten,
zonder dat iemand er iets van hoort.
Dus wil jij je voor de jongelui opof
feren? Veel geluk er mee, hoor!
Maar we zullen eer morgen nader
over spreken
„Bezorg mij een rustigen nacht,
oom,'' drong Vitus 'Muller.
Wordt vervolgd