TWEEDE BLAD. R. K. Middenstands- vereeniging Week-Kroniek. Schuldbesef. Markten. Esperanto-Cursus. Opmerkingen langs den weg. Lommerd-Spaar banken. 6e nsngde Buitenlandsche berichten ZATERDAG 19 MAART I9IO, •ader patronaat van den H. Jozef, te Haarlem, afdeeling van „de Hanze", goed keurt) bij Bisschoppelijk beslut van 26 October 1907 en bij Konink lijk besluit van 9 Mei 1908. Zü voerde o.a. eene krachtige actie logen het verleenen van al te lang cre- ttiet en de z.g. vliegende winkels; in Etaar vergaderingen werden belangrijke onderwerpen, als coöperatie, inkom- atenbelasting, arbeidscontract, enz. be handeld; FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Do R.-K. Midden stands vereeniging Ueit zich ten doei, volgens art. 2 harer Statuten, de zedelijke en stoffelijke be langen van den handeldrijvenden en industrieel en Middenstand in het alge meen, en van hare leden in het bij- aonder te behartigen, overeenkomstig de beginselen van den R.-K. Gods dienst. Nog slechts kort geleden opgericht bracht zij reeds veel tot stand, en leonde op velerlei wijzen het nut van baar bestaan. boekhoudcursussen werden door haar opgericht; «tem© onderlinge glos verzekering is Hoor haar tot stand gekomen, deze Madt bij zeer lage premiên, de grootst mogelijke voordeden en keert SO o/o der netto winst aan de verzeker- <fan nit. op haar verzoek werden de le H. Qommuniedagen in de verschillende parochieën, zooveel mogelijk op uiteen (•opende datums gesteld. Dit en nog veel meer deed zij reeds la het belang harer leden en van den R.-K. Middenstand in het algemeen; mog veel meer zou zij kunnen doen, indien zij van de R.-K. Middenstan ëers krachtiger steun genoot, dan tot dasver; indien nog meerderen zich bij haar aansloten. De betrekkelijk geringe contributie van 1.30 per 3 maanden kan geen beletsel zijn. Daarvoor hebben de leden bovendien, üaordat de Vereeniging aangesloten is m de Haarl. Handelsvereeniging, gra tis gelegenheid information in te win' ansa; dubieuze posten ter incasso; !ng M geven aaa het bestuur der H. H. ea rechtskundige adviezen betreffende hunne zaken te vragen bij de advocaten der H. H. V. Het bestuur spoort daarom hiermede alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid denstanders aan, ais Lid dezer nuttige vereeniging toe te treden; zich niet te laten weerhouden door de gedach te, misschien onmiddellijk geen per soonlijke winst te behalen, maar door kan steun aan deze vereeniging te ge ven, het goede doel der vereeniging fca helpen bevorderen en daardoor ook ouiddelljjk hun eigen belangen beharti gen. Voor hel Lidmaatschap kan men aidi aanmelden bjj het Bestuur of by Sec Secretaris C. A. M. JONCKBLOEDT Lz. Lange Heerenstraat 24. HET BESTUUR. In de week van 2 1 Maart tot 26 Maart. Maandag. Alkmaar, Amsterdam, Heemster, Gouda, Haarlem, Hoorn, Mederublik, Veisen. Dinsdag. Beemster Beverwijk, Purmerend. Woensdag A .3- eterdam, Bee.netar, KokhuizenHaar lem, Helder,Behagen, Uitgeest, Velstn, Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scha, gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden, Oost zaan, Purmerend, Hcbagen, V eisen. ZaterdagAlkmaar, Amsterdam, Edam, Hoorn, Leiden. -tot- van 11 Maart18 Maart. BUITENLAND. 12 Maart. Het Duez schandaal in de Frasche Kamer. 15 Maart. Het voorstel van Lord Rosebery betreffende de hervorming van bet Hoo gerhnis wordt behandeld. Dr. Karl Lueger, de burgemeester v. Weenen, met een ongekende praal grafwaarts gedragen. BINNENLAND. 12 Maart. De Belgische gezant te 's Gravenhage, baron Gnillsnme, tot gezant bij de Fransche Regeering benoemd. 13 Maart. Het Ned. elftal verliest te Antwerpen met 32 15 Maart. Het Amsterdamsche Hof besliste in de Haar- lemsche eedsweigerings zaak, dat ieder getuige vrij is tusschen den eed of de belofte. 