der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. Naaml. Yens. „Drukkerij de Spaarnestai" De eerste bijdrage. Wie randt den Gods dienst aan? Dit nummer behoort bij de „Nieuwe Haarl. Courant" van 19 Maart. UTTÖAVE VA»r DB KINDERHUIS VEST No. 29—31—33. HAARLEM. Directeur: F. H. M. v. d. G-RLBNDT AD VBBTHNTIÊ»! Van l tot 6 regels t L30. Blke regel mooi OJ&O. Ingezonden medoiiselingen tusechen den tekst ten minute 6 regeis fL50; elke regel meer 0.80. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van '29 Juni 1881 (Staatsblad No. 1*24.) ZONDAfi 20 Maart Palm-Zondag. Van den dag. MAANDAG 21 Van den dag- DINSDAG 22 Van den dag- WOENSDAG 23 Van den dag. DONDERDAG 24 Witte Donder dag. VRIJDAG 25 Goede Vrijdag. ZATERDAG 26 Paasch Zater dag. PALMZONDAG. Les uit het boek Exodus, XV, 27—XVI, 7. In*"dia 'dagen kwamen de zonen IsreSls in Elirn, waar twaalf water bronnen en zeventig palmboomen waren; en zij sloegen hunne tenten •p bij de wateren. En van Ëlim vertrokken zij, en de gansche me nigte der zonen Iaraëls kwam in de woestijn Sin. die tusschen Elim en Sinaï ligt, op den vijfiienden dag van da tweede maand sedert zij uit Egypte vertrokken waren. En de gansche vergadering der zonen Is raëli morde in de woestijn tegen 1 Mozes en Aaron, en de zonen Israëls zeiden tot hen: Ach! dat wij ge storven waren door de hand des Heeren in Egypteland, toen wij bij de vleescb potten zaten en brood aten tat verzadiging 1 Waarom hebt gijlieden ons uitgevoerd naar deze woestijn, om het gansche volk van honger te doen sterven? En de Heer sprak tot Mozes: Zie, Ik zal voor u brooden uit den hemel doen regenen 1 l 'at het volk nitga en inzamele zooveel als vol doende ie voor eiken dag; opdat Ik het op de proef stelle of het in mijne wet wandelt, al dan niet. Doch op den zesden dag moeten zjj toebereiden wat zij indragen, en dit zal het dubbele zijn van hetgeen zij voor eiken dag plegen in te zamelen. Bn Mazes en Aaron zeiden tot al de zonen Israël's: Dezen avond zult gij weten, dat de Heer u uit Egypteland gevoerd heeft, en mor gen znlt gij des Heeren glorie aan schouwen. Evangelie volgens den H. Mattheüs, XXI, 1-9. Ic dien tijd, toen Jesns Jeruzalem genaderd en Bethfage aan den olijf berg gekomen was, zond Hij twee zijnor leerliBgen en zeide tot hen: Gaat naar het vlek, dat tegenover u ligt; en aanstonds zult gij eene ezelin vastgebonden vinden en een veulen met haar; maakt ze los en brengt ze tot Mij. Eu zoo iemand u iets zeggen mocht, zegt danDe Heer heeft ze noodig; en terstond zal hij ze laten gaan. Dit alles nu is geschied, opdat vervuld zoude worden wat gesproken is door den Profeet, die zegt: Spreekt tot Sion's dochter: iie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig, zittend op eene ezelin en op een veulen, het jong eener jukdragende. De leerlingen nu gingen en deden zooals Jesrts htm bevolen had. En zij brachten de ezelin en het veulen, en legden hunne kleedereu daarop en deden Hem daarop zitten. En de zeer tahijke schare spreid de hare kleederen op den weg, en anderen sneden takken van de hoo rnen en strooiden die op den weg. In de scharen, die vooruitgingen en die volgden, riepen en zeiden Hosanna den Zoon van David! •ezegend Hij, die komt in den naam des Heeren 1 Evangelieverklaring. OP PALMZONDAG. Madat Jesus