TWEEDE BLAD.
R. K. Middenstands-
vereeniging
Week-Kroniek.
Schuldbesef.
Markten.
Esperanto-Cursus.
Opmerkingen langs den
weg.
Lommerd-Spaar
banken.
6e nsngde Buitenlandsche berichten
ZATERDAG 19 MAART I9IO,
•ader patronaat van den H. Jozef,
te Haarlem,
afdeeling van „de Hanze", goed
keurt) bij Bisschoppelijk beslut van
26 October 1907 en bij Konink
lijk besluit van 9 Mei 1908.
Zü voerde o.a. eene krachtige actie
logen het verleenen van al te lang cre-
ttiet en de z.g. vliegende winkels; in
Etaar vergaderingen werden belangrijke
onderwerpen, als coöperatie, inkom-
atenbelasting, arbeidscontract, enz. be
handeld;
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Do R.-K. Midden stands vereeniging
Ueit zich ten doei, volgens art. 2 harer
Statuten, de zedelijke en stoffelijke be
langen van den handeldrijvenden en
industrieel en Middenstand in het alge
meen, en van hare leden in het bij-
aonder te behartigen, overeenkomstig
de beginselen van den R.-K. Gods
dienst.
Nog slechts kort geleden opgericht
bracht zij reeds veel tot stand, en
leonde op velerlei wijzen het nut van
baar bestaan.
boekhoudcursussen werden door
haar opgericht;
«tem© onderlinge glos verzekering is
Hoor haar tot stand gekomen, deze
Madt bij zeer lage premiên, de
grootst mogelijke voordeden en keert
SO o/o der netto winst aan de verzeker-
<fan nit.
op haar verzoek werden de le H.
Qommuniedagen in de verschillende
parochieën, zooveel mogelijk op uiteen
(•opende datums gesteld.
Dit en nog veel meer deed zij reeds
la het belang harer leden en van den
R.-K. Middenstand in het algemeen;
mog veel meer zou zij kunnen doen,
indien zij van de R.-K. Middenstan
ëers krachtiger steun genoot, dan tot
dasver; indien nog meerderen zich bij
haar aansloten.
De betrekkelijk geringe contributie
van 1.30 per 3 maanden kan geen
beletsel zijn.
Daarvoor hebben de leden bovendien,
üaordat de Vereeniging aangesloten is
m de Haarl. Handelsvereeniging, gra
tis gelegenheid information in te win'
ansa; dubieuze posten ter incasso; !ng
M geven aaa het bestuur der H. H.
ea rechtskundige adviezen betreffende
hunne zaken te vragen bij de advocaten
der H. H. V.
Het bestuur spoort daarom hiermede
alle, nog niet aangesloten R.-K. Mid
denstanders aan, ais Lid dezer nuttige
vereeniging toe te treden; zich niet
te laten weerhouden door de gedach
te, misschien onmiddellijk geen per
soonlijke winst te behalen, maar door
kan steun aan deze vereeniging te ge
ven, het goede doel der vereeniging
fca helpen bevorderen en daardoor ook
ouiddelljjk hun eigen belangen beharti
gen.
Voor hel Lidmaatschap kan men
aidi aanmelden bjj het Bestuur of by
Sec Secretaris
C. A. M. JONCKBLOEDT Lz.
Lange Heerenstraat 24.
HET BESTUUR.
In de week van 2 1 Maart tot 26 Maart.
Maandag. Alkmaar, Amsterdam,
Heemster, Gouda, Haarlem, Hoorn,
Mederublik, Veisen. Dinsdag. Beemster
Beverwijk, Purmerend. Woensdag A .3-
eterdam, Bee.netar, KokhuizenHaar
lem, Helder,Behagen, Uitgeest, Velstn,
Donderdag. Beverwijk, Edam, Haar
lemmermeer, Hoorn, Purmerend, Scha,
gen, Zaandam. Vrijdag. Alkmaar, Am
sterdam, Assendelft, Hoorn, Leiden,
Oost zaan, Purmerend, Hcbagen, V eisen.