16 Maart. De nieuwe burgemees ter plechtig in den Ameterdamscben Raad geïnstalleerd. Mr. A. J. A A. baron van Heemetra,eubstituut- officier van Justitie te Maastricht, tot burge meester te Arnhem be noemd. Van de „Willem II" zijn op Belie lie (westk. van Frankrijk) goederen aangespoeld.! 17 Maart. Schaper ohstruotie in de Tweede Kamer. OMTREK. 12 Maart. Loonactie onder de bloemistenlieden teLisse. 13 Maart. De beer L. M. J. Im- mink, ingenieur admini stratenr bij de N. Z. H Tram te Hillegom, viert zijn zilveren jubileum V. P. N. Tentoonstel ling Halfweg. STAD 15 Maart De Amsterdamsche bnr gemeester plechtig hier door den Commissaris der Koningin beëedigd. 17 Maart. Prof. Franco adviseert voor Haarlem normaal spoor. 12e les. (Herhaling.) Leer van buiten; cio alles radio straal. lago meer pui genieten aero lacht nnbeto wolkje fco!oro kleur frne vroeg trans over reflskti weerspiegelen varmipis 'l werd warm premi drukken komta bedekt kvazau alsof oro goud rivero rivier kspeto boofdje sntoki stikken dika <iiK treini beven oka son tj toekomstige gebenrtei klara duidelijk bruo geraas audipi zien aoen hooren daupera gevaarlijk kritika kritiek momento oogenblik kolosa kolossaal rivireto riviertje kiu wie kelkfoje somtijds peco kontentigi pasinta stnk tevreden stellen gepasseerd Lees nu en vertaal: Cio promesis hodiaw matene belan tagon. Jam frne la snno montripis al la horizonto, kaj sendis eiajn orajn radiojn trans montaroj kaj arbaroj L« riveroj,kaj ia lagojrrflektislagajajnsun- radiojn. La floroj alte kaj fiero levis siajn kapetojn; versijne ili pais de la bela kaj. hela sunlumo. Matene ia temperaturo estis agrabla, sed en la tagmezo pli kaj pli warmipis. La aero faripi8 premanta kaj sufokanta Ei la malproksimeco kelkaj nubetoj ko mencis montripi. Aperis pli kaj pli kaj fine ia tuta bloa cielo estis kovrita per dikij, griskilozaj Duboj. La birdoj cs8is sian kantadon krj flugadon. SdjDes, kvaiau la tuta naiuro tremis por nekonata kaj mistera okazoutsja. Faripfs pli ksj pli mallume. Subite stranga, malklara bruo audipis en la nuboj, baldait sekvit» de lawtsonor» tondrobato. Tondris Tondrie pli kaj pli. Tondradi8. Jen aperis subite zig zaga lumradio. Fulmia. Daupera kaj kritika momento! Fulmotoudro een pluvol Jen veuis koloes, griskolora nubo. Faripis preskaw tute mallume Fine, felica. jen falas la unuaj akyeroj. Komends p. avipluvis pli kaj pli pluvadie. Sijnis, kvazau la pluvo j rivorotoj falis sur la tero. Kia pluvado La akvo Huis trans strati j kaj voj j kovris pardenoju kaj kacup' ja. Fine cseis pluvi. Ne pluvis plu. La nuboj malrapide malaperis, kelkfoje om vidiB pecoju de la blua aeio. Kaj kun la nuiooj aokau la maliumo ma laperis. Jen estis deuove la bela, blus cielol Kiel kutime la suno brilis kaj kontentigis homojn kaj bestojn. La fulmotondro estis pasinta Al niaj gelernantoj! Jen la fiuo de nia „ekzercaro." Eg kiel eble plej msllonga formo ni ftlopodis resumi tiun parton de 1» Esperanto gramatike, kiun ni pis nun pritraktiB. En venontaj lecioi.ij ni donos la reston. Denove ni insist, petas a! nia lwroantaro, atentesekvadi nian kurson. Car per pi oni ankor&u en la dauro de tiu ci jaro povas faripi bona ksj sufice ierta „eami- dea. (in)oOm neniam forgeu k ne tro longe oni rievas studi, car efektive la etudado de Esperanto estas uur la unuaksj malplsj valora partu de nia programo! Kurapa antawen, do! Instruanto. Ürinkmann's hoven-Kroonzaal is een gezellige, uitgezochte gelegen heid voor lees- en voordrachtavon den, dat is bekend. Maar, toch zijn er een paar ïucor- veniënten aan verbonden, die door de Directie toch zoo gemakkelijk