den vorigen dag de koopers en verkoopers uit den tem pel te Jerusalem verdreven had, wus Hij naar Bethanië gegaan om daar in het huis van Lazarus den ■acht door te brengen. Den vol genden dssr begaf Hii Zich wederom naar Jerusalem, maar op eene geheel anueie wyze dan JJy vroeger altijd gedaan had. Bij herhaling had Hij die etad bezocht, daar vele wonde- verricht, maar steeds was Zijn optreden in overeenstemming met Zijn geheele leven, nederig en be roofd van die uitwendige praal, waarmede de Joden zoo gaarne bun Messias hadden omkleed gezien. Zelf had Jesus tot dusverre altijd vermeden Zich door het volk als Messias te laten uitroepen. Nu ech ter, nu Zijn dood nabij was, wilde Hij in plecbtigen optocht Zijne hoofdstad binnentrekken. Hij wilde daardoor toonen dat Hij de aau slagen Zijner vijanden niet vreesde, en dat Hij alleen tijd en uur be paalde waarop Hij sterven zouver volgens ook wilde Hij door het vervullen van alle voorafbeeldingen en voorspellingen van het Oude Verbond zich door de ware Israë lieten openlijk als den beloofden Messias doen erkennen. Vier dagen voor het Paascbfeest moest het Paaschlam in nlech'igen optocht uit Beth phage de stad Je rusalem worden binnengevoerd; ook Jesus, het ware Paaschlam, wilde vier dagen voor zijn dood van Beth- phage uit Zijn plechtige intrede in Jerusalem doen. „Dit alles geschied de, opdat vervuld zou worden wat gesproken is door den propheet, die zeide: Zegt aan Sions dochter; zie uw koning komt tot u, zachtmoe dig, gezeten op een ezelin en (na melijk) op een veulen, het jong eener jukdragende." Vijf eeuwen geleden bad de propheet Zacharias dit voorspeld, nu deed Jesus het letterlijk in vervulling gaan. Geen wereldsche praal echter omringde Hem; Hij was Koning, maar Zijn rijk was niet van deze wereld. Het eenige wat Hij toeliet, waren de liefdebewyzen et nar Hem aauhau- gende menigte, de hartelijke dank baarheid van hen die Hij met wel daden overladen had, en de loflie deren van hen in wier mond geen bedrog gevonden werd. Toen de Zaligmaker dan te Beth- phage, ongeveer op een half uur afstands van Jerusalem gelegen, ga- komea was, zond Hq twee Zijner leerlingen daar heen en gaf hun dit bevel: „Gaat naar het dorp dat tegenover u ligt, en terstond zult gij vinden eene ezelin welke vast gebonden is, en een veulen bij haar; maakt ze los en brengt ze by Mij; en als iemand iets moeht zeggen, zoo spreekt: de Heer heeft ze van noode, en hij zal ze terstoni laten volgen." Door dit bevel openbaarde Jesus twee Zqner goddelijke Vol maaktheden Zijne Alwetendheid en Zijn Opperheerschappij over al het geschapene. Hij weet en wyst met duidelijkheid aan de juiste plaats waar de Hem noodige dieren te vinden zijn, en Hy beveelt met een gezag waartegen alle apwer pingen zullen verstommen, be twee leerlingen deden wat hun bevolen was, en brachten weldra de ver langde dieren bij huDncn Meester. Ofschoon Jesus hun Zijne bedoe ling niet had bekend gemaakt, be grepen zij al ras welk gebruik Hij daarvan wilde maken. Zy ontdeden zich daarom van hunne opperklee deren en spreidden die bij wyze van zadeldek over de ezelin en haar veulen uit, niet wetende op welk der twee de Zaligmaker zou gaan zitten. Hy koos het veulen, waarop nog geen mensch gezeten had, en waarvan de eerste dienst dus deu Meester