ZaterdagAlkmaar, Amsterdam, Edam,
Hoorn, Leiden.
-tot-
van 11 Maart18 Maart.
BUITENLAND.
12 Maart. Het Duez schandaal in
de Frasche Kamer.
15 Maart. Het voorstel van Lord
Rosebery betreffende de
hervorming van bet Hoo
gerhnis wordt behandeld.
Dr. Karl Lueger, de
burgemeester v. Weenen,
met een ongekende praal
grafwaarts gedragen.
BINNENLAND.
12 Maart. De Belgische gezant te
's Gravenhage, baron
Gnillsnme, tot gezant bij
de Fransche Regeering
benoemd.
13 Maart. Het Ned. elftal verliest
te Antwerpen met 32
15 Maart. Het Amsterdamsche
Hof besliste in de Haar-
lemsche eedsweigerings
zaak, dat ieder getuige
vrij is tusschen den eed
of de belofte.
16 Maart. De nieuwe burgemees
ter plechtig in den
Ameterdamscben Raad
geïnstalleerd.
Mr. A. J. A A. baron
van Heemetra,eubstituut-
officier van Justitie te
Maastricht, tot burge
meester te Arnhem be
noemd.
Van de „Willem II"
zijn op Belie lie (westk.
van Frankrijk) goederen
aangespoeld.!
17 Maart. Schaper ohstruotie in
de Tweede Kamer.
OMTREK.
12 Maart. Loonactie onder de
bloemistenlieden teLisse.
13 Maart. De beer L. M. J. Im-
mink, ingenieur admini
stratenr bij de N. Z. H
Tram te Hillegom, viert
zijn zilveren jubileum
V. P. N. Tentoonstel
ling Halfweg.
STAD
15 Maart De Amsterdamsche bnr
gemeester plechtig hier
door den Commissaris
der Koningin beëedigd.
17 Maart. Prof. Franco adviseert
voor Haarlem normaal
spoor.
12e les.
(Herhaling.)
Leer van buiten;
cio
alles
radio
straal.
lago
meer
pui
genieten
aero
lacht
nnbeto
wolkje
fco!oro
kleur
frne
vroeg
trans
over
reflskti
weerspiegelen
varmipis
'l werd warm
premi
drukken
komta
bedekt
kvazau
alsof
oro
goud
rivero
rivier
kspeto
boofdje
sntoki
stikken
dika
<iiK
treini
beven
oka son tj
toekomstige gebenrtei
klara
duidelijk
bruo
geraas
audipi
zien aoen hooren
daupera
gevaarlijk
kritika
kritiek
momento
oogenblik
kolosa
kolossaal
rivireto
riviertje
kiu
wie
kelkfoje
somtijds
peco
kontentigi
pasinta
stnk
tevreden stellen
gepasseerd
Lees nu en vertaal:
Cio promesis hodiaw matene belan
tagon. Jam frne la snno montripis al
la horizonto, kaj sendis eiajn orajn
radiojn trans montaroj kaj arbaroj L«
riveroj,kaj ia lagojrrflektislagajajnsun-
radiojn. La floroj alte kaj fiero levis
siajn kapetojn; versijne ili pais de
la bela kaj. hela sunlumo. Matene ia
temperaturo estis agrabla, sed en la
tagmezo pli kaj pli warmipis. La aero
faripi8 premanta kaj sufokanta Ei
la malproksimeco kelkaj nubetoj ko
mencis montripi. Aperis pli kaj pli
kaj fine ia tuta bloa cielo estis kovrita
per dikij, griskilozaj Duboj. La birdoj
cs8is sian kantadon krj flugadon.
SdjDes, kvaiau la tuta naiuro tremis
por nekonata kaj mistera okazoutsja.
Faripfs pli ksj pli mallume. Subite
stranga, malklara bruo audipis en la
nuboj, baldait sekvit» de lawtsonor»
tondrobato. Tondris Tondrie pli kaj
pli. Tondradi8. Jen aperis subite zig
zaga lumradio. Fulmia. Daupera kaj
kritika momento! Fulmotoudro een
pluvol Jen veuis koloes, griskolora
nubo. Faripis preskaw tute mallume
Fine, felica. jen falas la unuaj akyeroj.