ver holpen konden worden. De meeste voordrachten worden tegenwoordig toegelicht met licht beelden en nu is het zoo jammer, dat die beelden vaak minder scherp op 't doek zich afteekenen door het licht, dat de booglampen van het Marktplein in deze zaal werpen. ;Wanneer voor de ramen, zware, don kere gordijnen zouden kunnen aan gebracht worden, dan zou dit be zwaar zeker dadelijk opgeheven zijn. Ei- is evenwel nog een bezwaar. Menigmaal kan men den spreker haast niet verstaan door het lawaai van buiten. Dit wordt niet veroor zaakt door het publiek, want dan was er misschien weinig aan te doen doch door chauffeurs, die ongedul dig wachtend op hun heeren, die nog binnen zitten, allerlei manoeu vres met hun karren gaan uithalen en die dingen laten tuffen, dat hoo- ren en zien doen vergaan. De portier, die hier geregeld de vfacht houdt, moest onder de chauffeurs, wanneer er boven vergaderingen zijn, de kalm te onder die snuiters er wat heter inhouden. 11) „Ja meneer Muller, ik hoop dat mijn adjunct spoedig komt. Ik voel iiat ik een zware ziekte onder de leden heb. Dat onweer van vannacht Leeft mijn gezondheid weer een lee- lijken knauw gegeven." Strobed bracht hem hoed en stok. „Wacht beneden nog even," sprak Tannhauaer op norschen toon tot den gerechtsdienaar. „Wat ik nog zeg gen wilde, collega. Laten we de num mers der stukken nog niet bekend maken. De schelm kan ze immers toch niet aan den man brengen. Hij moet aan dezen kant va,n de rivier Llijven, en overal zitten onze man nen hem op de hielen. Als we dpi «tukken weer in ons bezit krijgen aonder dat we de nummers behoe ven te publiceeren, komt de scherp zinnigheid der justitie in een veel helderder licht te staan." ,,'t Is mij goed," antwoordde Vitus Muller, ,,in ieder geval voel ik mij tot schadevergoeding verplicht, als de gestolen som niet terug ontvan gen wordt." „Tot schadevergoeding verplicht? Dat zijt ge immers in geen enkel op- nicht. .Waarom houdt u toch zoo hardnekkig vast aan de voorstel ling; als zou u in deze zaak eenige blaam kunnen treffen Wilt ge den staat soms een cadeautje doen door schade te vergoeden die eenvoudig het gevolg is van niet letten op uw herhaalde en maar al te gegronde waarschuwingenEen aanbod als gij wilt doen, zou men óf bijna krank zinnig1óf misschien verdacht vinden." „Wat wilt ge daarmee zeggen" vroeg Vitus Muller op zoo heftigen toon, dat de ander een stap terug trad. j „Niets dat u zou kunnen beleedi- gen," klonk het eenigszins verlegen. „Ik druk trouwens niet mijn eigen 1 gedachten uit, maar zeg alleen tot welke meening men zou kunnen ko men. Maar ik bemerk, dat uw ze nuwen door de gebeurtenisseu vau gisteren en heden niet minder ge schokt zijn dan de mijne, en ik zal u dus niet langer ophouden." „Is nu alles in orde," vroeg Ida, toen Vitus Muller zijn huiskamer weer betrad 1 „Goed, omdat mijn misdrijf mis- I schien nu niet ontdekt zal worden," sprak de rechter somber. „En bo vendien, als de andere schelm ge pakt wordt, komt immers tóch alles aan den dag!" I „Maar VitusIWie zal een inbreker gelooven. Niemand, zelfs Tannhau- ser niet, zou aarzelen tusschen jou en een gemeenen schurk." Vitus Muller kromp ineen. Voelde Ida dan niet, hoe diep die woorden hem moesten treffen! „Ida," sprak hij zacht, „zie go- daan te krijgen dat er aan tafel niet over die ongelukkige zaak ge sproken wordt. Ik lijd er zeer on der en gevoel mij erg vermoeid!" Zij drukte hem de hand tot een zwijgende belofte. Voor iemand die geen zorgen had was de rit naar Steinberg een hoogst aangenaam uitstapje. Maar dat was V itus Muller allerminst, V oortdu- rend rustten zijn blikken op de over stroomde landerijen, die er even som ber uitzagen als zijn