des heelals gewijd werd. Langzaam en 9tatig reed Jesus den weg op naar Jerusalem. De mare van Zyn tocht was Hem reeds vooruitgegaan en had vele Joden uitgelokt, om zich by den stoet aan te sluiten, zoodat de menigte die den Zaligmaker begeleidde, al meer en meer aangroeide. Hoogst waar schijnlijk zullen de meesten Gali leers geweest zyn, die opeen bijzon dere wyze aan Jesus gehecht waren. Zij wilden dan ook hunne gehecht heid toonen op Oostersche wijze. In het Oosten was het namelijk gebruik als vorstelijke personen hun plechtige intrede in een stad deden den weg dien zy volgden met kost bare tapijten te bedekken en met bloemen te bestrooien. Maar Zjjne vrienden waren arm, en Jesus geen aardsche koning. Toch wilden zij doen wat zy konden, en in plaats van Upjjten „spreidden zij hunne kleederen uit op den weg," in plaats van bloemen te strooien „sneden zij takken van da boomen (waar aökijalyk palm- en olyfboomeo, die daar groeiden) en strooiden ze op den weg." Ook lofliederen moesten hun koning toegezorgen wórden, en de lucht weergalmde weldra van de jubelzangen opstijgend uit de juichende menigte die vooruitgin gen en volgde: „Hosanna, den Zoon van David. Gezegend Hij die komt in den naam des Heeren. Gezegend in den hooge" (dat ook de betnel- sche geesten Hem toejuichen). Met welke gevoelens, kunnen wij bier vragen, ontving Jesus de hul deblijken, die Hem bier gebracht werden? Zeker met liefde zal Hij op de gehechtheid Zijner ware vrieu- den hebben neergezien e:i hun over vloedig door stroomeu van genaden en weldaden naar ziel eu lichaam hun blijken van liefde vergolden hebben. Maar van den anderen kant., Hij die alles wist, zag ook reeds boe velen ran hen die Hem thans toejuichten, na weinige dagen zouden medesebreeuwen met Zijne vijanden: weg met Hem, aan bet kruis met Hem. Hy zag in de har ten van zoo velen, die daar ook tegenwoordig waren, hoe zij van nijd eo haat blaakten, en steeds weigeren zouden in Hem te geloo- ven en door hun ongeloof en mis daden de wraak Gods over Jerusa lem zouden doen nederdalen, en die gedachten veroorzaakten Zijn lief devol Hart zooveel droefheid, dat Hij, zooals het Evangelie ons verder mededeelt, toen Hij Jerusalem zag. weende over de stad. Welk een tegenstelling. Jesus weent terwijl Hem zulke eer gebracht wordt, en wij verlangen dikwijls zoo naar aardsche glorie, hoewel zij toch ook voor ons zoo vergaukelijk en ver anderlijk is. Leeren wij daaruit ons hart niet te hechten aan de glorie dezer wereld, maar alleen glorie te zoeken by God, die deuzelfde is, heden en morgen eu iu eeuwigheid Laat het Evangelie van dezen Zondag ons ook aansporen Jesus te verheerlijken als onzen koning, maar niet voor eenige dagen, geljjk de Joden, om Hem daarna te ver loochen, maar voor ons geheele leven. Hans Emer stond aan het venster en keek de straat op. Hij was eeni ge maanden geledon met zijn ouders in de hoofdstad gekomen, waar hij de Universiteit ging bezoeken. Nu zag hij voor 't eerst het woelige le ven eener Btad en zijn fantasieën werden zoo hoog opgestuwd en hij werd er zoo door begeesterd, dat hij bijna dacht dat zij werkelijkheden waren. Hij zag in zijn geest de scha mele vertrekken der ai men hij zag de salons der aristocraten, der high- life: hij zag de elegance op de stra ten en den