Komends p. avipluvis pli kaj pli
pluvadie. Sijnis, kvazau la pluvo j
rivorotoj falis sur la tero. Kia pluvado
La akvo Huis trans strati j kaj voj j
kovris pardenoju kaj kacup' ja. Fine
cseis pluvi. Ne pluvis plu. La nuboj
malrapide malaperis, kelkfoje om
vidiB pecoju de la blua aeio. Kaj
kun la nuiooj aokau la maliumo ma
laperis. Jen estis deuove la bela, blus
cielol Kiel kutime la suno brilis kaj
kontentigis homojn kaj bestojn. La
fulmotondro estis pasinta
Al niaj gelernantoj!
Jen la fiuo de nia „ekzercaro." Eg
kiel eble plej msllonga formo ni
ftlopodis resumi tiun parton de 1»
Esperanto gramatike, kiun ni pis
nun pritraktiB. En venontaj lecioi.ij
ni donos la reston. Denove ni insist,
petas a! nia lwroantaro, atentesekvadi
nian kurson. Car per pi oni ankor&u
en la dauro de tiu ci jaro povas
faripi bona ksj sufice ierta „eami-
dea. (in)oOm neniam forgeu k
ne tro longe oni rievas studi, car
efektive la etudado de Esperanto estas
uur la unuaksj malplsj valora partu
de nia programo! Kurapa antawen, do!
Instruanto.
Ürinkmann's hoven-Kroonzaal is
een gezellige, uitgezochte gelegen
heid voor lees- en voordrachtavon
den, dat is bekend.
Maar, toch zijn er een paar ïucor-
veniënten aan verbonden, die door
de Directie toch zoo gemakkelijk ver
holpen konden worden.
De meeste voordrachten worden
tegenwoordig toegelicht met licht
beelden en nu is het zoo jammer,
dat die beelden vaak minder scherp
op 't doek zich afteekenen door het
licht, dat de booglampen van het
Marktplein in deze zaal werpen.
;Wanneer voor de ramen, zware, don
kere gordijnen zouden kunnen aan
gebracht worden, dan zou dit be
zwaar zeker dadelijk opgeheven zijn.
Ei- is evenwel nog een bezwaar.
Menigmaal kan men den spreker
haast niet verstaan door het lawaai
van buiten. Dit wordt niet veroor
zaakt door het publiek, want dan
was er misschien weinig aan te doen
doch door chauffeurs, die ongedul
dig wachtend op hun heeren, die
nog binnen zitten, allerlei manoeu
vres met hun karren gaan uithalen
en die dingen laten tuffen, dat hoo-
ren en zien doen vergaan. De portier,
die hier geregeld de vfacht houdt,
moest onder de chauffeurs, wanneer
er boven vergaderingen zijn, de kalm
te onder die snuiters er wat heter
inhouden.
11)
„Ja meneer Muller, ik hoop dat
mijn adjunct spoedig komt. Ik voel
iiat ik een zware ziekte onder de
leden heb. Dat onweer van vannacht
Leeft mijn gezondheid weer een lee-
lijken knauw gegeven."
Strobed bracht hem hoed en stok.
„Wacht beneden nog even," sprak
Tannhauaer op norschen toon tot den
gerechtsdienaar. „Wat ik nog zeg
gen wilde, collega. Laten we de num
mers der stukken nog niet bekend
maken. De schelm kan ze immers
toch niet aan den man brengen. Hij
moet aan dezen kant va,n de rivier
Llijven, en overal zitten onze man
nen hem op de hielen. Als we dpi
«tukken weer in ons bezit krijgen
aonder dat we de nummers behoe
ven te publiceeren, komt de scherp
zinnigheid der justitie in een veel
helderder licht te staan."
,,'t Is mij goed," antwoordde Vitus
Muller, ,,in ieder geval voel ik mij
tot schadevergoeding verplicht, als
de gestolen som niet terug ontvan
gen wordt."
„Tot schadevergoeding verplicht?