gemoed, waarop als een looden last de mogelijkheid drukte, dat oom Furtenbach weige ren zou. „Zoo neef," sprak Furtenbach, „wel gefeliciteerd met je bevordering hoor! Ik wilde je juist schrijven En wat hoor ik, hebben ze_ op je bureaux ingebroken? Gelukkig dat het ten minste niet bij je thuis ge weest is, nietwaar!" „Och oom, bij mij thuis zouden ze heusch niets gevonden hebben," klonk het op zoo somberen toon, dat Furtenbach zich de geldverlegenheid van zijn neef zich uu wel moest her inneren. Hij krabde zich achter het oor. „Aha," sprak hij langzaam, ,kom je daarom?" „Ja oom. Op den avond van uw aankomst hebt u immers..»..." Men kent 't verhaal, waaraan we het spreekwoord danken van „de kat de bel aanbinden." De muizen belegden een vergade ring en kwamen tot het zeer ver standige besluit om de poes een bel aan te binden. Zoodra zij dan de bel hoorden, kropen ze fluks in hun gaatjes en wanneer de bel niet meer gehoord werd, dan konden ze weer vrij uitgaan. Aan dat verhaal, waar het ten slotte op aan kwam wie de poes de bel zou aanbinden, dachten we en denken we nog steeds, wanneer we die menschen van den Particulieren Nacht veiligheidsdienst met de lan taarn tjes op de borst door onze stad en buitenwijken als nachtpitjes zien zweven Die lichtjes lijken ons toch ver bazend onpractisch en dragen er al leen toe bij om de heeren inbrekers wat met meer kalmte en gerustheid hun werk te doen volvoeren, Immers, wat is 't geval Een paar inbrekers zijn ergens aan den gang; zóólang ze geen lichtje zien, behoeven ze geen man man der P N. te vreezen Eindelijk zien ze in de verte een steeds meer nade rend lichtje Voor overvalling geen vrees, kalm aan maar. Kom, nu is hij nog een paar honderd M- ver- weg. Daar weggekropen En niet zoodra is 't lichtje weer verdwenen of 't gevaar is weer ge weken en de heeren kunnen weer hun gang gaan. Neen, dat lantaarntje op de borst is goed, doch dan uit. Zoo zijn de nachtwakers katten met bellen aan i !D ierenliefde iWe zouden geneigd zijn baast ze als een mensckelijke deugd te be- beschouwen. Maar, dan niet die dierenliefde van vele dames en ook wel van heeren, die zich uit in een allennisselijkste genegenheid en vertroeteling van den huishond, terwijl diezelfde vaak „honden" zijn voor dienst-bode dierenbescherming. Dierenliefde, h.vl. voor de vogels, die ronddartelen in God's heerlijke natuur, die daar hun nesten bou wen, hun eieren broeden, hun jongen verzorgen met een teederheid, die vaak den mensch in bewondering brengt Dierenliefde, die zich u,it in in dierenbescherming Maar, niet a.ltijd kan die dieren bescherming steeds doorgevoerd wor den We hebben gezien, nu reeds we ken lang, hoe in de boomen onzer parken en langs onze wegen de Vj-aaien hun nesten bouwen met een ijver en toewijding, die vaak bewon derd moesten worden Maar, helaas, soms hadden de die ren plaatsen voor hun nest gekozen, die de stedelijke overheid niet dul den kon Het was, wanneer ze hun nest bouwden boven onze wandelwe gen en daar de voorbijgangers dik werf begunstigden met iets, wat wel van boven kwam, doch in dit geval geen zegen was. En dan kwamen 'de stadswerkers, die klommen in de boomen en met heele lange stokken met baken de nesten uit elkaar trokken en ze naar beneden haalden. Daar was niets aan te doen. Maar, uit vele rolden de eieren uit. en dat vinden we nu zóo jammer. Zoo werden de arme dieren dubbel in hun verwachtingen teleurgesteld. Wij zouden daarom in overweging willen geven, wanneer weer ergens het nestelen der vogels tegengegaan moet worden, dit dan wat vroeger te doen en niet te wachten, totdat de dieren reeds eieren gelegd hebben. Aan de nesten is best te zien of deze al dan niet voltooid