voortjagenden strijd om het bestaan. En wat hij zag1, vormde zioh in hem en leefde in hem, vervul de zijn zielEn nu had hij giste ren zijn eerste kleine schets wegge zonden. „Nu," zei hij tot zichzelf, „nu zaJ de lies tel Ier misschien aankloppen, de bediende zal do deur openen, de jongen zal hem den brief uit de hand nomen en zal 'm den redacteur bren gen. Die zal eens naar het adres kij ken, in.ssc ion is hij een gra,phoioog zal hij reeds uit mijn schri t kunnen zien wie en wat en hoe ik ben En als hij uit die paar velletjes wat goeds leest, dan zal hij het werk goedkeuren, dan. Kan men dan uit mijn handschrift iets slechts le zen Hij ging alles in gedachten na. De letters waren wat onregelmatig en scherp: teere rondingen waren vrij zeldzaam. Ach, wat een indruk zal dat op den redacteur maken 1' Onregelmatig, ja, onregelmatig, ,'j maar toch goed. Hij zal het schetsje lezen. Dadelijk! Beeds de titel zal hem boeien Als 'k denk aan jou. Dan zal hij even zijn lezen staken en aan zijn jeugd denken; want. oud is hij zeker, de redacteur. Hij zal nog eens die oude herinneringen bij zich opwekken, d.e bij den titef van zijn werk hooieneigen, kleine gebcurfce- j nissen, leuke vertellingen (Mis schien is hij ook niet oud; misscaien is hij nog jong, nog niet lang ge trouwd, en denkt hij aan zijn jonge vrouw en aan den tijd, dat zij b ij en vroolijk in den kring der ouders, zusiers en broers schertsten en dam den, schaakten, mus ceerden, en wat al meer-' Missci ien noodigi h j hem uit» De jonge man herinne t zich wel 'n van vriendschap tusa hen redac teurs, en jonge auteurs gelezen ,te hebben» INu is het tien uur. (Wanneer de redacteur zonder opt onthoud gelezen heeft, kan hij nu klaar zijn. Misschien is zijn ant woord gereed. Vandaag is 't Woens dag, Vrijdag,verschijnt het blad, de schots kan dus nog in dat nummer geplaatst worden. „Als hij dadelijk antwoordt, kan ik om drie uur reeds antwoord heb ben." Ongeduldig s'apt Hans de kamer heen en weer. [Wat houdt een redac toUr toch alles stevig in zijn hand! Als oen heerscher, neen, als een God beslist hij over geluk en onge luk, over lachen en over weeneu. tMaar die schets moet naar zijn smaak zijnzij is in droefheid geschrevenhij heeft er lang op ge wérkt zou de redactie hem als médewerker willen Dat. zou heerlijk zijn Schrijven zooals zijn ziel dat vraagtzonder acht. t3 slaan op het publiek Het diner smaakt hem niet. Hij heeft slechts één gedachte. Om drie uur kan ik antwoord hebben. Maar liet derde uur gaat voorbij, zon der dat de brievenbesteller komt. Dat is te veel voor den jongen man hq gaat de straat op. Nu.het hart klopt hem in de keel, hij kan niet verder; hij strekt- slechts de irand uit. Do brievenbesteller Ziet hem vreemd aan. „Ls u?"Vraagt hij langzaam „Hans Emer," stoot do geviaagde uit. Vandaag kent do brievenlestel- ler hom nog niet, vandaag kent hem nog niemand, maar over enkele da gen, wanneer de schets in „De Lees zaal" zal verschenen zijnNeen, hij is niet trotachmaar het zal hem toch verheugenDat mag toch wel Terwijl de gedachten vliegensvlug door Emeaa brein schieten, heeft de b-stol Ier in zijn tasoh geg.epen. Voor uw vader, zegt hij nu en over handigt den jongen man een prijs courant van sigaien. Hij schrikt; de teleurstelling was to gioot. Doch spoedig heeft