Dat zijt ge immers in geen enkel op-
nicht. .Waarom houdt u toch zoo
hardnekkig vast aan de voorstel
ling; als zou u in deze zaak eenige
blaam kunnen treffen Wilt ge den
staat soms een cadeautje doen door
schade te vergoeden die eenvoudig
het gevolg is van niet letten op
uw herhaalde en maar al te gegronde
waarschuwingenEen aanbod als gij
wilt doen, zou men óf bijna krank
zinnig1óf misschien verdacht
vinden."
„Wat wilt ge daarmee zeggen"
vroeg Vitus Muller op zoo heftigen
toon, dat de ander een stap terug
trad.
j „Niets dat u zou kunnen beleedi-
gen," klonk het eenigszins verlegen.
„Ik druk trouwens niet mijn eigen
1 gedachten uit, maar zeg alleen tot
welke meening men zou kunnen ko
men. Maar ik bemerk, dat uw ze
nuwen door de gebeurtenisseu vau
gisteren en heden niet minder ge
schokt zijn dan de mijne, en ik
zal u dus niet langer ophouden."
„Is nu alles in orde," vroeg Ida,
toen Vitus Muller zijn huiskamer
weer betrad
1 „Goed, omdat mijn misdrijf mis-
I schien nu niet ontdekt zal worden,"
sprak de rechter somber. „En bo
vendien, als de andere schelm ge
pakt wordt, komt immers tóch alles
aan den dag!"
I „Maar VitusIWie zal een inbreker
gelooven. Niemand, zelfs Tannhau-
ser niet, zou aarzelen tusschen jou
en een gemeenen schurk."
Vitus Muller kromp ineen. Voelde
Ida dan niet, hoe diep die woorden
hem moesten treffen!
„Ida," sprak hij zacht, „zie go-
daan te krijgen dat er aan tafel
niet over die ongelukkige zaak ge
sproken wordt. Ik lijd er zeer on
der en gevoel mij erg vermoeid!"
Zij drukte hem de hand tot een
zwijgende belofte.
Voor iemand die geen zorgen had
was de rit naar Steinberg een hoogst
aangenaam uitstapje. Maar dat was
V itus Muller allerminst, V oortdu-
rend rustten zijn blikken op de over
stroomde landerijen, die er even som
ber uitzagen als zijn gemoed, waarop
als een looden last de mogelijkheid
drukte, dat oom Furtenbach weige
ren zou.
„Zoo neef," sprak Furtenbach,
„wel gefeliciteerd met je bevordering
hoor! Ik wilde je juist schrijven
En wat hoor ik, hebben ze_ op je
bureaux ingebroken? Gelukkig dat
het ten minste niet bij je thuis ge
weest is, nietwaar!"
„Och oom, bij mij thuis zouden ze
heusch niets gevonden hebben,"
klonk het op zoo somberen toon, dat
Furtenbach zich de geldverlegenheid
van zijn neef zich uu wel moest her
inneren. Hij krabde zich achter het
oor. „Aha," sprak hij langzaam,
,kom je daarom?"
„Ja oom. Op den avond van
uw aankomst hebt u immers..»..."
Men kent 't verhaal, waaraan we
het spreekwoord danken van „de kat
de bel aanbinden."
De muizen belegden een vergade
ring en kwamen tot het zeer ver
standige besluit om de poes een bel
aan te binden. Zoodra zij dan de
bel hoorden, kropen ze fluks in hun
gaatjes en wanneer de bel niet meer
gehoord werd, dan konden ze weer
vrij uitgaan.