zijn. „Lommerd-sptarbanken." vreemde woordk eei In den lommerd haalt men geld en moet men rente betalen, op de spaarbank brengt men geld en trekt reote. En toch is de lommerd-spaarbank ingevoerd, nl. door pbilantropen, die de armen willen redden van de aitzaigery der zgn. pandjeshuizen. Dat Dienwe stelsel is ingevoerd door de onlangs in den Haag opgerichte „Maatschappij tot oprichting en ex ploitatie van credietetellingen tegen den woeker", die in een der Haagsohe straten haar eerste „beleen-en spaar bank" heeft geopend. Een concurrent? inrichting dus zoo lezen we in het „Nwsbl. v. h. Noorden" van de pandjeshuizeneen plaats waar ook rente moet worden betaald, hoog* rente zelfe, al blyft het cijfer nog ver beneden die der bestreden inrictitingen. maarwaar deze hooge rente ten goede komt aan de beleenders zelf en niet als winst van het bedrijf in den zak wordt gestoken. Dit is bij de opening door den voorzitter in enkele woorden uiteen gezet. „Het hoofddoel der nieuwe «stelling is, zei hij, om uit de gewoonte-beleeDders, die thans een gemakkelijke prooi der woekeraar wordeD, weerstands-krachtige gewoon te-spaarders te kweeken." Men doet dit op de volgende wijze Het tarief is buiten de inrichting als volgt aangegeven „De rente bedraagt 4 pet. per week6 pet per 14 dagen8 pet. voor de eerste maand6 pet. voor elke volgende maandVier weken nadat uw laatste pand is ingelost, kant ge de helft van de betaalde rente terugkrijgen met 6 pet. interest per jaar daarenboven. Staantijd 5 maanden. Dagelijks geopend van 8 tot 4 en 6 tot 8 nur; des Zaterdags tot 12 uur 's avondsdes Maandags morgens van af 7 nur. Op Zon- en leeatdageD gesloten." Hoog nog al, zooals gezegd, maar... de helft der rente, door de beleendere betaald, wordt op hnn tegoed geboekt en is dus spaargeld, dat zij terug krijgen. Ieder beleener krijgt een spaarkaart en kan dan bovendien, terwijl hij een pand bij de Bank heeft staan, van tijd tot tijd kleine bedragen komen brengen, die worden bijge schreven op zijn hoofd, waardoor hij io de gelegenheid is, zijn pand sneller in te lossen. De beleenders uit sleur, de zoogenaamde week pandjes-makers krygen, doordat telkens de helft hunner bij lossing betaalde rente wordt by geschreven op hnn spaarkaart, auto matisch een zeker tegoed. Zoodra nu dit tegoed evenveel of meer bedraagt dan het bedrag, voorgeschoten op eeuig 'pand en de daarvan verschul digde rente, krijgt de beleener, die (ijn pand komt inlossen, dat pand «onder verdere betaling zijnerzijde teruj. Om voorts het bs eeaen uit sieur tegen te gaan, is bepaald, dat over het eventueele tegoed, dat na aflossing van de panden nog overblyft, door deD beleener eerst mag wordeD beschikt, indien er 4 weken zijn ver loopen sinds zijn laatste pand is in gelost. Eindelijk wordt de gelegenheid ge opend voor beleeners, ook na aflossing van hun panden, bij de Bank te bly ven sparen, steeds tegeD een rentevergoe ding door de Bank van 6 pet., totdat bun saldo tegoed f 10 bedraagt. Zij die hoogere bedragen rentegevend willen beleggen, kunDen zich wender tot de Rijkspostspaarbank of de Nuts spaarbank. Want de beleen- en spaar bank tegen den woeker bsoogt alleen, ien beleeners sparen te 1 e e r e n en wie het bij haar weet te brongen tot een tegoed van f 10, na alle paoden >e hebben ingelost, kan geacht worden an het verkeerde van bet pandjes maken en het nut van sparen voldoende te zijn doorgedrongen. Dit is niet ODpraotisch, Men be strijdt het euvel op eigen terrein zonder lat er veel bedrijfskapitaal voor noodig is. De beleeners zullen al ■piedig het voordeel begrijpeD, jdat due bank aanbiedt, en al mocht het uieaal van de „maatschappij tegen en woeker," om vnn alle gewoonte