hij zich her steld, richt hij zich weder op. Zeker zal de redacteur hem een langen brief schrijven: „dus vóór morgen vroeg kan er onmogelijk een antwoord zijn Hans slaapt slacht. De komende morgen ziet hem reeds op de been. Hij gaat de straat op, den brievenbesteller tegemoet» „Heb je wat?" „Voor wie?" De besteller kende hem dus nog niet „Hans Emer." „Meneer, er komen niet alle dagen prijscouranten," zegt de bestelier lachend en gaat verder. Hans gaat naar huis en zot zich neer voor het raam. De besteller heeft hem den brief niet willen go vennog enkel© minuten, dan zal hij er moeten zijn. „Nu!" |W,aarachtig' hij komt deze richting nit. Er wordt gebeld. Hans rukt de deur open „Heeft u soms potlooden noodig?" vleemt een stem. De besteller gaat op hetzelfde oogienblik voorbijeen huis verder werpt hij wat in de bus Hans Emer overlegt„De redac teur zal de vertelling aan zijn vrouw j voorlezen: hij zal zijn arm om haar middel leggen en zacht vragen „Weet jo nog?" En zij: „Ach man, ik begrijp niet dat er menschen zijn, die zóó mooi kunnen schrijven, De eerste lof! D e dag was heen De volgende morgen bracht ook geen brief Zou „De Leeszaal" de schels aanstonds gezet hebben om' geen tijd to verliezen, of bij gebrek aan copie Hij ging' naar een kioak en vroeg het blad „Het nieuwste nummer is er nog niet het komt anders trouw op tijd. Hans Emer hooide niets me r. Dus anders komt het t.ouw op tijd? En niet, juist deze niet? Dat moet, een oorzaak hebbenmisschien had men een ander voor hem op zij gezet, en was dus de vorm niet op tijd klaar geweest... Hij beeft nog. Maar als hij 'sa vonds het blad met bevende handen doorblaart, zoekt hij tevergeefs naar zijn schets. Niets? Hoe is dat mogelijk Is de schets dan nog te laat gekomen Den anderen morgen was er nog geen antwoord. Misschien had de re dacteur bedenkingen gehad, hal in do vergadering van den redacteur- s af zijn werk voorgelezen.. Ook daar is men het niet eens g;wo"den. Men heeft de verantw.oo d lijkheid niet op zich durven nemen en Hans peinst zich suf: De redacteur neemt zijn ontslag, zijn vrouw schreitZij zullen saam een nieuw blad uitgeven en hei 1 met zijn schets „Als 'k denk aan jou" opnemen. „De Leeszaal" verliest abonné's, de een na de ander noemt een abonnement op het nieuwe tijd- scurift en ten slotte kan het oude, graag .gelezen blad, zich niet meei staande houden en staakt zijn uit gave. „Wat enkele papiertjes vol letter- jes vermogen 1" denkt Hans. De volgende morgen b engt weer een brief. De over-volgende ook niet, en zoo voort.Dag op dag, week op w;eek, er vergaan zel.s maanden. Hans Emer is de wanhoop nabij, i Eindelijk besluit hij to schrijven. Weer is er een dag heen, uog een en nog een derde. Op den vierden het gezicht van Hans werd lang en mager btracht de besteller iiem een grooten brief zijn schets. Ha, een schrijven is er ook bijDe redacteur zal zich verontschuldigen, zal berichten van drukke tijden. Hij leest: „Uw schetsje was zoek geraakt en dit is de reden waarom wij het eerst nu terugzenden. Hoogachtend, de Redactie van „De Leeszaal." Hans Emer nel in een ïauteuil en hield de hand voor de oogen. Drie «oorlen. van lieden: onwrlt.i- d/en, hoovauix%an en bodorvenen schrijft „De Denderbode". Onwetenden. Opprt oilers van iP- k'ere liberale en socialistische organ.