Aan dat verhaal, waar het ten
slotte op aan kwam wie de poes de
bel zou aanbinden, dachten we en
denken we nog steeds, wanneer we
die menschen van den Particulieren
Nacht veiligheidsdienst met de lan
taarn tjes op de borst door onze stad
en buitenwijken als nachtpitjes zien
zweven
Die lichtjes lijken ons toch ver
bazend onpractisch en dragen er al
leen toe bij om de heeren inbrekers
wat met meer kalmte en gerustheid
hun werk te doen volvoeren,
Immers, wat is 't geval
Een paar inbrekers zijn ergens aan
den gang; zóólang ze geen lichtje
zien, behoeven ze geen man man der
P N. te vreezen Eindelijk zien ze
in de verte een steeds meer nade
rend lichtje Voor overvalling geen
vrees, kalm aan maar. Kom, nu
is hij nog een paar honderd M- ver-
weg. Daar weggekropen
En niet zoodra is 't lichtje weer
verdwenen of 't gevaar is weer ge
weken en de heeren kunnen weer
hun gang gaan.
Neen, dat lantaarntje op de borst
is goed, doch dan uit.
Zoo zijn de nachtwakers katten
met bellen aan
i
!D ierenliefde
iWe zouden geneigd zijn baast ze
als een mensckelijke deugd te be-
beschouwen.
Maar, dan niet die dierenliefde van
vele dames en ook wel van heeren,
die zich uit in een allennisselijkste
genegenheid en vertroeteling van
den huishond, terwijl diezelfde
vaak „honden" zijn voor dienst-bode
dierenbescherming.
Dierenliefde, h.vl. voor de vogels,
die ronddartelen in God's heerlijke
natuur, die daar hun nesten bou
wen, hun eieren broeden, hun jongen
verzorgen met een teederheid, die
vaak den mensch in bewondering
brengt Dierenliefde, die zich u,it in
in dierenbescherming
Maar, niet a.ltijd kan die dieren
bescherming steeds doorgevoerd wor
den We hebben gezien, nu reeds we
ken lang, hoe in de boomen onzer
parken en langs onze wegen de
Vj-aaien hun nesten bouwen met een
ijver en toewijding, die vaak bewon
derd moesten worden
Maar, helaas, soms hadden de die
ren plaatsen voor hun nest gekozen,
die de stedelijke overheid niet dul
den kon Het was, wanneer ze hun
nest bouwden boven onze wandelwe
gen en daar de voorbijgangers dik
werf begunstigden met iets, wat wel
van boven kwam, doch in dit geval
geen zegen was.
En dan kwamen 'de stadswerkers,
die klommen in de boomen en met
heele lange stokken met baken de
nesten uit elkaar trokken en ze naar
beneden haalden.
Daar was niets aan te doen.
Maar, uit vele rolden de eieren
uit. en dat vinden we nu zóo jammer.
Zoo werden de arme dieren dubbel in
hun verwachtingen teleurgesteld.
Wij zouden daarom in overweging
willen geven, wanneer weer ergens
het nestelen der vogels tegengegaan
moet worden, dit dan wat vroeger
te doen en niet te wachten, totdat
de dieren reeds eieren gelegd hebben.
Aan de nesten is best te zien of deze
al dan niet voltooid zijn.
„Lommerd-sptarbanken."
vreemde woordk
eei
In den lommerd haalt men geld en
moet men rente betalen, op de
spaarbank brengt men geld en trekt
reote.
En toch is de lommerd-spaarbank
ingevoerd, nl. door pbilantropen,
die de armen willen redden van de
aitzaigery der zgn. pandjeshuizen.
Dat Dienwe stelsel is ingevoerd door
de onlangs in den Haag opgerichte
„Maatschappij tot oprichting en ex
ploitatie van credietetellingen tegen
den woeker", die in een der Haagsohe
straten haar eerste „beleen-en spaar
bank" heeft geopend. Een concurrent?
inrichting dus zoo lezen we in het
„Nwsbl. v. h. Noorden" van de
pandjeshuizeneen plaats waar ook
rente moet worden betaald, hoog*
rente zelfe, al blyft het cijfer nog ver
beneden die der bestreden inrictitingen.
maarwaar deze hooge rente ten
goede komt aan de beleenders zelf en
niet als winst van het bedrijf in den
zak wordt gestoken.
Dit is bij de opening door den
voorzitter in enkele woorden uiteen
gezet. „Het hoofddoel der nieuwe
«stelling is, zei hij, om uit de
gewoonte-beleeDders, die thans een
gemakkelijke prooi der woekeraar
wordeD, weerstands-krachtige gewoon
te-spaarders te kweeken."