beleeDeregewoonte-spaarders te maken, niet worden bereikt, toch wordt er een goed werk verricht, in zoover de araze hier althans Diet bedrogen wordt en de schromelijke ongelijkheid van behandeling tusschen den lombard van den rijke het «ffecienkantoor en den lombard van den arme bet pandjeshuis hier «enigermate wordt verminderd. We noemen het een goed werk en hopen, dat het slaagt. Dan zal bet voorbeeld van Den Haag navolging en zullen in meer steden dergelijke inrichtingen verrijzen. Er zal wel meer behoefte aan zijn. Zwaoie brand in oan Warenhuis^ In den bekenden bazar van Whiteley te Loniden, fs, terwijl er vele klanten waj ren, brand, uitgebroken. In dien. bazar zijn automatische sproeiers, die begin nen te spuiten, zcxxlra de temperatuur boven een bepaald punt rijst. Tegelij kertijd wordt dan een alarmschei ia werking gebracht. Deze inrichtingwerk- te voortreffelijk. De alarmschöl "waar schuwde, dat ear ergens in een afdeeling waar licht brandbare stoffen lagen, iets niet pluis was, en zoo konden dadelijk ijzeren deuren gesloten worden, om die» brandt o;t een klein gedeelte van het gebouw te beperken,. De brandweerman nen, hadden echter in de beperkte ruimte met een dikken rook te kam pen. Veertien hunner moesten, heel o( half bedwelmd worden weggedragen. Eindelijk kwam er een spuitgast met eon zuurstoftoestel op den rug en toen was het spoedig met den brand gedaan. De firma is zeer tevreden over de voor treffelijke wijze, waarop de automa tische toestellen, gewerkt hebben. D« schade beloopt niet meer dan f 12.000. Tjjdens den brand ging de verkofp in andere afdeelingen kalm zijn gang. D(e brutale diel. De heer Duez schijnt zich niet veel aan te trekken van zijn a-rrestatie. Zoo wordt verteld, dat hij, toen hij uit het kabinet van, den rechter van instructie kwam en ver schillende fotografen voor zich zag, die een portret van hem wilden maken, hij heel wat preit had, om al die mem-> schen, en hun vriendelijk toestond dat ze hem fotografeerden. Toen ze klaar waren, zeide hij„Jullie mochteni me wel honderd stuivers per cliché geven, dat zou me van nut zijn, om het gaatje van de likwidatie te stoppenl" Toen de rechter van instructie hem mededeelde, dat hij een aanklacht tegen hem had ingediend, antwoordde Duea hem: „Heel goed, clan zullen we ons verdedigen, en ik verzeker u, 'dat en menschen zullen zijn, die dan niet meer lachen zullen." Overigens schijnt men het hem in het huis van bewaring nog ai niet erg lastig te maken, want een van zijn vrouwelijke kennissen mocht hem gis teren nog bezoeken. Van andere zijde wordt medegedeeld, dat Martin, de bediende van Duez, die niemand ontvangen moefti, aan een zij ner bewakers vroeg of er geen nieuws was waarop deze arutwoorrdde, dat hij dat niet mocht zeggen; hierop zeide Martin: „Weet je, wat me verwondert? Dat er geen andere menschen gearres teerd zijn dan Duez en ik!" Martin is overigens de oonige niet, die hierover verwonderd is! Ban zonclaaik Hat is voor nieu we leden van het Lagerhuis heol moei lijk o,m te allen tijde alle oude voor schriften en bepalingen op te volgen, die de rechten en plichten der loden regelen. Eeax hunrfer, da afgevaardigd* Williams ondervond dait eveneens. Staande buiten de „bar", de denkbeel dige omheining van het Huis, vroeg hij het woord. Ln een wip was bijna het roepende: „Orde, orde!Eender whips, gaheele Huis overeind, verontwaardigd maaikite den afgevaardigde op zijn ver gissing opmerkzaam, waarop de heer Williams over do „bar" stapte. Maar nog vóór dat hij kon beginnen te spre ken, klonk wederom het verontwaar digd geroep van: „Orde, orde!" Doheer Williams voelde zich omschiMg als een pasgeboren kind en zag rond mat o het gelaat de