«n. broodschrijvers, die opgeblazen art kels schrijven over godsdienstige raken, waarvan zij geteu de minste kennis brj- zf.ttem. En dan wórden die artikels besproken tusschen kan en pint; ja, te mididea dor alcoholische dampen worden de ge wichtigste vraagstukken van den Gods dienst besproken door lieden, wier reeds bektrompen brein nog bovandica door don drank ia b;enetvêtld. W|ie den Godsdienst bjestudeeron wil, moet op eene andere wijae le werk gaan: hij moet he* doen, met kalm ge moed, ernstige schrijvers, leerzame boe ken raadplegen en dan zal hq onfeil baar deu Godsdienst bewondsran iu plaats van hom tq bpliqgen en te ko la sfteretrt D« ware geleerdheid lekit altijd tot God. Do ha'deUsche Cicero aarzelde niet te verklaren d!at hij die den Gods dienst lastert, zinneloos moet zijn. Voor weinige jaren verschoen ie lier- lijn een wenk van Doctor Donnart, bet- wolk bewees dat op 300 geleerden, uit sluitend gek/ozOn onder dezen welke zich i,u dte vier laatste eeuwen het meest in de natuurtLijkto wetenschappen hebben benoemd gemaakt, er 242 over- tu'gdegeioovigeu wanen, welke de over eenstemming tusschen het R.-K. Geloof en de Wetenschap: bevestigen, HooVaartiigen. Inderdaad, de gód- dolooz'en, hebben do prielen*!;© meer var- sitand lie hebben dim gansch het man .eb de m. Gom volk teht wereld of he* heeft den Godsdienst alts ziijn grootste an voor- naainoto zaak beschouwd. De oudste, mi:ddieéeeuws©he cm hedendaagscho ge- ^chiedqnos zlijn daar «mi het te hewijk zen. Ovqral waar man zijne blikken wendt, treft nron den Godsdienst, gods dienstige gebouwen), gebruiken, plech tigheden end aan. Do goddolooze schijnt te handelen als of hij wilde zqggen: ten allen tijde cu bij alle volkeren heeft do Gods dienst de eereplaats b aki cod, maar ik alleen heb er meer verstand van dan gansch hot menschdom. Gnnoozele sul! zo-u dan op u de be merking niet toepasselijk zijn welke Chateaubriand tot do godloochenaar» richtte „De menschen zijn zoo ijdeJ, zoo „zwakhoofdig, dat de neiging om n<- „moer te maken, hen dikwijls zaken „doet bevestigen, waarvan zij nief he4 „minste overtuigd zijn." Bedorvenen. Welke is do oorzaak van d'on godsdiensthaat bij sommige Poelen? Niets nochtans is er in den Godsdienst, wat den mensch ongelukkig maakt! niets wat zijne waardigheid krenkt! Waarom dan die helsche razernij hij de vijanden van den Godsdienst? Breekt af met uwe slechte driften, zegt Pascal, en ge zult geloovm. En inderdaad wanneer verliest de mensch het Geloof? Is het niet wannoea- de drift de stem van zijn geweten heeft gesmoord? Raadpleeg de ondervinding: is de mensch deugdzamer geworden sedert den. dag dat hij het juk de» Getloofo van zijne schouders heeft geschudi? Helaas, neen! en daarom ooi besluit de H. Augustinus met recht: „Indien er menschen zijn die Gad „niet belijden, 't is omdat hun hart „bedorven is. God hindert den godde- „looze; de stem van het geweten roept „hen gedurig toe: Godi verbiedt deze „of gene zaak, en om zich vani dia gedurige knaging te ontdoen, zoekt hf „zich te overtuigen dat er geen God „bestaat." De goddelooze Voltai-re zelf zegt ons wa't vartrouwen men stollen rnag ia •enen mensch zonder Godsdienst: „Ih- „dien ik koning ware, schrijft hij, au „Pk volstrekt niet willen handelen met „goddelooze hovelingen.; hun doet zou „wezen mij te vergiftigen; dage!ijk» „zou Pk een tegenvergUl. moeten in namen." Op eene andere plaats zegt danetfd» Voltaire: „Indien de wereld door godloocha- „naars beheerscht werd, dan zou mea. „zich even goed onder de heerschappj „der heLsche geesten kunnen stellem." Ziedaar de getuigenis van een der kopstukken, van het ongeloof. 