Men doet dit op de volgende wijze
Het tarief is buiten de inrichting als
volgt aangegeven
„De rente bedraagt 4 pet. per
week6 pet per 14 dagen8 pet.
voor de eerste maand6 pet. voor
elke volgende maandVier weken
nadat uw laatste pand is ingelost,
kant ge de helft van de betaalde
rente terugkrijgen met 6 pet. interest
per jaar daarenboven. Staantijd 5
maanden. Dagelijks geopend van 8
tot 4 en 6 tot 8 nur; des Zaterdags
tot 12 uur 's avondsdes Maandags
morgens van af 7 nur. Op Zon- en
leeatdageD gesloten."
Hoog nog al, zooals gezegd, maar...
de helft der rente, door de beleendere
betaald, wordt op hnn tegoed geboekt
en is dus spaargeld, dat zij terug
krijgen. Ieder beleener krijgt een
spaarkaart en kan dan bovendien,
terwijl hij een pand bij de Bank heeft
staan, van tijd tot tijd kleine bedragen
komen brengen, die worden bijge
schreven op zijn hoofd, waardoor hij
io de gelegenheid is, zijn pand sneller
in te lossen. De beleenders uit sleur,
de zoogenaamde week pandjes-makers
krygen, doordat telkens de helft hunner
bij lossing betaalde rente wordt by
geschreven op hnn spaarkaart, auto
matisch een zeker tegoed. Zoodra nu
dit tegoed evenveel of meer bedraagt
dan het bedrag, voorgeschoten op
eeuig 'pand en de daarvan verschul
digde rente, krijgt de beleener, die
(ijn pand komt inlossen, dat pand
«onder verdere betaling zijnerzijde
teruj. Om voorts het bs eeaen uit
sieur tegen te gaan, is bepaald, dat
over het eventueele tegoed, dat na
aflossing van de panden nog overblyft,
door deD beleener eerst mag wordeD
beschikt, indien er 4 weken zijn ver
loopen sinds zijn laatste pand is in
gelost.
Eindelijk wordt de gelegenheid ge
opend voor beleeners, ook na aflossing
van hun panden, bij de Bank te bly ven
sparen, steeds tegeD een rentevergoe
ding door de Bank van 6 pet., totdat
bun saldo tegoed f 10 bedraagt. Zij
die hoogere bedragen rentegevend
willen beleggen, kunDen zich wender
tot de Rijkspostspaarbank of de Nuts
spaarbank. Want de beleen- en spaar
bank tegen den woeker bsoogt alleen,
ien beleeners sparen te 1 e e r e n en
wie het bij haar weet te brongen tot
een tegoed van f 10, na alle paoden
>e hebben ingelost, kan geacht worden
an het verkeerde van bet pandjes
maken en het nut van sparen voldoende
te zijn doorgedrongen.
Dit is niet ODpraotisch, Men be
strijdt het euvel op eigen terrein zonder
lat er veel bedrijfskapitaal voor
noodig is. De beleeners zullen al
■piedig het voordeel begrijpeD, jdat
due bank aanbiedt, en al mocht het
uieaal van de „maatschappij tegen
en woeker," om vnn alle gewoonte
beleeDeregewoonte-spaarders te maken,
niet worden bereikt, toch wordt er
een goed werk verricht, in zoover de
araze hier althans Diet bedrogen wordt
en de schromelijke ongelijkheid van
behandeling tusschen den lombard van
den rijke het «ffecienkantoor
en den lombard van den arme bet
pandjeshuis hier «enigermate wordt
verminderd.
We noemen het een goed werk en
hopen, dat het slaagt. Dan zal bet
voorbeeld van Den Haag navolging
en zullen in meer steden dergelijke
inrichtingen verrijzen. Er zal wel meer
behoefte aan zijn.