vraag geschreven, oi „Herinner me aan dien ongeluks dag asjeblieft niet. Die begon met den luitenant, die mijn Azor zoo sar de, en waar hij mee eindigde, dat zal mijn Kathi je wel verteld heb ben. Die raakt achter mijn rug ver liefd en wil me daar nu gaan trou wen Begrijp je zulk een ondank en grondelooze valschheid Maar peen, dat „Neem me niet kwalijk, oom, maaT ik zou graag mot den trein van vijf uur weer terugkeeren." „hÉoin, wat scheel ja? Ik tracteer van avond op kreeft." „Heusch, ik kan niet blijven. Als u dus zoo goed zoudt willen zijn.. „Hoor eens," spralc de oom, en nu begon een lange historie vaat gevallen van misbruik yan vertrou wen en geldelijke verliezen, die daar mee eindigde, dat Vitus Muller ge lukkig' een solied man en toch in ieder geval de zoon van zijn zuster was Dus een paar dagen na zijn terugkeer dan kon neeflief om het, geld komen „Neen oom. als u mij helpen wilt, moet u het dadelijk doen Verena's huwelijk is niet meer mijn eerste en zwaarste zorg, maar de gestolen gel den moet ik aanzuiveren. Er wordt zoo licht oen smet geworpen op ie mands g oeden naam. TJ zult zelf moe- ten zeggen, dat ik zóó mijn vijftien- j jarig- vlekkeloos ambtenaarsleven te j Hohonwart niet besluiten kan." i „Wat is dab nu! Gaat jou die diefstal bijgeval iets aan Je bent te Hohenwart kantonrechter geweest en geen huisbewaarder. Als de staat zijn geld in een vermolmd hok wil bewaren in plagts van op een solide plaats, dan moet hij daar ^immers zelf het risico van dragen!" „Hoor eens oom, dat is nu eenmaal een gevoelszaak. Eer de staat er toe komt om bij te passen, zouden er eindelooze onderzoekingen plaats hebben, en het is zeer de vraag of, daarbij mijn goede naam wel onbe smet zou blijven. Als ik opgewekt mijn nieuwen werkkring zal aan vaarden, dan moet ik oerst dat geld terugbetalen."" Furtenbach stond op en stak zijn handen in zijn zak. „Hoor eens, beste neef,"' sprak hij1 kortaf, „een laatste woord. Om dien dierenplager van een luitenant gaf niets, en om zijn trotschen papa nog minder," maar toch zou ik het geld, voor het huwelijk noodig, wel gege ven jmbben. Nu je mij echter met zulke krankzinnigheden aankomt als van dat gestolen geld te willen aan zuiveren, krijg je niets van mij. Voor zulke dwaasheden heb ik geen hal- ven^ cent over." Terwijl hij die laatste woorden met de noodigo emphase uitsprak, rukte de wind zijn hoed af, en (laar A;ior een, klein beetje lui bleek te zijn, moest de oude Furtenbach willens of onwillens het hoofddeksel achter na loopen. Terwijl Vitus daar nu alleen stond, kwam de gerechtsdienaar van Stein berg op hem toeloopeD en riep adem loos: „Ze hebben hem gevonden! „Wien," vroeg Vitus op doffen toon „Den dief." „Zoo, en waar dan „In de rivier I Dood, verdronken. Vain middag1 tegen vier uur hebben ze bij het veerhuis zijn lijk opge- vischt. Het zag er verschrikkelijk uit en moet bepaald langs steenen en struiken gesleept hebben, want het vertoonde diepe sneden en won den." „Ja, en de gestolen stukken dry- ven natuurlijk hier of daar rond die vinden we nooit terug," sprak een „Ik heb den doode onder da.k la ten' brengen, en daar meneer Tann- hauser ziek is, hebben we met het opmaken van het proces-vei baal op u gewacht." Vitus Muller ging met hen mee naar het wachthuisje, wsar het lijk lag. Het gelaat van den verongelukte was niet veel bleeker dan dat van den kantonrechter. Een treurig ein de van een treurig leven. Daar lag hij, door niemand betreurd, de dron kaard en landlooper, de dief en toch, Vitus Muller wendde zich sidle rend af de redder der eer van den man, dia zijn rechter had moeten zijn (Wordt vrrrolga).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1910 | | pagina 9