1 K ER KB ERICH TEN. AttieurtrAtshi vixu behouden. Kathedrale Kerk St. Bava. ZOND AG, do H. Missen te kalf 8, 9 uur en te half 11 do plechtige Hoogmis. Vóór de Hoogmis wijding èer Pa lm Na de wijd.ng uit. ei kim# der Palm Geen catechismus; 7uar Lof met Meditatie. Vóór 't Lof 't Rozenhoedje. MAANDAG, 'sav. te 7 uur Lof met Rozenhoedje voor de geloovige sieiea. [WOENSDAG, gelegenheid om 1» biechten t(ot 's morgens 11 uur ea 's middags van 5 uur tot half 10. 'a av. 7 uur Lof ter eere van den B Jozef. DONDERDAG, Witte Donderde» Die plechtigheden die om 9 uur be ginnen, zullen door Z. D H. ver richt worden. De H Communie wordt uitgereikt om 7 uur, half 8, 8 uur en half 9, ook onder de Ma» van den Bisscliop. 'sAv half R lai de aanbidding. VRIJDAG, Goede Vrijdag, 'a Mor gens om 7 uur uitstelling van het H. Sacrament Aanvang .der plech tigheden om 9 uur. Half 3 Rozen hoedje en oefening van den H. Kruia weg en vereering van de Relikwi» van het H. Kruia ZATERDAG, Paasch-Zaterdag. Om 7 uur beginnen de plechtighe den Do Paaschmis om half 9 Ge legenheid om te biechten tot 's mor gens 11 uur en 's middags van 4 toh half 10 'sAv 7 uur Rozenhoedja in de Mariakapel. ZONDAG, Hoogfeest van Pagohan half 11 de plechtige Hoogmis. Dinsdagavond kwart vóór 8 our sus in do Katholieke Geloof»- e* Zedcleer. Do te behandelen stof is da Erfzonda Donderdagavond geen cursus. mlü-ini fit! Parochiekerk van den H. Joseph. ZONDAG, heden de stille H.H. Mis- sett te 7 uur en Jhadf 9, te half 11 Hoogmis. Vóór de Hoogmis plechtige Palm wijding; te 2 uur leeriug en te 1 uur plechtig Lof met feestpredikatie ter eere van den H. Joseph drxxr den Wel- Eerw. heer Th. v. Outarsterp, kape laan te Hoofddorp. DINSDAG, van 67 uur gologot hoid om to biechten. Te 7 uur Qoa «regatie. WOENSDAG, smorg. tot 11 uur 's middags van 4—10 uur galegeaheif om to biechten, 'sav. te 7 uur Lof tar eere van den H. Joseph. DONDERDAG, gedachtenis dor ufc- stelling van het Allerh. Sarcament. De H. Communie zal worden uitgereikt le 7 en 8 uur, alsmede vóór en ondier d» plechtige H. Mis, welke te 9 uur aan vangt. Te 7 uur Lof en Meditatie. Deu geheelen dag tot 'sav. 10 uur uitstel ling van hot Allerheiligste. VRIJDAG. Goeden Vrijdag. Te 7 uur wordt het II. Sacrament der aanbid ding uitgesteld. Tc 9 uur de plachtif- heden. Te half 3 Meditatie over deu dood des Heeren, waarna vereoriqg v«u de relikwie van hert IL Krui». ZATERDAG, Paasdizaterdag. Te uur plechtige wijding van Piiaschkaux* an doopvont. Omstreeks half 10 dt plechtige Paasdhmis. Des namiddag van 4—10 uur gelegenheid om te biech ten. Maandag, Dinsdag en Woensdag ïa H.H. Missen en leering als ua*r ge woonte. Parochiekerk van den H. Antoaiat van Padua. ZONDAG, te half 8, 7 uur eu half 9 de gelezen H.H. Missen. Vóór da Hoogmis Palmwijding. Te half 11 da Hoogmis voor de Leden der "Broeder schap van. den H. Kruisweg, 's Naar. I II I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 13