Zwaoie brand in oan Warenhuis^
In den bekenden bazar van Whiteley te
Loniden, fs, terwijl er vele klanten waj
ren, brand, uitgebroken. In dien. bazar
zijn automatische sproeiers, die begin
nen te spuiten, zcxxlra de temperatuur
boven een bepaald punt rijst. Tegelij
kertijd wordt dan een alarmschei ia
werking gebracht. Deze inrichtingwerk-
te voortreffelijk. De alarmschöl "waar
schuwde, dat ear ergens in een afdeeling
waar licht brandbare stoffen lagen, iets
niet pluis was, en zoo konden dadelijk
ijzeren deuren gesloten worden, om die»
brandt o;t een klein gedeelte van het
gebouw te beperken,. De brandweerman
nen, hadden echter in de beperkte
ruimte met een dikken rook te kam
pen. Veertien hunner moesten, heel o(
half bedwelmd worden weggedragen.
Eindelijk kwam er een spuitgast met
eon zuurstoftoestel op den rug en toen
was het spoedig met den brand gedaan.
De firma is zeer tevreden over de voor
treffelijke wijze, waarop de automa
tische toestellen, gewerkt hebben. D«
schade beloopt niet meer dan f 12.000.
Tjjdens den brand ging de verkofp
in andere afdeelingen kalm zijn gang.
D(e brutale diel. De heer Duez
schijnt zich niet veel aan te trekken
van zijn a-rrestatie. Zoo wordt verteld,
dat hij, toen hij uit het kabinet van,
den rechter van instructie kwam en ver
schillende fotografen voor zich zag, die
een portret van hem wilden maken, hij
heel wat preit had, om al die mem->
schen, en hun vriendelijk toestond dat
ze hem fotografeerden. Toen ze klaar
waren, zeide hij„Jullie mochteni me
wel honderd stuivers per cliché geven,
dat zou me van nut zijn, om het gaatje
van de likwidatie te stoppenl"
Toen de rechter van instructie hem
mededeelde, dat hij een aanklacht tegen
hem had ingediend, antwoordde Duea
hem: „Heel goed, clan zullen we ons
verdedigen, en ik verzeker u, 'dat en
menschen zullen zijn, die dan niet meer
lachen zullen."
Overigens schijnt men het hem in
het huis van bewaring nog ai niet erg
lastig te maken, want een van zijn
vrouwelijke kennissen mocht hem gis
teren nog bezoeken.
Van andere zijde wordt medegedeeld,
dat Martin, de bediende van Duez, die
niemand ontvangen moefti, aan een zij
ner bewakers vroeg of er geen nieuws
was waarop deze arutwoorrdde, dat hij
dat niet mocht zeggen; hierop zeide
Martin: „Weet je, wat me verwondert?
Dat er geen andere menschen gearres
teerd zijn dan Duez en ik!"
Martin is overigens de oonige niet,
die hierover verwonderd is!
Ban zonclaaik Hat is voor nieu
we leden van het Lagerhuis heol moei
lijk o,m te allen tijde alle oude voor
schriften en bepalingen op te volgen,
die de rechten en plichten der loden
regelen. Eeax hunrfer, da afgevaardigd*
Williams ondervond dait eveneens.
Staande buiten de „bar", de denkbeel
dige omheining van het Huis, vroeg hij
het woord. Ln een wip was bijna het
roepende: „Orde, orde!Eender whips,
gaheele Huis overeind, verontwaardigd
maaikite den afgevaardigde op zijn ver
gissing opmerkzaam, waarop de heer
Williams over do „bar" stapte. Maar
nog vóór dat hij kon beginnen te spre
ken, klonk wederom het verontwaar
digd geroep van: „Orde, orde!" Doheer
Williams voelde zich omschiMg als
een pasgeboren kind en zag rond mat
o het gelaat de vraag geschreven, oi
„Herinner me aan dien ongeluks
dag asjeblieft niet. Die begon met
den luitenant, die mijn Azor zoo sar
de, en waar hij mee eindigde, dat
zal mijn Kathi je wel verteld heb
ben. Die raakt achter mijn rug ver
liefd en wil me daar nu gaan trou
wen Begrijp je zulk een ondank en
grondelooze valschheid Maar peen,
dat
„Neem me niet kwalijk, oom, maaT
ik zou graag mot den trein van vijf
uur weer terugkeeren."
„hÉoin, wat scheel ja? Ik tracteer
van avond op kreeft."
„Heusch, ik kan niet blijven. Als
u dus zoo goed zoudt willen zijn..
„Hoor eens," spralc de oom,
en nu begon een lange historie vaat
gevallen van misbruik yan vertrou
wen en geldelijke verliezen, die daar
mee eindigde, dat Vitus Muller ge
lukkig' een solied man en toch in
ieder geval de zoon van zijn zuster
was Dus een paar dagen na zijn
terugkeer dan kon neeflief om
het, geld komen
„Neen oom. als u mij helpen wilt,
moet u het dadelijk doen Verena's
huwelijk is niet meer mijn eerste en
zwaarste zorg, maar de gestolen gel
den moet ik aanzuiveren. Er wordt
zoo licht oen smet geworpen op ie
mands g oeden naam. TJ zult zelf moe-
ten zeggen, dat ik zóó mijn vijftien- j
jarig- vlekkeloos ambtenaarsleven te j
Hohonwart niet besluiten kan." i
„Wat is dab nu! Gaat jou die
diefstal bijgeval iets aan Je bent
te Hohenwart kantonrechter geweest
en geen huisbewaarder. Als de staat
zijn geld in een vermolmd hok wil
bewaren in plagts van op een solide
plaats, dan moet hij daar ^immers
zelf het risico van dragen!"
„Hoor eens oom, dat is nu eenmaal
een gevoelszaak. Eer de staat er toe
komt om bij te passen, zouden er
eindelooze onderzoekingen plaats
hebben, en het is zeer de vraag of,
daarbij mijn goede naam wel onbe
smet zou blijven. Als ik opgewekt
mijn nieuwen werkkring zal aan
vaarden, dan moet ik oerst dat geld
terugbetalen.""
Furtenbach stond op en stak zijn
handen in zijn zak.
„Hoor eens, beste neef,"' sprak hij1
kortaf, „een laatste woord. Om dien
dierenplager van een luitenant gaf
niets, en om zijn trotschen papa nog
minder," maar toch zou ik het geld,
voor het huwelijk noodig, wel gege
ven jmbben. Nu je mij echter met
zulke krankzinnigheden aankomt als
van dat gestolen geld te willen aan
zuiveren, krijg je niets van mij. Voor
zulke dwaasheden heb ik geen hal-
ven^ cent over."
Terwijl hij die laatste woorden met
de noodigo emphase uitsprak, rukte
de wind zijn hoed af, en (laar A;ior
een, klein beetje lui bleek te zijn,
moest de oude Furtenbach willens
of onwillens het hoofddeksel achter
na loopen.
Terwijl Vitus daar nu alleen stond,
kwam de gerechtsdienaar van Stein
berg op hem toeloopeD en riep adem
loos: „Ze hebben hem gevonden!
„Wien," vroeg Vitus op doffen
toon
„Den dief."
„Zoo, en waar dan
„In de rivier I Dood, verdronken.
Vain middag1 tegen vier uur hebben
ze bij het veerhuis zijn lijk opge-
vischt. Het zag er verschrikkelijk
uit en moet bepaald langs steenen
en struiken gesleept hebben, want
het vertoonde diepe sneden en won
den."
„Ja, en de gestolen stukken dry-
ven natuurlijk hier of daar rond die
vinden we nooit terug," sprak een
„Ik heb den doode onder da.k la
ten' brengen, en daar meneer Tann-
hauser ziek is, hebben we met het
opmaken van het proces-vei baal op
u gewacht."
Vitus Muller ging met hen mee
naar het wachthuisje, wsar het lijk
lag. Het gelaat van den verongelukte
was niet veel bleeker dan dat van
den kantonrechter. Een treurig ein
de van een treurig leven. Daar lag
hij, door niemand betreurd, de dron
kaard en landlooper, de dief en toch,
Vitus Muller wendde zich sidle
rend af de redder der eer van den
man, dia zijn rechter had moeten
zijn
(Wordt vrrrolga).